Lindo 1999 (HeiligeWijsheidInAmsterdam)

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 104

HEILIGE

WIJSHEID IN
AMSTERDAM
Ayasofyia, stadsdeel De Baarsjes
en de strijd om het Riva-terrein
Flip Lindo
Her Spinhuis
1999
ISBN 90-5589-164-9
1999 Het Spinhuis, Amsterdam
Niets van deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt
door middel van druk, forokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder
voorafgaande schrifrelijke roestemming van de uitgever.
Omslagonrwerp: Jos Hendrix
Lay-our: Rene de Ree
Uitgeverij Her Spinhuis, Oudezijds Achterburgwal 185, 1012 DK Amsterdam
Dankwoord
Het onderzoek waarop dit boek is gebaseerd, werd gesubsidieerd door de
gemeenteAmsterdam en doorde ministeries van Binnenlandse Zaken en
van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Het is ui rgevoerd onder verant-
woordelijkheid van het Instiruut voor Migratie- en Etnische Studies
(iMES) van de UniversiteitvanAmsterdam en het Leids Instiruutvoor So-
ciaal-Wetenschappelijk Onderzoek (LISWO) van de U niversiteit Leiden.
In het onderzoek werd ik ondersteund door een begeleidingscommissie
die bestand uit de volgende personen: drs M. Bas (Ministerie van VWs),
dr H. van de Graaf (Bestuurskunde, Universiteit van Amsterdam), G.].
Harbers (Amsrerdams Centrum Buirenlanders), Mw. 1. Ketelaar (Vere-
niging van Nederlandse Gemeenren), dr G.M.].M. Koolen (Ministerie
van Binnenlands Zaken), prof. dr R. Penninx (IMES, Universiteit van
Amsterdam), G. Schokker (Gemeente Amsterdam), drs H. Tromp
(LISWO, Universireit Leiden), dr H. Vermeulen (IMES, Universiteit van
Amsterdam) en drs H. Yar (Prisma, Tilburg). AIle leden van de commissie
zeg ik dank voor hun waardevolle commenraar en suggesties en voor hun
geduld gedurende de lange periode dat zij wachtten op de definitieve ver-
sie van dit boek. Daarnaas( bedank ik iedereen die medewerking aan dir
onderzoek heefi: gegeven, door her verlenen van interviews en het be-
schikbaar stellen van schrifrelijke en audiovisuele bronnen. Alle mensen
die ik heb benaderd binnen de stadsdeelorganisatie van De Baarsjes en de
vereniging Ayasorya hebben zonder terughoudendheid hun medewer-
king gegeven aan het onderzoek. Hiervoor ben ik hen bijzonder erkente-
lijk. Heleen Ronden van het IMES voerde, zoals was re verwachren, weer
een solide en invenrieve redactie. Naar haar, maar ook naar Marian Hee-
sen, Frans Lelie en Astrid Meyer gaat mijn dank uirvoor verbeteringen in
de laatsre versie van her manuscript.
Flip Lindo, september 1999
Inhoud
Dankwoord
Hoofdstuk 1 Inleiding
Doelsrelling en onderzoeksvragen
Onderzoeksmerhode
Opbouw van her boek
Hoofdstuk 2 Her veld en de spelers
De Baarsjes
Her sradsdeelbestuur
Milli Gorli? en Ayasorya
Hoofdstuk 3 Plannen
2
3
4
7
7
10
12
23
Op zoek naar ruimre 23
Groeiende pLannen
BeeLdvorming
Kansen
Een nieuw besremmingsplan voor de Chassebuurt .35
Eerste aanzetten
Twee sporen
Het Riva-terrein
Hoofdstuk 4 Het conflict 41
Handhavingsperikelen: het huidige gebruik 42
Inspraakperikelen: het toekomstige gebruik 54
Opnieuw bestuursdwang 69
Verder verloop van de plan procedure 75
Het besluit van de rechter en het besluit van
de deelraad 79
Hoofdstuk 5 Het vervolg 85
Schermutselingen fOnd het terrein 85
5trijd om de toekomst 89
Hoofdstuk 6 Analyse 99
Handhaving en bestemming 99
De bestemmings- en aankoopmotieven van Ayasofja
De pLanologische motieven van het stadsdeeL
De onbenutte marge 108
Normatieve argumentaties 110
Normatieve noties en kLeinschalig beLeid
Het flexibeLe gebruik van normatieve noties
Andere actoren II9
VIII
Heilige wijsheid in Amsterdam
Buurrbewoners en burgerschap
Beeldvorming en de balans in de wijk
Het project van her stadsdeel
Her project van Ayasofya
Hoofdstuk 7 Conclusies
Deelverklaringen
Bestemmingsmotieven
Regels en procedures
Normatieve argumenten
Voorzieningen
Beeidvorming en burgerschap
Slotbeschouwing: botsende wijsheden?
Institutionele en discursieve mogelijkheden
Beeidvorming opnieuw beschouwd
Normatieve verschiflen opnieuw beschouwd
Vrijwilligersorganisaties en intercuituralisering van
voorzrenmgen
Tot slot
Hoofdstuk 8 Epiloog: naar een oplossing?
Noten
Geraadpleegde literatuur
I26
128
133
145
147
157
161
193
Hoofdstuk I
Inleiding
In februari I994 maakte de landelijke pers melding van een demonstratie
van T urken voor het kanroor van het Amsterdamse stadsdeel De Baars jes.
De demonstranten waren woedend omdat het bestuur van het stadsdeel
hun her recht ontzegde her voormalige terrein van de Riva-garage te hu-
ren en daar de ramadan te vieren. Na afloop van de demonsrratie namen
zij, tegen de bestaande planologische regels in, de gebouwen van het ter-
rein als moskee in gebruik. Even laterwerd bekend dat de T urkse moskee-
vereniging AyasofYa het terrein had gekocht en er een multifunctioneel
islamitisch centrum wilde opzetten. Het conflict kreeg al vlug scherpe
kantjes. W oordvoerdersvanAyasofya en her stadsdeelbestuur deden over
en weer harde uitspraken in de pers. Op straffe van ontruiming werd de
vereniging aangezegd de religieuze activiteiten op het terrein re staken.
De Turkse moslims legden deze aanzegging naast zich neer: een et-
nisch-religieuze groep mobiliseerde zich rond een controverse over de be-
. .
stemmmg van een terrem.
Zowel in de gelederen van migranrenorganisaties als in politieke
kringen wordt het conflict in De Baarsjes als een testcase gezien. Hoe zul-
len lokale overheden en etnische groepen in de roekomst met elkaar om-
gaan? Migrantengroepen in Nederland ontplooien in roenemende mate
in een georganiseerd kader initiatieven die erop gericht zijn hun gemeen-
schappen van een eigen infrastructuur en eigen instituties te voorzien.
Het gaat hierbij steeds vaker om organisaties met een religieuze signa-
ruur. Hun initiatieven kunnen ingrijpende gevolgen hebben, onder an-
dere in de sfeer van de ruimtelijke ordening, het welzijns- en opbouw-
werk, het onderwijs en de gezondheidszorg. Zulke stappen sporen niet
altijd met (lokale) wet- en regelgeving, maar zelfs als er formee! niets op
aan te merken yaIr, botsen zij soms met ideeen en waarden die leven bij
Nederlandse overheden en binnen de Nederlandse samenleving als ge-
heel (Buijs I998; Hampsink en Roosblad I992; Lindo e.a. I997; Penninx
1991; Rath e.a. I996; Schwencke 1994). De hieruitvoortvloeiende contac-
ten russen leiders van etnische groepen en plaatse!ijke bestuurders heb-
ben, ook door interactie met hun achterban, een zekere 'politieke' dyna-
2 Heilige wijsheid in Amsterdam
miek. In deze contacten proberen etnische groepen gaandeweg met het
zelf inbrengen van normatieve noties her lokale beleid te beinvloeden.
Deze ontwikkeling getuigt van de vorming van een multi-etnische sa-
menleving, maar verwijst gelijktijdig naar de spanningen die hiermee ge-
paard gaan. Die spanningen kunnen een uiting zijn van divergentie van
waardesystemen, maar ook kan een rol spelen dat etnisch-religieuze groe-
pen invloed ontberen. Het laatste hangt samen met hun starus van nieuw-
komer en hun vaak nog zwakke sociaal-economische posirie. Nieuwko-
mers hebben vaak nog niet de kennis en de contacten om effectief te
paniciperen in bestaande netwerken en instituties. Oit maakt dat zij zich
als groep manifesteren, en als groep rechten opeisen. Hierbij verschillen
hun strategieen vaak van die van autochtone belangengroepen, wat mede
verband houdt met het feit dat etnisch-religieuze groepen met een recente
geschiedenis van migratie vaak in verschillende, ook transnationale are-
na's functioneren (Soysal I996). In de argumentaties die deze groepen ge-
bruiken, vallen normatieve noties te onderkennen, noties die het belang
van de eigen plannen in een breder maatschappelijk perspectief plaatsen.
Maar ookde aangesproken overheden bedienen zich van dergelijke noties
als zij hun beleid tegenover deze groepen verdedigen.
Ook in ditconflict, datop heteerste gezicht in desfeervan de ruimtelij-
ke ordening ligt, lijkt het te gaan om een strijd russen twee panijen die
vasthouden aan eigen normatieve standpunten. In dit geval gaat het on-
der andere om uiteenlopende opvattingen overwat het begrip 'integratie'
inhoudt. Het stadsdeelbestuur lijkt zich op het standpunt te stellen dat
participatie in algemene voorzieningen (dus voor iedereen geldende re-
gels en procedures) zowel de weg naar, als het doe I van integra tie is. Ayaso-
f}ra beroept zich op de noodzaak van een eigen omgeving om te integreren
in de Nederlandse samenleving, en lijkt dit principe boven dat van 'gelij-
ke monniken, gelijke kappen' te plaatsen.
In dit boek is er rekening mee gehouden dat de ingenomen standpun-
ten ook door andere motieven zijn ingegeven. Het gedragvan aIle pani jen
wordt niet alleen gemotiveerd en gerechtvaardigd door normatieve no-
ties, maar ook door juridisch-procedurele en politieke overwegingen, en
economische of andere pragmarische belangen. Normatieve noties wor-
den hier niet geisoleerd, maar in samenhang met andere drijfveren in een
interactieve context onderzocht.
Doelstelling en onderzoeksvragen
Het doel van dit boek is het belichten van de achtergronden van het con-
flict om her Riva-terrein russen het besruur van het Amsterdamse stads-
Inleiding 3
dee! De Baarsjes en de moskeeverenigingAyasofya. Onderzocht is hoe 10-
kale besruurders met de verIangens van deze vereniging omgaan, en hoe
Ayasof}ra haar verlangens voor het voedicht bre,ngr. Daarbij is gekeken
naar de rol die normatieve noties in deze interactIe speIen, maar, zoals ge-
zegd, er zijn ook nog andere factoren in het Gepoogd wo:dt inzicht
te geven in de samenhang russen de verschlIlende factoren dIe releva.nt
zijn voor het begrijpen van het ontstaan en voortduren van her conflICt
om het Riva-rerrein. Dir vereisr allereersr een goed beeld van de betrok-
ken partijen in deze kwestie, alsook van hun verwachringen en concrete
belangen. Daartoe is uitgegaan van de volgende vragen: .
_ Welke actoren spelen in het conflict een rol en wat houdt hun rol m?
Het gaat hier zowel om het benoemen van de als
om de organisaties en andere sociale verbanden waann ZIJ
Hoe verlopen de interactiepatronen russen de en
devereniging? Wat zijn behalve deze twee belangrlJkste or-
ganisaties of socialeverbanden die bij deze kwestle zlJn betrokken, wel-
ke personen hebben zich erin gemengd? .
Op welke wijze beinvloeden landelijke en lok.ale r.egelgevmg en de
cedures van het beleidsveld waarop het conflICt zlch afspeelr (de rulm-
telijke ordening) het vinden van een oplossing?.. .
Opwelke algemene normatieve noties do en de actoren
dit conflict een beroep om elkaar en anderen van hun gellJk te overtul-
gen? Op welke them a' s hebben deze noties betrekking? Welke rol spe-
len ze in de controverse?
_ In hoeverre wordt het conflict veroorzaakt door tegenstellingen in de
feitelijke (politieke) agenda van de betrokken groepen en
Op welke concrete belangen beroepen de overheid en de verel1lgmg
zich? Spelen er ook concrete belangen die worden
Welke invloed hebben de schaal van de lokale besruurseenheld en de
(in)formele interventiemogelijkheden van hogere op
de ingenomen standpunten en de ontwikkeIing van het conflIct?
Onderzoeksmethode
Het onderzoek behelst naast een analyse van audiovisuele en schrifteli jke
bronnen een veldwerkfase met interviews en observatie. Het conflict was
op het moment van de materiaalverzameIing nog geenszins opgelost,
waardoor ik een aantal ontwikkelingen op de voet heb kunnen volgen.
Het grootste deel van de is echter :errospectief :r.
an
aard. Ik heb besrudeerd wat over de kwestle Il1 de media (kranten, tlJd-
schriften, radio en relevisie) is gezegd. Daarnaast heb ik correspondentie,
4 Heilige wijsheid in Amsterdam
pamfletten en verslagen van (deelraads)vergaderingen, hoorzittingen,
inspraakavonden en rechtszittingen kunnen inzien.
Ook de interviews betteffen voor een groot deel zaken die al waren ge-
passeerd. Interviews zijn gehouden met de hoofdrolspelers en de bemid-
delaars in het conflict, metvertegenwoordigers van de verschillende poli-
tieke groeperingen in de deelraad en met relevante personen binnen de
stadsdeelorganisatie en de vereniging Ayasofya. Ook is gesproken met
mensen van buiten het stadsdeel, die op enigerlei wijze bemoeienis hebben
gehad met de kwestie. Op buurtniveau is gepraat met mensen die actief
zijn binnen verschillende maatschappelijke instellingen, zoals wijkvere-
nigingen en buurthuizen. In totaal zijn 55 formele interviews afgenomen
van 46 personen, waarvan het overgrote deel op band is opgenomen.
Daarnaast zij n informeler gesprekken gevoerd om op de hoogte te bli j-
ven van kwesties die ten tijde van het onderzoek speelden. Hiertoe kun-
nen ook een groat aantal telefoongesprekken worden gerekend. Bij ver-
schillende gelegenheden (inspraakavonden, rechtszaken, behandelingen
van beroepsprocedures) is mede de methode van observatie gebruikt.
In het bijzonder heb ik aandacht besteed aan de gehanteerde argumen-
ten en de normatieve noties daarachter. Uit onderzoek naar institutiona-
liseringsprocessen van de islam in Nederland is al eerder gebleken dat
mensen en instanties een grote mate van 'flexibiliteit' tonen als het gaat
om de onderbouwing van hun standpunten met normatieve no ties
(Hampsink en Roosblad 1992). Tijdens aile stadia van het onderzoek is
steeds gelet op (schijnbare) inconsistenties en verschuivingen in het ge-
dachtegoed van de partijen. Uitspraken zijn steeds in verband gebracht
met de context waarin zij werden gedaan.
Her veldwerk van dit onderzoek is eind 1996, met de uitspraak van de
Raad van State in het conflict, afgesloten.
Opbouw van het boek
In hoofdstuk 2 worden de voornaamste doelstellingen en belangen van de
twee protagonisten in hun historische con text geschetst. In de hoofdsruk-
ken 3 tot en met 5 wordt de tweedracht in chronologisch perspectiefbe-
handeld en analytisch in fasen onderscheiden. De aanloop tot het conflict
(hoofdstuk 3) beslaat de periode van eind jaren tachtig tot 1994. In deze
tijd worden contacten gelegd tussen enerzijds een jongerenorganisatie en
een moskeecomite (dar zich later Ayasofya zou gaan noemen), en ander-
zijds de lokale overheid. Ook worden besruurlijke initiatieven ontwik-
keld om te komen tot een nieuw bestemmingsplan voor de buurt waarin
het Riva-terrein gelegen is. De eerste fose (hoofdstuk 4) betreft de tijd-
fnleiding
spannevan 23 decemberI993 tor 14februari 1995. In deze periodewordtde
lokale procedure tot vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan (het
stadsvernieuwingsplan Chassebuurt) afgewikkeld. Het conflict ontstaat
en verscherpt zich in snel tempo. De tweede fose (hoofdstuk 5) voigt op de
vaststelling van het stadsvernieuwingsplan door de deelraad in februari
1995. Dit is de fase waarin het plan, en de bezwaren van Ayasofya ertegen,
worden beoordeeld door hogere bestuursorganen. Ook de redlter buigt
zich over het conflict. De derde fose is ingegaan in december 1996, na de
uitspraak van de Raad van State. De kwestie rond her Riva-terrein is ver-
volgens in rustiger vaarwater gekomen, maar was op het moment van pu-
blicatie van dit boek nog steeds niet opgelost. Deze niet-afgesloren fase is
in een epiloog slechts in hoofdlijnen beschreven en is geen onderwerp van
onderzoek. In hoofdstuk 6 wordr een analyse gegeven van de relevante
factoren die in her conflict om het Riva-rerrein een rol hebben gespeeld.
Zonder een uitspraak te doen over het relarieve gewichr van de afzonder-
lijke factoren, geef ik tevens aan vanuit welk perspectiefhet conflict her
best kan worden begrepen. In hoofdstuk 7 staan de conclusies.
De moskee die begin 1994 op her Riva-terrein is gaan functioneren, is ge-
noemd naar de grote Byzantijns-christelijke basiliek van de Heilige Wijs-
heid (Hagia Sofia) in Isranbul, die bij de inname van die stad door Sultan
Mehmet II in 1453 een moskee werd. De Osmanen namen de Griekse
naam over en tegenwoordig wordt het gebouw in de Turkse transcriptie
als Ayasofya aangeduid. Ayasofya bleef bijna zes eeuwen her meest be-
faamde gebedshuis van het Osmaanse rijk. Her ontwerp van het gebouw,
dat in de zestiende eeuw door de beroemde architect Sinan werd aan-
gepast en van stenen minaretten voorzien, diende tot voorbeeld voor veel
andere vermaarde moskeeen in het rijk. In het proces van secularisering
dat door KemalAtatiirk werd ingezet na de instelling van de Turkse staat,
ontviel aan het gebouw in 1934 de status van moskee en werd her een mu-
seum. Vooral in de eerste helft van de jaren negentig drongen religieuze
groeperingen in Turkije erop aan Ayasofya weer tot een moskee te maken.
Op de betekenis van de naam van het gebedshuis in De Baarsjes voor
Turkse moskeegangers ga ik in de loop van dir boek nader in. Maar ook
voor de conrroverse die hier wordr geanalyseerd kan aan de naam beteke-
nisworden onrleend, omdat deze een centrale karaktertrek van de gebeur-
tenissen weergeeft: de protagonisten verbonden zich aan twee verschil-
lende wijsheden. Deze wijsheden bleken voor ieder heilig in de zin van
onaantastbaar en gecanoniseerd, en daarom onverenigbaar. Het gebruik
van de letterlijke betekenis van Ayasofya als leidraad v ~ ~ r dit boek is in ze-
kere zin niet meer dan een toepasseli jke woordspeling, maar ik bedoel het
6
Hezlige wijsheid in Amsterdam
niet badinerend; het doe! van dit boek is juist om inzicht te verschaffen in
waarom men zo vasthie!d aan de eigen visie en er van toegeven geen sprake
was.
Hoofdstuk 2
Het veld en de spelers
In dit hoofdstuk worden de be!angrijkste verantwoorde!ijkheden en be-
langen van de twee partijen in het conflict in een historisch perspectiefge-
plaatst. De srandpun ten die de betrokkenen de vereniging Ayasofya en
het stadsdee! De Baarsjes - zijn gaan innemen in hun strijd om het Riva-
terrein hangen sterk samen met her verleden dat elk van hen met zich
draagt. De inzet van beide partijen heeft voor een belangrijk deel te ma-
ken met de naoorlogse ontwikkelingvan dewijkwaar hetconflictzich zou
gaan afspelen. Dit hoofdstuk begint daarom met een beschrijvingvan die
ontwikkeling.
De Baarsjes
Stadsdeel De Baarsjes in Amsterdam-West bestaat uit de wijken die voor
de gemeente!ijke herinde!ing van 1990 werden aangeduid met de namen
Postjesbuurt en Mercatorbuurt, en omvar ook het grootste dee! van de
Admiralenbuurt.' De Baarsjes is overwegend gebouwd in de peri ode rus-
sen de twee wereldoorlogen, in de stijI van de Amsterdamse School. N a de
oorlog zijn grote srukken van de wijk langzaam in verval geraakt. Al in de
jaren zeventig werd opgemerkt dat De Baarsjes 'het saneringsghetto van
de toekomst' dreigde te worden en Lempens 1996).
Vanaf de jaren vijftig vestigden zich immigranten in de wijk, eerst
mensen uit de voormalige kolonien, vanafbegin jaren zeventig in toene-
mende mate arbeidsmigranten uit het mediterrane gebied. In de jaren
tachtig nam vooral het aantal T urkse en Marokkaanse gezinnen snel toe.
Veel migran tengezinnen zi jn naar De Baarsjes getrokken vanwege de lage
huren en het relatief grote aantal kamers (veelal vier) van de niettemin
kleine woningen. Veel autochtone gezinnen verhuisden naar betere wo-
ningen buiten de wijk.
Bovenkerk e.a. (1985) hebben onderzoek gedaan naar de gevolgen van
de veranderende bevolkingssamenstelling in de Utrechtse wijken Lom-
bok en Betonbuurt. T oen in de jaren zeventig de eerste arbeidsmigranten
zich in deze wijken vestigden, betoonden de bewoners zich hartelijk en
8
Heilige wijsheid in Amsterdam
welwillend tegenover hen. In het portiek en op straat ontstonden allerlei
informele contacten. T oen in de loop van de jaren zeventig en tachtig de
gezinshereniging grote vormen aannam, bekoelden de onderlinge ver-
houdingen. Enerzijds lag dit aan de snelle stijging van het aantal immi-
granten in de buurt, die de oorspronkelijke bewoners tfof als een invasie.
Anderzijds leek het alsof migranten, vooral T urken en Marokkanen, zich
in roenemende mate isoleerden van de rest van de wijkbewoners. T urken
en Marokkanen reorganiseerden zich als gevolg van de gezinshereniging
in familienetwerken. Op velen kwam dit over alsof 'T urkse en Marok-
kaanse gezinnen nu aan zichzelfgenoeg hebben en zich afwenden van hun
Nederlandse buren en buurtgenoren' (Bovenkerk e.a. 1985: 3
1
6).
Deze ontwikkelingen hebben zich ook voorgedaan in De Baarsjes. De
verwachtingdat migranten in de nabije toekomst een nog groter stempel
op het leefklimaat in de wijk zouden drukken, was daar - naast de wens
een groter huis te betrekken - voor vee! buurtbewoners een reden om de
wijk uit te trekken. Geralsmatig is in de jaren negentigde wijk echter niet
'overgenomen' door immigranten, en zeker niet door een migranten-
groep. Tegenwoordig is tien procenrvan de inwoners van De Baarsjesvan
T urkse, en elf procenr van Marokkaanse afkomst.' Ongeveer een derde
van de inwoners van het stadsdeel is allochroon. WeI zijn in bepaalde
buurten van De Baarsjes, met name in de Mercatorbuurt, de Van Galen-
buurt en de Chassebuurt, buitenlandse gezinnen veel sterker vertegen-
woordigd.; Over het geheel genomen is her aantal gezinnen in de wijk te-
ruggelopen. Bijna veertig procent van de bevolking van De Baarsjes is
tegenwoordig russen de 20 en de 35 jaar; bijna de helft van de bewoners
woont alleen.
4
Veel winkeliers verloren hun klandizie en vertrokken uit
De Baarsjes. Hun winkels zijn overgenomen door allochrone onderne-
mers die er groen te- en kruidenierszaken en bakkeri jen runnen, maar ook
reisbureaus, videotheken, grillrooms en koffiehuizen. Door de vele ver-
huisbewegingen is de cohesievan dewijkverloren gegaan, zonderdat daar
nieuwe stabiele sociale verbanden voor in de plaats zijn gekomen. In de ja-
ren tachtig hadden grote delen van de wijk een sterk verwaarloosd aanzien
gekregen. Hetovergrote deel van de panden in De Baarsjes was in particu-
liere handen en werd verhuurd aan derden. Overal was achterstallig on-
derhoud. Met de sterk teruglopende kwaliteit van dewoningen en de ver-
minderde betrokkenheid van bewoners bij de buurr steeg de (kleine)
criminaliteit. IlIegale activiteiten konden mede gedijen omdar politie-
toezicht nauwe!ijks aanwezigwas.; De reputatievan dewijk verslechterde
verder. De Baarsjes, en daarbinnen vooraJ de Mercarorbuurt, was een
echte probleemwijk geworden. Duidelijk werd dat illegale activiteiten in
de wijk niet aileen 'kleine' criminaliteit, maar ook georganiseerde mis-
Het veld en de spelers
9
daad betroffen, en dat deze activiteiten niet los konden worden gezien van
bepaalde migrantengroepen. Waren Noord-Afrikanen vooral bij straat-
criminalireit betrokken, bij georganiseerde criminele activiteiten, en dan
vooral in de hero'inehandel, speelden Turken een centrale ro1.
Na het 'schoonvegen' van de Zeedijk, eind jaren zeventig, verplaatste
de straathandel in drugs zich naar De Baarsjes. Junks en dealers veroor-
zaakten grote overlast voor de bewoners. Eind jaren tachtig waren de be-
heersproblemen in de wijk zo groot geworden dat zij geregeld aandacht
kregen in de media.
'Aan de handel en het gebruik verwante verschijnselen zoals straatroof,
woning- en autodiefstal, vecht-, steek- en scheldpartijen, rondslinge-
rende spuiten, zwervers in portieken en dergelijke gingen tot het dage-
lijkse straarbeeld van de Baarsjesbewoners behoren' (Yeilgoz en Lem-
pens 1996: II-I2).
De politie constateerde een verwevenheid russen veel Turkse zaken in het
stadsdeel en de georganiseerde misdaad, vooral de heroinehandel. In veel
van de tientallen Turkse koffiehuizen in De Baarsjes werd gehandeld in
harddrugs. Op deze plekken werden ook de koeriers geronseld. Een pol i-
tiefunctionaris:
'Als een Turk Nederland binnenkwam, dan had hij vaak alleen een
briefje op zak: vanaf her Cenrraal Sration lijn 2, Mercatorplein uitstap-
pen, En als hij dan bijvoorbeeld uit de omgeving van Gazianrep kwam,
dan ging hij op zoek naar koffiehuis Gazianrep. Wanr elke streek had
een eigen koffieshop. En iedereen die in dar koffiehuis zat, was in feire
familie, wanr iedereen kwam uir die ptovincie, en iedereen kende el-
kaar. Een aanral T urkse koffiehuisbazen hadden het op en rand het
Mercatorplein voor het zeggen en dan hebben we her over de handel in
verdovende middelen. Die nieuw aangekomen jongens hadden niets te
makken en konden zo voor de bazen aan her werk.'
Politici waren beducht deze criminaliteit aan te pakken vanwege de be-
trokkenheid van ernische groepen, stellen Yeilgoz en Lempens:
'Toen de polirie voor 1990 een grote invalactie in Turkse koffiehuizen
wilde uitvoeren, weigerde burgemeester Van Thijn expliciet een derge-
lijke "razzia" te laren plaatsvinden. Her spel van horen, zien en zwijgen
duurde voorr en de problemen namen toe' (1996: II).
Begin jaren negentig yond in de buurt een groot aantal afrekeningen
plaats binnen her criminele milieu.
6
Niet langer kon men om het pro-
bleem heen. In oktOber 1993 kwam de MercatOrbuurt Iandelijk in het
10
Heilige wijsheid in Amsterdam
nieuws vanwege een grote polirieacrie onder de naam Exodus, waaraan
ook de Vreemdelingendiensr en de Belastingdienst meewerkten. De hele
werd uitgekamd en daarbij werden meer dan 200 arrestaties ver-
Hcht, werd een kleine 350 kilo heroine in beslag genomen, en werd een
aantal horecapanden dichtgespijkerd (Bovenkerken Y qilgoz 199
8
: 298).
Her stadsdeelbestuur
Inmidde!s waren in Amsterdam door besruursdecentralisatie stadsdelen
ontstaan, waaronder het De Baarsjes. In 199
0
werden, tegelijk
met de gemeenteraadsverbezmgen, verkiezingen de deelraad ge-
houden. De opkomst was Iaag: 43 procent. De onvrede die onder de be-
woners het leefklimaat in de wijk uitte zich bij de gemeente-
ll1 een relatief grote e!ectorale aanhang van extreem-
rech.r.se In de deelraadsverkiezingen behaalden de progressieve
partl)en een rUlme meerderheid. In de 25 zete!s tellende deelraad vorm-
den de (negen zetds), GroenLinks (vijf zetels) en D66 (vijf zetels)
het Stadsdeelvoorzitter werd Freek Papineau Salm
(PvdA). Mane-LoUIse Bod (PvdA) werd portefeuillehoudster Wonen en
en Cees Steeman (GroenLinks) kreeg de partefeuille Welzijn.
NlCo Kamphorst (D66) werd portefeuillehouder Stadsdeelwerken en
Buurtbeheer. De oppositie in de raad werd gevormd door de fracties van
VVD en CDA (beide 3 zerels).
De ?eelraadgi.ng problemen voortvarend te Iijf. Toen zij zich na een
kone ll1werkpenode ll1 september 1990 aan het publiek presemeerde,
stelde her dat er zo sne! mogelijk een politiepost in de wijk moesr
worden Stadsdeelvoorzitter Salm, die eerder van 19
8
7 tor 1990
voor de PvdA ll1 de gemeenteraad zat, draaide er niet omheen: voar her cre-
eren van een maatschappelijk klimaat waarin iedereen zich rhuis zou voe-
len, moest iedereen zich veramwoorde!ijk vaden, oak allochtonen. Hij
herop voorde grote oudere bewoners, die de gevaarlijke situa-
tie op als.een ervoeren en zich, wonend russen migran-
tengezIl1nen, Ianger thUlS, maar gevangen vaelden in de eigen buun.
Salm verhedde nler dar er russen gevestigden en nieuwkomers spannin-
gen besronden:
:Ik kan me goed voorstellen dat mensen zich verlaten voelen. T wintig
par geleden had je een hele "witte" straat. N u komt her voar dat er maar
een gezin woont met een te groot Turks gezin onder en boven. De rrap
wordt door deze mensen tot open bare ruimte gemaakt met vaak aile
overlasr vandien. De oorspronkelijke bewoners lezen in de krant over
Het veld en de spelers
het posirieve actiebeleid en de subsidies die allochtone groepen krijgen.
Ze voelen zich achtergesteld' (geciteerd in Het Nieuws van de Dag, 18
september 1990).
II
Salm benadrukte dat vooral de jonge Turken en Marokkanen in de wijk
een toekomstperspectief moest worden geboden, een perspectief dat zij
nu ontbeerden. Hij stelde dar her de taak van her stadsdeelbestuurwas om
uir te zoeken ho.e de verschillende groepen buurtbewoners konden wor-
den bereikt, maar:
'Allochtonen moeten ook op hun verantwoordelijkheid worden aange-
sproken. Ik hoop niet dat de slechte verhouding zodanig escaleerr dar
het te laar is. Allochtonen moeren zich hun bijzondere positie realise-
ren' (ibid.).
Salm voegde hier relativerend meteen aan toe dat de geschiedenis van
Amsterdam had bewezen dar de meesre Amsrerdammers van allochtone
herkomst zijn. Met zijn directe toon gafhij zijn visitekaartje af. Binnen
het stadsdeelbesruur en ook binnen de eigen fractie oogstte hij hiervoor
bijval en kririek. In februari I992 pleitte Salm in Het Paroolvooreen sprei-
dingsbeleid van 'sociaal zwakkeren', een beleidsvorm die sinds de jaren
zeventig vrij algemeen als politiek onwenselijk wordt beschouwd (zie
Tesser e.a. 1995). Zijn 'noodkreet' veroorzaakte opgetrokken wenk-
brauwen, maar hij ontmoette ook begrip, onder anderen van een aantal
coIlega-stadsdeelvoorzitters. Gevraagd naar commentaar op zijn uitspra-
ken onderstreepte Salm dat hij niet aIleen allochtonen bedoelde,
' ... of schoon tor die groep wei veel uirkeringsgerechtigden en sociaal
zwakkeren behoren. C .. ) Ook veel allochtonen rrekken weg, want ze
willen nier dat hun kinderen naar de gallemiezen gaan. Je houdr dus de
mensen over die geen kant meer uit kunnen' (geciteerd in Het Parool, 15
februari I992).
In dezelfde reactie nam hij de gelegenheid te baat om op het belang van fi-
nanciering en een snelle voorrgang van woningrenovatie en stadsvernieu-
wing te hameren, op een moment dar bezuinigingen van de centrale over-
heid in de luchr hingen. Zijn opmerkingen over een spreidingsbe!eid
koppelde hij aan de noodzaak voor stadsvernieuwing:
'Sradsvernieuwing mer een gedifferentieerd woningaanbod - dus grote
en kleine, dure en goedkope woningen en een gerichr plaatsingsbeleid
kan een concentrarie van de probleemgroep voorkomen, stelr [SalmJ.
Pas als dat niet lukt, moet je kijken naar een quoteringssysteem' (ibid.).
I2 Heilige wijsheid in Amsterdam
De stadsvernieuwing werd met nieuw elan aangepakt. Daarbij zagen kri-
tische bewonersgroepen (wier bemoeienissen met de renovatie van de
wijk van lang voor de instelling van het stadsdeel stammen) er met argus-
ogen op toe dat 'hun' Mercarorbuurt - opgetrokken in de vermaarde
Amsterdamse-Schoolstijl de herwaardering kreeg die zij verdiende.
In 1991 ontsrond op initiatief van het stadsdeelbestuur en onder regie
van de politie, een samenwerkingsverband tussen een groot aantal ge-
meentelijke diensten en instellingen om de problemen rond het Merca-
torplein aan te pakken. Binnen deze Beheerorganisatie Mercarorplein,
kortweg de Born genoemd, functioneerde onder leiding van een wijk-
teamchef een handhavingsteam waarin onder andere de politie, de afde-
lingen Reiniging en Bouw- en Woningroezicht van het stadsdeel, de ge-
meentelijke Milieudienst en een vertegenwoordiging van de bewoners
vanuit het Wijkcentrum vertegenwoordigd waren. Het stadsdeelbestuur
had de bestuurlijke verantwoordelijkheid. De Born diende niet aIleen de
veiligheid en leefbaarheid in de Mercatorbuurt te verbeteren, zij had een
ambitieuzere, tweede doeistelling: het moest een project worden dat na-
volging zou krijgen; 'de Born moest inslaan' (Yqilgoz en Lempens 1996:
13). De organisatiestructuur moest in De Baarsjes haar nut bewijzen om
vervolgens ook in andere stadsdelen te worden ingezet. Vooral de politie
zag het als een voorbeeldproject. Ook de bestuurders waren zich er zeer
wei van bewust dat het project een sterkstadsdeeloverschrijdende uitstra-
ling had. Het stadsdeelbestuur van De Baarsjes had hiermee roegang ge-
kregen tot de bestuurlijke en ambtelijke gremia van de Centrale Stad.
Men hadzichzelfin de politieke schijnwerpers gezet. Tegenover Yqilgoz
en Lempens noemden enkele informanten het project 'Van Thijns para-
depaardje' (1996: 13).8 Binnen deze integrale aanpak namen rechtshand-
having en ruimtelijke ordening de meest prominente plaats in. De lokale
bestuurders beschouwden deze twee beleidsvelden als de meest centrale
instrumenten om de problemen in De Baarsjes weer de baas teworden, en
de reputatie van de wijk in ere te herstellen. Reeds vanafhet begin leek dit
beleid succes te gaan boeken. Stadsvernieuwing en rechtshandhaving ble-
yen daarom beide een adagium van het stadsdeelbestuur, ook in de jaren
die volgden.
Milli G o r i i ~ en Ayasofya
Milli Goru (N ationale Visie) is een religieus-politieke bewegingdie in de
jarenzeventigin Turkijeopkwam. De naam verwijstnaardeideologiedie
binnen de islamitische Milli Nizam Partisi (MNP, Nationale Orde Partij)
en haar opvolgers werd ontwikkeld tegenover bestaande rechts-liberale
Het veld en de spelers 13
en linksevisies in het politieke spectrum van het naoorlogse T urkije. In de
ideologie van de beweging staat een tweeledige uideg van het begrip 'nati-
onaal' centraal. Enerzijds profileert de bewegingzich als tegenstandervan
internationalisering van de Turkse economie en haar groeiende afhan-
kelijkheid van het Westen, anderzijds beklemtoont zij de moslim-
identiteit. In het laatste geval wordt het woord millet (natie) vooral ge-
bruikt in de betekenis die het in de Osmaanse periode had: een groep
mensen verenigd door een gemeenschappelijk geloof. De nadruk op de
religieuze eigenheid heeft een specifiek Turks karakter, omdat ook be-
paalde perioden in de ontwikkeling van de T urkse islam, zoals de islami-
sering van Anarolie en de verovering van Istanbul, als referen tiekader die-
nen (Landman 1992: II7-II9). De nadruk ligt dus, aI naar gelang de
politieke opportuniteit, wisselend op de nationale en de religieuze eigen-
heid. Aan beide aspecten wordt gelijktijdiggerefereerd met een belangrij-
ke slogan van de beweging: 'Yeniden buyiik Turkiye' (Weer een groot
Turkije) (Sunier 1996: 53-56). De MNP werd aI vlug na haar oprichting
verboden vanwege haar aanvallen op de seculiere grondslagen van de
Turkse staat. De opvolgers van deze partij, de Milli Selamet Partisi (MSP,
de Nationale Heilspartij), de Refah Partisi (RP, de Welvaartspartij) en, re-
cent, de Fazilet Partisi (FP, de Partij van de Deugd) werden ookalleverbo-
den, of schoon de leiders van deze partijen dit probeerden te voorkomen
door in roenemende mate openlijke islamitische retoriek uit de weg te
gaan.
De beweging Milli G o r i i ~ en de opeenvolgende Turkse politieke par-
tijen waarmee zij is verbonden, worden gekenschetst als islamistisch; de
beweging zou her staatkundig sysreem willen baseren op de islamirische
wet (Jeriat). Openlijkheeftzij zich nauwelijks als een Jeriat-partij kunnen
profileren, omdat de herinvoering van de islamitische wet nu eenmaal
wettelijk verboden is. Islamisering van de samenleving werd nagestreefd
via participatie in de gevestigde politieke arena. Doordat de MSP in de ja-
ren zeventig mee kon doen aan regeringscoalities kon het staatsbeleid in
de jaren zeventig en tachtig deels worden ge"islamiseerd (Sunier 1996).
Grote steden als Istanbul en Ankara kregen een burgemeester van de RP.
Door regeringsdeelnamevan de RP in 1997 werd de voorman van de bewe-
ging, Necmettin Erbakan, premier. De militairen - die in Turkije de rol
op zich hebben genomen van hoeders van de seculiere staat - dwongen
hem evenwel af te treden en de partij werd verboden. Haar opvolger, de
FP, werd in 1999 na een teleurstellende verkiezingsuitslag ook verboden.
Sunier stelt dat de MSP en de RP zich wat betreft religieuze aangelegenhe-
den vooral hebben ingezet voor een verbetering van religieuze voorzie-
ningen en de verhoging van budgetten voor islamitische instellingen, en
14 Heilige wijsheid in Amsterdam
daarmee voor de politieke wettiging van de verdediging van dergeli jke re-
ligieuze belangen (1996: 55; zie ook Toprak 1981: 96).
In de tweede helft van de jaren zeventig kende de Milli
ging in de Bondsrepubliek Duitsland een sterke groei. De organisaties in
Duitsland die tot de beweging kunnen worden gerekend, groepeerden
zich in de jaren tachtig in de Organisatie van de Nationale Visie in Euro-
pa, Avrupa Milli TqkilatI (AMGT)!
In Nederland bleven de activiteiten van Milli tot de jaren tachtig
voornamelijk beperkt tot de regio Rotterdam. In Amsterdam vonden
aanhangers van de Milli Selamet Partisi elkaarvoor het eerst in 1981 in een
moskeevereniging. Deze vereniging vestigde een jaar later een moskee in
een pand in de Gerard Doustraat in De Pijp: de Selimiye-moskee. De
moskee was gevestigd in een kleine ruimte, waarin ongeveer honderd
mensen het gebed konden bijwonen. <0 Sociale en culturele activiteiten die
Milli en in Amsterdam Ayasofya, later zouden ontwikkelen, be-
stonden toen nog niet. Vlak na de generaalscoup van 1980 waren in Tur-
kije aile politieke partijen verboden, en ook in Europa waren vooral de
mensen die sympathiseerden met de Milli Selamet Partisi aanvankelijk
beducht zich politiek ui t te spreken. Ozeyir Kabaktepe, die in Amsterdam
tot de spreekbuis van Milli zou uitgroeien:
'Milli Goru was wen namelijk niet echt in onder de mensen. Die dach-
ten van nou, als ik me nu uitgeef voor Milli Goru-persoon, dan zal ik
daar ook voor moeten boeten misschien, dus ik hou me gewoon in. Er
heerste de angst dat er hier allerlei dingen kunnen gebeuren, waardoor
daar mensen opgepakt kunnen worden.'
Intussen weken kaderleden van de oude politieke partijen, onder wie die
van de Milli Selamet Partisi, als gevolg van de generaalscoup uit naar Eu-
ropa. In de jaren daarna ontwikkelde zich daar een context waarbinnen
nationale en lokale organisaties van Refah-aanhangers zich organiseer-
den (Sunier 1996). In 1982en 1983 nam Milli in Nederland een aan-
yang met her coordineren van de plaatselijke activiteiten van haar aan-
hangers. Her en der verspreide initiatieven en groepjes werden in een
landelijke federatie ondergebracht, waarvan de belangrijkste bestuurders
aangesteld werden door de AMGT in Keulen." Kabaktepe:
'In deze jaren bezonnen we ons over hoe we ons weer konden oriente-
ren op de markt. Hoe kunnen we weer bij mensen in huis terechtko-
men? Want, terwijl in T urkije een militaire ingreep had plaatsgehad, al-
lerlei onrwikkelingen waren stopgezet, moest in Nederland weer de
bloei komen van de beweging.'
Het veld en de spelers 15
In de rweede helftvan de jaren tachtig groeide binnen de AMGT het besef
dar de in Europa opgroeiende generatie T urken zich daar blijvend aan het
wonelen was. De beweging trachtte allanger de Turkse jeugd te bereiken,
onder andere door het bieden van mogelijkheden voorvechtsportbeoefe-
ning. Over de resultaten van deze wervingspogingen was men niet tevre-
den. am de jonge generatie bij de beweging te betrekken, werd een nieu-
we, op W est-Europa gerich te straregie ontwikkeld. In Nederland werden
op tientallen plaatsen jongerenafdelingen opgericht. Deze konden ookin
formele zin relatief onafhankelijk van de moskeeorganisaties functione-
ren, waar mannen van de eerste generatie de dienst uitmaakten. Deze
afdelingen zijn uitsluitend gericht op jongens. De jongerenorganisaties
organiseerden zich ook landelijk relatief zelfstandig van de moskeevere-
nigingen in twee overkoepelende organen. Binnen de koepel voor de
noordoostelijke helft van Nederland kregen aile jongerenverenigingen
de afkorting MGT/wBV." Twee bestuurders van de jongerenkoepels kre-
gen een plaats in het bestuur van de Nederlandse federatie van Milli
die sinds 1987 Nederlandse Islamitische Federatie (NIF) heet
(Landman 1992: 123-125). De NIF maaktdeel uitvan hetlandelijkesamen-
werkingsverband van Turkse organisaties in Nederland, het Inspraakor-
gaan Turken (lOT).
In 1974 voegde de toen achtjarige Ozeyir Kabaktepe zich, samen met zijn
moeder, bij zijn vader in Nederland. Het gezin vestigde zich in Utrecht.
Vanaf zijn zestiende orienteerde. Kabaktepe zich bij verschillende jon-
gerenverenigingen. Zijn ouders lieten hem daarin vrij; wei waarschuwden
ze hem voor nationalisme. De islam was voor hen de centrale waarde: 'Be-
scherm jezelf met je eigen geloof, dat boodschappenlijstje was gegeven.'
Op zijn achttiende kwam Kabaktepe hij volgde op dar moment, in
1984, een HEAO-opleiding-in contact met Milli
een besruurder van de jongere garde en zeer actiefin de beweging, was al
begonnen met het opzetten van MGT's in Noord-Nederland, los van de
moskeeen waar de ouderen het voor het zeggen hadden. In Utrecht ont-
moette Kabakrepe op een jongerenbijeenkomst, waar zij her be-
lang van specifieke jongerenactivireiten binnen een islamitische setting
bespraken. betrok Kabaktepe, ook vanwege zijn beheersing van
het N ederlands, bij her opzetten van een piratenzender in Amersfoon die
ook een groot gedeelre van U Hecht bestreek. Voor een groeiende kring
jonge T urkse luisteraars in de provincie Utrecht werd Kabaktepe een po-
pulaire discjockey. In 1987 richtte hij in Utrecht de eerste MGT-jongeren-
vereniging op. Binnen deze vereniging wist hij zo' n 250 jongeren te acti-
veren. Aileen voor de huurvan de behuizing gaf de AMGT een bijdrage, de
16 Heilige wijsheid in Amsterdam
activireiten werden door de jongeren zelf gefinancierd. Er was, in de
woorden van Kabaktepe, sprake van een behoorlijke mate van opoffe-
ringsgezindheid:
'We waren zo sterk geworden dat er bepaalde vooroordelen ontston-
den, dar we gefinancierd werden uir Turkije, door de partij, of uir
Duirsland door Milli Gorii zelf. Dar was helemaal niet waar, voor de
activiteiten kregen we geen cent, alles moesr zelf worden opgebracht.
Sommige jongeren verkochten hun postzegelverzameling om ge!d in te
brengen.'
Kabaktepewas inmiddels afgestudeerd. In de bewegingwerd besloten dat
hij ook in Amsterdam jongerenorganisaties zou gaan opzetten. In
Amsterdam werd hij bedrijfsleider in een zaak van een landgenoot, die al
een reisbureau en een juridisch adviesbureau in Amersfoort had en net
een kantoor had opgezet in de Amsterdamse Kinkersrraat. Kabaktepe was
voor hem een aantrekkelijke bedrijfsleider, ook vanwege zijn bekendheid
alsdiscjockey. Eind1987ging Kabaktepe in Amsterdam wonen. Ookdaar
maakte hij radio-uitzendingen:
'In Amsrerdam ging dar vee! effecriever. Er iuisrerden ontzettend vee!
mensen naar. In 1990 waren er al tienduizend mensen die mij brieven
hadden geschreven, die hadden we in de computer verwerkt.'
T evens richtte Kabakrepe het T urks-islamitische televisiestation T urkse
T e!evisie Amsterdam (TTA) op, dar te!evisie-uitzendingen verzorgde op
de lokale zender SaIto. Ook hierop kreeg hij vee! respons: 'We werden
constant gebe!d.'
Eind 1989 begon hij, met een compagnon, een reisbureau op het Mer-
catorplein. Samen met Abdullah Akgiil, een bewoner van De Baarsjes die
al ervaring had als bestuurdervan een T urkse jongerenvereniging, richtte
hij twee MGT'sop, in De Pijp en in Bos en Lommer. Vervolgens ontstond
ook MGT/WBV-De Baarsjes."
Abdullah Akgiil werd als CDA-kandidaat gekozen in de deelraad van
De Baarsjes. Zo legde hij contacten in de plaatselijke politiek en in de
wijk, die een rol zouden spelen in latere ontwikkelingen. Daarnaast was
hij actief voor de TTA. Akgiil opende later een textielzaak in de buurt en
bleef tot 1998 deelraadslid.
Van de jongerenverenigingen van Milli Goru in Amsterdam ontwik-
kelde MGT /WBV -De Baarsjes de meeste activiteiten; Kabakrepe was daar,
onder andere vanwege de nabij heid van zi j n reisbureau, het hechtst bi j be-
trokken. Al vlug begon zich het idee van een keten van jongerenvereni-
gingen in de verschillende stadsdelen uit te kristalliseren, gekoppeld aan
H et veld en de spelers 17
een centrum waar ook oudere Turken zich bij betrokken zouden voelen.
Over de omvang en de specifieke functies van het centrum bestonden nog
geen uitgewerkte ideeen. WeI was duidelijk dat er in ieder geval een ge-
bedsruimte aan verbonden moest zijn. In 1989 en 1990 sprak Kabaktepe
metveel mensen en instanties over de mogelijkheid een dergelijke ruimte
te realiseren. Zo legde hij onder andere contact met de Taakgroep Mi-
granten van de Raad van Kerken en deAmbtelijke Werkgroep Religieuze
Voorzieningen (A WRV). De vraag was in welk deel van Amsterdam naar
een locatie moest worden gezocht. De AWRV werd eind 1990 ontbon-
den." Begin 1990 waren bovendien de stadsdelen ontstaan, waarmee de
veranrwoordelijkheid voor het beleid inzake religieuze voorzieningen
voor allochtonen vanaf dar moment 'in beginsel' in handen lag van de
stadsdeelbesruren." Sradsdelen werden ook voor het aanvragen van reli-
gieuze voorzieningen Kabaktepes vanzelfsprekende gespreksparrners.
'Her centrum, Ayasof)ra, moest de moeder worden van alles. AIleen, ik
wist niet waar ik moesr beginnen. Moesr ik het in Bos en Lommer doen,
in De Baarsjes of in De Pijp? Nou, De Pijp a) niet, want daar was al een
moskee, bovendien, her grootsr moge/ijke bereik hadden ze daar al.
Maar in De Baarsjes, geen enkele [Turksel moskee. Ook de Marok-
kaanse moskee [Nour] genoot maar weinig bekendheid.'
Heeft de repuratie van De Baarsjes als probleemwijk en centrum van de
(Turkse) drugshandel een rol gespeeld in de keuze om juist in deze wijk
een moskee te vestigen? Kabaktepe liet blijken dar deze factor op een be-
paalde wijze wei degelijk meegewogen is:
'Er waren de verhalen over gettovorming. 5tadsdee! De Baarsjes, het
Texas van Nederland. AIs je om je heen keek was her allemaal Turkse,
Marokkaanse en Surinaamse maffia daar. Ik dacht, wij worden srraks de
zondebok van alles. Dus hier moesr wat aan gedaan worden.'
Kabaktepes betrokkenheid bi j de problemen van de T urkse gemeenschap
in de Mercatorbuurt en zijn acriviteiren voor MGT/WBV-De Baarsjes
brachten conracten met de stadsdee!organisatie tot ontwikke!ing. Hier-
door werd her, voor hem althans, min of meer logisch daar ook zijn wen-
sen voor een gebedsruimre annex multifunctioneel centrum neer te leg-
gen. Ook spee!de een rol dar Kabaktepe voor de politie, die de integrale
aanpakvan de criminalireits- en veiligheidsproblemen in de Born coordi-
neerde, een be!angrijk aanspreekpunt was. ,I, Door zijn afkomst, zijn werk
en de centrale plekvan waaruit hij zij n bedrij fvoerde, vergaarde hij al vlug
vee! kennis over en inzicht in de lokale Turkse gemeenschap. De ontwik-
kelingvan de georganiseerde misdaad, de straatcriminaliteir, maarookde
18
Heilige wijsheid in Amsterdam
afpersingspraktijken binnen de Turkse gemeenschap baarden
de polItle grote zorgen. Een politiefunctionaris:
'Eind jaren tachtig begon een periode van politieke afpersingen. Onder
een aantal T urkse politieke bewegingen werden ophaalacties populair.
Men bezocht reisbureaus en koffieshops van landgenoren en begon dan
met krantjes neer te leggen, en men wilde daar dus geld voor hebben.
Elke Amsterdamse Turk werd daarvoor benaderd. Het rees de pan uit.
Er vonden schietpartijen plaats omdar mensen nier wilden betalen. Oat
was de PKK, en ook de Grijze Wolven liepen daar op de achrergrond in
mee. Puur politiek, voor bijdragen am hun strijd te financieren vanuit
T urkije. In die periode was Ozeyir Kabaktepe degene waar wij op een
gegeven moment terechtkonden, want hij gaf steeds aan, er zijn ontzet-
tend veel mensen, koffiehuizen, die worden afgeperst. En toen hebben
wij gezegd, als jij nou denkt dat je zo invloedrijk bent binnen die omge-
ving, laat dan maar eens zien wat je kan, en zorg er maar voor dat die
mensen met ons rond de tafel komen te zitten. Organiseer maar war.
Wij komen dan om erover te praten. Op een gegeven moment was hij
in staat om de mensen met ons in contact te brengen. Binnen een mum
van tijd hadden we vijfrig, zesrig koffiehuisbazen hier aan het bureau,
die vertelden dat ze werden afgeperst. Voar welke bedragen, hoe het
ging. Her probleem was toen wei, dat we her dus niet voor elkaar kregen
dat ze aangifte gingen doen, zodat we mensen konden aanpakken.'
Ais woordvoerder van de jongerenvereniging ontwikkelde Kabaktepe
contact en met de afdeling Welzijn van het stadsdeel en met de verant-
woordelijke portefeuillehouders, Steeman (GroenLinks, 1990-1994) en
Salm (PvdA, 1994-1995)." De jongerenverenigingwerddoor het stadsdeel
gehuisvest en gesubsidieerd. Tot februari 1993 was Milli Goriis in De
Baarsjes in de eerste pIaats vertegenwoordigd met de jongerenvere'niging.
Daarnaast was er een aan deze vereniging gelieerd moskeecomite.
Kabaktepe raakte ervan overruigd een nuttige ral te kunnen vervullen
voor de be!angrijkste speerpunt van het Iokale be!eid: de aanpak van de
verloedering in de Mercatorbuurr. Hem ging het er vooral om iets re doen
voor T urkse jonge mannen die hij in de buurr op het verkeerde spoor te-
recht zag komen. Een politiefunctionaris:
'Zijn ideaal was, ik wil de jongeren opvangen, ik ben er voor de jonge-
ren, en ik wi! dus niet dar ze in de koffiehuizen komen, want dan gaan
ze een heel verkeerde richring uit, dan zitten ze eigenlijk aileen maar in
de verdovende middelen, en daar wil ik ze behoeden. Want die
jongens hebben geen geld, ze komen in koffiehuizen, gaan met pondjes
Het veld en de speIers
lopen, moeten kilo's wegbrengen, gaan rijden voor die hero"inebazen,
daar verdienen ze dik geld mee. Dan gaat het van kwaad tot erger, en
zijn ze niet meer te redden. Dus hij had een doel, ik wil die jongens daar
weg hebben. Maar hij wil ze vooral binnen zijn omgeving hebben. Zijn
grote ideaal was een plek waar T urkse jongeren van de tweede generatie,
maar ook jonge nieuwkomers uit Turkije terechtkunnen, als alternatief
voor die koffiehuizen. Oat was zijn ideaal, maar ook zijn opdiachr. Zijn
beweging heeft hem hier neergezet met een opdracht, daar ben ik zeker
van.'
19
Kabaktepe ging zichze!f steeds meer zien als de intermediair tussen de
Turks-islamitische gemeenschap en de lokale overheid." En voor wat
hoort wat:
'In 1990 zei ik tegen Freek Salm, "Ik wil je best wei helpen. Wij als ge-
meenschap in de buun weten precies waar het misgaat. Maar krijg ik
van jou dan een srukje grond als tegenpresrarie, als een gift, of rer
aankoop, of een schoolgebouw? Want ik moet die mensen iets geven, ze
lopen nu op straat, ze hebben niets te doen, ze hebben problemen." Zo
begon het eerste gesprek met Freek.'
T oen de plannen voor een permanente gebedsruimte concreter werden,
werd tevens de porrefeuillehoudster Wonen en Werken, Marie-Louise
Boe! (PvdA), en haar afde!ing het aanspreekpunt. V oor de subsidiering en
beh uizing van de jo ngerenactivi tei ten was di t de afde!ing W elzi j n. S tads-
dee!voorzitter Salm had behalve met Kabaktepe soms contact met andere
besruursleden van de moskeevereniging rond het steeds terugkerende
thema van de tijde!ijke behuizing tijdens de ramadan. Boe!:
'Want dat gaf nogal eens problemen. Maar diezelfde contacten had ik
ook. We zijn natuurlijk zo klein ( ... ) ik koppel altijd alles met hem te-
rug, omdat hij natuurlijk ook van deze!fde partij is. Wij trokken daarin
samen op.'
Gezien de re!atiefkleine omvang van de stadsdee!organisatie, was het ook
voor Kabaktepe relatief gemakkelijk om contacten te leggen:
'Tot 1992 kwam ik daar om de maand of zes weken, alles ging monde-
ling. Ik was daar bekend geworden, ik kende de he!e welzijnsafdeling, ik
kende de politiek een beetje, dus ik klopte gewoon aan. Meesral was dat
Freek Salm of Marie-Louise Boe!, of Kees Steeman. En dan vroeg ik,
"Nog steeds niers?" "Nee, nee".'
20 Heilige wijsheid in Amsterdam
Buiten Amsterdam onderscheidden de aan Milli verbonden jon-
gerenverenigingen zich van andere T urks-islamitische jongerenvereni-
gingen door hun onafhankelijkheid van de moskee.'" MGT-bestuurders
verklaarden het succes van de verenigingen vooral uit deze formule. Een
opvallend verschil in de plannen van Milli in Amsterdam was, dat
daar de jongerenverenigingen juist verbonden zouden zijn aan de mos-
kee. Dar was de basis voor de 'integrale aanpak' die Kabaktepe en andere
woordvoerders van Ayasof)ra in her openbaar steeds legitimeerden met
varianten op de ideologische notie van 'soevereiniteit in eigen kring'. Ge-
vraagd naar hetwaarom van ditverschil met de MGT's buitenAmsterdam,
gaf Kabakrepe hier in eerste instantie echter een praktische verklaring
voor:
'Waarom zou je allerlei jongerenverenigingen apart opzetten? Ik had de
zaak weer reruggekoppeld omdat ik her vertrouwen van de ouderen
moest winnen. Want we hadden geld nodig, we kregen nauwelijks sub-
sidie. Hoe vaak heb ik niet aan de deur van de verschillende stadsdelen
geklopt. Ik kreeg maar tienduizend gulden voor drie activiteiten. Ka-
derrraining, taalcurslls en computercursus. Meer kregen we niet. Maar
we hadden wei onderhand in een week twaalf tot veertien cursllssen.
Ook mijn strategie was de jongeren onafhankelijk te maken, maar op
dar moment zag ik dat dat aileen maar kon als er ook financien kwa-
men. Subsidie van de Nederlandse overheid kwam er niet. Dus moest ik
weer terugvallen. En de mannen zeiden, "Ik breng aileen maar geld in
als daar een mooie moskee is, en als daar ook mijn kinderen bij mij in de
bUlllT zijn. Anders doe ik het nier.'"
Begin 1992, rwee jaarvoor het uitbreken van het conflict, lichtte Kabakte-
pe rijdens een inspraakge!egenheid in de dee!raad de doe!stellingen toe
van MGT/WBV en het eraan verbonden moskeecomite. Hij presenteerde
ze als islamitische organisaties die de emancipatie van T urken wilden be-
vorderen. MGT /WBV zou ook een mul ticulturele vereniging zi j n, in de zin
dar men niet alleen contacten tussen leden van de islamitische gemeen-
schap wilde bevorderen, maar ookdie 'met anderen in de N ederlandse ge-
meenschap, een en ander ongeacht geloofsovertuiging of nationaliteit'.
De organisatie stond het principe van' soevereinitei tin eigen kring' voor:
'Emancipatie ( ... ) zal eerder tot stand komen door accentuering van de
eigenheid dan via vervaging van de eigen culturele achtergrond door ge-
forceerde assimilatie. "0
Op 23 februari 1993 werd devereniging 'Milli Sociale en Kulturele
Vereniging Amsterdam-West opgericht. Voar het eerst klonk toen ook
Het veld en de spelers
21
hardop de naam Ayasof)ra, als informele aanduiding van de vereniging en
als mogelijke naam voor het moskeecomplex dat men in gedachten had.
J uist in die periode was het beroemde gebouw in Istanbul een van de sym-
bolen waaromheen de politieke islam in Turkije zich mobiliseerde. In
Istanbul yond begin jaren negentig een aantal grote demonstraties plaats
voordeAyasofya. Milli van deorganisatoren. Degelovigen
eisren het gebouw terug als godshuis. Dit vertoog rond de status van een
befaamd monument in Turkije heeft mogelijk het bestuur van de vereni-
ging ge'inspireerd tot de naamgevingvan de gewenste moskee annex mul-
tifunctioneel centrum in Amsterdam-West. Kabaktepe gaf aan zich zeer
bewusr te zijn van de historische betekenis van deze naam:
'De naam AyasofYa heeft een oude geschiedenis. Het was vroeger een
grate kerk. Onder Sultan Mehmet II is het een moskee geworden. Dit
verhaal klinkt al heel lang in de oren van de mensen. Het maakt deel uit
van het enig echre geschiedenisverhaal van het Osmaanse rijk. De naam
heeft een morele waarde, AyasofYa is een begrip. Toen we besloten om
een bestaand gebouw tot moskee om te vormen, dachten we meteen
aan deze naam. Als we de bouw van een nieuwe moskee hadden nage-
streefd, dan hadden we deze Yeni Camii [Nieuwe Moskee] genoemd.
Daarbij komt, dat AyasofYa een woord is voor de bodem van verschil-
lende religies, een draagvlak van verschillende geloven.'
In de doelstellingen van de nieuwe vereniging werden de plannen voor
jongerenactiviteiten en moskeevestiging g6ntegreerd. Wei bleef MGT/
WBV-De Baarsjes als aparte jongerenvereniging bestaan. Bij de vorming
vanhet bestuurvanAyasof)raspee!dede toenmaligevoorzittervan deSe!i-
miye-moskee in De Pijp, Ismail Eryigit, een be!angrijke rol. Eryigit
maakt dee! uit van de oudere, eerste generatie en wordt onder re!igieuze
Turken alom gerespecteerd. Hij wist steun te verwerven bij zijn leeftijd-
genoten, waarvan ervelen sceptisch stonden tegenover de plannen van de
'jonge honden' in de groep. De uiteindelijke samenstelling van het be-
stu urzorgdevoor een breed draagvlak en leidde tot bereidheid van een vri j
grote groep mensen om mee te denken met de plannen van de initiatiefne-
mers. De imam die werd aangetrokken was zelf weliswaar nog niet lang in
Nederland, maar is we! getrouwd met een vrouwwier familie al enkele de-
cennia in Nederland woont. Hiermee verwachtte het bestuur een imam te
hebben gevonden met kennis van en begrip voor de Nederlandse
samenleving.
Woordvoerders van Ayasof)ra verwijzen steeds naar het belang van ei-
gen sociale structuren in het verleden voor de emancipatie van katholie-
ken en gereformeerden. Het idee van 'emancipatie op basis van de eigen
22
Heilige wijsheid in Amsterdam
cultuur' vaIr in de akte van oprichting van de vereniging AyasofYa van
april 1993 in twee separate doelstellingen uireen: her gaat om het activeren
van her islamitische geloof onder moslimjongeren, en hun participarie en
emancipatie in de Nederlandse samenleving. Deze rwee doelstellingen
worden bevorderd dooractiviteiren die ookweer apartzijn geformuleerd:
activiteiten gerichr op de participatie en emanciparie in de Nederlandse
samenleving, en activireiren samenhangend met het islamirische geloof."
Eind 1993 werd Kabaktepe voor her eerst op de nationale televisie ge-
interviewd." In een reacrie op een uitspraak van de BVD over de toene-
mende kans op fundamentalisme in Nederland, ontvollwde Kabaktepe
voor een nationaal pllbliek zijn ideeen over de fllnctievan een stabiele isla-
mitische identiteit voor de integratie van moslims in de Nederlandse sa-
menleving, en de rol die activiteiten voor jongeren, vrollwen en ouderen,
georganiseerd binnen een islamitische organisatie, daarbij kunnen spe-
len.
Het belang van de eigen sociale verbanden en een eigen islamirische
identiteit de emancipatievan Turkse jongeren komt, als her conflict
rond het Riva-terrein zich onuok steeds in schriftelijke en mondelinge
lIitlatingen van AyasofYa terug." Daarnaast wordt steeds benadrukt dat
de faciliteiten die men nastreeft ook openstaan voor andere bUlirtbewo--
ners.
Hoofdstuk3
Plannen
In 1989 bekommert de Turks-religieuze beweging Milli Goru zich om
her lotvan Turkse jongeren in Amsterdam-West. Tegelijkertijd speelt de
jaarlijks terugkerende vraag: waar moet haar achterban de ramadan vie-
ren? Binnen Milli begint men te denken aan een inte-
grale oplossing voor de verschillende problemen. Men gaat op zoek naar
een ruimte, geschikt voor religieuze, maar ooksociaal-culrurele activitei-
ten voor en door verschillende categorieen binnen de groep, zoals jon-
geren, vrollwen en ouderen.
Op zoek naar mimte
Groeiende plannen
Enkele jonge T urkse mannen die acrief zijn binnen de jongerenorganisa-
tie van Milli Goru (M GT /WBV) hebben, zowel door hun inzet voor T urk-
se jongeren als door hun rol als woordvoerder voor Milli Goru, contac-
ten met ambtenaren en besrullrders van het sradsdeel De Baarsjes. De
belangrijkste woordvoerder is Ozeyir Kabaktepe. De organisatie stelt dar
zij activiteiten wi! opzetten voor jongeren binnen de traditionele Turkse
gemeenschap die moeilijk kunnen worden bereikr door het algemene
jongerenwerk. De ideeen van MGT/WBV voor her van de suaat hOllden
van T urkse jongeren vallen in goede aarde en de voorgesrelde activiteiten
worden al vlug gesubsidieerd. Ze worden ondergebracht in buurthuis
Pandora van de Stichting Welzijn De Baarsjes, waar deze stichting ook
haar activiteiten voor het algemene jongerenwerk aanbiedt. Tevens is de
religieuze Marokkaanse jongerenclub AI Hidaya in Pandora onderge-
bracht.' Een medewerksrer van de afdeling Welzijn van het stadsdeel:
'Her is begonnen toen Kabakrepe contact met ons heeft opgenomen en
mer me is komen praren. Hij kwam als vertegenwoordiger van een
groep religieuze T urkse mensen die verontrusr was over her op srraat
rondhangen van T urkse jongeren. Ze waren bezorgd over war er verder
van hen moesr worden. In die rijd had je veel openlijke drugshandel op
Heilige wijsheid in Amsterdam
her Mercarorplein en Turkse jongerjes werden daar als onderdealertjes
of koeriertjes bij gebruikt. Zij wilden een aanbod doen aan die jonge-
ren, her ging om een groep die door het professionele jongerenwerk nier
bereikr werd. Hij verrelde ook dat ze al in Utrecht bezig waren. In eerste
instantie hebben we toen gezegd, ga eens praten met het algemene jong-
erenwerk. De samenwerking met het algemene jongerenwerk srond
centraal. De gedachte was dar de professionele ondersteuning voor de
activiteiren van her algemene jongerenwerk zou komen, en dat zij als vrijwil-
ligersorganisatie de deskundigheid zouden kunnen leveren waardoor je die
jongeren berer zou bereiken. Er is toen vrij snel subsidie aan hen ver-
leend, ook voor een acriviteitenaanbod waarmee die jongeren meer
kansen zouden krijgen op de arbeidsmarkt. Sinds die tijd krijgt de club
van ons subsidie. Her sradsdeel srelde wei dat het niet de bedoeling was
dat er afzonderlijke Turkse en Marokkaanse welzijnsclubs zouden ont-
staan. Ze moesren samenwerken met het algemene jongerenwerk.'
De behoefte aan een permanente mimte voor aIle groepen van de achter-
ban blijft naruurlijk besraan. AI eerder, in de eersre maanden van het be-
sraan van her sradsdeeI (jan uaril maart 1990) heefr Abdullah Akgiil, actief
binnen Milli en revens CDA-raadslid in de deelraad van De Baars-
jes, zich namens de T urkse gemeenschap in De Baarsjes en Oud-West
schriftelijk rot deze stadsdelen gewend meteen verzoekom ruimte. In die
brieven gaat het om een mimte van minimaa1300m', waar men acrivitei-
ten kan ontplooien 'terwille van de emancipatie van de genoemde doe!-
groep'. Herliefstkoopt men een mimte, maar huur is oak bespreekbaar.
Stadsdeel De Baarsjes antwoordt (3 april 1990) dar er nu geen mimte
beschikbaar is, maar dar de 'aanvraag is geregistreerd in een databank
waaruit mogelijke huurders voor vrijkomende ruimten worden geselec-
teerd. Ik verzoek u van uw kant mij re informeren als u erin geslaagd
bent passende ruimre re vinden'. Van stadsdeel Oud-West krijgt men
eenze!fde soon antwoord.
Behalve deze stadsdelen benadert Milli parriculiere
makelaars. T evens wardt, mede op voorstel van de T aakgroep Migranten
van de Raad van Kerken, de mogelijkheid onderzocht om een kerk (de J 0-
sephkerk) in het aangrenzende stadsdeel Bos en Lommer als moskee re ge-
bruiken. Het komt tot gesprekken met de parochie en onderhandelingen
met de projectontwikkelaar die de kerk heeft gekocht, maar het Bisdom
Haarlem steeb er een stokje voor. Het Bisdom ziet de kerk liever gesloopt
dan dat deze een moskee wordt.
Plannen 25
In 1991, 1992 en 1993 verhuurt het stadsdeel een deel van de oude bak-
kersschool Het Blaeu Erf aan Milli Gorii am er de ramadan te vieren.
Milli voerr gesprekken met het stadsdeelbestuur over haar wensen
voor een eigen permanente ruimte.'
Milli komt uiteindelijk met uitgewerkte plannen van een archi-
tect bij ponefeuillehoudster Boe! om de mogelijkheden voor nieuwbouw
van een moskee in de buurt te onderzoeken. Dit gebeurt op initiatief van
Boe!s partijgenoot GertJan Harbers, directeurvan hetAmsterdams Cen-
trum Buitenlanders.
