Professional Documents
Culture Documents
Plantwijzer
Plantwijzer
Plantwijzer
PLANTADVIES VOOR
BOMEN EN STRUIKEN IN DE
PROVINCIE LIMBURG
INLEIDING PAG 2
EN DAN NU … DE SOORTEN! 8
SOORTENLIJST 10
BIBLIOGRAFIE 52
INHOUD
CONTACTGEGEVENS 53
12 PLANT-WIJZER 1
WWW.PLANTVANHIER.BE
Weet je niet welke soorten je in jouw streek best aanplant? Laat je dan adviseren door de Plant-Wijzer. Van 1997 tot 2008 werd door ervaren botanici een inventaris uitgevoerd om te onderzoeken waar in Vlaanderen
Naast de nodige tekst en uitleg worden de meest voorkomende inheemse bomen en struiken in deze er nog autochtone bomen en struiken voorkomen. In deze inventaris werden meer dan 5000 autochtone loca-
brochure onder de loep genomen. Zo vind je snel de soort(-en) die perfect zijn voor jouw aanplanting. ties beschreven. Uit deze 5000 locaties werden slechts 61 locaties erkend als oogstlocatie om zaden van te
Zeker in landbouwgebieden, natuurgebieden en bossen is het belangrijk om inheemse soorten aan te verzamelen. Om als oogstlocatie erkend te worden gelden een aantal strikte voorwaarden zoals bijvoorbeeld
planten. Want de inheemse vogels, insecten, zoogdieren, … zijn dol op deze bomen en struiken. Door dat de oogstlocaties een hoog aantal zaaddragende exemplaren van een bepaalde soort moet bevatten, dat
deze soorten aan te planten help je dus de biodiversiteit. Voor steden en gemeenten kan deze brochure er in de omgeving geen niet-autochtone planten aanwezig zijn van die soort en dat de eigenaars van de loca-
een handleiding en inspiratiebron zijn. Ook als je gewoonweg meer leven in je eigen tuin wil, kies je best tie toestemming moeten geven voor een officiële erkenning als oogstlocatie voor autochtoon plantmateriaal.
voor de planten in deze brochure. En daarom zijn er in Vlaanderen slechts een 87 erkende oogstlocaties.
In deze brochure wordt niet enkel gesproken over inheemse bomen en struiken. We wijden ook uit over Om toch meer zaad- en plantgoed van deze autochtone bomen en struiken op de
autochtone planten die we Plant van Hier noemen. Nog meer informatie over Planten van Hier en waar markt te kunnen brengen, werden zaadboomgaarden aangelegd. Dit lijkt op beetje
ze te koop zijn vind je op de website www.plantvanhier.be. op fruitboomgaarden, maar in plaats van fruitbomen worden autochtone bomen en
struiken geplant die opgekweekt zijn uit autochtone zaden. Ze worden netjes op rij-
tjes geplant zodat het oogsten van zaden en bessen makkelijk kan gebeuren. Het
nadeel is dat deze zaadboomgaarden nog vrij
jong zijn en nog maar weinig oogstbare zaden
Een aantal begrippen verklaard opleveren. Bovendien zijn er in Vlaanderen
ook maar 92 erkende zaadboomgaarden.
Na de laatste ijstijd hebben heel wat boom- en struiksoorten zich
spontaan in onze streken gevestigd. Alleen de planten die zich het Om aan de stijgende vraag naar autochtoon plantgoed tegemoet te ko-
best aanpasten aan de lokale groeiomstandigheden overleefden. men, werkten de drie Limburgse Regionale Landschappen een project
De nakomelingen van deze bomen en struiken noemen we autoch- uit met als doel iedereen de kans te geven om autochtoon plantgoed te
toon of Plant van Hier. kopen en aan te planten. In Limburg werden de autochtone locaties
opnieuw geïnventariseerd en onderzocht of er zaden en bessen ge-
Inheemse soort is een ruimer begrip: zomereik is inheems in oogst konden worden. Verwaarloosde locaties werden hersteld en aan
Vlaanderen, maar niet alle zomereiken zijn Plant van Hier. Er worden eigenaars werd toestemming gevraagd om bessen en zaden te mogen
veel zomereiken afkomstig van de Balkan in Vlaanderen aangeplant. oogsten met als doel opkweek van nieuwe planten die opnieuw in het
Deze eiken behoren wel tot een inheemse soort, maar zijn niet Plant landschap aangeplant konden worden. Met behulp van sociale econo-
van Hier. mie werd een oogstteam opgericht die verspreid over heel Limburg za-
den en bessen ging oogsten. Het plantgoed dat hieruit ontstond, dus
Daarnaast spreken we nog over streekeigen bomen en struiken. zowel van erkende als van niet officieel erkende locaties, kreeg het la-
Deze zijn typisch voor een streek, maar kunnen zowel inheems als bel als Plant van Hier. Er werd een reglement en controlesysteem rond
uitheems zijn. De tamme kastanje is bijvoorbeeld goed ingeburgerd dit label uitgewerkt.
in de Kempen, maar is niet inheems en is ook geen Plant van Hier.
Het Agentschap voor Natuur en Bos heeft het label overgenomen en is
momenteel beheerder van het label sinds oktober 2019.
Deze knoteik in Beverst wordt geschat op 400 jaar en is een echte Plant van Hier.
2 PLANT-WIJZER 3
WWW.PLANTVANHIER.BE
Genetische diversiteit
Na de laatste ijstijd, zo’n 10.000 jaar geleden, hebben bomen en struiken er eeuwen over gedaan om zich in PLANTEN VAN HIER bepalen mee de unieke identiteit van je streek. Beeld je even een landschap
Vlaanderen te vestigen. Gedurende deze periode hadden ze ruim de tijd om zich aan te passen aan de lokale in zonder die mooie meidoornhaag of majestueuze zomereik… Je mist iets, niet? De moederplanten
bodem- en klimaatcondities. Deze aanpassingen werden telkens doorgegeven aan de nakomelingen en waarop de zaden voor PLANTEN VAN HIER geoogst worden zijn cultuurhistorisch van groot belang.
dat vormt meteen ook de grootste kracht van deze planten. Vaak zijn ze beter bestand tegen uitzonderlijke Daarnaast zijn er ook heel wat niet-autochtone bomen en struiken die omwille van cultuurhistorische
vorstperiodes en hebben vermoedelijk grotere overlevingskansen dan niet-autochtone bomen. Uit een redenen ooit in onze streken werden aangeplant en er nu ook echt thuis horen. Maar daar hebben we
onderzoek in Groot-Brittannië bleken de lokale autochtone planten van meidoorn bijvoorbeeld niet alleen het straks nog over.
beter gewapend te zijn tegen vroege vorsten, ze waren ook minder gevoelig voor meeldauwinfecties.
