HVA Metselwerk - 2.1.8 Detail Design and Construction

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 17

8-10-2012

2.1.8 1
2.1.8 Detail design and construction
Masonry structures
Ir. R.A.J.M. Mom
8-10-2012
2.1.8 2
2.1.8 inhoud
NEN-EN 1996-1-1
8.5.2.2 n
min
> 2/m
2
Maar zie EN 1996-2(=milieuklasse etc.)
6.5:Bereken volgens rekening houdend met
verschil in vervorming tussen verbonden
constructieve elementen
Horizontale windbelasting:n
t

w
Ed
P
d
(6.20)
Krachten veroorzaakt door samenwerking van
bladen in een spouwmuur
8-10-2012
2.1.8 3
NPR6791 voldoende sterk binnenblad
Het binnenblad heeft voldoende sterkte heeft
om de windbelasting helemaal alleen op te
nemen en af te dragen naar de
hoofddraagconstructie. Dit is het geval bij
toepassing van dragend metselwerk van
baksteen, cellenbeton of kalkzandsteen, beton
en houtskeletbouwelementen. Deze situatie
wordt hierna een voldoende sterk
binnenblad genoemd.
NPR6791 voldoende sterk binnenblad
8-10-2012
2.1.8 4
2.1.5(herhaling[NIET-voldoende sterk])
Toets N+M=N
Horizontale belastingopname
Methoden in NEN-EN 1996-1-1:
Sterkte
Momentcoefficienten
Gewelfwerking
Methoden in NEN-EN 1996-3 :
4.5&B2 determination of thickness basement walls
4.6&C simplified Rules for non-loadbearing internal
walls
Methoden in NPR9096:
Windbelasting op spouwmuur evt voorzien van sparing
Binnenblad spouwgevel met
openingen
NPR 9096 6.3.3 spouwmuren belast door wind
Uitgaande van een samenwerking tussen
binnen en buitenblad d.m.v. spouwankers &
Uitgaan de van 2,6 meter verdiepingshoogte
is in de NPR de maximaal opneembare stuwdruk
gegeven:
8-10-2012
2.1.8 5
Randvoorwaarden uitvoering:
Hierna zijn de verschillende beschouwde
uitvoeringsmethoden beschreven:
U1
zowel het binnenblad als het buitenblad is vervaardigd met
een mortel met een hechtsterkte van ten minste 0,2 N/mm2;
U2
het buitenblad is vervaardigd met een mortel met een
hechtsterkte van ten minste 0,2 N/mm2 en het binnenblad is
vervaardigd met een lijmmortel met een hechtsterkte van ten
minste 0,4 N/mm2;
U3
zowel het binnenblad als het buitenblad is vervaardigd met
een mortel met een hechtsterkte van ten minste 0,4 N/mm2.
8-10-2012
2.1.8 6
Randvoorwaarden Steun buitenblad
Er is sprake van een gesteund buitenblad indien
dit op vloerhoogte zo aan de vloeren wordt
gekoppeld, dat in de uiterste grenstoestand een
horizontale belasting naar de vloeren kan
worden overgebracht van ten minste 2,5 kN/m
tot een hoogte van 10 m boven het aansluitende
maaiveld en van 3,0 kN/m daarboven.
Randvoorwaarden Steun binnenblad
Er is sprake van een gesteund binnenblad als dit
aan de bovenzijde van de wand zo aan de
bovenliggende vloer wordt gekoppeld, dat in de
uiterste grenstoestand een horizontale belasting
naar die vloer kan worden overgebracht van ten
minste 1,2 kN/m tot een hoogte van 10 m boven
het aansluitende maaiveld en van 1,5 kN/m
daarboven.
8-10-2012
2.1.8 7
Invloed openingen, steunen tpv wand
Voor situaties waarbij sprake is van een extra
ondersteuning langs de rand of waarbij ten
gevolge van sparingen meer belasting op de
bestaande strook aangrijpt, zijn equivalente
belastingen gegeven.
8-10-2012
2.1.8 8
NPR9096-1-1
De rekenwaarde van de horizontale belasting
die door de spouwankers moet kunnen
worden overgedragen
behoort te worden bepaald met de volgende
formule:
W
Ed
= 1,35 c
a
(c
pe,10
+ c
pi
) q
p
Er wordt hier uitgegaan van CC1!
8-10-2012
2.1.8 9
1991-1-4 :7.2.9
OPMERKING 2
Indien het niet mogelijk of te rechtvaardigen is
te schatten voor een specifiek geval dan
behoort voor cpi de meest ongunstige waarde
te zijn genomen van +0,2 en -0,3.
c
a
= 1,5
voor situaties waarbij sprake is van een
gesteund binnenblad met een buigstijfheid die
ten minste tweemaal zo groot is als de
buigstijfheid van het buitenblad. De buigstijfheid
mag worden gebaseerd op het
traagheidsmoment van de ongescheurde
doorsnede en de elasticiteitsmodulus volgens
3.7.2 van NEN-EN 1996-1-1 of tabel 3.1 van
NEN-EN 1992-1-1.
8-10-2012
2.1.8 10
c
a
= 3,0
voor situaties waarbij sprake is van een niet-
dragend binnenblad dat aan de bovenzijde niet
in horizontale richting uit het vlak van de wand
wordt gesteund en waarbij het buitenblad ter
plaatse van de vloerranden ook niet is voorzien
van een horizontale koppeling met de vloerrand
c
a
= 2,0
Overige gevallen
8-10-2012
2.1.8 11
De druksterkte mag worden bepaald met een
rekenkundig model waarbij wordt uitgegaan van
een scharnierende aansluiting ter plaatse van de
binnenzijde van het buitenblad en de
buitenzijde van het binnenblad en een
excentriciteit in het midden van het spouwanker
van 1 mm.
F
sp;Rd
=
]
jd
1
A
s
+
n
s
n
s
-1
c
W
s
Waarin:
fyd is de rekenwaarde van de vloeigrens van het
spouwankermateriaal;
As is de oppervlakte van de spouwankerdoorsnede;
n
s
=
P
sp,E
P
sp,d
F
xp,F
=
a
2
F
xp
I
xp
|
k
2
8-10-2012
2.1.8 12
NEN6790
voorbeeld
8-10-2012
2.1.8 13
Prefab met metselwerk
Prefab met metselwerk
8-10-2012
2.1.8 14
8-10-2012
2.1.8 15
hout
8-10-2012
2.1.8 16
schuim
lijmwerk
8-10-2012
2.1.8 17

You might also like