Paper Web

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 10

urban concepts

Stijn Kuipers - 0596959 - 01 / 07 / 2011

inhoud

4 6 10 14 18 bijlage

inleiding ontwikkeling van houten-groeikern houdbaarheid van de groeikern: gated community zonder gate? vinex vs. groeikern: tweelingstad? referenties tijdlijn ontwikkeling houten

1) Aanleg van de rondweg doorsnijdt de bestaande lijnen in het landschap

2) Noord: Houten-groeikern uit de jaren 70, zuid: Houten-vinex uit de jaren 90

inleiding

Houten is op het eerste gezicht een tweeling-stad: ringweg, station, het dominante fietsnetwerk, een landschappelijk hoofdelement, de twee centra slechts verbonden met een spoorlijn en een strip bedrijventerrein. En dat terwijl ze onder zeer verschillende regimes tot stand gekomen zijn. Hoe meer ik las over Houten, hoe meer ik uitvond dat er al behoorlijk wat geanalyseerd is. De hedendaagse trend van atlas-productie leidde onder andere tot een atlas over zowel groeikernen, ook wel bloemkoolwijken genoemd, als over vinexwijken, en dat is nog maar het begin. Uiteindelijke resulteerde het in een behoorlijk archief met tekeningen en fotos. Het viel mij op dat in het algemene verhaal van Houten-groeikern enkele lacunes opduiken. De belangri4

jkste is de rol van architect W. Wissing, de grondlegger van het concept van Houten-groeikern , die slechts sporadisch genoemd wordt. Daarnaast wordt er op dit moment veel onderzoek gedaan naar de toekomst en houdbaarheid van groeikernen, maar de koppeling met Houten is echter nog niet gemaakt. In dit licht is het ook interessant te kijken welke fundamentele verschillen met Houten-vinex er zijn die tot een andere vorm van duurzaamheid en dus tot een ander toekomstperspectief zouden kunnen leiden.

ontwikkeling houten-groeikern

3&4) keuzeplanwoningen in het plan voor Sassenheim, 1960, de zogenaamde overgangswijken.

5) Ontwerp voor Radburn, 1928: Cul-de-sacs rond een park, met de hoofdontsluiting aan de buitenkant.

6) Ontwerp voor Radburn, 1928: Cul-de-sacs.

7) Contramal van Houten-west 8) Vlekkenplan met toepassing van het Radburn systeem

Rond de jaren 60 voorspelden prognoses dat door alle welvaart de bevolking van Nederland zou groeien tot 20 miljoen in het jaar 2000. Tegelijkertijd was er, gezien de trek naar de steden, de wens om mensen en welvaart meer te spreiden over het land. Uit de tweede nota op ruimtelijke ordening uit 1966 ontstond het beleid van gebundelde deconcentratie, wat concreet vorm kreeg met de ontwikkeling van groeikernen. Er werden stadsgewesten aangewezen, die op hun beurt zelf een plek moesten zoeken voor het aantal door het rijk gewenste woningen. Het opkomende antistedelijk sentiment werd verwoord in de derde nota r.o. (vanaf 1973) waarin stond dat fietsverkeer wel bevorderd zou mogen worden. Houten-groeikern is misschien wel de
6

meest letterlijke uitwerking van deze beleidsontwikkeling. [7][9].


de invloed van wissing

vond ook hij dat de mens centraal moest staan in het maken van plekken. Er vond een herwaardering van de straat plaats en ook in zijn werk zijn de zogenaamde overgangswijken te zien: voornamelijk laagbouw in een vormentaal en ruimtelijkheid van het nieuwe bouwen. Opmerkelijk is dan ook de stap naar een organische stedebouw later in zijn loopbaan. Hij ontdekte de kwaliteiten van het Radburn ontsluitingsprincipe en ontwikkelde het door in zijn eigen ontwerpen, dit leidde tot de kronkelende vormen die in zijn ontwerpen zijn terug te zien. Het andere hoofdaspect van zijn latere ontwerpen was de contramal: de laag met groen en langzaam verkeer die leidend is voor de plaats van uiteindelijke bebouwing in een ontwerp. [11]
de wijkgedachte

dorpse en landelijke idealen gebouwd. Dit resulteerde in de door Carel Weeber genoemde nieuwe truttigheid. Volgens hem was deze ongemotiveerde variatie een nieuwe vorm van eentonigheid. [10]. In veel van die groeikernen was de infrastructuur leidend voor het ontwerp, wat uiteindelijk tot een barrirewerking tussen de wijken leidde. [7]. In Houten juist niet: het ontslui-tingsprincipe en de contramal van Wissing waren leidend voor het ontwerp, en zo plooide Wissing de infrastructuur juist om de openbare ruimte. Vanwege de flexibiliteit en de mogelijkheid om naar procesplanning te gaan in plaats van een blauwdrukplan kwam het vlekkenplan in opkomst. In Houten-groeikern werden de vlekken die bebouwd konden worden gevormd door de contramal van groen.
het ontwerp