1
De omvang van de plannen is in het begin relatief
bescheiden: het gaar om de bouw van een moskee van ongeveer 700m'. Deze
oppervlakte is direct gerelateerd aan de sloop-nieuwbouwmogelijkheden in
De Baarsjes: de sloop van drie of vier oude woonpanden zou voldoende
ruimte opleveren. Op kone termi jn bli jkt er in het stadsdeel evenwe! geen
ruimte voorhanden. De PvdA-fractie in de deelraad en haar leden In het
Dagelijks Bestuur stellen vasr dat het stadsdeelbestuur moet (blijven) be-
middelen bi j het vinden van ruimte als religieuze groepen daarom vragen.
De financieIe consequenties zi jn echtervoor de ge!ovigen zelf. 4 Of schoon
Milli Gorii steeds de mogelijkheden voor overheidssubsidiering van
haar wensen onderzoekr, is zij expliciet bereid de kosten voor de realise-
ring van een gebedsruimte zelf te dragen. Voor de PvdA in de deelraad is
dar ook een voorwaarde. \
Kabaktepe: 'Vanafhet begin hebben we gezegd, "We willen het wei be-
talen, vier ton kunnen we opbrengen. En dat is ook het maximale be-
drag dat we kunnen opbrengen. En de rest moeten we dan laten finan-
cieren, of jullie financieren dat en wij betalen jullie, of jullie laten een
dee! voor een soon huurkoop. Maar voor alles staan we open, echt voor
alles. Als er maar een gebouw komt.'"
Her zoeken naar een geschikte ruimte neemt vee! tijd in beslag. Oak ver-
anderen de ideeen over het gebruik van de ruimte. De plannen worden
omvangrijker, en met de tijd ontwikkelen deze zich tot een programma
van eisen voor een moskee en een cultureel centrum. Begin 199
2
spreekt
Kabaktepe in tijdens een vergadering van de raadscommissie Wonen en
Werken van De Baarsjes. Hij meldt dar Milli Goru graag Het Blaeu Erf
permanent in gebruik zou nemen, als moskee en als ruimte am activitei:-
ten voor jongeren te organiseren. Milli Gorii is ook bereid het gebouw te
kopen. Het stadsdeel, dar het gebouw net zelfheefr aangekocht van Do-
meinen, heeft er echter andere plannen mee. De oude school wordt de
nieuwe behuizingvan buurthuis De Tagerijn en een aantal kleine bedrijf-
jes. In april 1992 presenteert Milli Gorii een plan van ruim 2. 700m' voor
Heilige wijsheid in Amsterdam
een nieuw te bouwen cultureel centrum, met een gebedsruimre, een
sportzaal, theeruimte, leeshoeken en een winkel."
In oktober I992 wordt, tijdens een bespreking van het Dagelijks
Besruur van het stadsdeel over de jaarlijkse verhuur van Het Blaeu Erf
voor de ramadan, de mogelijkheid geopperd om voor iets langere tijd in
het gebouw ruimte te maken vooreen moskee. Ditzouevenrueel kunnen
tot juni I993, wanneer zal worden begonnen met de verbouwingvan Het
de die dit met zich brengt en de brandveilig-
heldselsen, zlet het DagelIJks Besruur af van deze mogelijkheid.'
Beeldvorming
In deze periode vormen zich binnen en buiten de stadsdeelorganisatie
ook opinies over MGT/WBV en de aan haar gerelateerde moskeevereni-
ging. Ten eerste gebeurt dit op basis van de contacten die zich russen deze
groep Turkse moslims en anderen binnen het stadsdeel ontwikkelen. Al
vlug na het betrekken van het buurthuis Pandora ontstaan er problemen
russen MGT/WBV en het algemene jongerenwerk van de Stichting Wel-
zijn De Baarsjes. S Ook het sradsdeel is teleurgesteld over her activiteiten-
dat MGT daadwerkelijk ontwikkelt. In de ogen van het algemene
Jongerenwerk en het stadsdeel is dit aanbod nogal eenzijdig. Bovendien
zijn er problem en met de verantwoording van de subsidie.
o
Daarnaast
komt de door her stadsdeel gewenste samenwerking russen MGT IWBV en
het algemene jongerenwerk in het geheel nietvan de grond. Naast proble-
men bij de praktische samenwerking zijn er problemen die kunnen wor-
den teruggevoerd op 'culruurverschil'. De Turkse en Marokkaanse vere-
nigingen bezwaar tegen sommige vrijpostigheden in de outillage
van de rUlmte, zoals posters en aidsfolders met als schaamteloos ervaren
afbeeldingen. Een condoomautomaat wordt op verzoek van Al Hidaya
door een kastje aan het oog onttrokken. Het algemene jongerenwerk
heeft ernstige bedenkingen tegen de wijze waarop T urkse jongeren door
MGT/WBVworden beziggehouden; de activiteiten zijn zijns inziens voor-
namelijk vec,h,:sport; jongerenwerkers ervaren de beoefening
als De aanvankelijke hoop dat een taakverdeling
die samenwerkmg tot een succes kon maken, waarbij het algemene jon-
gerenwerk de professionele hulp voor zijn rekening zou nemen en
de deskundigheid ten aanzien van de specifieke doelgroep,
omschnJft een medewerker van het stadsdeellater als 'na"ief.
Ook russen Turken van verschillende politiek-religieuze stromingen
bestaat wantrouwen. Begin jaren negentig zijn in het stadsdeel twee
Turkse organisaties gevestigd die activiteiten ontplooien: de Alevitische
V ereniging en MGT IWBV." V anui t het Wij kcentrum probeert de Turkse
Plannen 27
opbouwwerkster de Turkse organisaties samen te brengen in een plat-
form.
'Mijn taak was het om de zelforganisaties te ondersteunen, maar ook
waar mogelijk samen te laten optrekken. Maar dat lukte dus niet. Door
mijn ondersteuning kwam de Aievitische Vereniging wat meer op de
voorgrond. Ik heb er onder andere voor gezorgd dat er een banenpooler
bij ze in dienst kon komen. Ik ben een jaar bezig geweest om dat voor eI-
kaar te krijgen. Ze werden wat bekender, ook binnen het stadsdeel. Ze
konden meedoen met allerlei activiteiten op stadsdeelniveau, vergade-
ringen. Oat was een doom in het oog van MGT, dat de alevieten op de
voorgrond traden en dat zij niet de vertegenwoordigers zijn van de
T urkse gemeenschap. Je moet gewoon veel vooroordelen, verwach-
tingen van jezelf opzij kunnen zetten om samen te kunnen werken. Het
kom t vaak van meerdere kanten, her is niet MGT aileen die het heeft re-
gengehouden. Iedereen roept, "Wij zijn de vertegenwoordigers van de
T urkse gemeenschap." Ook Dzeyir Kabakrepe heeft dar vaak in artike-
len geroepen. "Wij zijn de vertegenwoordigers, wij weten wat er leeft."
Ze willen een soon alleenrecht hebben op war er gebeurt in de Turkse
gemeenschap. Oat blijkr uit hun hele houding. Maar er zijn verschillen-
de voorzieningen hier in het stadsdeel, er werken verschillende mensen
in het sradsdeel, van sociale raadsman tot weet ik niet wat, die de buurt
bedienen op hun terrein.'
Deze opbouwwerkster ziet de oprichtingsgeschiedenis van het Turks
Platform in De Baarsjes en Bos en Lommer als een illustratievan de com-
petentiestrijd tussen T urkse organisaties, en in het bijzonder Ayaso-
fya's claim om woordvoerder te zijn van de hele Turkse gemeenschap.
Nog voor de officiele oprichting verlaten de vertegenwoordigers van
MGT/WBV het platform al weer.
In een brief aan het Dagelijks Bestuur van de stadsdelen De Baarsjes en
Bos en Lommer worden met name de twee Turkse migrantenwerkers
uir beide sradsdelen ervan beschuldigd dat zij de MGT -vertegenwoordi-
gers systemarisch uitsluiren van besluitvorming binnen her platform.
Beide migranrenwerkers wordt een 'allergie tegen moslims wonende in
de stadsdelen' verweten: 'Men heeft bij voorbaat deelnemers met voor-
oordelen bestookt, bijvoorbeeld door MGT-WBVals een fundamentalis-
tische organisarie af te schilderen', en 'door de ene worden aIle links-
extremisrische organisaties voorgetrokken, en door de ander de aleviti-
sche verenigingen; moeten dan moslims uitgezonderd worden, juist
omdar ze gelovig zijn?'"
Heilige wijsheid in Amsterdam
Bestuur en medewerkers van het platform beklemronen juist dat de
MGT-vertegenwoordigers zich schuldig hebben gemaakt aan pogingen
om, geheel tegen de bedoelingen van het platform in, de organisatie te do-
mineren." De Turkse opbouwwerker:
'Ze hebben geprobeerd om het platform over te nemen door in graten
getale op de bijeenkomst re komen en zich kandidaar re srellen. De een
wilde er als onderwijzer in, de ander zou als buurtbewoner erin gaan en
weer rwee anderen namens MGT zel( Waardoor ze de meerderheid zou-
den krijgen in het platform, met als doel om her over te nemen of te
overheersen. Toen ze merkten dar ze niet met meerdere personen in her
platform konden komen en geen belangrijke funeries konden krijgen
zoals voorzitter, eersre penningmeesrer of secreraris, hebben ze zich re-
ruggetrokken. '
Ten tweedeworden de opinies van mensen binnen en buiten hetstadsdeel
over MGT/WBV mede ingekleurd door gebeurtenissen zoals de fatwa te-
gen Rushdie en de Golfoorlog, die begin jaren negentig een rol spelen in
de beeldvormingover moslims in Nederland. Binnen de stadsdeelorgani-
satie, maar ook in andere organisaries zoals her Wijkcentrum en de Stich-
ting Welzijn vormt men zich een beeld van MGT als behorend tot een or-
ganisatie van fundamentalistische moslims, die gerelateerd is aan een
extreem-religieuze politieke beweging in T urkije. Dit beeld komt mede
rot stand door informatie van T urkse medewerkers binnen deze organisa-
ties, die kritisch staan tegenover deze beweging.
Gebeunenissen in T urkije versterken dit beeld. Vooral de dood van 22
intellectuelen bij een hotelbrand in Sivas, in de zomer van 1992, wordt is-
lamisten in Turkije aangerekend. Leden van de Alevitische Vereniging
die ook in het stadsdeel is gevestigd, zijn ook om deze red en gebeten op
Milli en steken dit in hun informele contacten met stadsdeelbe-
stuurders niet onder sroelen of banken.
Op 8 februari 1993 vertoont en becommentarieert Rafer Kabdan, lid
van de PvdA-fractie in de deelraad en van Turkse afkomst, een videofilm
over een radicale T urks-islamitische groepering in Duitsland, de Kaplan-
ci' s. '4 Dit gebeurt in een besloten PvdA-fractievergadering. Dat deze acti-
viteit niet losstaatvan het beeld dat men zich van Milli aan hetvor-
men is, mag blijken uit het feit dar de vertoning plaatsvindt onder het
agendapunt 'categoriale ontmoetingsruimten'. Kabdan:
'Mij werd gevraagd om wat meer informatie te verzamelen over de mos-
Iimgroepen die in het stadsdeel om ruimte verlegen zitten. Er kwam een
schoolgebouw vrij, dat wilden we aan Milli geven, samen met
Piannen
andere organisaries, maar dat wilden zij niet. Zij wilden geen plekje met
andere organisaties. In de fraerie stelde ik dat ik de voorkeur gaf aan een
gemengde moslimgroep die samengesteld is uit verschillende stromin-
gen, en ook uir gewone burgers. Die mensen wuden we een ruimte
moe ten geven voor hun activiteiten. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik her
nier j uist yond een groep re beschouwen als vertegenwoordiger voor aile
T urkse religieuze moslims, die dan alles voor de groep als geheel doer.
In fractievergaderingen had ik ook gesteld dat we onderscheid moeten
maken tussen meer en minder radicale moslims. Over Milli heb
ik een bepaalde visie. De fractie vroeg om die toe re lichren. Ik venelde
dar ik onlangs een rdevisieprogramma had opgenomen over de groep
rond Kaplan, wat zij denken, hoe zij handelen. Het berrof een grote bij-
eenkomsr waarbij ook jonge mensen met nepwapens, nepzwaarden te
zien waren. Ik heb gezegd dar deze groep een afsplitsing van Milli
is. Kaplan zegt, "Ik hoef mij niet meer rerughoudend op re srellen ten
aanzien van de T urkse overheid." Milli zegr, "We moeren war
voorzichtig, terughoudend doen." Dat is de reden dat Kaplan zich van
Milli Gorli heeft afgescheiden. Milli Gorli zegt, "Je moet altijd reke-
ning houden met de omstandigheden."
Toen heb ik gezegd, "Eigenlijk doet Milli Gorli her beter, ik vind dar
Milli gevaarlijker is dan Kaplan. Je weet waar je aan toe bent met
Kaplan. Hij zegt war hij wi!. En hij zegt hoe hij dat wil doen. Hij heefr
een duidelijke srrategie. Maar mer Milli weet je het nier. Omdat
ze zich aanpassen aan de siruatie. Ais de situatie radicaal is, doen zij radi-
caal. Als de situatie dat niet toelaat, zijn zij gematigder." "Maar," zei ik,
"tijdens hun bijeenkomsten zeggen zij alles war zij denken. En daarom
zie ik geen groot verschil russen wat Kaplan zegt en wat Milli G6rli
zegt." (Bent u bij die bijeenkomsten geweest?) Ja, dar wi! zeggen, ik ben
wel eens in hun moskeeen geweest. Ik ben nier zo erg praktiserend,
maar ik geloof we!. Dus ik ga bij speciale gelegenheden naar de moskee.
Ik lees hun krant en ik volg ook hun [tv-]programma's. Die worden in
het Turks uitgezonden. In die programma's zie ik welke mensen zij uit-
genodigd hebben uir het buirenland. En welke gesprekken zij daar voe-
ren, welke speeches zij daar uitzenden. Dar is echr radicaal, dar is onge-
looflijl<. Als je ziet hoe bij emorionele interne gelegenheden mensen
denken over democratie, het rechtssysteem, en de samenleving, dan zie
ik nier w'n groot verschil tussen Kaplan, de Siileymanh's en Milli
Gorii. Het enige is dar Milli de grootste is, veel meer netwerken
heeft, en ook een officide band heefr met de Refah-partij. (Zijn die pro-
gramma's gezien door de fractie?) Nee, als zij die gezien wuden hebben,
zouden zij het niet begrijpen. Ik heb aileen maar dat programma mee-
29
3
0 Rei/ige wijsheid in Amsterdam
genomen, de moeite genomen am het op te nemen, te laten zien, en
vertaald wat de mensen zeggen, maar ik heb het terughoudend ge-
bracht. Uiteindelijk hebben we wen tegen ze gezegd, "We accepteren
jullie niet als enige vertegenwoordiger van de T urkse gemeenschap. J ul-
lie maken er wei deel van uit, en zo behandelen we jullie. Dus ook aan
jullie moeten we een plekje geven. '"
Kansen
In deze zelfde periode bespreken bestuurders de mogelijkheid om Ayaso-
fya aan de rand van het stadsdeel een stuk grand teverpachten voor de rea-
lisering van haar plannen. Begin 1993 polst Salm Kabaktepe of de vereni-
ging in is voor een dergelijke mogelijkheid. Kabaktepe:
'Freek zei, "We hebben een grotere mogelijkheid voor jullie, maar heb-
ben jullie daarvoor ook het geld?" T oen ben ik naar her bestuur gegaan
en heb gezegd, "Als wij het geld kunnen opbrengen, dan heeft her stads-
deel een mooie optie voor ons." Her kwam op een beduidend hoger be-
drag uir dan de vier ton waar we ons eerder op richtten bij het vinden
van een plek. Maar ik kon her bestuur overtuigen, ze hebben daar ja op
gezegd.'
Eind april 1993 schrijft de zojuist opgerichte vereniging Ayasofya een
brief aan de deelraad, waarin zij nogmaals haar grote behoefte aan een
moskee en sociaal-cultureel centrum onderstreept. Ook benadrukt zij
dat men sinds de eerste aanvraag van drie jaar geleden niet dichter bij een
oplossing van het prableem is gekomen. De vraag naar een ruimte is ook
nietvoorgelegd aan dedeelraad. Ayasofya verzoekt nogmaals officieel aan
de deelraad 'om de bouw van het centrum te realiseren, een stuk grand te
verkopen, desnoods een bestaande ruimte zoals een leegkomende school
of een andere instelling aan te wijzen'. 1\ Inmiddels heeft Ayasofya ook ver-
nomen dat het Riva-terrein te koop staat. Abdullah Akgul hoort het van
een kennis, een T urkse werknemer van de Riva-garage. Kabaktepe be-
zichtigt het terrein een aan tal mal en, naar zi jn herinnering tussen februari
en april.
Rond deze tijd besluit het Dagelijks Bestuur tot een 'locatieonderzoek
moskee' om na te gaan of er in het stadsdeel een gebouw beschikbaar is
waar een moskeevoor Ayasofya zoukunnen worden gevestigd. ,6 Geen van
de daartoe in De Baarsjes onderzochte gebouwen benadert evenwel de
omvangvan het programma van eisen datAyasofya inmiddeJs heeft gefor-
muleerd. Naar aanleiding van het onderzoek concludeert het Dagelijks
Bestuur dar her aan Ayasofya grand zal moeten aanbieden om aan haar
plannen tegemoet te komen. Het stadsdeel biedt de vereniging een stuk
Plannen
3
1
grand achter het] an van Galen bad in erfpacht aan. Hier zal de vereniging
zelf moeten bouwen. Het gaat om een sruk grand van 800m' waarap in
vier lagen gebouwd kan worden. Daarmee zou Ayasofya 3. 200m' tot haar
beschikking hebben. De plek ligt aan de AIO in een gebied dar het stads-
deel zal ontwikkelen tot een 'werk- en recreatiegebied'. In eerste instantie
reageert Ayasofya tamelijk positief op het voorsrel. Er is zelfs enthousias-
me omdat de graotschalige plannen nu eindelijk verwezenlijkt kunnen
worden. Later rijzen er bezwaren. Ten eerste blijkt pas nade eerste positie-
ve ontvangst van het voorstel dat het bedrag dat voor het terrein moet
worden neergeteld (teweten de afkoopsom van de canon van de erfpacht)
aanzienlijk hoger uitkomt dan door Ayasofya werd voorzien. De vereni-
ging begrijpt dan pas dat erfpacht over aIle bouwlagen zal moeten worden
betaald. Overleg tussen Kabaktepe, het bestuur van Ayasofya en CDA-
deelraadsleden brengt nog een aantal bedenkingen aan het licht. Er wor-
den nu ook religieuze tegenwerpingen gehoord tegen de bouw van een
moskee op erfpachtgrand en daarnaastvinden sommigen, met hetoogop
mogelijke aanslagen, de plek ergafgelegen. De aanvankelijke euforie over
de langverbeide oplossingverkeert in een algemeen gevoelen dar het aan-
bod van het stadsdeel tach verre van genereus is. Bij Ayasofya olltstaat het
gevoel 'uit de buun te worden gezet'. Kabaktepe ziet daarenboven ook de
tijd die nieuwbouw vergt steeds meer als een bezwaar:
'In 1993 was de druk op de ketel zo groot dat ik zei, "Ik ga nu een eigen
terrein met bestaande bebouwing kopen." Want voor vier miljoen gul-
den iers beginnen te bouwen duurt ongeveer drie jaar. Voor dat bou-
wen, daar voel ik eventueel wel iets voor, maar niet op voorhand, zo van
morgen wil ik gaan bouwen.'
De mogelijkheden op her terrein achter het] an van Galenbad worden nu
afgewogen tegen de perspectieven die een eventuele aankoop van het Ri-
va-terrein biedt. Later, tijdens de zitting van de Raad van State op II no-
vember 1996, vat Kabaktepe deze overwegingen als voIgt samen:
'We wisren niet dar we over die drie woonlagen die we zouden bouwen
erfpachr moesten betalen. Dar werd ons pas halverwege 1993 bekend ge-
maakt. T oen hebben wij gezegd, "Het aanbod, daar hebben we voorlo-
pig wei mondeling ja op gezegd, maar op deze wijze gaan we niet met el-
kaar om. Want, u als politiek, had ons gewoon duidelijk moeten
vertellen hoe dat zar." We waren al zover dat we op het Riva-terrein aan
het kijken waren. Oat was vee! beter, want het gaf ons in ieder geval dui-
delijkheid. Een, het bestaande gebouw voldeed aan onze eisen en we
konden het zeer snel betrekken. Twee, het bestaande bestemmingsplan
3
2 Heilige wijsheid in Amsterdam
zou wch veranderd moeten worden, waarom zouden we nier mee kun-
nen draaien mer het besremmingsplan?'
Op 28 april 19931egt AkgiiI het eerste formele contact met Peter Mikmak
van de Athlon Groep, de eigenaar van het Riva-rerrein, en vraagt hem of
het terrein te koop staat. '7 Op dar moment isAthlon al in gesprek met rwee
projectonrwikkelaars." Deze gesprekken blijven zonder resultaat: Arhlon
vindr de biedingen re Iaag. Bovendien willen deze partijen pas deflnitief
beslissen als her nieuwe besremmingsplan bekend is. Athion wil het liefst
snel tot zaken komen, vanwege de risico's van leegstand en de ongewis-
heid over de duur en richting van het verloop van de besremmingsplan-
procedure. Na enkele gesprekken met Akgul en Kabaktepe,''i raakt
ArhIon overtuigd van de ernsr van de belangsrelling van Ayasofya en be-
ginr zich ook re verdiepen in de plannen van deze aspirant-koper met het
terreIn.
Wel stelt Mikmak dat Arhlon in gesprekken heeft duidelijk gemaakr
nier veranrwoordelijk te zijn voor de consequenties van bepalingen voor
het gebruik van her terrein en evenmin kan insraan voor wijzigingen
van gebruik of alternarieven. "Oat is het risico van de koper." Volgens
Mikmak wist Ayasofya wel dar er mer haar plannen voor gebruik een ze-
ker risico gelopen werd.
Men bespreekr vervolgens de geschersre plannen: een moskee in her ma-
gazijngebouw, daarnaasr een sporthal en een badhuis, ervooreen parkeer-
rerrein. Bij Ayasofya groeir her Riva-rerrein uir tot een zeer serieuzeoprie.
Voorlopig besluitAyasofya haar bezwaren regen het terrein achrer het] an
van Galenbad nier kenbaar te maken aan het Dagelijks Bestuur en het
aanbod nieraftewijzen. Kabaktepezierditalseen tactischantwoord, om-
dar her Dagelijks Bestuur hem te verstaan zou hebben gegeven dat Ayaso-
fya geen enkele medewerking meer zou krijgen ais de vereniging niet zou
insremmen. Kabaktepe:
'Ik kon en wilde het aanbod nier afwijzen, ook omdar Freek had gezegd,
"Her was dit of anders niets, nooit meer." Daarom heb ik in juni 1993 in
de raadscommissie gezegd dat we het aanbod aanvaardden. De Ri-
va-mogeIijkheid liep hieraan parallel. De mogeIijkheden daarvan was ik
al begonnen te verkennen. Ik moest op rwee paarden wedden. Oat heb
ik moe ten volhouden tot in de herfst van 1993."
De vergroting van de financiele inzet van Ayasofya, stelt Kabaktepe, is tot
stand gekomen doordat hij het besruur kon overtuigen de mogelijkheid
achter het]an van Galenbad in overwegingtenemen. Toen bleekdatAya-
Piannen 33
sofya bereid was meer over te hebben voor een grater centrum, kon ook de
optie van het Riva-terrein serieus worden bekeken. Her aanbod van her
rerrein achter her] an van Galenbad maakte de weg vrij voor een veel rui-
mere financide inzet dan voorheen. In de zomer van 1993 begint de vere-
niging met een inzamelingsactie onder de eigen leden en doet een beroep
op andere organisaries en personen binnen de beweging, ook in Duits-
land en Turkije - war er ookgekocht gaat worden, geld moet er toch ko-
men.
In september 1993 laat Kabakrepe aan een ambtenaar van Grondzaken
weten her Jan van Galen-rerrein veel re duur re vinden. Hij vergelijkt in
dit gesprek de vraagprijs met die, welke Athlon voor het Riva-terrein
vraagt. Volgens Kabaktepe had deze ambrenaar hieruit kunnen opma-
ken dat Ayasofya een tanende interesse voor het Jan van Galen-terrein
had en een groeiende belangstelling voor het Riva-terrein. Als dir zo is,
dan heeft deze informarie het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes nier
bereikt, beklemwont Boel.
In september laar Kabaktepe aan Athlon weren dat Ayasofya serieuze
plannen heeft om her Riva-terrein te kopen. Een maand later meldt
Athlon aan Ayasofya dat zij de besre kandidaat is.
Volgens Kabaktepe heeft hij Boel in okwber laren weren dar Ayasofya
erover dachr her Riva-rerrein te kopen. Boel zou hem dar bij deze gele-
genheid hebben afgeraden, vanwege de problemen die sanering van her
rerrein zouden opleveren en, hiermee samenhangend, de te hoge inves-
reringskosren. Over de ideeen die er bij her sradsdeelleefden rondom de
wekomsrige besremming van her terrein (woningen en kleine bedrijven)
heeft zij volgens Kabaktepe wen geen mededelingen gedaan." Kabakte-
pe stelt dar hem ook daarvoor ai, vanaf februari 1993, in verschillende
(informele) contacten met onder anderen Salm en Boel de aankoop van
het terrein is afgeraden, maar: ' ... nooir en re nimmer is naar voren ge-
komen dar er bestemmingsplantechnische belemmeringen waren. Her
werd ons aIleen afgeraden vanwege de aankoopkosren en het sanerings-
probleem.' Volgens Kabaktepe houdt her aanbod om her rerrein achrer
her Jan van Galenbad re kopen juisr verband met een groeiend besefbij
stadsdeelbesruurders dar de belangsrelling van Ayasofya voor het Ri-
va-rerrein zeer serieus was, en feirelijk zou kunnen uitmonden in haar
aankoop van her rerrein. Boel en andere sradsdeelvertegenwoordigers
weerspreken die. Zij stell en dar ze er in her geheel nier van op de hoogre
waren dar Ayasofya interesse had voor her rerrein en dat zij pas voor het
eersr op 23 december 1993 van de plannen van Ayasofya hoorden.
34
Heilige wijsheid in Amsterdam
Inmiddels zijn er weer contacten geweest over ruimre voor de komende
ramadan. In overleg met Akgiil zet Boel zich in om voor dit doel de ]0-
sephkerk te huren." Her wordt haar duidelijk dat dit zeer moeilijk ligt,
maar nog tijdens haar pogingen daartoe meldt raadslid Akgiil dat het al
niet meer hoeft: Ayasofya heeft voor de ramadan waarschijnlijk iets an-
ders gevonden. War en waar dit is, wil hij haar niet vertellen.
Op 9 november belt een ambtenaar van de afdeling Ruimtelijke Orde-
ning van het stadsdeel met Athlon. Het stadsdeel heeft vernomen dat de
verkoop van her Riva-terrein aanstaande is. Uit dit gesprek blijkr de inte-
resse van het stadsdeel om het terrein alsnog te kopen. Het stadsdeel ver-
keert in de veronderstelling dat er voor het Riva-terrein een besluit over
het 'voorkeursrecht gemeente' geldt, zodat de gemeentevoor de definitie-
ve verkoop in de gelegenheid moet worden gesteld het rerrein te kopen.
Dit besluit heeft de gemeenteAmsterdam in 1991 echterteruggedraaid, zo
deelt Athlon her sradsdeel mede. Mikmak:
'Ous, ten minste op 9 november 1993 was het het stadsdeel bekend dat
het terrein verkocht zou worden.'
Binnen sommige afdelingen van de Centrale Stad moet men rond die tijd
op de hoogte zi jn geweest wie de mogelijke kopersl gebruikers van het ter-
rein zouden worden. Athlon voert namelijk overleg metde gemeente over
de saneringvan de grond van het terrein. Met de gemeente is afgesproken
dat Athlon, ongeachr aan wie het terrein zal worden verkocht, de sanering
zal uitvoeren. Aan de gemeente en het stadsdeel worden twee sane rings-
plannen voorgelegd, een bij behoud van de bebouwing en een met sloop
als uitgangspunt. Met de gemeentelijke Milieudiensr is hierover onder
andere op 23 november 1993 overleg gevoerd. Het is volgens Mikmak
haast onmogelijk dat bij die gelegenheden nier gesproken zou zijn over
'de alternatieven voor die Iocatie'. In december vinden nog drie bijeen-
komsten plaars tussen Athion (Mikmak) en Ayasofya (Kabaktepe)."
Op 6 december 1993 presenteert Boe! in haar functie van portefeuille-
houdsrer W onen en Werken de Startnotitie ontwikkefing garagebedrijfi-
terrein Riva NVaan het Dagelijks Besruur. Ambtenaren van haar sector
hebben deze in de maanden daaraan voorafgaand samengesreld. Op 21
december neemt het Oagelijks Besruur een op deze notitie gebaseerd be-
sluit om onderzoek in te stellen naar twee mogelijke bestemmingen voor
het terrein: de onrwikkeling van een gemengde woon- en werkbestem-
ming, of het behouden van de hoofdbesremming bedrijfsterrein. '4
P/annen 35
Een nieuw bestemmingsplan voor de Chassebuurt
De eerste stappen van her stadsdeel voor een nieuw bestemmingsplan
voor de Chassebuurt, de buurt waarin het Riva-terrein gelegen is, spelen
een belangrijke rol in de aanloop van het conflict. De procedures rand de
totstandkoming van dit bestemmingsplan houden tot 1994 geen verband
met de relaties russen Ayasofya en het stadsdeel, noch met de aspiraties
van de vereniging voor het terrein. Om die reden beschrijfik beide ont-
wikkelingen hier dan ook apart. De vraag die tenslotte moet worden be-
antwoord, is hoe ver men binnen het stadsdeel was met de gedachtevor-
ming over de bestemming van her Riva-terrein op het moment dat men
hoorde dar Ayasofya er een serieuze gegadigde voor was.'1
Eerste aanzetten
Eind 1979 richr het bewonerscomite Slatuinenweg de Werkgroep Be-
sremmingsplan Slatuinen- en Zeeheldenbuurt op.'" De bewoners verlie-
zen vervolgens een door hen aangespannen kort geding om een bestem-
mingsplan bij de gemeente af re dwingen. Niettemin zegt de gemeente
medio 1980 toe am een bestemmingsplan te (laten) maken voor de buurt.
In de wordingsgeschiedenis van dit plan zal de werkgroep een belangrijke
rol spelen. Zij organiseert buurtvergaderingen, schrijft lijvige brochures
en richt zelfs een tentoonstelling in om de buurt te informeren over het
bestemmingsplan. De buun krijgt inspraak in de keuze van het stede-
bouwkundig bureau dat het bestemmingsplan maakt. In 1982 stelt de ge-
meenteraad van Amsterdam her Bestemmingspfan Chassebuurtvast. Dit
plan komt in veel opzichten tot stand op initiatiefvan buurtbewoners, die
verkrotting, leegstand, horizontale verkoop, speculatie en ongewenste
bouwactiviteiten van projectontwikkelaars vrezen. De werkgroep ziet er
mede op toe dat het bestemmingsplan van 1982 een conserverend karakter
krijgt en dat de functies van de terreinen en de bebouwing tamelijk nauw-
keurig worden vastgelegd.
In 1990, vrijwel direct na de ins telling van het stadsdeel De Baarsjes,
buigen ambtenaren van de afdeling Ruimtelijke Ordening zich over een
nieuw bestemmingsplan voor de Chassebuurt, dat later Stadsvernieu-
wingspfan Chassebuurt en omstreken zal gaan heten. '7 Het geldende plan
vindt men verouderd en te star. Vanwege een aantal te verwachten ont-
wikkelingen gaat de voorkeur uit naar een plan met meer flexibiliteit. Zo
zal op kone termijn het ten noorden van het Riva-terrein (aan de Baarsjes-
we g) gelegen Jan Vet-terrein vrijkomen door het vertrek van de daarop
gevestigde bouwmaterialenhandel. Daarnaast staat een aantal verande-
ringen in de directe omgeving van dit terrein op stapel, zoals het vertrek
Heilige wijsheid in Amsterdam
van een ijsfabriek, het verdwijnen van een kwekerij en de mogelijke slui-
ring van een kerk, alle in het noordoostelijk deel van de Chassebuun.
De Werkgroep Bestemmingsplan Chassebuurt wordt nieuw leven in-
geblazen. Het initiatiefkomt ditmaal van ambtelijke kant, namelijk van
de afdeling Ruimtelijke Ordening binnen de sector Wonen en Werken
van het stadsdeel. De activiteiten die de werkgroep in hetverleden onder-
nam voor het oude bestemmingsplan, blijven nu achrerwege. ,H De aan-
dachtvan de werkgroep en het stadsdeel gaat tot in I993 voornamelijk uit
naar de ontwikkelingen in de noordoosthoek van de Chassebuurt. ") Alle
'projecten' waaroverwordr gesproken liggen in dit deel van de buun, na-
bij de Slatuinenweg. Her Riva-terrein ligt juisr op de zuidpunt van de
buurt. Tot in januari 1994 de belangstelling van AyasofYa aan de orde
komt, wordt in de werkgroep en in het overleg russen haar en ambrenaren
het Riva-terrein slechrs een enkele keer vluchtig genoemd. Planontwik-
keling op her Riva-rerrein is op dat moment niet aan de orde. Er is een ga-
rage gevestigd, waarvan het nier duidelijk is of en wanneer deze zal ver-
trekken.
Twee sporen
Tot halverwege 1993 voIgt men op ambtelijk niveau en binnen de werk-
groep formeel rwee sporen: de onrwikkeling van een globaal bestem-
mingsplan voor de hele buun, en de uitwerking van een project voor het
noordoosrelijk deel van de buun. In de praktijk krijgr voornamelijk het
laatste spoor aandacht.
Eind 1991 al stelr de deelraad de Nota l!an uitgangspunten Jan Vet-
terrein e.o. (Chassebuurt-Oost) vast en bereidt men de inspraak voor van
een Stedebouwkundigprogramma van eisen (fase 3) voordit gedeeltevan de
buurt. \0
Het bestemmingsplan voor de hele buun is de eerste jaren nauwelijks
onderwerp van gesprek. In de vergadering van februari 1992 van de werk-
groep kondigen de daarbij aanwezige stadsdeelambtenaren aan dat men
nieuwe uirgangspunren voor het bestemmingsplan voor de hele Chasse-
buurt wil formuleren. Tot dan toe is er slechts een enkele keer (kort) over
gepraat aan de hand van de uitgangspunren van een bestemmingsplan
voor een aangrenzende buun. Eind oktober 1992 deelt het stadsdeel de
werkgroep mede dar men vanwege een gebrek aan medewerkers bij her
stadsdeel afziet van een sradsvernieuwingsplan voor de Chassebuurt:
'Men wil her h uidige besremmingsplan wat aanpassen aan de h uidige om-
standigheden. '" Wel heeft het sradsdeel in de loop van 1992 ten behoeve
van een nieuw plan onderzoek laren uitvoeren naar de bedrijvigheid in de
buurt. "
Piannen 37
De start van het nieuwe bestemmingsplan is, in de woorden van het
hoofd van de afdeling Ruimtelijke Ordeningvanhet stadsdeel, 'Iangzaam
en passief. Volgens een andere ambtenaar van deze afdeling is het plan
v66r 1994 eigenlijk niet aan de orde geweest.
Uiteindelijk worden in het te ontwikkelen bestemmingsplan geen uit-
gewerkte plannen voor het] an Vet- en Riva-terrein vastgelegd. Deze ter-
reinen krijgen het predikaat 'nader uit te werken gebieden', waarvoor een
aparte procedure met inbegripvan inspraakgeldt. Wei worden inhet plan
de randvoorwaarden voor deze terreinen vastgelegd, zoals de hoofdbe-
sremmingen, de maximaal toegestane oppervlakten voor bepaalde func-
ties en de toegestane bouwhoogten. Die van het]an Vet-rerrein zijn al be-
kend uit de Nota van uitgangspunten van dar specifieke project. De
randvoorwaarden voor het Riva-rerrein blijken pas uit het concept-
besremmingsplan dat in 1994 het licht ziet.
De ambtelijke bemoeienissen van het stadsdeel met her besremmings-
plan en hetproject]an Vet-terrein e.o. zijn nietofficieel opgestanmeteen
bestuursopdrach t, maar liggen vastgelegd in werkprogramma's van de
sector Wonen en Werken. De eerste jaren vindt rerugkoppeling naar 'de
politiek' voornamelijk plaars door overleg met portefeuillehoudster
Boel. H Voor een nieuw bestemmingsplan neemt het Dagelijks Besruur
daarnaasr in juni 1990 en 1992 voorbereidingsbesluiten die, vooruirlo-
pend op het nieuwe plan, ongewenste onrwikkelingen in de buurt kun-
nen tegenhouden en gewenste onrwikkelingen stimuleren. Zij 'reserve-
ren' het gebied voor deze nog uit te werken plannen van de lokale
overheid. Dit is als het ware een bescherming regen bouwactiviteiten van
eigenaren, die niet stroken met de nog te onrwikkelen plannen in h.et b ~
stemmingsgebied.
l4
De inhoudelijke onderbouwingvan deze beslulten IS
globaal van aard: voor de Chassebuurr moer een nieuw bestemmingsplan
voorbereid worden, omdar er sprake is 'van een aantal nieuwe onrwikke-
lingen. Gebouwen en rerreinen staan of komen leeg, nieuwe functies
hiervoor dienen zich aan, moeren worden gezochr en/ of moeten worden
mogelijk gemaakr'.
Uit de roelichtingen op de voorbereidingsbesluiten vaIr nier op te ma-
ken of her stadsdeel voor deze gebouwen en terreinen de voorkeur geeft
aan wonen als nieuwe funnie boven maatschappelijke voorzieningen.
Wel is voor de ambtenaren die zich bezighouden met de on twikkelingvan
her stadsvernieuwingsplan het programma-akkoord van her sradsdeelbe-
sruur in algemene zin een leidraad. Daarin staat over wonen: 'De woon-
funcrie van het stadsdeel moet worden gehandhaafd, en waar nodig ver-
sterkr. Behoud van de besraande woningen is uirgangspunr.'"
Heilige wijsheid in Amsterdam
De nadruk die ambtelijk op de woonfunctie wordt gelegd, lijkt een ba-
sis te hebben in her Structuurplanvan 1990 van de gemeente Amsterdam.
Daarin is her belangaangegeven van woningbouw in het algemeen, en het
versterken van de woonfunctie in De Baarsjes in het bijzonder. In het
Goede Dienstenoverleg, een overleg russen de stadsdelen en ambtenaren
van de gemeentelijke dienst Ruimtelijke Ordening, is het te ontwikkelen
sradsvernieuwingsplan voor de Chassebuurt vaar 1994 nooir aan de orde
;(,
geweest.
Het Riva-terrein
Zowel ambtenaren als leden van de Werkgroep Besremmingsplan Chasse-
buurt geven aan dar her Riva-rerrein in her kader van het nieuwe bestem-
mingsplan in her overleg tot 1993 onbesproken is gebleven. '7 Ais reden
hiervoorwordt aangevoerd dat de berichren over de plannen die de garage
met het terrein heefr weinig consistent zijn. In her werkprogramma van
de afdeling W on en en Werken van januari 1992 wordt het Riva-terrein
onder her kopje 'rerreinen met ingrijpende ontwikkelingen' pro memo-
rie opgevoerd, met als opmerking: 'Nier urgent. Riva geen plannen voor
vertrek.' 'x Bovendien is aIle aandachr en energie gericht op de verwezenli j-
king van hetJan Ver-project. Deeerste keerdat het Riva-terrein in dever-
slagen van werkgroepvergaderingen voorkomt is januari 1994; Ayasofya
is dan inmiddels bekend als mogelijke koper van het terrein.
In 1993 verneemt het sradsdeel dat de garage toch weggaat. Binnen de
afdeling Economische Zaken van de sector Wonen en Werken onrwikke-
len zich ideeen over hoe het Riva-terrein invuIling zou moeten krijgen:
men wil onderzoeken of een bedrijfsverzamelgebouw economisch haal-
baar is. In opdracht van De Baarsjes en vier aangrenzende stadsdelen ver-
kent het adviesbureau Business Creation Result de mogelijkheden voor
bedrijvigheid op onder andere het Riva-terrein. Dir bureau onrwikkelr
een scenario voor een bedrijfsverzamelgebouw. De afdeling Economi-
sehe Zaken overlegt hierover ook met de Kamervan Koophandel. Binnen
de afdeling Ruimrelijke Ordening wil men echter tevens de mogelijkhe-
den voorwoningbouw op het terrein onderzoeken. Ambtenaren van deze
afdeling melden in oktober 1993 her Riva-terrein als casestudy aan op de
werkconferentie 'Marktvisies op stedelijke woningbouw' .J"
lnmiddels is men bij Wonen en Werken begonnen met hetvoorberei-
den van een zogenaamde Startnotitie.
Volgens een ambtenaar van de afdeling Ruimtelijke Ordening heefr
Athlon gebeld met de mededeling dat er drie gegadigden voor her ter-
rein in de marh waren. T wee daarvan, de projectontwikkelaars Plano-
Pfannen
form en G.W. Bakker, hebben zich toen ook voor informatie bij het
stadsdeel gemeld. 'We wisten dar het eraan zou komen. En toen hebben
we het er hier even over gehad, moeten we het nu zelf gaan kopen, wat
zou een goede benadering zijn? Er was natuurlijk ook sprake van bo-
demverontreiniging. Oat was ook voor de andere partijen wel een bott-
leneck. T oen werd hier een beetje een afwachtende houding aangeno-
men, eens kijken wat er nu gaat gebeuren. En om in ieder geval hier al te
bepalen war we zelf zouden willen, hebben we die startnotitie opge-
steld.' Het moment waarop dat is gebeurd, is niet meer precies vast te
stellen. Evenmin is bekend of er op politiek niveau uitspraken zijn ge-
daan over de gewenste bestemming van het terrein; aan de vervaardi-
ging van de notitie is geen bestuursopdrachr voorafgegaan. Wel is de
noritie opgenomen in het (bestuurlijk vastgestelde) werkprogramma
van dat jaar. In de Werkgroep Bestemmingsplan Chassebuurt is de
startnotitie-in-wording nooir besproken. Volgens deze zegsman is dar
ook niet gebruikelijk: 'Zo'n notitie is niet echt iets voor inspraak. Oat is
meer van, met dat rerrein willen we een bepaalde richting op.'
39
In mei 1993 bespreekt de Werkgroep Besremmingsplan een concept van
de uitgangspunren van het te maken bestemmingsplan. Hierin komt,
voor de eerste maal, het Riva-terrein (sam en met het Jan Vet-rerrein) aan
bod als mogelijke locatie voor wonen.
Onder 'Hoofduitgangspunten' staat vermeld: 'De woonfunctie dient
beschermd en waar mogelijk uitgebreid te worden (locatie Jan
Vet/Riva).' In een concept dat niet is besproken op de laatste vergade-
ring van de Werkgroep (10 mei) maar waarschijnlijk daarna is gemaakr,
staat onder 'Wonen': 'De vrijkomende gronden van bouwmaterialen-
handel Jan Vet en van garagebedrijf Riva moet de hoofdbestemming
"Wonen" krijgen. Binnen deze bestemming moeten maatschappelijke
voorzieningen en/ofkleine bedrijfsruimten mogelijk zijn. Deze nieuw-
bouwlocaties lenen zich goed voor woningbouw in diverse financie-
ringscategorieen, waaronder koopwoningen.' In de later vastgestelde
Startnotitie komt de formulering 'hoofdbesremming wonen' niet voor.
Het Dagelijks Bestuur stelt op 21 december de Startnotitie Riva-terrein
vast. Daarmee is hetfase o-en 1-besluitgenomen: een besluitom onderzoek
te doen naar mogelijke stedebouwkundige functies op het terrein. In de
Startnotitiewordt de mogelijkheid genoemd van 'een combinatie van de
woon- en bedrijfshuisvestingsfunctie, met uitzonderingvan winkelvoor-
zieningen', maar ook 'de mogelijkheid de hoofdbestemming bedrijfster-
40 Heilige wijsheid in Amsterdam
rein te behouden, met inach tneming de behoefte aan bedri jfsverzamelge-
bouwen'.'o
Een voorlopige conclusie is dat besruurlijk aan een combinatie van wo-
nen en werken is gedacht als bestemming voor het terrein, maar dat de
mogelijkheid voor bedrijvigheid als hoofdbestemming nadrukkelijk niet
is uitgesloten. Binnen de sector W onen en Werken verschillen de afde-
ling Economische Zaken en Ruimtelijke Ordening van opvatting. Eco-
nomische Zaken legt de nadrukop een bedrijfsverzamelgebouw, Ruimte-
lijke Ordening wil vooral ruimte voor woningbouw." De Werkgroep
Bestemmingsplan heeft waarschijnlijk een voorkeur voor wonen als
hoofdbestemming. Over de relatieve omvang van woonfuncties, bedrij-
vigheid en maatschappelijke voorzieningen op het terrein is de menings-
vorming tot 1994 niet afgerond.
Hoofdstuk4
Het conflict
Op 23 december 1993 vindt op verzoek van Ayasofya een onderhoud
plaats russen vertegenwoordigers van de sector Wonen en Werken, Aya-
sofya en de Arhlon Groep.' Tijdens die bijeenkomsr meldt Arhlon dat
Ayasofya de meest serieuze kandidaat is voor de aankoop van het
Riva-rerrein. Daarnaast ontvouwt Kabaktepe in globale zin de plannen
van Ayasofya voor het terrein: de vereniging wil een moskee en een soci-
aal-cultureel centrum op het terrein vestigen, met een Turks badhuis en
een sporthal. Hij laat weten dat Ayasofya, ongeachrhet doorgaan van de
koop, voor de aanstaande ramadan het terrein van Athlon wil huren. In
verband met de op het terrein rustende bedrijfsbestemming wijst Boel
Kabaktepe erop dat de vereniging hienoe schriftelijk een verzoek moet
indienen bij het Dage!ijks Besruur. Het bericht dat Ayasofya de belang-
rijksre kandidaat is voor her Riva-terrein komt, in de woorden van Boel,
als een volslagen verrassing. Op zijn beun is Kabakrepe overrompeld
door de mededeling dat er een nieuw bestemmingsplan voor de Chasse-
buurt in de maak is; hij hoon dat tijdens deze bijeenkomst voor het eerst.'
De stadsdeelvertegenwoordigers maken duidelijk dar de plannen van
Ayasofya in strijd zijn met het geldende besremmingsplan. Bovendien
sporen de ideeen van her sradsdeel over het nieuw te ontwikkelen bestem-
mingsplan niet met de plannen van Ayasofya. Als Boel de samenkomst
heeft verlaten, spreken Kabaktepe en het hoofd van de afdeling Ruimtelijke
Ordening af om in het nieuwe jaar de uitgewerkte plannen van Ayasofya
te bekijken. Dit gebeurt op 7 januari. Kabaktepe wordt daar ingelicht
over de procedure van het stadsvernieuwingsplan en de mogelijkheden
om met de eigen plannen in te spreken. Op 19 januari richt Ayasofya zich
per brief tot het Dagelijks Bestuur en de deelraad met het verzoek om her
Riva-terrein tijdens de ramadan voor religieuze samenkomsren te mogen
gebruiken. Her Dagelijks Bestuur anrwoordr dat dir niet kan worden toe-
gestaan, omdat dit gebruik niet strookt met het bestemmingsplan.
In februari 1994 komt de controverse over het Riva-terrein in de open-
baarheid. Zij onrwikkeltzich in sne! tempo tot een conflict, waarvan in de
plaatselijke en landelijke pers geregeld verslagwordt gedaan. N adat Aya-
42
Heilige wijsheid in Amsterdam
sofYa het Riva-terrein in gebruik heeft genomen, kunnen in het conflier
twee kwesties worden onderscheiden, die zich gelijktijdig ontwikkelen.
Dit onderscheid wordt door de partijen zelf soms ook gemaakt. Allereerst
is er de twist over het 'tijdelijk' gebruik van het terrein, dat het stadsdeel in
strijd acht met het oude, vigerende bestemmingsplan. Ten tweede is er
onenigheid over de functie die het Riva-terrein in het te ontwikkelen
sradsvernieuwingsplan moet krijgen, en over de vraag in hoeverre de
plannen van AyasofYa voor het terrein onverenigbaar zijn met wat het
stadsdeel voorogen staat. Deze twee kwesties zijn in werkelijkheid niet los
van elkaar te zien: het bezwaarvan het stadsdeel tegen het tijdelijkgebruik
is dar dit het AyasofYa larer juridisch mogelijk kan maken haar plannen te
verwezenlijken.
Handhavingsperikelen: het huidige gebruik
Deeigenaar,Arhlon, is bereidom voorafgaandaan de definitieveverkoop
het terrein voor de komende ramadan aan Ayasofya re verhuren. Het
stadsdeelbesruur is echrer bang dat de vereniging met haar activireiren op
her terrein een 'overgangsrechr' zal opbouwen, en zo een status-quo zal
scheppen waardoor in het nieuwe, re ontwikkelen besremmingsplan de
eigen plannen voor her Riva-terrein (woningen en bedrijven) geen door-
gang kunnen vinden. Her sradsdeel beroepr zich op het oude, geldende
besremmingsplan voor de buurt, waarin de functie van her Riva-terrein
als garage is vastgelegd. Aan de vooravond van de ramadan weigert her dan
ook toestemming te geven her Riva-terrein gedurende de vastenperiode
voor religieuze samenkomsten te gebruiken. Dezeweigering vormt de di-
reere aanleidingvoor het in de publicireit komen van de controverse, die
tot half maart 1994zelfsvolledig in het teken staat van het ti jdelijkgebruik
dat mogelijk blijvend gebruik inleidt.
De twist over het feitelijk gebruik van het Riva-rerrein speeh een be-
Iangrijke rol in de verslechtering van de betrekkingen russen AyasofYa en
het stadsdeeL Voor het late tijdstip van het uitvaardigen van het gebruiks-
verbod, pas aan de vooravond van de ramadan, voert het stadsdeel als ar-
gument aan dat ook het formele, schriftelijk verzoek tot ingebruikname
laat is ingediend. In de ogen van de leidingvanAyasofya is uitsluitend het
stadsdeelbesruur in deze kwestie te laken.' De achterban lijkt het aIleen te
kunnen begrijpen als een vijandige daad tegen de moslimgemeenschap
van Amsterdam. Het sradsdeelbestuurvindt daarentegen datAyasofYa de
siruatie waarin zij vlak voor de ramadan is terechtgekomen, geheel aan
zichzelf heeft te wijten. Zij is ervan uitgegaan dat het stadsdeel voor de
druk zou wi jken, maar heeft verkeerd gegokt. De lokale overheid staat een
Het conflict
43
helder en duidelijk besruurvoor, heeft met deze lijn successen geboekren
heefr dit in de aanloop van de aanstaande deelraadsverkiezingen (op 2
maart) ook steeds benadrukt: de leefbaarheid in de buurt kan aileen wor-
den verbeterd als de overheid er ook in de praktijk voor zorgt dat iedereen
de regels naleefr.
Dir meningsverschil Iuidt het moment in waarop de kringwaarbinnen
de contacten russen AyasofYa en het stadsdeel plaatsvinden kleiner
worde 4 Door de aandachr van de media besluit het Dagelijks Bestuur dat
een persoon als woordvoerder zal optreden. Her conflict krijgr 'smoel'.
Salm en Kabaktepe doen over en weer scherpe uitspraken in de pers.
Onder de kop 'Ramadan op stoep van De Baarsjes' uit Kabaktepe in het
Nieuws van de Dagvan 8 februari zij n woede die, in deze eerste publicatie
over de kwestie, meteen al mede is gericht op stadsdeelvoorzitter Salm:
"'Ayasofya" beticht Salm en de hele PvdA-fractie van discriminatie,
minachting van de islam alsmede "politiek-juridische misleidingen".
Daarvoor zal hij uit de T urkse gemeenschap de rekening gepresenteerd
krijgen,' aldus her Nieuws van de Dag. Het blad laat vervolgens Kabak-
tepe zelf aan het woord: 'Tijdens de verkiezingen hoeft de PvdA niet
meer op onze stemmen te rekenen. We zijn diep beledigd, want zoals de
zaken er nu voorstaan hebben we in De Baarsjes geen onderkomen om
aanstaande vrijdag het begin van de ramadan te vieren. ( ... ) Het dage-
lijks bestuur onder leiding van Salm wil niet eens op ons verzoek in-
gaan. Daarom zijn we gedoemd ons geloof op suaat te vieren. Uit pro-
test doen we dat maar op de stoep van het stadsdeelkantoor.'
Salm meldt in dezelfde krant dar de nieuwe bestemming van het Ri-
va-rerrein woningbouw zal zijn:
'Vanuit de Centrale Stad hebben we de wens om duurdere koopwo-
ningen te gaan bouwen. Daar is in ons stadsdeel dringend behoefte aan.
Het Riva-terrein is daar een prima locatie VOOL'
In de raadsvergadering diezelfde avond, drie dagen voor het begin van de
ramadan, komt het besluitvan het Dagelijks Bestuurom voortijdelijkge-
bruik geen toestemming te geven aan de orde. De grote meerderheid in de
deelraad steunt die beslissing. AIleen her CDAis voorstandervan het gedo-
gen van een tijdelijk gebruik van het Riva-terrein. Kabaktepe spreekt die
avond in. Op een vraagvan een raadslid ontkent hij Salm in het gewraakte
interviewte hebben beschuldigd van discriminatie. Volgens hemginghet
om een verzinsel van de journalist en 'boze woorden'. Kabaktepe roont
zich teleurgesteld en zegt dat hij zijn nek heeft uitgestoken om iets voor
44
Heilige wijsheid in Amsterdam
zijn achterban te bereiken. Hij heeft onder andere bewust contact met de
media gezoch t. Hi j wil het niet laten aankomen op een confrontatie, maar
' ... men vraagt hier dan om problemen. Als dat lo moer worden aange-
pake, gaan de moslims massaal naar het Mercatorplein. Als men dar hier
wil belemmeren, moet men de ME maar inschakelen, want de meesten
zijn nu echr boos.'
Kabaktepe verlaat vervolgens, samen met andere Turkse toehoorders, de
vergadering. \
Op donderdagmiddag IO februari, de dag voor het begin van de rama-
dan, verzamelen zich ongeveer driehonderd T urkse mannen op het Mer-
carorplein. Vandaar trekken zij in optocht naar het sradsdeelkantoor om
daar, voor de ingang, demonstratief in gebed neer te knielen.
'Als her stadsdeel op heel kone termijn nier accoord gaat met ons tijde-
lijke betrekken van her Riva-terrein, dan wordt ons onrecht aangedaan.
We zullen vandaag zelf een ruimte moeten betrekken waar we met de
ramadanviering kunnen beginnen. We zijn zwaar beledigd', zegt Ka-
baktepe tegen het Nieuws van de Dag (II februari I994).
Het Paroolvan diezelfde dag meldt dat Kabaktepe de stadsdeelraad ervan
verdenkt de T urkse gemeenschap met opzet geen eigen ruim te te willen
geven, want: 'Datvestigt aIleen de aandachtop devele buitenlanders in de
wijk.' Salm is volgens Het Paroolwoedend: 'Mochten ze erin trekken, dan
heb ik dat bestemmingsplan bij de hand. En dan sluit ik een ontruiming
niet uit.' Salm zegt tegen de Parool-journalist boos te zijn dat ze hem van
discriminatie beschuldigen; blijkbaar heeft hij Kabaktepcs uirleg tijdens
de deelraadsvergadering drie dagen eerder niet aanvaard. In het Nieuws
van de Dagmerkt Salm op dat het stadsdeel momenteel de belangstelling
in de buurt inventariseert voor te realiseren duurdere koopwoningen:
'lk kan het aan de buurt dus niet verkopen om daar nu tijdelijk een ge-
bedsruimte roe te laten. Dan komt onze geloofWaardigheid in het ge-
ding.' Hij zegt aIle vormen van geloof te respecteren, 'maar voor de po-
litiek in Nederland geldt scheiding van kerk en staat' (II februari I994).
De eerste dag van de ramadan neemt Ayasofya het magazijngebouw op
her Riva-terrein in gebruik als gebedsruimte. De politie constateert de
volgende dag dat het terrein wordt gebruiktvoor het houden van religieu-
ze bijecnkomsten. Op 15 februari stuurt het Dagelijks Besruur een brief
naar de bewoners in de omgeving van het Riva-terrcin. Daarin staat ver-
meld dat Ayasofya het pand op het Riva-terrein in gebruik heeft geno-
Het conflict
45
men, en hetwil gebruiken voor gebedsbijeenkomsten tijdens de ramadan
die dat jaar russen II februari en II maart valr. En:
'Het bestuur van stadsdeel De Baarsjes respecteert iedere vorm van ge-
loofsbeleving maar acht het gebruik van dit pand in strijd met de huidi-
ge bestemming van het terrein. Het stadsdeelbestuur heeft de Stichting
Ayasofya daarom aangezegd het gebruik te staken.'
De schriftelijke aanzegging aan Ayasofya voIgt twee dagen later, op 17 fe-
bruari. Diezelfde dag bericht Het Paroolover de affaire. Salm sluit daarin
wederom een on truiming niet ui t, al kan hij niet zeggen op welke termi j n.
Over de plannen van Ayasofya ereen cultureel centrum te vesrigen, meldt
hij:
'We hebben in her stadsdeel drie buurrhuizen. Daar komen al Turken.
De funcries die ze in de garage willen onderbrengen, kunnen daar af-
lOnderlijk worden benut.' Het stadsdeel zal wel doorgaan met lOeken
naar alternatieve ruimten: 'Er zijn nag drie schoollokalen in de aanbie-
ding. Helaas weet ik niet wat Ayasof)ra hiervan vindt, want zij heeft aI
het contact verbroken' (I7 februari I994).
In de media onderbouwt stadsdeelvoorzitter Salm de ingezette lijn van de
rechtshandhaving telkens met dezelfde argumenten: er kan niet worden
toegestaan dat her rechr van de srerksre gaat gelden.
'We zitten echt niet op een confrontatie re wachten, maar Ayasof)ra
moet zich, net als ieder ander, gewoon aan de regels houden. De afgelo-
pen jaren heeft het stadsdeel steeds het oneigenlijk gebruik van panden
aangevochten en dat zullen we nu ook weer doen. Een complexe sa-
menleving met lOveel nationaliteiten kan namelijk aIleen goed functio-
neren als de regels helder zijn en ook worden nageleefd' (Amsterdams
Stadsblad, 13 april I994). En: 'Als we dat als deelraad deze groep roe-
staan, komen er meer' (Het Parooi, 30 april I994).
Het stadsdeel verzoekt de Amsterdamse brandweer een brandveiligheids-
onderzoek in te stellen in de magazijnruimte op het Riva-terrein. De
brandweer concludeert op 18 februari in een brief aan het stadsdeelbe-
stuur dat ervanwege het ombreken van de meestelementaire brandveilig-
heidsvoorzieningen 'ernstig bezwaar' bestaat tegen gebruik van het ge-
bouw als gebeds- en ontmoetingsruimte.
Op 24 februari sruurt het Dagelijks Bestuurde besruursdwangbeschik-
king waarin het Ayasofya op straffe van ontruiming officieel aanzegt het
gebruik van het Riva-terrein voor religieuze bijeenkomsten te staken.
Heilige wijsheid in Amsterdam
In een brief van 5 juli 1994 aan ombudsman Nora Salomons geeft Salm
de reden waarom de bestuursdwangbeschikking van 24 februari aileen
tegen religieuze activiteiten is gericht. Op het moment van de beschik-
king was dit de enige activiteit die in strijd was met her besremmings-
plan. 'De tijdelijke aanvraag van Ayasof)ra was ook ten behoeve van reli-
gieuze voorzieningen.'
Ayasofya maakt geen gebruik van de mogelijkheid tegen dit besluit een
bezwaarschrift in te dienen bij het stadsdeeL Daarom kan zij ook geen
voorlopige voorziening bij de rechtbank aanvragen. Dit zou bij een vol-
gende bestuursdwangaanzegging, in de herfst van 1994, weI gebeuren.
In terugblik zegt Kabaktepe hierover dar hij op dat moment geen juri-
disch geschil wilde, ook omdar her op dar moment ramadan was. Bo-
vendien was hij bang dar het moeilijker zou worden om politieke druk
uit te oefenen als hij de zaak in de juridische sfeer zou brengen. 'Pas later
kreeg ik het advies, "Vecht het maar uit op je rechren.'"
Ayasofya heeft te laar beseft dat juridische bijstand noodzakelijk was
waardoor de vereniging niet op rijd opmerkzaam is gemaakt op de moge-
lijkheid een bezwaarschrift tegen de aangezegde bestuursdwang in te die-
nen. MogelijkheefrAyasof)ra in het begin ook nier de juiste juridische ad-
viezen gehad. Toen Ayasof)ra het advocatenkantoor Moszkowicz in de
arm nam om de mogelijkheden voor juridische regenstappen te onder-
zoeken, was het hiervoor reeds te laat. Commissaris Bob Visser, poli-
riechef van district 6:
'Iedereen was heel verbaasd dat Kabaktepe de eerste keer geen bezwaar
aantekende regen de besruursdwangaanzegging en geen kort geding
aanvroeg. Oat konden we eigenlijk niet goed plaatsen.'
Op 9 maart, twee dagen voor het einde van de ramadan, verzoekt het
stadsdeel aan de burgemeester om politieassistentie bij de uitvoeringvan
de beschikking van 24 februari. Visser:
'Salm is, vind ik, in het begin te hard van srapel gel open met het aanzeg-
gen van bestuursdwang, omdat hij het niet had doordacht, dar aJs je a
zegt, je ook b moet zeggen. Kabaktepe van zijn kant begon in de pers
uirspraken te doen, het liep heel snel op. En wen kwamen de verzoeken,
politie wil je optreden. Ik heb meteen spontaan gezegd, dat kan je
schudden, dat doen we niet. Her gaat over een besremmingspIan, dar is
een papieren ding. Als we aIs politie een goede verhouding met de bewo-
ners willen hebben, gaan we dat nier handhaven en een open bare-
ordeverstoring uidokken om onze relaties re verspelen. We zijn eigen-
Het conflict
lijk een derde partij, we gaan er helemaal niet over. Oat yond I ~ r e e k na-
ruurlijk niet leuk, want die zag daarmee z'n gezag in gevaar komen.
Mijn advies was, dar oprreden dar do en we niet. lk heb her afgecheckr
binnen het korps en daar dachr men er volstrekr herzelfde over. Maar ik
voelde me heel sterk berrokken bij Freek, we hebben een heleboel din-
gen samen gedaan [onder andere in de beheerorganisarieL dus ik wilde
ook graag gelijk met hem op. Dus ik zei, "Ik wil niet handhaven, maar
ik wil je ook niet laten zakken. We moeten op andere manieren tot
oplossingen komen.'"
47
Inmiddels hebben de PvdA' ers Jan Beerenhout (werkzaam bij de Amster-
damse politie en de afdeling Bestuurscontacren van de gemeente) en Gijs
von der Fuhr (werkzaam bij her Amsrerdams Centrum Buitenlanders)
aan Salm aangeboden om te bemiddelen. Dit resulteerr uiteindelijk op 10
maart in een gesprek tussen de parrijen, maar dat brengr hen nier dichrer
bi j elkaar. (,
Tor het Iaatste moment Iijkt het stadsdeelbestuur er op te gokken dat
Ayasof)ra de aankoop van het Riva-terrein financieel niet rondkrijgt. In
de tussentijd hebben er namelijk ook nog gesprekken plaatsgevonden
russen het stadsdeel, de Centrale Stad (Grondzaken) en Athion. Op 4
maart bericht het hoofd Grondzaken van het stadsdeel per fax aan Athlon
dat wanneer de koopakte tussen Athion en Ayasof)ra niet v66r het verlo-
pen van de daarvoor wettelijk gestelde termijn (18 maart) is getekend, her
stadsdeel onmiddellijk onderhandelingen wi! opstarten, 'zulks met her
doel om binnen afzienbare tijd tot overeenstemming te komen'. Op 18
maart tekenen Manderen BV, de beleggingsmaatschappij van Ayasofya,
en de Athlon Groep de akte van levering in economische zin. Het aan-
zienlijke bedrag dar Ayasof)ra voor het terrein betaalt, wordt voor het
grootste deel ingebracht door aan Milli Gorii verwante moskeevereni-
gingen in Nederland, Duitsland, Belgic en Turkije, stelt Kabaktepe. Hij
benadrukt dat meer dan een kwart van het totale bedrag is bijeengebracht
door Turken uit De Baarsjes.
Teiugkijkend op de verkoop van het Riva-terrein, zegt Mikmak:
'Ze [her sradsdeelbestuur] zijn er waarschijnlijk altijd van uitgegaan dat
wij her aan een partij zouden verkopen die er woningen op zou gaan
bouwen. Ik denk dar zij, achteraf gezien, duidelijk onderschar hebben
war hun [AyasofYa'sl mogelijkheden waren. Want dar merkteik in die
gesprekken weI. Het was zo van, ja, dat is allemaal wei leuk jongens,
maar zitten we met een serieuze partij aan tafel? Oat was een beetje her
gevoel wat we kregen. Honhoff, dar was natuurlijk een veel geloofwaar-
diger partij dan die T urken. Want direct daarna was de reactie, waar ha-
Heilige wijsheid in Amsterdam
len ze in hemelsnaam dat geld vandaan? Hoe komen ze aan de poen?
We merkten dat ook wel aan Kabaktepe. Hij voelde zich gewoon niet
serieus genomen. Wij hebben ook verbaasd gestaan van de snelheid van
de besluitvorming.'
Begin april voert het stadsdeel in verband met de mogelijke ontruiming
van her Riva-terrein besprekingen met de gemeenteadvocaar. Via Akgiil
hoon Kabaktepe dat de ontruimingvan het Riva-terrein op handen is.
Op 19 april schrijft mr P. Atzeni van Moszkowicz Advocaten namens
Ayasofya aan het stadsdeel dat Kabaktepe heeft verno men dat de ge-
meente besloten zou hebben tot ontruiming van her Riva-terrein. Ka-
baktepe heefr hier, schrijft Atzeni, geen aanzegging over ontvangen.
Daarnaast vraagt Atzeni het stadsdeel hem te bevestigen of het besluit
tot onrruiming inderdaad al is genomen en hem re berichten 'op grond
waarvan de gemeente zulks gaat doen'. Of schoon Ayasofya de moge-
lijkheid om de rechtmatigheid van de bestuursdwangaanzegging aan te
vechten voorbij heeft laten gaan, snijdt Atzeni's laatste vraag wei hout.
Een besluit tot ontruiming is er op dat moment nog niet; een dergelijk
besluit kan het stadsdeelbestuur aileen ook niet nemen. Voor de effectue-
ring van een ontruiming is niet aileen de juridische stap van bestuurs-
dwang, maar ook daadwerkelijke inzet van politie nodig en daarmee
toestemming van 'de driehoek' van de Centrale Stad - de burgemeesrer
als korpsbeheerder, de korpschef en de hoofdofficier van justitie. Die is
wel gevraagd, maar nog niet gegeven.
In april wordt de nieuwe stadsdeelraad g6nstalleerd. Er zijn geen grote
verschuivingen in de zetelverdeling.' In het nieuwe Dagelijks Bestuur
heeft de VVD de plaats ingenomen van GroenLinks." De PvdA behoudt
haar dominante positie in de raad en in het Dagelijks Bestuur. Freek Salm
blijft voorzitter, en krijgt nu ook de ponefeuille Welzijn. Marie-Louise
Boel blijft portefeuillehoudsrer Wonen en Werken.
Salm belegt op 25 april een beraad met de fractievoorzitters van de deel-
raadspartijen om de ontruiming te bespreken. Hierop neemt het bestuur
van Ayasofya unaniem het besluit op I mei een protestdemonstratie te
houden. Men verwacht 10.000 mensen te kunnen mobiliseren. Het plan
is om van De Baarsjes naar de stad te lopen en daar aan plaatsvervangend
burgemeester F. de Grave 10.000 handtekeningen aan te bieden. Kabak-
tepe moet zelf voor zaken naar T unesie en vraagt Von der F uhr van het
ACB ofdezedeverenigingwil bijstaan zolang hij in het buitenland is. '0
Onderwijl groeit onder PvdA'ers binnen de gemeente Amsterdam de
ongerustheid over de wijze waarop het conflict zich ontwikkelt. Freek
Het conflict
49
Salm besluit hierop een bespreking bij hem thuis te beleggen. Behalve
Salm, Marie-Louise Boel en fractievoorzitter Henk van Waveren van De
Baarsjes zijn deAmsterdamse gemeenteraadsleden Eberhanvan der Laan
(fractievoorzitter), Peter Meijer (woordvoerder Minderheden) en afde-
lingsvoorzitter Wibo Koolen aanwezig. De aanwezigheid van de laatste
geeft ook de status van het gesprek aan: een gesprek tussen partijgenoten
in verschillende functies en met verschillende verantwoordelijkheden.