Deze aanpassingen zitten ingebouwd in het genetisch materiaal van de planten. PLANTEN VAN HIERkan je aanplanten in een haag, houtkant of bosje. Na een bepaalde tijd kan je
het hout ervan ook oogsten voor brandhout. Ze leveren dan goedkope, ecologische en duurzame energie.
Binnen het genetisch materiaal van alle autochtone bomen en struiken van een bepaalde soort zijn er
nog steeds kleine verschillen. Die zorgen voor ‘genetische diversiteit’. Dankzij deze kleine verschillen zijn Redenen genoeg dus om te kiezen voor PLANTEN VAN HIER
autochtone planten in staat om zich aan te passen aan veranderende groeiomstandigheden, al gebeuren
deze aanpassingen niet zo snel. Nu zou je kunnen denken dat de aanwezigheid van niet-autochtone
bomen en struiken dan toch positief is, want zij zijn toch aangepast aan andere omstandigheden?! Zorgt
Hout als energiebron
de bestuiving van een autochtone boom door een niet-autochtone dan niet gewoon voor een combinatie
van alle eigenschappen? Jammer genoeg is genetische diversiteit geen simpele optelsom: als autochtone
De stookwaarde van hout is de warmte die je voelt bij verbranding van het hout. Dit wordt bepaald
bomen kruisen met niet-autochtone, kan het gebeuren dat de nakomelingen de aanpassingen aan onze
door zowel de houtsoort en als de vochtigheid van het hout. Hoe droger het hout, hoe hoger
lokale omstandigheden weer kwijt geraken. Hoe meer autochtone bomen er zijn, hoe meer kans dat zij
de stookwaarde. De meeste houtsoorten moeten twee jaar drogen voordat ze luchtdroog zijn.
onderling kruisen en hoe meer kans er dus is op het behoud van deze aanpassingen. Maar ook voor de
Wanneer je aanplant met als doel het hout ervan te oogsten voor brandhout, hou je best ook
lokale dieren zijn autochtone bomen belangrijk, want ze hebben zich aan deze planten aangepast. Zo
rekening met de groeisnelheid van de soort. Zo groeien eik en beuk trager dan bijvoorbeeld berk,
komen koolmeesjongen uit het ei wanneer de rupsen van de kleine wintervlinder van de nieuwe blaadjes
els of wilg. Om eik te gebruiken als brandhout moet je dus wel enkele jaren meer geduld hebben
van de zomereik beginnen te smullen. Wanneer deze blaadjes later uitlopen dan gewoonlijk, blijven de
dan bij snelgroeiende soorten.
koolmeesjongen op hun honger zitten, want er zijn nog geen rupsen te bespeuren.
haagbeuk
Hoogste stookwaarde
… en nog meer voordelen beuk, eik, es
zoete kers, veldesdoorn
Nog een reden om voor PLANTEN VAN HIER te kiezen is de milieuvriendelijke productie. De CO2-
berk
uitstoot die de oogst, de opkweek en de verdeling in Vlaanderen met zich meebrengt is minimaal. Zeker
linde, wilg
als je dit vergelijkt met plantmateriaal dat afkomstig is van bijvoorbeeld Italië. De ecologische voetafdruk
Laagste stookwaarde zwarte els
van het plantgoed is dus een stuk kleiner! En aangezien de gehele productie- en verdelingsketen zich in
Vlaanderen bevindt, wordt ook nog eens de lokale economie gestimuleerd.
4 PLANT-WIJZER 5
WWW.PLANTVANHIER.BE
Haspengouw en Maasvallei
HOE WERD DIT PLANTADVIES OPGESTELD?
GEMENGDE HAAG
De ecologische groeicondities zijn niet overal in Vlaanderen hetzelfde. Afhankelijk van de bodemsoort, het vochtgehalte en
het klimaat groeien bepaalde bomen en struiken beter of minder goed in een bepaalde regio. Op basis van de informatie uit • Droge tot vochtige grond: meidoorn, rode kornoelje, haagbeuk, hondsroos
de inventaris van autochtone bomen en struiken, de ervaringen van de regionale landschappen en de expertise van Kristine HOUTKANT
Vander Mijnsbrugge (gedetacheerde van het Agentschap voor Natuur en Bos bij het Instituut voor Natuur en Bosonder-
• Droge tot vochtige grond: veldesdoorn, haagbeuk, hazelaar, rode kornoelje, wilde kardinaalsmuts, zoete kers,
zoek) werd deze Plant-Wijzer opgesteld.
sleedoorn, zomereik, hondsroos
• Natte grond (beekvallei): zwarte els, gewone es, zomereik, Europese vogelkers, rode kornoelje, gelderse roos
Het plantadvies werd opgesteld aan de hand van de biologische en ecologische kwaliteiten van de bomen en struiken.
Straat- en laanbomen stellen wat meer specifieke eisen naar veiligheid, onderhoud, uitzicht van de boom, … . Deze zijn in
dit advies is niet opgenomen. Ook soorten waarvan er in Limburg slechts heel weinig autochtone exemplaren overblijven
of die van nature zeldzaam zijn zoals bijvoorbeeld mispel, wilde gagel of wilde appel, werden niet in dit advies opgenomen.
ENKEL KIEZEN VOOR PLANTEN VAN HIER?
De bomen en struiken die omschreven worden vind je in de meeste tuincentra of boomkwekerijen. Kies je voor
Naast de zeldzame soorten zijn er ook soorten die in het verleden vaak werden aangeplant. Zo werden er speciale kruisin-
PLANTEN VAN HIER omwille van de vele voordelen, dan kan je bij een bepaald aantal kwekers en tuincentra
gen van wilg aangeplant langs de oevers van rivieren voor de mandenmakers. Ook de Hollandse linde, een kruising tussen
terecht. Je vindt ze op de website www.plantvanhier.be. Daarnaast bieden sommige natuurverenigingen ook
de winterlinde en zomerlinde, werd in sommige gemeenten maar al te graag aangeplant. Denk je erover om een oude tradi-
PLANTEN VAN HIER aan bij hun plantverkopen.
tie in ere te herstellen en wil je hiervoor graag aanplantingen uitvoeren? Neem dan contact op met je regionaal landschap.
