Professional Documents
Culture Documents
Schematische Samenvatting Van Het Boek Elementair Internationaal Recht
Schematische Samenvatting Van Het Boek Elementair Internationaal Recht
Schematische Samenvatting Van Het Boek Elementair Internationaal Recht
EIP
semester 1 2005/2006
Inhoud
Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Wat is internationaal publiekrecht? Deel 1: Het recht van coxistentie De bronnen van het internationaal publiekrecht
2.1 Gewoonterecht 2.2 Verdragen 2.3 Algemene rechtsbeginselen 2.4 Rechterlijke beslissingen en doctrine 2.5 Besluiten van internationale organisaties 2.6 Eenzijdige handelingen en verklaringen 2.7 Ius cogens en verplichtingen erga omnes
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Jurisdictie
4.1 Territoriale jurisdictie 4.1.1 Het landgebied 4.1.2 De binnenwateren 4.1.3 De territoriale zee 4.1.4 Het luchtruim 4.2 Functionele jurisdictie 4.2.1 De aansluitende of contigue zone 4.2.2 Het continentaal plat 4.2.3 De exclusieve economische zone 4.3 Gebieden buiten nationale jurisdictie 4.3.1 De volle zee 4.3.2 De oceaanbodem 4.3.3 De ruimte en de hemellichamen 4.3.4 Antarctica 4.4 Personele jurisdictie 4.4.1 Nationaliteit 4.4.2 Uitoefening van personele jurisdictie 4.4.3 Uitlevering 4.5 Beperkingen van jurisdictie: immuniteit 4.5.1 Soevereine of staatsimmuniteit 4.5.2 Diplomatieke immuniteit 4.5.3 Afstand van immuniteit 4.5.4 De Act of State-doctrine
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Het verdragenrecht
6.1 Totstandkoming en inwerkingtreding van verdragen 6.1.1 Sluiting van verdragen
EIP
semester 1 2005/2006
6.1.2 Bekrachtiging en inwerkingtreding van verdragen 6.1.3 Voorbehouden 6.2 Interpretatie van verdragen 6.3 Toepassing en geldigheid van verdragen 6.3.1 Toepassingsbereik en wijze van toepassing 6.3.2 Geldigheid van verdragen 6.4 Beindiging van verdragen 6.5 Staatsopvolging en verdragen
Hoofdstuk 7
Staatsaansprakelijkheid
7.1 Wanneer is een staat aansprakelijk? 7.2 Staatsaansprakelijkheid ter zake van de behandeling van vreemdelingen 7.2.1 Diplomatieke bescherming 7.2.2 Welke behandeling moet aan vreemdelingen worden gegeven? 7.3 Gevolgen van staatsaansprakelijkheid 7.4 Verdere ontwikkeling van het aansprakelijkheidsrecht
Hoofdstuk 8
Geschillenbeslechting
8.1 Onderhandelingen of consultatie 8.2 Methoden van geschillenbeslechting met behulp van derden met nietbindend resultaat 8.3 Methoden van geschillenbeslechting met bindend resultaat 8.3.1 Arbitrage 8.3.2 Rechtspraak 8.4 Het Internationaal Gerechtshof 8.4.1 Positie en samenstelling van het Hof 8.4.2 Rechtsmacht bij geschillen 8.4.3 Het verloop in de procedure 8.4.4 Effect van de uitspraak 8.4.5 De adviesprocedure
Hoofdstuk 9
Rechtshandhaving of rechtsverwerkelijking
9.1 Niet-gewelddaige middelen tot rechtshandhaving 9.1.1 Retorsies 9.1.2 Represailles 9.1.3 Noodzaak 9.1.4 Sancties 9.2 Het gebruik van geweld 9.2.1 Collectieve rechtshandhaving krachtens een besluit Veiligheidsraad 9.2.2 Zelfverdediging 9.2.3 Gewapende interventie
van de
Hoofdstuk 10
Deel 2: Het recht van coperatie Het recht der internationale organisaties
10.1 Inleiding 10.2 Soorten internationale organisaties 10.3 Institutioneel en materieel recht 10.4 Bevoegdheden 10.5 Structuur 10.5.1 Lidmaatschap en andere vormen van participatie 10.5.2 Organen 10.6 Rechtspersoonlijkheid, privileges en immuniteiten 10.7 Besluitvorming en besluiten 10.8 Financin 10.9 Slotopmerkingen
Hoofdstuk 11
De Verenigde Naties
11.1 Inleiding 11.2 De hoofdorganen 11.2.1 De Algemene Vergadering 11.2.2 De Veiligheidsraad 11.2.3 De Economische en Sociale Raad (ECOSOC) 11.2.4 De Beheerschapsraad
EIP
semester 1 2005/2006
11.2.5 Het Internationaal Gerechtshof 11.2.6 Het Secretariaat 11.3 Andere VN-organen 11.4 Gespecialiseerde organisaties 11.5 Het materile recht van de Verenigde Naties
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
EIP
semester 1 2005/2006
14.6 Karakteristieken van de communautaire rechtsorde 14.6.1 Autonoom en supranationaal karakter 14.6.2 Rechtstreekse werking van voorschriften van gemeenschapsrecht 14.6.3 Richtlijn- en gemeenschpsrechtconforme interpretatie 14.7 Redum
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
EIP
semester 1 2005/2006
17.1 Inleiding 17.2 Verplichtingen van het individu onder internationaal recht 17.3 De rechten van de mens 17.3.1Normstelling 17.3.2 Implementatiemechanismen met betrekking mensenrechtenverdragen 17.3.3 De procedure onder het EVRM nader bekeken 17.3.4 Niet-verdragsmatige implementatiemechanismen 17.4 Vreemdelingen
tot
EIP
semester 1 2005/2006
2.1 Gewoonterecht
Vereisten: 1 uniforme praktijk 2 overtuiging dat zo behoort (opinio iuris sive necessitatis). Wanneer berusten gedragsregels op opinio iuris: 1 verklaringen regeringsvertegenwoordigers 2 mate protest 3 andere factoren Tijdsduur niet altijd van belang: instant custom (oa Truman met uitbreiding continentaal plat). Wereldwijde gewoonte = algemeen gewoonterecht. Duidelijke afwijzing vereist om niet onder gewoonterecht te vallen ivm veronderstelde aanvaarding. Nadeel gewoonterecht: ongeschreven karakter. Daarom codificaties in vorm van verdragen. Commissie voor Internationaal Recht van VN houdt zich hiermee bezig: 1 Verdrag van Wenen mbt diplomatieke betrekkingen (1961) 2 Geneefse Verdragen mbt traditioneel zeerecht (1958) 3 Weense Verdragenverdrag (1969)
2.2 Verdragen
Verdrag: geschreven, soms mondelinge overeenkomst, bilateraal of multilateraal. Soorten verdragen: 1 Prestatie met tegenprestatie: traits-contrats 2 Regels vaststellen of ontwerpen traits-lois 3 Int organisatie oprichten: traits-constitutions Verdragem kunnen gewoonterecht maken, soms al voor uitgave. Vb: Zeerechtconferenties van 19741982, 1994 pas inwerking getreden, regels mbt continentaal plat al wel in werking.