Henk van Waveren: 'De aanleiding voor dat gesprek was dat er binnen
de Amsterdamse PvdA verschillende signal en werden afgegeven. Wij be-
nadrukten, vanuit onze bestuurlijke verantwoordelijkheid, allemaal
Amsterdammers, gelijke rechten, gelijke plichten. De wet is er voor ie-
dereen. Peter Meijer stelde als gemeenreraadslid en fractiewoordvoer-
der Minderheden de vraag of er consensus mogelijk was. De indruk
werd gewekr dat er verschillende standpunten mogelijk waren. Dan
moet je dat afstemmen. Want je moet wel als PvdA een lijn trekken naar
een organisatie in de stad. Het was een hard gesprek. Wij stelden dat je
als Iokale overheid niet zomaar verschillende standpunten tegelijkertijd
kunt verkondigen. Je bent met dezelfde zaak bezig. Oat hebben we ge-
probeerd helder over te brengen, en Freek sIaagde daar goed in. Peter
Meijer beklemtoonde dat Ayasofya toch een aanzienlijke vereniging
was binnen de T urkse gemeenschap in Amsterdam, en dat het ook op
de langere termijn negatieve effecten zou kunnen hebben als die zich uit
teleurstelling van de overheid en de samenleving zou afkeren. Zijn posi-
tie was, het moet toch gesettled kunnen worden. Vanuit zijn positie als
woordvoerder Minderheden, waar de gemeenteraad tenslotte over gaat,
is het heel Iogisch om zo te denken. Als gemeenreraadslid is zijn posirie
ook veel vrijer omdat hij gemakkelijker wat kan zeggen, wat een be-
stuurder niet kan. Hij stelde terecht dat als er zich werkelijk problemen
met de openbare orde zouden voordoen, dit een verantwoordelijkheid
van het bestuur van de Centrale Stad zou zijn. Oat is ook een heel val ide
invaIshoek. Hij stelde, "A1s het fout gaat, en er komt een openba-
re-ordeprobleem, ben ik dan wel in alles gekend? Ik heb een verant-
woordelijkheid om te kijken wat lokale besturen doen, en war wij ver-
volgens als PvdA in de gemeenteraad daarmee moeten." Voor die tijd
waren de posities nooit zo strak geformuleerd, iedereen is immers gelijk
in de parrij. Eberhart van der Laan vervulde een bemiddelende roJ. Zijn
conclusie was ten eerste dar de zaken binnen de parrij goed moesren
worden afgestemd, maar natuurlijk mer behoud van de eigen verant-
woordelijkheid. Het was helder dat de deelraad van De Baarsjes be-
voegd is op dit terrein. Oat betekende dat de gemeenteraadsfractie in
50 Heilige wijsheid in Amsterdam
geen enkel opzicht commentaar zou leveren op her standpum van de
deelraad en het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes. Zijn rweede punt
was, dar de gemeenteraadsfractie vanuit het oogpunt van de open bare
orde een eigen invalshoek moet kunnen houden. Op het moment dar
deze verantwoordelijkheden met elkaar in conflict zouden komen, zou
verdere afstemming moeten plaarsvinden.'
Na diverse onderlinge consultaties wordt de fractieleider van de Amster-
damse gemeenteraad Eberhart van der Laan bereid gevonden te bemidde-
len.
Peter Meijer: 'De vraag was gerezen of de PvdA-fractie in de gemeente-
raad niet iets kon doen. We zijn tenslotte de grootste panij in de raad.
We zochten naar iets om de grootste spanning eraf te halen.'
Het bestuur van Ayasorya besluit dit aanbod onder twee voorwaarden te
accepreren. Binnen vijftien dagen na aanvang moet er reee! uitzicht zijn
op een oplossing, en gedurende de bemiddeling wordt de (dreiging met)
ontruiming of ander politie-ingrijpen opgeschort. De vereniging ze!f zal
de voorgenomen protestacties uitstellen." Het stadsdeel accepteert de be-
middeling van Van der Laan echter niet.'
Salm: 'T oen wilden ze Eberhart van der Laan hebben. T oen zei ik,
Eberhart is een maatje van me, als jij dat doer jongen, dan krijg je echt
oorlog mer me. Want dat wordt dus nu pvdA-circus.'"
Salm vreest niet aileen uitgespeeld teworden dooreen prominente partij-
genoot, hij wil opdar momentookgeen verdere bemiddeling. Wei wil hij
in gesprek blijven, om te voorkomen dat de zaak uit de hand loopt. Ook
politiechefVisser ziet de ontwikkelingen met lede ogen aan:
'Her dreigde op de spits te lopeno Kabaktepe zei, "Ik trek m'n handen
ervan af, ik laar het over aan de vrije krachten en dan zijn de mensen
nier te houden. Ik ga weg." Hij was in Tunesie, op reis. Toen heb ik ge-
zegd, "Oat kunnen we niet hebben, we moeten nu praten. Maar hoe
kan ik hem vinden." Een politieman uir de Pijp wist hem telefonisch te
benaderen in Tunesie. Toen is hij teruggekomen, een paar dagen eer-
deL We hebben toen, op ons initiarief, bij het Amsrerdams Centrum
Buirenlanders dat gesprek gehad. De voorzitter van Ayasofya was et,
Kabakrepe was er, Freek Salm en Peter Meijer. Ik heb Peter Meijer erbij
berrokken, wam die belde mij op een gegeven moment op. We hebben
gesproken over de-escalatie, over werken aan oplossingen, over hoe je
tot omspanning kan komen. We hebben gezegd, "Je moet het niet op
de spirs drijven, we moe ten eruit komen."'"
Het conflict
51
Visser en Meijer dragen ertoe bij dar het contact niet wordt verbroken.
Visser:
'Freek Salm probeerde naruurlijk steun te bij de gemeemeraad
b d burgemeesrer De pvdA-fi-actie werd m kaarr gebracht, Van der
br:cht het terug hij Peter Meijer. Zo is hij erbij Ik heb
Peter Meijer nog gesproken over dat we eruit moesten Zlen te komen. Ik
weet dat we elkaar heel snel vonden en elkaar ook als bondgenoten heb-
ben herkend om zowel naar de ene kant, naar Freek Salm toe te
"Haal het nou uit die ramkoers, let nou op welke volgende stappen Je
zer", als naar de andere kant, naar her ACB en naar Ayasofya,
b
drukke
n "Laar het noU niet escaleren en probeer Je nou bm-
toe te ena , " h bb
nen de mogelijkheden aan de voorschriften te houden. Zo e we
naar twee kanten toe geopereerd. En dar heeft wen wel gewerkt.
Ervolgt uiteindeIijk een reeks van gesprekken tussen Kabaktepe en Salm,
waar Meijer bij aanwezig is."
Van deze gesprekken doet Salm, met van de andere be-
stuursleden, geen officieel verslag in het Besruur. :Vel
hij Boel steeds op de hoogte. De raad m.het geheel or-
meerd zoals ook blijkt uit een brief van 20 Jum van GroenLmks m De
aan het Dagelijks Besruur. Naar
onderhandelingen over de definitieve bestemmmg van
stelt raadslid Steeman een vragen. Hem her mer JUlsr.
onderhandeld wordt terwijl de mspraakprocedure m volle gang IS. Da
doorkruist zijns inziens de inspraak.
Salm accepteert ook Meijer niet als officiele bemiddeIaar, weI als iemand
op wie hij zich kan beroepen:
'Mijn optiek was, ik wil het kanaaI openhouden voor het .geval de zaak
uit elkaar spat. Dus zei ik tegen Peter, "Ik beschouw JOU met als be-
middelaar. En ik wfl ook geen bemiddelingsvoorstellen: Da: doe lk
. het openbaar dat doe ik met open vizier. Maar Ik wil wel dat J1)
woonm, . h
. d' . n bent zodat ik Uzeyir [Kabaktepe] kan berelken, en IJ miJ.
traIt- umo .. .
D
k . heb biJ Ayasofya als door commumcanesroormssen
at I een Ingang , . '"
of een foute publicarie in de pefS de zaak onnodlg escaleerr.
O
"ding ziJ n Kabaktepe, Salm en Meijer het eens: deze gesprekken
vereen h M t el dat
hebben de partijen niet nader tot elkaar gebrac t. .el)er meen w k
deze gesprekken een verdere escalatie.van het conflICt hebben voor o-
men: er wordt uiteindelijk niet ontrUlmd.
52 Reilige wijsheid in Amsterdam
Het afblazen van de ontruiming is echter niet het gevolgvan een milde-
re opstelling van het stadsdeel, noch van een weigering van de Centrale
Srad de benodigde ondersteuninghiervoor te geven. In een uitnodigings-
brief voor de eerste inspraakavond over het bestemmingsplan maakt her
stadsdeel zijn standpunt inzake het gebruik van het terrein nog eens dui-
delijk aan de buurtbewoners:
'Om elk misverstand te voorkomen over het zogenaamde Riva-terrein
dat een onderdeel van het stadsvernieuwingsplan vormt, deel ik u nog
het volgende mede. Op het ogenblik worden gebouwen op dir terrein
zonder onze toestemming en strijdig mer het huidige bestemmingsplan
- dus onwettig - gebruikt. De gebruikers hebben wij aangezegd dir ge-
bruik te staken. Zij zijn ervan op de hoogte dat wij ons houden aan de
procedures en regels die in onze samenleving gelden. Zij weten dat zij in
strijd mer die procedures en regels handelen en dar dit niet wordt toege-
staan.' Een vergelijkbare verklaring wordt rwee dagen later ook ver-
stuurd aan politieke en maatschappelijke instanties, en aan de media."
Op 14 mei geeft waarnemend burgemeester De Grave toestemming voor
het inzetten van politie bij de ontruiming van her Riva-terrein.
Het is Ayasofya die uiteindelijk toegeeft.'6 In her bijzijn van Meijerzegt
Kabaktepe toe op Tweede Pinksterdag te zullen stoppen met de gebeds-
diensten op het Riva-terrein. Op 16 mei meldt Kabaktepe dit aan politie-
functionarissen.'7 Op 23 mei, Tweede Pinksterdag, levert Kabaktepe de
slemels van de gebedsruimre in bij her wijkteam van de politie. Ayasofya
stopt met het organiseren van religieuze bijeenkomsten. Visser:
'Ik herinner me dat er een weekend is geweest, dat was het weekend van
de sleutel. T oen moest Kabaktepe wei. De driehoek had het besluit ge-
nomen. Ik heb toen binnen de politie gezegd, "Als het moet gebeuren,
dan gaan we met rwee man en mezelfin m'n nette pak, dan gaan we her
zodanig doen dat we het met drie man gaan effectueren." En tegen Ka-
baktepe heb ik gezegd, "Moet je luisteren, het zou een grote nederlaag
zijn, als ik moest komen. Wij verstaan elkaar, maar het kan door een he-
leboel mensen verkeerd worden verstaan, er kan emotie komen, op een
gegeven moment weten de mensen helemaal niet meer waarover het
gaat, die willen aileen maar met de politie vechten. Oat is ontzettend
slecht. Dus, voorkom nou toch dar dat moet gebeuren." Op enig mo-
ment moest hij door de bocht en echr tot sluiring overgaan, anders had
hij effectuering [de ontruiming] over zich afgeroepen. Hij heeft de sleu-
tels ingeleverd onder hele zware druk ook van ons.'
Ret conflict 53
Heeft aIleen het besefdat de ontruimingwerkelijkop handen was, Kabak-
tepe tot zijn besluit gebracht de sleutel in te leveren? Had hij niet ook de
mogelijkheid zijn achterban te mobiliseren, kunnen inspelen op de on-
lustgevoelens van veel Turken en anticiperen op het feit dat een ontrui-
ming de door hem bestreden overheid in groteverlegenheid zou brengen?
Voor Kabakrepe is dit nooit een echr alternatief geweest. Hierbij spelen
zijn goede relaties met verschillende mensen buiren zijn eigen groep een
roL Kabaktepe:
'De toenmalige politiechef van district zes, Bob Visser, heeft hierin een
belangrijke rol gespeeld. Hij had eerder toegezegd dat er een bemidde-
Iingspoging zou komen. Hij zat er erg mee in zijn maag, dat was aan aI-
Ies te merken. Ik heb toen gezegd, "Als jullie het stadsdeel wver krijgen
dar ze ophouden de mensen tegen ons op te hitsen, en als ik een eerlijke
kans krijg in de bestemmingsplanprocedure, dan lever ik de sleutel in. ,,,
Visser:
'Mijn lijn is steeds geweest, dit mag niet gebeuren. Ik ben daarom vee!
bilateraal beziggeweest, persoonlijk contacten gelegd, bij Kabaktepe
langsgegaan, gezegd, "Luister eens, het mag niet gebeuren. Als het ge-
beurt, dan kom ik aileen, en dan moeten wij ervoor wrgen, wij heqb,en
een verantwoording [dat het rustig verloopt)''' en dat heeft hij heeS erg
gewaardeerd. Ik heb echt een vertrouwensband met hem gekregen, heb
hem in z'n waarde gelaten, en ik denk dat dat heeft geholpen. M a ~ hij
zat ook klem voor z' n achterban. De voorzitter was er ook, maar die zat
altijd een beetje terzijde, Kabaktepe deed alrijd het woord. Hij zat ook
een beetje klem in de rol die hij zichzelf had toegedicht. Ik yond het
echt een voorbeeld van hoe dingen kunnen vastraken, kunnen stollen.
Het stolde door de manier waarop men communiceerde, men posities
innam. Daardoor ging het heel snel de diepte in.'
De ontruiming lijkt nu voorlopig van de baan. Kabaktepe kondigt even-
wei aan dat het koffiehuis wel open blijft. De volgende dag laat stadsdeel-
voorzitter Salm weten dat hij het gebruik van de ruimte als koffiehuis
evenmin zal tolereren, en eist onmiddellijke ontruiming. Turkse buurt-
bewoners mogen, net als de Nederlandse, geen wetten en regels overtre-
den, zegt Salm tegen een verslaggever van Ret Parool:
'We treden in de buurt ook op tegen bewoners die illegaal een duiventil
op het dak zetten. Dus tolereren we deze situatie niet langer' (24 mei
1994)
54
Heilige wijsheid in Amsterdam
In de Echo is Salms reactie milder. Daar laat hij weten blij te zijn dat de ge-
bedsdiensten zijn stopgezet, al zou hij het liefst zien dat de ontmoetings-
ruimte ook wordr gesloten.
'De deelraad wil er woningen en wat bedrijven. Maar her staat iedereen
nu vrij am ideeen aan te dragen am het terrein in te richten. Op basis
van aIle voorstellen kunnen we tot een eindoorded komen' (25 mei
I994)'
In de Volkskrant beweert hij bovendien:
'We hebben nog aile tijd am te praten' (28 mei I994).
Hiermee is een eerste episode van dreigende confrontatie afgesloten,
waarin de nadruk vooralligt op de rechtshandhaving en op noties die de
striktheid van die handhaving legitimeren of juist afwijzen.
Inspraakperikelen: het toekomstige gebruik
Om te zien hoe de concrete plannen van Ayasofya zich verhouden tot het
zich ontwikkelende stadsvernieuwingsplan, moeten we teruggaan naar
het begin van de eerste episode. De plannen van Ayasofya worden voor
her eerst mondeling, in sterk gecomprimeerde en globale vorm, aan wer-
houder Marie-Louise Boel medegedeeld op 23 december I993. Vervol-
gens worden zij op 7 januari 1994 schriftelijk aan ambtenaren van het
sradsdeel voorgelegd. Een afweging van de plannen van Ayasofya in het
licht van het in ontwikkeling zijnde besremmingsplan vindt niet plaats.
De inspraakprocedure komt pas op gang, als het stadsdeel klaar is met zijn
eigen plannen. Of schoon het tempo van de procedure waarschijnlijk is
versneld door de ontwikkelingen rond het Riva-terrein en op het stads-
deel hard gewerkt wordt aan nieuwe concepten van het bestemmings-
plan, zal het nog maanden duren voordat het voorontwerp van het Be-
stemmingspIan Chassebuurt en een concept-nota met uitgangspunten
voor het Riva-terrein voor inspraak openbaar worden gemaakt. De toe-
lichtingop het bestemmingspIan die in januari in conceptvorm wordt be-
sproken in de Werkgroep Bestemmingsplan Chassebuurt, vermeldt voor
het eerst de onwenselijkheid van 'zeer grote maatschappelijke en culture-
Ie voorzieningen met een regionaaI karakter' in de buurt en naast woon-
blokken. Tijdens de bespreking benadrukt een ambtenaarvan de afdeling
Ruimtelijke Ordeningdat het stadsdeel zo veel mogelijk woningen op het
terrein wi!, meer dan honderd woningen is mogelijk. Vervolgens gaat het
concept het voortraject door van het bestuurlijke en ambtelijke artikel-IO
overleg."
Het conflict 55
Maar ook van de kant van Ayasofya komt de informatievoorziening
langzaam op gang. Het Dagelijks Bestuur en ambtenaren zijn dan wei op
de hoogte gesteld van de plannen van Ayasofya, in maart hebben de mees-
te raadsleden echter nog geen plankaart gezien, en zijn slechts via de me-
dia gebrekkig geinformeerd. J an V oerberg, leidervan de tweemansfractie
van her CDA in de deelraad, is relatief goed op de hoogte. Zijn fractiege-
noot Abdullah Akgul is immers prominent lid van Ayasofya en speelde
een sleutelrol in deverwervingvan het Riva-terrein. VoetbergsruurrAya-
sofya op 10 maart een brief, waarin hij de vereniging voorstelt haar plan-
nen in devorm van een raadsadres aan de deelraad te zen den. T enslotte zal
de raad uiteindelijk moeten oordden over het nieuwe bestemmingsplan
voor de Chassebuurt, dat in de optiek van Ayasofya in de richtingvan haar
plannen zal moeten worden aangepast. Er do en allerlei verhalen de ronde
over wat Ayasofya nu eigenlijk met het terrein wi!, en 'omdat de meeste
fracties de plannen nognier kennen is dat nadeligvoor het comite [== Aya-
sofyaJ' .
Inhoudelijk komen de plannen van Ayasofya voor het eerst aan de orde
in een gesprek tussen de vereniging en her Dagelijks Besruur van her
stadsdeel. Dat gesprek wordt voorbereid door de PvdA' ers Jan Beeren-
hout en Gijs von der Fuhr die, zoals hiervoor reeds aangestipr, hebben
aangeboden om te bemiddelen in het conflict. Het team van bemidde-
laars, dat met Cokun C::oriiz van het Amsterdams Centrum Buitenlan-
ders en destijds voorzitter van de Islamitische Raad Nederland wordt uit-
gebreid, praat twee keer afzonderlijk met de partijen. Op 10 maart vindt
een gezamenlijk gesprek plaats. Tijdens dit gesprek doet Marie-Louise
Bod her voorstel om binnen het nieuw te ontwikkelen bestemmingsplan
maximaal Looom' te bestemmen voor maarschappelijke voorzieningen,
in dir geval een gebedsruimte.
Salm: 'Die had dus gekeken wat de gemidddde omvang is van een
buurthuis, of een sociaal-culturele ruimte in de wijk. Ik dacht mens,
wat doe je nou? Dit is het begin van her einde, Louise, dir levert dus ge-
lazer op. Maar aan de andere kant, ik heb alrijd geroepen, alrijd, in de
pers, overal, regen iedereen, ik vind dat iedereen her recht heeft om z'n
geloof re belijden ( ... ) je kunt pas van mensen verwachten dat ze integre-
ren, als men zich religieus en cultured senang vodt.'
Een veronrwaardigde Kabakrepe wijsr het voorsrel als veel re beperkt
van de hand. Salm: 'Toen hadden wij zoiets van, )ezlls, war moeten we
nou nag? Nou, en dar verharde zich toen.'
Als Salm zijn bezwaren tegen de plannen van Ayasofya belicht, gebruikt
hij voor het eerst de term 'Turks bolwerk'. Salm noch Boel ervaart de rol
Heilige wijsheid in Amsterdam
van de bemiddelaars als positief. 'Het was steeds van, doe nou niet zo
moeilijk, het is toch een goed initiarief', aldus Salm. De sradsdeelverte-
genwoordigers voelen zich in Salms woorden 'in de hoek gezer als inflexi-
bele hardliners'.
De bemiddelaars sturen op 17 maart hun verslagvan de gesprekken aan
de twee panijen, mer daarbij een voorstel om op 22 maart 'met elkaar de
balans op te maken'. Dat verslag, dar een aantal opmerkingen over 'de re-
lationele sfeer' en een inventarisatie en interpretatievan de geschilpunten
bevat, valr bij het stadsdeel verkeerd en zou geen correcte weergave zijn
van de gesprekken. Men heeft het idee in een rich ting geduwd te worden
waar men de greep op het onderhandelingsproces verliest. Het stadsdeel
bedankt het driemanschap voor zi j n bemiddeling en meldt in het vervolg
slechts rechtstreeks met AyasofYa 'te [willen] onderzoeken welke moge-
lijkheden resteren'. '" De bemiddelingspoging heefe de partijen veeleer
verder uit elkaar gedreven, dan dichter bij e1kaar gebracht. Her zal tot
eind mei duren voordat er op besruurlijk niveau tllssen sradsdeel en vere-
niging zal worden gepraat over elkaars plannen.
In de pers leveren beide partijen in de tussentijd wel commentaar. Het
sradsdeel benadrukt wederom de inspraakprocedures. Salm: 'AyasofYa
mag gerust haar plannen indienen, maar het zijn uireindelijk de bewo-
ners die bepalen wat de nieuwe besremming van her Riva-rerrein wordr.
Voordringen helpr in zo'n geval echr niet.' Kabakrepe zegr in herzelfde
artikel dar AyasofYa zich erbij zal neerleggen als de buurt liever nieuwe
huizen heefr: 'In dar geval srap ik naar een projectonrwikkelaar en dan
zetten we er huizen neer' (Amsterdams Stadsblad, 13 april 1994). Ayaso-
fya is er niet gerust op dat haar ideeen het volle pond zullen krijgen in de
i nsp raakp roced ure. '0
Onderde bewoners die actiefzijn in dewijk bestaan over AyasofYa in mid-
dels verschillende meningen. Over de plannen van de vereniging koestert
de meerderheid grote reserves. Een lid van een van de werkgroepen van
her wijkcentrum:
'In eerste instantie werd er onder de actieve wijkbewoners heel negatief
gedacht over AyasofYa. In het begin wisten we er eigenlijk nog niets van.
In het wijkcentrum zijn Turkse mensen werkzaam. Die vertelden over
die moederorganisatie, dar die echt totaal fout is. Daar zijn ook dingen
over opgeschreven. We kwamen ergens die uitspraak van Erbakan te-
gen, dat ze Rome nu eindelijk zouden gaan veroveren. We wisren eerder
dingen over die moederorganisatie, dan over dingen die ze hier deden,
over Ayasofya zelf. Pas wen we wisten wat ze hier deden, bijvoorbeeld
Het conflict
in hun vesriging in De Pijp, kregen we een wat complerer beeld van war
ze voorstonden. Milli Carli?, daar had iedereen wei grote rwijfels over.
Maar als je gewoon met de mensen van AyasofYa zelf praarre, dan waren
ze een sruk gematigder. Dar hadden we wch al vrij gauw in de gaten, ie-
dereen eigenlijk weI. In De Pijp zie je dat het er tamelijk gewoon aan
toegaat. Hoe ze met vrouwen omgaan. Die krijgen ook compurerlessen.
Als je die hoofddoekjes weglaar, dan zier her er eigenlijk heel normaal
uit. Maar je houdr naruurlijk verschillende meningen in zo'n wijkcen-
trum.'
57
Het komt tot contacten tllssen AyasofYa en her maatschappelijke midden-
veld in de wi jk, waarbi j ook ambtenaren de visie van het stadsdeel naar voren
brengen. Op 23 maart Stllurt de vereniging een brief aan de Werkgroep
Bestemmingsplan Chassebuurt, de Leefbaarheidsgroep Chassebuurr en
aan het Dagelijks Bestuur van her stadsdeel. Daarin stelt zij de adressan-
ten in kennis van haar aankoop van het Riva-terrein, en geeft zij aan graag
op kone termi jn een toelichring op haar plannen te willen geven. Rond
deze datum wordt ook onder de bewoners van de Chassebuurr een brief
verspreid." AyasofYa stelt zich daarin voor aan de buunbewoners en in-
formeert hen over haar plannen met het Riva-terrein. In die briefwordtde
nadruk gelegd op de betekenis van de plannen voor de buun:
'We zijn nier aileen een islamitische organisatie, maar ook een bUUftor-
ganisatie: de voorzieningen die wij willen realiseren moeten vooral ook
buurtvoorzieningen zijn die toegankelijk zijn voor aile buurtbewoners.'
In het buunrondschrijven wordt niet gerefereerd aan het conflict met het
stadsdeel. Wel wordt erin aangekondigd dat de plannen op korte termijn
aan het stadsdeel, aan de Werkgroep Bestemmingsplan en aan de buun
worden gepresenteerd.
Op 31 maart organiseert her stadsdeel een bijeenkomst met de Werkgroep
Bestemmingsplan Chassebuurt, de Leefbaarheidsgroep Chassebuurt en een
aantal stadsdeelambtenaren." OokAyasofYa is uitgenodigd om haar idee-
en voor het Riva-terrein uiteen te zetten. Bovendien wonen enkele raads-
leden de bijeenkomst bij. De aanwezige leden van de Werkgroep Bestem-
mingsplan Chassebuurt horen deplannen van AyasofYa aan, maar treden
niet met haar in discussie. Afgesproken wordt om na een maand opnieuw
bijeen te komen. Deze bijeenkomst, waaraan meerdere werkgroepen van
het Wijkcentrum zuBen deelnemen, wordt door deze werkgroepen voor-
besproken op 19 april.
In dit vooroverleg doet Henk van der Meer van de Werkgroep Bestem-
mingsplan verslag van de bijeenkomst van 3I maart. De wen aanwezige
Heilige wijsheid in Amsterdam
leden hebben zich nogal overvallen gevoeld door de gang van zaken.
Men voelt zich bovendien onder druk gezet en 'gebruikt' door het
stadsdeel, dat plotseling haast wil maken met het stadsvernieuwings-
plan, terwijl het jarenlang op een laag pitje heeft gestaan. Kabaktepe
heeft in zijn uiteenzetting weI aangegeven dat Ayasofya oak woningen
wil realiseren op het terrein, maar nier hoeveel. Men denkt dar de plan-
nen van Ayasofya commotie zullen veroorzaken in de buun.')
De Werkgroep Bestemmingsplan deelt in deze voorbespreking haar
standpunt mee aan de andere werkgroepen: op het Riva-terrein moet
worden vastgehouden aan woningbouw en maximaal I.ooom' maat-
schappelijke voorzieningen, 'zoals gepland in jarenlang overleg met het
stadsdeel'. '4 De plannen van Ayasofya worden ongeschikt gevonden, on-
der andere vanwege het 'regio-overstijgend karakter' ervan. Tijdens het
overleg laat een groot aantal deelnemers blijken behoefte te hebben aan
informatie over Ayasofya. Men vraagt zich af'wat Ayasofya precies wi!',
en 'wat voor club er werkelijk achter zit'. Over de mate waarin de organi-
satie 'fundamentalistisch' is, verschillen de meningen. Drie deelnemers
beronen zich minder afhoudend tegenover de plannen van Ayasofya dan
de Werkgroep Bestemmingsplan."
Tijdens de bijeenkomsrvan de gezamenlijke werkgroepen en Ayasofya
op 28 april is Kabaktepe afWezig, omdat hij voor zaken in het buitenland
vertoeft. d, Een ambtenaar van de afdeling Ruimtelijke Ordening geeft
eerst een uiteenzetting over de stadsdeelplannen voor het Riva-terrein.
Deze plannen zijn, zoals te verwachten in dit stadium, nog erg globaal.
Osman Turkoglu en Selcuk Gul-de laatste is de bouwkundige die de te-
keningen heeft gemaakt - lichten vervolgens de plannen van Ayasofya
toe. Het gaat om drie varianten, waarbinnen steeds de bestaande bebou-
wing, magazijngebouwen hal, in gebruikblijven voorde funnies dieAya-
sofya voorstaat. Op de rest van het terrein zijn zo'n honderd woningen ge-
pland, enkele bedrijven en parkeerruimte. Gul benadrukt dat de plannen
globaal en niet definitief zij n. In het algemeen wordt teleurgesteld gerea-
geerd, men vindt de plannen onduidelijk en onvoldoende uitgewerkt.
Ook betreurt men het dat Kabaktepe er zelf niet is om het een en ander uit
te leggen. Ayasofya nodigt daarop de aanwezigen uit om op 19 mei een be-
lOek aan het Riva-terrein te brengen, om daar de vergadering met Kabak-
tepe te vervolgen."
Ayasofya houdt op I3 mei open huis op het Riva-terrein. Twee dagen
eerder Stuurt ze de uitnodiging hiervoor rond, die ook een persbericht is.
In de uitnodiging benadrukt de vereniging het algemene karaktervan een
aantal geplande functies, zoals een sporthal, vergader- en feestruimten en
Het conflict
59
een badhuis (hammam), also ok her nutvan deze faciliteiten voor de hele
buurt:
'Het groorste deel van her terrein wil de vereniging in goed overleg met
sradsdeel inrichten, bijvoorbeeld voor woningbouw en bedrijfs-
rwmten, waar de prioriteitvan her stadsdeelligt.' De uitnodiging meldt
verder dat de relatie russen het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes en
Ayasofya gespannen is. Her stadsdeel toont geen creativiteit om de
plannen van Ayasofya een plaars te geven in de buurrontwikkeling. Wat
steeh is dat 'het begrip "buurt" klaarblijkelijk beperkr is tot de au-
rocht<:me Nederlanders, terwijl meer dan een derde van de buurtgeno-
[en van T urkse afkomst is. "x
Een van de zaken die tijdens de open dag aan de orde komen, is de bodem-
sanering. 'Y Daarnaast presenteen Kabaktepe een plan voor een multi-
functioneel centrum en 45 woningen (Het Parooi, 14 mei 1994). Hij zegt
volgens Het Parooi van diezelfde dag onder andere het volgende:
''!Ie leven sam en in deze buun. Her complex moet dan ook toeganke-
hJk worden voor de autochtone bevolking. Het bouwen van dure wo-
ningen, wat de gemeente wil, uekt allen maar gasten van buiten de stad
aan.'
Het J?agelijks Bestuurvan De Baarsjes meentdat illegaal gebruikte ruim-
ten met met een bezoek moeten worden vereerd en is derhalve niet aanwe-
zig op de open dag.
19 mei 0 vangt Ayasofya de werkgroepen van her Wi j kcentrum op
Rlva-terrem. Kabaktepe beantwoordt dan de vragen die naar aanlei-
dmg van de vorige vergadering zijn geformuleerd. Ayasofya heeft haar
plannen voor een badhuis inmiddels laten vallen, maar de sponhal moet
er wei kom.en .. Deze zal voor tachtig procent functioneren als algemene
sportvoorzlemng voor de buun. Voor de sportactiviteiten acht Ayasofya
de bestaande hal geschikr, in iedergeval de eerstevijfjaar. Daarna zal wor-
den bekeken of er in de plaars van de bestaande gebouwen nieuwbouw
moet Ayasofya.?eeft aan zo' n 120 woningen re willen bouwen op
het terrem, voornamehJk wat duurdere huurwoningen die vallen onder
de GDH-regels. Hierover zijn contacten met projectontwikkelaar G.W.
Bakker. Uitgewerkter plannen zullen worden gepresenteerd op de in-
van 25.r.nei. Kabaktepe benadrukt datAyasofya een compro-
mlswil berelken. HlJ meldt dar ervanah3 mei geen religieuze bijeenkom-
sten meer worden gehouden.
3Q
Kabaktepe gaat ook in op de onderbouwing van de plannen, in het bij-
zonder op het maatschappelijk belang van de gewenste voorzieningen
60 Heilige wijsheid in Amsterdam
voor een groep die het algemene welzijnswerk maar moeilijk kan berei-
ken. Daarbij schuwr hij niet her tekortschieten van het algemene wel-
zijns- en opbouwwerk in de buurt te onderstrepen. Woordvoerders van
AyasofYa richren ook hun pijlen op personen die daarbinnen werkzaam
zijn. Een vertegenwoordiger van her wijkcentrum:
'In her verhaal dat zij [AyasofYal vertelden, daar had ik zelf zoiers van,
daar moet je iers mee kunnen. Op zich, mer de doelsrellingen die ze zich
hebben gesreld. Ze verpakken her echter mer kritiek en desinformarie
over insrellingen en personen, zodat her eigenlijk vooral weersrand
oproepr. Zo werd een migrantenwerksrer van her Wijkcentrum afge-
schilderd als exrreem-links, communisrisch en nier goed voor de ge-
meenschap. En ook de Srichring Welzijn kreeg een veeg uir de pan. Je
merkr wei dar de Srichring Welzijn zich erg bedreigd voelt. Omdar zij
dus allerlei acrivireiren wilden gaan ontplooien op her rerrein, die de
Srichring Welzijn ook wil ontplooien. Er werden dingen over de srich-
ring en over de buunhuizen gezegd die nier juisr waren, die hen in een
kwaad daglichrsrelden eigenlijk. Er werden dingen gezegd als er wordr
daar drank geschonken, vrauwen kunnen er nier ongestoord bin-
nenkomen en zoo Terwijl er allerlei voorzieningen en regels zijn, ook
random de buurthuizen.'
Werkgroepsleden blijven vragen houden over de praktische uitwerking
van de plannen. Zo zijn ertwijfels over de haalbaarheid van de sanering en
over de mogelijkheden van AyasofYa de financiering van de plannen te
dragen, maar ook is er onduidelijkheid over her aantal gebruikers van het
complex, de daarmee samenhangende eventuele overlast en over de wijze
waarop het eruit komt te zien. Een lid van de Werkgroep Bestemmings-
plan Chassebuurt:
'Her wordt gewoon zoals elders in de stad, een Turks centrum in een
oud pand, midden in de oude rraep. Oat willen we hier nier' (Het Pa-
roof, 24 mei I994).
Op de inspraakavond van 25 mei is het gehe!e stadsvernieuwingsplan on-
derwerp van discussie. De plannen van het stadsdee! en die van AyasofYa
voor her Riva-terrein zullen worden besproken op een speciale inspraak-
bijeenkomsr op 15 juni." Niettemin zijn er die avond vee! Turkse be!ang-
stellenden. Voorzitter Salm neemt van Kabakrepe 1.200 adhesiebetui-
gingen voor de plannen van AyasofYa in ontvangst." Ookhet Riva-rerrein
komt, als onderdeel van het sradsvernieuwingsplan, aan de orde, en Ka-
baktepe spreekt hierover in. Een ambtenaar van de afde!ing Ruimtelijke
Ordening voert mede namens het stadsdeel her woord. Hij wijst erop,
Het conflict 61
'dat de stadsdeelorganisatie prioriteit geeft aan her realiseren van lOveel
mogelijk woningen en her daarom nier eens is mer AyasofYa'.
In her verslag van deze inspraakbijeenkomsr komen, naast Kabakrepe,
vi jfinsprekers aan het woord over her Riva-terrein, allen ten gunste van de
plannen van AyasofYa. Het Paroo! meldt naar aanleiding van deze avond
darAyasofya haar plannen overtuigend heefr toegelicht, en dar de andere
buunbewoners niet in opstand zijn gekomen. De krant citeen een, niet
bij name genoemde, stadsdeelbestuurder:
'Jammer dar die mensen her achrersre van hun tong nier lieren zien.'
'Kennelijk,' voegt Het Paroolhieraan roe, 'kosr her hem moeite re gelo-
ven dar de plannen van de Turken geen massaal buurtverzer oproepen'
(Het Parool, 27 mei 1994).
Volgens de aantekeningen van raadslid Voerberg is er wei een boze man
die op een gegeven moment vanuit de zaal roept: 'Vrijdagavond staan er
vijfhonderd auto's. Ze hebben allemaal een auto! Gooi er een born op!'
Ook is er in de pauze een bommelding en wordt het stadsdeelkanroor,
waar de bijeenkomsr wordr gehouden, kone rijd door de politie ont-
I ,
ruimd.
Salm blijft erechrervan overtuigd dat de buurr geen zin heeft in de komst
van een 'Turks bolwerk':
'Kabakrepe vindr her nier leuk als ik dar woord gebruik, maar dar zou
her toch wei worden: een Turks bolwerk. En dar willen veel bewoners
van de buun echr niet' (de Vofkskrant, 28 mei 1994).H
Dewerkgroepen van het Wijkcentrum besluiten op 8 juni, een week v66r
de inspraakbijeenkomst over het Riva-terrein, bijeen re komen om te kij-
ken of men tot een gemeenschappelijk standpunt kan komen.
54
Een lid
van de Werkgroep 20-40 bereidt voor deze gelegenheid een concept-
standpuntverklaring VOOL Dit concept, waarin begrip wordt getoond
voor de plannen van AyasofYa, web bij verschillende deelnemers aan het
overleg felIe reacties op.
'Op her eind moesr je consrareren dar er geen enkele basis voor een ge-
zamenlijk srandpunt was. Eigenlijk maakren wij dezelfde fout als het
sradsdeel en AyasofYa, er kwamen veel te veel emoties los. Nadat ik het
stuk had uitgedeeld, stond binnen tien minuten iemand van de Leef-
baarheidsgraep op die me begon uir te foereren, tien minuten lang. Be-
lachelijk vond hij her, heel emorioneel.'
Heilige wijsheid in Amsterdam
Er blijkt veel verdeeldheid tussen en binnen de werkgroepen, waardoor
een gemeenschappelijk standpum niet haalbaar is.
'Het meestgehoorde argument regen was, dar zoiets nier in een wijk
thuishoorr. Niemand van de bewonersgroepen heeft ooit gezegd, "We
willen geen moskee in de wijk." Oat is nooir door enige bewoner ge-
zegd. De bewoners die faliekam tegen waren, hebben het altijd gehad
over de maat, de omvang van het geheel. Het ging niet over de concrete
overlast. Het was meer een SOOft angst. De achterliggende gedachte was
dat de buurt in een neergaande spiraal raakt, als je zoiets toelaat. Oat
was breed gevoeld, in ieder geval onder de Leefbaarheidsgroep en de
Werkgroep Bestemmingsplan. In de Werkgroep 20-40 lag het war ge-
nuanceerder. Die graep gaat over het hele stadsdeel, en kan er met wat
meer afstand naar kijken' (een lid van de Werkgroep 20-40).
De Werkgroep Bestemmingsplan verspreidt op de vergadering van 15
juni haar eigen standpunr. Daarin onderschrijft zij zonder enig voorbe-
houd de ontwerp-Nota van uitgangspunten van het stadsdeel."
De definitieve Nota van uitgangspunten Riva-terrein is pas na 7 juni be-
schikbaar. De aankondigingsbrief die naar de bewoners van de Chasse-
buurt wordt gestuurd, bevat een kone uiteenzetting van de globale plan-
nen van het stadsdeel en van Ayasofya. Erbij gevoegd zijn enkele platte-
grondjes die een mogelijke invulling van deze plannen weergeven. Het
stadsdeel plant IOO tot 12owoningen en maximaaI2.000m' bedrijfsruim-
teo Het aantal woningen dat Ayasofya wil bouwen, staat niet aangegeven
in de brief; dat getal is onbekend bij het stadsdeel. \6 WeI is op het platte-
grondje aangegeven waar de vereniging huizen wil bouwen. Het opper-
vlak van de maatschappelijke voorzieningen die Ayasofya wil verwezen-
lijken, ligt tussen poom' (sporthal en multifunctionele ruimte) en
6.IOom' (dito plus badhuis).
Voor de inspraakbijeenkomst van 15 juni is zeer veel belangstelling,
niet in de laatste plaats vanuit Turkse kring. De bijeenkomst van 25 mei
was zeer druk bezocht, maar ondanks dat heeft het Dagelijks Bestuur het
niet nodig geacht een grotere locarie te kiezen. Voor her stadsdeelkan-
toor, waar de bijeenkomsr wordt gehouden, loopt het storm. Ruim vier-
honderd Turkse geYnteresseerden willen naar binnen. Omdat Ayasofya
een demonstratieve optocht heeft aangekondigd en een grote opkomst
heeft voorspeld, is poli tie te paard ingeschakeld om de optocht van het Ri-
va-terrein naar het stadsdeelkantoor te begeleiden. Vervolgens worden
maar dertig Turken binnengelaten. Stadsdeelvoorzitter Salm beroept
zich hiermee or een afspraak met Kabaktepe: van aIle participanten aan
Het conflict
de demonstratieve optocht zouden er niet meer dan dertig deelnemen aan
de inspraakavond.
Salm, in het Amsterdams Stadsblad van 22 juni 1994: 'T oen de vereni-
gingAyasofya mij vooraf meldde met twaalfhonderd mensen te komen,
heb ik gezegd slechts plaats te hebben voor dertig mensen. Daarop is af-
gesproken dat aileen gedemonstreerd zou worden.'
Deze afspraak is gemaaktvia twee politiefunctionarissen, beiden venrou-
wenspersonen van Ayasofya. Ook zegt Salm dat hij het dilemma vooraf
aan Kabakrepe heeft voorgelegd en dat Ayasofya mocht kiezen: Of dertig
man naar binnen, of uitwijken naar een grotere zaal. Salm stelt dat Ayaso-
fya heeft ingestemd met een demonstratie tot aan de deur en met toelating
tot de zaal van een gereduceerd aantal betogers.
Salm: 'Derrig man van deverenigingAyasofya konden dus naar binnen.
Die heb ik persoonlijk binnengelaren. We moeten ook rekening hou-
den met de overige buurtbewoners die naruurlijk ook een kans moe ten
krijgen hun mening te geven'(Nieuws van de Dag, 17 juni 1994).
Salm reageert met deze uitspraak op Kees Steeman, fractievoorzitter van
GroenLinks in de deelraad. De handelwijze van de stadsdeelvoorzitter
heeft bij Steeman en enkele andere deelraadsleden tot omstelde reacties
geleid, alsook tot een persbericht van de GroenLinks-fractie (oppositie),
waarin het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes wordt beticht van 'discri-
minerende selectie'.
Steeman: 'Her is een schande als Turkse mensen zich bij de deur moe-
ten legitimeren, of een ander bewijs moeten leveren dar ze bewoner van
de buurt zijn, terwijl Nederlandse mensen gewoon zijn doorgelopen.
Nu zijn er Turkse buurtbewoners gewoon geweigerd. Een inspraak-
avond is voor iedereen en het stadsdeel had moeten weren dar er een
grare opkomst was te verwachten. Men had daarop moeten anticiperen'
(Nieuws van de Dag, 17 juni 1994).
Salm ontkent dat hij naar legitimatie heeft gevraagd, dat zou juist van
Turkse zijde gebeurd zijn (Amsterdams Stadsblad, 22 juni 1994).
Raadsleden van GroenLinks en het CDA vragen een interpellatie aan in
de stadsdeelraad.
3C
Nog tijdens de inspraakavond, die via luidsprekers
door belangstellenden buiten (vooral Turken) wordt gevolgd, besluit het
Dagelijks Bestuur om een tweede inspraakavond te beleggen, dit keer in
een grotere zaal, zodat meer mensen de gelegenheid zullen hebben om in
te spreken. De reacties tijdens de eerste inspraakavond blijven echter gel-
dig.
Heilige wijsheid in Amsterdam
Tijdens de tweede inspraakavond op 30 juni in Marcanti is Salm voor-
zitter. Kabaktepe biedt hem een doos met 1.652 ondertekende inspraak-
formulieren aan, waarop een tekst is voorgedrukt die de plannen van de
vereniging ondersteum.
JR
In het verslag van de vergadering worden deze
formulieren 'adhesiebetuigingen' genoemd.'" De tweede inspraakavond
heeft hetzelfde doel en dezelfde agenda als de vorige: inspraak over de
Nota van uitgangspunten van het Riva-terrein. De toelichting op de nota
van de stadsdeelambtenaar van Ruimtelijke Ordening is op beide avon-
den vrijwel idemiek:o Die nota is bedoeld als kader voor een nadere uit-
werking van plannen door de eigenaarvan het terrein. In de nota is opge-
nomen dat maatschappelijke voorzieningen tot maximaal l.ooom' en
bedrijfsruimten tOt maximaaI2.000m' mogelijk zijn. Daarnaast moe ten
vooral woningen worden gebouwd."
In een van de rekenmodellen die her stadsdeel in zijn toelichting pre-
semeert, zijn de maatschappelijke voorzieningen en de bedrijfsruimten
onder een noemer gebracht, 'met een maximale ruimte van 3. ooom'
voor nier-woningbouw, waarbij her besraande magazijngebouw behou-
den kan blijven'. Ook in de brief van her sradsdeel aan ombudsman
Nora Salomons van 5 juli komr een zinsnede voor die ge!ezen kan wor-
den als een mogelijkheid am enige ruimre open re houden voor de plan-
nen van AyasoYa, binnen de door her stadsdeel gewenste kaders: 'Het
plan van Ayasofya is voor een deel te integreren door bijvoorbee!d het
bestaande magazijngebouw voor een groot dee! te gebruiken voor maat-
schappelijke culturele activiteiten (moskee). Dir past zowel binnen het
plan van AyasoYa als binnen de plannen van het stadsdeel.' In de brief
wordr wei opgemerkr dar Looom' voor een moskee voldoende is.
De plannen van Ayasof}ra, uiteengezer door Kabaktepe, zijn weer veran-
derd, in dezin dat nu 70 tot75 ietsduurderehuurwoningen (3- a4- kamer-
woningen) zijn gepland. Zoals hij ook al eerder meedeelde aan de werk-
groepen van het Wijkcentrum, is het voor vijf jaar handhaven van de
bestaande bebouwing het uitgangspunt. De sporthal gaat 2.50om' om-
vatten. Op de vraag, tijdens de eerste avond, waarom er geen definitief
plan op tafelligt, antwoordt Kabaktepe dat hij voor een stappenplan heeft
gekozen vanwege de financiering in de eerste fase. De vaagheid van de
plannen hangt ook samen met het feit dat er nog geen bestemmingsplan
is. Ayasofya wil bovendien in vij fj aar aantonen dat zij aandacht heeft voor
de problemen in de buun en geen wijkoverschrijdend project voorstaat.
Als het plan na vijf jaar niet aan deze opzet beantwoordr, kan er meer
ruimte voor woningbouw komen. De tweede avond gaat Kabaktepe in
zijn toelichting ook in op de toegankelijkheid van de gewenste voorzie-
Het conflict
ningen, ook voor nier-islamitische buunbewoners. Van her badhuis is af-
gezien om meer woningen te kunnen bouwen. Een stadsdeelambrenaar
antwoordt desgevraagd dat er geen concrete ervaringen zijn met geluids-
overlast van een sporthal op een vergelijkbare locatie, maar dat het stads-
deel wel geluidsoverlast vreest. Een definitieve sportvoorziening hoort
niet op een binnenterrein rhuis.
Tijdens beide avonden voeren vooral Turken het woo rd. De Werk-
groep Bestemmingsplan Chassebuurt wordt verweten dat ze de b u u ~ t
niet goed vertegenwoordigt en geen contact heeft met allochtonen, dte
trouwens ook geen zining hebben in de werkgroep. Vrijwel aBe inspre-
kers zijn voorstander van de plannen van Ayasof}ra. Salm, Boe! en de
stadsdeelambtenaar beanrwoorden de opmerkingen en vragen. Als diver-
se insprekers het belang van bepaalde door Ayasof}ra geplande voorzie-
ningen onderstrepen, wijzen de stadsdeelvertegenwoordigers op de aan-
wezigheid in de buurt van algemene voorzieningen, of tonen zij zich
bereid deze nieuw op te zetten of te verbeteren. Wanneer de drempels van
deze algemene voorzieningen voor Turkse inwoners van De Baarsjes te
hoog zijn, zullen deze omlaag moeren worden gebracht. Over Ayasof}ra's
gewenste sporthal zegt Boe! dat De Baarsjes bereid is andere dee!raden te
benaderen om gezamenlijk een sporthal op te zetten voor de T urkse ge-
meenschap, ookdie uit andere stadsdelen. Salm antwoordt op een emoti-
oneel betoog van een T urkse inspreker:
'Her is ( ... ) ook de T urkse gemeenschap niet toegestaan in te gaan regen
her besremmingsplan, dat wordt vasrgesreld door de democratisch ge-
kozen raadsleden, nier door het dagelijks bestliur. De raadsleden luiste-
ren naar de geluiden uit de T urkse gemeenschap maar ook naar de me-
ning van anderen, waarna een afgewogen beslissing wordt genomen.'"
In een woordenwisseling met Kabaktepe stelt Salm dat het stadsdeel eigen
ideeen heeft, maar ookluistert naar andere geluiden en belangen (dan die
van Ayasof}ra): 'Zo heefr het sradsdeel veel schriftelijke bezwaren ont-
vangen.
4
\ Uiteindelijk zal vol gens de democratische methode de elOdbe-
slissing vallen.'
De avond voor her besluit van het Dagelijks Bestliur over zijn stand-
pum inzake het Riva-terrein is er nog overleg tlissen het stadsdeel en"On-
dernemers uit de buurt. Deze zijn voor een versterking van de woon-
functie in de buun, en voor de bouw van koopwoningen op het
Riva-rerrein. De ondernemers blijken sterk gekant tegen de plannen
van Ayasofya, die men niet bevorderlijk lijkt te vinden voor een opwaar-
dering van de buurt. Hun zijn geruchren ter ore gekomen over het wit-
66 Heifige wijsheid in Amsterdam
wassen van geld. Ook wordt gesteld dar ondernemers en bewoners uir
angst voor represailles hun mening niet hebben durven geven op eerde-
re inspraakavonden. H
Op 12 juli maakr het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes zijn besluit ken-
baar: aan de raad wordt voorgeste!d het Riva-terrein hoofdzakeIijk te be-
stemmen voor een combinatie van woningen en bedrijven. De Nota van
uitgangspunten van het Riva-terrein blijft zo ongewijzigd, ondanks de in-
gesproken reacties op 25 mei en 15 en 30 juni. In een persbericht stelr het
stadsdeel dat het voor Ayasof)ra geen mogelijkheden meer ziet haar plan-
nen binnen de grenzen van het stadsdeel te verwezenlijken, aangezien de
vereniging het eerder aangeboden terrein achrer het Jan van Galenbad
niet geschikt acht. Het stadsdeel heeft de vereniging daarom voorgesteld
samen elders in de stad naar een geschikte plek te zoeken. De bestuursle-
den van Ayasof)ra zijn op vakantie, zodat de vereniging nier onmiddeIlijk
kan reageren.
Diezelfde avond, tijdens de maandeIijkse deelraadsvergadering, vindr
de door GroenLinks en her CDA aangevraagde interpellatie plaats over de
selectie bij de roegang tot de inspraakavond van 15 juni. Salm verdedigt
daar bij herhalinghet selectieve toeiatingsbeleid door te benadrukken dat
het misliep omdat een groep zich niet aan de afspraak hield. Voor raadslid
Holstein van GroenLinks is dit juist het cruciale punt: er mag om princi-
pide redenen geen afspraak met vertegenwoordigers worden gemaakt
over reductie van het aantal roe te laten personen. Buurtbewoners en an-
dere belanghebbenden hebben een individueel recht om in te spreken.
Voetberg (CDA): 'Het DageIijks Bestuur drukt bij herhaling uit, en dar
gebeurt hier weer, dat leden van de vereniging blijkbaar niet onder
buurtbewoners vallen.'
G roenlinks en CDA willen van het Dagelijks Bestuur horen dat dergelijke
niet meer gemaaktworden. Men had op zoek moe ten gaan naar
een grotere zaal taen bleek dat er al zo vee I belangstellingwas op 25 mei.
Salm stelt dat hij zich persoonlijk geraakt voelt door het persbericht
van GroenLinks, waarin het Dagelijks Bestuurwordt beticht van 'discri-
minerende selectie'. Uitlegvan raadsleden van GroenLinks tijdens de in-
terpellatie-zij onderstrepen datzij uitgaan van de goede bedoelingen van
het Dagelijks Bestuur en er dus geen sprake was van doelbewuste discri-
minatie mag niet baten. Een morie die een dergelijke 'discriminerende
selectie' bij inspraakbijeenkomsten in de taekomst moet voorkomen,
wordt vervolgens afgewezen. De deelraad neemt daarentegen een motie
van afkeuring aan over 'het optreden van de fractie van GroenLinks'.
Het conflict
In een notitie aan de PvdA-fractie in de deelraad formuleren de raadsleden
Henk van Waveren en Gerrit Kerkkamp in augustus een (concept-)
fractiestandpunt over de bestemming van het Riva-terrein. Zij do en dit
met het oog op de discussie waarin de afzonderlijke raadsleden de komen-
de tijd verwikkeld kunnen raken. Het is een stuk dat als handvat kan die-
nen, ook in de komende debatten in de raadscommissie en in de raad. Van
Waveren en Kerkkamp stellen dat het streven van Ayasof)ra om via het op-
zetten van een breed scala aan activiteiten iets te doen aan de maatschap-
pe!ijke achterstand van haar leden, alle lof en waardering geniet. Met het
aanbieden van een terrein achter hetJan van Galenbad heeft het stadsdee!
het belang van de plannen van Ayasof)ra ook erkend. T oen Ayasof)ra met
een vee! grootschaliger plan voor het Riva-terrein kwam, moest een nieu-
we bestuurlijke afweging worden gemaakt:
'_ Het stadsdeelbestuur heeEt in I990 besloten dat, waar in het stadsdeel
plaats komt voor nieuwbouw, daar aileen woningbouw en kleinschali-
ge, geen overlast gevende bedrijven mogen komen. Oat besluit is in
I994, in het nieuwe programaccoord, bevestigd.
_ Het Riva-terrein ligt ingeklemd tussen de woningen erom heen en
leent zich ook om die reden niet tot het daar bouwen van voorzieningen
die veel mensen trekken, met de daarmee gepaard gaande geluidsover-
last en parkeeroverlast. Het toestaan op deze plaats van een voorziening
die veel mensen van buiten het stadsdeel zou aantrekken, zou leiden tot
een verstoring van het evenwicht tussen wonen en de voorzieningen die
nodig zijn om plezierig te wonen.
_ Binnen het stadsdeel zijn meer groepen migranten die een eigen ruim-
te zoeken. Het is een feit, dat die groepen zich niet hebben aaneengeslo-
ten - of daartoe openlijk de wens te kennen hebben gegeven - om sa-
men een eigen cultureel en/of religieus centrum te stichten en te
beheren.
Ook de veelvuldig gedane uitspraken van Ayasofya, dat men een cen-
trum wi! dat openstaat voor iedereen, hebben andere groepen met ver-
gelijkbare wensen er niet toe gebracht om zich bij het streven van Aya-
sofya aan te sluicen.
_ Oat betekent dat we het hebben over een cultureel en religieus
centrum voor een groep: Ayasofya, die gebaseerd op de mondelinge
en schriftelijke uitspraken van Ayasofya - in stadsdeel De Baarsjes
maximaal 700 leden telt. Oat is nog geen 2 procem van de totale bevol-
king van OIlS stadsdeel en nog geen 20 procem van de T urkse bevol-
kingsgroep in ons stadsdeeL
Her toestaan van een zo grootschalige opzet als Ayasofya voor ogen
68 Heifige wijsheid in Amsterdam
staat, zou ook in ander opzicht tot verstoring van evenwicht kunnen lei-
den.
Stadsdeel De Baarsjes is met 283 inwoners per hectare ongeveer het
dichtstbevolkte stadsdeel van Amsterdam. De tientallen verschillende
bevolkingsgroepen leven er in redelijk evenwicht met e1kaar. Het stads-
deelbestuur, maar ook bewoners en bewonersgroeperingen hebben
daaraan de afgelopen vier jaar een grote positieve bijdrage geleverd. De
komst van een grootschalig centrum ten behoeve van een relatiefkleine
groep, met de bijbehorende overlast, dreigt dit evenwicht te verstoren,
omdat andere groepen zich tekortgedaan zullen voelen.
Conclusie: Het srreven van AyasofYa naar een eigen religieus en cultu-
reel centrum is legitiem en verdienr aile waardering. Realisering daar-
van kan en moet plaatsvinden op een schaal die in overeensremming is
met de verhoudingen binnen dit stadsdeel. Wat de fractie van de PvdA
betreft, voldoet her voorstel van het DB hieraan.
Voorzieningen op grotere schaal, ook bestemd voor inwoners van ande-
re stadsdelen dan De Baarsjes, zullen op daarvoor geschikce locaties
moeten worden gerealiseerd in overleg met de Centrale Stad.'
In de notitie wordt ook gesteld dat Ayasofya, behalve de Looom' waar-
over zij voor gebedsruimten kan beschikken, als eigenaar beslissende in-
vI oed heeft op de aard van de bedrijvigheid op de daarvoor vastgesrelde
2.ooom'. Ais men zich maar houdt aan de bepalingen in de Nota van uit-
gangspunten. Volgens de schrijvers kan daarom worden aangenomen dat
Ayasofya een deel van haar acriviteiten, voorzover die niet kunnen plaatsvin-
den binnen de Looom' bestemd v ~ ~ r maatschappelijke voorzieningen, in
de bedrijfsruimten kan uirvoeren. Groorscheeps kunnen die activiteiten
echter niet zijn, onder andere omdat voor de 2.ooom' bedrijfsruimten is
bepaald dar vestigingen niet groter mogen zijn dan 300m'. Ayasofya's
wens v ~ ~ r een sporthal kan derhalve niet worden gehonoreerd.
45
Het Dagelijks Bestuurvan De Baarsjes blijft bij zijn plannen en steltop
20 september 1994 het on twerp-bestemmingsplan vast. Met Ayasofya wil
het binnen de kaders van dit nieuwe plan tot overeenstemming komen.
Vooruitlopend op een definitieve goedkeuring van hogerhand, kan Aya-
sofya's gebruik van delen van het magazijngebouw worden gelegaliseerd
door middel van een artikel I7- of I9-procedure, zo wordt in een ambteli j-
ke notitie voorgesteld. Dir gebruik mag dan niet strijdig zijn met de Nota
van uitgangspunten.
4
('
Het conflict
Opnieuw bestuursdwang
Ayasofya is inmiddels weer begonnen met het houden van gebedsdien-
sten op het Riva-terrein. Bovendien functioneren in het magazijngebouw
een winkel en een theehuis. Het stadsdeel is nietvan zins dit 'met het hui-
dige bestemmingsplan strijdige gebruik' door de vingers te zien. Het Da-
gelijks Besruur maakt per brief zijn voornemen kenbaar om weer be-
sruursdwang aan te zeggen. Als Ayasofya de aanzegging negeert, dan
dreigt een ontruiming.
47
'Als het niet anders kan, dan met behulp van de
politie,' zegt Salm in de Volkskrant van 22 oktober I994. Die politie zelfis
echter zeer terughoudend. Een aantal keren is Salm reeds op het hart ge-
drukr voorzichtig te zijn met het middel van de bestuursdwangaanzeg-
48
gll1g.
Ayasofya heeft in de russentijd toesremming gevraagd een protestde-
monstratie te houden op I5 oktober.
4
" Op die daglopen russen de twee- en
vierduizend T urkse demonstranten mee in een protesroptocht tegen het
besluit van het Dagelijks Besruur om op het Riva-terrein slechts Looom'
te reserveren voor maatschappelijke voorzieningen. De demonstratieve
rocht gaat van het Riva-terrein, via de Kinkerstraat en de Rozengracht,
naar het Beursplein. Honderden vrouwen lopen voorop, vel en van hen
met kleine kinderen in kinderwagens.
'Onze vrouwen hebben de grootste bijdrage geleverd. Zij hebben al hun
sieraden - sommigen zelfs hun rrouwring afgestaan om her terrein te
kunnen kopen. Daarom lopen zij voorop,' aldus een zegsman in Het
Parool (I7 oktober I994).
De leidende slogan Iuidt: 'Geef integratie de ruimte.' In een pamfler
wordt gesreld dat een derde van de bevolking van De Baarsjes bestaat uit
T urkse families die, zo wordt benadrukr, evenveel van hun buurt houden
als de andere bewoners. \0 Bovendien onderstreepr Ayasofya dat zi j haar
verlangens op een met eigen geld gekocht terrein, met eigen middelen zal
realiseren. Deze voorzieningen, ter grootte van 4.ooom', zijn nodig 'om
van het integratieproces geen eenrichtingsverkeer te maken'. Aan her me-
rendeel van de geplande voorzieningen zal voorts een algemene buurt-
functie worden gegeven 'om op deze wijze aan de wederzijdse integra tie
bij te dragen'. Als de plannen van Ayasofya doorgangvinden, is op het ter-
rein nog steeds plaats voor tachtig woningen. 'We voden ons behanddd
als tweederangs burgers,' aldus het pamflet. Als het stadsdeel Ayasofya
niet serieus oeemt, 'dreigt een confrontatie die de verhoudingen russen
het stadsdeel en de Turkse inwoners langdurig zal ontwrichten'. De de-
rnonstratie eindigt in een manifestatie op her Beursplein. Voor deze slot-
70 Heilige wijsheid in Amsterdam
manifestatie zijn stadsdeelvoorzitter Salm en wethouder Van der Aa uit-
genodigd, die ook beiden aanwezig zijn. Kabaktepe benadrukt in zijn
toespraak het burgerschap van zijn achterban:
'Er zullen andere belangen zijn die ouder zijn dan de ooze. Oat wil niet
zeggen dat de onze niet meetellen. We zijn bewoners en dat willen we
weten ook.' A1s her stadsdeel Ayasorya niet tegemoetkomt, 'dan komt u
ons regen. A1s burger van ons sradsdeel. Reken erop dat we over vier jaar
allemaal de Nederlandse nationaliteit zullen hebben en dat we heel be-
wusr van ons stemrecht gebruik zullen maken.'"
Ook Freek Salm spreekt de demonstranten toe:
'Een grote concenrratie van voorzieningen zoals u die wilr, kan niet. In
Amsterdam wonen 101 verschillende nationalireiten. We moeten met
iedereen rekening houden. Het mag niet zo zijn dat het recht van de
sterkste gaat gelden' (geciteerd in Het Parooi, 17 oktober 1994).
Over de manifestatie zegt Salm later:
'Ik heb daar toen nog die petirie in ontvangst genomen, en een speech
van tien minuten gehouden. Tegen aile adviezen in, "Neem hem nou
maar in ontvangsr, F reek", "Dank je wei", en dat soon zaken. Maar ik
heb toen die zwijgende massa daar nog eens een keer uirgelegd waar het
volgens mij op neerkwam. Oat ze aile ruimre krijgen, maar zich wei aan
de regels moesren houden. Dar was toch ( ... ) indrukwekkend, moet ik
zeggen. Ik heb wei eens vaker grotere massa's toegesproken, maar die
duizenden koppen, gesluierde vrouwen, die kijkende kerels, met die or-
dedienst. [Hoe was de reacrie, op dar moment?] Ik kreeg applaus. ]a,
srilre, en applaus. Ik heb nog nooir zo'n sri! gehoor gehad. Op mijn ei-
gen wijze heb ik daar dus, redelijk gepassioneerd gezegd, "Wees wel-
kom, maar wei binnen de regels.'"
Een week later, op 22 oktober, wisselen Salm en Kabaktepe naar aanlei-
ding van de besruursdwangaanzegging in de Volkskrant pirtige standpun-
ten uir. Als her nier anders kan, zal met behulp van de politieworden ont-
ruimd, zegr Salm.
'Als Salm oorlog wil, dan kan hij dar krijgen,' anrwoordt Kabakrepe in
dezelfde krant. 'Wij zijn nu bezig met een algehele mobilisatie om het
terrein mer man en macht te verdedigen. A1S Salm volgende week hier-
heen komt om de boel diche te rimmeren, moet hij in ieder geval ge-
noeg spijkers meenemen. Want dan moer hij eerst ons regen de muur
spijkeren.' Kabaktepe zegt dat hij tot het bittere einde wil doorvechren
Het conflict
voor her behoud van her terrein, 'ook al kosr her mijn leven en dat van
mijn gezin. Voor ons is dit niet zomaar een strijd om een pand te mogen
gebruiken dar wij hebben gekochr, maar een strijd om ons bestaans-
recht. Verliezen wij, dan verliezen wij ook aile hoop op een goede toe-
komst'.
71
Salm betreun de opstelling van Ayasorya: 'We mogen als overheid niet
door de knieen gaan voor intimidatie.'
Twee dagen later is er een hoorziting op het stadsdeelkantoor,
waar Ayasofya haar visie mag geven op het voornemen van het
Dageli jks Bestuur om besruursdwang aan te zeggen." Ayasorya heefi: zich in-
middels verzekerd van de bijstand van een in het ruimtelijke-ordeningsrecht
gespecialiseetde jurist, de advocaat prof. mr N .5.]. Koeman. Op de hoor-
zitting stelt Koeman dat de Grondwet zich in het geval van religieuze acri-
viteiten verzet tegen het aanzeggen van bestuursdwang. Bovendien, in
het roekomstige bestemmingsplan is toch I.ooom' gereserveerd voor
maatschappelijke activiteiten? Voorzover ze binnen die begrenzing val-
len, kunnen die activiteiten dan toch moeilijk worden verboden. De aan-
zegging getuigt van weinig respect voor de stadsdeelraad, die het bestem-
mingsplan nog moet vaststellen, en voor Gedeputeerde Staten, die her
moet goedkeuren. War her resulraar van het besluitvormingsrrajecr is,
vaIr nog te bezien. Koeman meent verder dat de activitei ten van Ayasorya
met het huidige bestemmingsplan in de hand niet verboden kunnen wor-
den, omdat zinvol gebruik in termen van devigerende bestemming (gara-
ge) niet meer mogelijk is." Ten slotte constateert Koeman dat Ayasorya
slagvaardiger heeft gereageerd dan her sradsdeel, en het terrein heeft we-
ten aan te kopen. De indruk kan worden gewekt dar men handelr uit ran-
cune. Het stadsdeel moet 'de geur van detournement de pouvoir vermij-
den.
In Het Parool (26 oktober 1994) zegt Salm geen nieuwe argumenren te
hebben gehoord:
'In de buurr wonen honderd nationaliteiten, daarom moe ten we de be-
staande regels naleven. Maar het wordt een moeilijke beslissing. De rest
van Nederland voigt deze zaak met grote belangstelling.'
Kabaktepe zegt in dezelfde krant dat hij Salm in her gesprek duidelijk
heeft gemaakt dat er vrijheid van godsdienst moet zijn:
'Als het stadsdeelbestuur besluit dat het terrein moet worden onrruimd,
dan gaan we naar de rechter. Wij hebben drie en een half miljoen in ons
project gestopt, we houden onze hand niet op. Onze mensen voelen
7
2 Heilige wijsheid in Amsterdam
zich door stadsdeelvoorzitter Salm aan de kant gezet, en dat heefr diepe
wonden achtergelaten.'
Volgens Het Paroolwordt Kabakrepe langzamerhand dol van stadsdeel-
bestuurders die aileen maar over bouwvoorschrifren, bestemmingsplan-
nen en allerlei andere regeltjes praten, rerwijl Ayasofya integratie in de
buun nastreeft en de jongeren van de straat wil houden. 'Maar als we een
deur openen en met een voorstel komen, gooit het stadsdeel tien deuren
dicht.'
In november volgen enkele besprekingen die lei den tot een voorstel
van het stadsdeel. Dit voorstel behelst in grote lijnen dar Ayasofya een
ontheffingsprocedure aanvraagt voor tijdelijk gebruik op basis van, en
vooruitlopend op de grenzen zoals die in her nog vast te stellen bestem-
mingsplan zijn geformuleerd. Ais aan een aantal voorwaarden wordtvol-
daan, wil het Dagelijks Besruur afzien van het aanzeggen van bestuurs-
dwang. Uiterlijk 25 november moet een verzoek om vrijstelling bij het
stadsdeel zijn ingediend, zodat het Dagelijks Besruur een artikel
19-procedure kan starten. q Voor 'maatschappelijke (religieuze) voorzie-
ningen' mag binnen het gebouw maximaal I.ooom' worden gebruikt. De
rest van het gebouw kan worden bestemd voor woningen, bedrijfsruim-
ten en kantoorruimten, maar per bedrijfofkanroor niet meer dan 300m '.
Deverschillende fllllcties en bestemmingen moeten fysiek van elkaar zij n
gescheiden, en ieder hun eigen entree hebben. Tussen de maatschappelij-
ke voorzieningen en de bedrijfs- en kantoorbestemmingen mogen geen
verbindingen bestaan. Een kantine en winkeltjes zijn liet toegestaan. Ii
Uit een concept-notitie binnen de stadsdeelorganisatie blijkt echter dat,
althans ambtelijk, wordt gedacht in milder strikre termen als het gaat om
het gebruik in de praktijk. Door Ayasofyageplande functies die niet strikt
vallen onder religieuze voorzieningen, zoals les- en werkruimten, kunnen
ook onder 'bedrijfsruimten' vallen.,i> Binnen het stadsdeellijkt men te
spelen met de gedachte dat wellicht informeel meer kan worden toege-
staan, zolangAyasofya zich formeel maar houdt aal de opgegeven classifi-
caries van maatschappelijke en bedrijfsruimten. Op deze wijze zou Aya-
sofya in het bestaande magazijngebouw een groter oppervlak kunnen
benunen dan de in her ontwerp-bestemmingsplan toegestane I.ooom'
voor maatschappelijke voorzieningen. In het officieIe voorstel is van dit
idee echterweinig terug tevinden. In het openbaar persisteert het besruur
in zijn niet-versagende houding, war ook blijkt uit de kop van het persbe-
richt van het stadsdeel (16 november 1994) waarin het voorstel wordt sa-
mengevat: 'Dagelijks Bestuurvan De Baarsjes doet laatste bodaanAyaso-
Het conflict
73
fya.' Ayasofya reageert direct: zij wijst het aanbod af. In het Amsterdams
5tadsbladvan 16 november zegt Kabaktepe:
'Dit is geen voorsrel. Hier gaan we absoluur niet op in. ( ... ) Ais ik nu ac-
coord ga met die duizend vierkante meter heb ik later geen poOt meer
om op te staan. Laat ze maar ontruimen. Dan span ik een kort geding
aan, en laat de rechter dan maar uitmaken wie er gelijk heeft. Dit is op
geen enkele wijze een compromis te noemen.'
I ~ het Amsterdams 5tadsbladvan 23 november laat Kabaktepe blijken voor
Zl In plannen nog steeds naar een totaaloppervlak van 5. ooom' te streven:
'Als we de 1.000 vierkante meter accepterel dan kunnen we wei fluiten
naar die resterende 4-000 vierkanre meter. Als eigenaar van het terrein
heb ik meer poren om op te staan dan de gemeente. Ais het stadsdeel er
niet meer uitkomt, zoeken ze een derge!ijk middeL Ze willen gewoon
geen gezichtsverlies lijden. Ik ben niet huiverig voor een kort geding of
desnoods een omruiming.'