• Natte grond (beekvallei): zwarte els, gewone es, sporkehout, Europese vogelkers, gelderse roos
6 PLANT-WIJZER 7
WWW.PLANTVANHIER.BE
EN DAN NU … DE SOORTEN!
HAKHOUTBEHEER is een vorm van beheer waarbij de
Op de volgende pagina’s volgt een bespreking van de soorten die typisch zijn voor de verschillende stam vanaf jonge leeftijd regelmatig wordt afgezet tot op
regio’s in Limburg, zijnde Haspengouw, de Maasvallei en de Kempen. De indeling is grotendeels de stoof op stobbe (net boven de stambasis). De omloop-
gebaseerd op de hoofdbodemtypes die voorkomen in de verschillende streken. tijd (de tijd tussen twee knot- of hakbeurten) is soortaf-
hankelijk: trage groeiers zoals eik om de 7 à 8 jaar, snelle
Onder de boom- of struiksoort wordt telkens de regio vermeld waar de soort kan aangeplant worden. groeiers als gewone es en wilg mag je om de 5 jaar afzet-
ten. Een kortere omlooptijd is af te raden omdat je dan de
plant gaat uitputten.
LEGENDE
MIDDELHOUTBEHEER is de combinatie van een hakhout-
laag met opgaande bomen. Deze bosbedrijfsvorm was erg
De plant is een uitstekende waard-, nectar-, of pollenplant voor vlinders. populair doorheen de eeuwen omdat hierin regelmatig
brandhout kon gekapt worden en ook wat dik werkhout
De plant is een ujitstekende waard-, nectar-, of pollenplant voor bijen.
kon geoogst worden.
De plant is een oud-bosplant. Dit zijn planten die bijna uitsluitend voorkomen
in bossen die onafgebroken bestaan sinds 1780. Ze hebben beperkte
Een boom die op jeugdige leeftijd is afgetopt op een
verspreidingsmogelijkheden en specifieke ecologische eisen.
hoogte van gemiddeld 2 meter en waar opnieuw takken
op groeien op een bolvormig gedeelte van de stam (de
Deze icoontjes geven van de verschillende delen van de bomen en struiken
knot) wordt een KNOTBOOM genoemd. De takken worden
de eetbaarheid weer voor mensen. Heel wat bomen en struiken leveren
periodiek afgezaagd.
lekkere ingrediënten voor de keuken!
8 PLANT-WIJZER 9
WWW.PLANTVANHIER.BE
SOORTENLIJST
Prunus spinosa – sleedoorn
Quercus petraea – wintereik
Quercus robur – zomereik
Rhamnus frangula – sporkehout of vuilboom
Rosa canina – hondsroos
uitstekende waardplant of nectarplant voor vlinders de vruchten van deze soort zijn eetbaar
Salix alba – schietwilg
uitstekende nectar- en/of pollenplant voor bijen de zaden van deze soort zijn eetbaar Salix aurita – geoorde wilg
Salix caprea – boswilg
oud-bosplant het sap van deze soort is drinkbaar
Salix cinerea – grauwe wilg
de jonge blaadjes van deze soort zijn eetbaar deze soort is goed om te leggen Salix fragilis – kraakwilg
Sambucus nigra – gewone vlier
de bloesems van deze soort zijn eetbaar
Sorbus aucuparia – wilde lijsterbes
Tilia cordata – winterlinde
Tilia platyphyllos – zomerlinde
Ulmus glabra – ruwe iep of bergiep
Haspengouw
[enkel aanplanten in hagen die regelmatig gesnoeid worden om iepenziekte te voorkomen]
10 PLANT-WIJZER 11
WWW.PLANTVANHIER.BE
12 PLANT-WIJZER 13
WWW.PLANTVANHIER.BE
14 PLANT-WIJZER 15
WWW.PLANTVANHIER.BE
16 PLANT-WIJZER 17
WWW.PLANTVANHIER.BE
18 PLANT-WIJZER 19
WWW.PLANTVANHIER.BE
HABITUS
Kan uitgroeien tot circa 7,50m hoge boom, maar blijft HABITUS
meestal struikachting dor omlaag gebogen takken. Struik of boom tot 5 meter hoog.
BLAD BLAD
Tegenoverstaande, spitse bladeren met aan elke kant Kruisgewijs tegenoverstaand; gaafrandig, eivormig tot
van de hoofdnerf 3-5 voorwaarts gerichte nerven. elliptisch met korte spitse top; zijnerven beginnen aan
Witte haarbundels in de oksels van de zijnerven. beide zijden van de hoofdnerf op gelijke hoogte en lopen
min of meer parallel; spitse top; beide zijden behaard;
Gevlochten hagen van gele kornoelje vind je nu nog terug in herfstkleur roodbruin.
BLOEIWIJZE Haspengouw.
Bloemen in tegenoverstaande, schermvormige trossen,
die vóór de bladeren in februari of maart verschijnen. BLOEIWIJZE
Na de bladontluiking: juni.
Witte, kleine bloemen in eindstandige tuilen.
VRUCHTEN
Hangende steenvrucht is omgekeerd eivormig en Hout van de rode kornoelje werd gebruikt voor kleine molenonderdelen.
kersrood. Rijp in augustus.
VRUCHTEN
Blauwzwarte, besachtige steenvruchten; niet eetbaar.
ANDERE KENMERKEN
GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE Door het vormen van worteluitlopers is deze soort
Zeer gevoelig voor hoge en stagnerende grondwater- geschikt voor het vastleggen van grond op sterk
standen. hellende terreinen.