3.1 Staten
EIP
semester 1 2005/2006
Drie criteria staat: 1 territoir 2 bevolking 3 daadwerkelijk gezag (soeverein) (4 vermogen betrekkingen) 3.1.1 Het ontstaan van staten en het recht op zelfbeschikking Begin moderne statensamenleving 1648. Redenen explosie 2e helft 20e eeuw (VN 51-200): 1 Zelfbeschikkingsrecht (Locke, Lenin, Woodrow Wilson) = opname HVN. 2 Externe zelfbeschikkingsrecht (recht vorming nieuwe staat) = dekolonisatie, alleen nog Westelijke Sahara en Marokko (POLISARIO) Verschil interne dimensie (buiten koloniale context): geen extern, wel intern zelfbeschikkingsrecht = participatie, onmogelijkheid kan ultimum rededium zijn voor externe zelfbeschikking (Bangladesh 1971, Kroati 1991, weerstand VN: Kosovo). 3.1.2 Erkenning van staten - Constitutieve leer: staat pas door erkenning andere staten = niet mogelijk ivm ontbreken instantie - Declaratoire leer: erkenning is aangaan van betrekkingen. Niet erkenning wel gebonden int recht. Erkenning vooral politiek, ook juridisch = terugwerkende kracht. Erkenning bij: 1 diplomatieke betrekkingen 2 bilateraal verdrag. Bijzonder gevallen: - Palestina = geen erkenning ivm ontbreken daadwerkelijk gezag (1993 verandert, Osloakkoorden door geweld 2000 gestokt). - Voormalige sovjetunie = geen erkenning vanwege ontbreken democratische principes (EG) - Rhodesi, Transkei, Noord-Cyprus = oproep (VN) tot niet erkenning 3.1.3 Erkenning van regeringen Alleen moeilijkheid bij twee rivaliserende regeringen, in praktijk oude regering erkennen (Taiwan, Cambodja, Afghanistan) 3.1.4 Effect van erkenning of niet-erkenning in de nationale rechtsorde - Sommige landen: niet-erkenning is niet-bestaand (Britse rechter echtscheiding in Rhodesi, Adams vs Adams). - NL: ondanks niet-erkenning wel als bestaand beschouwd (= declaratoire leer)
EIP
semester 1 2005/2006
1 Toekenning waarnemersstatus met spreekrecht door VN 2 Dergelijk conflict met Geneefse Rode-Kruisverdragen (1977) gelijkgesteld met int conflict
3.3 Conclusie
Andere voorbeelden: volken, bevolkingsgroepen
Hoofdstuk 4 Jurisdictie
4.1 Territoriale jurisdictie
Territoriale jurisdictie = exclusieve bevoegdheid van staat op territoir tot gezagsuitoefening dmv stellen, doorvoeren en handhaven regels. Uitzonderingen op bevoegdheid door int recht: 1 Verbodsbepaling als keerzijde van exclusieve territoriale juridictie = respect exclusieve territoriale jurisdictie andere staat 2 Beperking van regeldoorvoerende en regelhandhavende bevoegdheid (diplomatieke onschendbaarheid) 3 Inperking regelgevende bevoegdheid tbv ander (EG) 4.1.1 Het landgebied Bij onduidelijkheid beide jurisdictie claimen, daadwerkelijk gezag zal jurisdictie kunnen effectueren. Geschil B-NL bij Baarle-Nassau en Baarle-Hertog in 1959 door Int Gerechtshof beslecht. 4.1.2 De binnenwateren Basislijn = laagwaterlijn. Bij inham/baai van minder dan 24 zeemijl (1853m) = rechte basislijn. Bij eilanden minder dan 24 zeemijl. 4.1.3 De territoriale zee Zeerecht = oudste delen int recht. 1958 viertal verdragen. Herziening door VN met conferentie (19741982, 160 deelnemende staten) en Verdrag van Montego Bay (inwerking 1994). Territoriale zee = gebied buiten basislijn, 12 zeemijl. Staten claimen zelf, NL tot 1983 3-zeemijlen ivm belang vrijheid scheepvaart. Kent wel int recht: onschuldige doorvaart = onthouden wat vrede, veiligheid, goede orde kuststaat kan bedreigen (niet vissen). Strafrechtelijke jurisdictie kuststaat uitgesloten, tenzij: 1 Gevolgen op schip begaan misdrijf zich uitstrekken tot kuststaat 2 Aard misdrijf verstoort openbare orde kuststaat of territoriale zee 3 Hulp autoriteiten van kuststaat ingeroepen door kapitein of diplomatieke/consulaire vertegenwoordiger vlaggenstaat 4 Aanhouding en instellen onderzoek noodzakelijk bestrijding handel in verdovende middelen Civielerechtelijke jurisdictie kuststaat uitgesloten (beslaglegging niet mogelijk). Afbakening vastgesteld bij: 1 Overeenkomst of 2 Equidistantielijn (lijn die punten verbindt op gelijke afstand basislijnen) Uitz: historische titel of speciale omstandigheid Gevolg uitbreiding territoriale zee = zeestraten geheel binnen territoriale zee. Problemen voor vliegverkeer en vlootbewegingen. Gevolg: Derde Zeerecht-conferentie = transit-doorvaart of doortocht. Vrijheid van overvlucht en onderzeers onder water. 4.1.4 Het luchtruim Luchtruim boven grondgebied, binnenwateren, territoriale zee. Absoluut recht (geen onschuldige overvlucht). Ruimte geheel vrij
EIP
semester 1 2005/2006
Vastgesteld met Derde Zeerechtconferentie ivm conflicten (oa kabeljauwoorlogen VK en Ijsland). Zone 200mijl vanaf basislijn, moet uidrukkelijk afgekondigd worden. Geeft kuststaat exclusieve rechten van continentaal plat. Sommige staten (EEG) slechts visserijzone afgekondigd. In NL in 2000, B 1999. Afbakening gesteld bij: 1 Verdrag 2 Equidistantielijn
10
EIP
semester 1 2005/2006
Internationaal publiekrecht regelt alleen criminele jurisdictie (bevoegdheid strafrechtelijke vervolging en bestraffing). Opsporing en arresteren kan alleen op eigen territoir. Beginselen: 1 Territorialiteitsbeginsel: - Subjectief = plaats begin strafbaar feit - Objectief = plaats voltooing strafbaar feit - NL: criminele jurisdictie tav in NL of NLs schip/vaartuig begaan strafbaar feit 2 (Actieve) nationaliteitsbeginsel: vervolging onderdaden voor strafbare feiten (ook in buitenland), vooral in civil-law landen. - NL Sr: 1 Misdrijven buitenland tegen veiligheid van staat en Koninklijke waardigheid 2 Misdrijven die volgens wet van staat van delict ook strafbaar zijn - B: 1 Misdrijven bij wet bepaalt (tegen veiligheid staat of mbt valsemunterij) 2 Misdrijven die volgens wet van staat van delict ook strafbaar zijn 3 Passieve nationaliteits- of personaliteitsbeginsel: vervolging voor strafbare feiten in buitenland tegen onderdanen. - NL: terughoudend, wel door verdragen mbt terroristische bomaanslagen en veiligheid VN-personeel sinds 2002 - B: sinds 1984 igv misdrijf tegen Belg, als feit ook strafbaar is in land van delict met straf van meer dan 5j vrijheidsberoving. 4 Beschermingsbeginsel: jurisdictie mbt strafbare feiten in buitenland door niet-onderdaan gericht tegen veiligheid of publieke belangen staat (muntvervalsing). Vereiste van strafbaar in land van delict niet aanwezig. Recente verdragen mbt terrorismebestrijding staan expliciet toe bij terroristische aanslag op in buitenland gevestigde voorziening. 5 Universaliteitsbeginsel: criminele jurisdictie zonder enig verband eigen nat rechtsorde: zeerover, Wet Internationale misdrijven (genocide, misdrijven tegen menselijkheid, foltering, oorlogsmisdrijven), NL vliegtuigkaper. - Moet berusten op internationaal-rechtelijke machtiging of verplichting Aut dedere aut iudicare-beginsel van toepassing (uitleveren of berechten). - Land van lid verdrag is verplicht tot (onmogelijkheid van Argentijn in Londen): 1 Berechting 2 Uitlevering, volgens territialiteits- of actief/passief nationaliteitsbeginsel. - NL: berechting Bouterse op grond van universaliteitsbeginsel (Folteringsverdrag na foltering getekend), niet door HR. - B: meest verstrekkende wetgeving op dit gebied, berisping Internationaal Gerechtshof ivm arrestatiebevel Kongolees MvBuiZ Yerodia. Aanpassing B: alleen vervolgd wanneer verdachte op B grondgebied wordt aangetroffen (Yerodia, Sharon). 4.4.3 Uitlevering Geen regels, wel uitleveringsverdragen: 1 Eerst uitputtende lijst misdrijven 2 Europees Uitleveringsverdrag (1957): - Verplicht als betreffende misdrijf min 1j in beide staten heeft = dubbele criminaliteitbeginsel (probleem in Pinochet-zaak tussen VK en Chili). - Verbiedt voor politieke delicten en vervolging mbt racisme. Politieke delicten door rechter bepaald, nooit aanslag op staatshoofd of familieleden (Attentatsklausule). - Ne bis in idem-beginsel - Niet verplicht eigen onderdanen uitleveren, wel vaak verplichting tot eigen vervolging - Uitz: Libische veiligheidsagenten mbt VS vliegramp in Schotland. Specialiteitsbeginsel: alleen berechten voor feit waarvoor uitlevering was gevraagd en verkregen. - NL: 1 Uitlevering alleen krachtens verdrag 2 Uitlevering NLs verboden 3 Door rb (cassatie HR) en vervolgens MvJ besloten. - B: later bij Europees Uitleveringsverdrag ivm late afschaffing doodstraf (1996). MvJ beslist na advies Aanpassingen wetgeving mbt uitlevering: - Europees aanhoudingsbevel: vanaf 1jan 2004 alle lidstaten wetgeving hieraan aangepast. - Internationaal Strafhof
11
EIP
semester 1 2005/2006