In een briefvan 24 november aan mr Koeman, de advocaat van Ayasofya,
verzekert de gemeenteadvocaat dat acceptatie van het voorstel van het
stadsdeel .niet betekent - en door het stadsdeel ook niet als zodanig zal
worden Ultgelegd - dat Ayasofya haar aanspraken op meer dan de in het
ontwerp-bestemmingsplan vastgelegde 1.ooom' prijsgeeft. 57 Ayasofya ac-
cepteert het voorstel van het stadsdeel voorvrijstelling op grond van een
artikel 19-procedure niet.'s Het stadsdeel beraadt zich op de te nemen
maarregelen. Salm, in het Algemeen Dagblad van 29 november 1994:
'TOt nu toe hebben we overal in het stadsdeel ontruimd waar werd ge-
handeld in strijd met het bestemmingsplan, dat zuHen we hier niet nala-
ten, al baart de gang van zaken mij grote zorgen.'
Op I december, voor de tweede keer in 1994, zegt het stadsdee!besruur
Ayasofya besruursdwang aan, ditmaal om het gebruik van het terrein ten
behoevevan religieuze bijeenkomsten, detailhandelsactiviteiten en hore-
cadoeleinden te staken.'9 In een persberich t meldt het stadsdeel onder an-
dere dat 'het besruur al twee jaar gel eden (heeft) besloten op dit terrein
woon- en bedrijfsruimte te willen realiseren'. 60 T evens beklemtoont het
dat Ayasofya in het afgeslagen aanbod vee! van haar activiteiten had kun-
nen realiseren. (" T eneinde de ontruiming te effectueren, vraagt het stads-
dee! aan de burgemeester van Amsterdam om politieassistentie beschik-
b ~ a r te stellen. Burgemeester Patijn spreeh met Salm, met politiechef
V Isser en vervolgens met Kabaktepe en Koeman om zich een oordeel te
74
Heilige wijsheid in Amsterdam
vormen over de situatie. Visser spreekt zich bij de burgemeester uit tegen
politie-ingrijpen. Tegenover Salm laat hij zijn onvrededuidelijkmerken:
'Patijn voelde helemaal niet voor optreden. En ik had de pest in op
Freek dar hi; weer bestuursdwang had aangezegd. Ik zeg, "We hebben
nou net rond de zomer de zaak weer wat opengehaald en nu ga je weer
de tunnel in. Want je kan ook die dwangsomconstrucrie kiezen, dan
tref je ze in hun portemonnee. Dar kan nog aardig oplopen voor ze.
Maar dan zit je niet gelijk met het dilemma dat je de ME moet sturen, of
op je bek gaat. Een van be ide. Je lijdr gezichrsverlies als je bestuurs-
dwang pakt, en nogmaals, we gaan daar wch niet optreden, dat doen we
niet jongen." Wij hebben steeds benadrukt dat het inzetten van de poli-
tie daar niet goed is. Ik heb gezegd, "Laat aan je deelraad zien dat je stap-
pen zet, maar pak nier een stap die je in een positie brengt dat als wij
niet komen, dat je voor aap staat. Je scherpr her onnodig aan."''''
Salm beaamt dat Patijn geen voorstanderwas van politie-ingrijpen, maar
er wel zeer op gespitst was dat de brandweervoorschriften niet wuden
worden overtreden.
'Patijn was heel helder, hij zei, "Als ze de brandweervoorschriften over-
treden, is her mereen afgelopen. Maar ik zet geen politie erbij om ruim-
telijke-ordeningsdingen te beslechten. Oat doe je maar via de rechrer.'"
V rijwel onmiddellijk na de bestuursdwangaanzegging teken t Ayasofya er
bezwaar regen aan. Zij vraagt tevens aan de rechtbankhet besluit re schor-
sen.
Athlon, dar nog steeds juridisch eigenaar van het Riva-terrein is en van-
wege de contractuele verplichting momenteel bezig is met de sanering
van het tenein, verneemt de bestuursdwangaanzegging uir de krant.
Het bedrijf zet in een brief aan het College van Ben W van Amsterdam
zijn belangen uiteen bij een ongesworde voortgang van het sanerings-
proces, en zegt de gemeente aansprakelijk te zuBen stellen voor de scha-
de die zal worden geleden bij een ontruiming van het terrein door de
politie. (q
Aan de President van de Rechtbank schrijft mr Koeman dat Ayasofya
' ... ten koste van grote inspanningen ( ... ) religieuze en sociaal-culturele
voorzieningen tracht te creeren ten behoeve van de grote groep Turkse
Moslims in Amsterdam-West. Het recent opgestarte project nwet als
mislukt worden beschouwd, althans wordt het volstrekt onbeheersbaar,
wanneer Ayasofya gedwongen wordt haar bemoeienissen ermee te sta-
Het conflict
ken: Gezien de tijd die de procedure voor het stadsvernieuwingsplan
nog in beslag zal nemen, is 'van enig spoedeisend belang bij het Dage-
lijks Bestuur ( ... ) geen sprake'.""
75
Het stadsdeel toom zich ingenomen met het schorsingsverzoek: 'Wij wil-
len niets liever dan dat ze naar de rechter gaan', zegt stadsdeelvoorlichrer
Den Dulk in het Nieuws van de Dagvan 23 december 1994, 'dan geeft een
onafhankelijke instelling een oordee'. Het zal de eerste keer zijn dar een
hogere rechterlijke ofbestuurli jke instan rie zich over het conflicrbuigt.
Verder verloop van de planprocedure
Intussen loopt de procedure van het stadsvernieuwingsplan door. Het
ontwerp-plan heeft ter visie gelegen, en belanghebbenden hebben bij de
deelraad bezwaren (zogenaamde zienswijzen) kunnen indienen. Ayasofya
is een van de indieners. (,s In haar bezwaar beklemtool1t zij de maatschap-
pel i j ke waarde van haar p lannen. Deze zouden de in tegratie en partici pa-
tie van allochtone groepen in de buurt bevorderen en een brugfunctie vor-
men naar niet-Turkse buurtbewoners.
Eerder heeft gemeenteraadslid Peter Meijer (PvdA) in de Volkskrant
van 22 oktober 1994 te kennen gegeven het eens te zijn met Ayasofya dat
het integratieproces bij de discussie moet worden betrokken.
'Het is be!angrijk dat de overheid voorzieningen creeert voor de diverse
groepen in een land. Door onderzoek weten wij dat het hebben van ei-
gen voorzieningen bevorderlijk is voor de integratie in een samenleving.
Daar moeten wij dan ook ons be!eid op aanpassen.' 'Maar,' voegt hij
daaraan toe, 'je kunt niet door een terrein te kopen ook de wet bepalen.'
Volgens Salm doet het er niet toe of de plannen van Ayasofya bevorderlijk
zijn voor de integratie van moslims in Nederland:
'Wij hebben gewoon te maken met rege!s. En die gelden voor iedereen.
Als de overheid bereid is die rege!s te veranderen, dan ben ik de laatste
die daartegen in opstand zal komen. Het stadsdee! staat daarom ook
open voor aIle oplossingen. Aileen moe ten die oplossingen we! in het
bestemmingsplan passen' (de VoLkskrant, 22 oktober 1994).
Ayasofya onderstreept dat de integrerende en emancipatorisch.e effecten
van de plannen zi jn gebaseerd op de samenhang ervan (en dus op de groot-
schaligheid), en dat de vereniging als 'bewonersgroep' geen aanspraak
maakt op gemeenschapsmiddelen om haar doelen teverwezenlijken. Het
bezwaar van Ayasofya is overigens weinig uitgewerkt.
Heilige wijsheid in Amsterdam
Tijdens een hoorzitting kunnen de indieners een toelichting op hun
zienswijze geven tegenover de leden van de Raadscommissie van Advies.
Op deze bijeenkomst, op 21 november in Marcanti, is van een massale op-
komst dit keer geen sprake.
De achterban van AyasofYa is uit protestweggebleven, omdat de uitno-
digingen voor de hoorzitting te laat zij n verzonden. De vereniging heeft
geen tijd gehad haar toelichting op de zienswijze voldoendevoor te berei-
den, een toelichting die Kabaktepe niettemin bereid is te geven. Hij bena-
drukt in zijn betoog dat het niet gaat om 'een conflict russen religieuze
fundamentalisten en de democratie':
'Wij zijn niet fundamentalistisch en racistisch. Met de aankoop van het
Riva-rerrein hopen wij her integrarieproces van de Turken in een
stroomversnelling te brengen' (Nieuws van de Dag, 22 november 1994).
Hij wijst erop dat de groep waarvoor hij spreekt haar toekomst in Neder-
land en in De Baarsjes ziet en harmonieus met haar buren willeven. Voor
veelleden van de groep is een directe, totale integratie een te grote stap.
Ayasofya wil hen daarbij helpen. De plannen van de vereniging moeten
daarom als een geheel worden gezien. Met cursussen en maatschappelijke
activiteiten kan aan jongeren het zelfrespect worden gegeven dat nodig is
voor een succesvolle integratie. Er is daarbij geen sprake van bekerings-
drift; binnen die activiteiten zijn ook andere groepen welkom. "r,
In het Nieuws van de Dag van 22 november zegt Salm naar aanleiding
hiervan:
'Wij begrijpen dat deze mensen hier blijven. En als domineeszoon be-
grijp ik hoe belangrijk geloofis om je goed te voelen. Maar ook zij moe-
ten zich aan de regels houden. ( ... ) We hebben de afgelopen jaren juist
erg op deze procedure gelet. We moeten de burgers ook in deze zaak la-
ten zien dat we er grip op hebben.'
In een schriftelijke reactie gaat het Dagelijks Bestuurvervolgens systema-
tisch in op de punten die Ayasofya en Manderen BV in hun zienswijzen
naarvoren hebben gebracht. "7 Het beoordeelt de zienswijzen op hun pla-
nologische relevantie: Voorziet het plan van Ayasofya in een (maatschap-
pelijke) behoefte? Is het van algemeen nut? Is het een buurtvoorziening of
een bovenwi jkse voorziening? Welke impact heeft de voorziening op haar
omgeving? Het Dagelijks Bestuur oordeelt dar Ayasofya onvoldoende
heeft aangegeven waarom een voorziening op de voorgestane schaal no-
dig is, evenmin waarom de algemene buurtvoorzieningen te weinig als
'brugfunctie' functioneren. Bovendien zijn de financieIe gevolgen van de
plannen voor de vereniging onduidelijk en is AyasofYa in het geheel niet
Het conflict
77
ingegaan op de volgens haar 'terloopse' bezwaren van het stadsdeel tegen
de plannen, zoals de overlast die de vestiging van een dergelijke groot-
schalige voorziening in deze woonbuurt met zich zou brengen.
Het Dagelijks Bestuur vat zijn bezwaren als voIgt samen:
'- bij de plannen van Ayasofya is sprake van een groorschalige, boven-
wijkse voorziening;
- de noodzaak van de vestiging van een bovenwijkse voorziening is niet
aangeroond;
- de vestiging van een grootschalige voorziening in deze woonbuurt is
ongewenst;
- om voornoemde planologische redenen stelt het Dagelijks Bestuur de
raad voor, de zienswijzen van Ayasofya niet te delen.''''
Op 19 december wordt het ontwerp-plan behandeld in de Commissie van
Advies Wonen. "9 Kabaktepe, Karacaer en Koeman spreken in. 7 Kabakte-
pe schetst de geschiedenis van de zoekrocht van Ayasofya naar een eigen
ruimte in De Baarsjes en van de verslechtering van deverhouding met het
stadsdeel bestuur. Hi j is bitter gestemd over de houding van het Dagelijks
Bestuur en diens reactie op de zienswijzen van Ayasofya: 'Het is moeilijk
om een dialoog met doyen te voeren. Maar vooruit, nog maar een keer-
'71
tje.
Kabaktepe reageert op aanmerkingen van het Dagelijks Bestuur op het
door Ayasofya benadrukte belang van de onlosmakelijke samenhang in
haar plannen. In zijn beroog licht hij deze samenhang roe. Een islamiti-
sche gebedsruimte heeft volgens hem niet aileen een religieuze, maar
ook een sociale functie. De islam is een praktisch geloof waarbij goede
werken zeer belangrijk zijn. Daarom neemt de vereniging maatschappe-
lijke veranrwoordelijkheid: sporrvoorzieningen voor jongeren en leslo-
kalen voor vrouwen hebben een dergelijke functie. Bovendien is een
multifunctioneel complex gemakkelijker exploitabel te maken. Alge-
mene voorzieningen staan op papier wel open voor islamitische jonge-
ren, maar in de praktijk niet. Oat kan ook worden afgeleid uit het feit
dat steeds meer, ook Marokkaanse, jongeren gebruik maken van de
voorzieningen van Ayasofya. Daar werkt personeel dar bekend is met
hun siruarie. Kabaktepe benadrukt de buurtfunctie van Ayasofya's
plannen. Her gaat om zelfvoorziening van bewoners van de wijk, waar-
bij komt dat het aantal Turkse bewoners snel groeit, terwijl de autoch-
tone bevolking wegtrekt. De voorzieningen op het Riva-rerrein zullen
buurtgericht zijn, maar ook anderen zijn welkom. Ayasofya amicipeert
op een andere indeling van de stadsdelen. Bovendien, instellingen als
Heilige wijsheid in Amsterdam
het Coneertgebouw en musea zijn toeh ook bovenwijks? Tegenover de
zorgen over de verwaehte parkeerdruk Stelt hij dat de bezoekers zal wor-
den gevraagd met her openbaar vervoer re komen. Karaeaer voegt hier
later aan toe dat het parkeerprobleem zieh vanzelf oplost als in het stads-
deel betaald parkeren wordt ingevoerd. Daarenboven is in plannen van
AyasofYa een ondergrondse parkeergarage opgenomen. Karacaer geefi: ook
een aanral normatieve argumenten voor AyasofYa's iniriatief. A1loehwnen
zullen in Nederland blijven en moeten hier aan hun toekomst werken.
Zij weten daarbij zelfhet beste wat goed voor hen is. Hij vraagt zieh af
waarom eigen initiatieven van alloehtonen weh alrijd zo veel verzet
oproepen, terwijl dit toeh een naruurlijke onrwikkeling is. Een bestem-
mingsplan is volgens Karaeaer geen wet, maar een gemeentelijke rege-
ling die is bedoeld om het leefklimaar van de mensen te bevorderen.
Het bestemmingsplan zou daarom zo aangepast kunnen worden. Dat
dit nier gebeurt, wijt hij aan onwil.
Een zelfbewusre eigen eulruur is volgens Kabaktepe belangrijk om soei-
ale onrust te voorkomen en integratie te bevorderen. AyasofYa wi! daar-
om helpen door een russenoplossing re bieden. Nogmaals zegt hij:
'Voor vel en uir onze gemeensehap is de afstand tot de NederIandse eul-
ruur te groot om in een stap te zetten.' Hij stelt dat her voeren van een
dialoog erg belangrijk is voor de integra tie, maar dat hij na de afgelopen
onrwikkelingen onder druk staat van mensen die minder bereid zijn om
via overleg tot oplossingen te komen."
N adat de insprekers aan het woord zijn geweest, spitst de diseussie russen
de raadsleden zich toe op de mogelijkheid om binnen de 3.ooom' die in
het ontwerp-plan zijn gereserveerd voor maatschappelijke en bedrijfs-
ruimten te 'schuiven', zodat Ayasofya meer dan Looom' kan gebruiken
voor haaractiviteiten, die tenslotte niet aile religieusvan karakterzijn.
Maar er worden ook andere opmerkingen geplaatst. Twee raadsleden
(PvdA en VVD) zijn van mening dar de uitgangspunten van het stadsver-
nieuwingplan allang voor de aankoop van het Riva-terrein bekend wa-
ren. Ayasofya heeft, met andere woorden, een eigen veranrwoordelijk-
heid in de ontstane siruatie. Bovendien zijn er binnen het stadsdeel
meer groepen migranten op wek naar een eigen ruimte. A1s het groot-
sehalige centrum aan AyasofYa wordt toegestaan, dreigt het gevaar dat
andere groepen zieh tekort gedaan voe!en. Steeman van GroenLinks
stelt dat hij het we!iswaar in vee! opziehten met het standpunt van het
Dagelijks Bestuur eens is, maar dar de be!angentegenstellingen tussen
stadsdeel en AyasofYa versterkt zijn door onzuivere uitlatingen van zo-
we! het Dagelijks Bestuur ais van AyasofYa. Hij vraagt zieh af ofhet Da-
Het conflict
gelijks Bestuur ooit met de gedaehte heeft gespeeld de onderhande-
Engen door anderen dan de betreffende bestuurders te laten voeren, om
zo de druk van de ketel te halen. Dit blijkt niet het geval. In anrwoord
op vragen waarom de grens bij Looom' is gelegd, beredeneert porte-
feuillehoudster Boel dat Looom' gebedsruimte voor de 700 leden van
AyasofYa in De Baarsjes voldoende is: 'Het is een buurtvoorziening. We
hebben gekeken naar negen andere moskeeen en naar de christelijke
kerken. De noodzakelijke ruimte is ongeveer anderhalve vierkante me-
ter per lid van de gemeenschap. Duizend vierkante meter moet dus ge-
noeg zijn.'
79
Aile partijen in de deelraad kunnen zieh vinden in de hoofdfunctie 'wo-
nen' voor het Riva-terrein. Meerdere sprekers hebben hun twijfels overde
verhuurbaarheid van 2.000m' bedrijfsruimte, gezien de moeite die het
stadsdeel heeft om het opgeknapre Het Blaeu Erf aan bedrijfjes re verhu-
reno Steeman (fractievoorzirrer GroenLinks) zegt moeite te hebben met
de starre houding van het Dageli jks Bestuur over het aantal vierkante me-
ters voor maatschappelijkevoorzieningen en bedrijfsruimte. Hij doer een
voorstel voor een andere indeling, waarbij de ruimte voor bedrijven is in-
gekrompen tot 500m" en die voor verschillende maatschappelijke, de-
tailhandels- en horecavoorzieningen is gegroeid tot 2.2oom'.71 De raads-
fracties in de oppositie voelen wei v ~ ~ r een dergelijke oplossing, en
verwachren van het Dagelijks Besruur een soepeler opstelling. Ook coali-
tiefractielid Kerkkamp (PvdA) vindt vasthouden aan de norm van
Looom' te rigide. Hij steltdat hetvolgens de PvdA mogelijk moetzijn om
aanverwante bedrijfsmatige activiteiten te ontplooien in de ruimten die
bestemd zijn voor bedrijven, bijvoorbeeld lesruimte voor de jeugd, mits
zij kleinschalig zijn en geen overlast veroorzaken. 74 Hij heeft begrepen dat
hierover te praten vaIr en heeft goede hoop dat het Dagelijks Besruur en
Ayasofya in onderling overleg oplossingen vinden voor de problemen.
Boel benadrukt dat het Dagelijks Bestuur vasthoudt aan de definitie van
bedrijfsruimte, maar dat daarbinnen overleg mogelijk is. Zij wijst er weI
op dat niet het Dagelijks Besruur, maar de PvdA-fractie (Kerkkamp) over
de (andere invulling van de) bedrijfsruimre heeft gesproken. Voerberg
(CDA) merkt op darzieh zijns inziens in de eommissie een meerderheid af-
rekent die een verruiming voorstaat van de I.ooom' voor activiteiten van
Ayasofya door het inzetten van bedrijfsruimten. Verschillende raadsle-
den zeggen blij te zijn dar er nu gesproken wordt overversoepelingvan de
norm van Looom'. 5teemanspreektvan een opening die de PvdAheefrge-
schapen.
7
\
80 Heilige wijsheid in Amsterdam
Het besluit van de reehter en het besluit van de deelraad
Op 10 januari 1995 dient het kort geding dat Ayasofya tegen de besruurs-
dwangaanzegging heeft aangespannen. De reehter, mr T. van Os van den
Abeelen, geefr aan tot een sehikking re willen komen. In afWaehring van
het definirieve bestemmingsplan wil hij een overgangsmaatregel russen
de partijen treffen. Ayasofya zau her aantal gebruikers van het terrein tot
dat moment moeten beperken tot ongeveer 1.200. Van Os wil daarmee re-
gemoerkomen aan de bezwaren van het stadsdeel, dar onder andere klaagt
over de verkeersoverlasr van de vijfentwintighonderd tot drieduizend
moslims die zieh vorig jaar tijdens de ramadan soms in de moskee verza-
melden (HetParool, II januari 1995). Een weeklatervolgteen besloten zit-
ting.
7
" Ayasofya zegt bij deze gelegenheid toe zieh aan de brandweervoor-
sehrifren re wilen houden. Op 23 januari bepaalt de reehrer dar Ayasofya
voorlopig een gedeelre van her magazijngebouw als gebedsruimte mag
blijven gebruiken, met uitzonderingvan een aantal ruimten op de begane
grond en de eerste verdieping. De reehter staat het gebruik van de begane
grond voor horeea- en detailhandelsaetiviteiten nier roe. Deze aetivitei-
ten kunnen ook elders in het gebouw of in de wi jk worden ondergebraeh t.
De reehter meent dat de grenzen die het stadsdeel tereeht aan het gebruik
wil stellen, ook met een minder vergaande maatregel kunnen worden be-
reikt. De belangen van Ayasofya zijn aanzienlijk. Een volledigverbod van
enige godsdienstige aetiviteit is aan te merken aIs apert onredelijk, mede
omdat het nieuwe ontwerp-bestemmingsplan uitdrukkelijk in de defini-
rieve vestiging van een moskee voorziet, terwijl het stadsdeel het gebruik
van het huidige gebouw op zieh niet ontoelaatbaar vindt. 77
Beide partijen verklaren zieh voorlopig tevreden, of schoon Kabaktepe
in eerste insrantie teleurgesteld reageert:
'De uitspraak van de reehter is zeer negatief. Nu moet ik de voorzie-
ningen op de begane grand sluiten. Die zijn van levensbelang voor de
jeugd. Die crimineelrjes moet ik dus de deur wijzen. Sleeht voor de in-
tegrarie' (Het Parooi, 25 januari 1995).
Ook advoeaat Koeman vindt het jammer dat er nu beperkingen zijn voor
het gebruik van de begane grand, maar in het aigemeen is hi j revreden. B ij
Ayasofya overheerst een gevoel van opIuehting dat de ontruiming van de
baan is. Het sradsdeel benadrukt dar de uitspraak van de reehrer lIooriopig
gebruik betreft. Het sradsdeel kan doorgaan met de procedure van het be-
stemmingsplan. Bovendien staat de reehter winkelruimte en een koffie-
huis niet toe. Tegenover de Volkskrant(25 januari 1995) spreekt Salm van
een redelijk compromis:
Het conflict
'Eerder hebben wij al re kennen gegeven dar her stadsdeel bereid was
duizend vierkame meter besehikbaar re srellen voor religieuze doelein-
den, het zijn er nu 1.350 geworden. Tach een redelijk eampramis?' In
Het Parooivan diezelfde dag laat hij weren: 'Het is nu helder dat wij ju-
ridisch in het gelijk zijn gesteld. Er is aileen plaats voar religieuze acrivi-
teiten.'
81
De Amsterdamse reehtbank bepaalt ook dat het gebruik van het maga-
zijngebouw maet voldoen aan door de brandweer te stellen veiligheidsei-
sen. Om tot formulering van deze eisen te komen, inspeeteert de brand-
weer het magazijngebouw en volgen gesprekken russen Ayasofya en de
brandweer. Het maximaaI toegestane aantal bezoekers wordt per verdie-
ping vastgesteld. In totaal mag het aantal de 650 niet oversehrijden, wat
onder andere te maken heeft met de breedte van de vluehtwegen.
Begin februari -de ramadan is begonnen - blijkt dat zieh op gezette tij-
den veel meer mensen in het pand bevinden. Het stadsdeel meldt dir in
een brief aan Ayasofya, en kondigt aan zieh te beraden over te nemen
maatregelen als de vereniging zieh niet aan de brandweervoorsehriften
houdt.
78
Ook blijkt dar zieh in het gebouw nog steeds een winkeltje en een
kantine bevinden, terwijl de reehter de aanzegging van het stadsdeel tot
staking van deze aetiviteiten niet heeft gesehorst en deze dus nog steeds
van kraeht is.
Ayasofya wordt verzoeht dit illegale gebruik uiterlijk op 1 april te sra-
ken, 'bij gebreke waarvan wij ons genoodzaakt zullen zien bestuurs-
dwang toe te passen ten einde beeindiging van het illegale gebruik te be-
werkstelligen'.79
Op 14 februari 1995 wordt het oIltwerp-bestemmingsplan Chassebuurt
op voordraeht van het Dagelijks Besruur behandeld in de deelraad.
80
In
zijn toeliehting beklemtoont Kabaktepe dat Ayasofya openstaat voor ie-
dereen, vaar buurtbewoners in het algemeen en uiteraard vaor aUe mos-
lims in de buurt, ongeacht afkomst of riehting.
Her werkelijke aantal gebruikers van de buurrvoorziening ligt hoger
dan het aantalleden: de 700 leden zijn sleehts de betalende gezinshoof-
den. Indusief andere gezinsleden kamt het totale aantal gebruikers uit
op een kleine 1.700. Uit de toeliehting van Kabaktepe blijkt dat her
badhuis weer in de plannen is apgenomen, al ombreekt een nieuwe
kaart van die plannen. Het badhuis is nodig voor rituele reiniging en
dient tevens als ontmoetingsplaats voor vrouwen. De sporthal is om
(Wee redenen noodzakelijk. Ten eerste staan de algemene sporrvoorzie-
ningen niet open voor iedereen en voelen T urkse jongeren zieh er nier
Heilige wijsheid in Amsterdam
altijd thuis. Ten tweede bieden eigen sporrvoorzieningen ook een ont-
wikkelingskader. Als het misgaat met een jongere kan met instemming
van de ouders met meer overwicht worden ingegrepen. Het gaat hierbij
niet om het opdringen van een geloofskader, 'maar om het aanbieden
van de mogelijkheid om niet tussen, maar in twee culturen op te groei-
en'. 'Het stadsdeel dankt zijn bestaan voor een deel aan de doorlopende
routes in de stad. Een groot ded van de activiteiten is bovendien alrijd
buurtoverschrijdend,' zegt Kabaktepe, hiermee zijn opmerkingen over
de buurtgerichtheid van de plannen van Ayasol}ra relativerend. Volgens
hem is er met het stadsdeelbestuur eigenlijk aileen overlegd over het
aantal te bouwen woningen.
Koeman herinnert in zijn betoogaan de discussie in devergaderingvan 19
december, waarin veel raadsleden, die behorend tot de coalitie, hun
onvrede uitten over de strikte verdeling tussen maatschappelijke en be-
en de van voor maatschappelijke voor-
zlenmgen. Een mogellJke oplossmg IS volgens hem de verschillende
functies naast elkaar te benoemen in plaats van ze onder de paraplu van
maatschappelijke voorzieningen te vatten." Een opsplitsing van functies
zou de angst voor een Turks bolwerk kunnen wegnemen. Bovendien zou
daarmee aan Ayasofya worden aangegeven wat de randvoorwaarden voor
het bestemmingsplan zijn."
. het Riva-terrein kunnen de meesre raadsleden zich in grote lijnen
II1 de 'woonbestemming' di.e in het ontwerp-plan is aangege-
ven. Over her verbod van een wmkellI1 de moskeeen van De Baarsjes
worden vragen gesteld.
85
Daarnaasr zijn er vragen over war precies de cri-
teria zijn om te bepalen wanneer een functie buurtoverschrijdend is."" De
bezwaren gelden vooral de strikte beperking van Looom' voor maat-
schappelijke voorzieningen en de ruime bedeling van 2.ooom' voor be-
drijfsruimten,
V.oetberg (CDA) dat het Dagelijks Bestuur een meegaander op-
stellmg had kllnnen kIezen door het hele magazijngebollw voor maat-
schappelijke voorzieningen te bestemmen. Gezien het aantal reguliere
bezoekers van Ayasofya uit her stadsdeel, dat groter blijkt dan het aantal
betalende leden, zou dar ook niet meer dan redelijk zijn. Dan was er in het
jaar slechts discussie nodig geweest over de sponvoorzie-
nmg en de parkeerruimte. Het Dagelijks Bestuur stelde zich echter
op met zijn aanbod van I.ooom'. Inmiddels heeft het Dage-
11Jks merken dat. het .activiteiten van Ayasofya op het Ri-
wel wd toestaan, mlts dlt gebeurt onder het kopje 'bedrijfs-
rulmte' of'kantoor'. Het Dagelijks Bestuurwil op deze manier de schijn
Het conflict
handhaven dat het in een deel van de ruimten bedrijven wi! vestigen, ter-
wijl het deze ruimten in de realiteit voor het verenigingsleven van Ayaso-
fya wil bestemmen. Wat in een kerk wei officieel kan, moet in het geval
van moslims blijkbaar verhuld gebeuren, stelt Voetberg vast. Andere
raadsleden stemmen met deze zienswijze in. GroenLinks wil, samen met
andere fracties, een oplossing zoeken binnen de 3.ooom' die binnen het
plan nietals woonfunctie is bestemd. Om diereden dient GroenLinks,
mede namens de fracties van het CDA en de NCPN een motie in, die een
oplossingvoorstelt langs de lijnen van hetvoorstel zoals dat is gedaan in de
vergadering van de Commissie van Advies op 19 december vorig jaar. 87
Kerkkamp (PvdA), die tijdens die commissievergadering nog liet blij-
ken wei iets te voelen voor het gebruik van bedrijfsruimte voor activitei-
ten van Ayasofya, stelt nu dat hij een discussie over een kleineuitbreiding
ten behoeve van Ayasofya niet zinnig acht: deverenigingwil geen conces-
sies doen en wil al haar activiteiten onderbrengen op het Riva-terrein.
Over het hoofd van Ayasofya heen wordt gesproken over een iets ruimere
voorziening, terwijl het de vereniging zelf niet gaat om een kleine verrui-
ming van de mogelijkheden. In de onderhandelingen die nu een jaar 10-
pen, heeftAyasofya nagelaten te streven naareen dergelijkcompromis.
Kerkkamp vraagt of Ayasofya kan instemmen met de strekking van de
motie. Over de inhoud ervan blijkt geen overleg te zijn geweest met de
vereniging. Steeman steltvoor om Ayasofya de gelegenheid te geven op de
motie te reageren, en doet daartoe een ordevoorstel. Voorzitter Salm stelr
voor Ayasofya tijdens de volgende schorsing gelegenheid te geven zich
over de inhoud van de motie uit te spreken, en wil weren of de vereniging
al of niet zal afzien van verdere procedures als de motie wordt aangeno-
men.
Na de schorsing blijken Kabaktepe en Koeman de vergadering al te
hebben verlaten. Steeman meldt dat GroenLinks, na overleg met overge-
bleven besruurders van Ayasofya, het idee heeft dar de vereniging het
voorsrel uir de morie 'zeer serieus wil benaderen'. De aanwezige bestuur-
defs van Ayasofya hebben er echter bezwaar tegen om bi j afwezigheid van
Kabaktepe en Koeman staande de vergadering een defini tief an twoord te
geven. Sreeman oppen, ook namens het CDA en de NCPN, de besluitvor-
ming een week aan te houden, en daarover in de eerstvolgende vergade-
ring van de Commissie van Advies een besluit te nemen. Ayasofya belooft
v66r die datum schriftelijk te reageren.
De coalitiefracties zijn verbaasd dar er, nu er een motie ligt over de in-
vulling van her Riva-terrein, geen gezaghebbende vertegenwoordigers
van Ayasofya meer zijn om op het voorsrel te reageren. Men begrijpt niet
waarop de morie-indieners hun hoop op overeenstemming baseren. Her
Heilige wijsheid in Amsterdam
v.oorstel om her besluit een week uir te stellen, wordt verworpen. De mo-
tIe wordt.vervolgens in stemming gebracht en eveneens verworpen. Het
Bestem",:zngsplan Chassebuurtwordr vastgesteld, met de aantekening dar
de fract,les van CDA, GroenLinks en NCPN tegen de verdeling van de
3ooom- voor maatschappelijke voorzieningen en bedrijven hebben ge-
stemd.
Salm is opgelucht dat de vaststelling van het plan nier nog een week is
ui tgesteld:
'Wie geefr mij de garantie dar, nadar AyasofYa accoord is gegaan met
het voorsrel, niet iemand ertegen in beroep gaar?,' srelt hij na afloop van
de vergadering (Amsterdams Stadsblad- West, 15 februari 1995).
Later in de week reageert Kabakrepe verbolgen op her besluit van de deel-
raad:
'Ik denk dar we met de motie een heel eind uit de voeren waren geko-
men. Als wij 5ooom' willen en het stadsdee! 3.ooom' wil geven, valt
daar zeker over te praten. Dan hadden we best we! water bij de wijn wil-
len doen. Maar nu gaan we door met procederen tOt de Kroon' (Echo,
22 februari 1995).
Hoofdstuk 5
Het vervolg
N a de vasts telling door de deelraad van het stadsvernieuwingsplan in fe-
bruari 1995 wordt het plan en in feite het conflict russen het stadsdeel en
Ayasofya- beoordeeld door hogere besruursorganen: Gedepureerde Sta-
ten van Noord- Holland en de Raad van State. Met het ingaan van deze pe-
riode juridiseert de strijd in zekere mate. De uiteindelijke keuzes die het
stadsdeel heeft gemaakt, staan in deze procedures van 'marginale roet-
sing' op zich nauwelijks meer ter discussie. Het gaat erom ofhet stadsdeel
de procedures voor de vaststelling van het stadsvernieuwingsplan correct
heeft uitgevoerd, en ofhet zorgvuldig is omgegaan met aIle belangen die
in het geding zijn. De contacten tussen het stadsdeel en Ayasofya worden in
eerste instantie vooral weer door 'handhavingsproblematiek' gekleurd.
Al snel zal wat dit betreft het stadsdeel door een ander gezichtworden ver-
tegenwoordigd; in april 1995 treedt stadsdeelvoorzitter Freek Salm af,
waarmee hij de verantwoordelijkheid neemt voor de grote financiele te-
korten die op de stadsdeelbegroting zijn ontstaan. Zijn opvolger is
PvdA-fractievoorzitter Henk van Waveren.
Schermutselingen rond het terrein
Nade uitspraak van de rechter in januari concentreert de aandachtzich op
de brand(on)veiligheid van de magazijntuimte, en is er over de ramadan
overleg russen stadsdeel en Ayasofya. Op 20 februari spreekt Salm met de
burgemeester, de hoofdofficier van justitie en de korpschef in het drie-
hoeksoverleg over de brandonveilige siruatie in de moskee van Ayasofya.
Zij concluderen datAyasofYa sinds de uitspraak van de rechter, ondanks
verscheidene contacten die er met haar vertegenwoordigers over dit on-
derwerp zijn geweest, nog niet de benodigde maatregelen heeft getrof
fen.' Op 22 februari vindt in het stadsdeelkantoor een gesprek plaats.
Daarbij zijn her sradsdeel en Ayasofya vertegenwoordigd door bestuur-
ders en advocaten, en zijn revens de poliriechef van her district en het
hoofd preventie van de brandweer aanwezig. AyasofYa krijgt de opdracht
tersrond de door de brandweer gewenste voorzieningen aan te brengen en
86 HeiLige wijsheid in Amsterdam
het aantal bezoekers van de moskee tot maximaal650 te beperken. Ais de
voorzieningen uitblijven of ontoereikend blijken te zijn, zal alsnog tot
ontruiming van het gebouw worden overgegaan.'
Salm over het gesprek op 20 februari: 'Op last van de driehoek werd ze
even medegedeeld dar zij er verantwoordelijk voor waren, en anders
werd de zaak gesloten.' Ayasofya ervaart dir machtsvertoon van za veel
gezagsdragers 'in goudornaar' als intimiderend en geefr dir ook te ken-
nen. Salm stelt dat 'deze opgeklopte toestand' ( 'daar zaten we aan de
ene kant van de rafel, allemaal goudgroen') wei degelijk effect had,
'want roen hebben ze zich vervolgens wei weer, naar vermogen, een tijd-
je aan de regels gehouden'.
Een dag later meldt mr Koeman dat AyasofYa maatregelen heeft getroffen
voor gebruik van het gebouw door maximaal 600 personen. \ Vervolgens
spreken vertegenwoordigers van de afdeling Bouw- en Woningtoezicht
van het stadsdeel en de architect van AyasofYa S. Gill enkele malen met el-
kaar. Deze gesprekken hebben tot doel het gebouw te beveiligen volgens
brandweernormen en geschikt te maken voor het bezoek van maximaal
I.150 mensen. De gesprekken leiden niet meteen tot overeenstemming.
De eerste bijeenkomsten worden ten tijde van de ramadan gehouden. Er
zijn in die peri ode veel moskeebezoekers, en de politie en brandweer tel-
len enkele keren hun aantal. Na de ramadan neemt het bezoekersaantal af
en is de druk weer enigszins van de ketel. Her probleem van de brandvei-
ligheid van het gebouw is echter nier opgelost. Eind maart 1995 dienrAya-
sofya een bouwaanvraag in om het magazijngebouw in overeenstemming
te brengen met de voorschriften van de brandweer. Ze krijgt niet meteen
de sloopvergunning die nodig is om de gewenste verbouwingen re realise-
reno
Begin mei - Henk van Waveren is Salm inmiddels opgevolgd als stads-
deelvoorzitter - concludeen het stadsdeel dar, overeenkomstig de uit-
spraak van de Amsterdamse rechtbank, de winkel in het magazijngebouw
niet langer wordt geexploiteerd en dat in de ontmoetingsruimre geen kof-
fie en thee meer wordt geschonken. De noodzakelijke bouwkundige
voorzieningen zijn echter nog niet getroffen.
'ABe door uw [KoemanJ c1iente getroffen en re treffen voorzieningen
zijn voor haar rekening en risico. In her kader van een eventuele verwer-
ving van rerrein en opsrallen door her stadsdeel zullen de kosten van die
voorzieningen in beginsel nier in de koopprijs worden meegenomen.'4
Uit een interne sradsdeelnoritie van 18 juli 1995 blijkt dat de bouwaan-
vraag van Ayasofya inmiddels is afgewezen. In augustus spreken Gul en
Het vervolg
vertegenwoordigers van Bouw- en Woningtoezichr en van de Wel-
standscommissie van het stadsdeel wederom enkele malen met elkaar.
De Welstandscommissie vindt de voorgestelde trappen langs de bui-
tengevel van het gebouw (als noodzakelijke vluchtwegen voor de brand-
veiligheid) slechts geschikt als tijdelijke oplossing. De commissie vraagr
zich af of het niet mogelijk is de trappen in het gebouw te integreren.
Gill stelr dar dit ten kosre zau gaan van de binnenruimre, en dar is voor
Ayasofya nier acceptabel.
N a een kone periode van sluiting, is de winkel in de magazijnruimte toch
weer opengegaan. Mede hierom zegt het stadsdeel op 27 juli I995weer be-
sruursdwang aan.' AyasofYa rekent hiertegen bezwaar aan bij her stads-
deel en stapt wederom naar de rechter." Op 18 september doet de rechter
ui rspraak. Hi j schorst de aanzegging tor sraking van de winkel. In het eer-
dere kort geding van januari oordeelde de rechrer weliswaar dar het ex-
ploiteren van de winkel illegaal was, maar er zijn inmiddels bijkomende
overwegingen waarom hij de uitoefening van bestuursdwang regen de
huidige winkel nier rechtmatig acht. Het gaat hier namelijk om een win-
kel met een besloten karakter, die uitsluitend voor moskeebezoekers toe-
gankeli j k is. Zulke winkels worden meestal beschouwd als een functie van
de moskee. In Amsterdam beschikken de meeste moskeeen over een der-
geli jke winkel en zijn daar in het algemeen ook financieel van afhankelijk.
Bovendien heeft het stadsdeelbestuur wei aangekondigd re zullen optre-
den tegen een winkel van een andere moskee in De Baarsjes (de Marok-
kaanse moskee Nour), maar daar is nog geen uitvoering aan gegeven en
optreden valr ook nier binnen afzienbare tijd te verwachten. Het stads-
deel had dus in de aanzegging moeten aangeven waarom nn juist tegen de
winkel in de moskee van AyasofYa moesr worden opgerreden, en niet te-
gendie in moskee Nour. De bestuursdwangaanzeggingwordtomdezere-
den in strijd met het gelijkheidsbeginsel geacht.
Ondertussen informeert het stadsdeel de bewoners op II oktober 1995
met een bewonersbrief over de schorsingen van de rechtbank. Het be-
nadrukt dat de rechrer heefr bepaaid dat 'Ayasofya aileen tijdefijken on-
der bepaafde voorwaarden een gedeelte van de magazijnruimte als ge-
bedsruimte mag gebruiken'. Eerder in de brief wordt gesteld dat dit
volgens het huidige bestemmingsplan nier mag. Her stadsdeel geefr in
deze brief tevens informatie over de verdere procedure van her nieuwe
stadsvernieuwingsplan.
N a de uitspraak van deAmsterdamse rechtbank blijven confrontaties tus-
sen Ayasofya en het stadsdeel voor een aanral maanden nit. Vanwege de
88 Heilige wijsheid in Amsterdam
twee schorsingen van de rechter kanAyasofya nu voorlopig een groot dee!
van de magazijnruimte legaal als moskee gebruiken. Stadsdee!voorzitter
Van Waveren spreekt in een overleg met de politiechefvan district 6, Bob
Visser, af dat problemen met Ayasofya zo veel mogelijk met behulp van
overleg moeten worden voorkomen. In geval van conflict moet er uiterste
terughoudendheid worden betracht met het inzetten van politie.
7
De
brandveiligheid van de magazijnruimte komt weer centraal te staan,
vooral met het oog op de komende ramadan.
8
Of schoon het er niet naar
uitziet dat v66r aanvang daarvan de brandtrappen kunnen worden ge-
plaatst die het pand brandveilig maken voor de verwachte bezoekersaan-
tallen, verlopen de gesprekken russen het stadsdeel en Ayasofya (steevast
mede vertegenwoordigd door haar advocaat mr Koeman) in een redelijk
goede sfeer."
Wei ontstaan er russen stadsdeel en Ayasofya spanningen vanwege de
controles van inspecteurs van Bouw- en Woningtoezicht op het tenein.
Deze inspecties roepen bij bezoekers van het Riva-terrein irritaties op.
De inspecteurs op hun beurt voelen zich sams min of meer bedreigd.'o
Na een periodevan relatieve rust ontstaan er in mei 1996 weer fricries tus-
sen de partijen. Ambtenaren van de afdeling Bouw- en W oningtoezicht
constateren dat Ayasofya voor sportactiviteiten gebruik maakt van de
grote hal. Oit een pamflet maken zij op dat er Tae Kwondo-kampioen-
schappen worden georganiseerd, en op grond van een opschrift in de hal
verdenken zij Ayasofya ervan een gedeelte van de hal als sportschool te
willen inrichten.
Pogingen van het stadsdeel om tot een afspraak te komen om over deze
kwestie te overleggen, mislukken. Ayasofya belemmert de inspecteurvan
Bouw- en Woningtoezicht in zijn onderzoek door hem de toegang tot de
grote hal te ontzeggen. Op I9 mei stelt de politie vast dat er inderdaad T ae
Kwondo-kampioenschappen zijn gehouden, waarbij ongeveer 150 be-
zoekers aanwezigwaren. Op 28 mei besluit het Dagelijks Bestuur Ayaso-
fya op straffe van een dwangsom aan te zeggen het illegale gebruik van de
hal te staken. Begin juni ontdekt een inspecteur van Bouw- en Woning-
toezicht dat in een hoek van de grote hal twee basketballmanden zijn op-
gehangen. Ook hiervoor stuurt het stadsdeel aan Ayasofya een dwang-
sombeschikking." De vereniging verwijdert daarop de sportattributen.
Her verschil met de eerdere bestuursdwangbeschikkingen is dat in de
laatste twee de sanctie op het niet uitvoeren van de aanzegging niet mer-
een ontruiming is, maar in eerste instantie het opleggen van een boete
(dwangsom). Sinds 1994 hebben verschillende instanties er steeds bij het
stadsdeelbestuur op aangedrongen om niet direct naar het middel van de
HetvervoLg
bestuursdwangbeschikking te grijpen. Vooral bij de politie heerst de op-
vatting dat de onmiddelli jke dreiging met ontruiming die inherent is aan
een dergelijke beschikking de verhoudingen tussen moskeevereniging en
stadsdeel kan doen escaleren en zeer ongewenste gevolgen kan hebben.
Strijd om de toekomst
De schermutselingen over het feitelijkgebruiken de handhavingzijn niet
los te zien van de strijd over de bestemmingvan het Riva-terrein. De stads-
deelraad heeft het stadsvernieuwingsplan voor de Chassebuurt inmiddels
vastgesteld; welke grenzen in dit plan aan het toekomstige gebruikvan het
Riva-terrein worden gesteld, is nu afhankelijk van fora buiten het stads-
deei.
Binnen de stadsdeelorganisatie wordt de Riva-kwestie inmiddels op
een projectmatige basis aangepakt. In april I995 is een (ambtelijke) pro-
jectgroep opgericht." Die projectgroep coordineert samen met een daar-
boven geplaatste sruurgroep de uitvoering van het plan voor het Riva-
terrein, onder andere door invulling te geven aan wat de deelraad in grote
lijnen in hetstadsvernieuwingsplan heeftvastgesteld. In het algemeen be-
treft de coordinatie het inhoudelijk vorm geven en procedureel begelei-
den van de nog tedoorlopen projectfases van her 'project Riva-terrein'.
De projectgroep houdt er ernstig rekening mee dat het stadsdeel aIleen
via onteigening kan bewerkstelligen dat het Riva-terrein overeenkomstig
het stadsvernieuwingsplan wordt ontwikkeld. Ze anticipeert erop dar
Ayasofya tegen onteigening bezwaar zal aantekenen, met het argument
dat zij het Uitwerkingsplan zelf wil uitvoeren. Dit laatste wordt op voor-
hand als een vertragingstactiek beschouwd; de projectgroep verwacht na-
melijk niet dat devereniging ditwerkelijk zal willen doen. '.1 De projectlei-
ding gaat ervan uit dat Ayasofya 'geen middel onbenut zallaten om het
door haar gewenste doe! te bereiken'. Ze acht het niet waarschijnlijk dat
Ayasofya het terre in aan het stadsdeel zal willen verkopen.
In oktober 1995 ste!t het Dagelijks Bestuur een bestuursopdracht vast,
waarmee de activiteitel1 van de projectgroep een formele status krijgen.
Op het Riva-terrein moeten de planologische voorwaarden worden ge-
schapen voor parkeervoorzieningen en minimaal tachtig woningen,
waarvan zo vee! mogelijk in de vrije sector. Daarvoor moet een Uitwer-
kings pLan worden gemaakt en dient tegelijkertijd de onteigeningsproce-
dure te worden gestart. Her Dagelijks Bestuur beschouwr de bestuursop-
dracht als voltooid op het moment dar de onteigeningsfase is afgerond.
Daarnaast moet het handhavingsbeleid worden voortgezet om strijdig
gebruik en bebouwing van het terrein tegen te gaan. '4
Heilige wijsheid in Amsterdam
Heeft AyasofYa succes waar het de strijd rond de 'handhavingslijn' be-
neft, de beoordeling door Gedeputeerde Staten van N oord- Holland van
het stadsvernieuwingsplan en van de bedenkingen die AyasofYa daarte-
gen heeft ingebracht, verloopt slechtvoor devereniging. Aan de hand van
die bedenkingen van AyasofYa en van andere belanghebbenden, kijkt de
Amsterdamse Planologische Commissie (APC) voor Gedeputeerde Sta-
ten naar de manierwaarop het stadsdeel is omgegaan met deze belangen. ';
Dat wil zeggen, of er op een juiste wijze met de ingediende zienswijzen is
omgegaan. Daarbij vindt geen afweging op inhoudelijke gronden meer
plaats, omdat die al heeft plaatsgehad bij de vaststellingvan het plan in de
stadsdeelraad. Bij dat lichaam liggen de primaire bevoegdheden om een
gebied in een bepaalde richting te ontwikkelen.'6
Op 5 juli organiseert de APC, namens het College van Gedeputeerde
Staten, een openbare hoorzitting." Naast de al schriftelijk ingediende be-
denkingen die vooral de juridisch-technische aspecten van het plan be-
neffen, geeft mr Koeman een inhoudelijke toelichting op her initiatief
van AyasofYa om het Riva-terrein aan te kopen. ,H Dit initiatief, het realise-
ren van voorzieningen voor de T urkse moslimgemeenschap, is te vergeli j-
ken met het stich ten van kerken en het oprichten van ziekenhuizen en
dergelijke door katholieken en calvinisren in de vorige eeuw. AyasofYa's
plannen vormen een planologische invulling van het maatschappelijk
probleem waarmee de hedendaagse samenleving wordt geconfronteerd:
minderheden die zich een eigen plek proberen te verwerven. AyasofYa is
van mening dat de overheid weI sturend mag optreden, maar ook moet
openstaan voor dergelijke initiarieven. Over het aangeboden terrein ach-
ter het Jan van Galenbad stelt Koeman dat Ayasofya al vanaf het begin
haar twijfels had ofdatwel geschikrwas. '" Koeman meldrverderdat Dage-
lijks Bestllurlid Boel in oktober 1993 AyasofYa de aankoop van het Ri-
va-terrein om eigen bestwil heeft afgeraden. '0 Het zou te duur zijn en de
bodemsanering zou veel problemen opleveren. Op dat moment heefr het
stadsdeel niet laten weten dar het woningbouw op het rerrein voorsrond.
Koeman benadrukt dat de voorzieningen die AyasofYa wil realiseren nier
slechts voor het stadsdeel De Baarsjes zijn, maar ook voorde Turkse mos-
limgemeenschap in andere oudere buurten van Amsterdam-West. Bo-
vendi en staan de voorzieningen ook open voor andere groeperingen, zo-
als Koerden en alevieten. VoorwatAyasofYa wil realiseren, is l.ooom'veel
te welIllg.
Her stadsdeel op zijn beurt meldt dar het AyasofYa al vanaf 1991 steunt
bij her zoeken naar een locatie. Dit is uitgemond in het aanbod van het ter-
rein nabij het Jan van Galenbad, waarover overeenstemming werd be-
reikt, ook omdat AyasofYa nieuwbouw wilde." Deze locatie is nu nog
Het vervolg
9
1
steeds beschikbaar, en bovendien kunnen er in de geplande gebiedsonr-
wikkelingverbeteringen worden aangebrachtwat betreft de veiligheid en
de bereikbaarheid. De woningbouwplannen van het stadsdeel op het Ri-
va-terrein waren ook v66r de Startnotitie van december 1993 in diverse
programmeringen opgenomen. Pas eind december hoorde het stadsdeel
voo r her eerst van de p lannen van AyasofYa. H et stadsdeel heeft de vereni-
ging toen op grond van het geldende bestemmingsplan en zijn woning-
bouwplannen geadviseerd niet tot aankoop over te gaan. Over het door
AyasofYa aangegeven verzorgingsgebied en de bezoekersaantallen, merkt
het stadsdeel op dat Kabaktepe bij andere gelegenheden andere aantallen
noemt dan nu. Het stadsdeel vindt een buurtoverschrijdende voorzie-
ning op die plek onwenselijk.
Op 12 september besluiten Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
het Stadsvernieuwingsplan Chassebuurtgoed te keuren. De bezwaren van
AyasofYa hebben geen aanleiding gegeven tot onthouding van die goed-
keuring. In de motivering van het besluit onderschrijven Gedeputeerde
Staten aile argumenten van het stadsdeel en wordt geconstateerd dat het
bij de herbestemming van het Riva-terrein zorgvuldig heeft gehandeld.
Een groorschalige voorziening zoals AyasofYa die voorsteh, is op die plek
ongewenst. Zij past nier in een dichtbebouwde, compacre woonbuurt.
Gedeputeerde Staten menen dat de huidige infrastructuur en parkeer-
voorzieningen binnen de wijk volsnekt on toereikend zi jn om de met een
dergelijke bovenwijkse, grootschalige voorziening gepaard gaande toe-
name in het auroverkeer op te vangen. Zij kunnen gezien de grote
woningbehoefte in Amsterdam instemmen met de hoofdbestemming wo-
ningbouw en een buurtgerichte maatschappelijke voorziening. De be-
perking van deze voorziening tot l.ooom' achten Gedeputeerde Staten
goed onderbouwd."
Ruim een maand later, op 21 oktober organiseert AyasofYa uit protest
regen her besluit een grote demonstratieve optocht naar het Stadhuis.
Ongeveer 6.000 Turkse demonstranten, vrouwen en mannen, lopen
mee. Met leuzen, die op borden worden meegedragen, vestigen zij de aan-
dacht op de komende deelraadsverkiezingen: 'Ooit gedacht aan de ver-
kiezingen van 1998?', en 'We betalen mee, we stemmen mee, en we zijn
mondiger dan je denkt.' De media bested en nogal wat aandacht aan de re-
acties van de omstanders: er worden negatieve commentaren opgete-
kend, ook naar aanleiding van slogans die in het Turks worden geroepen.
Kabaktepe reageerter in de Volkskrantvan 23 oktober 1995laconiekop:
9
2 Heilige wijsheid in Amsterdam
'Het is misschien ook wel goed. Laat de NederIandse bevolking maar
eens kwaad worden. Dan komt er tenminste aandacht voor hetgeen wij
vragen.'
Bij het Stadhuis is slechts een gemeenteraadslid (Perer Meijer) aanwezig
om een petitie in ontvangst te nemen en het woord te rich ten tor de de-
monstran ten. Meijer zegt hierover in NRC H andelsblad (24 oktober 1995):
'Eigenlijkwek je als gemeente de indruk dat je ze nietzo belangrijkvindt.'
Kabaktepe haalt in zijn toespraak fel uit naar het stadsdeelbestuur: 'We
demonstreren omdat her stadsdeel De Baarsjes ons met een volstrekt ge-
brek aan respect benadert.' Ayasofya voelt zich getreirerd en als buiten-
staander behandeld, en stelt dat het stadsdeel de buurt tegen haar leden
opzet. Kabaktepe sluit af mer een waarschuwing:
'De rijd is voorbij dat ik russen u en mijn achterban ga staan.' Zijn ach-
terban, zegt hij, 'voelt zich gepakt'. 'Als u niet snapt wat ik hier bedoel,
ga dan eens praten met uw collega's in Lyon en Bradford. Wanneer u
T urkse jongeren de hoop op een redelijke toekomst afneemt, dan speelt
u met vuur' (de Volkskrant, 23 oktober 1995)
In NRCH andelsbladvan 24 oktober uir hi j zi j n vrees voor een negatief oor-
deel van de Raad van State. Dan zal hij nietlangerdevoorman van Ayaso-
fya kunnen zijn: 'Dan zoekt het bestuur een ander. En die zal niet gema-
tigder zij n.'
Stadsdeelvoorzi trer Van Waveren becommentarieert in H et P aroolvan
23 oktober 1995 de demonstratie als voigt:
'Her effect van zo'n demonstratie is dat je nog eens overdenkt of het
proces van besluitvorming zorgvuldig is geweest. En dat is het.'
Hij meent dat het stadsdeel geen star beleid voert:
'We hebben een lijn vastgesteld en daar houden we ons aan. Oat is niet
star, dar is helder. Je gaat je niet ergens voor inzetten om later te zeggen:
laten we het allemaal maar weer eens omgooien' (Echo, 25 okwber
1995)
Het Amsterdams Stadsblad uit in een redactioneel commenraar op 25 ok-
wber zijn twijfels over 'de ware beweegredenen' van Ayasofya:
'Je hoeft het niet eens te zijn met het raadsbesluit ( ... ) maar op een gege-
yen moment moet je je neerleggen bij een democratisch genomen be-
slissing. Een demonstratie achteraf veranderr daar niets aan en zou een
averechtse uitwerking kunnen hebben door de vetwachtingen die Aya-
Het vervolg
sofYa bij de eigen achterban heeft gewekt en door de reacties die een be-
toging als deze bij her publiek oproept.'
93
Op I december 1995 dient AyasofYa een beroepsschrift in bij de Raad van
State tegen het besluit van Gedeputeerde Staten. Terwijl dat beroep aan-
han gig is gaat het stadsdeel, anticiperend op een voor hem gunstige uit-
komst, door met de noodzakelijke srappen her Riva-project binnen de ka-
ders van her stadsvernieuwingsplan tot uitvoering te brengen. Inmiddels
heeft AyasofYa, mede op aanraden van Koeman, besloten om de omvang
van haar plannen (weer) terug te brengen.
In mei 1994 zag AyasofYa nog af van een badhuis, maar vrij snel daarna
werden de plannen weer in hun oorspronkelijke omvang teruggebracht.
N u presenteerr de vereniging wederom bescheidener plannen. '; Kabak-
tepe: 'We hadden zo vee! onderhande!ingen gehad ( ... ). Uit aile ge-
sprekken was gebleken dat we wch iets aan het volume moesten doen,
wilden we een opening maken. Beginnen wij met een opening, en ho-
pen we dat het stadsdee! daarin meegaat, zo dachten we. En dan gaan
we tot de he!ft van het terrein. Ook projecwntwikkelaars [Stevin, Bak-
ker] hadden gezegd, "AIs je wilt slagen, kun je met die opzet redelijk uit
de voeten komen." Na dit in eigen kring te hebben besproken, kwamen
we uit op viereneenhalfduizend vierkante meter re!igieuze, maatschap-
pe!ijke en sportvoorzieningen. De rest werd woningen. Over een ha-
mam spraken we niet meer.' Dit plan is bij het stadsdeel ingediend in
december 1995. Kabaktepe: 'Het stadsdee! heeft de tekeningen nooit in
overweging genomen, bewust niet, want ze zeiden, "De zaak ligt nu bij
de rechter, dus we kunnen ze nooit in behandeling nemen.'"
Op 22 april 1996 is er een inspraakavond voor her concept-Stedebouwkun-
digprogramma van eisen voor het Riva-terrein. '4 Voor de bebouwing van
het terrein zijn drie varianren onrwikkeld, die alle voldoen aan de rand-
voorwaarden zoals die zijn vastgelegd in het stadsvernieuwingsplan.
Voor maatschappe1ijke voorzieningen (een moskee) is dus in dezevarian-
ten steeds maximaal I. 000 m' gereserveerd. Haci Karacaer reageert verbit-
terd:
'Nergens neemt U ook maar de moeite om mee te willen denken over de
indringende inhoude!ijke argumenten die wij u gegeven hebben over
onze ideeen voor de bestemming van het AyasofYa-terrein.'"
Karacaer laat aan het einde van zijn betoog blijken be1edigd te zijn door
het zonder bericht wegblijven van vertegenwoordigers van het Dage1ijks
Bestuur van De Baarsjes bij de tradirione1e maaltijd op de derde dag van
94
Heilige wijsheid in Amsterdam
het Suikerfeest (22 februari), in de moskee op het Riva-terrein. ," Op de in-
spreekavond wordt bekend dar de saneringvan het terrein waarschijnlijk
succesvol is: de verwachting is dat de grand voor woonbestemming ge-
schikt is."
Op II juni 1996 stelt de deelraad het Stedebouwkundigprogramma van
eisenvoor het Riva-terrein vast. Het Dagelijks Bestuur krijgt de opdracht
op basis hiervan een Uitwerkingsplan op te stellen. ,8 Gekozen is voor een
gesloten bouwblok met kleine bedrijfsruimten op de begane grond, een
geluidsluw binnenterrein met daaronder parkeermogelijkheid, en een
duidelijk herkenbare maatschappelijke voorziening tussen het water van
de Kostverlorenvaart en de gesloten bebouwing van de Baarsjesweg.
De Milieudienst van de gemeente Amsterdam heeft inmiddels gecon-
cludeerd dat de sanering van het Riva-terrein acceptabel is uitgevoerd.
Op enkele niet verontrustende restvervuilingen na is het terrein schoon.
Wel moet nag nader worden onderzacht of aanvullende maatregelen
noodzakdijk zijn. Het grondwater in de buurtvan de naastgelegen garage
blijkt vervuild. Deze verontreiniging zal worden aangepakt als oak de sa-
nering van dit bedrijf aan de orde is."
Stadsdeelambtenaren dringen erop aan het Uitwerkingsplan, dat sinds
de vasts telling van het Stedebouwkundigprogramma van eisen aan de orde
is, za snel mogelijk in procedure te brengen. Hoe eerder de procedure
start, hoe minder gelegenheidAyasof)ra heeft am allerlei aanpassingen op
het terrein te verwezenlijken, die in de uiteindelijke onteigeningsprijs
zauden moeten worden meegenomen. Binnen de projectgroep zijn erwel
twijfels of het Dagelijks Bestuur bereid is de onteigening te starten. ,0
Het ontwerp- Uitwerkingsplan Riva-terrein gaat in oktober 'de in-
spraak in'. In september krijgt Ayasof)ra de gelegenheid om het met het
stadsdeel te bespreken. Ambtenaren zijn verrast dat Kabaktepe van deze
mogelijkheid inderdaad gebruik maakt, omdat het overleg met Ayasof)ra
over illegale activiteiten in de hal en de brandveiligheidsmaatregelen de
afgelopen maanden weer extreem moeilijk is verlopen." Bovendien was
de verwachting dat Ayasof)ra overleg over het uitwerkingplan zau afhou-
den. Zulkoverleg moet namelijkaltijd plaatsvinden binnen de kaders van
het stadsvernieuwingsplan (uitgewerkt in een Stedebouwkundigprogram-
ma van eisen) , en hetzijn nu juistdeze kadersdieAyasof}ra bestfijdt in haar
beroep dat aanhangig is bij de Raad van State. Kabaktepe en de projectlei-
dervan het stadsdeelspreken enkele malen met elkaar, waarbij het de laat-
ste opvalt dat Kabaktepe een zakelijke houding aanneemt." Wel maakt
Kabaktepe duidelijk dat de inzet van Ayasof)ra niet is veranderd. Hij laat
weten dar hij, vanwege de kapitaalsvernietiging die een leegstaande hal
met zich brengt, de hal wil gebruiken voor bedrijfsdoeleinden. Zijn be-
Het vervolg
95
doeling is om er tijdelijk een zestal (Turks e) bedrijven onder te bren-
gen. De projectleiderzegt toe zijn verzaek over te brengen aan de vera nt-
woordelijke wethouder (Boel)."
Inmiddels heeft in juni 1996 de adviseur van de Raad van State het
plangebied bezacht, en met vertegenwoordigers van het stadsdeel en van
Ayasof)ra gesproken. Zijn ambtsbericht dat daarna verschijnt, is in lijn
met het advies van de Amsterdamse Planologische Commissie en het oor-
dee I van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland. Op 18 juli schrijft het
stadsdeel een brief aan de Raad van State, met daarin het verzaek de be-
handeling van het beroep tegen het stadsvernieuwingsplan zo veel moge-
Ii jk te bespoedigen. q
De zittingvan de Raad van State vindt plaats op II november. Gedepu-
teerde Staten, tegen wier goedkeuring Ayasof)ra's beroep geldt, worden
vertegenwoordigd door Mw mr M.F.G. Plasmans van de Amsterdamse
dienst Ruimtelijke Ordening. Voor Ayasof)ra spreekt mr Koeman, en
voor het stadsdeel voert gemeenteadvocaat mr Werner het woord. De zit-
tingzaal is afgeladen, met vrijwel uitsluitend leden van de achterban van
Ayasof)ra. Kabaktepe en Bod, de laatste terzijde gestaan door een aalltal
van haar ambtenaren, lichten op verzoek van de advocaten gedurende de
zitting een enkel punt toe. Koeman houdt verreweg het meest uitvoerige
betoog.
Hij introduceert Ayasof)ra als een vereniging met een Turks-islamiti-
sche achtergrond, die streeft naar' emancipatie en integratie van de T urk-
se moslims in de buun en in Amsterdam-West meer in het algemeen'.
Koeman appelleen aan de geschiedenis van de verzuiling:
'We hebben allemaal dar verleden min of meer achter ons, van groepen
die zich een plek moesren verwerven in de samenleving hier. Nu heb-
ben we een nieuwe groep van Nederlanders, die met eenzelfde pro-
bleem zit, die eenzelfde ambitie heeft am voor hun eigen groep het een
en ander te realiseren.' \I Koeman laakt de houding van het Dagelijks
Bestuur van het stadsdeel, dat tegen Ayasof)ra aankijkt 'alsof het iets is
waar je angstig voor moet zijn: een groot en gevaarlijk Turks moslim-
bolwerk wat tegengehouden moet worden'.
De plannen van Ayasof)ra en het sradsdeelliggen in feite niet zaver uiteen,
betoogt hij. Koeman spreekt van een vermeende botsing van belangen en
een zwan-witbedd dat wordt gecreeerd: dat het zou gaan am 6f 1.000 m',
Of 4.500 m' maatschappelijke doeleinden. Z6 komr men tot het beeld van
een grootschalige voorziening. Deze wordt dan weer afgezer regen het
buurtkarakter, de bebouwde omgeving, alsof er 'een soon ArenA in een
zijstraat van de Kalverstraat' zau worden gebouwd. En dat terwijl er oak
Heilige wijsheid in Amsterdam
bij Ayasofya bereidheid bestaat om woningbouw te plegen: men denkt
aan zestig tot tachtig woningen.'('
Koeman wijsr erop dat het handhaven van de 1.000 m' grens voor maar-
schappelijke voorzieningen betekent, dat alles 'plat moet, en tegen de
vlakte, terwijl het gaat om bebouwing die met aanpassingen zeerwel ook
voor een nieuwe functie is te gebruiken'. Uir zijn betoog wordt duidelijk
dar Ayasofya voor het culturele centrum haar zinnen heeft gezet op de be-
staande bebouwing. Afgezien van woningbouw, wordt geen melding
meer gemaakt van nieuwbouwplannen, ook niet als mogelijkheid op de
langere termijn. Koeman geeft aan dat voor de sportvoorziening wellicht
niet de volledige hal nodig is, zodar daarvan een stuk zou kunnen worden
afgebroken.
l7
De 'feitelijke realiteir, waterstaat' zounaarzijn meningme-
debepalend moeten zijn voor her oppervlak maatschappelijke voorzie-
ningen op het Riva-terrein. Hij beklemtoont dat ervoor de T urkse bevol-
king van De Baarsjes, zo'n 3.700 mensen, in het geheel geen religieuze
voorzieningen zi j n in het stadsdeel. ,8
Koeman stel r dat grootschaligheid als cri terium aIleen een tol mag spe-
len als het gaat om de effecten ervan. Als men daarnaar kijkt, dan zijn de
plannen van Ayasofya nier als groorschalig aan re merken.
'9
Het huidige
gebruik bewijst dit deels:
'Her voormalige magazijngebouw, dar funcrioneert behoorlijk, daar
zijn goede afspraken over gemaakt, daar gebeuren helemaal geen gekke
dingen, die onaanvaardbaar voor de buurt zijn, ( ... ) er zijn geen revolu-
ties uitgebroken, er hebben geen confrontaties met buurtbewoners
plaatsgevonden.'4
0
Volgens Koeman zijn in deze kwestie het recht van vrijheid van gods-
dienst en vrijheid van vereniging en vergadering mede in het geding.
4
'
Plasmans steh tegenover Koemans betoog dat het stadsdeelbestuur de
keuze voor een maximum van 1.000 m' aan maatschappelijke doeleinden
uitvoerig heeft onderbouwd, en dat Gedeputeerde Staten die keuze heeft
onderschreven, mede gelet op de behoefte aan woningbouw. De voorzie-
ningen die Ayasofya voorstaat, kunnen tezamen worden aangemerkt als
een bovenwijkse, regionale voorziening die in omvang niet pasr in een
dichtbebouwde, compacte woonbuurt. Plasmans benadrukt dat Ayaso-
fya op her moment dat zij het terrein kocht bekend was met de plannen
van het sradsdeel om het primair voor woningbouw re besremmen. Plas-
mans concludeert dat het stadsvernieuwingsplan op een zorgvuldige en
procedureel juiste wijze tot stand is gekomen. De in het geding zijnde be-
langen zijn zorgvuldig afgewogen:'
Het vervolg
97
Op II decembervalt de beslissing van de Raad van State. Het besluit is
conform het oordeel van de adviseur: het beroep van Ayasofya worde on-
gegrond verklaard. De Raad vindr her redelijk dat hetsradsdeel vasrhoudr
aan de hoofdbestemming 'wonen' voor het Riva-terrein, en dat regionale
maatschappelijke voorzieningen niet in een woonbuurt moeten worden
gesitueerd. Een Turks-islamitisch cultureel centrum zoals Ayasofya dat
wenst, kan als zo' n grote voorziening met een bovenwijks karakter wor-
den aangemerkt. Oat Ayasofya een dergelijke voorziening, inclusief
sportfaciliteiten, nodig achr, hoeft voor her stadsdeel geen reden te zijn
om af te wijken van zijn beleid. Duizend vierkante metervoor maatschap-
pelijke voorzieningen is genoeg, temeer daar er in het stadsdeel al buurt-
huizen en sportzalen van verschillende scholen aanwezig zijn, die ook
voor Turkse inwoners van het stadsdeel zijn bedoeld en door hen kunnen
worden gebruikt. 41
Het stadsdeel maakt de beslissing in een persbericht wereldkundig.
Het Stelt dat het nu door kan gaan met de uitwerking van zijn plannen
voor her Riva-rerrein, 're weren een maatschappelijke voorziening van
1.000 vierkante meter, woningbouw en enige bedrijfsruimte'. Stadsdeel-
voorzitter Van Waveren wil op kone rermijn met Ayasofya verder praten.
'Namens de centrale stad zal wethouder Jaap van der Aa aan her overleg
deelnemen om te inventariseren of er ahernatieve locaries in de srad aan-
wezig zijn voor de plannen van Ayasofya.'H Een nieuwe fase in de Riva-
kwestie is aangebroken.
Heilige wijsheid in Amsterdam
Hoofdstuk 6
Analyse
In dit hoofdstuk wardt naar een verklaring gezocht voor de hardnekkig-
heid van het geschil tussen het stadsdeelbesruur en de vereniging Ayaso-
fya. Het conflict is in de vorige hoofdsrukken chronologisch beschreven,
waarbi j ook de verschillende standpunten van de belangri jbte tegenstre-
vers aan de orde kwamen. In die standpunten kunnen diverse thema's
worden onderscheiden. Allereerst zijn er de concrete bestemmingsplan-
problemen en de afweging van de plannen in dat formele en procedurele
kader. Daarnaast laten beide partijen zich normatief uit over het belang
van elkaars plannen in een breder maatschappelijk perspectief. Ten slone
do en beide partijen uitspraken op basis van het beeld dat men van elkaar
heeft omwikkeld. Deze uitspraken, waaruit wantrouwen blijkt over de
'werkelijke' bedoelingen van de ander, worden over en weer als grievend
ervaren en leiden totwrevel in de wederzijdse benadering. Zo bezien heeft
de communicatie russen de partijen diverse lagen, die in de komende pa-
ragrafen zullen worden onderscheiden. Dit mondt uit in de introductie
van een invalshoek van waaruit het conflict beter kan worden begrepen.