20 PLANT-WIJZER 21
WWW.PLANTVANHIER.BE
Lichtminnend/verdraagt redelijk schaduw Bruine noot; ovaal en hardschalig; omgeven door een Halfschaduw/halflichtplant, overleeft ook GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE
bekerachtig omhulsel, bestaande uit twee, diep ingesne- in diepe schaduw Konijnen eten zaailingen van de tweestijlige meidoorn;
Hazelaar verkiest een vochthoudende, luchtige, kalkhou- den, schutblaadjes; eetbaar; draagt enkel vruchten op verdraagt geen zout, zink, zware metalen.
dende zandleem- en leembodem, maar groeit op de mees- een voldoende lichtrijke standplaats. De tweestijlige meidoorn is een typische struik van lichte
te gronden. Op zeer rijke, zware gronden en zeer arme bossen, bosranden, houtkanten, struwelen en hagen CULTUURHISTORIE
gronden is de groei eerder slecht. Hij wordt voornamelijk CULTUURHISTORIE op rijkere gronden; bij voorkeur op vochtige klei- en Deze struik wordt samen met de éénstijlige meidoorn al
aangetroffen langs bosranden en lichtrijke boswegen, Door de buigzaamheid van de twijgen werd en wordt haze- leembodems. De soort is een typische indicator van oude eeuwenlang gebruikt om hagen en veekeringen aan te
maar ook in bredere houtkanten, in oude hagen, langs oe- laar nog steeds gebruikt voor het maken van vlechtwerk- bosstandplaatsen. Bij aanplant in hagen wordt deze soort leggen.
verwallen en zelfs op dijken van beken en rivieren. wanden; de struik is al heel lang in cultuur voor de vruch- best gemengd met de éénstijlige meidoorn.
ten, één van de voedzaamste die bij ons te vinden zijn.
ANDERE KENMERKEN
HABITUS HABITUS Omwille van zijn tolerantie voor snoei en zijn doornen vaak
Grote en breed uitstoelende struik; tot 6 meter hoog; zel- Struik of kleine boom tot 6 meter hoog; de stam is gebruikt voor het vormen van dichte, ondoordringbare
den een kleine boom. karakteristiek gegroefd. hagen langs weilanden en erven, eveneens gebruikt
voor het vastleggen van gronden en als wegbeplanting.
BLAD BLAD In het verleden werden veel meidoornhagen gekapt
Verspreid; enkelvoudig; dubbelgezaagde bladrand; bijna Verspreid; bladen van de korte bloeitakken 3- of 5- lobbig als beschermende maatregel om de verspreiding van
rond tot omgekeerd eirond; korte toegespitst; hartvormi- (minder dan 1/3 ingesneden), ruitvormig, alleen aan de top perenvuur (of bacterievuur) tegen te gaan. Deze ziekte
ge voet; beide zijden behaard; klierharen op de onderzijde gelobd; bladrand gezaagd, behalve aan de wigvormige wordt veroorzaakt door de bacterie Erwinia amylovora.
(vooral langs de nerven) en bladsteel. bladvoet; steunblaadjes met dicht opeenstaande tanden, Onderzoek heeft echter aangetoond dat meidoorn slechts
gewoonlijk zonder klieren. een beperkte rol speelt bij de verspreiding van perenvuur.
De kans op besmetting kan teruggedrongen worden door
BLOEIWIJZE
de meidoornstruiken te snoeien vóór de bloei.
Lang voor de bladeren: januari–maart. BLOEIWIJZE
Mannelijke bloeiwijze: hangende katjes; gegroepeerd op Met de buigzame takken van de hazelaar worden nog steeds Mei, bloemen wit, meestal met 2 (of 3) stijlen; ontluiken
een gemeenschappelijk steeltje in de bladoksels; reeds vlechtwerken gemaakt. iets vroeger dan deze van de éénstijlige meidoorn; geurig.
voor de winter gevormd. ANDERE KENMERKEN
Vrouwelijke bloeiwijze: verborgen in kleine, meerbladige Kan omwille van zijn groot herstellingsvermogen als hak-
hout beheerd worden.
VRUCHTEN
knopjes met dieprode stempels die als een kwastje naar
Bol- of eivormig, ongeveer 1 cm lang; dieprood; met 2
buiten steken; in het centrale deel van de bloeiloten.
(of soms 3) stenen, roder en ronder dan bij éénstijlige
meidoorn; de vruchten zijn zeer geliefd bij vogels.
VRUCHTEN
22 PLANT-WIJZER 23
WWW.PLANTVANHIER.BE
HABITUS HABITUS
Hoge struik of kleine boom, tot 10 meter hoog; dichtver- Sterk vertakte tot bezemvormige struik tot ruim 3 meter
takt en met doornen; ronde kroon. hoog.
BLAD BLAD
Blad voor meer dan 1/3 ingesneden; gaafrandig met aan Onderste bladeren drietallig; handvormig samengesteld;
de top enkele grove tanden; bovenzijde glanzend groen, langwerpige, kleine, deelblaadjes met gave rand en
onderzijde wit behaard aan voet en okselnerven; voet toegespitste top; behaard.
Meidoornhagen zijn ideaal als veekering.
wigvormig.
ANDERE KENMERKEN BLOEIWIJZE
BLOEIWIJZE Omwille van zijn tolerantie voor snoei en zijn doornen Bloeit in mei–juni.
Ook de takken van brem werden gebruikt om bezems van te maken.
Bloeit tegen half mei vaak gebruikt voor het vormen van dichte, ondoor- Goudgeel; vlinderbloemvormig; alleenstaand in de
Wit; geurig; in vertakte, eindstandige, tuilen; bloem met dringbare hagen langs weilanden en erven, eveneens bladoksels.
gebruikt voor het vastleggen van gronden en als weg-
ANDERE KENMERKEN
één stijl.
Gehele plant is giftig; levert stikstof aan de bodem via
beplanting. In het verleden werden veel meidoornhagen VRUCHTEN stikstoffixatie; vestigt zich vaak spontaan op geschikte
VRUCHTEN gekapt als beschermende maatregel om de verspreiding Zwarte peulvrucht. groeiplaatsen.
Donkerrode schijnvrucht; bottel met op de top kelkres- van perenvuur (of bacterievuur) tegen te gaan. Deze
ten; bevat één steen. ziekte wordt veroorzaakt door de bacterie Erwinia
amylovora. Onderzoek heeft echter aangetoond dat
meidoorn slechts een beperkte rol speelt bij de versprei-
GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE ding van perenvuur. De kans op besmetting kan terug-
Gevoelig voor zout grondwater, strooizout, winddruk en gedrongen worden door de meidoornstruiken te snoeien
luchtverontreiniging; tolerantie voor snoei. voor de bloei.
24 PLANT-WIJZER 25
WWW.PLANTVANHIER.BE
26 PLANT-WIJZER 27
WWW.PLANTVANHIER.BE
28 PLANT-WIJZER 29
WWW.PLANTVANHIER.BE
30 PLANT-WIJZER 31
WWW.PLANTVANHIER.BE
32 PLANT-WIJZER 33
WWW.PLANTVANHIER.BE
34 PLANT-WIJZER 35
WWW.PLANTVANHIER.BE
BLOEIWIJZE
BLOEIWIJZE ANDERE KENMERKEN ANDERE KENMERKEN
Langdurig: van mei tot september.