- Acta iure imperii = typische overheidshandelingen - Acta iure gestionis = privaatrechtelijke handelingen Onderscheid niet altijd duidelijk: rechter bepaalt aard (B, NL) of doel (F) beslissend. - Immuniteit van vreemde staatseigendom voor openbare dienst voor executiemaatregelen (geldt voor zowel executoriaal als conservatoir beslag). Europees Verdrag in 1973 stelt goedkeuring staat vast op beslag op goederen. b. Van de staatsimmuniteit afgeleide immuniteiten - Staatshoofd, regeringsleider, MvBuiZ: ook mbt particuliere gedragingen, door formulering int misdrijven beperkt. Tribunalen en Int Strafhof staan boven deze immuniteit, geldt niet voor nat rb (Yerodia). Wel strafrechtelijke vervolging mogelijk dmv: 1 Mogelijkheid berechting eigen land 2 Afstand doen van immuniteit door eigen staat 3 Berechting door int tribunaal 4 Na aflegging functie 5 Gedragingen in particuliere hoedanigheid - Oorlogsschepen: ook in binnen- en territoriale wateren. Alleen vervolging op verzoek kapitein. Kuststaat kan bij onschuldige doorvaart alleen onmiddelijke verlating verzoeken igv schending. 4.5.2 Diplomatieke immuniteit a. Categorien immuniteitsgerechtigden 1 Diplomaten = aan ambassade verbonden personeel met contacten autoriteiten ontvangsstaat: - Ambassade = ambassadeur (of zaakgelastigde) (Heilige Stoel: nuntius of internuntius) heeft leiding (1 per staat itt consulaire dienst) - Agrment = goedkeuring van ontvangststaat voor benoeming ambassadeur door zendstaat. Vereiste van aanbieden geloofsbrieven. Bij lager diplomatiek personeel slechts aanmelding bij MvBuiZ. 2 Consulaire dienst = (1) belangen dienen van onderdanen zendstaat. Bij gearresteerden meldingsplicht staat mbt hulp consul, bezoekrecht van consul. (1) Bevorderen handel en cultuur/wetenschaps relaties. - Exequatur = vereiste machtiging voor hoofd consulaire post v ontvangsstaat. - Honorair consul = door staat gevraagde onderdaan in buitenland tot consul. - Combinatie consulaire dienst en ambassade mogelijk, door ambtenaren v/d Buitenlandse Dienst vervuld. - Persona non grata, in geval van: 1 Gedragingen, door ontvangststaat = verplicht terugroepen en functie beindigen 2 Misgenoegen van ontvangststaat, door ontvangststaat (over en weer = NL-China) 3 Misgenoegen van zendstaat, door zendstaat. - Oudste delen int recht, verdragen 1961 (diplomatiek) 1963 (consulair) b. Aard en omvang der diplomatieke immuniteiten - Functionele immuniteit = itt staatsimmuniteit alleen in functie volledige immuniteit: - Gezinsleden - Ambassade ivm belemmeren van diplomaten. - Ander personeel, puur in functie, wel criminele jurisdictie immuniteit - Wel gebonden regels en wetten (proces-verbaal naar BuiZ en ev ambassade) - Woonhuizen - Bescherming van ambassade/woonhuizen verplicht - Diplomatieke post (koerier), postpakketten en transportmiddelen - Consulair personeel = alleen in functie, wel strafrechtelijke jurisdictie immuniteit 4.5.3 Afstand van immuniteit Waiver of immunity: gerechtigd hiertoe: - Staat = impliciet of expliciet, beroep niet meer mogelijk - Rechter als immuniteitsgerechtigde voor rechter andere staat verschijnt en geen beroep op immuniteit doet. Vaak immuniteitsafstand al vooraf geregeld. - Igv contract met staat(sintstantie) en weigerachtig zich aan rechter vreemde staat onderwerpen = arbitrageclausule (geschil voor arbitrageclausule, executierecht). 4.5.4 De Act of State-doctrine - Rechtsgeldigheid toekennen binnen eigen rechtsorde aan andere overheidsdaad: - NLse Rechter (niet): - Geen toetsing, wel ev weigering ivm eigen rechtsorde / eigen rechtsorde - Bij effect icm strijd int recht wel toetsing (Indonesische nationalisaties van Nederlands bezit).
12
EIP
semester 1 2005/2006
- Angelsaksische rechter ivm Act of State-doctrine wel: vanwege scheiding machten (rechter geen uitvoerende macht). Vb Sabbatino-zaak, effect aan Cubaanse nationalisatiemaatregel itt wil uitvoerende macht.
5.3 De verhouding tussen nationaal recht en internationaal recht in het Nederlandse c.q. het Belgische stelsel
- NL: gematigd monisme sinds Gw 1953: - Art 93: ieder verbindende (rechtstreekse werking) verdragsbepaling en besluiten int organisaties verbindend na bekendmaking (= geen transformatiesysteem) - Art 94: toetsingsrecht van materile wetten aan ieder verbindende verdragsbepalingen of besluiten int organisaties. Rechter bepaalt rechtstreekse werking (uitz: EG). - Toetsing aan gewoonterecht: in Nyugat-arrest moet art 94 a contrario worden uitgelegd. Bij Gw 1983 aangenomen. In Bouterse-zaak door HR bevestigd: Verdrag tegen foltering na feiten zodat legaliteitsbeginsel in de weg stond. Toestaan van terugwerkende kracht in int recht zou stuiten op: 1 Verbod terugwerkende kracht (art 1 Sr, art 16 Gw) 2 Verbod toetsing aan int gewoonterecht. - Toetsing van ieder verbindend verdrag aan ander verdrag wel toegestaan. HR: VS militair die vrouw hier om leven bracht en niet aan VS uitleverde: verdragsbepaling mbt verbod doodstraf (EVRM) zwaarder dan verplichting uitlevering. - Conclusie: internationaal geschreven n ongeschreven recht van toepassing in NL, alleen bij strijd nat recht geen ongeschreven recht (= gematigd monisme). - B: overwegend monisme, we; sporen dualisme: - Alle verdragen eerst instemming wetgevende macht - Verdragen dienen te worden gepubliceerd - Toetsing toegestaan bij rechtstreeks werkende verdragen (Fromagerie Le Ski (1971)). - Horizontale werking van verdragsregel in NL mogelijk.
13
EIP
semester 1 2005/2006
- Volmacht vereist van onderhandelaars. - Procedure: 1 Verdrag gesloten als men eens is over inhoud (multilateraal vaak 2/3) 2 Ondertekening onder voorbehoud van (soms parafering, vooral als verdrag bepaalt dat zij door ondertekening inwerking treedt). - Na ondertekening nog niet van kracht, wel houden naar object and purpose (voorwerp en strekking) 2a Igv spoedeisende redenen: verdrag treedt voorlopig met ondertekening inwerking 3 Nationale bekrachtiging of ratificatie. 6.1.2 Bekrachtiging en inwerkingtreding van verdragen 1a NL: goedkeuring SG vereist: art 91, bij afwijking verdrag van Gw in beide Kamers 2/3. - Uitz (art 7 Rijkswet, voor 1983 Gw): 1 Verdragen bij eerdere wet van die goedkeuring zijn vrijgesteld 2 Voor uitvoeringsverdragen van reeds eerder goedgekeurde verdragen - Geen voorbehoud mbt uitvoeringsverdrag in verdrag gesteld - Regering verplicht wil uitvoeringsverdrag sluiten te melden aan parlement 3 Verdragen zonder belangrijke geldelijke verplichtingen, looptijd niet langer dan 1j 4 Verdragen volgens regering geheim/vertrouwelijk karakter ivm belang Koninkrijk 5 Verlenging van aflopende verdragen, parlement kan goedkeuring vragen (= 2) 6 Wijziging bepaalde bijlagen verdragen. - Punt 4: 1 zo snel mogelijk parlementaire goedkeuring vereist of 2 zo snel mogelijk beindigen. - Stilzwijgende: 30d na voorlegging Kamers geen 1/5 deel leden Kamers uitdrukkelijk - Uitdrukkelijke: bij de wet (goedkeuringswet) - Te goeder trouw: bij directe binding door regering geldt dit beginsel voor andere staten. 1b B: uitdrukkelijke instemming vereist, bij wet of decreet. Initiatief instemmingsprocedure: - Federaal bij K: instemming door Kamer en Senaat - Gemeenschaps- of gewestniveau bij betreffende regering: instemming van hun raad 2 Bekrachtiging: neerleggen oorkonde van bekrachtiging bij depositaris (Secretaris-Generaal / NL) - Na afloop periode voor ondertekening is er toetreding ipv bekrachtiging. 3 Inwerkingtreding: - Bilateraal: na bekrachtiging beide partijen - Multilateraal: na bekrachtiging door nadergenoemd aantal staten. Na bekrachtiging maar voor inwerkingtreding:1 Object and purpose 2 Te goeder trouw Tijdstip van inwerkingtreding voor lid in verdrag geregeld. Geen bepaling: onmiddelijk. 6.1.3 Voorbehouden Ammendeteren is bij multilateraal vrijwel onmogelijk. Voorbehoud mogelijk van bepaalde bepalingen: 1 Aangegeven welke niet 2 Aangegeven welke niet 3 Niets aangegeven: niet tegen object and purpose verdrag. Bepaalt staat zelf, depositaris stelt andere staten op hoogte. Na 12 maanden geen reactie stilzwijgende goedkeuring. 4 Bij voorbehoud bij toetreding int organisatie: bevoegde orgaan organisatie zal stemmen - Voorbehoud is wederkerig. - Probleem bij niet aanvaarding voorbehoud: 1 Toch voorbehoud 2 Geen verdragsrelatie. - Algemene Vergadering (VN) heeft voor dergelijke problemen Commissie voor Int Recht. - Intrekking voorbehoud is altijd mogelijk
14
EIP
semester 1 2005/2006
6.3.2 Geldigheid van verdragen - Vernietigbaarheid: bij wilsgebreken (zeer uniek: dwaling en bedrog) en fraude door corrumpering vertegenwoordiger andere staat. Bij uitdrukkelijk erkenning geldigheid verdrag is dit onmogelijk. - Nietigheid: 1 dwang (afstand delen Tsjechoslowakije aan nazi-Duitsland) 2 in strijd met dwingend recht, bepaalt bij onduidelijkheid door Internationaal Gerechtshof of arbitragecommissie.