Handhaving en be stemming
Op het oog gaat het conflict over twee zaken. Ten eerste is er een menings-
verschil russen eigenaar (Ayasofya) en plaatselijke overheid (stadsdeel De
Baarsjes) over de roekomstige bestemming van het Riva-terrein. Ten
tweedezijn de partijen in aanvaringgekomen overde feitelijke ingebruik-
neming van het terrein door Ayasofya. Volgens de vereniging is het ge-
bruik gerechtigd vanwege het ontbreken van een passend alternatief om
de ramadan te vieren, vol gens het stadsdeel is dit een inbreuk op de gel-
dende bestemming en dus op de rechtsorde.
De weigering van het stadsdeel om onmiddellijk gebruik van her ter-
rein voor de ramadan mogeli jk te maken, Ayasofya' s ingebruikneming er-
van in weerwil van de regels en de bestrijding van het feitelijk gebruik
door het stadsdeel met procedures van de rechtshandhaving, hebben de
roon voorde controverse gezet. Ayasofya en herstadsdeel geven hun eigen
IOO Heilige wijsheid in Amsterdam
lezing over de gang van zaken. Ayasof}ra mobiliseerde haar ach terban met
een beroep op de onrech tvaardigheid van her verbod het terrein voor reli-
gieuze diensten te gebruiken, zo vlak voor de ramadan. Maar ook het
stadsdeel zettezich schrap. Dat legitimeerdezijn strikte houdingen de ju-
ridische en bestuurlijke middelen die her inzette met het argument van
'gelijke monniken gelijke kappen': iedereen die de regels van her bestem-
mingsplan willens en werens overtrad, moest worden aangepakt, dus ook
Ayasof}ra. Bovendien was het bevreesd dat de door Ayasof}ra geschapen
status-quo een overgangssituatie zou creeren waaraan de vereniging ook
onder het regime van her nieuwe bestemmingsplan rechten kon ontle-
nen. Ayasof}ra nam pas na enige tijd, in tweede instantie, procedurele en
juridische tegenmaatregelen. Van de rechter kreeg zij ten dele gelijk een
gebouw op her terrein mocht voorlopig worden gebruikt voor religieuze
activiteiten.Bovendien werd in een tweede kort geding bepaald dat Aya-
sof}ra in de moskee ook een theehuis en een winkel mocht exploireren. Op
andere punten werd het stadsdeel in het gelijk gesteld.
De uiteenlopende meningen en verklaringen die beide partijen naar
buiten brachten en de aanklachten en verwijren over en weer werden
breed uitgemeten in de pers. De partijen waren hierdoor al meteen vanaf
her begin nauwelijks meer on speaking terms. De scherpte van het conflict
hangtdus sterksamen met de kwestievan de handhavingen dewederzijd-
se beeldvorming: de een een onbetrouwbare en onverantwoordelijke
partner die de Nederlandse mores van de politiek en de belangenbeharti-
ging nog moet leren, de ander bevooroordeeld en om oneigenlijke rede-
nen vastbesloten geen haarbreed toe re geven. De twist over het 'huidige'
gebruik van het terrein is heel belangrijk om het conflict in zijn geheel te
begrijpen, te meer daar de gemoederen wat dit betrefr maar niet ror beda-
ren kwamen en her rhema van de handhavinggedurende her gehele trajecr
van de vaststellingvan her nieuwe stadsvernieuwingsplan, en zelfs daarna
nog, op de voorgrond bleef.
Voor de achtergronden moet echter ook worden gekeken naar de toe-
komstige plannen van beide partijen. Het gebruik van het terrein tegen de
regels van het oude besremmingsplan is sterk gerelateerd aan de onenig-
heid over de roekomstige bestemming.
Ayasof}ra wil het terrein bestemmen voor bepaalde activiteiten. Her
sradsdeel staan andere functies voor ogen, die zijns inziens moeren wor-
den vasrgelegd in een nieuw stadsvernieuwingsplan. Op het moment dat
Ayasof}ra het Riva-terrein kocht, was de eerste aanzet voor de onrwikke-
ling van dat plan reeds gegeven. Het conflict ontrolde zich zo binnen de
kaders van argumenten en procedures van een ruimtelijk-ordeningspro-
ces. De bestemmingsmotieven van AyasofYa vinden echter niet hun oor-
'--
Analyse
101
sprong in planologische overwegingen; ruimtelijke ordening is. in de eer-
ste plaats een taak van de overheid. Wei is er uit het perspectlef van de
ruimtelijke ordening interactie tussen de partijen; ditvergt dat ookAya-
sofya bij gelegenheid haar maatschappelijke bestemmingsmorieven in
planologische termen probeert te legitimeren.
De bestemmings- en aankoopmotieven van Ayasofja
Ayasof}ra heeft het terrein gekocht vanuit haar doelstellingen als lokale
moskeeorganisatie. Die doelstellingen zijn formeel op jongeren, zowel
mannen als vrouwen, gericht:
'Het ( ... ) inrensiveren ( ... ) van het islamitisch geloof onder in en rond
Amsterdam woonachrige Moslim-jongeren, ( ... ) alsmede de emancipa-
tie en participatie van islamitische jongeren in de Nederlandse samenle-
ving."
Behalve deze in de statuten genoemde doelstellingen stelt men onom-
wonden dat de (religieuze) activiteiten en faciliteiten van her cenrrum
zijn gericht op de in de omgeving gevestigde Turks-islamitische
schap als geheel. Her Riva-terrein is qua ligging, omvang en bebouwll1g
ideaal voor de plannen van AyasofYa. Wellijkt het erop datzij de omvang
van haar plannen heeft aangepast aan de mogeli jkheden het.terrein en
de opstallen. Het hele palet van activireiten dat de veremgll1g ll1 de loop
der jaren heeft bedacht, kan daar ge"integreerd op een plek
zenlijkt. Activiteiten - bijvoorbeeld sporten, leren en bidden - ll1
de nabijheid van elkaar plaats; hiervan gaat in de ogen van het leIderschap
van Ayasofya een heilzame, wederzijdse be"invloeding uit. Daarnaast n:
a
-
ken de geboden faciliteiten her centrum aanrrekkelijk voor aile
en binnen de gemeenschap: jongeren, ouderen en vrouwen. Deze dne ca-
tegorieen worden in toelichtingen van Ayasof}ra vaak expliciet
Ook in het Nederlandse welzijnsbeleid zijn dit de onderscheJden doel-
groepen, maar in de belevingswereld van de meeste leden van de T urkse
gemeenschap hebben geslachts- en leefrijdsverschillen nog beteke-
nis dan in die van autochtone N ederlanders. Door ouderen en Jongeren,
mannen en vrouwen met uiteenlopende activiteiren op een plek samen re
brengen, wordr een gemeenschap gecreeerd, niet aIleen in symbolische
maar ook in structurele zin. In een setting ontwikkelen verschillende
groepen binnen aparte ruimten relatiefautonome
tijd worden contacten tussen de groepen op organlsatonsch en
eel niveau ge"institutionaliseerd, zonder dat voor de T urkse cultu ur speCl-
fieke gedragspatronen geweld wordr aangedaan. In deze context kan
jongeren een positiefzelfbeeld worden (rerug)gegeven, wat noodzakellJk
102 Heilige wijsheid in Amsterdam
is voor een effectieffunctioneren binnen de harde sectoren van de Neder-
landse samenleving: school en werk. Dit is een perspectief dat ook de ou-
ders van deze jongeren aanspreekt.
Ook de ligging van het Riva-terrein kan uit het gezichtspunt van Aya-
sofYa gunstig worden genoemd. Zowel in de directe als in de iets wijdere
omgevingwoonteen flinkaantal T urkse gezinnen. Dit geeftAyasofYaeen
solide 'dagelijkse basis'. Voor gebruikersen omwonenden is her ook nu al
evident dat zich op deze basis een gemeenschap ontwikkelt. Het terrein is
voor de gebruikers ervan goed bereikbaar. Veel van de dagelij kse of weke-
lijkse bezoekers komen te voet (of met het openbaar vervoer), maar ook
met de auto is het toegankelijk, via de Postjeswegofde Kinkerstraat. Men
hoeft niet de hele Chassebuurt door om op het terrein te komen. Voor het
normale gebruik is de bereikbaarheid goed en zijn er voldoende parkeer-
plaatsen, maar op hoogtijdagen kunnen er verkeersproblemen ontstaan
op de Postjesweg en is er een gebrek aan parkeergelegenheid. AyasofYa
denkt dit op te lossen door de bezoekers op te roepen met het openbaar
vervoer te komen. De ligging van het centrum in de woonomgeving van
Amsterdam-West, en niet aan de rand of erbuiten, symboliseert boven-
dien het initiatief van AyasofYa als (mede) geworteld in de Nederlandse
samenleving.
De gedurende het conflict uitgewisselde standpunten maken in ieder
geval duidelijk dat AyasofYa grote waarde hecht aan de bestaande bebou-
wing op het terrein en dat die een belangrijke rol heeft gespeeld in de be-
slissing het Riva-terrein te kopen. De bestaande bebouwing kan, met een
aantal in terne aanpassingen, aile door de vereniging gewenste functies ac-
commoderen. AyasofYa zat tenslotte acuut verlegen om een gebedsruim-
te en de daarbij behorende faciliteiten. Het magazijngebouw kon daar-
voor meteen in gebruik worden genomen, en ook op middellange termijn
zijn volgens de vereniging voor de andere functies in principe geen grote
investeringen nodig. De oude glazen reparatiehal biedt de mogelijkheid
om te worden verbouwd tot een multifunctionele ruimte voor sportacti-
viteiten en grootschalige evenementen. Daarbij kon de vereniging de
prijs die voor her terrein werd gevraagd ook opbrengen. De sanering bleef
een verantwoordelijkheid van de verkoper, die om die red en nog lange
tijd juridisch eigenaar bleef. De saneringwas daarmee voor AyasofYa een
gecalculeerd en beperkt risico. Inmiddels is d uidelijk dat de koop van het
Riva-terrein financieel gezien een zeer goede greep is geweest.
AyasofYa heeft van meet af aan gesteld dat zij op het terrein, naast reli-
gieuze en sociaal-culturele voorzieningen, ook woningbouw wil realise-
ren. Die woningbouwplannen worden echter nauwelijks verduidelijkt.
De ruimte die zij bestemt voor woningen en bedrijfsruimten (3.50om'),
Analyse
103
wi! ze in goed overleg met het stadsdeel inrichten. W. van
AyasofYa doen over de aantallen woningen op het smds
tegenstrijdige uitspraken. Wel heeft Kabaktepe zlch eendUldlg .ultge-
sproken tegen de door het stadsdeel gewenste duurdere
Het is mogeli jk dat AyasofYa zich wat betreft de te bouwen wonmgen met
heeftwillen vastleggen voordat het plan van eisen voor het project binnen
het stadsvernieuwingsplan zou zijn vastgesteld, om niet :uimte
wegte geven diezij lievervoorandere (sociaal-culturele) funcneswllde re-
serveren. In latere fasen van her conflict heeft AyasofYa zich over haar wo-
ningbouwplannen iets specifieker ui tgelaten, of schoon deze
steeds weer veranderen. AyasofYa heefr zich zo blootgesteld aan knnek
omdat zij voor het belangrijksre doel van het Riva-projecr het
stadsvernieuwingsplan-in-wording, de functie wonen, geen seneuze
plannen heeft gemaakt. ..
Is AyasofYa, in haar anticipatie op de planologlsche grenzen dIe het
stadsdeel aan haar plannen wilde en kon stellen, te luchthartig
En zo ja, hoe komt dit? Laten we de eerste vraagvoor het gemak
bevestigend beantwoorden, en ons richten op de tweede. Allereerst IS er
volgens AyasofYa gebrek aan informatie geweest over (de voortgang van)
de stadsvernieuwingsplanprocedure. In het (spaarzame) overleg russen
bewoners en ambtenaren binnen de Werkgroep Bestemmingsplan Chasse-
buurt, kwam het Riva-terrein in eerste instantie niet of nauwelijks aan de
orde. Ais vertegenwoordigers van Ayasofya in een vroeg stadium met de
leden van deze werkgroep hadden gepraat, had wel de onverenigbaarheid
van de schaal van AyasofYa's plannen met de globale ideeen binnen de
stadsdeelorganisatie eerder aan het licht kunnen komen. De
lopen uiteen over (de inhoud van) de gesprekken russen vertegenwoordl-
gers van AyasofYa en het stadsdeel gedurende de laatste maanden van
1993. Volgens AyasofYa heeft het stadsdeel hier, of schoon het al ?P de
hoogte was van haar interesse voor het Riva-terrein, de kans laten
om de vereniging te informeren overzijn eigen plannen met het terrem m
het kader van het in ontwikkeling zijnde stadsvernieuwingplan. T oen
AyasofYa haar voornemen tijdens een bijeenkomst op 23 december officieel
aankondio-de, is de vereniging naar eigen zeggen voor het eerst daarover
ingelich t ;1 is haar medegedeeld dat zi j daarin kon 'meedraai;n'. H et
dee! benadrukt dat toen klip en klaar is gezegd datAyasofya s plannen met
spoorden met die van her stadsdeel.' Hoe her ook zij, AyasofYa tekende
begin januari 1994 een voorlopig koopcontract, en koop daarna
ook door. Enig idee over de reserves van het stadsdee! bI) haar plannen,
moet :ereniging toch wei hebben gehad.
Heilige wijsheid in Amsterdam
De planologische motieven van het stadsdeel
Het stadsdeelbesruur benadrukt datzijn beleid tegenover de plannen van
Ayasofya niet moet worden gezien als reactiefhandelen, maar als een vast-
houden aan de beleidslijnen die het vanaf zijn insrelling in 1990 heefr
ingezer. Ruimtelijke ordening isvolgens her sradsdeel (en daarin verschilt
her niet van de meeste lokale overheden) een centraal instrument om het
leefklimaat van de buurt te verbeteren. Goede woningen, een prettige en
veilige open bare ruimte en goede voorzieningen moeten in een juiste ver-
houding tot elkaar in het stadsdee! aanwezig zijn. Vooral het verbeteren
en vergroten van hetwoningenbestand is een belangrijke beleidsdoelstel-
ling van de stad Amsterdam, en het be!eid van de stadsdelen wordt
wetst aan de hand van pan-Amsterdamse beleidskaders zoals het struc:
ruurplan.
Het Riva-terrein moet volgens het stadsdeel 'wonen' als hoofdbestem-
ming krijgen.J Hierbij beroept het zich op de Vierde Nota Ruimtelijke
Ordening Extra (Vinex) en op nota's, rapponages en plannen van de ge-
meenteAmsterdam, waarin wordt geste!d dat dewoonfunctie in de stede-
lijke milieutypen waartoe het sradsdee! behoort, moet worden versrerkt
of gehandhaafd. Een vergroting van her woningenbestand kan in een
stadsdeel als De Baarsjes slechts op enkele plekken. Op die plekken kan
ook het best worden gewerkt aan diversificatie van het woningenbestand
door tevens grotere en duurdere koopwoningen te bouwen. Het Ri-
va-terrein is een van die spaarzame plekken. Gezien de schaarste aan wo-
ningen in Amsterdam en omgeving is de keuze voor 'wonen' dus zeer goed
te verdedigen."
In het programma-akkoord van het stadsdeel voor I994-1998wordt ge-
pleit voor woningdifferentiatie en een gevarieerder woonmilieu, 'waar-
door meer mensen hun wooncarriere in De Baarsjes kunnen afmaken.
V ri je locaties worden bestemd voor nieuwbouw in de vri je sector'. \ Rede-
nerend uit de behoeften van de stad Amsterdam en het stadsdeel De
Baarsjes, is het niet onlogisch het Riva-terrein voor het be!angrijkste deel
te bestemmen voor de bouwvan grotere en duurdere woningen. Het past
ook in het streven van her sradsdee!besruur - en van een belangrijk dee!
van het actieve 'maarschappe!ijke middenve!d' in de wijk - om de buun
'op te waarderen' zonder dat dit ten koste gaat van her woningenbesrand
voor de minder draagkrachrigen.
Echter, met bovenstaande redenering is nog nietvastgeste!d dat het Ri-
va-terrein uitsluitend voor woningen geschikt is, noch dat het stadsdee!
of, ruimer gezien, het westelijk dee! van de srad nier aan andere functies
(grote) behoefte zouden hebben. Het is vooral de schaal van Ayasofya's
geplande voorzieningen die op bezwaren sruir. PvdA-deelraadslid Kerk-
Analyse
kamp verwoordt dir belangrijksre argument van het stadsdee! (en van ho-
gere beroepsinstanties) tegen de plannen van Ayasofya als voIgt:
'De activiteiten van Ayasofya zijn een goede zaak. Het is belangrijk voor
met name de jongeren en hun toekomst dar de voorzieningen die Aya-
sofYa wil, er komen, aIleen niet op deze schaal in dit gebied.'
In het stadsvernieuwingsplan is 1.000 m' als grens gesteld voor maat-
schappe!ijke voorzieningen op het Riva-terrein." Boven die grens vindr
her stadsdeel maatschappe!ijke voorzieningen zoals door Ayasofya voor-
gesteld nodig noch wenselijk.
Ten eerste meent her Dagelijks Besruur dat meer dan Looom' voor de
behoeften van de leden van de vereniging in de wijk niet nodig is. Het
stadsdeelbesruur refereert hierbij aIleen aan de religieuze behoefren; deze
zouden naar zijn berekeningen ruim zijn bemeten met een facilireit van
deze omvang. De gedachtegang is dar er dus nog wei war ruimte overblijft
voor (delen van) het sociaal-culturele programma van de vereniging.
7
In
hoeverre dit voldoende is voor aile plannen van Ayasofya is voor het stads-
dee! eigenli jk een irrelevan te vraag; de omvang van die plannen wordt na-
me!ijk ook afgewezen vanwege de onwenselijkheid ervan. Dit geldt in het
bijzonder de sportieve acriviteiten en de grote religieuze feesten en man i-
festaties die met de verwezenli jking van Ayasofya's geplande verbouwing
van de hal mogelijk zouden worden.
Men heeft niets tegen religieuze en cultureel-maatschappelijke voor-
zieningen voor leden van de vereniging op her Riva-terrein, aileen her
buurtoverschrijdende karakter en de daarmee samenhangende grote
schaal ervan worden bestreden. In de planologische discussie over de be-
stemming van het Riva-rerrein wordr de veronderstelde 'bovenwijks-
heid' van de plannen van Ayasof}ra vaak gepresenteerd alsof dit een vol-
doende argument tegen deze plannen is, maar op zichzelfis dit argument
Het zou betekenen dat in geen enkele woonwijk in Amsterdam
nog een stedebouwkundig project kan worden gerealiseerd dat niet uir-
sluitend voar her betreffende stadsdeel is bedoeld. Oat is nauwelijks
houdbaar.
Stadsdeelbesruurders en -functianarissen achten de grootschaligheid
en wijkoverschrijdendheid vooral onacceptabel vanwege de overIast die
de geplande voorzieningen wellicht veroorzaken. Daarbij wordt sams
ook een relarie gelegd met de (negarieve) invloed die grote voorzieningen
voor een groep zouden hebben op de sociale cohesievan dewijkals geheel.
Dir laatste valt buiten de planologische overwegingen en zallater in dit
haofdsruk aan de orde kamen. Hier richten we ons op de voorziene over-
last.
106 Heifige wijsheid in Amsterdam
Op dit punt onderscheidt men verkeersdruk, parkeer- en geluidsover-
last. Niet aileen binnen het ambtelijk apparaat en het besruur van her
stadsdeel worden deze vormen van hinder genoemd, maar ook door
ambtenaren van de Centrale Stad die zich hebben beziggehouden met de
voorbereiding van het advies aan Gedepureerde Staten. In hoeverre
onderzoek is gedaan naar de mate waarin deze verwachtingen reeel kunnen
worden genoemd, is niet duidelijk.' In ieder geval zijn deze verwachtingen
niet empirisch onderbouwd voor de verschillende fasen van de planproce-
dure, zoals het advies van deAmsterdamse Planologische Commissie, het
oordeel van Gedeputeerde Staten, en dat van de Raad van State.')
Niettemin is het beklemronen van de schaal wei begrijpelijk. De Be-
langrijksteverantwoordelijkheid van het stadsdeelbestuur betreft zijn ei-
gen terrirorium. Plannen die binnen de wijk ter ontwikkeling worden
voorgesteld, moet het in de eerste plaats beoordelen op de positieve en ne-
gatieve gevolgen daarvan binnen de grenzen van het stadsdeel. Deze ge-
volgen moeten uiteraard worden afgewogen tegen die van de plannen die
het besruur zelf met her gebied heefr; welke plannen kunnen niet, of
slechts ten dele, worden verwezenlijkt als de plannen van het particulier
initiatief ten uitvoer zouden worden gebracht? Omdat hierin meerdere
facroren een rol spelen, is dit geen gemakkelijke afweging. Hierboven
werden de planologische redenen nog eens weergegeven op grond waar-
van men besloot de grens voor maatschappelijke voorzieningen bij 1.000
vierkante meter te leggen en vast te houden.
In de loop van de stadsvernieuwingsprocedure is in de stadsdeelorgani-
satie en in de deelraad een aamal malen de mogelijkheid overwogen om
AyasofYa voor maatschappelijke voorzieningen ook boven de I.ooom'
armslag te geven, maar rot nu roe is dat nooit geformaliseerd. '0
Een morie om dit binnen de 3.000 m' niet-woonfuncties van het stads-
vernieuwingsplan mogelijk te maken werd verworpen. De tegenstem van
de PvdA werd mede gemoriveerd door de constatering dat gezaghebbende
woordvoerders van AyasofYa op het moment supreme niet meer aanwezig
waren voor overleg. Daaruit kon worden afgeleid dat zij niet in het voor-
stel waren g6nteresseerd.
Gedeputeerde Staten van Noord-Holland en de Raad van State heb-
ben de argumenren van het stadsdeel om (de omvangvan) de door Ayaso-
fYa gewenste voorzieningen niet te honoreren in het stadsvernieuwings-
plan getoetst aan bredere beleidskaders. Met de belangen van Ayasofya is
vol gens deze hogere colleges voldoende zorgvuldig omgegaan, zowel in-
houdelijk als procedureel.
Analyse 107
Diverse leden van het Dagelijks Besruur van het stadsdeel beklemto-
nen dar de inhoudelijke argumenten van AyasofYa serieus zijn betrokken
bij de besluitvorming en naar hun mening nierzijn ondergewaardeerd.
Henk van Waveren, stadsdeelvoorzitter en tot april 1995 leider van de
PvdA-fractie in de dee!raad: 'De overheid dient zich te verdiepen in de
argumenten die men aandraagt. Je moet je daarin verdiepen omdar je
anders de be!angen niet kan afwegen. Het bredere belang van de inrich-
ring van het terrein en her be!ang van de vereniging, het belang van in-
tegratie en wat eraan vasrzit en hoe zich dar ruimrelijk verraalr, moeren
gezamenlijk worden betrokken in een afWeging. De argumenren van
Ayasofya zijn altijd een onderdeel van die afWeging geweest. Tot aan de
vaststelling van het plan in de deelraad heeft de thematiek van minder-
heden en inregratie dan ook sterk gespeeld, en terecht. Maar je moet
deze be!angen re!areren aan die van de ruimre!ijke ordening in de buurt
en aan de inrichring van het terrein. Dat maakte de afWeging ook zo bij-
zonder moeilijk, om in de fractievergaderingen te bepalen of er een vari-
ant vie! te bedenken waardoor een compromis moge!ijk zou kunnen
zijn.'
De afweging van de argumenten van AyasofYa en de ruimtelijke verdis-
contering ervan op het Riva-terrein, is vooral zo moeilijk omdat de be-
langen van beide partijen van verschillende orde zijn. Het lokale bestuur
bepaalr uiteraard welk gewidn aan de argumenten van AyasofYa wordt
gegeven, maar niettemin kan de vraag worden gesteld in hoeverre de
maatstaf daarvoor vergelijkbaar is met die welke is gehanteerd bij het we-
gen van de eigen argumenten. Dar de inhoudelijke argumenten van Aya-
sofYa het in de finale afweging hebben afgelegd tegen andere (in de ogen
van het stadsdeel voornamelijk planologische) belangen, heeft alles te
maken met het grootschalige of buurtoverschrijdende karakter van de
p r a ~ n e n van AyasofYa. Het argument van de buurtoverschrijdendheid
was zo overheersend dat de argumentaties voor het mulrifunctionele
complex niet op hetzelfde niveauwerden beoordeeld en afgewogen als de
bestemmingsargumentaties voor het Riva-terrein van het stadsdeel. De
argumenten van AyasofYa werden al meteen als 'bovenwijks' buiten de
ordeverklaard, terwijl die van het stadsdeel met betrekking totwonen (en
werken) wel degelijk ook hun ratio ontlenen aan een stadsdeeloverschrij-
dende, pan-Amsterdamse, zelfs abstract-normatieve context.
In de interactie tussen de twistende partijen gaat her niet alleen om de
kracht van argumenten, maar ook om het verschil in strategische positie
die het de ene partij mogelijk maakt argumenten van de andere buiten de
ring te houden. AyasofYa heeft de geldigheid van het argument van de
108 Heiiige wijsheid in Amsterdam
stadsdee!overschrijdendheid nooit systematisch aangevochten, wei ge-
nuanceerd. Doorde moeite die zij doet om aan te tonen dat zij voldoende
'basis' heeft in de wijk (en dit wellicht ook wat overdrijft), heeft zij zich
erin geschikt dat dit discours haar eigen argumenten overstemde.
De onbenutte marge
Het stadsdeelbestuur heeft voet bij stuk gehouden. Dat lag in zijn vermo-
gen: een lokale overheid is in de strategische positie de eigen initiatieven
in te bedden in een kadervan formele doelstellingen, procedures en regel-
geving en met dat kader de argumenten van particuliere partijen te dis-
kwalificeren. De planologische bezwaren van het stadsdeelbestuur tegen
de plannen van Ayasofya in hun volle omvang incompatibiliteit met de
eigen plannen (woningbouw), het bovenwijkse karakter, de verwachte
verkeers- en lawaaioverlast- kunnen echter niet worden afgedaan als een
louter formele rechtvaardigingvoor zij n weigering met deze plannen in te
stemmen. Op zich zijn deze planologische argumenten voldoende reden
om (de maximale schaal van) de plannen van Ayasofya te verwerpen.
Maar zijn zij ook een voldoende verklaring v ~ ~ r de positie die het stads-
dee! tegenover die plannen heeft ingenomen? Tussen de 'bandbreedte'
waarbinnen de positie van Ayasofya heen en weer is geschoven en de posi-
tie van her stadsdeelbestuur ligr een relatief grote ruimte. De positie van
het stadsdeelbestuur is, zoals gezegd, gemarkeerd op I .ooom'." Aangeno-
men mag worden dat her stadsdeelbestuur binnen her keurslijf van de
ruimrelijke ordening de mogelijkheden had om naar eigen inzicht een
war groter oppervlak voor de activiteiten van Ayasofya te accepteren, bij-
voorbeeld het oppervlak dat Ayasofya in feite in gebruik had en waarvoor
de rechrer met een voorlopige voorziening toestemming had gegeven
(ongeveer I.8oom '). Deweerstand van het stadsdeelbestuur 0ITI tot boven
Looom' te gaan, hangt samen met de inschatting dat het dan moeilijker
wordr om tot volledige nieuwbouw op het Riva-rerrein te komen. Ayaso-
fya zou (als eigenaar) de mogelijkheid hebben om in ieder geval het maga-
zijngebouw te blijven gebruiken, war volgens her sradsdeel ten koste gaat
van de mogelijkheden v ~ ~ r , en uitstraling van het te realiseren woning-
bouwproject. Vooral de duurdere woningen zouden zo minder aantrek-
kelijkzijn. In hetvervolgvan dit hoofdstuk wordtverkend ofer nogande-
re redenen zijn waarom het sradsdeelbestuur na zijn eersre aanbod van
I.ooom' nier verder meer is 'opgeschoven'.
Ayasofya staan, als groepering van burgers, minder mogelijkheden ter
beschikking om binnen het stadsvernieuwingsplan invloed uit te oefenen
op de uiteindelijke bepaling van (de omvang van) de bestemmingen op
Analyse
het Riva-terrein. Mits in overeenstemming met de al uitgezette beleidslij-
nen (zoals vastgelegd in uitwerkingen van programma-akkoorden en der-
gelijke) en passend in de bredere beleidskaders van de Centrale Stad, heb-
ben stadsdelen veel mogelijkheden om eigen initiatieven te ontwikkelen
en door te zetten. Hogere colleges toetsen marginaal, dat wil zeggen dat
deze slechts bezien of de lokale overheid in redelijkheid torde besloten be-
leidslijn is gekomen, en of zij met deze beleidslijn als uitgangspunt zorg-
vuldigmetde belangen van derden is omgegaan.Ayasofya heeft in de loop
van de procedure twee keer haar plannen gewijzigd door het formaat van
de door haar gewensre voorzieningen terug te brengen. De momenten
waarop dit gebeurde, waren niet even goed gekozen. T oen bovendien
geen positieve reactie van het stadsdeel volgde, werden de plannen weer
(ongeveer) in de oorspronkelijke omvang teruggebracht. Het stadsdeel-
bestuur was dan welna een eerste concessie van Looom' niet meer bereid
in de richting van Ayasofya op te schuiven, maar ook de vereniging toon-
de weinig bereidheid compromissen te sluiren. Ook Ayasofya heeft in-
houdelijke argumenten voor het vasthouden aan de omvang van de door
haar gewenste bestemmingen. Maar gezien haar procedureel zwakkere
positie, is Ayasofya meer dan het stadsdeel genoodzaakt om het belang
van haar pLinnen met redenen te onderbouwen, en te weerspreken dat die
plannen buiten de beleidskaders van stadsdeel en Centrale Stad vallen.
De overheid hoeft slechts te onderstrepen dat de door haar gekozen lijn is
OIltwikkeld vanuit deze beleidskaders.
De ingenomen stellingen zijn gedurende het geschil over het Ri-
va-terreinnauwelijks meerverlaten. Toch kan men, louter bezien binnen
de planologische context, stellen dat beide partijen gelegenheid hebben
gehad om in deze kwestie dichter bij elkaar te komen. Het stadsdeel be-
schikt binl)en de formele kaders over de bevoegdheid en de ruimte naar ei-
gen oorded te handelen. Devraag iswaarom het zijn discretionaire macht
op dit punt niet meer heeft benut. OokAyasofyaheeft mogelijkheden ge-
had om een oplossing dichter bij te brengen, door op strategische mo-
men ten wat water bij de wijn te doen of in te gaan op een door derden
voorgesteld compromis. Geschillen op het gebied van de ruimtelijke or-
dening kunnen hoog oplopen; in de praktijk komen overheid en eigenaar
uiteindelijk wch vaak tot een vergelijk. Zijn er, naasr hetverschiI in doel-
srellingen in planologische termen, nog andere oorzaken dat dit in her ge-
val van her Riva-terrein (tot op heden) niet is gebeurd?
lIO Heilige wijsheid in Amsterdam
Normatieve argumentaties
Zowel het stadsdeel alsAyasofYa voert behalve procedurele en planologi-
sche argumenten maatschappelijk-ideologische rechtvaardigingen aan
ter onderstreping van het belang van de eigen plannen. Zo bezien gaat het
tevens om een strijd tussen twee partijen die zich identificeren met een ei-
gen normatief standpunt. Met welke ideologische of normatieve argu-
mentaties wettigen beide partijen hun posities tegenover elkaar? Zijn
deze normatieve argumenten inderdaad zo onverzoenlijk dat zij aileen al
de diametraal tegenover elkaar staande posities kunnen verklaren? In
hoeverre en op welke wijze hebben normatieve ofideologische argumen-
ten een sturende rol gespeeld in het ontstaan en de ontwikkeling van de
tweespalt, en hoe hangen deze argumenten samen met andere motieven?
De noties die in de argumentaties van de partijen naar voren komen,
haken aan meerdere normatieve thema' s. Allereerst hangen zij samen met
ui teenlopende meningen over de wi jzewaarop in tegratievan allochtonen
in de Nederlandse samenleving moet plaatsvinden. Daarnaast, en daar-
mee samenhangend, beroepen beide partijen zich, meer of minder expli-
ciet, op verschillende grondrechten en principes: het recht op de vrijheid
van godsdienstuitoefening, het recht op wonen, de scheiding van kerk en
staat. Ten slone gebruiken beide partijen begrippen die veronderstel-
lingen impliceren over een rechtvaardige overheid: de wijze waarop een
overheid burgers moet benaderen en welke eisen burgers redelijkerwijs
aan de overheid kunnen stellen.
Ayasof}ra onderbouwt haar claims met het argument van emancipatie
door soevereiniteit in eigen kring. Hierbij wijst zij op de N ederlandse ge-
schiedenis van verzuiling:
'Emancipatie op basis van de eigen cultuur is heel Nederlands. De
emancipatie van katholieken en gereformeerden als individuen kreeg
pas echt gestalte na de verzuiling, het ontstaan van een netwerk van ei-
gen sociale sttucturen. Voor katholieken en gereformeerden vervulde
de zuil de uiteenlopende functies van IeerschooI, pressiegroep en be-
schermd isolement. Deze functies kan de zuiI, het net van eigen organi-
saties, nog vervuIIen voor T urken en Marokkanen. De mogeIijke eman-
cipatie (en erkenning) van T urken en Marokkanen zal eerder tot stand
komen door accentuering van de eigenheid dan via vervaging van de ei-
gen culturele achtergrond door geforceerde assimilatie.'"
In deze pluralistische ideologie wordt de (toekomstige) Nederlandse sa-
menleving als cultureel en religieus heterogeen beschouwd. In een plura-
Analyse III
listische samenleving verleent de overheid ook rechten en diensren aan
collectiviteiten. Respect voor culturele eigenheid, ook in de open bare
sfeer, gaat samen met en is zelfs een voorwaarde voor gelijke rechren en
kansen binnen 'harde' maatschappeli jkesectoren als onderwijsen werk.
Binnen het pluralisme kunnen meerderevisiesworden onderscheiden.
Men kan ook spreken van verschillende idealen van multiculturalisme.
Een onderscheid dar hier relevant is, is hetverschil tussen diffirence multi-
culturalism en critical multiculturalism (T urner 1994). Bi j diffirence mul-
ticulturalism zijn het behoud van cultuur en de instandhouding van
groepsgrenzen doelen op zich. Her gaat hier om vormen van seperarisme
en isolemenr die door etnische groepen zelfworden gewenst. Het Neder-
landse verzuilingsmodel is een vorm van difference multiculturalism." Bij
critical multiculturalism zijn de culrurele verschillen in de samenleving
niet het doel, maar het uitgangspunr voor kritiek op en vernieuwing van
zowel de dominante als de minderheidsculturen. Via dialoog komt zo een
nieuwedemocrarische politiekecultuur tot stand (Fermin I997= 35-36). '"
Is in het pluralisme dat Ayasof}ra nastreeft het behouden van verschil
een op zichzelf sraand streven? AIs vertegenwoordigers van de vereniging
her hebben over de inregratie van de eigen groep in de Nederlandse sa-
menleving, bedoelen zij vooral het bereiken van een evenredige positie op
het sociaal-economische vlak. Op sociaal-cultureel terrein benadrukt
men de heilzame werking van de eigen groep en eigen groepsspecifieke ge-
dragsparronen. Persoonlijke ontplooiing en meer informele participarie
moeten plaatsvinden binnen de kaders en opvattingen van de eigen reli-
gie. Dit impliceert bijvoorbeeld ook een, in de ogen van de meeste Neder-
landers, relatief ver doorgevoerde scheiding tussen de geslach ten in de pu-
blieke en semi-publieke sfeer. Of Ayasof}ra ook een kririsch mulri-
culturalisme voorstaat, in de zin dar zij het als doel ziet de eigen opvat-
tingen en gedragspatronen te toetsen aan die van anderen in de samenle-
ving, om zo, via een open dialoog en interactie tot een vernieuwing te ko-
men van zowel haar eigen cultuur ais die van de meerderheid, is niet
duidelijk. Ook geeft AyasofYa er geen blijk van de culturele patronen
waarop men voor de eigen groep de nadruklegr, ter discussie tewillen stel-
len als uirgangspunt voor de gehele samenleving. WeI stelt zij het $Oms zo
voor dat een eigen cultureel-religieus referentiekader noodzakelijk is als
tussenfosein een proces naar verdere integrarie, zonder dat wordt geexpli-
cileerd war precies met integra tie wordt bedoeld.
Tegenover de ideologie van de pluralisrische samenleving wordr vaak
de assimilationistische ideologiegesteld. In die ideologie wordt Nederland
als een cultureel homogene samenleving beschouwd. Beleid is assimilati-
onistisch als her wordt gerechtvaardigd in termen van (vermeende) effec-
1I2
Heilige wijsheid in Amsterdam
ten die een dergelijke samenleving dichter bij brengc:n (Fermin 1997= 34).
'G roepsvo rm ing op basis van eigen cuI turele iden ti tei t, met eigen 0 rgani-
saties en instituties, wordt in deze visie als onwenselijk beschouwd, of
zelfs als een bedreiging voor de nationale eenheid of de posi tie van betrok-
kenen' (Rath e.a. 1996: 19). AyasofJa keen zich tegen deze ideologie,
waarvan zij soms (impliciet) in het stadsdeelbestuur een aanhanger ver-
onderstelt. De verenigingvoelt zich gesterkt in deze mening door uitspra-
ken van stadsdeelvoorzitter Salm. Deze heeft het door Ayasofya beoogde
culturele centrum omschreven als een 'Turks bolwerk' dar een mogelijke
bedreiging vormt voor de sociale cohesie in de wijk:
'Daar komt ook mijn opmerking van ''Turks bolwerk" vandaan. Ik ben
er nog steeds van overtlligd dat als je in die wijk, op die plek, een geslo-
ten systeem van voorzieningen toelaat, jongerenwerk, recreatie, oplei-
dingen, winkels, sportvoorzieningen, de santenkraam ( ... ) dar dat ten
eerste slecht is voor de emancipatie van de jongeren, met name de me i-
den, maar daar mogen ze voor kiezen. Ik bedoel, llitra-rechtse christe-
nen mogen ook hun kinderen naar een internaat sturen. Maar in een
gesloten systeem ( ... ) als het fout zou gaan, door de positie van de min-
derheden hier in dit land, dan wordt dat een bolwerk van fundamenta-
listen, en moeten we daar dus de extremisten bestrijden. Daar ben ik
echt van overtlligd.' [Oat denk je nog steeds?) 'Als het fout gaat met de
positie van de minderheden, en je hebt zo'n gesloten systeem van voor-
zieningen met een muur eromheen, ja, dan moet je je daar op een gege-0
ven moment naar binnen vechten.'
Vit dit citaatvan Salm blijkt dat zijn aversie tegen de door AyasofJa voor-
gestelde pluralistische oplossingen samenhangt met zijn veronderstel-
lingen over de politiek-religieuze orientatie van deze groep. Hierop k6m
ik in een latere paragraaf terug. Assimilationisme- de extreme tegenpool
van pluralisme- kan Salm en de andere stadsdeelbestuurders in De Baars-
jes echter niet worden verweten: zij blijken noch in hun uitlatingen, noch
in de praktijk van het beleid voorstanders van een cultureel homogene sa-
menleving. Wel is het bestuurvan De Baarsjes, zoals de meeste politici en
bestuurders in Nederland, huiverig voor het toekennen van collectieve
rechten, of schoon men dat doorgaans in minder uitgesproken termen
verwoordt. In het algemeen zijn politici bevreesd voorgroepsrechten om-
dat zij een bedreiging kunnen vormen voor individuele vrijheidsrechten,
maar ook omdat het roekennen van overheidstaken op het vlak van de
identiteitsbeleving tor verdeeldheid of conflicten kan leiden (Fermin
1997). Hiermee is nier gezegd dar deze zelfde politici en besruurders - en
Analyse II3
dit geldt ook voor Salm en zijn collega's-zich in aile gevallen tegen plura-
lisme in de (lokale) samenleving keren.
Fermin stelt dat landelijk gezien de meesre grore politieke partijen
(PvdA, D66, VVD, GroenLinks) in meerof mindere mate kunnen worden
aangemerkt als voorstanders van liberaal pluralisme (1997= 29, 151-153). In
deze maatschappijvisie moet het individu in staat zijn zelfstandig te kie-
zen voor eigen groepsbindingen en cultuurbeleving. Dit impliceert een
zo veel mogelijk neutrale overheid en een duidelijk onderscheid tussen de
private en de publieke sfeer. De publieke sfeer is die van gelijkheid en
verdelende rechtvaardigheid, de private sfeer is die van individuele vrij-
heid en diversiteit aan levensvormen. In deze visie is her idealiter niet no-
dig dat de overheid zich een mening vormt over de waarde of functie van
religievoor hetzelfbeeld, de
lijke positie van (Ieden van) een groep. Iedereen heeft het recht om el-
gen godsdienst te belijden, als dir maar niet interfereen met de publieke
sfeer. De belangrijkste politieke stroming die andere opvattingen heeft
over de incorporatie van minderheden in de samenleving is het CDA.
Deze panij is geporteerd voor een maatschappij waarin levensbeschou-
welijke of sociaal-culturele gemeenschappen centraal staan. In de opvat-
ring van her CDA laar de overheid deze gemeenschappen een
groepszaken zelf afhandelen, wat betekent dat zij parallelle IllS.t.ItutJes
kllnnen ontwikkelen op een groot aantal terreinen. In de hoogtlJdagen
van de verzuiling beantwoordde de Nederlandse samenleving in belang-
rijke mate aan dit i:&aal van corporatieJ pluralisme, een visie die in de
buurt komt van wat hierboven als diffirence multiculturalism is gerypeerd
(Fermin 1997= 35).
Hetstadsdeel De Baarsjes issindszijn ontstaan, bestuurd dooreen co a-
litie van de PvdA en D66, met als derde partij (wisselend) de VVD of
GroenLinks. De PvdA is de grootsre partij in deze coalirie. Her CDA voert,
wisselend met de VVD of Groen Links, deoppositieaan, maar is in dedeel-
raadslechts eenkleine partij. Het beleid van het Dagelijks Bestuurvan her
stadsdeel, dat wordt gedomineerd door de PvdA, past zeer goed binnen de
bandbreedte van het liberale pluralisme zoals dar landelijk wordt aangehangen
door de PvdA en de andere grate nier-chrisrelijke partijen waarmee her srads-
deelbestllur is verbonden. ,
Betekenr dit dar de rweedracht over de besremming van het Ri-
va-rerrein valr terug tevoeren op diametraal tegenover elkaar staande ide-
ologische posities? Ook binnen het spectrum van het liberale
bestaat ideologische 'ruimte' om eigen oplossingen van groepen III de sa-
menleving te ondersteunen. Liberale pluralisten zijn geen aanhangers
van 'atomisrisch individualisme', maar zien mensen als sociale wezens,
1I4
Heilige wijsheid in Amsterdam
die hun aIleen kunnen vormgeven binnen eigen sociale
verbanden (FermIn 1997= 29). is in principe geen te-
genstander van het steunen van InltJatJeven van migrantenorganisaties,
zoals het mee.r dan eens heeft verklaard en ook in de praktijk laat blijken.
De van ?e te ondersteunen activiteiten en de invloed op de
samenlevIng dIe het lokale bestuur van die inwilliging van coIIec-
neve rech.ten verwac.ht, spelen een belangrijke rol. De verwachting
van wat dIe effecten In de praktJ)k voor de samenleving betekenen, wor-
den vervolgens beoordeeld naar liberaal-pluralistische maatstaven.
Normatieve noties en kleinschalig beleid
Normatieve discussies zich nooit in een maatschappelijk va-
cuum. V op lokaal ilIveau zijn normatieve argumentaties gekoppeld
a.an prakttsche belangen doelmatigheid, btuikbaarheid en competen-
tie, en aan andere, tamell)k prozalsche beleidsdilemma's. Ook de bezwa-
ren tegen de plannen van Ayasofya zijn gemotiveerd uit zowel ideoloai-
sche als praktischer motieven. b
Het stads?eel vindt veel van de voorzieningen die Ayasofya voor haar
achterban wI! overbodig, met als argument dat ook voor de T urkse inwo-
nefS van De Baarsjes de algemene voorzieningen openstaan. Die zijn vol-
gens her stadsdeel voor een belangrijk deel ook goed toegerust VOor hun
vragen en behoeften. Daar waar de algemene voorzieningen niet
ten bij de specifieke van bepaalde allochtone groepen, moet het
aanbod van d.eze voorzlenlngen worden aangepasr. 'i Ayasofya daarente-
gen gelooft met dat er met algemene voorzieningen veel kan worden ge-
daan haar achterban. De vereniging beweert bepaalde taken van de
overheld en de aan haar gelieerde welzijnsinstellingen effectiever te kun-
nen overnemen:
Kabaktepe in de 23 oktober 1995: 'De manier waarop her
sradsdeel ons dwarsboomr IS een ontkenning van her werk dar Ayasof}ra
ten behoeve van een goede integrarie van Turkse jongeren.
WIJ kunnen dar vanuit onze eigen invalshoeken berer dan het alaemene
jongerenwerk.' b
Salmin Het Nieuws van de Dag. 'In die buurthuizen (van het algemeen
welzlJnswerk) werken juist vee! allochtonen. Daar lerren we speciaal op.
Het person eel moet een afspiegeling zijn van de bevolking van het
sradsdeel' (22 november 1994).
Analyse II)
VolgensAyasof}ra werken deze algemene voorzieningen eerder averechts.
Op een confronterendewijze bracht Kabaktepe dit naarvoren in zijn toe-
spraak na afloop van de demonstratieve tocht naar de Stopera:
'Denkt u serieus dat onze vrouwen zin hebben om naar buurthuizen te
gaan waar de condoomautomaten in de gangen hangen? Denkr u echt
dat we onze kinderen met een gerust hart naar centra laten gaan waar
gezopen, geblowd en gegokt wordt? Denkt u echt dat onze jongeren
zich lekker voe!en in een sportomgeving waar ze met de nek worden
aangekeken, als ze al niet te horen krijgen dat ze moeten oprotten naar
hun eigen land, terwijl ze hier zijn geboren? Denkt u echt dat u de
emancipatie en integratie he!pt met een we!zijnswerk of jongerenwerk
waar Turkse jongeren geen enke! positief rolmode! krijgen aangereikt,
waarin ze iets van zichze!f, hun eigen identiteit kunnen erkennen?""
Vooral de religieuze status-quo binnen T urkse gezinnen is een factor
waar men nu eenmaal rekening mee moet houden, zeker als wordt beoogd
dat meisjes gebruikmaken van voorzieningen. Het gaat om voorzienin-
gen met het eigen religieuze keurmerk. De door Ayasof}ra geplande voor-
zlemngen
' ... bieden de meisjes de kans om zich te ontplooien in de culture!e of de
re!igieuze randvoorwaarden qie de groep daarover formuleert. Oat ook
de ouders zeggen, "Nou, daar kan ik met vertrouwen mijn dochter heen
sturen," zodar vrouwen de kans krijgen zich verder te ontwikkelen en te
emanciperen zonder dat ze daarbij worden geconfronteerd met zaken
die in strijd zijn met hun geloof."7
Uitlatingen van een aantalleden van het Dagelijks Bestuur wijzen op het
eerste gezicht op een zekere koudwatervrees voor islamitische organisa-
ties aIs aanbieders van voorzieningen in de sociaal-culturele sfeer. Het
stadsdeel beroept zich onder andere op de scheiding van kerk en staat: re-
ligie dientzich niette begeven op hetterrein dar aan de staat is voorbehou-
den. Rath e.a. vanen deze houding op als onwennigheid, voortkomend
uit het feit dat de bewuste religieuze organisaties nog niet zijn 'opgeno-
men, geaccepteerd en ingepast in het geheel van instituties van de samen-
Ieving' (1996: 7). Het is echter de vraag of de oorzaak van de negatieve
houding jegens islamitische sociaal-culturele voorzieningen in de eerste
plaats moet worden gezocht in onwennigheid of koudwatervrees. Zich
beroepend op de tijdgeest van ontzuilingziet het stadsdeel het aanbieden
van kern-welzijnsvoorzieningen vooral als een verantwoordelijkheid van
de overheid en de aan haar verbonden instellingen. Zelforganisaties re-
n6 Heilige wijsheid in Amsterdam
ligieus of niet-religieus- kunnen hoogstens aanvullend faciliteiten verle-
nen. Ayasofya ziet voor zichze!f een grotere rol weggelegd.
Kabaktepe stelde in april 1994, in een toelichting tegenover de werk-
groepen van het Wijkcentrum, dat de leden van AyasofYa, door het Ri-
va-terrein zelf aan te kopen, hun veranrwoordelijkheid namen als bur-
gers van de buurt: 'Op deze manier denken wij een belangrijke bijdrage
aan de leefbaarheid voor de T urkse en andere bewoners van deze buun
re kunnen [everen. En her sradsdeel geven we de mogelijkheid geld vrij
te maken voor andere belangrijke dingen die anders misschien niet ge-
realiseerd zouden kunnen worden.'"
Argumenten als 'we doen het ze!f en 'we houden onze hand niet op' ma-
ken echter nietveel indrukop de overheid. Hetstadsdeelbesruurvindt dit
geen geldige redeneringen voor het overnemen van overheidstaken. Het
begrijpt de argumentaties van Ayasofya over 'emancipatie in eigen kring'
en de effecren daarvan voor de buun als een claim om betrokken te wor-
den bij de vorming van het lokale beleid. Dit komt neer op aantasting van
het gelijkheidsbeginsel. Niet een club mag in een bevoorrechte positie
worden geplaatst.
Boel, sprekend over de repercussies van de plannen van AyasofYa: 'Her
kan een cultuurverschil zijn, maar wij vinden dar dar soon hele apart@
activiteiren niet helemaal apart in gebouwen moeten. Oat kunnen we
nier meer waarmaken. En dar is dan weer een meer besruurlijk srand-
punt, om het maar even zo re zeggen. Dat op het moment dat je de ene
club rechten gaat geven op eigen gebouwen en alles war daaromheen
hangt, de volgende club natuurlijk ook op de stoep (staar).'
Boe! baseert haar bezwaar hier niet op conflicrerende integratiemodellen,
maar op het principe van rechtvaardig bestuur. Andere bestuurders van
het sradsdeel onderschrijven deze notie. Of schoon Boel onderkent dat ei-
gen sociale verbanden essentieel zi j n voor de on tplooiing van individuen,
houdt de notie van rechtvaardig bestuur in dat een eerlijke verdeling van
rechten in principe op individueel niveau geschiedt. De overheid garan-
deert ge!ijke rechten en kansen voor het individu in de openbare sfeer met
algemeen geldende regels. 'Gelijke monniken ge!ijke kappen' wordt ech-
rer niet alleen ingegeven door uitsluitend abstracte rechtvaardigheids-
overwegingen. Op her lokale niveau staan voor de implementatie van
wervend gebrachte integratiemodellen wetten in de weg, en praktische
bezwaren. Het gaat hier om de besruurlijke overweging dat de verhou-
dingen met burgers hanteerbaar moeten blijven. Ook hierom staat men
niet te juichen als religieuze organisaties zich concreet willen richten op
Analyse Il7
de uitoefening van maatschappelijke taken voor de eigen groep. Her van
overheidswege gewenste onderscheid tussen de private en de publieke
sfeer is des te urgenter op lokaal niveau.
Er is een discrepantie tussen het discours op landelijk niveau en de
praktijk (en het discours) op lokaalniveau. Ayasofya lijkt zich overwe-
gend op het landelijke discours te hebben gericht. De stem van de
sione!e partijen, die een vorm van corporatief pluralisme voorstaan, IS
daarin vee! krachtiger aanwezig. Bovendien is in de jaren tachtig binnen
het liberaal pluralisme van de seculiere partijen ook aandacht gekomen
voor het rechtvan migranten om te kiezen voor eigen groepsbindingen en
cultuurbeleving. In de jaren negentig is het accent steeds sterker verscho-
yen naar een individu-georienteerd integratiebe!eid, gericht op onder-
wijs en werk. Toch beruigen de meeste politieke partijen en maatschappe-
lij ke instanties ook n u nog dat migranten in de ontvangende samenleving
worden opgenomen zonder dar de eis van assimilatie wordt gesteld. Men
beklemtoont de wenselijkheid van tolerantie of zelfs, in zekere mate, de
bevorderingvan cultureel verschil. '<) Vermeulen (1997) wijst erop dat men
zich dient te realiseren dat het hier gaat om politieke idealen. De verwe-
zenlijking van dergelijke algemeen geformuleerde opvattingen in de
praktijk is niet gemakkelijk. Hoe kleiner de besruurseenheid is, des te
moeilijker is het om zulke opvatringen teverwezenlijken, doe-
len binnen dezelfde, relatiefkleine ruimte moeten worden gereahseerd.
De invloed van de overheid op particuliere initiatieven laat zich vooral op
lokaal niveau gelden. Inzer van burgers op het maatschappelijke midden-
veld wordt gewaardeerd en zelfs noodzakelijkgeacht, maar de lokale over-
heid is sterker geneigd deze inzet in te kapselen in de eigen procedures en
kaders (Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling 1997). De lokale
overheid heeft maar een geringe onderhandelingsruimte om af te wijken
van neutraal, algemeen beleid. Op lokaal niveau is de afstand russen alge-
meen geformuleerd beleid en concrete be!eidstoepassingen erg klein. De
lokale overheid beoordeelt algemeen geformuleerde be1eidsdoelen van
organisaties op het maarschappelijke middenveld, zoals Ayasofya, voor-
namelijk op hun concrete toepassingen.
Het flexibele gebruik van normatieve noties
Al naar gelangde context of de aanleiding, legt zowe! her sradsdeelbesruur
als Ayasofya verschillende accenten bi j de normatieve onderbouwing van
hun standpunten. Hierdoor lijkt her alsof de ideologische bandbreedte
waarbinnen de partijen zich bewegen, meerdere posities mogelijk maakr
als her gaar om de inpassingvan ernisch-religieuze groepen in de samenle-
ving. Zo kunnen van het stadsdeelbestuur en Ayasofya uitspraken wor-
I1S Heilige wijsheid in Amsterdam
den aangehaald waarin de ideologische afstand russen de partijen wordt
gerelativeerd. Soms ziet het er zelfs naar uit dat men aansluiting zoekt bij
het standpunr van de ander. Zo heeft het stadsdeelbesruur zich ook mil-
der uitgelaten over het concept 'emancipatie in eigen kring':
Salm: 'Ik vind het ieders reeht om z'n geloof te belijden.]e kunr pas van
mensen verwachten dar ze integreren, als men zich religieus en cultureel
senang voele Die Amsterdamse term heb ik altijd gebruikt. En als do-
mineeszoon begrijp ik dat dus heel goed. Als mensen zieh niet alJeen
materieel, maar ook immaterieel, religieus, bedreigd voelen, kun je nier
verwachten dat ze nog energie over hebben om andere dingen te doen.'
Ais sociaal-democraat en 'liberaal-pluralist' loopt Salm met een dergelij-
ke uitspraak niet uit de pas. Hij beklemtoont de essen tie van de mens als
sociaal wezen dar zijn individualireit aileen kan vormgeven binnen een
gemeenschap (Fermin I997). Portefeuillehouder Boel, een van de belang-
rijkste vertegenwoordigers van het stadsdeelbestuur in de kwesrie, is een
duidelijk aanhangsrer van deze laatste visie. Zi j heeft zich steeds expliciet
posirief uitgelaten over dewaarde en de functievan de eigen religie en cul-
ruur voor her zelfbeeld en de maatschappelijke positie van leden van Aya-
sofYa.
Boel: 'Ik deel de strategie dat je als groep een eigen ruimte nodig hebt "
om je zelfbewustzijn te onrwikkelen, en van daaruit te integreren. Oat is
voor mij ook altijd de reden geweest dat ik ( ... ) vind dar er een moskee
moer komen voor deze club. Daarom heb ik daar zelf, maar dar is mijn
persoonlijke standpunr, ook altijd moeite voor gedaan. En de ambrena-
ren dus min of meer aangesruurd om daar energie in te stoppen.'
AyasofYa op haar beurt relativeert sams de ideologie van de plurale sa-
menleving en vat deze op als een tussenstap op weg naar verdere in tegratie
in de Nederlandse samenleving:
Kabaktepe: 'Een zelfbewuste eigen eulruur is belangrijk om sociale on-
rust te voorkomen en integratie te bevorderen. Voor velen uit onze ge-
meenschap is de afstand tot de Nederlandse culruur te groot om in een
stap te zetten. Ayasofya wil helpen door een russenoplossing te bieden.'
Zo geformuleerd is de onderbouwingvan de voorstellen van AyasofYa, in
de termen van Fermin (1997: 35), een betoogvoor 'een actief pluralistisch
beleid als russenstadium naar een geleidelijke inpassing van allochtonen
in algemene kaders'. Hier gaat her om een integratiestrategie die vanuit
een politiek-liberale visie kan worden gelegitimeerd. AyasofYa stelt haar
plannen op deze wijze voor als een tijdelijke pluralistische voorziening,
Analyse
omdat voor een aanpassing van de algemene voorzieningen aan de wen-
sen van migranren nog tijd nodig is, of omdat migranten zelf nog niet
'klaar' zijn om daar gebruik van te maken.
Uit deze uitspraken van Kabaktepe, Boel en Salm zou men kunnen op-
maken dat de ideologische afstand russen de partijen in fei te kleiner is dan
ze op andere momenten doen voorkomen. '0 Men moet echter voor ogen
houden dat de opponenten ookdeze uitspraken doen om hun handel en in
het conflict te rechtvaardigen. Boel en Salm bijvoorbeeld lieten zich op
dezewijze uit in het kadervan de beslissingvan het stadsdeelbesruur om in
het stadsvernieuwingsplan I.ooom' (en niet meer) te reserveren voor faci-
liteiten van AyasofYa. Het belang van de gebruikte normatieve argumen-
ten wordt aileen duidelijk als men de concrete doelen onderkent die de
partijen in inreractie met elkaar en anderen nastreven en de feirelijke stap-
pen die men in die interactie neemt.
In de uitwisseling van argumenten gaat het daarbij vooral om de wijze
waarop de protagonisten willen dat het conflict, en hun positie daarin,
wordt gezien door derden. Derden, dat zijn: andere personen en instan-
ties die direct of indirect bij het conflict zijn betrokken, de media en via
deze, meer in het algemeen, de buitenwacht." De :verbale in teractie russen
de hoofdrolspelers heeft niet als eerste doel e l k ~ a r te overtuigen. Beide
partijen verdiepen zich in elkaars standpunten, niet zozeer met de inten-
tie om het redelijke ervan in te zien, maar om een juiste tactische benade-
ringte kiezen. Over het hoofd van de opponent heen pareren zij elkaarsar-
gumenten, geven zij de eigen visie van het gebeurdeweer, proberen zij een
zo gunstig mogelijk beeld te geven van de eigen organisatie en van haar
doelen, also ok een zo consistent mogelijke verklaring voor hun handelen
te geven. Men probeerr dus niet zozeer elkaar, als wei anderen van het ei-
gen gelijk te overtuigen. Welke zijn, uit het perspectiefvan de protagonis-
ren, mogelijke medestanders?
Andere actoren
Mogelijke bondgenoren kunnen worden onderscheiden in actoren bin-
nen en buiten het stadsdeel. Binnen De Baarsjes kunnen naast ambtelijke
en politieke instituties als de stadsdeelorganisatie en de deelraad nog an-
dere groepen worden onderscheiden die, zoals dat heet, behoren tot het
institutionele maatschappelijke middenveld. Bovendien zijn er de om-
wonenden van het Riva-terrein, de bewoners van de Chassebuurt en de
burgers van De Baarsjes in algemener zin. Zowel het stadsdeelbesruur als
Ayasofya beschouwt de laatsten als de meest belangri jke potentiele mede-
standers. De interactie met inwoners van De Baarsjes is het onderwerp
120
Heilige wijsheid in Amsterdtlm
van de Hier bespreek ik allereerst de politieke en
maatschappellJke tnstltutles en hun vertegenwoordigers binnen en bui-
ten het stadsdeel, die zich - in wisselende mate - hebben aemengd in het
conflict. D
Het krijgt binnen de stadsdeelorganisatie en, poliriek
gesproken, vanuIt de raad brede steun voor her beleid inzake her Ri-
va-terrein." W el heeft de oppositie (GroenLinks, CDA, NCPN, Fractie
van Dijk) in de stadsdeelraad op kritieke momenten gepleirvooreen cou-
Ian rere opstel.ling het Dageli jks Bestuur, en voor ui rbreidingvan de in
het stadsvernleuwtngsplan gereserveerde l.ooom' voor de voorzieningen
Ayasofya. Op het moment dat het ertoe deed, kreeg zij geen meerder-
held. -, V oor drukt deze flexibeler houding
echter nauwe!lJks tnho.ude!lJke waardering uit voor de plannen van Aya-
sofya. Het CDA toont zlch nog het meest gevoelig voor deze plannen. Een
de (Akgul) was ze!f actieflid van de vereniging. J uist
leek hI) emgszins gei"soleerd binnen de stadsdeelpoli tiek. We! had
hlJ contact met het andere CDA-raadslid (Voetberg), die daarom over
re!atief goed gei"nformeerd was. Voetberg nam een posirief- kri-
t1sche houding aan. Gezien zijn achtergrond was Voetberg gevoe!ig
het argument 'emancipatie in eigen kring'. Maar ook hij was er vooral in
gei"nteresseerd hoeAyasofya haarplannen in de praktijkzouontvouwen.
groepen in het stadsdeel zijn, zeker in 1994,
nauweIlJks warm gelopen voor de plannen van Ayasofya en de normatieve
die hiervoor geeft. Van de bewonersorganisaties
aangesloten .bl) het Wl)kcentrum was slechrs een klein aantal geporteerd
voor het proJect van Ayasofya. Dewerkgroepen vanhet Wijkcentrum,zo-
als de Werkgroep. Bestemmingsplan Chassebuurt, de Werkgroep 20-4
0
e.n de Leefbaarheldsgroep Chassebuurt, waren sterk gericht op verbete-
f1ng van de leefbaarheid van de buurt door renovarie, nieuwbouw en her-
inrichting van de open bare ruimre. Evenals het stadsdee!bestuur hebben
deze groepen in meerderheid in termen van planologische oplossingen
gedacht. De plannen van Ayasofya boezemden hen geen vertrouwen in
omdat zij te weinig uitgewerkt waren. Daarbij gingAyasofya uir van her-
gebruik van oude gebouwen, zonder dar daar de volgens de werkaroepen
benodigde investeringen werden gepleegd. 1:>
Een lid van een van de bewonersgroepen van her Wijkcenrrum zag het
voarrbesraan van de glazen hal als een groot bezwaar. Hij en andere Ie-
den van de groep vinden de hal bijzonder lelijk, srelde hij. In her ae-
hij er aamal malen op rerug. Hij had gehoopt op :en
moo Ie 111 het oog spnngende, maar kleinere moskee direct in de pum
Analyse
van het rerrein, aan de weg. 'Hadden ze maar nieuwbouwplannen ge-
maakt, en hun woningbouwplannen uitgewerkt, dan hadden we ge-
zegd, he, hier kamt iets. AJlachtone groepen zijn toch in staat iets maais
neer te zetten. ( ... ) Die oude gebouwen, dat stadium moeten we nu ge-
passeerd zijn.'
121
Het is niet zozeer de intentie van Ayasofya die rer discussie staat, als weI de
uitvoering van de plannen. Men heeft - om diverse redenen - twijfe!s of
de ideeen in de praktijk we! tot uitvoeringworden gebracht. Zo zijn de er-
varingen van verschillende organisaties met de activireiten van de jonge-
renorganisarie MGT niet positief; activiteiren die op basis van deze!fde
ideeen zijn opgezet. Daarnaast heeft het, vanaf I991, steeds weer aanpas-
sen (de eerste jaren: vooral groter worden) van de plannen voor een ge-
bedshuis, later cultureel centrum, nier aIleen irritatie veroorzaakt, maar
ook een gevoe! dat met Ayasofya moeiIijk afspraken valr re maken. Velen
vermoeden dat de plannen en de daarmee verbonden facili tei tenbehoefte
van Ayasofya zijn aangepast aan de omvang van het Riva-terrein toen dat
op haar weg kwam. In de perceptie van vee! mens en die binnen her stads-
dee! actiefzijn, beginr een solide particuliere organisatie nu juist met een
plan en zoekt vervolgens daarbij een terrein.
Een minderheid binnen dewerkgroepen van het WiJkcentrum was wel
gevoe!igvoor het argumenrvan 'soevereiniteit in eigenkring': wat Neder-
landse re!igieuze groeperingen werden wordt toegestaan, kanAyasofya in
moreel opzichr niet worden geweigerd. Om dezelfde reden hebben ook
plaatselijke kerkelijke organisaries (katholiek en gereformeerd) her voor
Ayasofya opgenomen. Deze groepen vormen echter een kleine minder-
heid, en hun invIoed in de organen binnen het sradsdeel waar beslissingen
worden genomen, is niet groot.
Uitwerkingen van de redenering 'emancipatie in eigen kring' hebben
als normatief argument in het algemeen vee! zinnigs. Voor een minimale
evaluatie van, bijvoorbeeld, het rendement van de sportzaal in termen
van inregratie is echter meer informatie nodig. Heeft men voldoende ka-
der? Hoe gaat men het financieel oplossen? Wat zijn de perspecrieven
voor de langere termijn? De vraag naar de haalbaarheid van de plannen is
heellegiriem, omdat deze plannen dee! uitmaken van de argumenratie
van Ayasofya voor de realisatie van het multifunctionele complex op het
Riva-terrein. q
Daarbij komt dar de plannen en activiteiten van Ayasofya niet hebben
geleid tor (concrete voornemens samenwerking met andere partij-
en op het maatschappe!ijke middenveld in dewijk. Dit terwijl deze ande-
re partijen de meesre zorgen van Ayasofya, die de drijfVeer vormen voor
122 Heilige wijsheid in Amsterdam
haar plannen, delen en soms dezelfde barrieres zien voor oplossingen. '\
Dar samenwerking niet van de grond kom t, heeft niettemin te maken met
verschillen in visie en aanpak. Ook kan de beeldvorming die over Ayaso-
fya en, meer in het algemeen, over traditionele moslims is ontstaan, sa-
menwerking belemmeren. Ayasofya heeft anderen daarnaast onvoldoen-
de overtuigd van haar intentie om in de wijk samen te werken. Haar
kririekop her welzijns- en opbouwwerk in dewijk betreft de haars inziens
gebrekkige inrerculturalisering van de aanwezige voorzieningen. Deze
kritiek is in zeer scherpe bewoordingen gesteld, waarbij ook personen die
daarbinnen werkzaam zijn het moe ten onrgelden. Dir wekt weerstand
0p. Ten slotte is het denkbaardatde plannen van Ayasofya leiden tot (ver-
borgen) competenriestrijd. Organisaties die op hetzelfde veld actief zijn,
worden ook zander de concurrenrie van Ayasofya immers al in hun be-
staan bedreigd.
Competenriestrijd russen maatschappelijke organisaties onderling is
vervlochten metverschillen in opvatting over hoe en in welk tempo de in-
tegratie van allochtone jongeren gestalte moet krijgen. Die verschillen
zijn er mede de oorzaak van dar de samenwerking russen het algemene
jongerenwerk en MGT IWBV, de jongerenvereniging van Milli G o r l i ~ , op
een mislukking is uirgelopen.
T oen MGT IWBV begin jaren negentig aanklopte voor ondersteuning,
sruurde men binnen de stadsdeelorganisatie aan op samenwerking tussen
het reguliere jongerenwerk, MGT/WBVen een Marokkaanse jongerenor-
ganisatie, Al Hidaya. Deze samenwerking werd gezien als een mogelijk-
heid om een moeilijk bereikbare groep een aanbod te doen op het gebied
van het jongerenwerk. De mislukkingvan deze samenwerking is mogelijk
deels te wijten aan opvattingen van het reguliere jongerenwerk hoe het
aanbod vorm te geven. Maar ook MGT/WBV - en evengoed Al Hidaya _ '"
leek om eigen, niet verder geexpliciteerde redenen nauwelijks tot samen-
werking bereid. Het kwam erop neer dat MGT en AI Hidaya zelfstandig
een aanbod verzorgden. ," Heralgemene jongerenwerken het stadsdeel er-
voeren dit aanbod als buitengewoon eenzijdig - bij Al Hidaya waren de
activiteiten voornamelijk gericht op bidden en koranstudie, bij MGT
werd vooral aan vechtsport gedaan. Het jongerenwerk constateerde bij
MGT/WBV al vlug een gebrek aan organisatie en een tekort aan kader. Het
mislukken van de samenwerking russen de jongerenvereniging en het re-
guliere jongerenwerk, en het teruglopend aanbod van de vereniging kun-
nen nier aan een van de partijen worden toegeschreven. Een voormalig
medewerker van het stadsdeel:
Analyse
'Het probleem was dat het jongerenwerk in k1assieke zin, zoals dar in
Amsterdam plaatsvindt, een andere doelgroep heeft en ook wi! hebben
dan die rwee islamitische organisaties [AI Hidaya en MGT/wBV]. Dat
was duidelijk. Het ging er eigenlijk om dar men andere dingen nastreef-
de met een andere groep jongeren. Het bleek dat die doelgroepen ge-
woon niet uitwisselbaar waren. Er kwamen heel andere jongeren bin-
nen bij MGT/WBV en AI Hidaya dan de jongeren die het jongerenwerk
naar zich toe trok. De activiteiten van het jongerenwerk trokken jonge-
ren aan die, zeg maar, afstand hadden genomen van het huiselijk mi-
lieu, waaronder randgroepjongeren. Daaronder had je er die zelf niets
moesten hebben van die islamitische groepen. De vermenging van acti-
viteiten die oorspronkelijk de bedoeling was, daar kwam eigenlijk niets
van terecht, werd trouwens ook niet aan gewerkt. Daarbij wekten de
ideologische opvattingen over hoe her wel en hoe het niet zou moe ten
iedere keer problemen 0p. De integratie [van verschillende groepenl in
dat jongerencentrum is er nooit van gekomen. Maar ik zei altijd, het is
Ie uk als de dingen ge"integreerd worden, maar je moet het nier forceren.
