Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 10

Aantekeningen Kunstsociologie I Algemeen -Sociologie Studie van menselijke systemen, structuren, cultuur, verbindingen tussen mensen (en objecten),

, stabiele interactiepatronen en de menselijke betekenisgeving. Definitie: De wetenschap die het samenleven van mensen binnen grotere en kleinere verbanden bestudeert. Kunstsociologie, relatie tussen kunst en samenleving. -Theorie Een abstracte en algemene set van proposities die de samenhang van de relatie tussen een gedefinieerde set van concepten specificeert -Metatheorie Theorie die een andere theorie als onderwerp van de studie heeft. -Assumptie Iets waarvan er gedacht wordt dat het zo is. (aanname/vooronderstelling) -Benadering Groep van theorien die naar een verschijnsel kijken vanuit dezelfde basis principes, met een vergelijkbare set van aannames en metatheorien, maar waarvan de specifieke theorien zich elk richten op een ander detail. -Hoofstromingen in de (kunst)sociologie (Weber's ideaaltypen) -Positivisme (Durkheim) feitelijk, veralgemeniseren, voorspelbaar, controleerbaar -Interpretatief (Weber) betekenisgeving, begrijpen, verklaren. -Marxistisch (kritisch Marx) conflict -en machtsverhoudingen, praxis (handelend onderzoek), emancipatie klassen, klassenstrijd, culturele controle, manipulatie -Post-Modernisme (Foucalt) macht en kennis, reflexiviteit (vraag over vraag), deconstructie. -Kunst Hetgeen wat sociaal gedefinieerd/bepaalt wordt als kunst, waarbij de context een belangrijke rol speelt. -Sociologische voorwaarden voor kunst (Becker) -Product -Publieke communicatie -Plezier (ontspanning/kennis) -Expressief -Context -Implicit Culture (Griswold) Abstract eigenschap van het sociale leven, hoe we leven en denken. (gedrag) -Explicit Culture (Griswold) Een waarneembare constructie, een uitvoering of product. kunst (productie) -Beaux Arts/Fine Art klassieke muziek, beeldende kunst, performance, dance en ballet, literatuur -Populaire kunst popmuziek, film, tv drama/soap -Volkskunst volksdansen -Cultural Object (Griswold) Een gedeeld belang belichaamt in vorm. (hoorbaar/zichtbaar/aanraakbaar en mogelijk welbespraakt object)

Weerspiegelingbenadering -Weerspiegelingsbenadering Kunstwerken zeggen iets over de maatschappij. Samenleving bepaalt hoe de kunst eruit ziet. Kunst is spiegel van de samenleving. Samenleving Kunst -Weerspiegelingsbenadering in het Marxisme Cultuur en ideologie van een samenleving reflecteren de economische relaties onderling. In de kunst wordt dit gereflecteerd, massacultuur is hersenloos dus reflecteert het het hersenloze werk van de massa. -Interpretatieve analyse (Helsinger) Hoe weerspiegelen beelden identiteit, gebeurtenissen etc. (interpretatieve traditie betekenisgeving) -Inhouds analyse (Lowenthal) Wat is van belang in de samenleving, waar gaat het om. (positivistische traditie coderen en tellen) -Structureel Semiotiek (Wright) Betekenis is verborgen in onderliggende (narratieve of mythische) structuren. -Combinatie van methoden Gebruik van verschillende (eerdergenoemde) methoden. -Kritiek op weerspiegelingsbenadering -Niet duidelijk of het een weergave is van de samenleving of een (eigenzinnige) subcultuur. -Blijft fictie: bemiddeld door literaire conventies en trends. -Kunst wordt gefilterd door een productiesysteem. -Selectiviteit van degene die het werk/product bestudeert. Creatiebenadering -Creatiebenadering Kunst vormt/beinvloedt de samenleving. Kunst heeft direct gevolg op het handelen van personen in de samenleving. Kunst grijpt in op de samenleving. Kunst grijpt in op de belevingswereld. Kunst is scheppend. Kunst heeft zowel positieve als negatieve invloed op de samenleving. Kunst Samenleving -Creatiebenadering in het Marxisme Kritiek: populaire kunsten conditioneren arbeiders om het kapitalisme te accepteren, en socialiseren arbeiders zo dat ze (slecht) werk willen verrichten. -Kunst als bildung/Art and Uplift (Arnold) -Kunsten heffen de morele en ethische situatie van een samenleving op een hoger plan. -Kunst heeft civiliserend of beschavend effect. -Hoge cultuur: goed voor mens en samenleving. -Massa cultuur: slecht voor mens en samenleving. -(vertrekt vanuit het marxisme) -Marxisme (superstructuur) -Culturele bovenbouw wordt door economische onderbouw bepaald. -Culturele bovenbouw is controle instrument -Hegemonie: culturele controle -Gedachtengoed van heersende klasse is (en wordt voorgesteld als) goed voor de samenleving en wordt daardoor niet meer bekritiseerd.