Hoofdstuk 7 Staatsaansprakelijkheid
7.1 Wanneer is een staat aansprakelijk?
Vereisten aansprakelijk (verdrag VN-commissie Internationaal Recht nog steeds niet vastgesteld): 1 Schending staat int-rechtelijke verplichting door handelen/nalaten. 2 Toerekenbaarheid: - Staatsorganen (ook wetgever en rechter) = in hoedanigheid orgaan staat opgetreden - Staatstaken door niet-statelijke organisatie of particulier (privatisering) = in uitoefening van publieke taak - Individuen igv instructie of olv staat bepaalde schendingen int verplichtingen - Moeilijk te bewijzen = Nicaragua-zaak mbt bijstand contras tegen regering. - Individuen igv op eigen initiatief staatstaken waarnemen (ivm oorlog oid) - Staat igv overname opstandelingen (= staatsorgaan) voor eigen en vorige daden. - Zorgvuldigheidsplicht (due diligence of due care). - Onrechtvaardigheid ontnemende omstandigheden igv (niet mogelijk bij dwingend recht): - Onrechtmatige handeling is tegenmaatregel of represaille - Overmacht - Noodzaak staatsorgaan eigen of andermans leven beschermen - Vitale belangen staat veilig stellen - Rechtmatige daad van zelfverdediging.
15
EIP
semester 1 2005/2006
7.2.1 Diplomatieke bescherming Diplomatieke bescherming = opkomen van staat voor eigen onderdaan als vreemdeling. Recht behoort toe aan staat, niet aan vreemdeling (Calvo-clausule v Latijns-Amerika niet erkend). Ev schadevergoeding daarom aan staat. - Staatsloos: geen diplomatieke bescherming. VN-Commissie: diplomatieke bescherming van rechtmatig verblijf staatsloze of vluchteling - Meervoudige nationaliteit in n van landen: eerst diplomatieke bescherming niet mogelijk. Thans dominante nationaliteit beslissend. - Meervoudige nationaliteit in derde land: beide, liefst gezamelijk. - Rechtspersoon: 1 plaats waar werkelijke/maatschappelijke zetel is gevestigd 2 Int Gerechtshof: zetel van registratie of statutaire zetel. Betrokken individuen (aandeelhouders) gaan schuil achter rechtspersoon (Barcelona Traction case). 7.2.2 Welke behandeling moet aan vreemdelingen worden gegeven? Behandeling vreemdelingen: - Zelfde als eigen onderdanen (bij kolonisten): national treatment of Calvo-leer - Apart van onderdanen (bij moederlanden): Minimum-standaard - Mensenrechten: minimum-standaard. Behandeling eigendom vreemdelingen mbt nationalisatie van eigendommen tijdens dekolonisatie. Door kapitaal-exporterende landen vastgestelde minimum-standaard mbt schadevergoeding: 1 Nationalisatie ten algemenen nutte 2 Niet discriminatoir 3 Schadevergoeding moet 1 prompt 2 adequate 3 effective zijn. - Lump sum-overeenkomst mogelijk: claims tegen totaal bedrag afgedaan. Kapitaal-importerende landen vonden 1 nationalisatie zo vrijwel onmogelijk 2 compensatiesom lager ivm uitbuiting Tegenstellingen kapitaal-exporterende en importerende landen kleiner door 1 einde dekolonisatie 2 vele verdragen hieromtrent. Voorwaarde aansprakelijkheid: uitputting alle locale rechtsmiddelen door vreemdeling (local remedies rule). Achterwege igv gebruik van lokale rechtsmiddelen obviously futile.
Hoofdstuk 8 Geschillenbeslechting
Voor geschillenbeslechting geldt free choice of means.
8.2 Methoden van geschillenbeslechting met behulp van derden met niet-bindend resultaat
a. Goede diensten: (passief) 3e staat fungeert als communicatiekanaal ivm verstoorde communicatie b. Bemiddeling of mediatie: (actief) 3e staat formuleert voorstellen (onderhandelen op afstand): - Goede diensten vaak over naar bemiddeling: Algerije bij conflict VS vs Iran ivm Teheran (79)
16
EIP
semester 1 2005/2006
- Shuttle-diplomacy onderhandelaar pendelt tussen partijen: Kissinger bij Isral ea 1973 - Alternatief: partijen op plaats bijeengebracht - Zichtbaar, druk media: Camp David - Geheim: Oslo-akkoorden c. Onderzoek of feitenconstatering: (actief) 3e partij stelt rapport op tijdens stopzetting onderhandeling - Voorstel NL in VN: permanent orgaan hieromtrent, slechts ad hoc commissies d. Conciliatie of verzoening: commissie van onderzoek formuleert voorstel tot beslechting geschil - Conciliatiecommissie: partijen wijzen elk 1 (of 2) lid aan die samen 3e (5e) umpire kiezen - Verplichte conciliatie: in aantal verdragen vastgesteld, resultaat is niet verplichtend e. Geschillenbeslechting via regionale organisaties: methoden zelfde als a-d. f. Voorkomen en beslechten van geschillen in het kader van multilaterale verdragsregimes gericht op een gemeenschappelijk belang: dus niet staten onderling: - Gemeenschapsrechter inroepen: vormt uitzondering - Alternatief: niet-nalevingsmechanisme
17
EIP
semester 1 2005/2006
- Ander forum prorogatum: staat roept voorbehoud niet in 8.4.3 Het verloop in de procedure 1 Vaststelling schriftelijke en mondelinge fase door Hof - Ev preliminaire bezwaren partij: bezwaren mbt 1 bevoegdheid Hof (Can vis) 2 ontvankelijkheid eiser: 2.1 Nationality of the claim ontbreekt 2.2 Local remedies-rule - Ev behandeling preliminaire bezwaren (schriftelijke/mondelinge fase) bij gebondenheid zaak in behandeling hoofdzaak - Ev stellen van voorlopige maatregelen 2 Niet verschijnen gedaagde: beoordeling 1 bevoegdheid 2 feitelijke en juridische gegrondheid klacht 8.4.4 Effect van de uitspraak - Bindend, niet nakoming naar Veiligheidsraad voor maatregelen. Ondanks niet nakoming nog nooit maatregelen genomen. Mbt Nicaragua had geen zin ivm veto VS in Veiligheidsraad. - Hoger beroep niet mogelijk, wel mogelijk: 1 Interpretatie van uitspraak vragen 2 Herziening aanvragen bij nieuw feitenmateriaal 8.4.5 De adviesprocedure - Bevoegd tot vragen adviezen: 1 Alg Vergadering 2 Veiligheidsraad 3 VN-organen en verbonden int organisaties door Alg Vergadering gemachtigd: - Economische en Sociale Raad - Beheerschapsraad van de VN (niet Secr-G) - Lidstaten en relevante int organisaties kunnen schriftelijke en/of mondelinge opvatting geven. Verloop zelfde als bij geschillenbeslechting, 2 uitz: (1) niet bindend advies (2) geen preliminaire fase - Beroemde adviezen: - 1949: toekenning rechtspersoonlijkheid aan VN en diplomatieke bescherming kan uitoefenen - 1971: onrechtmatige aanwezig Z-Afrika in Namibi - 1996: (omstreden) dreiging en gebruik kernwapens strijdig met int recht Tekort van Statuut VN: int organisaties (zoals EG) kunnen geen lid zijn.
18
EIP
semester 1 2005/2006
- Verandering 1990 mbt aanval Irak op Koeweit ivm minder tegenstellingen: 1 economische sancties opgedragen aan lidstaten 2 machtiging van alle noodzakelijke middelen (oa geweld) Andere: Bosni-Herzegowina (1994) en Oost-Timor (1999). 9.2.2 Zelfverdediging - Vereisten zelfverdediging: 1 Proportionaliteitseis 2 Onmiddelijk melden aan Veiligheidsraad 3 Conformeren naar ev acties Veiligheidsraad 4 Daadwerkelijke gewapende aanval geweest (pre-emptive strike verboden) - Collectieve zelfverdediging - Eigenschappen: 1 Vaak in bonden afgesproken: NAVO, Warschau Pact. 2 Collectief verdedigingverdrag niet vereist. - Vereisten: 1 Onmiddelijk melden aan Veiligheidsraad 2 Conformeren naar acties Veiligheidsraad 9.2.3 Gewapende interventie - Voorstanders zelfhulp (beginnen met aanval) ipv zelfverdediging mbt oa reddingsacties. Toegestaan: 1 Niet verder dan strikt noodzakelijk 2 Onmiddelijk beindiging als doel bereikt is 3 Strikte humanitaire doeleinden en onduldbare rechtsschendingen. - Tegenstanders bang voor misbruik - Argumenten actueel in aanvallen van tien lidstaten NAVO op Joegoslavi. Reacties tegenstrijdig (Tanzania vs Uganda ivm Idi Amin wel, Vietnam vs Cambodja ivm Pol Pot niet). - Zuivere vorm humanitaire interventie: bescherming Koerden In N-Irak 1991.