Misschien moet je gewoon wel accepteren dar ze een andere groep be-
dienen.'
Een andere stadsdeelmedewerker concludeerde: (
'Het is een nakf idee geweest van ons om te denken dat als het
jongerenwerk gebruik zou kunnen maken van hun deskundigheid over
hun cultuur, over hoe je die jongens aanpakt. Daar is niets van terecht-
gekomen. Ik wi! niet aileen de schuld geven aan de allochtone groepen.
Ik heb zelfhet idee dat het jongerenwerk ook een beetje te vee! van ons
progressief-humanistische idee is uitgegaan waarop her jongerenwerk
normaal de jongeren benadert. Dat zijn natuurlijk tach andere denk-
beelden dan waar dat SOOft vrij rraditionele islamitische dubs van uit-
gaat.'
12
3
ldeologische opvattingen over de ral van voorzieningen bij de integratie
van minderheden worden ook gebruikt om competentiestrijd russen
maatschappelijke organisaries te rechtvaardigen. Het algemene jongeren-
werk binnen de Srichring Welzijn De Baarsjes, een belangrijke speler op
het maatschappelijke middenveld in de wijk, wijsr samenwerking met
Ayasofya af op grond van opvattingen over de functie van her jongeren-
werk in het integratiepraces. Het argument komt in het kort hier op neer.
Het probleem van islamitische migrantenjongeren is dat zij leven in twee
cuIturen. Dit is een leefWijze die 'normaal gesproken niemand volhoudt'.
Her jongerenwerk ziet zichzelf als een brug russen deze culturen, en als de
Heilige wijsheid in Amsterdam
aangewezen 'vertrouwenspersoon' om de jongeren te helpen in hun keu-
ze, dieonvermijdelijkmoerworden gemaakt. Daarbij wordt betwijfeld of
her juisr is om een organisarie die duidelijk aan een van die culturen is ver-
bonden bij een dergelijk keuzeproces re betrekken. '7 Her jongerenwerk
stelr her individu voorop, en lijkt de gemeenschap waaruit jongeren af-
komsrig zijn eerder als een remmende factor voor ontwikkeling te zien
dan als een stimulans. Ayasofya beklemtoonr nu juist het belangvan de ei-
gen sociale verbanden voor de ontwikkeling van jongeren in de Neder-
landse samenleving. Dit is een belangrijk verschil van opvatting. Maar er
zijn ookelementen in de argumentaties van beideactoren dieop elkaar lij-
ken. Ook Ayasofya ziet zichzelf een brugfuncrie vervullen, russen de tra-
ditionele plattelandsculruur van de ouders en de Nederlandse samenle-
ving, en russen ouders en jongeren. De vereniging stelt dat islamitische
migranren en hun kinderen geen vertrouwen hebben in de welzijnswer-
kers die werkzaam zijn in de algemene voorzieningen, terwijl dat vertrou-
wen nu juist onontbeerlijk is voor het oplossen van problemen. Watdit be-
treft bestaat er een 'k1oof tussen dezewelzijnswerkers en T urkse jongeren. Het
algemene jongerenwerk is in deogen van Ayasofya 'een te grate stap ineens'. "
Zonder een inhoudelijk oordeel te geven over de zienswijzen die bin-
nen het algemene welzijnswerk en Ayasofya leven, kunnen we constare-
ren dat het visies zijn waarin de partijen zichzelf een concurrerende rol
toeschrijven. Mer her beklemtonen van de ineffectiviteit van elkaars
voorzieningen voor jongeren, houden zij eerder afstand van e1kaar dan
dar zij samenwerking zoeken. Deze houding kan samenhangen met de
verstoorde relatiesvanwege de mislukte samenwerking in buurthuis Pan-
dora. Feit blijft dat Ayasofya slechts mondjesmaat ondersteuning heeft
gekregen vanuit het maatschappelijke middenveld in de wijk. Steun van
een belangrijke insrelling als de Stichting Welzijn, die bovendien op"
ambtelijk en besruurlijk niveau open kanalen heeft met de stadsdeelorga-
nisatie, had Ayasofya een sterkere positie kunnen geven.
In de argumenten van Ayasofya is onvoldoende duidelijk geworden
war in de praktijkde gezamenlijke belangen zijn van Ayasofya en de wijk-
samenleving. De inhoudelijke argumentarie van Ayasofya is gedurende
de bestemmingsplanprocedure min of meer in ideologische noties blij-
yen steken en is daardoor niet geheel uit de verf gekomen. Het gebrek aan
steun datAyasofya ondervond van andere (invloedrijke) personen en in-
stanties in het stadsdeel hangt mede samen met de onuitgewerktheid van
haar plannen. Hierdoor heeft zij her stadsdeel gelegenheid gegeven deze
plannen als 'planologisch niet relevant' terzijde te schuiven. Dat concre-
tere plannen uiteindelijk aan her stadsdeel een welwillender opstelling
zouden hebben ontlokt, is daarmee niet aangetoond.
Analyse
12
5
Vinden de normatieve no ties die Ayasofya binnen her stadsdeel naar vo-
ren heefr gebracht maar zeer beperkr een willig oor, op her niveau van de
Centrale Srad en ook landelijk wordt naar deze ideeen met meer belang-
stelling geluisterd. Het stadsdeel is zich ervan bewust dar Ayasofya in die
kringen begri p ontmoet en zelfs enige steun kri jgt voor haar argumenten.
Het stadsdeelbestuur is onder andere hierom beducht voor negarieve pu-
bliciteit. Ook Ii jkt her waar het de Riva- kwestie beueft soms een defensie-
ver houding in te nemen in zijn stadsdeeloverschrijdende politieke con-
tacten. Dit komt mede omdat het, vooral in partijgenootschappelijk
verband (PvdA), een aamal malen is aangesproken op zi jn strikre houding
in deze kwestie. Her partijcircuir zou in de ogen van de pvdA-beslUurders
in De Baarsjes nier her gremium moeten zijn waar een srafje wordt gebro-
ken over de besruurslijn van een sradsdeel. Er moet oog zijn voor de ver-
schillende verantwoordelijkheden. Tegelijkertijd is men bang voor her
wegvallen van partijgenoorschappelijke solidariteir, 'dar, als her moeilijk
worde, je bij iedereen nee krijgt'. In contacten met politici en besruurders
van de Centrale Stad zijn geen volledig nieuwe ideologische argumenten
naar voren gekornen. Deze PvdA' ers verschillen in algemeen-ideologi-
sche zin nauwelijks van mening met hun partijgenoten in De Baarsjes
over de integratie van minderheden in de samenleving.lfij betrekken in
de Riva-kwesrie geen stellingen buiren her liberale pluralisme, zij vragen
slechts om op planologisch en ideologisch terrein iets minder strak vast te
houden aan de principes. Her verschil in opvatting komt neer op een ver-
schil in afweging van facroren: politici van de Centrale Stad menen dar
herweigeren deze groep te accommoderen een negatief effect kan hebben
op de verhoudingen tussen de Turkse gemeenschap enerzijds, en de loka-
Ie overheid en de rest van de samenleving anderzijds. De Turkse gemeen-
schap zou er de boodschap uir kunnen destilleren dar zij in Nede,rland ei-
genlijk niet welkom is. Dar zou kunnen leiden tot een zelfgekozen
isolemem, tot radicalisering van gedeelten van de gemeenschap, en een
verminderde aanspreekbaarheid van de gemeenschap als geheel op ver-
schillende maatschappelijke issues.
PvdA-raadslid Perer Meijer ste/de met spijt vast dat de interactie tussen
de Amsterdamse gemeenteraad en de islamitische organisaties niet meer
dan symbolisch is. Af en toe gaat een wethouder of de burgemeester
eens op bezoek in een moskee, maar daar blijft het bij. GeInsti-
tutionaliseerde contacten tussen het bestuur van de gemeeme en (een
platform van) islamirische organisaties besraan niet. Wat moslims in
een georganiseerd kader doen, blijft buiten de mainstream van her
126 Heilige wijsheid in Amsterdam
Amsterdamse leven. Tijdens de demonstratie van Ayasofya naar de Sw-
pera in oktober 1995 hoorde Meijer - en hij niet aileen - veel felle afwij-
zende reacties van omstanders. Alles in het conflict en in de initiatieven
van Ayasofya roept reacties op met een hoog CD-gehalte en heeft een
hoge mobiliseringspotentie. Aan de andere kant gaat het Ayasofya om
de vervulling van de geloofsplichr. De Turkse Amsterdammers kunnen
de houding van het stadsdeel interpreteren als een (moedwillige) belem-
mering van het streven naar die vervulling. Meijer: 'In steno kan dat
worden "J ullie belemmeren ons goede moslims te zijn, ons geloof te be-
lijden." Daar krijg je mensen mee de straat op.' De reacties die de Ri-
va-kwestie aan beide zijden kan optoepen, baren hem als politicus grote
zorg.
Politici van de Centrale Stad bezien her conflict over het Riva-terrein in
de eerste plaats uit het referentiekader van het migrantenbeleid en het
dreigende perspectief van een tweedeling in de samenleving. Ook omdat
een PvdA-wethouder dit beleid in zijn portefeuille heeft, is bij politici van
deze panij het bewustzijn sterk olltwikkeld dat Amsterdam op dit be-
leidsterrein een goede naam heeft op te houden.
Buurtbewoners en burgerschap
Onder de aurochtone bewoners van De Baarsjes en de autochtone directe
omwonenden van het Riva-terrein zijn er maar weinig die zich voor de
plannen van Ayasofya hebben uitgesproken, en zich daarmee tegen het
ontwerp-stadsvernieuwingsplan hebben gekeerd. '9 Ontbreekt het Aya-
sofya aan spontane ondersteuning van de niet-Turkse bevolking uit de
buun, tegelijkenijd kan nietworden gezegd dat ervan de
veel protesten zijn te horen tegen haar plannen, collectief noch individu-
eel.
'O
Ayasofya's plannen hebben wei aanzienlijke en expliciete ondersteu-
ning gekregen van de Turkse gemeenschap in de buun. Dit blijkt uit de
relatief grote opkomst van T urkse buurtbewoners bij protestdemonstra-
ties tegen de voornemens voor en de vasts telling van het stadsvernieu-
wingsplan, alsook uit hun hoge opkomst op een aantal inspraakavonden.
Bovendien is een groot aantal voorbedrukte inspraakformulieren (met
een wervende tekst voor de plannen van Ayasofya) ingevuld en onderte-
kend door merendeels Turkse buurtbewoners. Het staat vast dat er ook
Turkse wijkbewoners zijn die (fel) tegen de plannen van Ayasofya zijn, of
er onverschillig tegenover staan. Hoe de T urksevoor- en regenstanders in
de wij k getalsmatig p recies zij n verdeeld, is onduidelijk. Kabaktepe stelde
Analyse 12
7
in gesprekken met stadsdeelbesruurders steeds dat Ayasofya van de in het
stadsdeel woonachtige T urkse Nederlanders de grootste groep venegen-
woordigde. De demonstraties die in 1994 en 1995 werden gehouden had-
den mede tot doel dit te onderstrepen. Volgens Kabaktepe beklemtoonde
Salm vooral om tactische redenen de aanwezigheid van andere groepen
Turken in hetstadsdeel: als argument om niet te hoeven ingaan op dever-
zoeken van Ayasofya om ruimte in het stadsdeel.
Kabaktepe: 'Als ik begon over de behoefte aan ruimre voor de hele
T urkse gemeenschap, dan zei hij, "Ja, maar er zijn ook andere groepen,
onder andere Diyanet, alevieten, en nationalisten, en het gaat er hier de-
mocratisch aan we." Ik zei dan alrijd, "Wij zijn de grootste groep, wij
moeten als eerste wch die kans krijgen, dat is wch democratisch. De
meerderheid moet wch kunnen kiezen."
Her stadsdeelbestuur heeft in twee siruaties de indruk gewekt inspraak
van buurtbewoners die zich voor de plannen van Ayasofya betoonden,
aan banden te willen leggen. Zo werd in juni 1994 aan T urfse sympathi-
santen op grond van een veronderstelde afspraak met de leiBingvan Aya-
sofYa de toegang tot een inspraakavond ontzegd." In diezelfde maand
werden I.650 voorbedrukte inspraakformulieren aangeboden aan de
stadsdeelvoorzitter. Deze werden niet (op tijd) persoonlijk beantwoord,
omdat ze als een collectieve actiewerden beschouwd. Het stadsdeel stelde
bovendien dat Ayasofya had ingestemd op te treden als vertegenwoordi-
ger voor de groep insprekers." Deze kwesties zijn uitgebreid in de deel-
raad aan de orde gesteld. p Ook verspreidde her stadsdeel een aantal bewo-
nersbrieven, waarin het - wellicht on bedoeld - een scheiding aanbracht
russen (de leden van) Ayasofya en de buurt(bewoners), terwijl in De
Baarsjes maar ook in de Chassebuun een flink aantal (T urkse) sympathi-
san ten en bezoekers van Ayasofya woonr.
Ayasofya is deze benadering zwaar gevallen. Meer dan eens hebben
haar leiders beklemtoond dat de achterban niet moet worden gezien als
Turken in Nederland, maar als Nederlanders met een Turkse achter-
grond.
14
Deze claim op burgerschap geldt vooral ook het lokale niveau:
men wil, net zoals aIle andere inwoners van De Baarsjes, in de eerste plaats
worden beschouwd als buurtbewoners. Deze gevoeligheid is mede ont-
staan door uitlatingen en brieven van stadsdeelfunctionarissen. Opmer-
kingen van Salm over een 'Turks bolwerk' bijvoorbeeld, lijken dir buurt-
bewoner- of burgerschap te ontkennen."
Uir de schriftelijke en mondelinge communicatie russen stadsdeel en
Ayasofya blijkt, dat erweinig aandacht is besteed aan het feit dat eendeel
van de aanhangvan Ayasofya woonachtig is in de buun. Oat her om een,
128 Heilige wijsheid in Amsterdam
voor wijkbegrippen, aanzien1ijke groep buurtbewoners gaat, lijkt het 10-
kale besruur onvoldoende te hebben onderkend. Bovendien heeft het be-
stuurop uiteenlopende momenten ten minste de schijn gewekt de organi-
satie, en dus ook de buurtbewoners die er lid van zijn of ermee sym-
pathiseren, in de eerste plaats te zien als buitenstaander, die nog aan het
verstand moet worden gebrachr wat de geldende normen en waarden in
Nederland zijn.
Ook heeft het stadsdeel meer dan eens in het openbaar gesteld dat het
veel negatieve reacties ontvangt uit 'de buun' over de plannen en activi-
teiten van Ayasofya. ,(, Een dergelijke opmerking van stadsdeelvoorzitter
Salm over de inspraakreacties op het voorontwerp van het stadsvernieu-
wingsplan was aantoonbaar onjuist.
Ayasofya beklemtoont juist de goede relaties met de buurtbewoners.
Zij heeft op haar beurt her rhema in de publiciteit uitgebuit, door zich
voor te stellen als een underdog, waartegen het stadsdeelbestuur de buurt
heeft opgezet. Er is wei enige onderbouwing voor die stelling te vinden,
bijvoorbeeld in brieven over de Riva-kwestie aan de buurtbewoners.
Maar AyasofYa heeft ook zelf niet nagelaten dit thema uit te spelen, door
steeds vraagtekens te zetten bij de neutra1iteit van het stadsdeelbesruur.
Ook lang nadat Salm als stadsdeelvoorzitter is opgestapt, wordt het stads-
deelbesru ur nogverweren dat het over AyasofYa spreekt als een Turks bol-
werk, 'een begrip dar willens en wetens wordt gebruikt om een onder-
scheid te maken russ en "ons" en "zij''', terwijl noch de nieuwe voorzitter
noch andere besruursleden deze rerm daarna nog in de mond hebben ge-
nomen. F Het is deze reactieve toonzetting bij be ide partijen die het Ri-
va-conflict tekent.
Beeldvorming en de balans in de wijk ,)
Beide partijen voeren in het conflicrvoornamelijk pianologische en nor-
matieve argumenten aan om hun positie te verklaren. Inhoudelijk zijn
deze argumenten zeker belangrijk, maar gezien de souplesse waarmee
vooral de normatieve noties in de discussies worden ingezet, moeten we
toch concluderen dat deze niet onverzoenlijk zijn. Er zijn nog andere be-
weegredenen die veel minder vaak worden genoemd, maar die niettemin
een belangrijke rol spelen in het ontstaan en voorrduren van het conflict.
Bij het stadsdeel steunen deze overwegingen op beelden die men heeft van
de politiek-religieuze signatuur van AyasofYa en haar aanhangers. Als een
dergelijke groep Iokaal een bovenmatig sterke positie zou bemachtigen,
zou dit een negatieve invloed hebben op de balans in en de reputatie van
dewijk.
Analyse
In het openbare venoog zijn deze argumenten zelden te horen. Men is
zich er in het aigemeen van bewust dar het vaak politiek incorrect wordt
bevonden om de aanwezigheid van bepaalde migran tengroepen te associ-
eren met ongewenste maatschappelijke onrwikkelingen. Desondanks
blijkt dat stadsdeelbesruurders negatieve onrwikkelingen vrezen in de so-
ciale verhoudingen binnen het stadsdeel ais AyasofYa haar p1annen zou
ultvoeren.
Eerder is een overweging gegeven van actoren buiten het stadsdeel om
wei in te gaan op deverlangens van AyasofYa: een wei gering kan bij (delen
van) de T urkse gemeenschap het gevoel oproepen teworden buitengesIo-
ten, hetgeen kan resuiteren in een zelf gekozen isolement. In het stads-
deelbestuur zijn sommigen juist van mening dat de verwezenlijking van
de plannen van AyasofYa voor deze groep de mogelijkheden schept zich te
isoleren van de Nederlandse samenleving, zeker als daar nog kwalijke
maatschappelijke ontwikkelingen bijkomen, zoals een
van de houding jegens migranren, negatieve sociaal-economisohe ont-
wikkelingen en toename van de po1itieke instabiliteit in het herkomst-
land.
Bovendien bestaat de vrees dat een grootschalige voorziening zoa1s ge-
pland door AyasofYa negatieve reacties bij andere groepen zal oproepen,
en op die wijze de balans in de wijk verstoort. Degenen die hier over uit-
weiden, noemen de te verwachten negarieve reacties van (een deel van) de
autochtone bevolking in de wijk, maar bijvoorbeeld ook die van T urken
die tot andere ernisch-religieuze groepen behoren.
Salm: 'Parkeerdruk ( ... ) daar ging het natuurlijk helemaal niet om, uit-
eindelijk.' [Maar waar gaat het dan wei om?] 'Die balans in die wijk!
Chrisrenturken om de hoek, de Koerden om de hoek, alevieten om de
hoek, Marokkanen, de hele santenkraam. Een kleine honderd nationa-
liteiten. En ik ben best revreden, her gaat best redelijk, in balans. Maar
als dar bolwerk daar komt ( ... ) ik ben ervan overtuigd dar dat een hele
dominanre uitstraling heefr op die wijk. Om de hoek wonen zeven, acht
gezinnen van Christemurken. En larer kreeg ik een hartverzakking toen
(wee straten verderop de PKK z' n vesriging had gekregen. Hoeveel vier-
kante kilometer Amsterdam hebben we hier? Grootste concentrarie ale-
vieten, dan her bolwerk van de Milli Gorli;;, en dan de PKK rwee straren
verderop?'
Deze uitspraak van Sa1m maakt duidelijkdat het stadsdeelbesruur ook be-
duchtwas (is) dar uirvoering van de plannen van AyasofYa spanningen in
de wijk veroorzaken die zijn terug te voeren op sociale en politieke ver-
houdingen in T urkije. In deze zin moeten de opmerkingen van Salrn over
130 Heilige wijsheid in Amsterdam
een 'Turks bolwerk' worden begrepen. Hierbij wordt het veronderstelde
fundamentalisme van Milli als een katalyserende factor be-
schouwd. Beeldvorming over Ayasof)ra en Milli speelt hier dus een
belangrijke rol. Ook Kabaktepe concludeerr- vanuit zijn positie nietver-
bazingwekkend - dat in de planologische dimensie, ondanks aile nadruk
die erop wordt gelegd, niet de essen tie van her probleem is te vinden.
Kabaktepe: 'Het gaat hier om een andere zaak dan het bestemmings-
plan. Her besremmingsplan is maar een jasje. De realiteit is dat ze bang
zijn voor war islam is.'
De beeldvorming over Ayasof)ra hangr samen met angst voor fundamen-
talisme en be"invloeding door buitenlandse mogendheden en internatio-
nale organisaties. Volgens velen binnen en buiten het sradsdeelkantoor
heeftAyasofya twee agenda's. In het openbaar benadrukt Ayasof)ra de no-
tie van emancipatie en integratie, rerwijl op de verborgen agenda doelen
centraal staan die samenhangen met poliriek-religieuze strijd in T urkije,
her streven naar een islamitisch maatschappijmodel in dat land en het in
Nederland importeren van een conservatieve en radicale islam. Deze
doelstellingen op de verborgen agenda staan op gespannen voet .met de
doelen die Ayasof)ra in het openbaar zegt na te streven.
Van invloed op di t beeld van Ayasof)ra is de mening van andere T urken
die acrief zij n binnen de sradsdeelorganisatie of op het maatschappelijke
middenveld. Deze T urken zijn niet religieus of zijn minder orthodox van
opvattingen, hebben een andere religie ofzijn van een andere islamitische
denominatie. Zij moeten niets van de grootschalige plannen van Ayaso-
f)ra hebben, omdat zij de motieven van Ayasof)ra voor de aankoop en het
gebruik van het Riva-terrein wantrouwen. Zij baseren hun visie vaak op
slechte ervaringen met Milli Gorii en met de Refah-parrij in Duitsland-.)
en Turkije. Turken met een dergeJijke visie nemen binnen de wijk ook
posities in, waarin zij ge"institutionaliseerde maar ook informele relaties
onderhouden met de stadsdeelorganisatie en met -besruursleden. Hun
Nederlandse collega's zien hen, begrijpelijk, als deskundigen. Een oor-
dee 1 over de gefundeerdheid van hun visie op Ayasofya laat ik hier achter-
wege. Wel kan worden vastgesteld dat zij de beeldvorming van stadsdeel-
bestuurders en deelraadsleden over Ayasof)ra be"invloeden, en reeds
bestaande beelden ondersteunen van Ayasof)ra als een fundamentalisti-
sche organisatie die het isolement van (een deel van) de Turkse gemeen-
schap in de hand werkt.
Omdatveel van deze T urken een links-laicistisch standpunt zijn toege-
daan, zien vooral PvdA' ers in hen vaak een natuurlijke bondgenoot. ,"
Sommigen van hen nemen ook in het politieke spectrum van T urkije hun
Analyse
131
plaats in, zoals dat geldtvoor conservatieve T urken, of
religieuze Turken van een andere .(islamitische) De
kan worden gesteld of de verwoordmg van hun menmg over een orgaJlIsa-
tie als Ayasof)ra in bepaalde gevallen niet feitelijk ook een politieke stel-
lingname is, mogelijk passend in de rol van voor een be-
paalde stroming binnen de Turkse gemeenschap m ..
Deweliswaar niet geheel openbare maarwel invloedrqke dlscussle over
de 'werkelijke' agenda van Ayasof)ra heeft gevolgen voor de beoordeling
van de vereniging op andere terreinen. De belangstelling voor de 'ware'
aard van Ayasof)ra - zijn het schapen of wolven? - overstemt zo de beoor-
deling van haar concrete voorstellen.
Niet aileen het veronderstelde fundamentalisme van Ayasof)ra, maar
ook het feit dat het om een groep mensen van T urkse afkomst gaat en de
conclusies en vooringenomenheden die met zo'n vaststelli?g\gepaard
gaan, spelen een rol in de ontvangst van haar plannen. Sommlgen vrezen
een verslechteringvan het imago van dewijk, die dan nog meerzal worden
gezien als een 'buitenlandersbuurt'. Dit terwij! er in de wijk juist wordt
gewerkt aan een verbetering van het imago.
Volgens een lid van een van de werkgroepen die zijn aangesloren bij her
Wijkcentrum, zijn de plannen van Ayasof)ra nier goed voor her imago
van De Baarsjes, dat wch al een slechte naam heeft. Oat etiket komt
volgens hem voort uit de vroegere drugsoverlast op en rond ?et Merca-
wrplein, maar hangt ook samen met de sociale samensrelllllg van de
buurt. 'Het imago is al nier sterk. Er wonen al zo vee! buitenlanders. De
plannen van Ayasof)ra verswren wch iets waarwe mee de
stadsvernieuwing, als proces. Het frustreert wch de rehabllItane waar
we mee bezig zijn.'
Dergelijke argumenten worden meestal als politiek gezien,
waardoor ze niet zo vaak (meet) te horen zijn. Vertegenwoordlgers van
Ayasof)ra zijn er niettemin van overtuigd dat zij in de hoofde? van vee!
mensen bestaan, wat zij als kwetsend ervaren. Her beeld van de buurt
over Ayasof)ra, en van T urken in het algemeen, is ook vol gens
bdnvloed door de negatieve onrwikkelingen rond het Mercatorplem, een
gebied dat eind jaren tachtig een no go
ningen plaatsvonden russen Turken in het cnmmele CIrCUIt. Smdsdlen
kijkt de buurt roch anders tegen ons aan."9 Ayasofya
sen binnen de stadsdeelorganisatie ervan dat zij de aanwezlgheld van ml-
granten zien als een belemmering voor het de reputatie
van de wijk. Dat het stadsdeelbesruur een dergelt!k voor het
afwijzen van Ayasof)ra' s plannen is overigens in da onderzoek met geble-
I32 Heilige wijsheid in Amsterdam
ken. Beschuldigingen en suggesties in deze richting hebben de relaties
tussen het stadsdeel en Ayasofya evenwel niet verbererd. Wei getuigt de
bejegening van Ayasofya door met name stadsdeelvoorzirter Freek Salm
niet alrijd van evenveel gevoeligheid. Zo had hij kunnen verwachten dar
zijn aanbod aanAyasofyaom voorde ramadan een met hete-Iuchtkanon-
nen verwarmde circustent neer tezetten, zou worden opgevat als een bele-
diging. Vanwege dergelijke voorvallen hebben diverse waarnemers ge-
concludeerd dar het stadsdeelbesruur Ayasofya met onvoldoende respect
heeft behandeld. Volgens een vertegenwoordiger van Ayasofya is de pat-
stelling re wijten aan de weigering van het stadsdeelbestuur hen serieus re
nemen als partners in de buurt:
'Ze voelden zich getacke!d, in een domme siruatie geplaatst door een
handjevol Turken, en vooral de Turk Kabaktepe. Nou, dat was hele-
maal niet de bedoeling. Als ze ons gewoon serieus hadden genomen dan
was er gewoon helemaal niets aan de hand, dan had den we gewoon van-
af het begin al met e1kaar kunnen onderhandelen. Dan hadden we het
vanaf het begin kunnen oplossen. Maar die wil was er gewoon nier.'
Aan de andere kant klinkt binnen de stadsdeelorganisatie het verwijr door
datAyasofya haar plannen probeert te verwezenlijken op de rand van war
formeel mogelijk is, en buiten de mores en ongeschreven wetten van over-
leg om. Hierin wordtAyasofya in feite gebrekaan verantwoordelijkheids-
zin verweren. In het bijzonderalshetgaatom watfeitelijkgeoorloofd is op
het Riva-terrein heeft men binnen de stadsdeelorganisatie de ervaring dat
her moeilijk is om afspraken te maken.
'Ze kijken hoe ver ze kunnen gaan. Her is een voortdurend uirproberen,
voortdurend kijken hoe dingen uirpakken. Je wordr naar een conflict-
punt toegerrechrerd, en de kunst is om eruit te blijven.'
Wederzijdse negatieve beeldvorming heeft ertoe geleid dat beide partijen
e1kaars opstelling wantrouwen. Ondanks uitleg en nuanceringen die zij
vaak over e1kaars hoofd heen -van het eigen stand punt geven, lijken de
partijen zich niet te kunnen onttrekken aan het beeld dat zij van elkaar
hebben: enerzijds een groep die in aile omstandigheden haar wensen
poogt te maximaliseren, anderzijds een lokale overheid die zich tot raak
heeft gesteld een etnisch-religieuze groep koste war kosr de toegang tot
het maatschappelijke middenveld in de wijk te ontzeggen.
Analyse I33
Het project van het stadsdeel
De houdingvan het Dagelijks Bestuur in de Riva-kwesrie wordt mede be-
paald door problemen elders in de wijk en de inzet van rechtshandhaving
waarop het besruur sinds het ontstaan van het stadsdeel de nadruk legt.
Her bestuur is in zekere zin geharnast geraakt door de problematiek die
her in een gedeelre van de wijk (de Mercatorbuurt) aantrof toen het aan-
trad: georganiseerde en randcriminalireir, drugsoverlast, onveiligheid,
oneigenlijk gebruik en verkrotting van panden, snelle wisseling van be-
woners.
Boel: 'Wij hebben als besruur een leidraad. We willen zo veel mogelijk
dingen die regen de rege!s zijn uit de weg ruimen. En dat heeft een veel
bredere achtergrond dan aileen deze siruatie naruurlijk. Wij kwamen in
1990, en er was hier verschrikke!ijk vee I criminaliteir. Op heel vee! plek-
ken werd van alles gedaan wat God verboden heefr. Wij zijn daarmee
nogal rigoureus, met behulp van politie, woningbouwverenigingen, en-
zovoort, aan de gang gegaan. Die strategie werkt niet meer zodra je uit-
zonderingen gaat maken.'
Salm: 'Mijn lijn was, het is een complexe samenleving, en er zijn regels
die we moeten handhaven, want anders wordt het het recht van de
sterkste. En een van de handhavingsinstrumenten is de ruimtelijke or-
dening. Want zo hebben we de criminaliteit teruggedrongen, coffee-
shops, terrassen en illegale onttrekking van woningen. Dat was de stijl
van opereren. Helder, k1ip en k1aar gezegd van, deze regels, daar gaan
we voor. Dat is de bestemming, dat zijn de eisen, vergunningsvoor-
waarden, weer ik het allemaai. Daar houden we je aan. Niet, dan gaan
de planken ervoor. Niet aile regelgeving en wetten worden even fanaat
gehandhaafd. Maar een aantal dingen, waar je al werkende weg toe
komt, daar zegje van, dat is belangrijk om die complexe samenleving in
balans te houden. Zorg dar nier het rechr van de sterkste gaar prevale-
ren, dat de mensen maar doen, maar dat die veiligheid wordt terugge-
wonnen.'
Het stadsdeel presenteert her 'regels-zijn-regels-argument' meestal in de
context van de sociale verbanden binnen de wijk.
40
Het is de specifieke si-
tuatie van De Baarsjes, met zijn inwonersdichtheid, etnisch-religieuze
verscheidenheid en recente geschiedenis van onveiligheid, criminaliteit,
drugsoverlast en oneigenlijk gebruik van panden, die het zo nodig maakr
dar men zich aan de regels houdt. Hoe bevlogen de bedoelingen ook zijn,
een uitzondering maken voor deze club betekent precedenten scheppen:
134 Heilige wijsheid in Amsterdam
101 nationaliteiten kunnen aileen dan in een wijk vredig samenleven als
iedereen weetwaar hij ofzij zich aan te houden heeft." Op dir punt in de
redenering lijkt voor sommigen, onder wie Freek Salm, het beeld van
Ayasofya als fundamentalistische groep die voor alles is gericht op de
verhoudingen in het herkomstland, een rol te spelen. De combinatie van
de overheersende aanwezigheid van deze politiek-religieuze groep en de
aanwezigheid in her stadsdeel van verschillende andere groeperingen in
het politieke en religieuze spectrum van de T urkse samenleving, zou de
verhoudingen binnen de T urkse gemeenschap op scherp kunnen stellen
en die gemeenschap als geheel kunnen isoleren van de rest van de samenleving.
Andere stadsdeelbestuurders benadrukken echter dat welke voorstelling men
ook heeft van de achtergronden van AyasofYa, deze geen enkele rol heeft ge-
speeld in de keuzes die zijn gemaakt in het rehabilitatieproces van de wijk.
Handhaving van de regels gebeurt sinds begin jaren negentig in het ka-
der van een integrale aanpak. Het stadsdeelbestuur richtte in samenwer-
king met de politie de Beheerorganisatie Mercatorplein op, die zich voor-
al met de rechtshandhaving in deze verloederde wijk ging bezighouden.
In deze organisatie werken allerlei diensten samen. Zo raakte het stads-
deelbestuur eraan gewend dat er voor de handhaving verschillende in-
Stfumenten ingezet kunnen worden. Instrumenten en regels met betrek-
king tot de ruimtelijke ordeningnemen hierin een belangri jke plaats in.
Salm: 'We constateerden [in 1990] als nieuw sradsdeelbestuur, nog even
en de overheid heeft in een bepaald deel van de wijk niers meer re zeg-
gen. Wij wilden her rechr van de srerkste, het recht van de mensen met
poen tegenover mensen zander poen, niet meer laten gelden. Om dat te
bereiken is het bestemmingsplan een belangrijk instrument geweest,
zoals we ook illegale bewoning van distributiewoningen tegen woeker-
huren hebben aangepakt, de hand zijn gaan houden aan de hore-
ca-sluitingstijden en winkeluitstallingen op de stoep aan regels zijn ge-
bonden, zodar mensen er gewoon kunnen lopen.'"
De belangrijkste doelstellingvan het sradsdeel is om van de probleemwijk
De Baarsjes weer een leefbare wijk te maken, aantrekkelijk voor huishou-
dens van verschillende samenstelling, nit verschillende bevolkingscate-
gorieen. Het sradsdeelbesruur heeft zich een opdracht gesreld: het gaat
om rehabiliratie van de wijk. Ruimrelijke ordening is een van de centrale
middclen in het beleid dar deze opdrachr moet verwezenlijken. Verbere-
ring van de kwali rei t van de woningen en de woonomgeving en diversifi-
carie van de sociaal-economische gelaagdheid van de buurt (ook grorere
en duurderewoningen voor hogere inkomensgroepen) zijn sinds 1990 be-
langrijke doelen, en die moe ten worden gerealiseerd mer behulp van her
Analyse 135
instrument van de ruimlelijke ordening. De strikrheid waarmee her
sradsdeel zijn beleid ten uitvoer brengt, heefr in de eerste plaats te maken
met de omvang en aard van de lokale problematiek.
Planologie en handhaving zijn in De Baarsjes, wellichr nog sterker dan
in andere sradsdelen, centrale beleidsinstrumenten. In de recente ge-
schiedenis van her stadsdeel is ruimrelijke ordening een middel geworden
om sociale stabiliteit in de buurt te bevorderen. War dir betreft is er ook
buiren her stadsdeel, in de Centrale Stad en op landelijk niveau, belang-
srellingvoor de ontwikkelingen in De Baarsjes. De Baarsjes had al eind. ja-
ren rachrig landelijke bekendheid gekregen ~ l s een buurt met grote soci-
aal-economische en veiligheidsproblemen. Voor de oplossingen die het
sradsdeelbestuurvoor deze problemen bedacht, heefr het zich ook buiren
her stadsdeel, in de grootstedelijke en landelijke arena sterk gemaakt. Her
sradsdeelbestuur zier zichzelfin dir opzichr als een voortrekker, zowel in
De Baarsjes als buiten de grenzen van het stadsdeel. De rehabilitarie van
de buun met inzet van deze instfumenten zou volgens de stadsdeelbe-
stllurders ook een voorbeeld moeten zijn voor andere wijken in Amster-
dam. Her was (en is) niet aileen een lokaal project, maar ook een export-
product waaraan bestllurlijke reputaties zijn verbonden. Het commit-
ment mer het ingezette beleid is om deze reden extra sterk. In de
Chassebuurt betekent dit commitment handhaving binnen de regels van
het besremmingsplan, en vasthouden aan de inhoudelijke lijn en de pro-
cedures bij de ontwikkelingvan het nieuwe bestemmingsplan. Het initia-
rief van Ayasofya (dat wil zeggen het gebruik van het terrein tegen de re-
gels en de grootschaligheid van haar plannen) doorktuisr dit project en
kan daarom nier worden gehonoreerd. Her feit dar her stadsdeel geen ge-
bruik maakre van zijn mogelijkheden om Ayasofya in weerwil van forme-
Ie procedurele regels regemoet te komen, kan hieruit worden verklaard.
De onverzettelijkheid van her stadsdeelbestuur is mede te verklaren uit
her feir dat her conflict zich nu juist afspeelt op het gebied van de ruimte-
lijke ordening, waarbij regels zijn overschreden. Het argument van Aya-
sofya dat zj j met een integrale aanpak (moskee, sociaal-culturele voorzie-
ningen en een sporthal voor de jeugd) op die plek juist een bijdrage levert
aan de veiligheid en maatschappelijke srabilireir in de buurt, heefr ook
daarom geen gewillig oor gevonden.
Het project van Ayasofya
Eerder in dit hoofdsruk zijn de motieven van AyasofYa beschreven die di-
rect samenhangen mer de aankoop en de gewensre bestemming van het
Riva-rerrein. De doelstellingen van de moskeeorganisatie zijn erop ge-
Heilige wijsheid in Amsterdam
richt activiteiren te ontplooien voor diverse categorieen binnen de eigen
groep, te weten jongeren, vrouwen en ouderen. Dit is des te noodzakelij-
ker, omdat in de ogen van de vereniging de algemene welzijnsvoorzie-
ningen niet toegankelijk zijn voor de achterban. De vereniging zochr een
plek waar deze activiteiten in de nabijheid van elkaar, maar tegelijkertijd
relatief onafhankelijk konden worden georganiseerd. Het Riva-terrein
biedt daarvoor ideale mogelijkheden. In het bijzonder bij jongeren kan zo
op een natuurlijke wijze de islamitische identiteit worden ge(re)acti-
veerd. Dat zal een stabiel zelfbeeld opleveren, dat op zijn beurtvoorwaar-
de is voor een succesvolle loopbaan in de Nederlandse samenleving. Op
dezewijze gaan een hechte interne cohesie en integratie in de N ederlandse
samenleving hand in hand.
De aankoop van en de plannen met het Riva-terrein moeten echter niet
uitsluitend worden gezien als een project van een lokale moskeevereni-
ging die zich de positie aantrekt van Turkse jongeren in Amsrerdam-
West. Ayasofya is niet aIleen een plaatselijk maar tevens
een plaarselijke afdeling van een transnationale poliriek-religieuze orga-
nisarie. Jonge voortrekkers in de beweging spelen daarbij een belangrijke
ral. Hun ambiries betreffen zowel het vergroren van hun invloed binnen
de nationale en transnarionale koepel van Milli als het verwerven
van invloed of een positie op het snijvlak van maatschappelijk midden-
veld en politiek in de Nederlandse samenleving. Er kunnen verschillende
arena's worden onderscheiden waarbinnen dezevoortrekkers hun ideeen
en doelstellingen presenreren. Omdat een analyse van de inreractie tussen
de belangrijkste opponenten in het conflict hier centraal staat, is in deze
studie voornamelijk aandacht besteed aan de arena van het sradsdeel, en
daarnaast sams aan her pan-Amsrerdamse en nationale niveau. Maar er
zijn ook arena's in de eigen gemeenschap re onderscheiden, namelijk die'"
van de Turkse gemeenschap als geheel, die van het politiek-religieuze
spectrum in T urkije, de arena van de islamirische wereld in Nederland en
daarbuiten en die van de eigen organisatie (waarbinnen overigens ook
weer een lokaal, nationaal en transnationaal niveau kan worden onder-
kend). Omdat de algemene doelstellingen en ideeen in verschillende are-
na's worden gepresenreerd, moeten ook de (concrete) doelstellingen van
het Ayasofya-project in de context van deze uiteenlopende arena's wor-
den begrepen (zie ook Soysal 1996).
Zo kunnen de plannen van Ayasofya op het Riva-terrein worden voor-
gesteld als middel om integratie en participatie in de gezeten samenleving
re bewerkstelligen; doelstellingen waarvan Ayasofya denkt dat zij ook
binnen de relevante gremia van deze samenleving overtuigingskrachr be-
zitten. Daarbij zijn de mogelijkheden die het Riva-rerrein biedr niet al-
Analyse I37
leen ideaal voor her verstevigen van de banden [Ussenleden van deze reli-
gieuze graep; het is tevens een ideale uirgangsbasis om te werken aan een
verdere uitbouwvan de achterban. Een grate achterban is een belangrijke
hulpbron om ingangen te krijgen en gehoord teworden in organen van de
N ederlandse samenleving.
WoordvoerdersvanAyasofyahebben ookaspiraties op het snijvlak van
maatschappelijk middenveld en politiek. Dit blijkr uir hun
in allerlei grootstedelijke en landelijke netwerken. Zij combineren dit
met aspiraties en activiteiten in andere, transnationale fora.
Kabakrepe: 'Wij willen een koppe!ing maken naar aile moslims, niet ai-
leen maar T urken. Als het maar om de islamitische \eefWijze gaat. Daar-
om is Milli heel actiefbezig in de islamitische were!d. Ik wil ook
met een Egyptenaar en met een Palestijn contact kunnen houden als het
om de islamitische leefWijze gaat. Maar aan de Nederlandse niet-islami-
tische wereld, de Nederlandse politiek, wil ik net zo vee! aandacht
besteden, misschien zelfs wei meer. Omdat je daar dagelijks mee te ma-
ken hebt. Doel is met de besraande Nederlandse politiek praten over de
islam, maar tegelijkertijd praten over hoe je dit soort zaken met e!kaar
aanpakt. Dus, als de Nederlandse overheid zegt, "De islam is wch ge-
vaarlijk, kijk al die meiden mer hun hoofddoeken, dar is wch een slech-
te ontwikke!ing," dan willen wij uirleggen waarom wij daar nu juist
weer een voorstander van zijn. Daar willen we graag over praten, daar
willen we graag onze mening over kwijt.'
Vergroting van de achrerban is tevens een belangrijk middel om de in-
vloed binnen de T urkse gemeenschap te vergroten. Woordvoerders van
Ayasofya wijken niet af van leiders van andere T urkse groepen in hun am-
bities om mee re doen in de strijd am het woordvoerderschap binnen de
T urkse gemeenschap als geheel. 4\ Hoe groter de achterban, hoe serieuzer
de Nederlandse overheid, maar ook andere insranties binnen en buiten
Nederland een groepering nemen. Voor vee! Turken in Nederland is de
belangrijkste wervende kracht van Ayasofya niet in de eerste plaats haar
visie op de integrarie van de achterban in de Nederlandse samenieving,
maar haar plaats in her politiek-re!igieuze spectrum in T urkije. Ook hier
benadrukt Ayasofya het geloof als meest belangrijke onderdeel van de ei-
gen identiteit. Hetgaatom religieals be!aagderfgoedin de Turksesamen-
leving, waarbij wordt gesteld dat het geloof, nu nog ingekapseld en on-
derdrukt door de seculiere T urkse staat, weer een Ieidend beginsel dien t te
worden in aile sectoren van her Turkse leven. Het thema van de positie
van de islam in de T urkse samenleving verdeelr de T urken in T urkije en
Nederland. Een feit is dat de islam veel T urken aanspreekt. In de inleiding
Heilige wijsheid in Amsterdam
heb ik gewezen op de symbolische berekenis van de naam Ayasofya: een
verwijzing naar het vermaarde monumentale bouwwerk in Istanbul, dat
eeuwenlangeen moskeewas. Sinds I934 is de Ayasofya een museum, maar
deze starus is omsrreden. In Turkije is het vertoog over de Ayasofya dee!
geworden van het conflict russen re!igieuze, islamitische groeperingen en
het meer lalcistisch georienteerde deel van de natie dat zich sterk maakt
voor de seculiere T urkse staat. Dit vertoog kan uit het perspectiefvan reli-
gieuze groeperingen worden gezien als een poging om de grenzen russen
de islam en de staat te 'heronderhandelen'. H In hoeverre de naamgevers
van de moskee op het Riva-terrein in De Baarsjes op dit discours hebben
willen zinspelen, is niet duidelijk. Wei is het evident dar de naam Ayaso-
fya strijdbare connoraties heefr, en daarmee waarschijnlijk een mobilise-
rende porentie.
N aasr de strijd om het woordvoerderschap in de T urkse gemeenschap als
geheel, profileert het lokale kader van Milli Gorii in Amsterdam zich in
de eigen politiek-religieuze gemeenschap.45 In deze laatste arena presen-
reertAyasofyazich alsvoorlopervan de beweging in Nederlandmet de in-
tegratieve lijn die zij heeft uitgezet: activireiren voorverschillende catego-
rieen binnen een setting, in contrast tot de landelijke aanpak van opbouw
met relatief autonome MGT's. Ayasorya maakt zich bovendien sterk voor
een 'Nederlandse islam', en achr daarvoor een imamopleiding in Neder-
land onontbeerlijk. Nier in alle kringen van Milli Goriis-Nederland wor-
den deze ideeen even enthousiast ontvangen. Kabaktepe heeft herhaalde-
lijk met nadruk aangegeven met het project van Ayasofya zijn nek te
hebben uirgestoken, in de verschillende verbanden van de eigen gemeen-
schap. Positieve respons van de overheid zou onontbeerlijk zijn voor zijn
positie binnen de eigen organisatie:(' Met uitlatingen als 'ik sta onder')
druk', 'mijn positie is niet omstreden, maar ... ', of'mijn vervangerzal niet
gematigder zijn' heeft hij echrer ook twijfel gezaaid over zijn positie bin-
nen de organisatie in Amsterdam en binnen de beweging in Nederland. 4'
De reputaties die aan het project van Ayasofya zijn verbonden, over-
stijgen de lokalecontexten zijn daarom extrakwetsbaar. Zoalsdatookhet
geval is met de reputaties die zijn verbonden aan het project van het stads-
deelbestuur, ontstaan hierdoor gemakkeli jk gevoeligheden in de interac-
tIe.
Sommigen hebben het doorzetten van de koop door Ayasofya ver-
klaard als een se!ectiefhoren, voortkomend uit 'cultureel verschil'. Mi-
granten zouden grondeigendom associeren met onbeperkte beschik-
kingsmogelijkheden, en minder dan autochtone Nederlanders gewend
zijn aan een planmatig vasthoudende overheid, die bovendien in het ui-
Analyse I39
terste geval her middel van de onteigening ter beschikking staat. 48 Ook
kan een rol spelen dat migrantengroepen soms een beetje de neiging heb-
ben om de overheid te zien als een verlicht despoot, die soms de hand over
het hart srrijkt. Dit omdat die overheid dar voor hen in zekere zin ook is:
migranten worden buiten de macht gehouden en kunnen ma,ar in zeer be-
perkte zin invloed uitoefenen. Het 'God zegene de greep' en dan afwach-
ten en hopen op begrip, is vaak de enige' strategie' die migrantenorganisa-
ties in eigen ogen overblijft. Paradoxaal genoeg is daar tegelijkertijd de
stille hoop om van de overheid iets te kunnen afdwingen, deze 'een poepje
te laten ruiken'. Kabaktepe heeft meerdere malen geklaagd over de zi j ns
inziens respectloze behandelingvan stadsdeelbesruurders, die hem en an-
deren in de organisatie ten deel viel. Ditwerd ervaren in het traject dat ui-
teindelijk resulteerde in het aanbod van her terrein achter het J an van Ga-
lenbad, en ook in het overleg over een tijdelijk onderkomen voor de
komende ramadan:" Zijn strijdvaardige houding in de Riva-kwestie
moet zowel in het licht van deze ervaringen worden begrepen, als in de
context van de verschillende arena's waarbinnen hij zijn reputatie op het
spel voelr staan. In hoeverre dit de beslissing tot aankoop heeft b6nvloed,
vaIr moeilijk te zeggen.
Eerder in dit hoofdstuk is voor het gemak aangenomen dat aan het door-
zetten van de aankoop van Ayasofya luchthartigheid ten grondslag heeft
gelegen. Het is in zekere zin wijsheid achteraf om de beslissingvan A y a s ~
fya lichtvaardigofluchthartig te noemen. Niemand zal van tevoren verglf
hebben durven innemen op de uiteindelijke afloop van de bestemmings-
planprocedure. Bovendien is het de vraag of de uitkomstvan die procedu-
re het enige criterium moet zijn om de beslissing tot aankoop van Ayaso-
fya te beoordelen. Een finale winst -en-verliesrekening val t nu nog niet te
maken. Wel kunnen voor Ayasofya ook twee, voorlopig positieve uit-
komsten worden gemeld. Publicitair heeft de Riva-kwestie haar geen
windeieren gelegd.
50
Enkele woordvoerders, maar in de eerste plaats Ka-
baktepe, hebben met berichtgevingoverde kwestie in de media de organi-
satie een gezicht gegeven. T evens heeft de organisatie relaties ontwikkeld
met de grootstedelijke en landelijke politiek, met departementen en met
het maatschappelijke middenveld. Op uitnodigingvan de vereniging be-
zochten meerdere Kamerleden en zelfs een minister de moskee op het Ri-
va-terrein." Uiteraard is er ook negatieve berichtgeving in de pers, in de
zin dat Milli Gorii, en dus ook de aan deze beweging gerelateerde plaatse-
lijke moskeevereniging Ayasofya, vaak extremisme, islamisme of natio-
nalisme wordt verweten (Sunier 1995). Maar zander de berichtgeving
over de Riva-kwestie zou Ayasofya een anoniemer rol spelen en zou de
14
0
Heilige wijsheid in Amsterdam
vereniging minder mogelijkheden hebben her stereotype van een funda-
mentalistische organisarie te n uanceren."
Of schoon binnen het stadsdeel her stadsvernieuwingsplan grote be-
perkingen oplegt aan het gewenste gebruik van het terrein, heeft de
aankoop Ayasofya, afgezien van de conctete benutting, op andere gebie-
den toch voordeel opgeleverd, zoals publiciteit, relaties (vooral buiten
het stadsdeel) en een verbeterde financieJe positie. De vraag of Ayasofya
uiteindelijk een goede of slechte inschatting heeft gemaakt door het terrein te
kopen, moet aan de hand van de opbrengsten op deze verschillende terrei-
nen worden beoordeeld.
Hoofdstuk 7
Conclusies
In dit boek is beschreven hoe het geschil over de bestemming van het Ri-
va-terrein russen het bestuur van stadsdeel De Baarsjes en de vereniging
Ayasofya zich ontwikkelde tot een slepende controverse. Wat zijn de re-
denen dat de twee parrijen met elkaar in conf1ict raakten en, vooral, zo
lang met de hakken in het zand zijn blijven staan? In hetvorige hoofdstuk
is hiervoor naar een verklaring gezocht. Daar werden verschillende anaiy-
seniveaus onderscheiden. De belangrijkste vat ik hieronder eerst samen.
Geen van die niveaus biedt op zich voldoende verklaring voor het ont-
staan en voortduren van het conf1ict. Aan het einde van het vorige hoofd-
sruk werd een perspectief van betrokkenheid van de pani jen met hun ei-
gen project geschetst, een betrokkenheid die aan het conflict voorafgaat
en verbonden is met ambities en reputaties die stadsdeeloverschrijdend
zijn.ln het tweede dee I van dit hoofdsruk (de siotbeschouwing) wordt op
dit perspectiefvoortgebouwd en wordt een kader gegeven waarbinnen de
deeluitkomsten in samenhang een betere verklaringsgrond bieden.
Deelverklaringen
Bestemmingsmotieven
De tweedracht tussen eigenaar en overheid vindt haar oorsprong in uit-
eenlopende plannen voor de bestemming van het terrein. T oen het Ri-
va-terrein vrijkwam, leek het voor Ayasofya wat betreft omvang, locatie
en bebouwing de ideale plek om haar ambitieuze plannen te verwezenlij-
ken. Die plannen behelzen in de eerste plaats het realiseren van voorzie-
ningen voor de T urks-isiamitische gemeenschap in Amsterdam-West.
Het gaat am religieuze voorzieningen, maar ook om welzijnsvoorzie-
ningen. Deze laatste zijn in de ogen van Ayasofya noodzakelijk, omdat de
algemene welzijnsvoorzieningen in de praktijk niet toegankelijk zijn
voor T urkse en andere islamitische jongeren. Aan het samenbrengen van
religieuze en welzijnsvoorzieningen op een plek ligt het ideaal ten grond-
slag dat verschillende bevolkingscategorieen binnen de eigen gemeen-
schap in elkaars nabijheid, maar toch relatief autonoom van elkaar activi-
142 Heilige wijsheid in Amsterdam
teiten ontwikkelen. Hiermee wordt de eigen gemeenschap in structurele
zin bestendigd en ook in symbolische zin beklemtoond. Dit schept be-
trokkenheid van de verschillende groepen (vrouwen, jongeren en oude-
ren) bij elkaars behoeften en bij de oplossingen die zij voor de eigen speci-
FIeke problemen aandragen. Vooral begrip en ondersteuning van de
oudere genera tie voor de activiteiten van de jongeren worden essentieel
geacht voor het slagen van die activiteiten. Deze hebben onder andere tot
doel de islamitische identiteit van jongeren te (re)activeren. Hierdoor
kan aan jongeren een positief zelfbeeld worden (terug)gegeven. Volgens
Ayasofya is dat een voorwaarde voor een succesvolle sociaal-economische
integratie van deze jongeren in de Nederlandse samenleving.
Her probleem was dat de omvang van het door Ayasofya geplande ge-
bruik niet strookte met de op dat moment geldende bestemming van het
terrein, noch met de intenties van her stadsdeelbestuur met het in de
maak zijnde, nieuwe bestemmingsplan. Het stadsdeelbestuur bezag de
nieuwe bestemmingvan het Riva-terrein vanuitzijn doelstellingde socia-
Ie omstandigheden van de bevolking van De Baarsjes en de economische
levensvatbaarheid van de buurt teverbeteren. Hierom werd aanvankelijk
getwijfeld ofhet terrein zou moe ten worden bestemd voor ldeinschalige
bedrijvigheid, voor woningen of voor een combinatie van beide. Onge-
veer gelijkti jdig met het bekend worden van de belangstelling van Ayaso-
fya voor het Riva-terrein, koos het stadsdeelbestuurvoor een bestemming
met de nadruk op wonen. Daarin waren ook duurdere koopwoningen
voorzien, omdat diversificatie van het woningaanbod ten goede zou ko-
men aan de draagkracht van de wijkpopulatie. Het stadsdeel heeft nooit
overwogen om het terrein voor een groot dee! te bestemmen voor soci-
aal-culturele en religieuze voorzieningen.
Regels en procedures
Het conflict dat over het gebruik en de toekomstige bestemming van het
Riva-terrein ontstond, kan ook worden bezien uit het perspectief van de
kansen en beperkingen die de kaders van rechtshandhaving en planologi-
sche procedures bieden. Het stadsdeel heeft tegen de feitelijke ingebruik-
neming van het Riva-terrein door Ayasofya de inzet van juridische en be-
stuurlijke middelen nietgeschuwd. De ophefdie ontstond doordeweige-
ring van het stadsdeel in te stemmen met gebruik van het terrein voor de
ramadan en de ingebruikneming ervan door Ayasofya desondanks, heeft
vanafhet begin voor een antagonistische toonzetting gezorgd. De scherp-
te van het conflict hangt dus mede samen met de kwestie van de handha-
ving. Na in eerste instantie te hebben moe ten inleveren op straffe van on t-
ruiming van het terrein, heeft Ayasofya later bij de Amsterdamse Recht-
Conclusies 143
bank ooksucces gehad: met een voorlopige voorziening bepaalde de rech-
ter dat zij het magazijngebouw op het terrein voor gebedsdiensten mocht
blijven gebruiken, en ook het theehuis en de winkel bij de moskee moch-
ten openblijven.
Of schoon de kwesties inhoudelijk niet zijn te scheiden, kan het geschil
over het feitelijk gebruik procedureellos worden gezien van het conflict
over de in het nieuwe bestemmingsplan gewenste functies op het terrein.
De grootschaligheid van Ayasofya's plannen stuitte op grote bezwaren
van het stadsdeel, niet in de laatste plaats omdat het lokale bestllur bij uit-
voering van die plannen zijn eigen woningbouwplannen in gevaar zag ko-
men. Daarnaast vreest men overIast van de activiteiten die Ayasofya op
het Riva-terrein wil gaan bedrijven. Dit wordt temeer onacceptabel ge-
achr, omdat het stadsdeel ervan uitgaat dat de overlast zal worden veroor-
zaakt door functies die in belangrijke mate wijkoverschrijdend zijn.
In het conflict over de bestemming van het terrein onder het nieuwe
stadsvernieuwingsplan heeft het stadsdeel aan het langste eind getrok-
ken. Politiek kwam het plan ongeschonden door de deelraad, en ook ho-
gere colleges oordeelden dat het stadsdeel in de procedure van het plan in
het algemeen correct heeft gehandeld.
Ayasofya heeft wellicht niet overzien welke procedurele barrieres zij
zou ontmoeten om haar plannen te kunnen verwezenlijken. Ookheeft zij
aanvankelijk niet voorzien dat in dergelijke ruimtelijke-ordeningsproce-
dures de lokale overheid strategisch beter is toegerust om de eigen plan-
nen door te zetten.
De vraag blijft waarom het, in de periode dat het voorontwerp en het
ontwerp van het plan binnen het stadsdee! in procedure was, niet toch tot
een toenadering is gekomen. Het stadsdeelbestuur had zijn beleid in bre-
de zin kunnen uitvoeren en toch wat meer kunnen toegeven. OokAyaso-
fya had op bepaalde momenten, bijvoorbeeld toen het plan in de deelraad
kwam, alerter kunnen reageren op mogelijkheden voor een compromis.
Er was ruimte om te manoeuvreren. Een van de redenen waarom het
moeilijk is geweest om wat verder in elkaars richting op te schuiven, is
ongetwijfeld dat de verhoudingen op scherp waren gesteld door de bor-
sing over het feitelijk gebruik van bet terrein. Hier moet direct aan wor-
den toegevoegd dat, toen het erop aankwam, beide partijen kozen voor
een terugboudender opstelling. Tot een daadwerkelijke ontruiming van
bet Riva-terrein met bebulp van politieassistentie is het gelukkig nooir
gekomen.
De kwestie van de bandhaving is belangrijk om het conflict in zijn ge-
beel te begrijpen, ook omdat (gerecbtelijke) scbermurselingen hierover
gedurende het gehele traject van de vaststelling van het nieuwe bestem-
I44 Heilige wijsheid in Amsterdam
mingsplan zijn doorgegaan. Toch is dit geen voldoende antwoord op de
vraagwaarom beide partijen hebben volhard in hun standpunt en zo lang
niet in staat bleken tot een compromis te komen.
Om deze vraag beter te kunnen beantwoorden heb ik vervolgens naar
de normatieve argumentaties van beide partijen gekeken.
Normatieve argumenten
In de uidatingen van de hoofdrolspelers in het conflict spelen normatieve
argumenten een centrale rol. Ayasofya betoogr vooral dar 'emanciparie in
eigen kring' op termij n de beste weg is om tot integratie in de N ederlandse
samenleving te komen. Het sradsdeel beklemtoont principes van gelijke
behandeling en rechtvaardig bestuur. Deze noties hoeven echter nier met
elkaar in regenspraak te zijn. Bovendien beaamt men soms ook elkaars al-
gemene principes. De flexibiliteit waarmee de normatieve noties worden
gebruikt, lijkt erop re duiden dar de antagonisten op ideologisch niveau
geen onverzoenbare posities innemen. Hiermee is niet gezegd dat norma-
tieve noties in het geheel geen 'inhoudelijke' drijfVeer zijn en slechts 'voor
de buhne' worden gebruikt. In het tweede deel van deze conclusie kom ik
hierop terug. Andere motieven spelen daarnaast ook een rol. N ormatieve
no ties worden bijvoorbeeld gebruikt in relatie tot bedenkingen over de
achtergrond van Ayasofya, en in de context van de strijd over de vraagwie
bevoegd is als aanbieder van welzijnsvoorzieningen voor burgers. Uir het
gezichtspunt van het stadsdeel spelen praktische overwegingen van be-
stuurlijkheid en hanteerbaarheid een rol, waarbij binnen een relatiefklei-
ne ruimte beleid op verschillende terreinen in overeenstemming moer
blijven. Naarmatehet bestuursterritorium kleiner is, is ookde margeklei-
ner die bestuurders hebben om verschillende belangen met elkaar te ver-
zoenen. Schaal is dus een belangrijk concept om de houdingvan het stads-
0
deel te kunnen begrijpen. Daarnaast zijn er accenten in het beleid en de
bestuursopvattingen van het stadsdeel, die samenhangen met de specifie-
ke geschiedenis van de buurt. De perspectieven van her sradsdeel, maar
ook die van Ayasofya, hebben zich historisch ontwikkeld; in deze zin
heefr de onverzettelijkheid van het stadsdeel een bredere achtergrond en
liggen aan de houding van Ayasofya aspiraries binnen verschillende are-
na's ten grondslag.
De opponenten benaderen elkaars argumenten vooral tacrisch. De
uitwisseling van srandpunten had al snel niet meer her doel om bij de an-
dere panij meer begrip te kweken voor de eigen zienswijze. Reeds in een
vroeg stadium ging het er vooral om, om over elkaars hoofd heen andere,
invloedrijke actoren voor het eigen standpunt te winnen. Beide partijen
houden daarbij ook de media en via deze de algemene publieke opinie in
Condusies 145
hetoog. Tegenoveractoren buiten hetstadsdeel (Centrale Stad ofop lan-
delijk niveau) is hetAyasofya die haar standpunten wervend naar buiten
brengt. Zijn algemeen geformuleerde normatieve noties een slecht kom-
pas om in de lokale praktijk op te varen, buiten de context van het stads-
deellijken zij meer aan te spreken.
Voorzieningen
Achter veel van de ideologische polemiek lijkt de vraag te schuilen welke
partij het best de welzijnsvoorzieningen voor de islamitische migra.n-
tengemeenschap in dewijkopzich kan nemen. Hetthema van devoorzle-
ningen heeft eerder katalyserend gewerkt dan dat het de partijen dichter
bij elkaar heeft gebracht. Dit is in belangrijke mate te wijten aan het feit
dat nochAyasofya, noch de instellingen van het algemenewelzijns- en op-
bouwwerkin dewijkin woord en daadeniganimo hebbengetoondom op
dit gebied met elkaar samen te werken. Dit overigens tegen de zin van het
stadsdeelbestuur. Ayasofya heeft er steeds op gewezen datzij in staat is een
moeilijk bereikbare groep jongeren aan te spreken. De algemene wel-
zijnsinstellingen in Amsterdam staan volgens de vereniging slechts 'op
papier' open voor islamitische jongeren. Dit is een van de belangrijkste re-
denen voor de vereniging om te streven naar de verwezenlijking van haar
plannen op het Riva-terrein. Ayasofya heeft dit argument steeds in scher-
pe bewoordingen naar voren gebracht.
De buurthuizen in De Baarsjes, zoals ook elders in de stad, blijken in-
derdaad slechts een klein gedeelte van de jongeren met een islamirische
achtergrond te bereiken. Ayasofya wijt dit aan de welzijnswerkers die ~ ~ t
vertrouwen van de jongeren niet kunnen winnen, aan de geboden actlv\-
teiten, de 'aankleding' van de buurthuizen en aan de gewoonten die de ge-
bruikers ervan erop na zouden houden. Ayasofya stelt dat ook ouders van
islamitische jongeren geen vertrouwen hebben in de algemene voorzie-
ningen (buurthuizen, sporthallen en dergelijke). Er wordt alcohol ge-
schonken, er staan gokkasten, er wordt hasj gerookt, er hangen condoom-
auromaten, de douchecabines zijn niet afsluitbaar. De oudere generatie
blokkeert hierom deelname van de jongeren aan activiteiten in de buurt-
huizen en sportverenigingen. Ook voor meisjes en vrouwen zijn om deze
redenen de voorzieningen ontoegankelijk.
Deze bedenkingen, die in feire een kritiekzijn op dewijzeenhet niveau
van interculturalisering van de welzijnsvoorzieningen in Amsterdam,
zijn deels terecht. Ook andere religieuze en niet-religieuze organisaties
van allochtonen in Amsterdam wijzen op de gebrekkige toegankelijkheid
of onaantrekkelijkheid van deze algemene voorzieningen voor allochto-
ne Jongeren.
Heilige wijsheid in Amsterdam
Ook binnen de stadsdeelorganisatie bestaat het besef dat vooral het
meer traditionele deel van de migrantenpopulatie voor het reguliere wel-
zijnswerkmoeilijk bereikbaar is. Subsidieringvan de jongerenvereniging
MGT/WBV en de vrouwenorganisatie Hila!, twee aan Ayasofya verbon-
den organisaties, geschiedde vanuit de erkenning van dit probleem. Bij
gelegenheid heeft het stadsdeel meerdere keren laten weten te willen mee-
werken aan het verbeteren van de aantrekkelijkheid van algemene voor-
zieningen voor islamitische groepen. Het stadsdeel denkt daarbij vooral
aan samenwerking russen vrijwilligersorganisaties van migranten en de
algemene instellingen voor welzijns- en opbouwwerk. In de ogen van
Ayasofya gaat het hervormen van de welzi j nsvoorzieningen ech ter te lang
duren. Er is geen tijd om een betere roegankelijkheid van de voorzienin-
gen af te wachten. Daarom wil zij deze voorzieningen 'hopelijk als rus-
senoplossing' zoals zij stelt - zelf neffen.' De confronterende wijze waar-
op Ayasofya dit standpunt naar voren brengt, heeft bij anderen in het
stadsdeel weerstand opgeroepen. Bovendien steUen vee! van deze acroren
vragen bij de uitvoering van de plannen. Voor een minimale evaluatie
van, bijvoorbeeld, het rendement van de sportzaal voor de integratie van
moeilijk bereikbare aUochrone jongeren is meer informatie nodig. Is er
voldoende kader? Hoe gaat men het financieel oplossen? Wat zijn de per-
spectieven voor de langere termijn? De vraag naar de realiseerbaarheid
van de pI ann en is begrijpelijk, ook omdat niet iedereen de uitwerking van
de plannen van de jongerenorganisatie MGT/WBV als positiefheeft erva-
reno
Beeldvorming en burgerschap
Van beide kanten is de roon van meet af aan scherp geweest. Het vermoe-
den van sommige opponenten van de plannen van Ayasofya - onder wie '"
de roenmalige stadsdeelvoorzitter Salm - dat men te maken heeft met een
fundamentalistische, op het herkomstland gerichte groep zal hierbij ook
een rol hebben gespeeld; de gefixeerdheid op de vraagwat nu de 'werke!ij-
ke' agenda van Ayasofya was, be"invloedde de feitelijke beoordeling van
haar plannen. Daarnaast besrond de angst dat deze groep in dewijk een te
prominente plaats zou gaan innemen, met alle negatieve gevolgen van
dien voor het sociale evenwicht. Deveelal weerbarstige bijdragen vanAy-
asofya aan her dispuut kunnen deels worden beschouwd als een reactie op
deze, haars inziens onterechte negatieve beeldvorming. Bestuur en
woordvoerders van Ayasofya kregen het gevoel respectloos te worden be-
hande!d. Zij voe!den zich bejegend als buitenstaanders, die de om-
gangsvormen in het verkeer tussen burgers en overheid nog moest worden bijge-
bracht. Op haar beurt beklemtoonde Ayasofya haar status als vereniging van
Conclusies 147
buurtbewoners, en brachtzij keeropkeerde meningnaarvoren dat het stads-
deel met hulp van rechtshandhaving en bestemmingsplanprocedures
haar plannen om bedenkelijke motieven dwarsboomde. De scherpte van
het conflict is dus ook toe te schrijven aan de beelden die men over elkaar
naar buiten brachr: Ayasofya onverantwoordelijk maximalistisch, her
sradsdeelbestuur om oneigenli jke redenen vastbesloten niet toe re geven.
Ais gezegd zijn de hierboven geschetste deelverklaringen onvoldoende
om de vraag te beantwoorden waarom het conflict voortduurde er
strategische momenten geen compromissen werden gesloten. Inzlcht.lll
deweerspannigheid van het conflict kan slech ts worden verkregen als illet
ui tslui tend naar het conflict zelfwordt gekeken, maar ook naarwat erv66r
geschiedde. Beide partijen hebben zich aan een eigen project verbonden
waarmee al reputaties waren gemoeid voordat het geschil oI1tstond. De
uitstraling van deze projecten overschrijdt de grenzen van het stadsdeel
en daardoor zijn de reputaties van de betrokken organisaties en personen
extra kwetsbaar.
Slotbeschouwing: botsende wijsheden?
lnstitutionele en discursieve mogelijkheden
Voor beide partijen geldt dat met het conflict belangen zijn gemoeid die
het stadsdeelniveau overstijgen. Deze belangen blijven vaakonuitgespro-
ken en zijn daarom onbeheersbaar in het onderhandelingsproces, maar
dat maakt ze niet minderwezenlijk. De agenda's van de opponerende par-
tijen omvatten meer dan een doelstelling. Buiten de arena van he.t. stads-
deel gaat het niet om het bebouwen en gebruiken van een per-
ceel, maar om het benutten van kansen die op het discursievevlak hggen.
Beide partijen hebben er baat bij om de eigen zaak zo te dat
deze erkenningvindt in zo veel mogelijk kringen. In dit opzlcht IS het een
strijd om de rechtmatigheid van het eigen 'verhaal'. Het gaat hier om het
benutten van wat Koopmans en Statham (1998) discursieve mogelijkhe-
den (discursive opportunities) noemen. Deze zijn te onderscheiden van in-
stirutionele mogelijkheden (institutional opportunities), die in dit geval
de feitelijke doelsteUingen op het Riva-terrein betreffen. Omdat Ayaso-
fya minder instirutionele mogelijkheden heeft dan het stadsdeel (dat wil
zeggen een slechtere uitgangspositie om haar doelstellingen op het Ri-
va-terrein te verwezenlijken), is het belang van de vereniging om op het
discursieve vlak resultaat te boeken misschien groter dan dar van her
stadsdeel. Maar ook het stadsdeel heeft belangen op het discursieve vlak.