Bij het uitkomen van de bladeren: mei. Als hij in homogene bestanden groeit, ontwikkelt zich een Groot uitstoelingsvermogen; snelgoeiend en winterhard;
moeilijk verteerbare strooisellaag; kan zeer oud worden; Onopvallend; groenachtig wit; gesteeld in bundels in de
Mannelijke bloeiwijze: hangende katjes; bruingeel; tussen de vruchten geliefd door vogels; ideaal voor ondergroei in
knopschubben. Vrouwelijke bloeiwijze: bolvormig en gesteeld; uitstekend brandhout. bladoksels.
bossen, ook op arme bodems; snoei wordt goed verdragen.
bruin; in oksels van bovenste bladeren. Bloeit elke 2 tot 5 jaar.
Meer tips en weetjes over de eik vind je op www.knoteiken.be
36 PLANT-WIJZER 37
WWW.PLANTVANHIER.BE
Lichtminnend/halfschaduw CULTUURHISTORIE Lichtminnend (jeugd) – zeer lichtminnend satie van oevers; water die bovenop knotwilgen blijft staan,
Hondrozen en andere wilde rozen werden vaak als on- kan leiden tot verrotting en hol worden van de stam.
In heggen, struwelen en bosranden, langs wegen en derstam voor de opkweek van andere rozen gebruikt. Schietwilg is een klimaatvage, lichtbehoevende boomsoort,
in ruige graslanden. Stelt weinig eisen aan de bodem; die van nature langs vochtige oevers, ontwaterde beekda- CULTUURHISTORIE
groeit op alle bodemtypes, behalve op uitgesproken len en in meanderende rivierdalen voorkomt. De soort Vooral in de vochtige delen van rivieroeverwallen heeft de
ANDERE KENMERKEN
voedselarme, zure zand- en veengrond. groeit bij voorkeur op niet zure, vochtige en humusrijke wilg een belangrijk aandeel in het zachthoutooibos ingeno-
Klimt ook in andere struiken; vaak gebruikt voor aan- lemige zand-, leem- en kleigronden. Incidentele overstro- men. De schietwilg had hierin waarschijnlijk een belangrijk
plantingen in meidoornhagen of gemengde hagen; mingen vormen geen bezwaar, maar de soort is slecht aandeel. Wilgen worden vooral voor vlechtwerk benut voor
HABITUS hondsroos is zeer variabel en wordt opgedeeld in bestand tegen stagnerende, hoge grondwaterstanden. manden, wanden van vlechtwerkhuizen, oeververstevigin-
Tot 3 meter hoge struik. verschillende soorten (onder meer heggenroos: Rosa Komt vaak voor als knotboom. gen, stoelen en wiegen. Wilgen om te vlechten werden niet
corymbifera). Voor veel insecten en vogels zijn rozen in het wild geoogst, maar gekweekt. Aangeplant wilgen-
BLAD belangrijk; ze weten de bladeren, bloemen en vruchten HABITUS hakhout worden ook grienden genoemd. Het hout van
Oneven geveerd; elliptisch; bladrand enkel- of in hoge mate te waarderen. Tot 25 meter hoge boom; grote kroon met opgerichte of de schietwilg was tot in de laat negentiende eeuw klom-
enigszins overhangende takken. penhout bij uitstek. Het werd ook gebruikt voor de minder
dubbelgezaagd; aan de onderzijde op de nerven soms
belaste delen van landbouwwerktuigen of molens.
met klieren; deelblaadjes elliptisch en zeer kort gesteeld;
fijn zijdeachtig behaard of kaal. BLAD
Verspreid; lancetvormig, niet breder dan anderhalve centi- ANDERE KENMERKEN
meter; lang toegespitst; fijngezaagd; beide zijden zijdeachtig Schuilplaats voor vleermuizen en nestboom voor vogels;
BLOEIWIJZE kan beheerd worden als hakhout of knotboom; als brand-
behaard, voet wigvormig; bladsteel lang en aan beide zijden
Bloeit in juni hout is het eigenlijk te licht, maar wordt toch gebruikt
duidelijk grijs behaard, met enkele klieren bovenaan.
Wit tot bleekroze; zwak geurend; kort gesteeld; 1–3 omdat het vaak massaal aanwezig is.
bijeen in de bovenste bladoksels; kelkbladen na de bloei
BLOEIWIJZE
teruggeslagen en afvallend voordat de vrucht rijp is.
Met de bladontluiking: april–mei.
Watermerkziekte wordt veroorzaakt door de bacterie
Aan bebladerde kortloten; slank.
VRUCHTEN Brenneria salicis. Aangetaste wilgen hebben verwelkte,
Mannelijke bloeiwijze: dichte, cylindrische, gele katjes. verdroogde en bruinverkleurde bladeren. Het hout
Koraalrode bottels met harde nootjes; kaal; eetbaar. Vrouwelijke bloeiwijze: groene katjes. verkleurt bruin tot oranje bij contact met de lucht. Bij her-
haalde aantasting kan uiteindelijk boomsterfte optreden.
TWIJGEN Vele insecten zijn verzot op de nectar van de hondsroos. VRUCHTEN
Met haakvormig teruggekromde stekels; alle stekels van Doosvrucht met zeer kleine zaadjes met witte haarkuif. Een ooibos is een oorspronkelijk biotoop dat langs
min of meer dezelfde grootte. rivieren voorkomt. Wilgen en zwarte populieren – welke
zachte houtsoorten zijn – komen dominant voor dichtbij
GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE de waterkant en kunnen daar een zachthoutooibos
Gevoelig voor watermerkziekte; door de brede beworteling vormen.
weinig gevoelig voor windworp en geschikt voor de stabili-
38 PLANT-WIJZER 39
WWW.PLANTVANHIER.BE
40 PLANT-WIJZER 41
WWW.PLANTVANHIER.BE
Grauwe wilg verkiest natte tot periodiek vochtige, zure CULTUURHISTORIE Lichtminnend GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE
en arme gronden. Hij komt onder meer voor aan sloot- Wilgen zijn vooral voor vlechtwerk benut voor manden, Weinig gevoelig voor windworp door het brede wortelstel-
kanten, moerassen, elzenbroekbossen, laagvenen en wanden van vlechtwerkhuizen, oeververstevigingen, Kraakwilg is een klimaatvage boomsoort, die van nature sel; minder gevoelig voor watermerkziekte dan schietwilg.