19
EIP
semester 1 2005/2006
10.4 Bevoegdheden
- Attributiebeginsel (comptence dattribution): int organisaties hebben slechts door lidstaten geattribueerde bevoegdheden. Uitz EG-verdrag: door Verdrag zelf bepaald. - Implied powers: Int Gerechtshof bepaalde dat int organisatie over bevoegdheden beschikt voor behoordelijke uitvoering functie (verbreding attributiebeginsel). Twee zienswijzen: - Vloeien voort uit toegekende bevoegdheden - Vloeien voort uit taken en doelstelligen organisatie - Constitutionele beperkende bepalingen: ivm vrees staten bescherming nationale bevoegdheidssfeer - Bevoegdheid organen int organisaties: soms in elkaars vaarwater: - Oprichting VN-vredesmacht door Alg Vergadering ipv Veiligheidsraad - EG-organen: Hof hanteert beginsel institutionele evenwicht ivm Parlement, Commissie, Raad (overeenkomsten trias politica)
10.5 Structuur
10.5.1 Lidmaatschap en andere vormen van participatie - Vormen van deelname: 1 Lidmaatschap: constitutie int organisatie kent vaak bepalingen omtrent voorwaarden en procedure: - Toestemming van alle zittende leden (EU, NAVO) - Toestemming door organen bij meerderheid (Veiligheidsraad veto voor 5 permanente leden) 2 Geassocieerde lidmaatschap: lidmaatschap van afzonderlijke bestuurde organen staat 3 Waarnemersstatus: vaak zekere toegang bijeenkomsten, geen stemrecht (bevrijdingsbewegingen) - Einde lidmaatschap: 1 Ophouden bestaan organisatie 2 Lid bestaat niet langer 3 Lid uitgestoten 4 Lid trekt zich terug (veelal reden) 10.5.2 Organen Soorten organen: 1 Orgaan waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd (belangrijkste): Alg Vergadering, Assemblee, Conferentie, Raad. 2 Orgaan mbt dagelijks beleid, beperkte omvang (1/3-1/5 deel), belangrijkste leden permanent 3 Secretariaat olv Secretaris-Generaal: voorbereidend, uitvoerend. Soorten samenstellingen: 1 Uit vertegenwoordigers van lidstaten 2 Uit onafhankelijke deskundigen (voorkeur) -Regels: 1 Onafhankelijk 2 Billijke geografische spreiding 4 Soms rechterlijk orgaan: Int Gerechtshof, EHRM, Hof van Justitie (EG), Benelux Gerechtshof, Andes Hof van Justitie, Zeerechttribunaal, Appellate Body (Wereldhandelsorg.) 5 Soms parlementair orgaan (vertegenwoordiging bevolking = Europees Parlement direct). - Rechterlijke en parlementaire organen (4-5) vooral bij supranat organisaties ivm behoefte controle.
20
EIP
semester 1 2005/2006
- Vraag in hoeverre aan nat recht gebonden zijn = volledig. Uitz: toekenning privileges en immuniteiten - Voorbeelden privileges en immuniteiten: 1 Vrijgesteld belasting betaling = praktisch, land voordeel ten koste van lidstaten 2 Gebouwen en archieven onschendbaar 3 Bewegingsvrijheid ambtenaren of expert 4 Immuniteit van jurisdictie: nat recht van toepassing, geen afdwinging nat rechter - Zaak voor aan arbitrage, int tribunalen of Int Gerechtshof - Balans 1 indiv rechtsbescherming 2 immuniteit int organisaties - Immuniteit moet functionele noodzakelijkheid zijn.
10.8 Financin
Inkomstenbronnen: - Lidstaten, veelal afhankelijk van betalingscapaciteit land (minimum 0,001%) - Vrijwillige bijdragen: met regelmaat (aan oa UNICEF, kinderfonds VN) - Giften: eenmalig, moeten formeel geaccepteerd worden - Eigen specifieke bronnen: - EG - Wereldorg voor Intellectuele Eigendom (WIPO): dmv patenten hoge inkomsten. Reduceren bijdrage lidstaten niet geaccepteerd ivm vrees teruglopende invloed Soorten uitgaven: - Administratieve uitgaven (meeste) - Operationele uitgaven Vereisten begroting: - Door orgaan aangenomen waarin alle lidstaten zijn vertegenwoordigd - Vormt rechtsbasis voor contributiebetaling lidstaten - Begrotingsbesluiten mbt bijdrage bijna altijd bindend
10.9 Slotopmerkingen
Int organisaties niet volledig afhankelijk van lidstaten. Redenen: 1 Ingebouwde garanties om te voorkomen dat volle medewerking alle leden vereist is. - Privileges, immuniteiten, leer implied powers, onafhankelijke organen 2 Geen staat kan zonder int samenwerking, waardoor afhankelijkheid int organisatie groter is.
11.2 De hoofdorganen
11.2.1 De Algemene Vergadering
21
EIP
semester 1 2005/2006
- Soorten zittingen: - 1 jaarlijkse: sep-dec. - splitsing in 6 functionele commissies waaraan alle lidstaten mee kunnen doen - plenaire vergadering mbt belangrijkste politieke zaken - Speciale: mogelijk mbt onderwerpen - Spoedeisende: verlamde Veiligheidsraad door vetorecht - Onderwerpen: alle zaken VN - Resoluties (besluiten) door 1 consensus 2 stemming: normaal bij belangrijke zaken vereist - Niet binden, uitz: interne organisatie (begroting en verdeelsleutel). - Financile bijdrage problemen: - Inhouden ivm oneens: onrechtmatig (Certain Expenses case) - Achterstanden: 2j achter of bedrag gelijk aan 2j contributie = stemrecht Alg Vergadering kwijt 11.2.2 De Veiligheidsraad Bijzondere positie voor vijf grootmachten Veiligheidsraad 15 leden, vetorecht en permanent lidmaatschap (VS,VK,F,Sovjetunie,China) Vetorecht Verlammend tijdens Koude Oorlog. Uitz vetorecht: procedurele zaken (9 v/d 15 voldoende). Dubbel veto (kwestie over procedurele zaak is niet-procedurele zaak) maakt invloed vetorecht alsnog. Permanent lidmaatschap Overige 10l dmv 1j verkiezing 5 nieuwe leden voor 2j door Alg Vergadering. Niet meteen herkiesbaar Wijzigingen lidstaten: 1 Chinese Volksrepubliek ipv Republiek China (Taiwan) (1971) 2 Russische Federatie ipv Sovjetunie (1992) Wens VS uitbreiding permanente leden: D, Japan, en n uit Afrika, Azi en Latijns-Amerika Bevoegdheden - Resoluties bindend - Vreedzame beslechting geschillen en aanbevelingen doen aan partijen bij geschil - Aanbevelen, machtigen of gelasten lidstaten schuldige staat (actuele bedreiging of verstoring vrede) te treffen Praktijk (1945-1989) - n keer opgeroepen tot geweld (Korea), door boycot Sovjetunie (bondgenoot N-Korea). - Twee keer niet-militaire sancties (Rhodesi, Z-Afrika). - Veel staakt-het-vuren gelasten - Vredebewarende operaties met toestemming gastland. Alleen bij gevaar eigen veiligheid geweld toegestaan. Deelneming troepenmacht door lidstaten volledig vrijwillig. Praktijk (1990-2002) Einde Koude Oorlog, veranderingen: - Aantal resoluties: gem 62 tegen gem 14 in periode 1945-1989. - Inhoud meer mbt alg onderwerpen ipv crisissituaties - Aard: ook militaire acties: 1 Tussen staten: 1990 Irak ivm Koeweit = militair 2 Hierna voornamelijk interne conflicten = niet-militair - Niet-militair: smart sanctions (tegen leiders) ipv econ acties (bevolking) - Aantal en aard vredesopperaties. Vijf typen vredesoperaties: 1 Klassieke: VN-macht gestationeerd tussen twee partijen. 2 Preventieve: VN-macht gelegerd om geweld te voorkomen 3 Vredesoperatie waarbij VN-macht wordt ingezet om regering te assisteren bij herstel orde en gezag in land om gevaar int vrede te voorkomen 4 Vredesoperatie waarbij VN-macht na beindiging conflict hulp wederopbouw geeft 5 Vredesoperatie tuv humanitaire taken in burgeroorlog of instorting nat gezag - Vroegere voorwaarden: geen openlijke vijandelijkheden plaatsvinden - Vredesmacht: 1 VN zelf 2 Lidstaten of int organisaties gemachtigd door Veiligheidsraad 11.2.3 De Economische en Sociale Raad (ECOSOC) - Taak: (hfdst X HVN) - Bevorderen samenwerking econ, soc en humanitair gebied. - Vooral toezichthoudende en cordinerende taak. - Verbindingskanaal VN met gespecialiseerde organisaties - Samenstelling: 54 leden, jaarlijks voor 3j door Alg Vergadering gekozen. Meteen herkiesbaar. - Gewoonte: permanente leden Veiligheidsraad. Overige leden: verdeelsleutel delen wereld. - Besluitvorming: gewone meerderheid.
