Professional Documents
Culture Documents
Taal2012 5 2
Taal2012 5 2
17
Afgelopen zaterdag
Freek de Jonge en Wim Helsen over taalgevoeligheden
Maandag
Groepstalen: waarom we anders zijn op een zelfde manier
Dinsdag
Nederlands en Vlaams: zoek te talloze verschillen
Woensdag
Goed of fout, beschaafd en onbeschaafd Nederlands
Donderdag
De verengelsing van de Nederlandse taal: so what?
Vandaag
Taal & hersenen: over taalverwerking en -verwerving
Ik denk zoals ik
Speelt taal een rol in de manier waarop we naar de wereld kijken? Lange tijd dachten taalkundigen van wel. Totdat Noam Chomsky aannemelijk maakte dat talen niet fundamenteel van elkaar verschillen.
Door Rik Smits
spreek?
Het palet van kleurnamen is een geliefd bolwerk van relativisten. Sommige talen delen het zichtbare spectrum op in maar drie kleuren, andere in wel tien of meer. Het Russisch onderscheidt goloeboj en siniy, wat wij gewoon lichten donkerblauw vinden. Zij stellen dat Russen werkelijk iets anders ervaren dan wij. En Amerikanen onderscheiden taupe, dat wij alleen maar kunnen omschrijven als zon beetje grijzig of bruinig. Merkwaardiger, ook twijfelachtiger, zijn de af en toe opduikende berichten over nieuw ontdekte indianenstammen die geen bijzinnen of geen werkwoordstijden kennen zulke talen vinden we gek genoeg nooit om de hoek. Die mensen zouden alleen in enkelvoudige gebeurtenissen kunnen denken, respectievelijk zonder besef van tijd leven. De ideen van Sapir en Whorf werden breed geaccepteerd totdat Noam Chomsky rond 1960 roet in het eten gooide. Chomsky gaf voor het eerst serieuze, toetsbare handen en voeten aan het al vele eeuwen rondzingende idee dat alle mensentalen verschillende uitwerkingen zijn van n onderliggend, aangeboren skelet, een universele grammatica. Maar als, zoals Chomsky meer dan aannemelijk maakte, alle talen in laatste instantie varianten op hetzelfde thema zijn, dan kunnen verschillen tussen talen ook niet fundamenteel van aard zijn. Dat theoretische bezwaar staat nog als een huis. Maar er zijn ook empirische en intutieve argumenten. En is dat Amerikanen niet nauwkeuriger dan wij kunnen aangeven wat taupe betekent. Dat kan toch moeilijk betekenen dat ze niet weten wat ze zien als ze het over taupe hebben. Serieuzer is het punt dat verschillen in Weltanschauung die in taal worden uitgedrukt, lang niet altijd talig van aard zijn. In sommige Aboriginetalen orinteert men zich ruimtelijk niet, zoals wij, op de spreker of hoorder, maar staat de geografische wereld centraal: iets staat niet links of rechts naast je, voor je of achter je, maar ten oosten of ten zuiden, en zo voort. In het Aymara, een taal in de Andes, ziet men het verleden voor zich dat kun je immers zien en de onbekende toekomst ligt achter je, letterlijk uit het zicht. Waar wij tegen de stroom van gebeurtenissen in kijken, kijken de Aymaras stroomafwaarts mee, maar dat is geen taalkundige notie. Ook al lijkt de wereld vaak gebukt te gaan onder een Babylonische spraakverwarring waarin iedereen tegen dovemansoren praat, toch blijken mensen die op latere leeftijd met andere talen en culturen te maken krijgen, daar heel goed mee te kunnen omgaan. Wij Nederlanders kunnen ons ondanks een gebrek aan een aoristus, passato remoto of brede tijd uitstekend verstaan met Grieken, Italianen en Turken. Nieuw ontdekte wilden begrepen na wat aanvankelijke verbazing en misverstanden altijd drommels goed wat schepen, vuurwapens en zelfs vliegtuigen waren, ook al waren die hun wezensvreemd. En ze leerden als ze de kans kregen net zo gemakkelijk lezen en rekenen als ieder ander. Verschil in talige achtergrond maakt mensen dus niet ongelijkwaardig, hoogstens onverstaanbaar.