Frankfurter Schule en kritische theorie -Bouwt voort op het marxisme. -Kritiek op culturele industrie. (industrie dat winst maakt op de productie van culturele producten) -Massacultuur = consumptiegoed (omzetbaar in geldwaarde) en is homogeen, standaard en voorspelbaar. -Consumptiegoed als fetisj: cultuurproduct heeft geen innerlijke waarde, maar een ruilwaarde. -Creatieve industrie creert valse behoeften. -Massacultuur houdt elite in stand. -Massacultuur functie: tegengaan van kritiek. -Vals idee van individualiteit -Oncreatieve en kritiekloze arbeid wordt gereflecteerd in weinig inspirerende kunst. -Weinig inspirerende kunst wordt kritiekloos/passief geconsumeerd, waardoor arbeiders kritiekloos worden gehouden. Kritiek op creatiebenadering -Methodologisch zijn de effecten van kunst en massacultuur moeilijk meetbaar. -Publiek/ontvangers zijn gevarieerd. -Publiek/ontvangers zijn niet alleen passief. -Kritiek op massacultuur is zelf de uiting van een elite. -Kritiek op massacultuur is morele paniek. Culturele Diamant Culturele Diamant (constructie) De gemedieerde blik. Geen direct verbindingen tussen kunst en maatschappij, maar relaties met elkaar. Distributie heeft veel invloed en kan gebeuren door een persoon of netwerk. Sommige kunstenaars zijn in een hoge mate vernetwerkt. Relatie kunst en samenleving is nooit 1 op 1.

Howard Beckers Art Worlds Theorie (kunstwerelden) -Kunstwerken zijn in een kunstwereld ingebed. -Definitie kunst: een mensennetwerk dat in een coperatieve activiteit op basis van gedeelde kennis en conventies kunst produceert. -Kunstwerk wordt niet alleen door kunstenaars geproduceerd, maar door een kunstwereld, collectieve activiteit. -Kunstwerk is een werk dat wordt gemaakt en gewaardeerd. Noodzakelijke activiteiten om kunst te maken (Becker) 1- Idee 2- Productie (vormgeven/uitvoeren) 3- Produceren materialen 4- Distributie 5- Ondersteunende activiteiten (copy-editing/gebouwonderhoud) 6- Respons en waardering 7- Esthetisch systeem: conventies, wettelijke bescherming. Arbeidsverdeling (Becker) collectief of coperatief arbeid -Onderscheid kern (essentieel) en ondersteunend (vervangbaar) personeel is gradueel/trapsgewijs -Profesionalisering: functionele verschillen (zakelijk/educatief/artistiek) -Spanning tussen functies (componist vs uitvoerder, artistiek vs zakelijk) -Arbeidsverdeling is afhankelijk van conventies complexiteitsreductie, het beperken van keuzes. Conventies (Becker) -Definitie: regels van het spel. -Formele karakteristieken en verwachtingen. -Gedeelde kennis tussen kunstenaar en publiek. -Conventies zijn zowel mogelijkheidscheppend als beperkend. -Conventies differentiren publiek. Distributiesystemen (Becker) -Self-support Kunstenaars distribueren zelf. -Patronage Hogergeplaatste regelt de distributie. (14e eeuw) -Publiek verkoop Distributie via dealers/culturele industrie -Gesubsidieerd systeem Subsidie van de overheid. (distributie-effect: weinig internationalisering, politieke inmening) Kritiek op Becker's Art Worlds -Is geen analyse, maar een beschrijvende benadering. -Onduidelijkheid over kunstzinnige handeling -Conventies botsen met het idee van kunst -Gaat niet specifiek over kunst produkten.