22
EIP
- Weinig prominent vanwege:
semester 1 2005/2006
1 Ontwikkelingslanden soc-econ problemen bij Alg Vergadering 2 Rijke landen soc-econ terrein in meer formele fora (Groep v 8 = G8) - Niet permanent in functie, enkele keren per jaar bijeen 11.2.4 De Beheerschapsraad - Beheer kolonin van overwonnen landen na WO I, WO II: - WO I: beheer door Volkenbond aan verantwoording mandatarissen (lidstaten) overgedragen - WO II: beheer door VN aan Beheerschapsraad overgedragen - Bedoeling dat andere kolonin hierbij kwamen, niet gebeurt - Vraag of Beheerschapsraad met onafhankelijkheid beheerschapsgebieden nieuwe taken (milieu) moet krijgen 11.2.5 Het Internationaal Gerechtshof Veiligheidsraad dient partijen bij geschil op voorkeur behandeling Hof te wijzen. 11.2.6 Het Secretariaat Ambtelijke ondersteuning van organisatie. - Samenstelling: gerecruteerd uit onderdanen lidstaten dmv evenredige verdeling. - Volledige onafhankelijkheid voor ambtenaren. - Leiding: Secretaris-Generaal, gekozen door Alg Vergadering op aanbeveling Veiligheidsraad voor 5j. - Taken Secretaris-Generaal: 1 Administratieve 2 Politieke: - Zaken met gevaar int vrede en veiligheid voor Veiligheidsraad brengen. - Jaarlijks rapport mbt functioneren organisatie aan Alg Vergadering - Geschilbeslechting ambtenaren en organisatie: United Nations Administrative Tribunal.
23
EIP
semester 1 2005/2006
- World Trade Organization (WTO) (1994), opvolger GATT. - Doel: vrijmaken int handel - Verschillen GATT: - Wel formele organisatie - Ruimer - Uitgewerkte regeling voor beslechting handelsgeschillen: - Eerste aanleg: Panel van drie deskundigen - Beroep bij Appelate Body van 7 vaste onafhankelijke deskundigen
24
EIP
- Besluitvorming unaniem.
semester 1 2005/2006
12.7 De Benelux
- 1958: oprichting dmv Benelux Unieverdrag, al tijdens oorlog in Londen afspraken tot samenwerking. - Doel: totstandkoming economische unie met open grenzen (overschaduwd door EG) - Later: harmoniseren wetgeving - Organen: 1 Comit v Ministers: drie minister uit elke staat 2 Benelux-Raad: onder toezicht Comit, ambtelijk orgaan. 3 Interparlementaire Benelux Raad: leden nat parlementen (NL 21 B 21 L 7). - Adviserende taak - Belang: uitkijkpost voor en communicatiekanaal tussen nat parlementen 4 Secretariaat Benelux: olv NLse Secr-Generaal 5 Benelux-Gerechtshof - Taken: - Harmoniseren wetgeving dmv prejudicile procedure - Adviseren van regeringen - Samenstelling: drie rechters van hoogste rechterlijke colleges van staten.
25
EIP
semester 1 2005/2006
26
EIP
semester 1 2005/2006
13.4.2 Wijzigingen van de EG-Verdragen Titel II, III en IV: - Belangrijkste: nieuwe bepalingen econ en monetair beleid - Drie beginselen bij optreden Gemeenschap (art 5 EG-Verdrag): 1 Attributiebeginsel (beschikt niet over Kompetenz-Kompetenz): binnen bevoegdheid blijven 2 Subsidiariteitsbeginsel: buiten bevoegdheid alleen ivm noodzaak optreden 3 Proportionaliteitsbeginsel: optreden niet verder dan verwezenlijken doelstellingen EGverdrag 13.4.3 Het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid Titel V: - Verdieping bepalingen Europese Akte mbt Europese Politieke Samenwerking op terreinen gemeenschappelijk buitelands en veiligheidsbeleid (GBVB). - Procedure mbt GBVG: - Europese Raad: top GBVB - Raad van Ministers: uitvoering, bijgestaan door Secretaris-Generaal, tevens Hoge Vertegenwoordiger GBVB. - Vijf middelen om doelstellingen GBVB nader gestalte te geven (art 12 EU): 1 Algemene richtsnoeren 2 Gemeenschappelijke strategin 3 Systematische samenwerking 4 Gemeenschappelijke optredens 5 Gemeenschappelijke standpunten - Unanimiteitsbeginsel, ook mogelijkheid van constructieve onthouding - Uitz unanimiteit: 1 Procedurekwesties met gewone meerderheid 2 Besluitvorming met gekwalificeerde meerderheid bij 2.1 aanvaarding besluiten mbt toepassing door E Raad vastgestelde strategie 2.2 Aanvaarding besluiten mbt uitvoering door E Raad aangenomen standpunten - Recht van initiatief mbt GBVB: - Commissie - Lidstaat 13.4.4 Politile en justitile samenwerking in strafzaken Titel VI: - Politile en justitile samenwerking in strafzaken (PJSS). - PJSS door 3 middelen: 1 Nauwere samenwerking tussen autoriteiten (politie, douane), Europese Politiedienst (Europol) (1998). 2 Nauwere samenwerking tussen justitile autoriteiten 3 Harmonisatie van strafbepalingen lidstaten. - Samenwerking dmv juridische instrumenten: 1 Gemeenschappelijke standpunten 2 Kaderbesluiten: alleen resultaat is verbindend, niet manier. 3 Overige besluiten 4 Overeenkomsten - Unanimiteitsbeginsel, uitz zie bij GBVB - Recht van initiatief mbt PJSS, zelfde als bij GBVB - Verschillen GBVB en PJSS pijlers: - Europees Parlement moet in PJSS colsulteren voordat kaderbesluiten, besluiten en overeenkomsten worden aanvaard. Min 3 maanden adviestijd. - EG-Hof beschikt bij PJSS over beperkte rechtsmacht. 13.4.5 Nauwere samenwerking Vooruitzicht grotere Unie was reden van belang nauwere samenwerking. Lidstaten kunnen mbt deze bepaling kopgroep vormen. 13.4.6 Slotbepalingen van het EU-Verdrag - Uitgebreide rechtsmacht Hof (alleen in GBVB-pijler nog niet). Meeste invloed in 1 e pijler, daarom nog steeds Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen.