Ir. W. Wissing stamde uit de tijd van het nieuwe bouwen. Als ingenieur ontwikkelde hij zijn stedebouwkundig talent bij het bureau van Tijen en Maaskant. Zijn belangstelling voor volkshuisvesting en functionaliteit uitte zich in de standaardwoningen die hij ontwierp, de keuzeplanwoningen. Later verschoof zijn hoofdtaak ook steeds meer naar het geven van stedebouwkundig advies aan kleinere gemeenten. Als deelnemer aan de Team 10 ontmoetingen

Hoewel Wissing weinig inhoudelijke uitwisseling had met mede-professionals op het vakgebied [11], staat de bloemkoolwijk van Houten niet op zichzelf. Landelijk gezien keerde het sentiment zich langzaam maar zeker tegen de anonieme en door beton gedomineerde rationele ruimte en verkaveling van de wederopbouw, wat zich vertaalde in een nieuw ideaal: de herbergzame stad. Gebaseerd op de wijkgedachte, de opbouw van gezin naar buurt, naar wijk en naar de stad, zijn veel groeikernen zijn volgens deze nieuwe

Het ruimtelijke concept dat Wissing introduceerde voor Houten-groeikern werd ontworpen vanuit een specifieke doelgroep: gezinnen met kinderen uit Utrecht. De openbare ruimte was het leidende element en moest voor iedereen iets te bieden hebben. De ruimte voor de woningen, de woonerven, was kleiner en bedoeld voor de menging van activiteiten. De centrale groenruimte biedt meer mogelijkheden voor grotere en gescheiden activiteiten.
7

9)Oude wegen en Houten-dorp met nieuwe rondweg en contramal.

10)Veel aandacht is besteed aan het uitwerken van de openbare ruimte; elk straatprofiel viel in een categorie en werd uitgewerkt.

11-14)Deelkaarten van het vlekkenplan, en de ligging t.o.v. infrastructuur

Voorafgaand aan het bouwen zijn uitgebreide analyses van het landschap gedaan, welke op het eerste gezicht vooral gebruikt zijn om de optimale landschapscondities te vinden. Hoewel Steenhuis in de cultturhistorische quickscan [7] met een getraind oog opmerkt dat er nog verassend veel is terug te vinden, zijn toch de meeste opvallende verwijzingen naar het vorige landschap verwijderd. Terecht wordt ook opgemerkt dat de potenties van Houten-dorp onvoldoende benut zijn en nu slechts als een toevalligheid is opgenomen in de nieuwe bebouwingslaag.
het proces

standaard uit die tijd. Een hecht ontwerpteam bestaande uit ontwerpers, bestuurders en uitvoerders zorgde voor een consistente uitwerking van de openbare ruimte en spelregels voor invulling van het vlekkenplan. In opdracht van woningbouwcorporaties werden de vlekken vervolgens door verschillende architecten uitgewerkt. Aan de kleine verschillen tussen deze invullingen is te zien dat de spelregels niet bijzonder veel ruimte lieten voor afwijkingen: woningtype, bouwhoogte, kapvorm, traditioneel materiaalgebruik waren onder andere vastgelegd.