open, vochtige, terreinen. Grauwe wilg kan aangeplant stoelen en wiegen; wilgen om te vlechten werden niet in langs vochtige oevers, ontwaterde beekdalen en in mean-
worden als oeverbeplanting en op zeer vochtige het wild geoogst, maar gekweekt; aangeplant wilgen- derende rivierdalen voorkomt. De soort groeit op bijna alle CULTUURHISTORIE
plaatsen. hakhout worden ook grienden genoemd. gronden, maar bij voorkeur op niet zure, vochtige en humus- Wilgen zijn vooral voor vlechtwerk benut voor manden,
rijke lemige zand-, leem- en kleigronden. Incidentele over- wanden van vlechtwerkhuizen, oeververstevigingen,
HABITUS stromingen vormen geen bezwaar, maar de soort is slecht stoelen en wiegen; wilgen om te vlechten werden niet in
Sterk groeiende, brede struik of kleine boom; tot bestand tegen stagnerende, hoge grondwaterstanden. het wild geoogst, maar gekweekt; aangeplant wilgenhak-
10 meter hoog; ronde kroon. hout worden ook grienden genoemd.
HABITUS
Struik of boom, zelden meer dan 20 meter hoog met open, ANDERE KENMERKEN
BLAD brede kroon; vaak meerstammig en met kromme stam; tak- Kan beheerd worden als knotwilg; brede beworteling en
Langwerpig of omgekeerd eirond; bladrand golvend ken bijna horizontaal staand of overhangend. dus zeer geschikt om oevers te stabiliseren.
gezaagd tot getand; top toegespitst; bovenzijde aan-
vankelijk grijsviltig, later vrijwel kaal; onderzijde blijvend BLAD
grijsviltig; korte steel, soms rood aangelopen; halfhart- Lancetvormig; top lang toegespitst; rand fijn gezaagd tot
vormige steunblaadjes die soms afvallen. ruw getand; bovenzijde glanzend en kaal tot vrijwel kaal,
onderzijde blauwgroen berijpt; steunbladen half-hartvor-
BLOEIWIJZE mig; voet wigvormig; aan de top van de bladsteel één
Voor de bladontluiking: maart–april. paar klieren.
Opgerichte, vrij grote katjes; elliptisch; zittend; lang
behaard; met kleine afvallende blaadjes aan de basis. BLOEIWIJZE
Met de bladontluiking: april–mei.
VRUCHTEN Langgesteelde katjes; mannelijke bloemen geel,
Doosvrucht met behaard zaad. vrouwelijke aanvankelijk groen.
VRUCHTEN
Vruchtkatjes met pluizig zaad.
42 PLANT-WIJZER 43
WWW.PLANTVANHIER.BE
44 PLANT-WIJZER 45
WWW.PLANTVANHIER.BE
Halfschaduw/licht (het direct beschijnen van de VRUCHTEN Halfschaduw- tot schaduwplant GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE
stamvoet door de zon wordt echter slecht verdragen). Oranjerood; in dichte bundels; rond; eetbaar. Verdraagt geen zout, zink, zware metalen; de winterlinde
Verdraagt veel schaduw op gunstige groeiplaatsen. In houtwallen en loofbossen op vochtige voedselarme tot heeft een goede weerstand tegen rook, stof en luchtveront-
matig voedselrijke kalkhoudende grond en langs beken; de reiniging; weinig aantasting door schimmels en insecten,
GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE
Lijsterbes vraagt een open, vrij lichte bodem. Hij is winterlinde stelt echter geen hoge standplaatseisen want wel vaak wildvraat.
Gevoelig voor wind, strooizout en bodemverdichting, maar
bodemvaag, maar verkiest licht zure, humusrijke zand-, ook op arme bodems groeit hij nog behoorlijk. Verzuurde,
kan in een stadsklimaat gedijen; goed bestand tegen koude,
zeer arme bodems verdraagt hij niet. Het is een uitstekende
leem- of veenbodems. Op ondiepe kalkrijke bodems stof, rook en luchtverontreiniging; verdraagt niet goed hoge CULTUURHISTORIE
straat- of parkboom die zeer goed snoei verdraagt. Door zijn
groeit hij slecht. Hij komst hoofdzakelijk voor in lichte grondwaterstanden; weinig last van ziekten, maar gevoelig Linden waren vroeger vrij algemene bomen in bossen.
goede stoofopslag is het ook een goede hakhoutsoort.
loofbossen, aan bosranden en in houtkanten. Het is voor kanker (Nectria galligena), verliest vroeg zijn blad bij In de prehistorie was de linde buitengewoon nuttig. Bijna
een pioniersoort en wordt veel aangeplant als park- of grote droogte en warmte. alles van de boom werd gebruikt: het hout als brandhout
straatboom. HABITUS en voor houtskool, de bast voor touwvezels en het loof als
Boom, tot 30 meter hoog met koepelvormige kroon en
CULTUURHISTORIE veevoer voor de winter. Vermoedelijk dienden de vruchten
omlaag gebogen takken. en bladeren ook als voedsel voor de mens. De achter-
HABITUS De lijsterbes levert voortreffelijk meubelhout en is
ook gezocht voor houtsnijwerk; hout van lijsterbes werd uitgang van de linde is te wijten aan een samenspel van
Kleine boom, tot 15 meter hoog; met open, eivormige, BLAD klimaatsverandering en menselijke factoren: ontbossing,
kroon en slanke stam. ook gebruikt voor keukengerei en wagenmakershout;
Hartvormig, 3–7 cm lang; aan onderzijde blauw-groen, bosbeweiding en houtkap voor veevoedering (bladloof), en
jonge twijgen werden gebruikt als rijshout voor oever-
vrijwel kaal maar met bruinrode haarbosjes in de voor bastvezelwinning. Daarna kon de beuk en de haag-
beschoeiingen en de bast als looi- en kleurstof; de beuk op veel plaatsen de open plekken bezetten en de linde
BLAD nerfoksels; zijnerven zijn verbonden door onopvallende
bessen kunnen verwerkt worden tot jam, wijn, likeur nog verder verdringen.
dwarsnerven die niet uitspringen en niet regelmatig
Verspreid; oneven geveerde samengestelde bladeren; en jenever; geroosterde bessen leveren een uitstekend laddervormig geordend zijn; de steel is onbehaard.