Distributie benadering Distributie benadering Benadering die de distributie zijde belicht. Ontstaan als reactie op de reflectie benadering. Gatekeeping (Hirsch) Productie filtering systeem. Filteren kunst of kunsteigenschappen om eigen voordeel uit te halen of conflicten te vermijden. Bepaald wie of wat wel of niet getoond wordt. Beloningssoorten -Symbolisch Erkenning, titels. -Materieel Financieel Beloningssysteem (Crane) Kunstenaars, samen met ondersteunend personeel en distributeurs, worden gemotiveerd door een beloningssysteem dat samengaat met de kunstwereld. -Autonoom Kunstenaar heeft zelf controle over symbolische en materile beloning. (Bijv; Franse Academie) -Semi-Autonoom Kunstenaar heeft zelf controle over de symbolische beloning, maar de consument bepaald de materile beloning. (Bijv; Populaire kunsten, film met oscar/emmy rewards) -Subcultuur Kunstenaar creert kunst waarmee een subcultuur zich kan identificeren. Vaak zijn de beloningen alleen symbolisch. (Bijv; Volkskunsten) -Heteronoom Vindt plaats in de culturele industrie. Zakenmensen hebben controle over de financiele beloning en over het creatieve proces. Concentratie in marktstructuur Grote bedrijven hebben macht over de culturele industrie. Genre classificaties (Di Maggio) Hoog vs Laag Hoge kunst: kleine distributie Lage kunst: massa verspreiding Samenleving bepaald de waardering. Kritiek op distributie benadering -Zegt niet wat er speciaal is aan de kunst en maakt daardoor geen onderscheid tussen de productie van kunstprodukten en niet-kunstzinnig produkten. -Betekenisgeving aan de kunst wordt genegeert. -Benadering is te positivistisch gericht op culturele produkten, waarbij het het risico loopt het culturele element te elimineren, waardoor het sociologische in de benadering ontbreekt.

Kunstenaars Kunstenaars Centrale spelers in de kunstwereld. In het westerse construct; individuele kunstenaar. Soorten kunstenaars (Becker) -Geintegreerde professionals Kunstenaars waarvan het werk geaccepteerd is. Kunstenaars die gebruik maken van conventies om het werk acceptabel te maken. Ze kunnen zowel grote innovatieve talenten zijn als niet. -Maverics Kunstenaars die de conventies onacceptabel en beperkend vinden en met innovaties komen die de kunstwereld weigert te accepteren. -Volkskunstenaars Mensen die creatieve producten volledige buiten de professionele kunstwereld produceren. Inplaats daarvan maken ze gebruik van bepaalde sociale netwerken die functioneren als een kunstwereld op een amateuristische basis. -Naeve kunstenaars Mensen die creatieve producten produceren, volledig buiten enige vorm van een kunstwereld. Loopbaan van kunstenaars -Niet gestandaardiseerde loopbaan -Onzekerheid, zowel als financieel als artistiek -Slecht betaald. -Combineren met andere banen -Overaanbod aan kunstenaars -Loopbaanduur wordt steeds korter. Identificatie kunstenaars -Marktplaats (objectief) Kan leven van kunstproductie. Heeft inkomen als kunstenaar. Wil leven van kunstproductie. -Opleiding en/of Affiliatie (objectief) Behoort tot vakbond van kunstenaars. Heeft een officile kunstopleiding gevolgd. -Zelfdefinitie en peer group (zeer subjectief) Peers herkennen hem/haar als kunstenaar. Definieert zichzelf als kunstenaar. Spendeert veel tijd aan kunstproductie. Speciaal talent. Innerlijke 'drive'. Achtergrondkenmerken -Kinderloos -Fysieke capaciteiten (dans) -Ziet waarde in van het nieuwe. -Psychisch zwaar: isolatie en integriteit vs sociale netwerken en zichzelf verkopen. Talent en reputatie Reputatie steunt op talent en talent geeft je erkenning. Talent garandeert geen reputatie. -Talent: (ambachtelijke) vaardigheden, kennis van theorie en geschiedenis -Reputatie: afhankelijk van oordelen. Canoniseringsprocessen -Veel werk maken en verzamelen. -Bewaren van archief. -Belang wordt voortgezet door aanverwanten van de kunstenaar. -Is van belang geweest in de tijd van de productie.