Voor beide partijen is her een zaak van (politieke) profileringwaar rep uta-
Heilige wljsheid in Amsterdam
ties mee zijn gemoeid. Beide partijen hebben zich, voordat het conflict
ontstond, al verbonden aan een project dat in eigen ogen de raison d'etre
van de organisaties is geworden.
De reputatie van het stadsdeel en zij n besmur is in de ogen van velen in
De Baarsjes niet aileen een lokale aangelegenheid. Het gaat om het her-
stellen van de reputatie van een in verloedering geraakte wijk, waarbij de
ingezette bestuurlijke middelen ook buiten de grenzen van het stadsdeel
in de publiciteit zijn gekomen. Ook de reputaties die aan het project van
Ayasofya zijn verbonden, overstijgen de lokale context en zijn daarom
niet minder gevoelig dan die welke zijn verbonden aan het project van het
stadsdeelbestuur. Ayasofya propageert haar oplossingen voor het integra-
tievraagsruk in Nederlandse fora buiten het stadsdeel. Zo heeft ze via het
conflict in De Baarsjes aile gelegenheid gekregen de gebrekkige intercuI-
ruralisering van de algemene welzijnsvoorzieningen in Amsterdam en
haar oplossingen hiervoor over het voetlicht te brengen. Ook binnen de
eigen kring van Milli Goru, binnen de Turkse gemeenschap ais geheel en
in islamitische kringen daarbuiten heefi: de vereniging zich geprofileerd
ais David die Goliath weliswaar niet versloeg, maar die tenminste de
moed had hem te tarten. Het eigen project werd voor beide partijen een
heilige wijsheid.
De reputaties van de belangrijkste personen in die organisaties zijn niet
zozeer verbonden met het conflict zelf, als wel met de opdracht die men
zich al eerder heeft gesteld en de discursieve profilering die men daarbij
zocht. Met deze opdrachten hebben zij zich al voor het ontstaan van het
conflict zodanig ge"identificeerd, dat inbinden op de eigen doelstellingen
in eigen ogen gelijkstond aan reputatieverlies. Dit verklaart ook voor een
belangrijk deel waarom de vertrouwensbasis vanaf het begin zo wankel
was, en de zaak meteen escaleerde. Het besef dat er zo vee I op het spel '"
stonden her gevoel dat de andere panij slechts een belemmeringofversto-
ring was van het proces waarin het eigen project zich beyond, uitte zich
over en weer in kregeligheden, beschuldigingen en uitingen van gekrenkt
respect. Dit heeft geresulteerd in een verder verlies van wederzijds ver-
trouwen. Al snel waren beide partijen ervan overtuigd dat men geen greep
kon krijgen op 'die ander', en dat ieder initiatief om tot een compromis te
komen devoorspelbaarheid van de situatie nogverder zou verminderen.
Beeldvorming opnieuw beschouwd
Veel toeschouwers van het conflict hebben de indruk gekregen dat de ar-
gumenten van het stadsdeel vervat in 'bouwvoorschriften, bestemmings-
plannen en allerlei andere regeltjes' een andere, diepere waarheid bedek-
ken. Het lokale besruur zou om andere motieven de pogingen van een
Conclusies 149
etnisch-religieuze gemeenschap om op eigen wijze te integreren in de N e-
derlandse samenleving hebben trachten te biokkeren. Negatieve beeld-
vorming ten aanzien van migranten in het algemeen en over dez.e groe? in
het bijzonder zou aan de basis liggen van zijn weigering Ayasofya seneus
te nemen als pardj op het maatschappelijke middenveld in dewijk. In het
conflict heeft Ayasofya de discursieve mogelijkheid te baat genomen om
dit standpunt uit te dragen.
N u heeft het beeld dat het stadsdeelbesmurvan De Baarsjes zich van de
verenigingAyasofya vormde inderdaad een zekere rol gespeeld in
loop van de kwestie. Hoe groot die rol is, is nier duidelijk, ook omdat blll-
nen het Dagelijks Besmur verschillend werd gedacht over in hoeverre de
achtergrond van Ayasofya van invloed zou moe ten zijn bij de standpunt-
bepaling in de Riva-kwestie. Het officiele srandpunr van he.r
smur is dar, welk beeld het ook moge hebben over Ayasofya, da III de beslUlr-
vorming nier heeft meegewogen. Maar oud-stadsdeelvoorzitter Salm heefi:
zich ook anders uirgelaten. Hij heeft her geplande complex van Ayasofya
in het openbaar als 'bolwerk' beriteld en deze uitspraak nooit
men. In een gesprek voor dit onderzoek heeft hij gezegd dat het J1let om
zaken ais parkeeroverlast ging, maar om het mogelijke gevaar dat de do-
minante aanwezigheid van een politiek-religieuze deelgroepering binnen
de T urkse migrantengemeenschap de sociale cohesie van de buurt - waar
veel Turken van verschillende politieke en religieuze denominatie wo-
nen - verstoort. Andere leden van het Dagelijks Bestuur en fractiegeno-
ten in de Raad staan kritisch tegenover de uitlatingen van de oud-stads-
deelvoorzitter over het 'Turks bolwerk'. Zij stellen dat de standpunt-
bepaling van het stadsdeelbesruur in de Riva-kwestie door andere facto-
ren is bepaald. Daarbij benadrukken zij dat het stadsdeelbesruur het er
nooitom tedoen is geweestAyasofyaalsvereniging buiten hetstadsdeel te
houden en wijzen zij op het steeds geldend gebleven aanbod van het ter-
rein achter het Jan van Galenbad, en de mogelijkheid voor Ayasofya om
op het Riva-terrein op I.ooom' sociaal-culturele en religieuze activiteiten
te ontplooien.
Welk gewicht beeldvorming heeft gehad in de opstellingvan het
deel in het conflict, is moeilijk exact vast te stellen. Het stadsdeel had ZIJn
project en de initiatieven van Ayasofya werden beschouwd ais een in-
breuk op de voortgang ervan. Het beeld dat het lokale bestuur zich van de
vereniging vormde, heeft zijn houding tegenover de inderdaad groot-
schalige plannen van Ayasofya waarschijnlijk niet versoepeld. ..
Er zijn overigens geen aanwijzingen dat het stadsdeelbestuur z1Jn
ning over Ayasofya modelleerde naar de soms zeer extreme verhalen die
over Milli Gorii de ronde doen. F reek Salm, die zich van het stadsdeelbe-
Heilige wijsheid in Amsterdam
stuur het meest openlijk uitte over de achtergrond van de beweging, heeft
deze nooit gekenschetst in termen van radicalisme of extremisme. Salm
heeft erwel op gewezen dat extremisme doorveranderende omstandighe-
den in Nederland en Turkije binnen de gelederen van AyasofYa de kop
zou kunnen opsteken. Op deze mogelijkheid wijst in opeenvolgende jaar-
verslagen ook de Binnenlandse Veiligheidsdienst, die Milli Gorii be-
schouwt als een relatief gematigde beweging maarwel als de belangrijkste
factor binnen de politieke islam in T urkije. Onder invloed van oIltwikke-
lingen hier en in T urki je zouden ook in Nederland radical ere srromingen
binnen de beweging de overhand kunnen krijgen (Binnenlandse Veilig-
heidsdienst 1997, 1998a, 1998b en 1999). In feite heeft AyasofYa-woord-
voerder Kabaktepe erzelf meerdere keren op gezinspeeld dat een dergelij-
ke ontwikkeling zich zou voordoen, mocht hij, uit teleurstelling over het
uitblijven van een begripvollere houding van de overheid, opstappen als
voorman van de vereniging.
Normatieve verschillen opnieuw beschouwd
In recente studies is gewezen op het belangvan duidelijke uitgangspunten
in het beleid jegens migrantenorganisaties. De overheid staat eigenlijk
niet helder voor ogen war de ral van deze organisaties in de samenleving
zou moeten zijn, is het impliciere betoog in een beschouwingvan Penninx
en Slijper (1999: 34-38). Volgens Buijs, die een conflict rand een grate
moskee in Rotterdam-Zuid analyseert, ontbreekt in de relatie russen mi-
grantenorganisaties en de overheid her politieke en ideologische instru-
mentarium voor een rationele discussie. De belanghebbenden in het con-
flict (lokale besruurders en zegslieden van migrantenorganisaties) maken
gebruik van traditionele ideologische concepten die niet meer voldoen.
Door deze 'achtergebleven concepten verliezen aile partijen hun greep op '"
het probleem en ontstaan vinnige en ondoorgrondelijke botsingen'
(1998: II5)
Het conflict over het Riva-terrein kan nietworden verklaard uit een ge-
brek aan heldere doelen en uitgangspunten van de betrokken partijen en
ook niet aan het gebruik van door de rijd achterhaalde ideologische con-
cepten. Wei zijn de normatieve verwoordingen waarin deze doelen en uit-
gangspunten aan de buitenwacht worden 'verkocht' niet altijd even con-
sistent. De normatieve argumentaties verschillen namelijk naar gelang de
context waarin ze naar voren worden gebracht. Dit is niet omdat het de
partijen ontbreekt aan de juiste politiek-filosofische bagage. Ideologi-
sche concepten zijn wapens in de strijd om de benurting van de instru-
mentele maar vooral ook discursieve mogelijkheden voor het bereiken
van de eigen doelen. De aangehangen ideologieen worden zo verwoord
Conclusies
om maximale accepratie te verkrijgen. AyasofYa beklemtoont de integra-
tiebevorderende effecten van 'soevereiniteit in eigen kring', zich be rae-
pend op de Nederlandse geschiedenis van verzuiling. Soms suggereert zij
dat her om iets tijdelijks gaat, een oplossingvoor de 'russenfase' waarin de
gemeenschap zich op het ogenblik bevindt. Het stadsdeel beklemtoont
het rech t van religieuze migran rengroepen op een eigen plek en op de OIlt-
wikkeling van eigen activireiten, en stelt dat zij met het aanbod achter het
J an van Galenbad en met de mogelijkheid van I.ooom' sociaal-culturele
voorzieningen op her Riva-terrein ruimschoots regemoetkomt aan dat
recht.
In het vorige hoofdsruk onderscheidde ik twee vormen van pluralisme
waarmee de posities van AyasofYa en her stadsdeelbesruur kunnen wor-
den gekenschetst. Die van AyasofYa kan corporarief-pluralistisch, die van
het stadsdeelliberaal-pluralistisch worden genoemd. De overlap russen
de posities die soms vaIr te constateren, is voor een belangrijk deel het ge-
volg van de strategie van beide partijen om naar buiten toe ideologisch
niet re star over te komen. Het wantrouwen russen de partijen is feitelijk
gebaseerd op het besef dat russen de ideologische posities van het corpora-
tief pluralisme en her liberaal pluralisme veel minder overlap bestaar dan
men de buitenwereld wil doen geloven.
Her is zeer de vraag of de ach terban van AyasofYa de plannen op het Ri-
va-rerrein slechrs noodzakelijk achr voor de 'russenfase' waarin de groep
nu zou verkeren. Aannemelijker is darzij geen behoefre heeft om haar reli-
gieus-culturele uitgangspunten, bijvoorbeeld die met betrekking tot de
scheiding tussen de seksen in de publieke en semi-publieke sfeer, op ter-
mijn ter discussie te stellen. Binnen migrantenorganisaties kan men grof-
weg twee doelen en daarmee verwante acriviteiten onderscheiden: activi-
teiten die zijn gerichr op her bevechten en verbeteren van de sociaal-
economische positie van de achterban, en activiteiren gericht op de bele-
vingen uirdragingvan 'her eigene' (Lindo e.a. I997= 5). Hetgaatde achrer-
ban van AyasofYa in de eerste plaats om de expressieve doe len van de vere-
niging, en het doel de gemeenschap 'bij e!kaar' te houden. Het gaat hier
om de behoefte van mensen om onder e!kaar re zijn, en dat in de toekomst
zo te houden.
Het stadsdeel is niet overtuigd van de potentie van AyasofYa haar ach-
terban op termijn aan te sporen tot (individuele) integratie. Of schoon dit
slechrs door een enkeling wordt uitgesproken, wordt waarschijnlijk vee!
breder gedacht dar, ondanks de ideologische verwoordingen van Ayaso-
fYa in termen van' emancipatie in eigen kring' en het belang van de eigen
groep als 'brug naar de Nederlandse samenleving', het behoud van culru-
reel verschil (diffirence multiculturalism) wei degelijk een streven op zich
Heifige wijsheid in Amsterdam
is. Binnen het liberale pluralisme wordt dit streven gezien als ieders goed
recht, maar de overheid hoeft hiermee geen rekening te houden als dit
streven haar eigen plannen in de weg staat.
Dat deze normatieve tegensrelling niet duidelijk 'uit de verf komr,
heefr nier aIleen re maken met de strategie van beide partijen de eigen
srandpunten zo salonfahig en gemarigd mogeli jk te vertolken. Vooral bi j
het stadsdeel besefre men al vlug dat in het kadervan de ruimtelijke-orde-
ningsproblemarieken de daarmee samenhangende procedures normatie-
ve standpunten als liberaal pluralisme of corporatief pluralisme eigenlijk
nietaan deordezijn. Daarwin jedeslagom de bestemmingsplanprocedu-
re nier mee, moet men hebben gedacht.
Bij het benutten van de discursieve mogelijkheden in het conflict gaat
het om het belichten van bepaalde elementen ten koste van andere. Er
vindt geen afweging plaats van het belang van al deze elementen naast el-
kaar. Soms zwakken de partijen bepaalde elementen uir het eigen stand-
punt af waardoor her lijkt alsof er ideologisch geen onoverbrugbare te-
genstellingen besraan. Bij andere gelegenheden presenteren de partijen
hun srandpunten en oplossingen alsof deze onverzoenbaar zijn met die
van de ander, terwijl zij in feite op verschillende terreinen liggen en elkaar
juist kunnen aanvullen. Zo heeft het stadsdeelbestuur in het conflict
steeds de nadruk gelegd op oplossingen in de sfeer van de ruimrelijke or-
dening. Het opknappen van de buurt, de toename van economische mo-
gelijkheden en diversificatie van het woningenbestand moesten leiden
tot verbetering van de aantrekkelijkheid van De Baarsjes, waardoor min-
der wisselingen in het bewonersbestand plaatsvinden. De maatregelen
moeten er ook toe bijdragen dar meer draagkrachtigen in de wijk blijven
wonen of zich er vestigen. De opmerkingen van oud-stadsdeelvoorzitter
Salm over de spreiding van 'sociaal zwakkeren', die begin jaren negentig--.l
de krant haalden, moeten echter in de eerste plaats worden gezien als her
benutten van een discursieve mogelijkheid: het vestigen van de publieke
en politiekeaandacht op de grote problemen in dewijk. Ayasof)ra heeft de
discursieve mogelijkheden vooral gebruikt door te hameren op oplos-
singen in de sfeervan de welzijnsvoorzieningen, en re benadrukken dar de
aanwezige voorzieningen niet toegankelijk zijn voor moslims.
In werkelijkheid heeft het stadsdeelbestuur zijn kaarten niet uitslui-
tend op 'gemengd bouwen' en de planologische oplossingen gezet; het be-
seft het belang van sociale programma's wel degelijk. Omgekeerd is het
ook nier zo dat Ayasof)ra geen oog lOU hebben voor de positieve sociale ge-
volgen van de fysiekeverbeteringvan de buurt. Wei is het lo, dat ereen te-
genstelling bestaat tussen het liberale pluralisme van de lokale overheid
die het toekennen van groepsrechten afwi jst als in haar verwachting de in-
Conclusies 153
dividuele rechten in het gedrang komen, en het corporatief pluralisme
van Ayasof)ra die haar aanspraken j uist baseert op het bestaan van groeps-
rechten.
Vrijwifligersorganisaties en interculturalisering van voorzieningen
Kunnen er lessen worden getrokken uit deze affaire voor de houding die
lokale overheden dienen aan te nemen als het gaat om de functie van eigen
organisaties van migranten? Voorzichtigheid is geboden, maar een aantal
aspecten kan wel naar aanleiding van de beschreven onrwikkelingen naar
voren worden gebracht. Ayasof)ra's klacht dat het stadsdeel de vereniging
niet ziet staan als maatschappelijke gesprekspartner is gedeeltelijk te-
recht, maar merendeels om andere redenen dan die Ayasof)ra veronder-
stelt. Vit dit onderzoek is gebleken dat Ayasof)ra' s status van (orthodox-
religieuze) migrantenorganisatie bij het stadsdeel enige koud watervrees
heeft opgewekt. Een fundamenteler punt is echter dar het stadsdeel in al-
gemene zin afhoudend is om vrijwilligersorganisaties van deelgroepe-
ringen direct bij de uitvoeringvan (welzijns- of opbouw) beleid te betrek-
ken. Het stadsdeel staat een algemeen beleid voor, uitgevoerd door
professionele organisaties lOals de Stichting Welzijn. De algemene voor-
zieningen zijn in de ogen van het stadsdeelbestuur vrij toegankelijk, en
kunnen heel goed de brugfunctie dienen die Ayasof)ra met haar plannen
voor ogen staat. Volgens het stadsdeel is het ook niet nodig de achterban
van Ayasof)ra als groep in grote mate te bedienen. Het stadsdeelbestuur
staat afllOudend tegenover het toekennen van groepsrechten als het hier-
van gevolgen verwacht voor de stadsdeelsamenleving, die het vanuit zijn
liberaal-pluralistische visie onwenselijk ache. De activiteiten die Ayaso-
f)ra op een locatie voor ogen staan, kunnen volgens het stadsdeelbestuur
door deelgroepen van haar achterban aflOnderlijk worden benut op ver-
schillende plekken waar algemene voorzieningen worden aangeboden.
Wel geven stadsdeelbestuurders toe dat deze voorzieningen in de praktijk
misschien niet alrijd even toegankelijk zijn en tonen zij zich bereid de
drempels daarvan voor de achterban van Ayasof)ra omlaag te brengen.
Waar nodig, moeten nieuwe voorzieningen worden opgezet, ofbestaan-
de voorzieningen verbeterd. Hier ziet het stadsdeel een taak weggelegd
voor vrijwilligersorganisaties van migranten, die hun expertise kunnen
inbrengen in een samenwerkingsverband met de algemene professionele
welzijnsorganisaties. Op deze wijze kan het aanbod worden ge"inter-
culturaliseerd en kunnen de drempels van de algemene voorzieningen
worden verlaagd voor de doelgroep. Een dergelijke samenwerking stond
hetstadsdeel voorogen tussen de Stichting Welzijn en de jongerenvereni-
154
Hei/ige wijsheid in Amsterdam
ging MGT/WBV; deze samenwerking is echter nooit van de grond geko-
men.
Er zijn uiteraard ook andere manieren om tot interculturalisering van
de welzijnsvoorzieningen te komen. De door Ayasof)ra voorgestane wijze
is her (volledig) overdragen van de verantwoordelijkheid voor bepaalde
voorzieningen aan vrijwilligersorganisaties van migranten. Hierbij kun-
nen we ons verschillende werkwijzen voorstellen, die ieder hun eigen, re-
gen elkaar af te wegen voor- en nadelen hebben. Een vraagsruk dar bij-
voorbeeld tegemoergetreden zou moeten worden, is hoe een overheid
dient om te gaan met de opdeling van migrantenpopulaties in religieuze,
politieke en streekgemeenschappen. Hoe ligt deze verdeling plaarselijk
voor de verschillende deelgemeenschappen, hoe groot is de behoefte aan
eigen voorzieningen voor ieder van deze, hoe groot is de bereidheid of
j lIist weerzin om van elkaars voorzieningen gebruik te maken? Een over-
heid die haar rol als verdelende rechtvaardigheid serieus neemr, wordt
met dergelijke vragen geconfronteerd en in dir opzicht is de angst van het
stadsdeelbestuur 'dar als wij dit vandaag aan de ene groep toestaan, mor-
gen een andere groep op de stoep staar' heel begrijpelijk. De deugdelijk-
heid van deze oplossing van het interculruraliseringsprobleem (uitbeste-
ding aan de doelgroep) kan echter nooit op zichzelf worden beoordeeld;
het falen van de interculturaliseringvan de algemene voorzieningen moet
eerst worden geanalyseerd, zoals ook de haalbaarheid van andere oplos-
singen binnen de strucruur van de algemene voorzieningen moer worden
onderzocht. Dit alles behoorde niet tor her onderwerp van deze srudie.
De mogelijkheid van een oplossing binnen het kader van de algemene
voorzieningen heeft overigens de voorkeur van het stadsdeelbesruur, ge-
zien zijn liberaal-pluralistische visie.
Tot slot
Oat de tegenstrevers zich zo hebben ingegraven in de eigen stelJingen,
hangt mede samen met het ontbreken van een of meerdere 'derde' partij-
en die in een positieverkeerden om een sturende invloed te kunnen uitoe-
fenen. De adviseurs van Ayasof)ra (advocaat Koeman, het Amsrerdams
Centrum Buitenlanders) hebben op her moment supreme de vereniging
nier kunnen of willen overtuigen van her belang om (als eerste) water bij
dewijn te doen, toen zich eind 1994, begin 1995 in de deelraad mogelijkhe-
den van een com promis leken te gaan aftekenen. We moeten ons wel reali-
seren dat er op dat moment een sterk antagonistische sfeer bestond door
de bestuursdwangaanzeggingen en dat de partijen ook net bij de rechter
tegenover elkaar hadden gestaan. De rol van Ayasof)ra' s adviseurs was lIi-
teraard in de eerste plaats ook niet om de vereniging te bewegen een ande-
Conclusies
155
re dan de door haar gewenste richting in te slaan, maar om oplossingen te
vinden in de lijn van de doelstellingen van hun client. Dat een oplossing
niet zou worden gevonden in besruurlijke en gerechtelijke procedures
was toen nog niet duidelijk.
Maar ook kan worden vastgesteld dat een dergelijk conflict met een ra-
dicalere groepering nog verder uit de hand had kunnen lopeno Ayasof)ra
heeft het op kritieke momenten niet laten aankomen op een ontruiming,
er hebben geen gewelddadige confrontaties plaatsgehad russ en haar ach-
terban en de politie. De leiding van de vereniging heeft zich gedurende
het conflict nier afgekeerd van de samenleving, zij is doorgegaan mede-
standers te zoeken binnen de Nederlandse instellingen - een van haar
doelstellingen op het discursieve vlak. Dit is mede te danken aan de ver-
trouwensband die zich tussen Ayasof)ra en bovengenoemde adviseurs
onrwikkelde en aan het binnen de vereniging ontstane gevoel nog andere
bondgenoten in Nederlandse instellingen te hebben. Zo heeft onder an-
dere de Amsterdamse politie een relativerende, bemiddelende rol ge-
speeld.
Buiten de grenzen van de wijk zijn migranrenorganisaties, religieus of
niet, vooral via aparte overlegkanalen verbonden met de nationale en 10-
kale overheid. Zulke afzonderlijke inspraakstrucruren en adviesraden
zijn in Nederland sterker onrwikkeld dan in de ons omringende landen.
De vraag is, of nieuwe spelers op het maatschappelijke middenveld op
deze manier voldoende ingebed raken in netwerken waar andere maat-
schappe!ijke organisaties in participeren (Lindo 1998: 90-91). Ayasof)ra
poogt, door uitbuiting van de discursieve mogelijkheden van het zich
voortslepende conflict, dit isolement van de mainstream-instiruties van
de samenleving te doorbreken. Dit overigens zonder haar doelen in ande-
re arena's uit her oog te verliezen.
Binnen de stadsdeelorganisatie van De Baarsjes, de coalitiepartijen van
de dee!raad en her stadsdeelbestuur zelfheeft zich, door de geschiedenis
van de problemen in dewijken de aanpak van deze problemen, een esprit
de corps ontwikkeld waarbinnen bestuursleden konden rekenen op vee!
steun en kredietvoor de lijn die zij 'al werkendeweg' in de praktijkhadden
ultgezet.
Sradsdeeloverschrijdende en partijgenoorschappelijke netwerken
hebben weinig invloed kunnen uitoefenen op her srandpunr van her
sradsdee!besruur. Het is moeilijk om nauwkeurig te reconstrueren waar-
om dit zo is. Een reden is gelegen in de autonomie van stadsdelen: ook het
migranten- of moskeebeleid is gedecentraliseerd. Ais er procedureel, juri-
disch en planologisch niets valr aan te merken, zijn er besruurlijk weinig
Heilige wijshetd in Amsterdam
mogelijkheden voor de Centrale Stad om zijn invloed te laten gelden op
het stadsdeelbeleid. Formeel heeft de Centrale Stad geen gezag om het 10-
kale bestuur te verplichten tot aanpassingen. De invloed van contacten
met de gemeente Amsterdam moet dus komen van de kracht van argu-
menten. Een belangrijk argument dar binnen de Amsterdamse netwer-
ken van de PvdA naar voren is gekomen, is het gevaar dat de groep rond
AysofYa en wellicht grotere del en van de T urkse gemeenschap in Amster-
dam worden buitengesloten van de samenleving. De houding van de
overheid kan worden uitgelegd als vijandigheid en lei den tot een zelfge-
kozen isolement en dit isolement tot verdere negatieve beeldvorming
over en weer. Her sradsdeel heeft zich niet laten overtuigen van het door-
slaggevende belang van dit argument. Vertegenwoordigers van het stads-
deel is vooral het verwijt bijgebleven 'te moeilijk' te doen, en onnodig
strikt vast te houden aan de procedures en eigen uitgangspunten. Het
stadsdeel voelt zich juist in zijn argumenten voor die noodzaak tOt strikt-
heid onvoldoende serieus genomen, bijvoorbeeld in het argument dat
toegeven aan de verlangens van AyasofYa in hun volle omvang en op die
pIek, ten koste zou gaan van de sociale cohesie in de buurt. Dit argument is
zeer goed te verdedigen vanuit de liberaal-pluralistische visie die binnen
de PvdA breed wordt aangehangen. Binnen de kleine ruimte van een
stadsdeel met een bepaalde geschiedenis van problemen leidt deze visie
tot een beleidspraktijk die verschilt van de praktijk in andere contexten of
op een hoger bestuursniveau.
Hoofdstuk 8
Epiloog: naar een oplossing?
De analyse van hetconflict overde bestemmingvan het Riva-terrein over-
spant in dit boek een periode die eindigt in december 1996, toen de Raad
van State het beroep van Ayasofya tegen het stadsvernieuwingsplan
ongegrond verklaarde. De partijen markeerden hun positie met uitspra-
ken gedurende gerechtelijke en bestuurlijke procedures, tijdens demon-
straties, in brieven aan elkaar en aan omwonenden en daarnaast vooral in
de pers. De manoeuvres en dewoordenstrijd die deze periode kenmerken,
zijn onderwetp van onderzoek in dit boek. Sindsdien is het openlijk anta-
gonisme tussen de partijen en ook de aandacht van de media voor het con-
flict sterk afgenomen. De belangentegenstelling tussen het stadsdeel en
de eigenaar van het Riva-terrein is daarmee echter niet opgelost. Het
stadsdeel staat formeel, gesteund door de beslissing van de Raad van State,
op het standpunt dat zijn globale plannen conform het stadsvernieu-
wingsplan zullen worden verwezenlijkt. Het vervolg is in zijn ogen in
principe een procedureel 'traject' dat, als het zorgvuldig wordt afgehan-
deld, toteen tevoorspellen afloop Ieidt.'Toch isde praktijkanders en blij-
yen de onvervulde verlangens van Ayasofya ook buiten de procedures om
de aandacht opeisen van her sradsdeelbestuur. Her voelt zich verplicht
zich te blijven inzetten voor het vinden van een alternatief voor de plannen
van de vereniging en wordt op deze verplichting ook aangesproken door
partijgenoten in het bestuur van de Centrale Stad. Zowel binnen het stads-
deel ais op het niveau van de Centrale S tad is men zich ervan bewust dat ook
in de landelijke politiek de ontstane situatie met zorg wordt bekeken.
Al in december 1996 komt er binnen de hoofdstedelijke PvdA overleg
op gang over de Riva-affaire. Nogvoordat het besluitvan de Raad van State
yaIr, stelt wethouder Van der Aa (Minderheden) aan het stadsdeel voor
om met AyasofYa te gaan praten over eventuele alternatieve locaties, voor
het geval de Raad van State het beroep van Ayasofya verwerpt. Op 19 de-
cember - de Raad van State heeft inmiddels uitspraak gedaan - is er een
bijeenkomst op het stadhuis, waarbij de twee partijen in aanwezigheid
van Van der Aa overleg voeren. Ondanks de uitspraak van de Raad van
State blijft Ayasofya vasthouden aan het Riva-terrein; alternatieve locaties
Heilige wijsheid in Amsterdam
worden genoemd maar door Ayasofya nier aanvaard. Op voorstel van Van
der Aa wordt een werkgroep in het leven geroepen, die onder leiding van
een onafhankelijkevoorzitter probeerteen oplossingtevinden.' De resul-
taten van deze werkgroep zullen na drie maanden aan de partijen worden
voorgelegd en niet bindend zijn. In de tussentijd moeten de partijen belo-
yen zich afzijdig te houden van de media.
Vanaffebruari rot april 1997 komt dewerkgroep vijfkeer bijeen. Tijdens
deze bijeenkomsten komen vier mogelijke oplossingen aan de orde.; Een
ervan, de variant van de grondruil, wordt uitgewerkt. In deze optie wardt
her Riva-terrein gemild tegen het terrein achrer het Jan van Galenbad,
waarbij Ayasofya financiele compensatie van de gemeente krijgt. Een groter
stukdan eerstwas aangeboden, zou dan als eigen grond in handen komen van
Ayasofya en een groter aantal bouwlagen zou worden toegestaan. Voor het
eersr sinds het ontstaan van her conflict wordt een alternatiefvoor het Riva-
terrein tot in zeker detail uitgewerkt en door Ayasofya ook ernstig overwo-
gen. Voor de verwezenlijking van Ayasofya's plannen blijken de financide
implicaties van de gtondmil uiteindelijk echter een te grote belemmering. 4
Ayasofya geeft aan roch de voorkeur te geven aan voortzetting van het ge-
bruik van het magazijngebouw op het Riva-terrein. Daarnaast stelt zij de
bouw van woningen en bedrijfsruimten zelf, met behulp van een project-
ontwikkelaar te willen realiseren. Het stadsdeel wijsr erop dat het huidige
gebruik van het magazijngebouw in strijd is met het stadsvernieuwings-
plan. Ook benadrukt het stadsdeel dat het nier vaststaat dat in het nog te
ontwikkelen Uitwerkingsplanhet magazijngebouwzal kunnen worden ge-
handhaafCi. Op 23 april 1997verschijnt een gezamenlijk persberichtvanhet
stadsdeel en Ayasofya. De partijen zijn nier tot overeenstemming gekomen
en zullen nu trachten om binnen de kaders van het stadsvernieuwingsplan
op her Riva-terrein zelf een oplossing te bereiken. \ In zijn formulering van
de eindconclusies van de werkgroep stelt de voorzitter wei dar 'aIle leden
van de werkgroep constfucriefen zakelijk in een open sfeer gezocht hebben
naar voor beide partijen aanvaardbare oplossingen'."
Een maand eerder heeft de Amsterdamse rechtbank zich definitief uit-
gesproken over het beroep van Ayasofya tegen de bestuursdwangaanzeg-
ging van het stadsdeel. De bestuursdwangaanzegging die in 1995 werd ge-
schorsr, wordt door de rechtbank vernietigd.
7
Dit betekem dat Ayasofya
het magazijngebouw mag blijven gebruiken totdat de volledige bestuur-
lijke procedure over het Riva-terrein - die uiteindelijk kan leiden tot
onteigening - is afgerond.
De procedure voor het Uitwerkingsplan Riva-terrein gaat intussen ver-
der. In mei 1997 nodigt het stadsdeelAyasofya per briefuit met een plan voor
her Riva-rerrein te komen dat past in het bestemmingsplan. Devereniging, die
Epiloog: naar een op/ossing? 159
inmiddels in gesprekis met projectontwikkelaar Volker Stevin over een Ont-
wikkelingsplan voor het terrein, kan binnen de gestelde termijn niet aan
dit verzoek voldoen. Ayasofya wordt in het vervolg van de procedure ge-
hoord als eigenaarlbelanghebbende. Op basis van dit overleg besluit het
stadsdeel het magazijngebouw in het Uitwerkingsplan te laten staan. Op dit
punt komt het lokale bestuur tegemoet aan de belangen van de eigenaar
van het terrein. Hiermee geeft het stadsdeel wei een van zijn belangrijkste
stedebouwkundige doelstellingen op: het realiseren van een volledige
sloop-nieuwbouwsituatie voor de meest optimale herinrichting van her
Riva-terrein metwoningen, bedrijven en maatschappelijke functies in de
vastgestelde verhoudingen.
8
In december 1997 stelt de deelraad van De
Baarsjes het Uitwerkingsplan Riva-terrein zander wijzigingen vast. Dit
wordt nu ter goedkeuring voorgelegd aan Gedeputeerde Staten van
Noord-Holland. Ayasofya dient bij Gedeputeerde Staten bezwaren in tegeR
het plan. Op 31 maart 1998 keuren Gedeputeerde Staten van Noord-Holland
het Uitwerkingsplan goed. Ayasofya gaat tegen deze goedkeuring bij de Raad
van State in beroep. De grote lijnen liggen echtervast in het onaamastbaar ge-
worden Stadsvernieuwingsplan Cnassebuurt. Het stadsdeel voorziet in deze
voortgezette procedure daarom geen onoverkomelijke moeilijkheden.
V oor oplossingen op het Riva-terrein ofbinnen De Baarsjes is Ayasofya,
meer nogdan voarheen, aangewezen op de hulp van bondgenoren die het
sradsdeel weten te overtuigen. Zij moeten helpen met het ontwikkelen
van plannen die ook voor het stadsdeel aantrekkelijk zijn.
De contacten tussen Ayasofya en Volker Stevin hebben niet geleid tot
een concreet plan. Begin 1998 komt Ayasofya, via her ACB, in contact met
woningbouwvereniging HetOosten. Stadsdeelvoorzitter Van Waveren en
wethouder Van der Aa worden van de gesprekken op de hoogte gesteld. Her
Oosten zegt goede mogelijkheden te zien een plan voor het Riva-terrein te
ontwikkelen waarin zowel her stadsdeel als Ayasofya zich kan vinden.
Een van die mogelijkheden zou een nieuwbouwproject op het Riva-
terre in kunnen zijn dat we!iswaar buiten de regels van het stadsvernieu-
wings plan treedt, maar zo aansprekend is dat her stadsdeel bereid is een
ommezwaai te maken en op basis van een voorbereidingsbesluit en
via een zogenaamde artikel 19-procedure her zwaarbevochten stadsver-
nieuwingsplan aan te passen. Dan zau op her Riva-terrein ook formee!
meer dan I.ooom' maatschappelijke voorzieningen mogelijk worden.
De omslag die ditvan het stadsdeelbestuur zou vergen, ligt politiekmoei-
lijk. Toch besraat de mogelijkheid dat een compromis wordt gevonden
dat niet aileen voor Ayasofya maar ook voor het stadsdeel attractiefis. Een
dergelijk compromis moet in ieder geval aan twee voorwaarden voldoen:
het moet gaan om een volledige sloop-nieuwbouwsituatie en het aantal
160 Heilige wijsheid in Amsterdam
vierkante meter maatschappelijke en bedrijfsvoorzieningen samen dient
niet groter te zijn dan de rotale omvang van deze functies in het stadsver-
nieuwingsplan. Zo kan een optimale situatie ontstaan voorwoningbouw
op het terrein, terwijl de verhouding tussen maatschappelijke ruimten en
bedrijfsruimten verschilt van die in her stadsvernieuwingsplan. Beide
partijen kunnen hier naar op zoekgaan, maar het stadsdeel kan vanuit zijn
positie formeel slechts een afwachtende houding innemen. Hetwerkr de
procedure af.
In maart 1998 geeft het stadsdeel vooruitlopend op de uiteindelijke
vaststelling van het Uitwerkingsplan, Ayasofya als eigenaar gelegenheid
om langs de lijnen ervan een bouwpIan in te dienen. Omdat indieningvan
een dergelijk plan uitblijft, stuurt het stadsdeel eind mei 1998 een brief
aanAyasofya met hetverzoekom het Riva-terrein van deverenigingaan te
kopen. Ayasofya wijst dit verzoek per omgaande af.
Op 12 januari 1999 besIuit de deeIraad deonteigeningsprocedure in gang
te zetten. Her sradsdeel ziet dir aIs een logische stap: het is genoodzaakt het
terrein te verwerven en het volgens de regels te laten inrichten." In afwach-
ting van de uitspraak van de Kroon over dit besluit van het stadsdeel blijft
Ayasofya de mogelijkheid behouden om een bouwplan in te dienen dat past
in het Uitwerkingsplan.<O Dit bouwplan komt er nog niet, maar wel stelt
Ayasofya tegenover de adviseur van de Kroon dat er een overeenkomst is
tussen Het Oosten en Ayasofya om een plan te ontwikkelen voor her terrein
en dat de partners in staat en be reid zullen zij n di t plan zelf ui t te voeren.
In augustus 1999 wi jst de Kroon, zoals verwacht, het onteigeningsbesluit
van het stadsdeel af. Ayasofya krijgt als eigenaar opnieuw de gelegenheid
om, eventueel samen met anderen, conform het nog definitiefgoed te keuren
Uitwerkingsplan een bouwplan in te dienen en te realiseren. Als zij binnen
een redeIi j ke termi j n niet in staa tis di tte doen, maakt een tweede onteigenings-
besluit aanzienlijk meer kans om door de Kroon te worden bekrachtigd.
In november I999 zal de Raad van State het beroepvanAyasofya tegen de
goedkeuringvan het Uitwerkingsplan behandeIen. Snel daarna volgtwaar-
schijnlijk de definitieve beslissing. Na de uireindeIijke goedkeuring zal het
stadsdeeI een termijn stellen waarbinnen Ayasofya als eigenaar een bouw-
plan voor het terrein kan indienen. Het stadsdeel is rerughoudend in zijn
[eactie op een bouwplan dat mogeIijkdoor Ayasofyazal worden ingediend.
Welk plan dir ook moge zijn, het lokale bestuur komt pas met een oordeeI
als het plan op tafelligt en aannemeIi jk is dat het kan worden verwezenlijkt.
September I999
Noten
Noten bij hoofdstuk 2
De historische schets in deze paragraafen de gegevens in de volgende para-
graaf zijn gebaseerd op: Baarsjesberichten 1993 en 1994 (Periodieke uitgave
van het Stadsdee! De Baarsjes); Van Daalell 1995; Fock 1995; Van Gent e.a.
1993; Koois 1995; Van Programaccoord naar beleid 1994; en Lem-
pens 1996.
2 Onderzoek & Statistiek (1997= II9).
3 Her groorste gedeelre van het huurwoningenbestand van woningbouwcor-
poraties is in deze buurten geconcen treerd. In het stadsdeel huren migranten
relarief vaak een woning van een corpora tie. In een groot gedeelte van de ge-
noemde buurten ligt het percentage migrantenhuishoudens boven de dertig
(Van Daalen 1995: 59-66).
4 Onderzoek & Statistiek (1996).
5 Er was geen politiebureau of -post in de buurt. Het bureau van district 6,
waar de wijk onder vie! (en valr) is, er ver vandaan, gevestigd in Geuze-
ve!d-Slotermeer. Pas in 1991 werd een wijkteambureau van de politie geves-
tigd op het Sllrinameplein, en een jaar later kwam er een dependance op het
MercatorpIein.
6 In 1992 werden binnen het gebied van het poIitiewijkteam Surinameplein
achr moorden gepleegd als gevolgvan de strijd russen crimine!e groepen (Bo-
venkerk en 1998: 301).
7 Tien procent van de bewoners van her stadsdee! stemde in 1990 op ex-
treem-rechtse partijen.
8 In maart 1996 besloot de dee!raad van De Baarsjes het project te continueren
tOt het jaar 2000.
9 T egenwoordig duidt de beweging in Dllitsland zich aan met de naam Islami-
tische Gemeinschaft Milli (IGMG).
10 In 1986 zou men, met medewerking van de gemeente Amsterdam, een grore-
re moskee openen in de Govert Flinckstraat.
I I Deze Federatie van Verenigingen en Gemeenschappen van Moslims (M iisliiman
Cemiyeder ve Cemaadan Federasyonu, MCCF) werd in 1981 opgericht. Pas
twee jaar later ging de organisatie functioneren en werdde eerste ledenverga-
dering gehouden. Hierna splitste zich, net zoals in Duitsland, een groep vol-
gelingen van de radicale imam Cemalettin Kaplan van de bewegingaf(Land-
man I992: I21-I22).
Heilige wijsheid in Amsterdam
12 De afkoning MGT/WBV staat voor Miisliiman Gen<;ler Welzijns
Belangen Vereniging. Miisliiman Gen<;ler Tekilatl betekent Organisatie
van Islamitische Jongeren.
13 OokinAmsterdam-Noorddeedhij een pogingeen MGTvan degrond tekrij-
gen. Deze pogingstrandde, omdat hij in die tijd teweinig capabele bestuurs-
leden kon vinden.
14 Ook de subsidieregeling voor gebedsruimten werd afgeschaft.
15 Evaluatierapportage over de subsidieregeling voor religieuze voorzieningen
voor etnische minderheden (1990).
16 Dit blijkt uit informatie van verschillende politiefunctionarissen. Ook na-
dat het conflict rond het Riva-terrein was ontstaan, werd Kabakrepes advies
gevraagd over de wi jze waarop de georganiseerde misdaad in T urkse kring te-
gemoet moest worden gerreden. Op 8 november 1994 stuurde Jan Beeren-
hout een persoonlijke, vertrouwelijke brief aan Kabaktepe over de eventuele
schade die de Turkse gemeenschap als geheel zou oplopen als de politie
grootschalig de Turkse hero"inehandel in Amsterdam zou gaan aanpakken.
Beerenhout vroeg Kabaktepe ofhij bereid was om in beslotenheid hierover
met Beerenhout en politiecollega's te praten.
17 Stadsdeelvoorzitter Salm kreeg na de verkiezingen in het nieuwe stadsdeel-
bestuur (zonder G roenLinks maar met de VVD) de ponefeuille Welzijn roe-
bedeeld. .
18 'Aan de ene kant had je de gelovige moslims, aan de andere kant had je de N e-
derlandse politiek. Ik zat daar tussenin, ik had niets beloofd, maar ik wilde
wat bereiken. Uiteindelijk was ik een soon brugfunctie aan het uitoefenen
russen de Nederlandse overheid en de moslimgemeenschap hier.'
19 Kabaktepe zettezelfin Noord- Holland een aantal van deze verenigingen op:
in Zaandam, Medemblik, Alkmaar, Hoorn en Heerhugowaard. Voor
Noord-Holland werd hij coordinawr van MGT, voor heel Nederland is hij
dar ook drie jaar geweesr.
20 Aldus Kabakrepe op 6 januari 1992, insprekend in de raadscommissie Wo-
nen en Werken. In dit beroog srelde hij voor sportactiviteiten en andere acti-
voor jongeren en vrouwen uit zijn achterban samen met een gebeds-
rUlmte onder te brengen in de oude bakkersschool Het Blaeu Erf.
21 'Emanciparie op basis van de eigen cultuur is heel Nederlands', zei Kabakte-
pe tijdens bovengenoemde inspraakgelegenheid (6 januari 1992). Arrikel 2
van de akte van oprichting (19 april 1993) is als voIgt geformuleerd: 'De vere-
niging heeft wt doel: het instandhouden, intensiveren en activeren van het
Islamitisch Geloof onder de in en rond Amsterdam woonachtige Mos-
lim-jongeren, zowel mannen als vrouwen, alsmede de emancipatie en pani-
cipatie van Islamitische jongeren in de Nederlandse samenleving.' Het be-
vorderen van contacten russen islamitische en niet-islamitische jongeren via
het beschikbaar stellen van ruimten waar jongeren e1kaar kllnnen ontmoe-
ten, wordt in deze akte als eerste middel genoemd om het doe! te bereiken.
Een tweede middel is het bevorderen van de emanciparie in de Nederlandse
samenleving van jonge islamitische vrouwen, door het geven van cursussen
en dergelijke. Daarna volgen de activiteiten gericht op de activering van het
Noten
islamirische geloof: het aanstellen van imams, de oprichting van moskeeen,
het publiceren en bereikbaar maken van re!igiellze geschriften.
22 Op 7 novembefI993, in devijfde afleveringvan het NOS-programma Islam in
Nederland.
23 De leuzen waarin dit belang wordt llitgedrukt, zijn steeds variaries op het-
zelfde thema, bijvoorbeeld: 'Emanciperen van binnenuit' (Amsterdams
Stadsblad, 23 november 1994).
Noten bij hoofdstuk 3
2
3
4
5
6
7
8
In tekenen de twee jongerenverenigingen en de Stichting
WelzlJn De BaarsJes een samenwerkingsverband. Het beheer van Pandora
blijft onder de verantwoordelijkheid van het algemene jongerenwerk van de
stichting. Het buurthuis wordt op basis van een gebruikersschema verdeeld
MGT IWBV, AI Hidaya en het algemene jongerenwerk van de Stich ring
WelzIJn. In Pandora hebben beide verenigingen een eigen kantoortje.
Behalve MilJi Gorii is er slechts een Tllrks-islamitische groep die bij het
sradsdeel aan de bel hangt voor ruimte: de Alevitische Vereniging. Deze
wordt ondergebracht in buurthuis De T ulp, waar de alevieten een dag in de
weeksamenkomen. In her stadsdeel is ook nog een Koerdischevereniging ge-
vestigd, en er is een Marokkaanse moskee ondergebracht in een voormalige
kerk (moskee Nour).
Harbers, tevens lid van de Taakgroep Migranten van de Raad van Kerken,
heeft zich ook ingezet voor de moge!ijkheid van de Josephkerk. Als dit plan
afketst, begint men binnen Ayasofya te denken over niellwbouw. Harbers
brengt Kabaktepe in contact met architect Robvan der Broeke, die een afstu-
deerscriptie over moskeebouw heeft geschreven.
PvdA-fractienotulen, 4 november 199I.
PvdA-fractienorulen, 4 november 199I.
Eelhontwerp van architectenbureau Bas by, I4 april 1992.
In dezelfde vergadering van het Dagelijks Bestuur wordt besloten om te on-
derzoeken ofhet mogelijk is om in het vernieuwde gebouw een moskee op de
bovenste verdieping te huisvesten. Indien dit technisch mogelijk is, dient het
Dagelijks Bestuur zich te buigen over de vraag of de combinatie met bllllrt-
huis De Tagerijn wei wenselijk is. Blijkbaarwordt laterafgezien van deze mo-
gelijkheid; op de bovenste verdiepingworden bedrijfjes gehuisvest. Tijdens
dezelfde bespreking wordt besloten dar voorzitter Sa 1m aan de heer T uncer
van het moskeecomi[(: zal aangeven dat er misschien ruimte te krijgen is in
een tweetal nu leegstaande gebouwen in het Stadsdeel Westerpark. De mos-
keevereniging dient hierin vervolgens zelf stappen te ondernemen. Deze al-
ternatieven blijken later geen rede mogelijkheid te zijn.
De samenwerkingsproblemen betreffen niet aIleen de re!atie tussen MGTI
WBV en het algemene jongerenwerk, ook in de relatie tussen AIHidaya en de
laatste wil het niet vlotten. Op het praktische vlak kunnen er bijvoorbeeld
geen goede a['praken gemaaktworden over het opruimen van de ruimte en
het gebruik van het kopieerapparaar.
Heilige wijsheid in Amsterdam
9 Na het eerste jaar wordt de besteding van de subsidie naar het idee van het
stadsdeel onvoldoende verantwoord, en bovendien gedeeltelijk oneigenlijk
gebruikt. In de afrekening wordt een busreis opgevoerd naar een manifesta-
tievanAMGT (Milli G o r u ~ Europa) in Keulen. Ookworden deverwarmings-
kosten van Het Blaeu Erf tijdens de ramadanviering opgevoerd. Deze hou-
den volgens het stadsdeel meer verband met religieuze dan met jongeren-
activiteiten, en worden daarom niet subsidiabel geacht.
IO De teleurstelling van het stadsdeel over het aanbod van MGT /WBV leidt bij de
herijkingsoperatie van de welzijnsbegroting in 1995 tot een halvering van de
subsidie. Er blijven problemen met her algemene jongerenwerk. In 1996 vin-
den deze hun climax in het opzeggen door de Stichting Welzijn De Baarsjes
van de gebruikersovereenkomst. De Stichting constateert een gebrekaan ka-
der bij MGT- De Baarsjes, waardoor de ruimte oneigenlijk wordt gebruikt en
de gemaakte afspraken niet worden nagekomen. Ook rekeningen worden
niet betaald. BriefStichting Welzijn De Baarsjes aan de portefeuillehouder
Welzijn H. Van Waveren, 23 aprih996, en briefStichting Welzijn De Baars-
jes aan bestuur van MGT, 15 augustus 1996.
II Daarnaast is ook de Koerdische Arbeidersvereniging in Amsterdam (KAVA)
in De Baarsjes gevestigd.
12 Brief van Oruc Ulucay, Mehmet <;:akmak en Ali Akpinar aan het Dagelijks
Bestuurvan stadsdeel De Baarsjes en stadsdeel Bos en Lommer en aan de frac-
ties van aile politieke partijen van 25 juni 1993.
13 Briefvan Mustafa Tulu, Yilmaz Ko<;er en Alaaddin Vural aan het Dagelijks
Bestuurvan stadsdeel De Baarsjes en stadsdeel Bos en Lommer en aan de frac-
ties van aile politieke partijen van 5 oktober 1993.
14 Deze radicale groep heeft zich in 1983 in Duitsland van Milli G o r i i ~ Europa
afgesplitst, uitonvrede met de deelname van de RP aan-en daarmeeaccepta-
tie van - het Turkse politieke bedrijr. De beweging is genoemd naar haar in-
middels gestorven voorman Cemalettin Kaplan. De groep die in Nederland
de beweging trouw is gebleven, neemt tegenover de andere Turkse poli-
tiek-religieuze stromingen een tamelijk g6soleerde positie in (Sunier 1996:
240).
15 Brief van Sociaal Cultureel Centrum Amsterdam-West Ayasofya aan de
deelraad van stadsdeel De Baarsjes, 28 april 1993.
16 Boel stelt later dat dit onderzoek is gedaan naar aanleiding van een verzoek
dat Ayasofya samen met de directeurvan het Amsterdams Centrum Buiten-
landers bij haar had neergelegd. In het onderzoeksverslag, dat wordt bespro-
ken binnen de raadscommissie Wonen en Werken, worden acht bestaande
gebouwen in hetstadsdeel meteen bestemmingvoor maatschappelijkevoor-
zieningen (meestal scholen) beschouwd op hun mogelijkheden er een mos-
kee te huisvesten. Twee locaties komen als de meest bruikbare naar voren,
vooral vanwege hun centrale ligging binnen de buurt, en hun vrije ligging,
'daarmee weinig overlast bezorgend aan omwonenden'. In het ene geval zal
er alternatieve huisvesting gevonden moeten worden voor de groepen die al
in het pand zijn gehuisvest, in het andere geval staat het stadsdeel al een ande-
re bestemming voor ogen. Rond dezelfde tijd wordt ook ambtelijk uitge-
Noten
zocht of de oude behuizing van buurthuis De T agerij n een geschikte locatie
is voor een moskee. In aile gevallen zijn de locaties hoe dan ook te klein voor
het programma van eisen van Ayasofya, dat inmiddels 2.740m' behelsr.
17 Informatie Peter Mikmak van Athlon.
18 G.W. Bakker/Honhoff en Planoform.
19 Deze gesprekken vinden plaats op 5 juli, 13 september en 18 oktober 1993
(agenda Peter Mikmak van Athlon). Mikmak kan zich niet herinneren dat
Ozeyir Kabakrepe bij deze gesprekken aanwezig was. Kabaktepe herinnerr
zich wei al met vertegenwoordigers van Athlon te hebben gesproken, wel-
licht op andere momenten en informeler in dezelfde peri ode.
20 In een aflevering van het VPRO-televisieprogramma Marco Polo (oktober
1993) zien we Kabakrepe ter plekke met een zekere tevredenheid het gebied
aanwijzen waar Ayasofya zal gaan bouwen.
21 Bovenstaand relaas van Kabaktepe is ook op de hoorzitting van de Amster-
damse Planologische Commissie van 5 juli 1995 naarvoren gebracht, waarop
het stadsdeel als hieronder gesteld reageerde (zie beslissing Gedeputeerde
Staten van Noord-Holland, 12 september 1995, biz. 16).
22 Boel blijkt niet op de hoogte te zijn geweest datAyasofya in 1990 al pogingen
heeft ondernomen om deze kerk te kopen, en dat deze pogingen op niets zijn
uitgelopen.
23 Athlon kan, door eerdere gesprekken met andere partijen, tijdens deze ge-
sprekken duidelijk aangeven wat voor overeenkomst het bedrijf wil, in ter-
men van verkoopprijs en randvoorwaarden (oplevering, vergunningen, in-
vesteringen). Informatie Peter Mikmak van Athlon.
24 In de volgende paragraafzal naderworden ingegaan op de Startnotitieen her
zogenaamde fase 0- en I-besluit.
25 Datisvolgens hetstadsdeelhet momentwaarop men hiervan officieel in ken-
nis is gesteld door Ayasofya en Athlon: 23 december 1993. Die datum wordt
hier ook aangehouden. Ayasofya is als gezegd van mening dat meerdere per-
sonen in de stadsdeelorganisatie, zowel op ambteIijk als bestuurlijk niveau,
dit al e'erder wisten.
26 Begin 1979 hebben bewonersvan de Slatuinenweg in Amsterdam-West-een
laaggelegen straatje met kleine, karakteristieke huizen - zich georganiseerd
in een buurtcomite om te proberen de bouwvan een 26 meter hoge serviceflat
in hun buurt te voorkomen. T oen raakre men ook doordrongen van het be-
lang van een bestemmingsplan voor de Chassebuurt (toen nog Slatuinen- en
Zeeheldenbuurt genoemd). In april van dar jaar zou het voorbereidings-
besluit dat gold v ~ ~ r de buurt aflopen. De gemeente had aangegeven dat het
maken van een bestemmingsplan voor de buurt voorlopig geen prioriteit
had.
27 De termen 'bestemmingsplan' en 'stadsvernieuwingsplan' zullen in hetver-
volg door elkaar worden gebruikr, zonder dat daar betekenis aan moet
worden gegeven. Voor de kwesties die in dit boek worden behandeld is dit ver-
schil niet van belang. Het gaat bij het Riva-terrein om de bestemmingsproble-
matiek. Een stadsvernieuwingsplan is een bestemmingsplan met enkele extra's.
N iet aileen de functies van de ruimte worden erin vastgelegd, maar er kunnen
166 Heilige wijsheid in Amsterdam
ook uitvoeringsschema's in worden aangebrachr, voor ingrijpende vernieu-
wingen in sloop-nieuwbouwsituaries. Ook geeft een sradsvernieuwingsplan
de overheid mogelijkheden om huiseigenaren op straffe van onteigening re
dwingen verbeteringen aan te brengen aan hun eigendommen.
28 De werkgroep organiseert geen buurtvergaderingen, noch worden er andere
activiteiten ondernomen om de buurt te infonneren. Toen ikeen prominent
lid vroeg naar de status van dewerkgroep, verklaarde hij uitdrukkelijkdar hij
uirsluitend voor zichzelfsprak, en niet de pretentie had de buurt te vertegen-
woordigen.
29 Een aantal actieve leden van de werkgroep heefr bijzondere interesse voor het
binnenterrein Jan Hendriks, een verwaarloosde kwekerij. Hun wens en die
van anderen is dat hier een natuurtuin komr, die niet ongelimiteerd voor pu-
bliek roegankelijk is, zodat de privacy van de omwonenden zal zijn gewaar-
borgd. Hiertoe wordt een aparte Werkgroep Binnenterrein opgericht, die
wei initiarieven ontplooit. Deze werkgroep krijgr uireindelijk toesremming
van her sradsdeel zelf de exploitarie van het terrein ter hand te nemen.
30 Fase 0-, 1-, 2-, 3- en 4-besluiten hebben binnen het plangebied van de
Chassebuurt betrekking op projecten binnen het plangebied, en staan in
principe los van het' overkoepelende' stadsvernieuwingsplan dat voor de ge-
hele buurt in de maak is. Een overheidkan dergelijke projecten ookopstarten
in een gebied waar noch een stadsvernieuwingsplan vigeert, noch een voor-
bereidingsbesluitvoor zo'n plan is genomen. De overheid heeft dan gewoon
minder regelgeving om zich op te beroepen. Voor projecren geldr de volgen-
de fasering in de besluitvorming. Een fase o-besluit geeft de grenzen van een
projectaan, geeft aan watde overheiddaar inzeeralgemenezin wil realiseren,
en is een opdracht tot onderzoek naar de stedebouwkundige functies in her
gebied. Fase I betreft haalbaarheidsonderzoeken: kan het wei war de over-
heid wil? Fase 2 is de Nota van uitgangspunten. In deze nota is een 'vlekken-
plan' opgenomen. Dit geefr op basis van de algemeen geformuleerde uit-
gangspunten een globale bestemming aan deelgebieden binnen het project.
Fase 3 behelst her maken van een Stedebouwkundigplan van eisen. Het stelt
archi tectonische eisen en eisen ten aanzien van hoogte en rooilijnen. Ook be-
vindt zich daarin een model hoe de verkaveling eruit zou kunnen gaan zien,
en de resultaten van onderzoek, van maatschappelijk overleg, en van grond-
exploitatie. Deze grondexploitatie wordt centraal vastgesteld, en dan heeft
her stadsdeel toestemming om te starten mer het Uitwerkingsplan (fase 4).
31 Vergadering Werkgroep Besremmingsplan van 29 oktober 1992.
32 Onderzoek Van den Berg (1993).
33 Een ambrenaarvan de afde!ing Ruimtelijke Ordening denkt dat een concept
van de algemene uirgangspunten van het bestemmingsplan (tot halverwege
1993) wellicht een keer in het Dagelijks Bestuur is besproken, maar zeker is
hij hierover niet. In de verslagen van Dagelijks Bestuur-vergaderingen is
hie rover niets rerug te vinden. Wei was er formee! en informeel poliriek over-
leg mer de portefeuillehouder binnen de secrie Wonen en Werken. Van de
projecten komr tot halverwege 1993 alleen de Nota van uitgangspunten Jan
Noten
Vet-terrein e.o. rwee keer binnen vergaderingen van her Dagelijks Bestuur rer
sprake.
34 Dezevoorbereidingsbesluiten verlopen na twee jaaren moeren dan opnieuw
worden genomen, als er tenminsre niet inmiddels een door her Dagelijks
Bestuur vastgesreld bestemmingsplan ter visie ligt. In juni 1994 verliep her
laatsre voorbereidingsbesluit. Vervolgens hebben de plannen van her srads-
deel het twee a drie maanden zonder de beschermingvan een voorbereidings-
besluir moeten stellen, aangezien het Stadsvernieuwingsplan Chassebuurtpas
in september 1994 ter visie werd gelegd.
35 Er zijn geen schrifrelijke aanwijzingen dar deze ambrenaren zich hebben ge-
baseerd op andere dan zeer algemene politieke aanwijzingen vanuit het
stadsdeel. Een absolute voorkeur voor wonen boven andere functies kan
hieruit nietworden afgeleid. Wei krijgt de woonfuncrie een duidelijk accent:
iedere keer als er zich een gelegenheid voordoer, zal worden afgewogen of di t
een gelegenheid is om de woonfunctie te versterken.
36 Het Stadsvernieuwingsplan Chassebuurt komt in her kader van het Goede
Dienstenoverleg een keer aan de orde, en wei op 31 maart 1994 (informarie
dienst Ruimte!ijke Ordening gemeente Amsterdam). Bij dir overleg zijn
ambte!ijke vertegenwoordigers van de Centrale Srad (diensr Ruimtelijke
Ordening en secretarie) en een vertegenwoordiger van de provincie betrok-
ken. Uit her verslag van dit overleg blijkr dat er vanuit de Centrale Stad
slechts 'enige juridische, marginale textuele wijzigingen' worden voorge-
steld, waarover nog contact zal worden opgenomen. Voorts is men akkoord.
Van de kant van de provincie zijn geen opmerkingen en is men meteen ak-
koord (verslag Goede Dienstenoverleg d.d. 31 maart 1994, vastgesteld 19 mei
1994)
37 Of, zoals een werkgroepslid her uitdrukr: 'Her Riva was de eerste jaren in het
geheel niet in de picture.'
38 V olgens leden van de Werkgroep is het terrein een aantal malen in de marge
genoemd als een mogelijk 'project' mochtde garage ervertrekken. Een enke-
Ie maal is hier sprake van, of zijn er berichren dar de garage in oppervlakre
inkrimpt. Plannen die de eigenaar zelf heeft voor bedrijfsruimte en wo-
ningen worden voor kennisgeving aangenomen. De eigenaar trekt deze be-
rich ten later weer in.
39 Informatie Marie-Louise Boel.
40 In de Startnotitiespreekt men van rwee scenario's. De meesre plaats wordr
ingeruimd voor de bespreking van de mogelijkheden voor een eventuele be-
drijfsbestemming. Daar wordr het rapport van Business Creation Result
kort besproken. In de conclusie van de notitie wordr de gemengde woonl
werkbestemming echter als eerste scenario genoemd. Maar ook voor het
rweede scenario moet het een en ander aan onderzoek worden verricht. Het
moet 'inzichtgeven welke bedrijven interesse hebben om zich op de Baarsjes-
weg te vestigen'. Eveneens moet uit nader onderzoek blijken welk type be-
drijvigheid wenselijk is. Gesteld wordt datde uitgangspunren voor het Riva-
terrein verwerkr zullen worden in het nieuwe te onrwikkelen bestemrnings-
plan voor de Chassebuurt. In de aanbiedingsbriefvan de portefeuillehouder
r68 Heilige wijsheid in Amsterdam
staat dat 'gezien het stadium van het huidige particuliere initiatiefen met in-
achtnemingvan de mogelijkheden die het rapporrvan Business Creation Re-
sult geeft' nadere studie omtrent de wenselijke bestemming van het terrein
urgent is. Hier worden de scenario's weer in de andere volgorde genoemd:
'Gezien het vigerende beleid kan het garagebedrijfsterrein in principe be-
stemd worden voor bedrijfshuisvesting of voor een combinatie van wo-
ningen en bedrijfshuisvesting.' In de notitie, de voordracht en het besluit
kan geen aanwijzing worden gevonden dar het terrein de hoofdbestemming
'wonen' moet krijgen. Zowel wonen als bedrijvigheid krijgt een accent.
41 Informatie Marie-Louise Boel. 'Ambtelijk was men met elkaar in discussie.
Dan laat je als wethouder beide zaken uitwerken.'
Noten bij hoofdstuk 4
Op deze bijeenkomstzijn aanwezig de portefeuillehoudster Wonen en Wer-
ken, Marie-Louise Boel, h e ~ . h o o f d van de afdeling Ruimtelijke Ordening, de
coordinator van Ayasofya Uzeyir Kabaktepe, de voorzitter van Ayasofya de
heer Eryigit, en Peter Mikmak van Athlon. Ayasofya en Athlon willen vier
punten met het stadsdeelbestuur bespreken: de tijdelijkeverhuurvan het Ri-
va-terrein aanAyasofya voor de komende ramadan in februari, de koopoptie
en de te verwezenlijken plannen op het terrein, eventuele medefinanciering
van het stadsdeel aan de plannen en de kwestievan de sane ring van de grond.
2 Kabaktepe heeft zij n onkundigheid met de plannen voor een nieuw bestem-
mingsplan steeds benadrukt. Eenmaal heeft hij zich uitgelaten op een wijze
waaruit kan worden opgemaakr dat hij ruim voor 23 december wist dat 'het
bestaande bestemmingsplan toch veranderd [zoul moeten worden'.
3 Ozeyir Kabaktepe stelt dat hij een afschrift of concept van een dergelijk ver-
zoek, dat hij van plan was in te dienen, al op 23 december aan Marie-Louise
Boel heeft overlegd. Deze zei toen dat in een dergelijk verzoek tevens moest
worden vermeld dat Ayasofya een koopoptie op het terrein had. Deze infor-
matie, geexpliciteerd in een formele brief, had het stadsdeelbestuur nodig
om afgewogen te kunnen beslissen op dit verzoek. Kabaktepe stelt dat een
dergelijk verzoek vervolgens is opgestuurd ter behandeling op de vergade-
ring van het Dagelijks Bestuurvan 7 januari. Deze briefis nooit aangekomen
op het stadsdeel. Door misverstanden hierover komtAyasofya er pas op 19 ja-
nuari toe (opnieuw) een formeel schriftelijk verzoek in te dienen. Dit is pre-
cies drie weken voor aanvang van de ramadan. Volgens Kabaktepe liet het
stadsdeelbestuur aanvankelijk informeel merken dat het voorstel tot gebruik
van het terrein voor de ramadan wei een kans maakte. Het stadsdeel stelt
daarentegen dat het deze indruk niet heeft willen wekken, en zijns inziens
ook niet heeft gewekt.
4 Tot 1994 had Ayasofya voor het vinden van een gebedsruimte met meerdere
afdelingen van het stadsdeelkantoor contact, vooral de secties Welzijn en
Wonen en Werken, en daarbinnen met verschillende mensen, zowel be-
stuurders als ambtenaren. Nu krijgt stadsdeelvoorzitter Freek Papineau
Salm de Riva-zaak in portefeuille, in het bi jzonderwaar het de rechtshandha-
Noten
ving betreft. Van de kant van Ayasofya werden de contacten ook voor die tijd
voornamelijk door coordinator Kabaktepe onderhouden, afgezien van de
enkele keer dat een bestuurslid direct het stadsdeel benaderde.
5 Notulen raadsvergadering 8 februari 1994
6 In deze bemiddelingspoging komt ook de inhoud van het plan van Ayasofya
aan de orde. Als hieronder het traject van het bestemmingsplan (de toekom-
stige invulling van het Riva-terrein) aan de orde komt, zalnader op deze be-
middeling worden ingegaan.
7 Athlon blijft juridisch eigenaar totdat het sterk vervuilde terrein is gereinigd.
8 PvdA, 066 en CDA verliezen een zetel, VVD wint een zetel, en een nieuwe par-
tij, de Nieuwe Communistische Partij Nederland (NCPN), is in de raad geko-
men met twee zetels.
9 Kees Steeman (GroenLinks) wordt opgevolgd door Mark van der Horst
(VVD) als wijkwethouder. Nico Kamphorst blijft portefeuillehouder voor
D66.
IO Kabaktepe schrijft dit rand 20 april (de briefis ongedateerd) aan Gijs von der
Fuhr van het ACB. Hij verzoekt Von der Fuhr contact op te nemen met Felix
Rottenberg en met politie en stadsdeelbestuur om de laatsten ervan te weer-
houden tot onrruiming over te gaan. Kabaktepe vraagt Von der Fuhrs me-
ning over de geplande demonstratie; is het een verstandig besluit?
II Dit besluit deelt Gijs von der Fuhr op 27 april per fax mee aan Peter Meijer.
Uitdeze faxwordtduidelijkdatde mogelijkheid om Eberhartvan der Laan te
vragen als bemiddelaar door Meijer is geopperd in een telefoongesprek met
Von der Fuhr de vorige dag. Diezelfde avond komt op voorstel van Von der
Fuhr het bestuur van Ayasofya bijeen. Kabaktepe, die voor zaken in het bui-
tenland is, wordt vanuit Tunesie telefonisch geconsulteerd.
12 Volgens Meijer zag men er uiteindelijk van af om Van def Laan in te zetten,
omdat hij de eerste man van de partij in Amsterdam is. Oat zou een te groot
'afbreukrisico' geven.
13 Over de exacte datum van de samenkomst op het ACB verschillen de
meningen. Hoogstwaarschijnlijk heeft deze op 30 april plaatsgevonden.
14 Deze gesprekken (tien it vijftien) vinden in mei en juni 1994 plaats, meestaI
op het stadhuis. Soms is erookeen jurist van hetstadsdeel bij aanwezigen de
voorzitter. van Ayasofya, Eryigit, die slecht Nederlands spreekt en die af en
toe door Kabaktepe in het Turks wordt geconsulteerd.
15 Het betreft een 'standpunt-verklaring over de situatie op het Riva-terrein',
op II mei verzonden aan de raadsfracties van de gemeente Amsterdam, aan
deelraadsleden en andere betrokkenen binnen het stadsdeel en de gemeente
Amsterdam, en aan de redacties van verschillende kranten. Hierin worden de
achtergronden van het in voorbereiding zijnde bestemmingsplan geschetst,
en wordt gesteld dat Ayasofya de magazijnruimte op het terrein 'zonder toe-
stemming en in strijd met aile regels' aIs gebedsruimte gebruikt. Dit is nietal-
leen volgens de huidige bestemming niet toegestaan, het 'is ook in strijd met
de ideeen voor de toekomstige bestemming van het terrein, die in samenwer-
king met de buurt zijn ontwikkeld en die binnenkort in de inspraak komen.
Bovendien is dit gebruik in strijd met de visie van het stadsdeelbestuur dat
170 Heifige wijsheid in Amsterdam
her aantal woningen in deze buurr behouden en waar mogelijk uitgebreid
moer worden'. Benadrukr wordt dar dit in lijn is met het standpunt van de
Centrale 5rad ten aanzien van woningbouw. Gesteld wordt dat voortzetting
van het gebruik niet zal worden gedoogd, 'en dat men zich - evenals elke an-
dere burger of organisatievan burgers- dient te houden aan de procedures en
regels die voor een besremmingsplanwijziging gelden'. Men is nog steeds be-
reid mee te helpen aan her vinden van 'een plaats voor een kleinschalige ge-
bedsruimre', echter aileen 'nadar de vereniging her huidige gebruik van her
terrein heefr gestaakr en daarmee heefr geroond onze procedures en regels te
willen respecteren'.