Protesten tegen de aanleg van Houten-groeikern waren er alom en de defensieve houding tegenover de uitbreidingen vertaalt zich in de precies op maat gedimensioneerde ringweg: verdere uitbreiding werd hiermee onmogelijk gemaakt. Vandaar dat Houten-vinex dan ook moeite had om aansluiting te vinden. Al vroeg is door de gemeente begonnen met acquisitie van grond, en tegen de tijd dat er gebouwd ging worden hadden zij al 95% in handen. De woningen werden gebouwd in opdracht van woningcorporaties die, wellicht onder invloed van de functionalistische Wissing, zelfs een eigen woningtype lieten ontwikkelen, de Houtense Normwoning, een ruimere woning dan de
8 9

15)Achterkantsituatie in Frankenpoort, een potentile probleemzone.

houdbaarheid van de groeikern

groeikernen in nederland

Houten groeikern is neergezet als een specifiek woonmilieu voor een specifieke doelgroep, daar is het in principe goed in geslaagd. Een logische verwachting is dat een dergelijke monocultuur vaak niet toegerust is op toekomstige veranderingen. In bloemkoolwijken elders in het land werden dan ook problemen gesignaleerd waardoor Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (SEV) en bureau Middelkoop een onderzoek zijn gestart. Kritiek op het gevolg van de vlekkenplannen in het algemeen is dat de samenhang tussen buurten ontbreekt en zelfs rug aan rug opgezet kunnen zijn. De trend van individualisering, gecombineerd met een soms onduidelijke voor/achter
10

orientatie van de woning leidt o.a. tot het barricaderen van voor- en achtertuin met schuttingen. Hierdoor verdwijnen de zachte overgangen tussen openbaar en prive. Corporaties verkochten bepaalde aantallen huurwoningen [10], en door deze verschuivende eigendomssituatie wordt die individualisering in de hand gewerkt. Dit is dus een rechtstreekse aantasting van de aanvankelijke kwaliteit van het woonmilieu, waar het collectieve aspect nu langzaam dreigt te verdwijnen. Een veranderende bevolkingssamenstelling draagt daar eveneens aan bij. Jonge gezinnen groeien op en het doorschuiven naar een nieuwere Vinex woning is dan ook een logische stap. Daarnaast stijgt het aantal inwoners met

een lager inkomen en lagere opleiding en is er de vergrijzing. [15] Het gevolg is een samenstelling die veel diverser is, met verschillende leefstijlen die niet allemaal per definitie kiezen voor het woonmilieu en bijbehorende collectiviteit van het woonerf, maar gewoon een betaalbare woning met tuin willen. GK geeft aanvullend nog aan dat ook concentraties 1 of 2 persoons huishoudens (HAT eenheden) en menging van woningtypen een dergelijk effect kunnen hebben. Bureau Middelkoop ontwikkelt als vervolg op het onderzoek een toolbox met een combinatie van beperkte fysieke ingrepen en beheermaatregelen, om de wijken op een nauwkeurige manier aan te passen aan deze tijd. Oplossingen variren van het instellen van buurtmeesters of leefregels, tot opknappen van woningen of openbare ruimte.
is houten een gemiddelde groeikern?

Voor Houten gelden voorgenoemde algemene ontwikkelingen maar ten dele. Omdat de gemeente alle grond in bezit had, konden zij hun invloed aanwenden om een grotere beukmaat te eisen dan de standaard van 5,40. De woningen waren dus relatief luxe en dat betaalt zich nu uit. (steenhuis) Een andere troef is de openbare ruimte. Waar in veel gelijktijdige plannen de woningplattegrond of

verkaveling als startpunt genomen is, [10] werd in Houten de contramal als uitgangspunt gebruikt. Het belangrijkste doel in de toekomst is dan ook slechts het veiligstellen van de hoofdgroenstructuur. Aan een veranderende bevolkingssamenstelling kan Houten zich niet onttrekken: de vraag naar woningen voor jongeren, starters, senioren en alleenstaanden neemt toe, hoewel er in tegenstelling tot de onderzochte groeikernen een verschuiving gaande is naar hogere inkomens. [12]Werkgelegenheid en voorzieningen is een andere zorg: van oorsprong zijn groeikernen slaapsteden met alleen de broodnodige voorzieningen. Werken en winkelen deed je in principe in de nabijgelegen stad. Meer werkgelegenheid en voorzieningen zouden een groeikern onafhankelijker maken [6]. De gemeente ziet dan ook het liefst 1000 extra woningen en 150.000 m2 aan nieuwe kantoorruimte gerealiseerd, gecombineerd met verdichting in het centrum. [13] Veel directe invloed zal dit echter niet hebben op het woonmilieu binnen de rondweg aangezien de werkgelegenheid zich vooral in de rafelrand van Houten bevindt. De ondergeschiktheid aan Utrecht zal altijd een heikel punt blijven in ambitieuze scenarios voor het toevoegen van voorzieningen. De toekomstvisielaat de wens zien voor een levendig centrum, maar zoals al eerder gezegd, gaat men hier voorbij aan de aantrekkingskracht van Houten-dorp voor horeca.
11