I
Ontzettend veel woorden voor water
Eskimos blijken niet oneindig veel maar slechts twee woorden voor sneeuw te hebben. Dat kunnen wij Nederlanders wel beter. (RS) Water aa arm baai baren bassin beek binnenwater binnenzee branding broek bron condens damp dauw deining diep druppel ee fontein gemeentepils giet golf gracht grondwater haf ijs ijsbloemen inham kanaal kreek kwel lagune lee majem meer miezer mist monding motregen nat nauw nevel oceaan oppervlaktewater plas plomp rak ree regen rijm rijp rivier singel sloot smeltwater sneeuw sop spa straal straat stroom vaart ven vliet vlok vocht wasem waterval wel wetering wiel zee zeearm zog
k denk tegenwoordig in het Turks, zegt een in Nederland geboren meisje van Turkse komaf in de onlangs uitgezonden documentaire Ik zie een verre reis van Fidan Ekiz. Het land van haar voorouders lokt, ze denkt zich daar beter thuis te voelen en bereidt zich voor op emigratie. Denken in het Turks maakt haar voor haar gevoel alvast Turkser. De vraag die dat oproept, is of die andere taal haar ook werkelijk mentaal verandert. Met andere woorden: bepaalt je taal fundamenteel hoe je de wereld ziet en begrijpt? Beperkt je taal je daar misschien zelfs in? Dat laatste geloofden de Amerikaanse taalkundige en etnoloog Edward Sapir (1884-1939) en zijn leerling Benjamin Whorf (1897-1941), een aan het Massachusetts Institute of Technology afgestudeerde brandveiligheidsdeskun-
dige met een geduchte nevencarrire als taalvorser. ,,Het is een complete illusie te menen dat men zich in essentie zonder tussenkomt van taal aan zijn omgeving aanpast en dat taal slechts een toevallig hulpmiddel is om communicatieve en reflectieve opgaven op te lossen. In werkelijkheid wordt de echte wereld onbewust grotendeels opgetrokken uit taalgewoontes van de groep. Geen twee talen lijken zo veel op elkaar dat we kunnen zeggen dat ze dezelfde sociale realiteit weergeven, schreef Sapir. Op het eerste gezicht lijkt dat zogenoemde lingustisch relativisme hout te snijden. Taal en denken zijn ongetwijfeld nauw met elkaar verbonden, en verschillende taalgemeenschappen hebben verschillende culturen die de wereld op verschillende manieren indelen en bekijken. Maar zijn die taalverschillen fundamenteel? Maken ze mensen zo anders, dat ze elkaar niet werkelijk meer kunnen bereiken?