afzonderlijke blaadjes zittend en elliptisch tot lancet- koffiesurrogaat. Herfstkleur: goudgeel. ANDERE KENMERKEN
vormig; grof gezaagde bladrand waarbij het onderste
Gedroogde lindebloesem is een huismiddeltje tegen
deel vaak gaafrandig is; top spits; bovenzijde dofgroen,
onderzijde blauwachtig grijs; opvallende donkerrode ANDERE KENMERKEN BLOEIWIJZE verkoudheid, het werkt zweetbevorderend en bloeddruk-
Jonge beplantingen dienen beschermd te worden tegen Bloei juni-juli (tot op 200 jarige leeftijd vooral aan de top, verlagend; het hout zie je vaak terug in snij- en draaiwerk
bladsteel.
vraatschade door konijnen, reeën en herten; sommige later middenin); bloemen geelachtig wit, in 5- tot 10 omdat het zo zacht en gemakkelijk bewerkbaar is, het werkt
vogels zijn verzot op de bessen. bloemige bijschermen met een 3,5 tot 8 cm lang schutblad; zeer weinig; snel verteerbaar bladstrooisel; goede
BLOEIWIJZE bijen worden sterk aangetrokken door de zoete geur. knotboom; brandhout van minder goede kwaliteit.
Bloeit in mei-juni.
Roomwitte, platte bloeischermen; rechtopstaand; VRUCHTEN
eigenaardig geurend. Nootjes: rond, 0,5 cm in doorsnede, glad of bijna zonder
ribben; zaden: glad.
46 PLANT-WIJZER 47
WWW.PLANTVANHIER.BE
Zomerlinde houdt van niet te natte, vruchtbare GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE Schaduw/halfschaduwplant uit elkaar zodat de wortels elkaar niet raken. De wortels
(kalkhoudende) leembodems. Het is een uitgesproken Herkauwers eten graag de zaailingen van de zomerlinde; kunnen immers de schimmel doorgeven.
warmteminnende boomsoort die het liefst op zuidhel- het blad is geliefd bij rupsen zoals die van de lindepijlstaart; De ruwe iep heeft een voorkeur voor voedselrijke, tamelijk
lingen staat. Hij wordt vaak aangeplant als park- en het zaad heeft slechts een zwakke kiemkracht, behalve vochtige bodems.
wanneer het tijdens de rijping werd verzameld in direct
CULTUURHISTORIE
laanboom. Iepen waren samen met de essen het belangrijkste hout
weer uitgezaaid werd; goed bestand tegen snoeien; ver- HABITUS voor de wagenmaker; gewaterd iepenhout kan ook prima
draagt hakhoutbeheer en knotten. Boom tot 35 meter hoog met een brede, ronde,
HABITUS dienen als constructiehout voor trappen, parket, voor meu-
onregelmatige kroon. bels en als onderdorpel voor deurkozijnen: iepenhout wordt
Boom tot 30 meter hoog met opwaarts groeiende
CULTUURHISTORIE traditioneel gebruikt voor het maken van doodskisten; het
takken en een smalle kroon.
Linden waren vroeger vrij algemene bomen in bossen. BLAD tophout van iepen wordt gebruikt in de borstelindustrie;
In de prehistorie was de linde buitengewoon nuttig. Verspreid, 8-16 cm lang; bladsteel meestal korter dan oude timmerlui bevelen aan iepen te vellen op 31 december
BLAD Bijna alles van de boom werd gebruikt: het hout als 5 mm; zijnerven aan bladrand gevorkt; bladschijf aan en 1 januari omdat de bomen dan het meest in rust zijn; het
Verspreid, hartvormig, 7–12 cm lang; aan de onderzijde brandhout en voor houtskool, de bast voor touwvezels langste helft 14-20 zijnerven; onderzijde behaard, loof werd als veevoer voor de winter gebruikt.
lichtgroen, zacht behaard en met witachtige haarbosjes en het loof als veevoer voor de winter. Vermoedelijk bovenzijde ruw behaard; bladslippen over steel hangend;
in de nerfoksels; de dwarsnerven die de zijnerven onder- dienden de vruchten en bladeren ook als voedsel voor bladrand dubbel gezaagd; top lang en spits. ANDERE KENMERKEN
ling verbinden springen aan de bladonderzijde duidelijk de mens. De achteruitgang van de linde is te wijten aan Herfstkleur: opvallend geel. Iepenhout is sterk, vrij duurzaam en vertoont fijne lijntjes
uit en vormen een ladderpatroon; de steel is behaard. een samenspel van klimaatsverandering en menselijke die zeer decoratief zijn; het wordt gebruikt voor meubels,
factoren: ontbossing, bosbeweiding en houtkap voor BLOEIWIJZE fineer, binnenschrijnwerk en kleine huishoudartikelen; goed
veevoedering (bladloof), en voor bastvezelwinning. Bloei februari-maart, voor de bladeren; steeltje zeer kort afbreekbaar strooisel; minder geschikt als bandhout omdat
BLOEIWIJZE
Daarna kon de beuk en de haagbeuk op veel plaatsen (tot 5 mm). slechts relatief kleine delen gebruikt kunnen worden, maar
Bloei in juni-juli – iets eerder dan de winterlinde (tot vooral omdat het moeilijk te kloven is; kan ook als knotboom
het 50ste levensjaar enkel aan de top, daarna vooral de open plekken bezetten en de linde nog verder
beheerd worden.
onderste helft van de kroon); bloemen geelachtig wit, verdringen. VRUCHTEN
in 2- tot 5-bloemige bijschermen met een 5–12 cm lang Steeltje zeer kort (tot 5 mm); vleugelnootje met kale rand en
zaad in het midden. De iepenziekte wordt veroorzaakt door een schim-
schutblad; de bloemen geven een zoete geur. ANDERE KENMERKEN
mel die wordt overgedragen door de iepenspintkever.