16)Centraal groenelement Houten-groeikern

Hoe zeer men ook de Italiaanse referentiebeelden voor Houten-centrum, die ten gronslag lagen aan het ontwerp, probeert na te streven, het zal toch een utilitair karakter houden omdat het simpelweg een historisch karakter mist. Ook ontbreekt een kritisch draagvlak om de schaalsprong naar een stadscentrum te maken. Wellicht dat hier de recente opkomst van ruim 700 zzpers een rol kan gaan spelen. [7]
gated community zonder gate?

milieu, veilig afgeschermd van elke vorm van grootschaligheid, in stand houden en slechts voor meer mensen bereikbaar maken, mits men zich aanpast. Een logische keus, wat mij betreft de enige keus. Bij een dergelijk sterk en uitgesproken concept als Houten-groeikern kun je met beperkte middelen niet veel anders dan er in meegaan en het versterken, zeker gezien de verhoudingen tussen markt en overheid waar de rollen in de tussentijd bijna omgedraaid zijn.

Volgens Ivan Nio in Modelstad Houten is er nog een fundamenteler gemis: het ontbreken van een tussenschaal. Tussen hoofdontsluiting en woonerf zit niet zoiets als een stadsstraat die gemakkelijk veranderingen kan opnemen. Toch is naar mijn idee een stadsstraat ongepast, het is een typologie die niets van doen het met het concept en afbreuk zou doen aan de monocultuur waar juist de kwaliteit ligt. Volgens GK moeten we over het algemeen in groeikernen in plaats ideologische collectiviteit een pragmatische collectiviteit organiseren. Oftewel collectiviteit moet geformaliseerd worden door middel van regels, procedures of eenduidig ontwerp. Dat zou betekenen dat we in het geval van Houten in principe weer terug gaan naar het begin, waar een zeker idee van maakbaarheid aan ten grondslag lag. Dan moeten we het vakantiepark-achtige idee van een fietsvriendelijk
12 13

vinex vs. groeikern

17)De grote landschappelijke elementen: de groene as in groeikern, een park en een plas in vinex

18)De groenstructuren vergeleken: de groene as tegenover de vijfwal

19)De zachte overgangen en verwevenheid met de openbare ruimte in Houten-groeikern

20)Duidelijke begrenzingen: binnen/buiten, collectief/prive in Houten-vinex

gemiste kans, want een belangrijke identiteitsdrager gaat hiermee verloren. Vervolgens wordt dat landschap alsnog op een verzwakte en kunstmatige manier in de wijk gebracht doormiddel van het stratenpatroon.
verharding

ontwerpverschillen

In het ontwerp van de twee delen zitten veel overeenkomsten die goed te verklaren zijn: het projectteam was voor beide delen hetzelfde, behalve dat de rol van hoofdontwerper Wissing, die al ruim in de 70 was, werd overgenomen door R. Derks. De defensieve rondweg bemoeilijkte de aansluiting tot Houten-groeikern behoorlijk en daarom was het logisch om te kiezen voor eenzelfde systeem, waardoor een dubbelstad onstond. Twee rondwegen, twee centra, twee stations, beiden een centraal groen-element, hetzelfde verkeerssysteem. De enige moeilijkheid was wel dat het centrum van Houten-groeikern primair moest zijn, en dat van vinex secundair. Uiteindelijk zit men, inclusief
14

Houten-dorp, met drie centra die elk een andere functie zouden moeten hebben, wellicht te veel voor Houten. Het kon niet anders dan dat men ook probeerde dingen te verbeteren, groeikern 2.0 wordt het dan ook wel genoemd. Veel duidelijker en veelvuldiger zijn historische elementen opgenomen in het ontwerp: oude wegen zijn fietsroutes geworden, boerderijen zijn bewaard en een rune is opgenomen in het centrale groenelement, de Vijfwal. Verwijzingen naar het polderlandschap (west) en het stroomruggenlandschap van de Kromme Rijn (oost) zijn terug te vinden in de stratenpatronen. Met de doorzitting van de rondweg blijft ook Houten-vinex zijn rug tegen het omringende landschap keren, naar mijn mening een