27
EIP
semester 1 2005/2006
Taak: hoofdlijnen uitzetten, verslag aan Parlement. Soms exclusieve besluit bevoegdheid: 1 handhaving fundamentele rechten, 2 nauwere samenwerking, 3 EMU. 13.5.3 Het Europees Parlement Instelling: vanaf 1958 (EEG-verdrag). Samenstelling: tot 1979 afgevaardigden nat parlementen, sinds 1979 rechtstreeks voor 5j volgens nat kiesrecht. Thans 626 leden, max 700. Functioneren naar politieke gezindheid. Taak: 1 Adviserend tov 2e/3e peiler. 3 Tov 1e peiler: 1 Politieke controle op Commissie - Preventief: benoeming Commissie - Repressief: motie van afkeuring, enquterecht, comit van wijzen (aftreden 1999). 2 Wetgevende bevoegdheid: eerst slechts niet-bnindende adviezen, thans medewetgeving Raad. 3 Budgettaire bevoegdheden: samen met Raad begrotingsautoriteit (2/3 meerderheid, helft leden), sinds eigen financile middelen (1970). Ook achteraf goedkeuring begroting Commissie (= kwijting). 4 Overige bevoegdheden: 1 Verzoeken Commissie haar initiatiefrecht gebruiken 2 Ontvangst name verzoekschriften burgers Unie 3 Benoeming ombudsman 13.5.4 De Raad van de Europese Unie Samenstelling: vertegenwoordigers lidstaten, voorzitterschap per 6m. Vertegenwoordiger mbt onderwerp, wel lid regering (minister, staatssecretaris): - Alg Vergadering: MvBuiZ - GBVB: MvBuiZ - PJSS: MvJ en MvBinZ. Taak: 1 Besluitvormende orgaan 2 Alg economische beleid cordineren 3 Verdragen sluiten. - Commissies : - COREPER: Comit des reprsants permanents: 1 Voorbereiding Raadsvergadering 2 Overeenstemming agendapunt = hamerstuk (A-punt ipv B-punt). - Politiek Comit (GBVB) - Cordinatiecomit (PJSS) - Stemming : 1 In beginsel meerderheid 2 Eenparigheid van stemmen 3 Gekwalificeerde meerderheid (stemmen weging) 13.5.5 De Europese Commissie - Samenstelling: 20 leden, gekozen door regeringen lidstaten gezamenlijk op grond van alg bekwaamheid, voor 5j, herbenoembaar. Onafhankelijk. - Procedure samenstelling: iedere lidstaat n of twee eigen onderdanen. Vervolgens keuze voorzitter en na kiezen Commissie goedkeuring Parlement. - Vier hoofdtaken 1e peiler(art 211 EG): 1 Initiatiefrecht 2 Autonome beslissingen, oa uitvoering begroting 3 Externe vertegenwoordiging: vertegenwoordiging Gemeenschap 4 Toezichthoudende functie: hoedster verdragen - Taken 2e/3e peiler: beperkt initiatiefrecht en beslissingsbevoegdheid, geen toezichthoudende functie. 13.5.6 Het Hof van Justitie van de EG - Samenstelling: 15 rechters, door regeringen lidstaten gezamenlijk benoemd voor 6j. 8 advocatengeneraal, op zelfde wijze benoemd: in openbaar onpartijdige en adviserende conclusie voor beslissing Hof. - Taak: rechtsmacht 1e en beperkte rechtsmacht 3e pijler. - Geheim van raadkamer, niet via dissenting (Int Gerechtshof) of separate opinions (EHRM) mogelijk uitspraak rechters te bezien. - Gerecht van Eerste Aanleg (feitenrechter) (1988), 15 leden, zelfde wijze benoeming. Lid kan aangewezen als advocaat-generaal ad hoc. 13.5.7 De Rekenkamer - Instelling: 1975 dmv aanvullend verdrag toen Gemeenschap eigen inkomsten beschikte.
28
EIP
semester 1 2005/2006
- Samenstelling: 15 leden, door Raad, 6j en herbenoembaar. - Taak: onderzoeken geldzaken + rapport Parlement en Raad. 13.5.8 Andere op de EG-verdragen gebaseerde organen 1 Economisch en Sociaal Comit van de EG: onafhankelijke leden door Raad met unanimiteit voor 4j. Aantal leden is 222 2 Comit van de Regios: vertegenwoordigers regionale en lokale lichamen, ingesteld bij Verdrag v Maastricht (1993). 222 onafhankelijke leden. 3 Europese Investeringsbank: verkrijgt kapitaal dmv inschrijvingen lidstaten volgens verdeelsleutel. 4 Europese Centrale Bank (ECB): spilfunctie EMU.
13.7 Financiering
Begroting thans voor enkele jaren, door Raad (verplichte uitgaven) en Parlement (niet-verplichte uitgaven) samen. Sinds 1971 eigen middelen: 1 Heffingen ed mbt landbouwbeleid. 2 Douanerechten 3 Deel belasting op BTW 4 Aanvullende: bijdragen lidstaten naar BNP, ieder jaar maximum. Maandelijkse inning door nat staten, 5% aan adm. kosten, 45% aan landbouw.
bronnen,
29
EIP
semester 1 2005/2006
14.3.1 Verordeningen 1 Algemeen, 2 verbindend en 3 rechtstreeks toepasselijk (= avv, geen transformatie). Verliest niet karakter door specifisering. 14.3.2 Richtlijnen 1 Gericht tot lidstaten (indiv) 2 gericht op bepaald resultaat in bepaalde termijn (= implementatie). Verschillen verordening: 1 Doelgebonden ipv integrale verbindendheid 2 Verordening rechtstreeks 3 Richtlijnen kunnen geen plichten opleggen 4 Richtlijnen alleen inroepbaar tegen overheid, niet tegen andere particulieren 14.3.3 Beschikkingen 1 Altijd individueel (staat of persoon) 2 Ook plichten opleggend Soorten: 1 Belastend begunstigend 2 declaratoir - constitutief
30
EIP
semester 1 2005/2006
2 Horizontale en verticale rechtstreekse werking - Verordeningen: zowel horizontaal als verticaal - Verdragsbepalingen: verticaal, zelden horizontaal - Richtlijnen en beschikking aan lidstaat: verticaal. 3 De notie lid-staat: zowel centrale als decentrale overheidsorganen onder gerekend. 14.6.3 Richtlijn- en gemeenschpsrechtconforme interpretatie Richtlijnconformele interpretatie: 1 Richtlijn laten doorwerken (effet utile) 2 Voorkomen van grote strijd nat en int gemeenschapsrecht 3 Additionele rechtsbescherming aan burger bieden igv te late/onjuiste richtlijnimplementatie. Inperkingen: rechtszekerheidsbeginsel, nulla poena-beginsel. Gemeenschapsconforme interpretatie: uitbreiding richtlijnconforme interpretatie.
van
de
naleving
van
het
HvJ kent drie procedures met verplichte rechtsmacht: 1 Directe acties 2 Indirecte rechtswegen (prejudicieel, exceptie onwettigheid) 3 Speciale procedure (beslissing strijd int recht, ongeldig int recht) Toetsing HvJ van nat wetgeving en EG besluiten aan: 1 EG-recht 2 Int recht 3 Int verdragen 4 Alg rechtsbebeginselen en grondrechten Gerecht van eerste aanleg (niet prejudicieel). Naast Hof en Gerecht ook nog nat rechter
31
EIP
semester 1 2005/2006
15.3.2 Wie zijn gerechtigd tot het instellen van beroep? 1 Lidstaten 2 Raad 3 Commissie 4 Parlement indien besluit ten onrechte niet aan samenwerkingsprocedure is onderworpen. 5 (Rechts)personen bij (vereisten: 1 individueel en 2 rechtstreeks): 1 Beschikkingen 2 Verkapte beschikkingen in vorm van verordening = rechtskarakter ipv vorm van belang 3 Beschikkingen gericht tot derden. Vereisten beroep burger mbt nalaten: 1 In strijd met communautaire verplichting 2 Tav hem besluit genomen 3 Met bindend rechtsgevolg Beroepingstijd: 2 maanden + 10d. Beroep tijd na nalaten 2 maanden na (geen)antw (2m) + 10d. 15.3.3 Beroepsgronden 1 Onbevoegdheid 2 Schending wezenlijke vormvoorschriften 3 Schending EG-Verdrag oid 4 Misbruik bevoegdheid (dtournement de pouvoir). 15.3.4 Effect van de nietigverklaring Nietigverklaring: 1 Jegens allen (erga omnes) 2 Met terugwerkende kracht (ex tunc)
15.5 De schadevergoedingsactie
Door HvJ toegewezen mbt niet-contractuele aansprakelijkheid, aparte rechtsweg van beroep tot nietigverklaring of beroep wegens nalaten: 1 Gewone onrechtmatige daad met aansprakelijkheidscriteria: 1 onrechtmatigheid 2 schade 3 causaal verband 2 Onrechtmatige wetgeving, vereiste onrechtmatigheid voldoende.
32
EIP
15.10 Het Verdrag van Nice
Instelling bevoegdheden van het Gerecht bij prejudiciele zaken. Mogelijkheid Raad instelling rechterlijke kamers mbt bepaalde onderwerpen.
semester 1 2005/2006
16.7 Het vrije verkeer van personen en diensten en het recht van vrije vestiging
16.7.1 Het vrije verkeer van werknemers - Vrij voor iedere EG-lidstaat onderdaan. Uitz: actuele bedreiging voor staat. Met geldig reisdocument kan onderdaan in EG werk krijgen en behoort verblijfskaart te krijgen voor 5j als hij werk heeft. Met minder dan 1j werken slechts kaart voor betreffende periode. - Declaratoir karakter kaart: 1 Verblijfsrecht is niet van verblijfskaart afhankelijk. 2 Verblijfskaart kan ingetrokken worden. - Arbeidsvoorwaarden precies hetzelfde als onderdanen lidstaat, betrekkingen overheidsdienst verschillend. Werknemer, geldt ook voor vrouw en kinderen onder 21j: - Pensioen: mag in land blijven - Onvrijwillig ontslag: na aflopen kaart meer dan 12 maanden werkeloos: verlenging kaart voor 1j, daarna verblijfsrecht verloren. - Vrijwillig ontslag: verblijfsrecht onmiddelijk verloren, wel recht om 6 maanden voor ander werk 16.7.2 Het recht van vrije vestiging - Verschil recht van dienstverlening: moet duurzame aanwezigheid zijn. - Vrij voor alle EG (rechts)personen. - Rechtspersonen opgericht volgens recht lidstaat en hoofdvestiging of zetel in EG 16.7.3 Het vrije dienstenverkeer
33
EIP
semester 1 2005/2006
Eerst restcategorie. Situaties: 1 Onderdanen naar andere lidstaat om diensten te verrichten 2 Diensten per tel, fax, post, e-mail of internet geffectueerd 3 Dienstverlener en dienstontvanger overschrijden grens 4 Dienstontvanger begeeft zich naar andere lidstaat 5 Dienstverlener en ontvanger beiden in andere lidstaat. Uitz: Cassis de Dijon-zaak: dringende behoeften die het noodzakelijk maken (rule of reason) 16.7.4 De rechten van burgers, visa, asiel en immigratie Burger Unie is naast lidmaatschap nationaliteit. Belangrijkste recht is vrij te reizen: 1 Grensbewaking afgeschaft 2 Bij ev grenscontrole toegang EGers met paspoort 3 EGers genieten verblijfsrecht Rechten: Actief + passief kiesrecht gemeenteniveau en Europese Parlement. Onderdanen van derde landen: veel geregeld in Verdrag van Amsterdam (echtgenoten, kinderen ttv school).