Genialiteit Sociale omgeving bepaalt genialiteit. Genialiteit vaststellen is afhankelijk van het aard van het terrein. Definitie genialiteit is tijd en plaats gebonden. Genialiteit is een sociale vaardigheid; het juiste moment en juiste plaats aanvoelen om het juiste inzicht aan te leveren: men is enkel geniaal in een sociale wereld die genialiteit kan herkennen. Receptiebenadering Receptiebenadering De betekenisgeving en het begrijpen van kunst is afhankelijk van het kunstpubliek. Receptie-analyse Hoe kunst ervaren wordt is afhankelijk van verwachtingen en de sociale achtergrond van het publiek. Gebruik en bevredigingsbenadering Kijkt naar de actieve rol van consumenten: zij gebruiken culturele producten om eigen behoeften te bevredigen. (bijv; afleiding/vlucht, sociaal aspect, identiteit, informeren) Receptie tradities -Culturele studies Een marxistische traditie, maar waarbij massacultuur en populaire kunsten niet negatief worden benaderd. Er wordt gekeken hoe een kunstwerk bij een bepaalde groep, klasse of cultuur wordt ontvangen. (ervaring, betekenisgeving etc.) -Literatuurkritiek Studie: betekenis ligt in de tekst vs lezer creert actief betekenis. Betekenis ligt niet in de tekst zelf besloten (ontologie). Belang van culturele biografie van lezers en interpretatieve gemeenschappen. Teksten zijn meerstemmig. Encoderen en Decoderen (Hall) -Encoderen Gewilde betekenis in een kunstwerk. -Decoderen Het lezenvan een kunstwerk door een publiek, waarbij vele interpretaties mogelijk zijn. Type ontvangers (Hall) -Dominant/Hegemonisch Interpretatie is de intentie van de kunstenaar. -Oppositie Intentie is bekend, maar weigert deze te accepteren en heeft eigen interpretatie. -Onderhandeling Mengvorm van dominant en oppositie, delen volgens intentie, delen eigen interpretatie. -Afwijkend Ontvanger begrijpt de encodering niet en wordt als idioot of bizar ervaren. (Morley: keuze wordt bepaald door sociale positie) Subculturen -Hebdige verzet tegen hegemonistische boodschappen: oppositionele subculturen. -Bricolage zelf onderdelen combineren van massacultuur: shockeren. Semiotische macht (Fiske) Het vermogen om betekenis te creeren. Active Audience -Ondanks witte, mannelijke, kapitalistische dominantie consumeren consumenten massacultuur met eigen betekenisgeving. -Publiek creert betekenis vanuit eigen keuzevrijheid. -Semiotisch verzet, tegen dominante boodschap in gaan.

Semiotische democratie Samenleving waarbij de ontvangers zelf de mogelijkheid hebben om krachtige boodschappen te creeren uit produkten die de culturele industrie hun aanbiedt. Alle macht in de relatie tussen kunst en publiek ligt bij het publiek. Object of Discourse Symbolische macht over publiek, waarbij een abstract publiek wordt geconstrueerd om kennis te verzamelen over het publiek. Het doel is om programma's zo geschikter te maken zodat zij meer publiek trekken, wat tot meer verdiensten leidt. Kritiek op de Receptiebenadering -Etnografisch zijn de gegevens weinig veralgemeniseerbaar (positivistisch kritiek) -Subjectieve gegevens zijn niet falsifiseerbaar. (positivistisch kritiek) -Lezer/kijker wordt wel degelijk gestuurd door een product. -Kunstenaar wordt buiten beschouwing gelaten. -Studie is teveel gericht op een theoretisch publiek. Tegenwerpingen op kritiek Receptiebenadering (Alexander) -Veralgemeniseren van gegevens is niet het doel van de receptiebenadering. -Betekenis is belangrijker dan het sampling proces en de generalisatie. -Het publiek heeft wel de keuze welk product zij kiest en hoe deze wordt geinterpreteerd. Publieksonderzoek Onderzoeksmethoden -Survey/Enquete (kwantitatief) -Ethnografisch onderzoek (beschrijven en observeren) -Diepte interview (focusgroep) Sociale klassen Indeling van de samenleving, waarbij de klassengrens wordt bepaalt op inkomsten, opleiding en bezittingen. Soorten klassen -Lower class: arbeidersklasse -Middle class -Upper class: burgerij Kunst in priv ruimten -Landschappen meest voorkomende afbeeldingen, als rustgeving. (alle klassen) -Upperclass heeft meer kennis over kunstenaars. -Lagere klassen, zelden afbeeldingen uit het buitenland, geen/weinig abstracte kunst. -Betekenisgeving in kunst is redelijk gelijklopend tussen de verschillende klassen. Verwachtingshorizon/Horizon of Expectations bepaald door -Nationaliteit -Sociale klasse -Leeftijd -Ras -Interpretative stance: haters, fans, ironisch Receptiemodi/Aandachtsniveaus -Primaire aandacht, geconcentreerd. (lezen van boek/kijken naar film) -Secundaire aandacht, produkt wordt waargenomen, maar op de achtergrond. -Tertiaire aandacht, object wordt niet bewust waargenomen (muziek in winkels)