Liesbeth Koenen
Liesbeth Koenen
Eindredactie: Ludo Permentier en Marlies Hagers/Rik Schultz (bureau Onder Woorden). Illustraties Lectrr
n een Zuid-Hollands verpleeghuis woonde jarenlang een oude dame die op alles jammm! zei. Luid en langgerekt klonk ze. Net als bij de man die als Monsieur Tan de geschiedenis is ingegaan, was er bijna niets over van haar spraakvermogen. Monsieur Tan zei alleen nog tan. Hij was een patint van Paul Broca, de Franse arts die zijn geval in 1861 beschreef. Het gedeelte van meneer Tans hersenen dat na diens dood stuk bleek te zijn, heet sindsdien het gebied van Broca. Het zit in de linker hersenhelft, ergens tussen slaap en oor. En vlak naast de motorische cortex, een strook hersenschors die de spieren aan het werk zet. Daarom gaan taalproblemen die ontstaan door een hersenbeschadiging vaak samen met verlammingsverschijnselen aan de rechterkant van het lichaam. De linker hersenhelft bestuurt immers de rechterkant van ons lichaam, en omgekeerd. Brocas gebied is onmisbaar voor het in elkaar zetten en weer uit elkaar halen van taal: het bouwen van woorden en zinnen en andersom het ontleden van de woorden en zin-
nen van een ander. Maar taal is meer . Iets verder naar achteren en wat lager ligt het gebied van Wernicke, ook in de negentiende eeuw ontdekt en voor gewoon taalgebruik al even cruciaal. Het is nodig voor het vinden van de juiste woorden, met de juiste betekenissen. Alle taalproblemen die iemand oploopt doordat zijn hersenen beschadigd raken, vallen onder de verzamelterm afasie. Dat betekent zoiets als niet-spreken. Maar de meeste afasiepatinten spreken wel degelijk. Sommigen praten moeizaam en hakkelend, maar zijn min of meer goed te begrijpen. Anderen babbelen als de beste, maar spreken in raadselen (nieke bekka ikke dieka). Veel van hen schieten bij het zoeken van woorden geregeld net mis. Ze zeggen woener' tegen schoenen of tante terwijl ze oom bedoelen. Tegelijk wordt wel steeds duidelijker dat ook het denkwerk in je voorhoofd bij normale taal hoort. Allerlei circuits werken samen als je praat of luistert. Dat valt nu goed te scannen of te meten via elektroden. Zo weten we ook dat je hersens een afwijkinkje laten zien in het patroon van hersengolven als ze iets onverwachts horen, zoals hij nam een slokje waterval, of ze at brood met sokken. Een echt bizarre afwijking heet Witzelsucht: bij een beschadiging in een gebiedje vr in je hoofd kun je een niet te stuiten flauwegrappenmaker worden. Onze linker hersenhelft is dus de kletsmajoor. Maar rechts kan ook wel wat taal verwerken. De rol van de rechter hersenhelft is intrigerend. Bij een beschadiging rechts wordt het bijvoorbeeld moeilijk om figuurlijk taalgebruik en beeldspraak te be-
grijpen. De rechter hersenhelft heb je ook nodig om een verhaal samenhangend na te vertellen. Soms moet de balk die de hersenhelften met elkaar verbindt, het corpus callosum, worden doorgesneden, meestal omdat iemand aan een ondraaglijke vorm van epilepsie lijdt. Dat doorsnijden heeft nog een paar opmerkelijke gevolgen. Om te beginnen merkt de patint er niets van. Die voelt zich niet gespleten, en doet ook niet gespleten. Pas als je in een laboratorium met testjes in de weer gaat en slimme apparatuur, blijken zulke split-brain-patinten inderdaad twee losse hersenhelften te hebben, die elkaar geen rechtstreekse informatie meer geven. Wordt de pratende linkerhelft van zon patint op onwetendheid betrapt, dan gaat hij smoesjes verzinnen. Als iemand uitsluitend via zijn rechter hersenhelft bijvoorbeeld de opdracht te lezen krijgt: sta op en loop weg, dan doet hij dat. Maar als hem dan gevraagd wordt waarom hij nou weggaat, antwoordt hij niet: nou, er stond toch dat dat moest? In plaats daarvan komt er een door de linker hersenhelft bedachte uitvlucht, bijvoorbeeld: ik heb dorst, ik ga even iets te drinken pakken. Wat kun je aan afasie doen? Zo snel mogelijk is beginnen met oefenen is belangrijk. Als niet meteen duidelijk is hoe: probeer het met liedjes, aftelversjes, vaste rijtjes als de dagen van de week, en met voorzeggen en meezeggen. Het grootste nieuwe inzicht sinds de tijd van Broca is dat hersens helemaal niet voorgoed klaar en onveranderlijk zijn als je de volwassenheid bereikt. Elke hersencel kan talloze vertakkingen hebben, en er een leven lang nieuwe bij maken.