Houten-vinex had tevens een soortgelijk ontwikkelingsmodel: een robuust framework waarbinnen verschillende buurten apart invulling kregen. Het verschil was echter dat de gemeente vrij weinig eigendom had, en vooral de woningbouwcorporaties en ontwikkelaars bepaalden wat, waar en voor wie gebouwd werd. Mede daarom zit het grootste verschil misschien wel in het woonproduct zelf. Waar in Houten-groeikern hoog is ingezet op een specifiek milieu met een specifiek middel, lijkt er vergeleken met Houten-vinex een soort verharding en fragmentatie op te treden. Collectief, openbaar en prive worden nu duidelijk afgebakend, zodat het makkelijker te ontwerpen is, en zachte, ambigue overgangen zijn dus ook verleden tijd. Thematisering doet op een schijnbaar willekeurige manier zijn intrede: waterwonen aan een nieuw gegraven plas of hippe neoclassicistische pilasters geven nu identiteit aan een buurt. Variaties hier op en in bijbehorende woningtypen moeten een breed publiek aanspreken.

Die variatie zorgt er voor dat een verandering in bevolking daadwerkelijk opgevangen kan worden. De verharding, het meer heldere onderscheid tussen collectief/openbaar/ priv en typen groen, legt de nadruk meer op het individu. Hierdoor is men voor woonkwaliteit minder afhankelijk van een collectief milieu, en dus voor meer mensen geschikt. Het is natuurlijk wel de vraag of men niet snel genoeg heeft van de gimmick van Volendamse vissershuisjes of de Romeinse vesting. Wat dat betreft lijkt het streven naar een kwaliteit in Houten-groeikern een stuk fundamenteler in het ontwerp te liggen dan in Houten-vinex, dat het toch ook vooral van woontrends en branding moet hebben.
learing curve?

Kijkend voorbij de grote overeenkomsten, zoals de verkeerstructuur, die uiteraard bepalend zijn voor het toekomstperspectief, zullen beide delen een andere aanpak moeten hanteren. Zoals Steenhuis al opmerkt: in Houten groeikern wordt de identiteit, en dus ook de kwaliteit, bepaald door het woonmilieu en het groen. Dit betekent wel dat een sterk concept als Houten-groeikern slechts een ontwikkelingsrichting kent en relatief inflexibel is. Het concept moet in stand gehouden worden door een pakket van gedetailleerde sociale en bouwkundige interventies.
15

21) Ponte Vecchio in Florence als referentie voor Houten-Castellum

23) Plan voor Houten-Castellum

22) Wonen aan het water. Opmerking van de (buitenlandse) fotograaf: The architect must have gained some inspiration in Willemstad, Curaao.

Houten-vinex kent niet een dergelijk overheersend concept waardoor de nadruk meer op de architectuur komt te liggen, die dan ook veel sprekender is. Hoewel de architectuur met een thematisering wat oppervlakkig is, gedraagt het plan als geheel zich wat onafhankelijker: de verweving met de openbare ruimte is minder sterk. In termen van duurzaamheid betekent dit: een goed ontworpen en uitgevoerd concept betaalt zich uit, al dan niet met klein onderhoud, maar op het moment dat het onhoudbaar wordt zijn grootschalige veranderingen nodig. Houten-vinex zou best wel eens veel langer mee kunnen gaan omdat het totaalconcept minder dwingend is en kleinere veranderingen, herontwikkeling van buurten, dat concept niet bijzonder aantasten. Het is dus gemakkelijk om eens een thema te vervangen door een totaal ander thema. De gevolueerde denkbeelden over maakbaarheid van een samenleving komen hier bovendrijven. Een op het eerste gezicht wat gemakkelijke herhaling van Houten-groeikern lijkt dan toch, bewust of onbewust, een leerproces te herbergen.