Kernpunten receptieonderzoek -Actieve houding van publiek -Verschillende strategien ten opzichte van de kunst. (realistisch vs construct, horizon of expectations.) -Beperkingen. (hoe het werk in elkaar zit, welke werken zijn beschikbaar) Kunst en symbolische barrires -Basisidee: smaak en keuzes geven sociale grenzen aan. -Er zijn fysieke en symbolische barrires -Symbolische drempel: inclusie en exclusie (boundary work) Culturele producten worden ingezet in distinctie en onderscheidingsstrategien Onzichtbare grenzen: klassen en groepen Hoge cultuur Schone kunsten Lage cultuur Volkskunst en populaire massacultuur Institutionalisering Onderscheid van hoge en lage kunsten is historisch gesitueerd. Distinctietheorie Distinctietheorie (Bourdieu) Maakt op basis van de sociale klassentheorie van Marx onderscheid tussen de sociale groepen. Cultureel kapitaal bepaalt het onderscheid. Economisch kapitaal Financile en/of materile bezittingen. Wordt bepaalt en beinvloed door het cultureel kapitaal. Cultureel kapitaal Educatie, cultuurparticipatie, kennis over hoge kunst en cultuur. Bepaalt de smaak van een persoon. Wordt gebruikt door elite in de samenleving om een onzichtbare grens tussen de elite en lagere klasse in stand te houden en om deze scheiding generatie op generatie in stand te houden. Het eerste wordt gedaan door andere leden van de hoge klasse te herkennen op basis van smaak. Het tweede is mogelijk doordat de hoge klasse zich in machtsposities van instituties bevind en zodoende zichzelf in het voordeel kan stellen. Habitus De manier waarop mensen denken en de bijhorende gewoonten en neigingen. Wordt bepaalt door socialisatie (primair opvoeding, secundair opleiding) en klasse positie. (lage klasse functionele habitus, hoge klasse esthetische habitus) Kritiek op distinctietheorie -Houdt geen rekening met sociale mobiliteit (stijgen/dalen op de sociale ladder) -Houdt geen rekening met culturele omnivoren: mensen consumeren verschillende vormen van kunst. Cultural Power (Griswold) Kunstobjecten die op basis van hun eigenschappen het vermogen hebben om te blijven hangen in de gedachtenwereld en over de bestendigheid beschikken, door de mogelijkheid om variabel geinterpreteerd te worden, van betekenis te zijn in de toekomst. Deze kunstwerken kwalificeren voor een bepaalde aanzien/grootheid. De betekenisgeving ontstaat op basis van de culturele achtergrond van een publiek.

Verschil decoderen/encoderen (Hall) en cultural power (Griswold) -Encoderen/Decoderen is gericht op n betekenis (intentie). Cultural power is gericht op het multi-interpretabele. -Encoderen/Decoderen bepaalt of een werk cultural power heeft in een bepaalde cultuur. Verschil horizons of expectations en habitus -Horizons of Expectations is gebonden aan (kunst)consumptie. Habitus is diepgeworteld en bepaalt het gehele handelen en denken van een persoon. Kritiek op Culturele Diamant (Alexander) -Kunst lijkt niet meer dan een bijproduct van de productie of onbelangrijk bij het interpretatie-proces. -Het geeft geen inzicht in de specifieke of onderscheidbare esthetische-culturele vormen zoals het genre, de inhoud en de kunststromingen. -De diamant onderscheid de 5 punten van elkaar, die eigenlijk niet los van elkaar gezien kunnen worden. Creativiteit/Talent (Alexander) Een sociaal construct die afhankelijk is van de tijd en maatschappij. De waarde wordt bepaalt door de opvattingen over talent.

You might also like