De zomerlinde zien we geregeld als dorpsboom,
GEVOELIGHEDEN/TOLERANTIE De meeste bomen worden, eens ze een diameter
VRUCHTEN boerderijerfboom, bij kapellen en als vaste bewoner van 15 centimeter overschrijden, vroeg of laat geveld
Verdraagt geen zout, zink, zware metalen; verdraagt lucht-
Nootjes: bol- tot peervorig, 0,5–1 cm lang met 3–5 van landgoedbossen. door deze ziekte. De wortels sterven echter niet af
vervuiling; verdraagt geen hoge grondwaterspiegel, dan
duidelijke ribben; zaden: 3 ribben. wortelt hij niet diep genoeg en kan hij omwaaien; gevoelig en schieten opnieuw uit, waardoor je na enige tijd
voor de iepenziekte, een schimmelinfectie die verspreid een struikachtige olm krijgt. Deze soort is dus vooral
word door die iepenspintkever. Aangetaste bomen worden geschikt om aan te planten in bijvoorbeeld houtkanten
best zo snel mogelijk verwijderd, daarna verbrand of of hagen met een aangepast beheer zodat de stam-
ontschorst en in water gelegd. Plant de bomen ver genoeg metjes dun blijven.
48 PLANT-WIJZER 49
WWW.PLANTVANHIER.BE
50 PLANT-WIJZER 51
WWW.PLANTVANHIER.BE
BIBLIOGRAFIE
De publicatie van Plant-Wijzer voor de provincie Limburg is grotendeels gebaseerd op de uitgave Onroerend Erfgoed BOSGROEPEN REGIONALE
van de Plant-Wijzer voor de provincie Antwerpen, een uitgave van de deputatie van de provincie Hendrik Van Veldekegebouw www.bosgroepen.be
Antwerpen, editie 2009. LANDSCHAPPEN
Koningin Astridlaan 50 bus 1
3500 Hasselt
Bellmann H., 2007. Vlinders, rupsen en waardplanten. Tirion natuur. De Vlinderstichting. 011 74 22 20 Bosgroep regio Zuid Regionaal Landschap
limburg@onroerenderfgoed.be Karolien Van Diest Haspengouw en Voeren vzw
Buist G., Fraanje P., Kooistra M., Lukàcs-Graus M., Maes B., de Weerd R., 2006. Bomen en www.onroerenderfgoed.be Universiteitslaan 1 Daaleinde 2
mensen. Een oeroude relatie. Bomenstichting. 3500 Hasselt 3730 Kortessem
011 23 83 25 011 31 38 98
De Kort Marion, 2022. Wildplukcompendium – de complete eetbare flora van de Lage Landen. Agentschap voor Natuur en Bos karolien.vandiest@limburg.be info@RLHV.be
(ANB) www.RLHV.be
http://flora.inbo.be Koning Albert II laan 20, bus 8
1000 Brussel Bosgroep regio Oost
Henny Ketelaar, Lex Roeleveld en Louis Dolmans, 2014. Bomen en struiken van hier. We verrij- 02 553 14 88 Patrick Meesters Regionaal Landschap
ken ons landschap. natuurenbos@vlaanderen.be Universiteitslaan 1 Kempen en Maasland vzw
www.natuurenbos.be 3500 Hasselt Winterslagstraat 87
‘t Limburgs Bosbelang, 2010. Nieuwe interesse in en oude brandstof. okt-nov-dec 2010. Uitgave 011 23 83 23 3600 Genk
van de provincie Limburg. patrick.meesters@limburg.be 089 65 56 65
Instituut voor Natuur-en info@RLKM.be
Bosonderzoek (INBO) www.RLKM.be
Maes, B. (red.), 2006. Inheemse bomen en struiken in Nederland en Vlaanderen, herkenning,
Kristine Vander Mijnsbrugge Bosgroep regio West
verspreiding, geschiedenis en gebruik. Amsterdam: Uitgeverij Boom. 376p. Gaverstraat 4 Lore Bellings
9500 Geraardsbergen Universiteitslaan 1 Regionaal Landschap
Mennema, J., 1994. Heimans, Heinsius en Thijsse’s geïllustreerde flora van Nederland België en 054 43 71 46 3500 Hasselt Lage Kempen vzw
Luxemburg en aangrenzend Duitsland en Frankrijk. Antwerpen: Uitgeverij Den Gulden Engel. kristine.vandermijnsbrugge@inbo.be Grote Baan 176
011 23 83 19
www.inbo.be lore.bellings@limburg.be 3530 Houthalen-Helchteren
Reader’s Digest (Red), 2004. Bomen en struiken van West- en Midden-Europa. Amsterdam/Brus- 011 78 52 59
sel: reader’s Digest. info@RLLK.be
VLM Limburg www.RLLK.be
Weeda, E.J., Westra, R., Westra, CH. & Westra, T., 1999. Nederlandse oecologische flora – wilde Koningin Astridlaan 10
planten en hun relaties. Uitgave van het IVN in samenwerking met de VARA Omroepers- 3500 Hasselt
CONTACTGEGEVENS
vereniging, VEWIN en KNNV Uitgeverij. 011 29 87 00
www.vlm.be
Van den Bremt P., 2007. Enkele aspecten omtrent de cultuurgeschiedenis van de inheemse en
ingeburgerde houtige gewassen van Vlaanderen: resultaten van een historisch-botanische
verkenning (deel 1: Acer-Castanea). Relicta: p237-251.
Van Landuyt W., Hoste I., Vanhecke L., Van den Bremt P., Vercruysse W & De Beer D., 2006.
Atlas van de flora van Vlaanderen en het Brussels Gewest. Instituut voor natuur- en bosonder-
zoek, Nationale Plantentuin van België & Flo.Wer.
Verbeke, W., Pauwels, I. & Van der AA, B. Bomen en struiken, publicatie als onderdeel van de
cursus bosbouwbekwaamheid. Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, AMINAL
http://vlinderstichting.nl
www.ecopedia.be
www.knoteiken.be
52 PLANT-WIJZER 53
is een geregistreerd merk.
Het mag dus niet zonder toestemming gebruikt worden.
Als je als zaadhandelaar, kweker, handelaar of verkoper
ook een gebruiker van het PLANT VAN HIER label
wil worden, kan je contact opnemen met het
Agenschap voor Natuur en Bos.
WWW.PLANTVANHIER.BE
COLOFON
Deze brochure werd samengesteld door de Limburgse regionale landschappen Lage Kempen, Haspengouw en Voeren,
en Kempen en Maasland in samenwerking met Kristine Vander Mijnsbrugge (INBO-ANB).
Volledige of gedeeltelijke overname van de tekst uit deze brochure wordt aangemoedigd mits verwijzing naar volgende referentie:
PLANT-WIJZER, uitgave van de Limburgse regionale landschappen, editie 2023.
inbo
Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek
Kempen &
Ma
asland