16.12 De mededingingsregels
Gedetaileerde regels hieromtrent, met name Verordening 17/62. Overheid werkt vervalsende concurrentie in hand igv: 1 Sluiten van kartels aanmoedigen 2 Werking kartels versterken 3 Regelgevende bevoegdheden aan bedrijfsleven delegeren. Geldt ook voor bedrijven of ondernemingen waaraan zijn toegekend: 1 Bijzondere: bepaalde bedrijvigheden beperkt 2 Uitsluitende: slechts n bedrijf monopolie. 16.12.1 Het verbodsstelsel van artikel 81 Verboden mbt mededingingsregels: a. Kartels (overeenkomsten en feitelijke gedragingen) van ondernemingen welke b. handel ongunstig kunnen benvloeden en c. gevolg hebben dat mededinging binnen gemeenschappelijke markt wordt bemoeilijkt - strekking concurrentie te beperken (zonder effect) is al voldoende (Grundig-Costen) 16.12.2 De uitzonderingen op het verbod Artikel 81 lid 3: a. Positieve effecten van goederen of vooruitgang, mits b. billijk aandeel gebruikers ten goede komt (kostenverlaging, kwaliteitsverbetering) en c. zonder groot deel mededinging uit te schakelen en dwingende beperkingen worden opgelegd. 16.12.3 Het aanmeldingssysteem van Verordeing 17/62 Ontheffing verbod in art 81 lid 3 vereist procedure voor keuring. Procedure is vastgesteld in Verordening 17/62: - Betreffende mededingingsregeling moet aangemeld worden bij Commissie (verticaal itt horizontaal nog na inwerkingtreding). Commissie kan volgende besluiten: a. Regeling niet onder art 81. Aanmelding niet nodig, wel nuttig ivm beschermende werking
34
EIP
semester 1 2005/2006
b. Regeling valt onder art 81. Voldoet echter aan criteria art 81 lid 3 = ontheffing op verbod c. Regeling valt onder art 81. Van rechtswege nietig, ex tunc (vanaf inwerkingtreding) en ex nunc voor regelingen van voor Verordening 17/62 vanaf inwerkingtreding Verordening. Ivm drukte Commissie ook wel troostbrieven: rechtskracht is dubieus. 16.12.4 De overige procedures van Verordering 17/62 Klacht ook instrument Commissie om procedure te beginnnen. Lidstaten en (rechts)personen gemachtigd. Geen verplichte behandeling, wel verplichte antwoord in beschikking (voor ev beroep) Boetes hooguit 10% jaaromzet Beroep tegen handelingen mbt Verordening 17/62 bij Gerecht 1e Aanleg. 16.12.5 Het verboden misbruik van machtsposities Vormen misbruik: leveringsweigering, prijsdiscriminatie, vechtprijzen, getrouwheidskorting. Voor machtspositie wordt productmarkt en geografische markt bekeken. Machtspositie verondersteld bij 50% of meer, minder moet worden vastgesteld. 16.12.6 Fusiecontrole 1989: preventiefe fusiecontrole door Raad ingesteld bij wereldomzet van 2,5 miljard en andere voorwaarden. Nvt als meer dan 2/3 in n lidstaat is. 16.12.7 Steunmaatregelen van de nationale overheid 16.12.7.1 De inhoudelijke norm van artikel 87, lid 1 Art 87 lid 1: Inhoudelijke normen waaraan steunverlening aan wordt getoetst. Elementen: a. Maatregelen moeten als steun gekwalificeerd worden b. De concurrentie vervalsen c. Handel tussen lidstaten benvloeden. Art 87 lid 2-3 uitzonderingen. 16.12.7.2 De procedureregels Art 88, uitgewerkt in Verordening 659/99. Bijzonderheden: 1 Onderscheid bestaande en nieuwe steunmaatregelen: nieuwe moeten altijd aangegeven worden en na goedkeuring kan zelfs nog schade vergoed moeten worden ivm periode voor goedkeuring. 2 Contradictiore aard: betrokkenen kunnen opmerkingen indienen. 3 Geen verplichte behandeling en geen verplicht antwoord in beschikking
35
EIP
semester 1 2005/2006
2 IVESCR, sociale grondrechten - Specifieke verdragen: Internationale Arbeidsorganisaties, UNESCO (tegen discriminatie in onderwijs) - EU: EVRM, ESH. - Handvest van de Fundamentele rechten v/d EU: modern verdrag (reproductief klonen) - Verplichting tegenover iedereen en altijd verdragen houden: notstandfeste. 17.3.2 Implementatiemechanismen met betrekking tot mensenrechtenverdragen Instanties voor toezicht naleving mensenrechtenverdragen: 1 Comit (VN) 2 Commissie (reg.) Vier implementatiemethoden: 1 Rapportageplicht: VN en ESH periodiek, EVRM op verzoek Secr-Gen Raad v E. 2 Statenklachtrecht: veelal facultatief: zowel klagende als aangeklaagde staat erkend bevoegdheid toezichthoudende instantie. Niet bij EVRM en VN Uitbanning Rassendiscr. 3 Indiv klachtrecht: eerst facultatief (toestemming staat), sinds jaren 90 recht. Tegenwoordig bij aanvaarding EVRM als voorwaarde. Vereisten: 1 Zelf geraakt. 2 Eerst nat rechtsmiddelen uitputten, dan na max 6 maanden bij EVRM 3 Niet anoniem of ongegrond. - Procedure VN: slechts views, geen bindende macht. 4 Zelfstandig onderzoek: slechts bij verdragen tegen foltering (VN en Raad v E (CTP)). 17.3.3 De procedure onder het EVRM nader bekeken Groot aantal klachten: - Deel niet geregistreerd - Deel erbij zitten na brief Griffie mbt weinig kans van slagen - 8% ontvankelijk verklaard. Toezichthoudende instantie: EVRM, tot 1998 ook het ECRM. Procedure: 1 Na klacht wordt rechter rapportuer: ontvankelijkheidsvereisten, ev voor comit van drie rechter en niet-ontvankelijk. 2 Doorverwezen aan Kamer van zeven (met rechter gedaagde): ontvankelijk en gegrond. 2a Grote zaken voor Grote Kamer (17 rechters) of igv verzoek na Kamer van zeven. 3 Gegrondverklaring: slechts mogelijkheid billijke genoegdoening. 4 Comit v Min en Raad v E toezicht uitvoering door lidstaat Bijzonderheden IVBPR itt EVRM 1 Niet niet-ontvankelijk verklaring na procedure ander int orgaan 2 Niet aan termijn gebonden. 17.3.4 Niet-verdragsmatige implementatiemechanismen 1 Rapporteurs vanwege VN-Commissie. 2 Hoge Commissaris voro de Rechten van de Mens (ingesteld door VN in 1993): slechts overreding en politieke druk. 3 Commissaris voor de Rechten van Mens (ingesteld door Raad v E in 1999). 4 Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE). Procedure: 1 Vraag opheldering bij schendende staat door andere staat. 2 Geen bevredigend antwoord, poging tot bilateraal verdrag 3 Geen oplossing, overige deelnemende staten op hoogte stellen 4 Orde stellen op periodieke OVSE-conferentie mbt mensenrechten.
17.4 Vreemdelingen
Mensenrechten ook naar vreemdeling, verschil geen recht op toegang tot territoir. Redenen migreren: 1 Afstoting (push-factoren) = verblijfsvergunning asiel, direct bij binnenkomst 2 Aantrekking (pull-factoren) = reguliere verblijfsvergunning, vaak na visum Verdragsregelingen, geen verplichting verblijfsvergunning (niet-uitzetting = gedoogd) - Vluchtelingenverdrag: niet terug naar vervolging ras, godsdienst, nat, sociale groep, politieke overtuiging - EVRM: niet terug risico foltering, onmenselijke en vernederende behandeling of marteling - VN-verdrag tegen Foltering: niet naar marteling. - Art 8 EVRM: recht op eerbiediging familieleven. - Immigratierecht steeds meer door EU, ook mbt derdelanders
36