16

17

documenten

12] Regionale Woningmarktmonitor 2010, Afdeling Bestuursinformatie Gemeente Utrecht 13] Houten 2015 Ruimtelijke Visie, Vastgesteld door de raad van de gemeente Houten op 26 april 2005 14] Verslag Studiedag Duurzaam Voorraadbeheer. Een nieuwe toekomst voor jaren 70- en 80-wijken. NIROV. 15] De toekomst van de bloemkoolwijken, SEV ism. bureau Middelkoop, Augustus 2008 16] Gemeente houten, bestemmingsplan houten centrum, 17 oktober 2006, Amer adviseurs b.v. ruimtelijke ordening 17] Concept structuurmodel Houten - Gemeente Houten, Bureau Interne Zaken, Inventaris van het archief van de gemeente Houten

websites

- http://www.bloemkoolwijken.nl/ - http://www.oudhouten.nl/ - http://www.watwaswaar.nl/ - https://www.houten.nl/burgers/diensten/archief/ - http://www.historischhouten.nl/ - http://geschiedenis.houteninzicht.nl/ - http://www.hierwordtgewerktaangeschiedenis.nl/ - http://www.keicentrum.nl/ Kennisbank > Dossier architectuur en stedenbouw > KEI-overzicht Woonerfwijken > Fotos en documenten uit de gemeentelijke collectie van Otto J. Wttewaall
afbeeldingen: [bron literatuur]

bronnen

literatuur

1] Boeijenga, J en Mensink, J. (2008) Vinex atlas. Rotterdam: 010 publishers 2] Cusveller, S., Hinterleitner, J., Josselin de Jong, F., Nio, I., Steenhuis, M. (2007) Modelstad Houten: Dorp > Groeikern > Vinex: het bijzondere van het alledaagse. Wageningen: Uitgeverij Blauwdruk. 3] Derks, R. (2007) Het groen omarmd, ontwerpen aan Houten. Wageningen: Uitgeverij Blauwdruk. 4] Smits, Jan A. M. Wttewaall, Otto J. (1991) Houten. Zeist: Kerckebosch 5] Heijmink Liesert, P. M. (2006) Houten uitgelegd. Schalkwijk: P.M. Heijmink Lieser 6] Jongeneelen, D. (2010) Zijn de Nederlandse groeikernen volwassen geworden? Afstudeerverslag 7] Steenhuis stedenbouw/landschap, Urban Fabric (2009) Houten-Noord cultuurhistorische quickscan 8] Lrzing et al. (2006) Vinex! Een morfologische verkenning. Rotterdam: NAi Uitgevers 9] Ibelings, H. H. (1999) Nederlandse Stedenbouw van de 20ste Eeuw. Rotterdam: NAi Uitgevers 10] Ubink, M. en van der Steeg, T. (2011) Bloemkoolwijken, Analyse en perspectief, Amsterdam: Uitgeverij Boom 11] van Es, E (2011) Willem Wissing stedebouwkundige (1920-2008) Uitgeverij Stichting Bonas
18

Foto voorzijde: gemeentearchief Houten. 1) Aanleg van de rondweg doorsnijdt de bestaande lijnen in het landschap: gemeentearchief Houten 2) Noord: Houten-groeikern uit de jaren 70, zuid: Houten-vinex uit de jaren 90: kaart uit Modelstad Houten [2] 3&4) keuzeplanwoningen in het plan voor Sassenheim, 1960: [11] 5) Ontwerp voor Radburn, 1928: Cul-de-sacs rond een park: www.pedshed.net (30-06-2011), Laurence Aurbach. 6) Ontwerp voor Radburn, 1928: Cul-de-sacs: www.pedshed.net (30-06-2011), Laurence Aurbach. 7) Contramal van Houten-west: [11] 8) Vlekkenplan met toepassing van het Radburn systeem: Structuurplan Houten-groeikern, gemeentearchief Houten 9)Oude wegen en Houten-dorp met nieuwe rondweg en contramal: [2] 10)Veel aandacht is besteed aan het uitwerken van de openbare ruimte: [2] 11-14)Deelkaarten van het vlekkenplan, en de ligging t.o.v. infrastructuur: Structuurplan Houten-groeikern, gemeentearchief Houten 15)Achterkantsituatie in Frankenpoort, een potentile probleemzone: David Jimmink 16)Centraal groenelement Houten-groeikern: Martin Klumper 17)De grote landschappelijke elementen: de groene as in groeikern, een park en een plas in vinex: [2] 18)De groenstructuren vergeleken: de groene as tegenover de vijfwal: [2] 19)De zachte overgangen en verwevenheid met de openbare ruimte: google 20)Duidelijke begrenzingen: binnen/buiten, collectief/prive: [2] 21) Ponte Vecchio in Florence als referentie voor Houten-Castellum: Concept structuurmodel Houten 22) Wonen aan het water: Rapsak on Flickr 23) plan voor Houten castellum: De Keizer Makelaars Houten

19

You might also like