16 Kabaktepe zegt larer hierover: 'We zaten regen een crisis aan re kijken.'
17 Mondeling aan brigadier Rozekrans en telefonisch aan commissaris Visser.
Visser deelr Kabakrepe schriftelijk mee dat hij dit op 23 mei zal controleren:
'Wanneer deze door u roegezegde beeindiging van religieuze bijeenkomsten
niet een feit zal zijn, zal politie-optreden volgen. Mede omdat u verschillen-
de keren tegenover mij heeft uitgesproken dat u een conflict mer de politie
wil voorkomen, spreek ikde hoop uitdat het politie-optreden achterwegezal
kunnen blijven.'
18 Overleg in het kader van artikel 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Orde-
ning is bestuurlijk- maar in de praktijkvoornamelijkambtelijk-overlegdat
een overheid verplicht is te voeren met partijen die belangen hebben bij
nieuw te ontwikkelen bestemmingsplannen. Het College van Gedeputeerde
Staten roerst of het artikel 1O-overleg procedureel juisr is gevoerd.
19 Brief van het sradsdeel, 27 maart 1994-
20 Dit blijkt uit een brief van 19 april van mr Atzeni van Moszkowicz Advoca-
ten, namens AyasofYa aan het stadsdeel. In deze brief wordt verzocht om de
plannen van AyasofYa voor her Riva-rerrein ('een alternarief plan') voor re
leggen aan het stadsdeel, in het kader van het vooronderzoek dat gesrarr zou
zijn naar de sredebouwkundige funcrie van her Riva-terrein.
21 Deze is in concept roegevoegd aan de brief aan de werkgroepen en het Dage-
lijks Bestuur van De Baarsjes.
22 In de uitnodigingsbriefvan 18 maart 1994 worden de betreffende werkgroe-
pen voorgesteld als bestaande uit' een aantal ambtenaren van het stadsdeel en
een aantal bewoners van de Chassebuurt'. In werkelijkheid maken ambtena-
ren geen deel uit van deze werkgroepen. Wei is er overleg tussen ambrenaren
en werkgroepen. Vooral in de Werkgroep Bestemmingsplan Chassebuurt
besraat ontevredenheid over de wijze waarop en de regelmaar waarmee dit
overleg met betrekking rot het plan heeft plaatsgevonden.
23 Verslag vooroverleg werkgroepen, 19 april 1994.
24 Deze roevoeging is geen juiste weergave van de gang van zaken. In her vorige
hoofdstuk is aangegeven dat het Riva-terrein slechts een enkele maal tijdens
vergaderingen van de werkgroep, min of meer in de marge, aan de orde is ge-
komen. In de verslagen van de werkgroepbijeenkomsten wordt van het Ri-
va-terrein geen enkele keer melding gemaakt. Een concept van de uitgangs-
punten van het nieuwe bestemmingsplan waarin sprake isvan 'voornamelijk
woningbouw' wordt voor het eerst in mei 1993 in de werkgroep besproken.
Noten 171
Van deze vergadering is geen verslag. De I.ooom' als maximale begrenzing
voor maatschappelijke voorzieningen op het terrein is voor het eerst voorge-
steld tijdens het bemiddelingsgesprek van IO maart, waaraan de werkgroep
geen deel nam (Verslag vooroverleg werkgroepen, 31 maart 1994).
25 Verslag vooroverleg werkgroepen, 19 april 1994.
26 Uit de eerder genoemde ongedateerde brief aan Gijs von der Fuhr blijkt zijn
zorg over her slagen van deze avond. Her liefsr zou hij deze bijeenkomsrver-
zetten. Hij vraagt Von der Fuhr een brochure samen te stell en waarin de ach-
tergrond en de plannen van AyasofYa worden roegelicht. Hij wil niet dar an-
dere leden van AyasofYa die avond in discussie gaan. Hij sreh voor dar ze de
brochure overhandigen en een nieuwe afspraak maken voor discussie.
.27 Turkoglu vraagr de aanwezigen vragen op papier te zetten, die dan nogv66r
17 mei, de datum van de door het stadsdeel geplande inspraakavond over het
Riva-terrein, kunnen worden beantwoord. Hetsradsdeel steltdeze inspraak-
avond later uit rot 15 juni.
28 Persbericht AyasofYa, II mei 1994.
29 Athlon en Manderen BV hebben gekozen voor een biologische sanerings-
methode, waardoor de grond niet hoeft te worden afgegraven. Mochr deze
methode naeen jaaronvoldoende blijken, dan zal de grondalsnogworden af-
gegraven. In de weken daarna worden voorlichtingsbijeenkomsten speciaal
over dit onderwerp georganiseerd, onder andere op 7 juni in het Wijkcen-
trum (notulen informatieavond over de bodemsanering Baarsjesweg 199,7
juni 1994). Binnen de werkgroepen van het Wijkcentrum, maar ook onder
bewoners bestaat grote zorg over de vervuiling van de grond onder her Ri-
va-rerrein, alsmede over de vraag of Arhlon/Manderen wei de juiste methode
gaan gebruiken om de bodem re saneren (No ririe Bewoners zetten vraagtekens
bij opruimen van venJUiling RIVA, ongedareerd, ondertekend door HVB, en
'Lijst mer vragen Werkgroep Besremmingsplan Chassebuurr', Pierer Nieuw-
kamp, juni 1994).
30 Verslag vergadering Vereniging AyasofYa, Werkgroep 20-40, Werkgroep
Besremmingsplan Chassebuurt en Leefbaarheidsgroep Chassebuuft, Ri-
va-rerrein, 19 mei 1994
31 Deze bijeenkomst was eersr gepland op 17 mei. Omdat de ontwerp-nota van
uitgangspunten nog nier klaar is, wordr de bijeenkomsr afgelasr en verscho-
yen naar 15 Junr.
32 Dit is door MTV opgenomen en uitgezonden.
33 In het Amsterdams Stadsbladvan 13 juli srelt hij dat hij daarmee geen uit-
spraak doer over het gedachtegoed van AyasofYa: 'Met bolwerk bedoelde ik
her grote aantal voorzieningen voor Turkse moslims, die ze bij elkaarwillen
hebben.' .
34 AyasofYa nodigt een van deze werkgroepen, de Werkgroep 20-40, voor 13
juni op hetRiva-terrein uitvooreen gesprek. Dezewerkgroepdeeltdeandere
werkgroepen mede nier te zullen ingaan op deze uitnodiging zonder voor-
overleg, dat dan op 8 juni zal plaatsvinden. Na overlegwordr besloten nier in
te gaan op de uitnodiging 'aangezien wij inmiddels voldoende informarie
hebben' (briefWerkgroep 20-40 aan Ayasofya van 9 juni 1994).
172 Heilige wijsheid in Amsterdam
35 In deze Toelichting op de nadere invulling van het Riva-terrein staat onder an-
dere vermeld dat er al voldoende ruimte voor maatschappelijke voor-
zieningen is in de buurt. Men is tegen 'grootschalige bovenbuurtse activitei-
ten'. Uit de tekst blijkt dat men de concept-nota in feite ziet als een product
waaraan de werkgroep heeft meegewerkt: 'In de Nota van uitgangspunten
zijn wij uitgekomen op een opzet van 2.000m' kleinschalige bedrijfsruimte,
en I.ooom' maatschappelijke voorzieningen.'
36 Informatie Marie-Louise Boel.
37 Over deze kwestie worden schriftelijk vragen gesteld aan het Dagelijks
Bestuur door raadsleden van CDA, GroenLinks en D66. Emil Blaauw, actief
in werkgroepen in de buurt, tekent naar aanleiding van deze kwestie beroep
aan bij de Commissie van Advies en Bijstand tegen het verloop van de in-
spraakprocedure.
38 De inspraakformulieren konden op de inspraakavond van 25 mei worden
meegenomen. Erop vermeld staat dat ze v66r 1 juli per post moesten worden
verstllllrd aan het stadsdeel, of ingeleverd bij de receptie van het stadsdeel-
kantoor. T evens staat vermeld: 'De ontvangst van lIW inspraakformlilier
wordt u schriftelijk bevestigd. U ontvangr afzonderlijk bericht over de ver-
dere procedure (vaststelling plan, bezwaarmogelijkheid e.d.).'
39 De afhandelingvan deze formulieren wordt in een later stadium van het con-
flict een affaire op zich. Deze zallater in het rapport uitgebreider worden be-
handeld, samen met de kwestie van de selectieve toelating op de inspraakbij-
eenkomst van 15 juni, omdat deze 'deelaffaires' overeenkomstige trekken
vertonen.
40 Zoals ook bij de vorige gelegenheid geeft hij in zijn toelichting een wei erg
vrije weergave van de Startnotitie Riva-terrein 'waarin de nadruk lag op wo-
ningbouw, met daarnaast ruimte voor een bedrijfsverzamelgebouw. Dat
sloor aan bij de kaders van het structuurplan van de Centrale Stad en bij het
stadsvcrnieuwingsplan Chassebuurr'. In de Startnotitieligt echter niet de na-
druk op woningbouw, maar wordt de keus tussen wonen en werken, of een
combinatie van deze, nadrukkelijk opengelaten.
41 Het accent zou op premiekoopwoningen moeten liggen, met maximaal der-
rig procent premiehuurwoningen.
42 Een uidating die sterk vooruitloopt op de procedures en die anticipeert op
reacties op toekomsrige srappen. Deze lijkt niet op zijn plaars op een in-
spraakbijeenkomst, waar men natuurlijk wei regen de plannen van de over-
heid mag ingaan.
43 In een noritievan een ambtenaarvan deafdeling Ruimtelijke Ordeningvan 7
juli zijn de schrifrelijke en telefonische inspraakreacties gelnventariseerd. Er
zijn acht afzonderlijk geschreven inspraakreacties van 'belanghebbenden'
bij het stadsdeel binnengekomen die v66r de plannen van het stadsdeel zijn,
of tegen de plannen van Ayasofya. Niet vermeld is of deze belanghebbenden
allen in de buurt woonachtig zijn. Een gemeenschappelijke inspraakreactie,
ondertekend door een 'belanghebbend collectief van 25 'bllurtbewoners en
ondernemers uit de Chassebuurt e.o.' schaart zich ook achter de plannen van
het sradsdeel. Er zijn zeven telefonische reacties (aile van bewoners van de
Noten
173
Chassebuurt) tegen de plannen en activiteiten van Ayasofya. V 66r de plan-
nen van Ayasofya zijn een afzonderlijk geschreven inspraakreactie en 1.652
inspraakreacries met voorbedrukte teksr op het inspraakformulier. Van deze
laatsre groep reacties zijn er 207 afkomstig van bewoners van de Chasse-
buurt. 604 reacties zijn afkomstig van bewoners van her stadsdeel buiten de
Chassebuurt en 372 reacties zijn afkomsrig van buiten het stadsdeel. Van de
overige 489 reacties is de herkomst onbekend omdat her adres niet wordt ver-
meld.
44 Dat men bang is voor een confrontatie met de eigenaren van het Riva-rerrein,
blijkr ook uit een gezamenlijke schriftelijke inspraakreactie van 17 juni.
45 Henk van Waveren en Gerrit Kerkkamp, Notitie standpuntbepaling Ri-
va-terrein (augustus 1994).
46 Planningsoverzicht stadsvernieuwingsplan Cham!buurten Nota van uitgangs-
punten 'Riva '-terrein, 22 september 1994. Een arrikel 17-procedure verwijsr
naar artikel 17 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO). Deze proce-
dure moet ertoe leiden dar Burgemeesrer en Werhouders voor een termijn
van ten hoogste vijf jaar vrijstelling geven van het besremmingsplan. Het
gaat om een tijdelijkevrijstelling, aangetoond moet zijn dat het om een tijde-
lijke behoefte gaat. Ais de termijn verstreken is en het gebruik is nog steeds te-
gen de regels van het bestemmingsplan, dan kan de gemeente ofhet stadsdeel
optreden met bestuursdwang. Een verzoekom vrijstelling op grond van arti-
kel 19 van de WRO staat afwijking van her bestemmingsplan toe, vooruitlo-
pend op een nieuw besremmingsplan waar het gebruik dan wei in pasL Het
gaat om een definitieve wijziging, anticiperend op een nieuw planologisch
regime. Gedeputeerde Staten, her orgaan dar de bestemmingsplannen
toetst, beoordeelr verzoeken om vrijsrelling op grond van artikel 19.
47 Brief Dagelijks Bestuur stadsdeel De Baarsjes aan Ayasofya, 27 september
1994
48 Intern laat de politiechef van district 6, B. Visser, weten dat een aanvraag
voor politiebijstand in dit geval 'geen abc'tje' is (fax Beefenhout aan Von def
Fuhr, 4 okrober 1994). Visser heeft Salm al eerder voorgesteld om, indien
noodzakelijk, een dwangsom aan te zeggen, in plaarsvan bestuursdwang. Bij
een dwangsomaanzcgging dreigt niet onmiddellijk ontruiming (met polirie-
bijsrand), maar wordt eerst de sanctie van een (mogelijk hoge) boete opge-
legd. Zodoende kan worden voorkomen dat partijen 'de tunnel' ingaan die
onvermijdelijk naar een sterke escalatie van het conflict leidt (mondelinge
informatie B. Visser). Een eventuele ontruimingvan het terrein zou in strijd
mer artikel6 van de Grondwer kunnen zijn, wat het slechrs in bepaalde geval-
len mogelijk maakt om regen gebedsdiensren op re treden, namelij k wanneer
deze buiten gebouwen plaatsvinden.
49 Hierover heefrde verenigingoverleg met Visser, politiechefvan district 6.
50 De officiele statistieken geven een veellager percentage T urkse inwoners van
het stadsdeel: rond de tien procenr.
51 Geschreven tekst toespraak 15 okrober 1994.
174 Heilige wijsheid in Amsterdam
52 Hoorzitting, 24 oktober. Van her sradsdeel zijn Salm, Boel, Trager en Peere-
boom aanwezig. Van Ayasofya zijn aanwezig Kabakrepe, vice-voorzitter
Tuncer en advocaar Koeman.
53 Daarom zou de 'toverformule' (anikel51 in de besremmingsplanvoorschrif-
ren) moeren worden toegepasr. Dir berekenr dar her Dagelijks Bestuur vrij-
srelling zou moeren verlenen van de gebruiksbepaling van her besremmings-
plan, omdat die bepaling leidr tor een beperking van her meesr doelmarige
gebruik; een beperking die nier door dringende redenen wordr gerechrvaar-
digd. Het garagebedrijfis in verband mer economische en milieu-eisen vet-
uokken, en is er nier in geslaagd een ander garagebedrijf, of een andere gega-
digde in die sfeer, re vinden om her rerrein over re nemen. Zinvol gebruik
overeenkomsrigde geldende besremming (garage) is dus nier meer mogelijk.
Koeman wijsr erop dar voor her toepassen van de toverformule geen beleids-
vrijheid besraat. Dat betekenr in dir geval volgens hem dar een toezegging
van bestuursdwang geen stand zal kunnen houden (Verslag van hoorzitting,
24 oktober 1994).
54 Aangegeven moer worden welke bestemmingen de ruimren van het in ge-
bruik zijnde magazijngebouw krijgen. Deze besremmingen moeren passen
binnen de kaders van her onrwerp-besremmingsplan.
55 BriefM. Luirink (sectorhoofd Wonen en Werken) aanAyasofya, IO novem-
ber 1994.
56 Concept-notirie van de afdeling Ruimrelijke Ordening aan het Dagelijks
Bestuur, 2 november 1994.Alleen deeersre bladzijde hiervan isinmijn bezit.
57 Faxbericht van mr B.R. rer Haarvan Nauta DutilhAdvocaren aan mr N.S.].
Koeman, 24 november 1994.
58 Wei verzoekr Koeman in een brief van 28 november het Dagelijks Bestuur
aanAyasofya vrijsrellingreverlenen van de besraande gebruiksbepalingen op
grond van deeerdergenoemde 'toverformule'. Als dir naarde meningvan her
sradsdeel nier mogelijkis, dan verzoekrAyasofya vrijsrelling op grond van ar-
rikel17 WRO. Op her voorsrel van her stadsdeel voor her aanvragen van vrij-
stelling op grond van artikel 19 WRO, en de voorwaarden die het sradsdeel
daarbij heefr gesreld, gaar Koeman nier in. Omdar de discussies over her pla-
nologische regime voor het Riva-rerrein nog enige jaren zullen duren, heeft
Ayasofya besloren de komende jaren te zullen volsraan met de besraande be-
bouwing op het terrein, zo wordt in de brief nog gesreld. Op 9 januari besluir
het Dagelijks Bestuur van De Baarsjes het verzoek af te wijzen. Zinvol ge-
bruik van her rerrein mer een bedrijfsmatige besremming is weI degelijk mo-
gelijk. Daarom wordr her verzoek om toepassingvan de 'toverformule' afge-
wezen. Toepassingvan artikel 17 WRO wordr eveneens afgewezen, omdar her
niet aannemelijk is dar de besremming waarvoorvrijsrelling wordr gevraagd
rijdelijk is; dir gezien de invesreringen die Ayasofya inmiddels in her rerrein
gedaan heeft.
59 In de besUlursdwangaanzegging wordt onder andere gesteld dar Ayasofya
niet is ingegaan op her voorsrel van her sradsdeel voor vrijsrelling op grond
van arrikell9 WRO, mer inbegrip van een aanral voorwaarden. In de aanzeg-
ging worden de redenen voor her afwi jzen van her verzoek van Ayasofya voor
Noten 175
toepassing van de 'toverformule' of arrikel 17 WRO, zoals gegeven in her be-
sluit van 9 januari, herhaald.
60 Uir geen enkel sruk blijkt evenwel dar het sradsdeelbesmur in december 1992
al een beslissing had genomen over de invulling van her Riva-rerrein. Pas in
1993 werd duidelijk dar Arhlon het Riva-terrein wilde verkopen en de garage
zou verdwijnen. In mei 1993 wordr voor her eerst in een dan nog ambrelijk
SUlk melding gemaakr van een woonbesremming voor her Riva-rerrein. Het
bestuur besluir in december 1993 een woon- en/ofbedrijfsbesremming voor
her rerrein nader re onderzoeken.
61 In her persberichr ligr de suggesrie besloten dat Ayasofya ook de vierkanre
meters die in her onrwerp-bestemmingsplan zijn gereserveerd voor bedrijfs-
ruimte voor sommige van haar activitei ren zou kunnen inzetten (Persbericht
Sradsdeel De Baarsjes, 2 december 1994)
62 Zie noor 48 voor het onderscheid russen een dwangsombeslissing en een be-
smursdwangbeschikking.
63 BriefArhlon Groep NVaan College van Ben W vanAmsrerdam, I2december
1994
64 Briefvan mr KoemanvanSribbeSimonr Monahan DuhorAdvocatenen No-
tarissen aan de Presidenr van de Rechrbank teAmsrerdam, 15 december 1994
In her bijgevoegde, aan het stadsdeel gerichre bezwaarschrifr tegen de aan-
zegging van besruursdwang steIt Koeman dat her stadsdeel zonder de beno-
digde zorgvuldigheid en rerughoudendheid her rechr op godsdiensrbelij-
ding zoals vasrgelegd in de G rondwer onmogelijk maakr mer de aanzegging,
een rechr waaraan slechrs voorschrifren kunnen worden gesreld als het be-
rrekking heeft op de uitoefening ervan buiten gebouwen. Het is daarenbo-
yen onredelijk Ayasofya aan re zeggen iedere religieuze acrivireir op her rer-
rein re sraken, rerwijl het bestuur een nieuw besremmingsplan in voor-
bereiding heefr war wei I.ooom' voor de religieuze erediensr op het rerrein
mogelijk maakt.
Bovendien heefr her sradsdeel geen gebruik gemaakr van de mogelijkheden
om de besraande simarie te legaliseren, terwijl die mogeIijkheden aanwezig
waren mer behulp van de zogenaamde 'toverformule'. Een kwan van de in-
woners van het sradsdeel is van Turkse origine en moslim. Voor deze groep
zijn geen kerkelijke facilireiren in her sradsdeel aanwezig. Her is dus uirersr
wenselijk en doelmarig de ruimten op het Riva-rerrein re gebruiken als ker-
kelijke faciliteiten. Een verzoekvanAyasofya totvrijsrellingop grond van ar-
rikel 51 of artikel 17 werd door her stadsdeel onterechr afgewezen. Ayasofya
meent ren slone dat her sradsdeelbesruur bij de uiroefening van besruurs-
dwang rer handhaving van de vigerende, formele bestemming 'garagebe-
drijf geen redelijk belang heeft, laar sraan dar dar belang zou prevaleren bo-
yen de belangen die met her huidige gebruik gediend worden. Her is niet
gebleken dat dat gebruik overlast aan de omgeving bezorgr, de besremming
'garage' is achrerhaald, de huidige gebruikers hebben zwaarwegende be-
langen bij continuering van dit gebruik, waardoor onder andere inregratie
kan plaarsvinden van de Turkse gemeenschap in de Nederlandse samenle-
ving. Bovendien wordr her besluir van her sradsdeelbestuur ingegeven door
Heilige wijsheid in Amsterdam
oneigenlijke en ongeoorloofde motieven: dewens om tegen een hoog bedrag
een terrein elders aan clienten uit te geven, en de wens om zelf ten behoeve
van de stadsvernieuwinghet Riva-terrein tegen een lage prijs teverwerven. In
een dergelijkesituatie issprakevan misbruikvan bevoegdheid. Deze intentie
kan men afleiden uit het feit dat het stadsdeel zich eerder zelf als partij
aangemeld had toen het Riva-terrein werd verkocht, maar als aspirant-koper
aan het kortste eind trok.
65 Ook Manderen BV, dewerkmaatschappij diedientom de facilireiten voor de
plannen van Ayasofya te realiseren, heeft als officiele economisch eigenaar
identieke zienswijzen ingediend (ingediende zienswijzen, beide 25 oktober
1994)'
66 Tijdens hoorzittingen horen raadsleden betogen aan, maar vindt geen dis-
cussie plaats. Wegens her te laat versruren van de uitnodigingen voor de
hoorzitting wordt besloten, voorafgaande aan de commissievergadering, op
19 december nogmaals een hoorzitting te organiseren (Verslag hoorzitting
van het Sradsdeel De Baarsjes over het onrwerp-Stadsvernieuwingsplan
Chassebuurt, 21 november 1994).
67 Net zoals de zienswijzen van Ayasofya en Manderen BV idenriek zijn, zijn
ook de notities van het stadsdeel in reactie op beide zienswijzen identiek. Er is
een uitzondering. De beoordeling van de onrvankelijkheid van de ingedien-
de zienswijzen verschilt: 'Ayasofya kan wellicht als vereniging in oprichting
en toekomsrige gebruiker c.g. onderhuurder worden aangemerkt en in die
hoedanigheid als belanghebbende,' concludeert het Dagelijks Bestuur.
Manderen BV is volgens het Dagelijks Besruur belanghebbende als econo-
misch eigenaar van het Riva-terrein (Notities van Dagelijks Bestuur De
Baarsjes, beide van 6 december 1994, aan de Commissie van Advies betreffende de
zienswijzen van Ayasofya en Manderen BV op het omwerp-bestemmingsplan
Chassebuurt) .
68 Het Dagelijks Bestuur stelt dat Ayasofya niet heeft aangegeven wat de sa-
menhangvan de diverse plandelen (sporthal, les- en computerruimten, ont-
moetings- en gebedsruimten) zo onlosmakelijk maakt. Wei beaamt het dat
in een dergelijke combinatiedeexploitatie gunstiger kan zijn. Ayasofyaheeft
wellichtwel het belangaangetoond van een buurtvoorziening, maar niet het
planologische belang van een bovenwijkse maatschappelijke voorziening
van de door haar gewenste omvang. Het stadsdeel gaat niet voorbij aan de-
mografische, religieuze en sociale ontwikkelingen op buurtniveau, gezien de
I.ooom' die in her ontwerp-plan zijn besremd voor maatschappelijke voor-
zieningen, in een buurtwaar reeds een grooroppervlakaan maatschappelijke
voorzieningen aanwezig is. Open bare voorzieningen zijn vrij toegankelijk.
Ayasofya heefr nier aannemelijk gemaakt dar dit nietzo is. Ook de algemene
voorzieningen kunnen heel goed dienen als 'brugfuncrie' tussen Nederland-
se en Turks-islamirische bewoners. Een kleinschalige Turks-islamirische
buurtvoorziening zou waarde kunnen hebben als extra brugfuncrie. Een bo-
venwijkse voorziening kan een dergelijke funcrie niet dienen. Mer de srelling
van Ayasofya dar de plannen mee zullen helpen maarschappelijke spannin-
gen re dempen en re keren is nier her planologisch belang van de plannen
Noten 177
aangetoond. Ayasofya heeft steeds maar zeer summiere plannen gepresen-
teerd. De omvang van het werkingsgebied van Ayasofya wordt niet aangege-
yen. Het is niet duidelijk in welke mate Ayasofya zich richt tot de buurt of tor
buiten de buurt. Het stadsdeel heeft zijn twijfels over de financiele repercus-
sies van de exploiratievan het door Ayasofya geplande complex. Deze heeft de
vereniging niet geexpliciteerd. Het Dagelijks Bestuur oordeelt dat de leden
vanAyasofya indebuurtdaareen rekleindraagvlak voorzijn. Daarbij isdelo-
catie in een kwetsbare woonbuurt voor een grootschalig complex totaal ong-
eschikt, in verband met parkeerdruk, overlast en bereikbaarheid.
Het Dagelijks Bestuur stelt dat 'de combinatie van bijvoorbeeld I.ooom' be-
drijven/kantoren en I.ooom' maatschappelijke voorzieningen op het Ri-
va-terrein ( ... ) naar onze mening het maximaal gewenste (is)' (Notities van
Dagelijks Bestuur De Baarsjes, beide van 6 december 1994, aan de Commis-
sie van Advies berreffende de zienswijzen van Ayasofya en Manderen BV op
het onrwerp-bestemmingsplan Chassebuurt).
69 De hoorzitting die daaraan voorafgaand was gepland, kan na opening weer
onmiddellijk worden gesloten, omdat er geen bezwaarden zijn die hun ziens-
wijzen willen toelichten.
70 Koeman spreektop eigen verzoekals laatste in, zoals blijkt uit de briefvan her
stadsdeel aan mr Koeman van 16 december 1994
71 Door Kabakrepe voorgelezen tekst rijdens de hoorzirring onrwerp-
Stadsvernieuwingsplan op maandag 19 december 1994
72 Ten slone herhaalt advocaar mr Koeman in zijn pleidooi de (juridische) ar-
gumenten die hij eerder in her bezwaarschrift tegen de bestuursdwangaan-
zegging had geformuleerd. Bovendien vraagt hij zich afhoe aan maatschap-
pelijke voorzieningen een maximering van I.ooom' gesteld kan ~ o r d e n ,
terwijl de torale oppervlakte aan bedrijfsbestemmingen niet is gemaxlmeerd
(toelichting van mr Koeman ten behoeve van Hoorzitting ontwerp-Stads-
vernieuwingsplan op maandag 19 december 1994)
73 Verslag vergadering Commissie van Advies Wonen, 19 december 1994, p. 8.
Di t voorstel is vri jweI iden riek aan her voorstel dat in de raadsvergadering van
14 februari 1995 via een motievan GroenLinks, CDAen NCPN zal worden ing-
ediend, en zal worden verworpen.
74 5teeman merkt op dat Kerkkamp hier praat over maatschappelijke voorzie-
ningen. Boschman (NCPN) denkt dat vergaderruimten weI onder de kop 'be-
drijfsruimte' zouden kunnen vallen. Kerkkamp zegt dat hij het wil openla-
ten.
75 Een verzoek van 5teeman voor een derde termijn wordt niet gehonoreerd
door voorzitter Salm. Hij besluit dar de discussie, gezien het late tijdstip, in
de raad zal worden voortgezet. Dit zal de raadsvergadering van 14 februari
1995 zijn, tijdens welke het besremmingsplan door de deelraad zaI worden
vastgesreld.
76 Namens verzoeksters (Ayasofya en Manderen BV) zijn Kabaktepe, voorzitter
Eryigir, imam Yavas (tweede zirring) en advocaat Koeman aanwezig. Na-
mens verweerder zijn aanwezig Salm, Boel, een jurisr en her hoofd van de af-
Heilige wijsheid in Amsterdam
deling Ruimtelijke Ordening van het stadsdeel en de door her stadsdeel
ingehuurde gemeenteadvocaat Ter Haar.
77 De President van de Rechtbank oordeelt dat het niet toestaan van gods-
dienstuitoefening op een terrein met de bestemming 'garage' op basis van de
Wet Ruimtelijke Ordening op zich niet in strijd is met artikel 6 van de
Grondwet. Wel dwingt dir grondwetsartikel tOt terughoudendheid bij het
opleggen van voorschrifren. Her (beoogde) gebruik is evident in strijd met
her vigerende bestemmingsplan, en is volgens objectieve feiren en omSLan-
digheden niet tijdelijk te noemen. Het is ook onvoldoende aannemelijk dat
zinvol gebruik volgens de oorspronkelijke bestemming nier meer mogelijk
is. Toepassingvan artikel 17 WRO of artikel 51 van de bestemmingsplanvoor-
schriften ligt dus niet in de rede. Het stadsdeel was dus in beginsel gerechtigd
om tegen her gebruikvan het rerrein op re treden. Bij afwegingvan de betrok-
ken belangen had het stadsdeel echrer in redelijkheid nier tot dit besluir kun-
nen komen.
78 Brief voorzitter Stadsdeel De Baarsjes aan Ayasofya, 7 februari 1995
79 BriefDagelijks Bestuur Stadsdeel De Baarsjes aanAyasofya, 9 februari 1995
80 J n de voordrachtvan het Dagelijks Besruuraan de raad gedareerd 6 december
beargumemeert het bestuur nog eens waarom de zienswijzen van Ayasofya
voor de invulling van het Riva-terrein zijns inziens niet moeten worden ge-
honoreerd. Het Dagelijks Besruur is vooral kritisch over her feitdatAyasofya
zijn bezwaren regen de grootschaligheid van haar plannen afdoet als 'rer-
loopse bezwaren', en er nauwelijks op ingaat. Het Dagelijks Bestuur wijst er
ook op dat her verwijt van Ayasofya dar het stadsdeelbestuur zich niet inzet
voor de belangen van allochtonen nier terecht is. Ayasofya gaat hier voorbij
aan de overeensremming die bereikr was over de locarie van 2.400m' achter
her Jan van Galenbad.
81 Koeman stelr dat het niet gaat om een meningsverschil over de algemene
functie-invulling van het omwerp-besremmingsplan, maar om de beper-
king tor Looom' maarschappelijkevoorzieningen op her Riva-rerrein, waar-
aan in aile redelijkheid niervasrgehouden mag worden. In dewer sraatduide-
lijkdar bij ruimrelijkeordeningsprake moerzijn van afWegingvan belangen,
die van de eigenaar en die van de gemeenschap. Bij die afWeging voelrAyaso-
fya zich tekort gedaan.
82 Zo zou hij zich kunnen voorstellen dat de echte religieuze funcrie een bepaal-
de omvang krijgr, en dat dit ook geldt voor de ondersreunende funcries en de
Sportvoorziening.
83 Hij wijsr er daarnaast op dat de deelraad op basis van zijn bevoegdheid ook
nauw betrokken zal zijn bij de uirwerking van het besremmingsplan, zodar
de raad invloed blijft behouden op de invulling van de ruimten, zelfs als voor
maatschappelijke voorzieningen een groter oppervlak dan l.ooom' wordt
ingeruimd.
84 Uitgezonderd Akgtil (CDA), die het plan van Ayasofya in zijn totaliteit
steun t.
85 In de eerste ronde komt het verbod voor een winkel bij moskee Nour aan de
Witte de Withstraat aan de orde. Steeman (GroenLinks) srelt dar her Dage-
Noten 179
lijks Besruur mer dir verbod een lijn wil trekken vanwege her feit dat het ook
Ayasofya is verboden een winkel te hebben. Hij heefr het idee dar het Dage-
Iijks Besruur ernaar streeft de verhoudingen met iedereen in het stadsdeel te
verstoren. Boel antwoordr hierop dat het beleid regen de winkel van moskee
Nour gebaseerd is op stedelijk beleid, waarover afspraken zijn gemaakt met
de burgemeester. Er vindt op dit moment een inventarisatie plaats van het
beleid in de diverse stadsdelen tegenover moskeewinkels. Steeman meent te
weten dar dit beleid een gedecentraliseerde bevoegdheid is. Ieder stadsdeel
kan zijn eigen moskeebeleid vaststellen. Hij vraagr zich afwaarom dit onder-
werp nietaan deorde is geweest in de CommissievanAdvies. Boel antwoordt
dat de stadsdeelvoorzitters in de vorige periode afspraken hebben gemaakt,
met e1kaar en met de politie en de burgemeester. De afspraak was dar een
moskeewinkel aileen zou worden toegestaan als dit in overeenstemming was
met het besremmingsplan dat wil zeggen als er een detailhandelsbestem-
ming gold. Steeman wijst erop dar hierbij voorbij is gegaan aan de
raad, her (enige) orgaan dat bevoegd is dat beleid re bepalen. Beleldskeuzes
van het Daaelijks Besruur moeten in de Commissie van Advies aan bod ko-
men. In de is het vergunningenstelsel uitgebreid bediscussieerd,
daar zou het onderwerp van de moskeewinkels naadloos op hebben aangeslo-
ten.
86 Sreeman vraagt opnieuwwat het Dagelijks Besruurverstaat ondereen groot-
schalige regionale voorzjening. Wat zijn hiervoor de criteria, in term en van
bezoekersaantallen, aanraI parkeerplaatsen, omvang van de voorziening?
Boel amwoordt dat die grens ligt rond de Looom', en dat deze grens geldr
voor meer plekken in her bestemmingsplan. Over de criteria blijft zij het
anrwoordschuldig. Steeman noemtdit'natte-vingerwerk'. Dewijzewaarop het
Dagelijks Bestuur over kleinschalige en groorschalige
zonder dit onderscheid te onderbouwen, roept weerstand op III de wIJk, zo
stelt hij. . .
87 De motie behelsteen voorstel tot wijziging van her ontwerp-bestemmll1gsplan, 111
die zin dat de 3.ooom' voor niet-woonbestemming zaI worden veranderd in I)
I.5
00m
' maatschappelijkevoorzieningen, met een maximum van I.ooom' per
voorziening, 2) 50om' detailhandelsfunctie, 3) 300m' horeca-functie, zodat
na de gebedsdienst invulling kan worden gegeven aan de onrmoetingsfunc-
rie, 4) 50om' bedrijfsruimte, waaronderookkamoren mogelijkzijn. Deach-
terliggende ovetwegingen voor de motie zijn dat in het omwerp-plan onvol-
doende rekening wordt gehouden met een aamal faciliteiten en activireiten
die voor moskeeen, en vaak ook voor kerken, heel gewoon zijn, en met SOCI-
aaI-culturele en educatieve acriviteiten die Ayasofya voornemens is te ont-
plooien op het Riva-terrein. Bovendien blijkt het moeilijk om elders in De
Baarsjes (Her Blaeu Erf) bedrijfsruimte te verhuren, zodat mag worden aan-
genomen dar ruimte voor kleinschalige bedrijfjes op het Riva-terrein ook
niet gemakkelijk zal kunnen worden verhuurd.
180 Heilige wijsheid in Amsterdam
Noten bij hoofdstuk 5
Her gaat vooral over de breedte van de vluchtwegen, die bepaalt hoeveel
mensen er in her gebouw mogen.
2 Verslag driehoeksoverleg, 20 februari 1995.
3 BriefKoeman aan het Dagelijks Besruurvan De Baarsjes, 23 februari 1995.
4 Brief van het sectorhoofd W onen en Werken van her stadsdeel aan mr Koe-
man, 8 mei 1995. Hiermee lijkt het stadsdeel de mogelijkheid nier uit te slui-
ten datde procedure uiteindelijkzal eindigen in onteigeningvan her rerrein.
Bestuursdwangwordt tevens aangezegd wegens her plaarsen van een koeleel
en het maken van een overkapping buiten het gebouw.
6 Op 8 augustus wordr het kort geding behandeld.
7 (Handgeschreven) verslag Dagelijks Besruurvergadering, 21 november 1995
(Boel).
8 Op 6 oktober sruurt het stadsdeel een aangetekende brief aan mr Koeman,
waarin wordt gesreld dat Ayasofya de vereisre rekeningen voor de benodigde
Happen te laar dreigt te Ieveren. Hierdoor wordr een tijdige realisering van
deze noodzakelijkevoorzieningonzeker.Als bij de komende ramadanhet ge-
bouw onverhoopt niet voldoet aan de brandveiligheidseisen, zijn de gevol-
gen voor risico van Ayasof}ra.
9 Het zal rot oktober 1996 duren voordat in en aan het gebouwde trappen wor-
den aangebracht, waardoor de moskee voldoet aan de eisen van de brand-
weer.
10 De inspecteurs spreken met Kabaktepe af dar hij eerst zal worden gebeld voor
aanvang van een inspectie. Als vervolgens blijkt dat Kabaktepe telefonisch
vaak niet bereikbaar is, moeten de afspraken weer worden gewijzigd.
II Dwangsombeschikking, 12 juni 1996. Ayasofya rekent bezwaar aan tegen
beide beschikkingen. Deze worden door de Awb-commissie op 5 september
behandeld.
12 Zie interne notitiesvan 27 april 1995, en van 21 juni 1995. De projectgroep be-
staat uit vijf ambrenaren en staat onder leiding van een jurist van de sector
Wonen en Werken. Behalve een ambtenaar die de planning doet zijn er een
ambtenaar van Ruimtelijke Ordening, van Grondzaken en van Bouw- en
Woningtoezichr bij betrokken. De ambtelijke leidingvan de projectgroep is
in handen van een stuurgroep, waarin een aantal afdelingshoofden zit. De
sruurgroep op haar beurt rapporteert aan en overlegt met de verantwoorde-
lijke portefeuillehoudster Marie-Louise Boel, en soms met stadsdeelvoorzit-
ter Henk van Waveren.
13 Zie interne stadsdeelnotitie van 27 april 1995.
14 Besruursopdracht inzake de voorbereiding tot her realiseren van een woon-
bestemming op het Riva-terrein. Oktober I995.
15 DeAPC kijkt of de keuzes die het stadsdeel heeft gemaakt niet strijdigzijn met
regels en formele beleidsstukken, zoals milieuregels en het strucruurplan van
de srad Amsterdam. Daarnaasr wordt getoetst of de procedure wei op de j uis-
te manier is gevoerd, want daar zijn strikte regels vooe. Deze toetsing wordr
marginale toetsing genoemd. De APC: bestaar uir ambrenaren van verschil-
Noten 181
lende diensten van de Centrale Stad. Ambtenaren van de dienst Ruimtelijke
Ordening spelen hierin een coordinerende roi. Deze ambtenaren hebben al
in eerdere fasen in de procedure van het stadsvernieuwingsplan contact ge-
had met het stadsdeel, voornamelijk in her kader van her arrikel ro-overleg
dar her stadsdeel verplicht is te voeren met vele instanties, en dar rond maarr
1994 heefr plaarsgehad. Of dir overleg correcr is gevoerd is nu ook weer on-
derwerp van toetsing. Het advies dar de APC: opsrelr, wordr doorgeleid naar
Gedeputeerde Sraten. Dit college neemr her formele besluit van goedkeu-
ring of kan, soms gedeeltelijk, aan het plan goedkeuring onthouden. Ook
zonder dat bedenkingen zijn ingediend, beoordelen Gedeputeerde Staten
het plan. Als er bedenkingen zijn ingediend, wordr het stadsdeel eerst ge-
vraagd om commentaar. Dit commentaar wordt bekeken, al voor men be-
gint met her samensrellen van her concepr-besluir voor Gedeputeerde
Sraren. Vervolgens wordr een oordeel over de inhoud van de bedenkingen
gevormd, en bepaald in welke mate die bedenkingen aanleiding geven voor
her al dan nier onthouden van goedkeuring aan onderdelen van het plan. In
her bi jzonderwordr onderzochr of her sradsdeel zorgvuld ig is omgegaan met
de naar voren gebrachre belangen.
16 Mw. mr M. Plasmans, secretaris van de werkgroep Toers, een ambrelijke
werkgroep van de diensr Ruim relijke Ordening die her preadvies voor de APC:
voorbereidr: 'Of wij als werkgroep of welke werkgroep dan ook op die plek
liever in grore mare sporrvoorzieningen hadden gehad, ofjuisrwoonvoorzie-
ningen, is nier relevant. Dar is nier aan de provincie, die primaire keuze is aan
de lokale overheid. Die keuze die her sradsdeel ui reindeli jk heefr gemaakr op
her Riva-rerrein (meer woningen), die keuze om daar bij te blijven, is hun
keuze, daar treden wij niet in. Behalve als dat echt in strijd zou zijn mer een
formele regel ofvastgelegd beleid, bijvoorbeeld met de integrale toetsingsdi-
recti even van het structuurplan.'
[7 Nadat de APC zich over het ambtelijk preadvies heeft uirgesproken, vindr de
hoorzitting plaats. Dir is een formee! moment, waarvan her verslag wordr
verwerkr in her uireindelijke besluit.
18 In de schrifrelijke bedenkingen wordr allereersr verwezen naar de zienswij-
zen zoals die kenbaarzi j n gemaakr aan de sradsdeelraad. Daaraan toegevoegd
wordr een aantal overwegingen dar al eerder mondeling naar voten is ge-
bracht in de vetgadering van de Raadscommissie van Advies van de deelraad
van 19 december 1994, en een aantal punten uir her bezwaarschrift regen de
besruursdwangaanzegging van 15 december 1994. Gesreld wordr dat her
sradsdeel mer her plan voorbijgaar aan de grore behoefre die er in Amsrer-
dam-Wesr is aan religieuze, maarschappelijke en sporrieve functies. Koeman
wijst erop dat ook in het vasrgestelde structuurplan staat aangegeven dar er
behoefte is aan uitbreiding van sporrfaciliteiren. Daarnaast legr hij de na-
druk op technisch-juridische argumenten omrrent de interpreratie van de
voorschrifren van het plan. Her argument van her recht op her belijden van
levensoverruigingwordr in de bedenkingen nier meergenoemd (Brieven van
mr Koeman aan Gedeputeerde Staren van Noord-Holland, 22 en 28 maart
1995)
Heilige wijsheid in Amsterdam
19 Het terrein ligt op een moeilijkaf te scher men plek langs de snelweg, en is als
gevolg van de relatief gelsoleerde ligging kwetsbaar voor eventuele acties van
buitenaf. Bovendien moet een moskeezich op loopafstand binnen een buurt
bevinden, zoalsdatookgebruikelijkis met kerken. Ten slottevoelt men zich,
war de kosren van het terrein betreft, door het stadsdeel op het verkeerde
spoor gezet. HetwerdAyasofya pas achterafduidelijk dat niet voor de opper-
vlakte van de grond, maar voor het oppervlak van elke bouwlaag erfpacht
moestworden betaald. Ook in dit opzichtvindt Ayasofya het een oneigenlijk
argument te stellen dat er een alrernatieve locatie voorhanden is.
20 Boel ontkent dit desgevraagd ten stelligste.
21 Destijds is volgens het stadsdeel de kwestie van de erfpacht in het geheel niet
aan de orde geweest.
22 Besluit Gedepureerde Staten van Noord-Holland, 12 september 1995.
23 Projectonrwikkelaar G.W. Bakker heeft deze tekeningen in opdracht van
Ayasofya door Architectenbureau Baporai Associates laten maken.
24 Voor het Riva-terrein is, net zoals voor het Jan Vet-terrein, in het stadsver-
nieuwingsplan een uitwerkingsverplichting opgenomen. IIet Stedebouw-
kundig programma van eisen geeft de randvoorwaarden waaraan de uitwer-
king van de plannen voor het Riva-terrein moet voldoen.
25 lnspreekreactie Karacaer, 22 april 1996.
26 Karacaer meldtwieer, behalve leden van de eigen gemeenschap, allemaal wei
waren: buurtbewoners, leden van werkgroepen van het wijkcentrum, twee
Kamerleden, zes gemeenteraads!eden, wethouder Van der Aaen leden van de
deelraad. Het Dagelijks Bestuur steIt desgevraagd dat ingaan op de invitatie
van Ayasofya niet zuiver zou zijn geweest, gezien de aard en omvang van de
meningsverschillen russen Ayasofya en stadsdeel op dat moment (Van Wa-
veren).
27 Verslag inspraakavond Stedebouwkundigprogramma van eisen Riva-terrein,
22 april I996.
28 Het Uitwerkingsplanwordt opgesteld als de inrichting en de functies van het
terrein in een Stedebouwkundigprogramma van eisen (het fase-3 besluit) zijn
vastgesteld. Dit is het juridische kader; het moet de uitwerking van het Ri-
va-terrein zoals dat binnen de kaders van het SPvE is aangegeven, juridisch
mogelijk maken. Dit Uitwerkingsplan voor het Riva-terrein doorloopt de-
zelfde procedures als het stadsvernieuwingsplan, waarvan het Riva-project
een onderdeel is. Het wordt vastgesteld door het Dage!ijks Besruur en ter vi-
sie gelegd, zodat de deelraad bedenkingen ertegen kan indienen. Het plan
wordt vervo!gens met de ingediende bedenkingen ter goedkeuring naar Ge-
deputeerde Staten gezonden.
29 Brief directeur Milieudienst Gemeente Amsterdam aan Athlon NV, 21 juni
1996.
30 De onreigening kan worden opgestart zodra het Uitwerkingsplan in proce-
dure is. Dit is gezien de kosten van een even ruele onreigening hetvoordeligst.
De stand van zaken bij de starr van de onteigeningsprocedure is bepalend
voor de financiele consequenries die de onteigening heeft. Notitie coordi-
naror Projectgroep aan Sruurgroep Riva-terrein, 16 augustus 1996.
Noten
31 Informatie van de projecrleider.
32 De projecdeider vermoedt dat dit samenhangt met het inmiddels open bare
ambtsberichtvan de Adviseurvan de Raad van State, dat in aile opzichten in-
stemt met de goedkeuring zoals door Gedeputeerde Staten gegeven, en dat
erop lijkt te duiden dat de Raad van State het beroep zal verwerpen.
33 Interne notitie projecdeider aan portefeuillehouder en sraf sectie Wonen en
Werken, 6 september 1996.
34 Brief Dagelijks Besruur stadsdeel De Baarsjes aan de voorzitter van de afde-
ling Besruursrechtspraak van de Raad van State, 18 juli 1996.
35 De groepen die Ayasofya met behulp van de geplande voorzieningen in hun
emancipatie wi! helpen, vallen ook in Koemans betoog weer in drie carego-
rieen uiteen: jongeren, vrouwen en ouderen.
36 Ais Ayasofya her magazijngebouw voor haar doelen mag gebruiken, en ook
(een gedeelte van) de hal voor sportbeoefening, zegt Koeman, 'dan resteert,
ik gafher al aan, een nier onaanzienlijk onbebouwd gedeelte, waar woning-
bouw kan worden gerealiseerd. Op die manier, met die benadering, was het
eindresultaar nier wezenlijk verschillend geweest van het eindresultaat war
kennelijk het stadsdeel voor ogen heeft gehad: dan heb je versterking van de
woonfunctie, dan heb je nogmaals, 80-90 woningen, afhankelijk van de in-
vulling' .
37 Dar wordt uitgegaan van de bestaande bebouwing blijkt ook uit de te-
keningen die ter zining worden getoond, en die in een informatiemap zijn
opgenomen welke Ayasofya na afloop van de zining onder belangstellenden
verspreidt. Deze tekeningen zijn in december 1995 gemaakr door Archirec-
renbureau Baporai Associates, in opdracht van projectontwikkelaar G.W.
Bakker. In deze tekening zijn 73 (nieuwe) woningen opgenomen. Wat be-
treft de bestaande hal zijn er volgens Koeman verschillende mogelijkheden:
'Een srukje van die hal zou kunnen worden gebruiktvoor bedrijfsvesrigingen
die daar komen; zoals op die tekeningen die we zoeven lieten zien zou je ook
kunnen zeggen, misschien moet een sruk van die hal eraf, zodat her onbe-
bouwde terrein wat toeneemr en de mogelijkheden voor parkeren en wo-
ningbouw wat toenemen.' Op de tekening is de hal kleiner gemaakt.
38 'Ik zeg erbij, ik denk nier dar wij hier zeggen, wij vertegenwoordigen al die
3.700. Maar wei een belangrijkdeel ervan, en dat maakr tegelijkertijd duide-
lijk dar, waar dit de enige voorziening in het stadsdeel is, dat ook op die basis
nier valr in re zien dat de grens absoluut bij die 1.000 vierkanre meter gelegd
moet worden.'
39 'Hebben we her over grootsehaligheid, dan zal het weh moeten gaan over de
ruimrelijke uitwerking van bepaalde activiteiten, niet over simpelweg vier-
kante merers vloeroppervlak. Het gaat over bezoekersstromen, over parkeer-
behoefte. Zowel voor de religieuze als de niet-religieuze functies moer naar
mijn idee gezegd worden dar ze geen van beide als grootschalig zijn aan te
merken. ( ... ) En voor die niet-religieuze funcrie, voor die sportfunctie, daar
kan evenmin van gezegd worden dat dar een imposante ruimtelijke uitstra-
ling heeft, als 10 of 20 jongens zaalvoetbal plegen dan heb je een grote ruimte
nodig, maar is de ruimrelijke uitstraling zeer beperkt.'
Heiligc wijsheid in Amsterdam
40 Koeman: 'Er draair op 1.800 vierkanre merer, sinds enige rijd, een gebeds-
huis. Je hoort hier niers, je hoon hier nul komma nul noemen over de grore
problernen die dar opgeleverd heefr. Want dar zouu dan verwachren. Dar is
bewijs uir de realireir, zou u zeggen, "Ja, daar is van alles misgegaan, en dar
wont ookaan, dar laar ook zien, dar 1.800vierkante meterop die plek, dat dar
een onaanvaardbaar aamal is." We horen er niers over, her is in feite oak niet
juisr, en dar kunnen degenen die erzijn ook bevestigen. Her is wei degeJijk, in
de dagelijkse, wekelijkse sfeer, volsrreh probleemloos. In de ramadan moer
je goed kijken, zoals de kermis op de Dam ook bijzondere voorzieningen
vergr voor als er eens een keer iets grootschalig een keer per jaar voor een aan-
tal dagen zich volrrekr...' Gemeenteadvocaar Werner Stelt dat er wei degelijk
moeili jkheden zij n geweest:' Maarover moeilijkheden hoon u mij niet, want
daar gaar her niet om, her gaar er juisr om om moeilijkheden re voorkomen.'
En, in anrwoord op een vraag van sraatsraad mr Vis: 'Die moeilijkheden zijn
er naruurlijk wei geweesr, dar kan u zich voorsrellen. 1.300 mensen gingen
daarheen mer de ramadan, (. .. ) verkeerslichten uirgedaan, want her verkeer
zar helemaal vast.'
41 'Maar ik wi! er op wijzen dar de belangen waar ik hier voor sta, dar dat ook be-
langen zijn die narionaal en inrernarionaal in grondrechten zijn verzegeld.
Rechr van vrijheid van godsdiensr, vrijheid van vereniging en vergadering
zijn mede hier in her geding. Ik zal hier nier zeggen dat dar betekenr dar er
geen enkele rnogelijkheid tor sturing van de overheid is. Dar de ruimrelijke
ordening zich daar helemaal rerug moer rrekken. Ik zal dar nier zeggen. Maar
ik zeg wei, voorzirrer, en mer klem, dar als die grondrechren een rol spelen,
dar dan wch mer duidelijke rerughoudendheid van de mogelijkheden tor be-
perking door de overheid gebruik gemaakr moer worden.'
42 Sraatsraad Vis consrateert dar voor besraande maatschappelijke voorzie-
n ingen in her plan de mogelijkheid is opgenomen om her oppervlak dar voor
deze funnies beschikbaar is re vergroren. H ij vraagr waarom deze mogelijk-
heid rot vergroring nier bestaar voor de maarschappelijke voorzieningen op
her Riva-rerrein. De gemeenteadvocaar anrwoordr dar de I.ooom' die is gere-
serveerd voor maarschappelijke voorzieningen op her Riva-rerrein, in her
plan zijn opgenomen, mede op grond van her 'eigen programma van eisen'
van Ayasofya. Dat het sradsvernieuwingsplan voor her Riva-rerrein geen mo-
gelijkheden biedr dit oppervlak voor maatschappelijke voorzieningen rever-
groren is 'rer verduidelijking voor war betrefr deze groep'.
43 Beslissing Raad van Srate, II december 1996.
44 Persberichr Sradsdeel De Baarsjes van II december 1996.
Noten bij hoofdstuk 6
Actevan oprichtingvan devereniging'Milli G o r l i ~ ' Socialeen Kulrurele Vereni-
ging Amsterdam-West, 19 april 1993.
2 Zie brief van her stadsdeel aan Ayasofya, 19 januari 1994-
Noren
3 Dit bleek, zoals eerder gezegd, nog niet uit de Startnotitic{fase 0 en I) van de-
cember 1993, maar weluir de Nota /Jan uitgangspuntcn Ri/Ja-terrein (fase 2)
van juni 1994.
4 Her argument van Ayasofya dar bij de beoordeling van haar plannen in de
context van een ruirmelijke-ordeningsprocedure de vrijheid van godsdiensr
in her geding kan raken, kan worden besueden mer her tegenargumem dar
her recht op wonen evengoed een grondrecht is, en dar dit recht nu juist on-
der andere door procedures van ruim relijke orden ingwordt gewaarborgd.
Dar akkoord is rot stand gekomen na de aankoop van het Riva-terrein door
Ayasofya. Het oude programma-akkoord is minder expliciet en gederail-
leerd, of schoon wonen ookdaareen duidelijkaccem krijgr: 'Dewoonfuncrie
van het stadsdeel moet worden gehandhaafd, en waar nodig versterkr. Be-
houd van de bestaande woningen is uitgangspunt.'
6 Deze I.ooom' was een concessie die het stadsdeelbestuurdeed in maart r994
in de loop van de onderhandelingen met Ayasofya.
7 Het voorstel om op het Riva-rerrein Looom' te reserveren voor religieuze en
maarschappelijke voorzieningen werd begin 1994, gedurende een overleg
mer Ayasofya, gedaan door Marie-Louise Boel. Haar overwegingen op dar
moment waren, dar de meesre andere sociaal-culturele en religieuze voorzie-
ningen van welke aard dan ook in her sradsdeel de omvang van 1.ooom' nier
overschrijden (mondelinge informarie Marie-Louise Boel). Over de vraag
welke omvang noodzakelijk of vol do en de was, is naderhand een vergelij kend
onderzoek verricht naar moskeeen in andere sradsdelen. Daarbij is gekeken
naar de omvang van de moskee en de groorte van de religieuze gemeenschap
die daarvan gebruik maakre. Zo werd een gemiddelde oppervlakte per mos-
keebezoeker berekend. Gezien her ledental van Ayasofyain De Baarsjes, con-
c1udeerde men dar Looom' meer dan voldoende was.
8 Persoonlijke ervaringen lijken een rol re spelen in de empirische onderbou-
wing, zoals blijkt uir her volgende interviewfragment mereen ambrenaarvan
de gemeentelijke dienst Ruimrelijke Ordening, die nauw was betrokken bij
het advies van de APC aan Gedeputeerde Staten: [Waar dachr u nu in zo'n ge-
val aan, als u die bedenkingen te zien krijgr?] 'Ik dacht meteen, dat ik daar
vlakbij gewoond heb, en ik dachr, dar kan nooir! Zo groor! En die bereikbaar-
heid, ik zie de trappetjes zo voor me, bij de Wiegbrug! Daar kom je nooit! En
taen kende ikde hele zaak nog nier, en ik dachr, dar kan niee En dat is dus een
planologische overweging. En die planologische overweging is ook in de be-
sluirvorming teruggekomen. De bereikbaarheid van her rerrein, geler op de
maar van de voorziening.' [U dachr, dar kan gewoon niee .. ] Ambrenaar [zeer
verbaasdJ: 'Dat kan nier. Voor vier- a vijfduizend vierkante merer.'
9 Tor op zekere hoogre waren empirische uirspraken erover wei mogelijk. Op
het Riva-terrein functioneert immers al drie jaar een moskee, mer een aantal
maatschappelijke voorzieningen eromheen. De ramadan is er al een aamal
jaren gevierd, inclusief de feesten die her begin en her einde ervan markeren.
Over de overlasr van deze religieuze bijeenkomsren had men zich kunnen
uirspreken. Her is opvallend, zoals ook de advocaarvanAyasofya bij verschil-
lende gelegenheden heefr beklemroond, dar her stadsdeel zijn betoog ren
186 Heilige wijsheid in Amsterdam
aanzien van de (te verwachten) overlast niet op ervaringsfeiten staelt. Blijk-
baar is die overlast er dus nu niet of nauwelijks, concludeerde hij. Desge-
vraagd vertelden stadsdeelverregenwoordigers mij dar de overlast in de prak-
tijk meevalt. Men stelt dat dit te danken is aan de afspraken die russen het
stadsdeel en Ayasofya zijn gemaakt. Welke overlast een sporthal op die plek
zou geven, vooral als daarook regelmatiggrote evenementen zouden worden
georganiseerd, is niet bekend.
10 Onder formalisering van uitbreiding versta ik hier nier de schorsingsbeslui-
ten van de Amsterdamse rechtbank, die het gebruik van meer dan I.ooom'
van het magazijngebouw voorlopig roestaan.
II De planologische redenen om aan de grens van I.ooom' vast te houden behel-
zen vooral redeneringen over de behoefteaan dergelijke voorzieningen op die
plek in het stadsdeel. Oat deze voorzieningen direct boven die grens hun
wenselijkheidverliezen in de zin dar zij dan meteen overlasr zullen veroorza-
ken, is nooir expliciet beargumenteerd.
I2 Toelichting van Kabaktepe op de commissievergadering van Wonen en
Werken van 6 januari 1992.
13 Diffirence multiculturalism wordt ook wel corporatief pluralisme (Fermin
1997), of communautair pluralisme (Penninx en Slijper 1999) genoemd.
14 Een door Penninx en Slijper onderscheiden visie op de multiculrurele sa-
menleving, cultureel pluralisme, lijkt op T umers critical multiculturalism. In
deze visie kan men van 'gelijkwaardig burgerschap voor migranten ( ... ) pas
spreken wanneer de verschillende minderheidsperspecrieven een gelijk-
waardige plaats in het publieke deb at hebben. Hierroe dienen vergaandevor-
men van groepsrepresentatie en -inspraak te worden ingevoerd op diverse
maatschappelijke terreinen, en moeten de rechten verbonden aan het bur-
gerschap worden gedifferentieerd naar de specifieke behoeften van diverse
groepen' (1999: 17-18).
15 Ook Kruyt en Niessen srellen dar, ondanks een landelijk discours over res-
pect en zelfs waardering voor de 'eigen culruur ofidentiteit' van migranten,
op gemeentelijk niveau 'de stelling echter populair (bleef) dat integratie be-
vorderd zou worden door minderheden te dwingen zich voor hulpverlening
te wenden tot algemene instellingen' (1997: 46).
16 Rede Kabaktepe 21 okrober 1995. Meerdere mal en heeft Kabaktepe mij erop
gewezen dar vooral het ontbreken van afsluirbare douchecabines in sportac-
commodaties hem een doom in her oog is. Dir weerhoudt islamitische
jongens ervan om van deze voorzieningen gebruik te maken; jongeren die
wel sponcn maar uit zedigheidsoverwegingen niet douchen, worden door
autochtone sporters uitgemaakr voor 'vieze stinkturk'. Dit is op zich al vol-
doende reden om als organisatie zelf dergelijke voorzieningen op re zetten,
die wel aan de cultureleen religieuze condities van de eigen groep voldoen.
17 Koeman, in zijn toelichting tijdens dezittingvan de Raad van State van II no-
vember 1996.
18 Ayasofya-voorlichter Haci Karacaer: 'De toekomst van de jongeren Iigr hier
in Nederland. Wij willen werken aan een goede roekomst. De afgelopen
twintig jaar hebben we de integratie overgelaten aan Nederlandse instel-
Noten
lingen, maar dar blijkt nier rewerken. Kijk maar naarde Y-markt. Nu wij zelf
met een initiatiefkomen en het met eigen middelen financieren, krijgen we
geen medewerking' (Nieuws van de Dag, 23 december 1994)
19 Slechrs de aanvaarding van enkele centrale politieke waarden (core political
values) is vereist. Ook in een liberale opvatting is er plaatsvoor steun voor' de
overleving en bloei' van een aantal culturen (Taylors politiek van erkenning,
zie Vermeulen 1997).
20 De stadsdeelbestuurders hebben overigens meerdere malen blijk gegeven
niet erg onder de indruk te zijn van hisrorische verwijzingen naar de Neder-
landse verzuiling als legitimeringvan de notie 'soevereinireit in eigen kring'.
I n de ontzllilende samenleving van nu is dat niet verwonderlijk - ook gezien
de sociaal-democratischelliberalesamenstellingvan het Dagelijks Bestuur.
21 Onder de bllitenwachtwordt hiervooral ook verstaan invloedrijke instanties
en opinieleiders op het maatschappelijke middenveld en in de poliriek op
landelijk niveau.
22 De gegevens betreffen de deelraad in haar samenstelling v66r maart 199
8
.
23 Vergadering van de stadsdeelraad, 14 februari 1995. Die meerderheid kwam
mede nier tot stand omdat Kabakrepe op dat moment nier meer voor overleg
beschikbaar was. De stelling van de PvdA dat Ayasofya niet in een kleine uit-
breiding van het oppervlak voor haar plannen was gelnteresseerd maar
slcchts 'ging' voor het geheel, werd door de afwezigheid van Kabaktepe op
dat kritieke moment vol gens de PvdA bevestigd. De panij kon zo, zonder
haar eigen geloofwaardigheid re verliezen, regen de morie sremmen.
24 Uir een schriftelijk verzoek om advies en ondersteuning gericht aan het
Amsrerdams Centrum Buitenlanders, blijkt dat Ayasofya zich ervan bewllst
is dat voor de ontwikkeling van de door haar gewenste activiteiten financiele
en andere onderstellning nodig is. Men denkt onder andere aan een perio-
diek voor de leden, huiswerkbegeleiding en computercursussen voor jonge-
ren, taallessen opverschillende niveaus, projecten voorwerklozen, aparreac-
tiviteiten voorvrouwen en kadertraining. 'Vee! van onze huidige activiteiten
bekostigen we uit eigen middelen, hoewel ze strikt gezien een maatschappe-
lijk karakrer dragen, waarvoor algemene middelen beschikbaar zijn. Gezien
onze enigszins gesroorde relatie mer het stadsdee! De Baarsjes, dat de eerst
aangewezen instantie zou zijn om een verzoek tot financiele ondersteuning
rot te richten, lijkr een advies van uw zijde hoe hiermee om te gaan van grote
waarde' (Brief van Ozeyir Kabaktepe als coordinator van Ayasofya aan G.J.
Harbers, directeur Amsterdams Centrum Buitenlanders, 25 okroberI 994)
25 Her Wijkcentrum en de Stichting Welzijn ondersteunen bijvoorbee!d her
Centrum voor buitenlandse vrouwen Mozaiek. Dit is een voorzieningwaar-
mee men ook de groep wat traditionelere, islamitischevrouwen wil bereiken,
een doe!groep in de plannen van Ayasofya. De bezuinigingsmaatregelen die
in 1995 het voortbestaan van Mozaiek bedreigden, werden door een verte-
genwoordiger van het Wijkcenrrum als volgr bestreden: 'Vee! allochtone
vrouwen komen al in de buurthuizen, maar er is ook een groep traditionele
vrouwen die dezeweg nog moet afleggen. Die verlies je op deze manier; ze zit-
ten straks aileen nog maar achter de geraniums.' Dit is precies hetzelfde argu-
188 Heilige wijsheid in Amsterdam
ment dar Ayasofya gebruikr om haareigen voorzieningen voor vrouwen re
onderbouwen.
26 De aan Ayasofya gelieerdevrouwenorganisatie Hilal krijgt al een aantal jaren
subsidie van het stadsdeel, zonderdatvandaar uir is aangedrongen opsamen-
werking met het algemene welzijns- en opbouwwerk, of met andere organi-
saties van allochtone vrouwen. Deze organisarie heeft haar activiteiten op
het Riva-terrein. H iertegen bestaat geen bezwaar bij de stadsdeelorganisatie.
Het stadsdeel beschouwt her activiteitenaanbod van Hilal als voldoende ge-
varieerd en deels ookals emanciperend. In tegenstelling rot MGT/WBV zijn er
ook nooit problemen mer de jaarafrekening.
27 Her berreft een reactie op een door het stadsdeelbestuur voorgesteld part-
noship russen de Stichting Welzijn en Ayasofya binnen het jongerenwerk.
Voor een dergelijke samenwerkingvoelt her algemene jongerenwerk, dat ge-
organiseerd is in de Stichting Welzijn, ook om andere redenen niets. Het al-
gemene jongerenwerk in De Baarsjes heeft slechte ervaringen met de samen-
werking met de aan Ayasofya gelieerde jongerenorganisatie MGT/WBV bij
het gebruik van buurthuis Pandora. BriefJongerenwerk Stichting Welzijn
De Baarsjesaan H. van Waveren, portefeuillehouder Welzijn, 23 april 1996.
28 Dossier moskeevereniging 1996: 4-11.
29 Een uitzonderingvormen diegenen die het voorbedrukte inspraakformulier
v66r de plannen van Ayasofya hebben ingevuld. War betreft de uit het stads-
deel afkomstige formulieren gaat het naar alle waarschijnlijkheid in meer-
derheid om Turkse buurtbewoners. Her aantal autochrone buurrbewoners
dat her formulier van naam en adres heeft voo[zien, is onbekend.
30 Wel maken stadsdeelvertegenwoordigers melding van binnengekomen ano-
nieme telefoontjes regen de plannen van Ayasofya. Deze zijn echrer niet ge-
reld. Veel zijn 'blijven hangen' bij de re!efoniste, zo Stelt men.
31 Op 15 juni werd, bij de aanvangvan een inspraakavond over her Riva-rerrein,
een selecrief toelaringsbeleid gevoerd vanwege de grote be!angsrelling en de
(re) kleine raadszaal. Turken werden buiten de deur gehouden, en de stads-
deelvoorziner beriep zich op een afspraak met Ayasofya dat maar denig sym-
parhisanten van de vereniging naar binnen zouden gaan.
32 Dit heeft her stadsdeel bevestigd in een brief aan Ayasofya. De vereniging
heeft deze opvaning gedurende de inspraakprocedure nooir formee! re
gengesproken.
33 In het geval van de inspraakformulieren heeft het Dagelijks Bestuur erkend
dar her bererwas geweesr een persoonlijk antwoord te geven. Dir heeft her in
1995 alsnog gedaan.
34 Bijvoorbeeld rijdens de behandeling van het sradsvernieuwingsplan in de
deelraad op 14 februari 1995.
35 Binnen de deelraad was men overigens kririsch over deze opmerking van
Salm. Sreeman (GroenLinks) stelde tijdens de raadsvergadering van 14 fe-
bruari 1995 dar de regenstelling tussen de buurt en Ayasofya erdoor is ver-
scherpr (of misschien wei ontstaan).
36 Voorlichtster Suzan Dogan: 'We hebben veel reacries uit de buun gekregen.
De mensen willen niet zo'n groor centrum midden in hun woonwijk' (Con-
Noten
trast, 2 november 1995). Her lijkr erop dar dergelijke uirlaringen ook soms
door de pers zi j n overgenomen, overigens zonder bronverme!ding. Zo wordr
in her Algemeen Dagbiadvan Z9 november gesreld dat niet alleen de bestuur-
ders, maar ook de buurtbewoners 'faliekant' tegen de plannen van Ayasofya
zlln.
37 Toespraak Kabaktepe tot demonsrranten op 21 oktober 1995 Zie ook NRC
Handeisbiad, 24 oktober 1995
3
8
Dar berreft hier vooral de alevieten die in buurthuis de Tulp hun cultured
centrum hebben gevestigd, alwaar zij iedere zondag bijeenkomen. Dee!-
raadsleden, onderwie Bod en Salm, hebben goede informe!e relaries met be-
sruursleden van de alevitische vereniging. Hun polirieke orientarie heeft vol-
gens deze PvdA'ers sociaal-democratische zij in verge-
lijking metveel soennirische l11oslims, een mll1der stnkre leefstIJI. I.n de ogen
van politici in de deelraad vergemakkelijkt dit het contact aanzlenlIJk. De re-
laties russen alevieten en de rraditionele T urkse 1110slimsvan Milli Gori.i ZIJn
van oudsher anragonistisch, en nog verder verslechterd sinds de hotel brand
in Sivas in 199Z. Bij deze brand, die lOU zijn aangesroken door lslamlsren,
kwamen vrijdenkende, nier-religieuze Turkse intellectuelen 0111. Volgens
Kabaktepe halen alevieten in De Baarsjes deze gebeurtenis er steeds bij om
Ayasofya regenover stadsdee!besruurders in een slecht daglicht te srellen.
'Omsrreeks de tijd dar wij mer Ayasofya startren, vond ook de gebeurteI1ls 111
Sivas plaars, dat liep parallel. Wij begonnen hier met, we willen wat, rIler
massa's mensen op straat. De alevieten konden dat roen heel goed gebrUlken
naar de politiek hier roe. Zo van moet je luisteren, in T urkije, die lui, hier
zijn een verlengdevan hen, die lui daarverbranden inrellecruelen,. en Zl) hler
zeggen dar ze democraten zijn en will.en nou dat moet Je. nlet ver-
rrouwen.' Kabaktepe stelr dar de alevleten beterzlJn opgenomen 1I1111forme-
Ie netwerken, en daarom 'heel goed kunnen onderhandelen'.
39 Kabakrepe, in NRC Handelsblad, 24 okrober 1995 ..
4
0
Het belanu van rechtshandhavingwerd in her bijzollder benadrukt 111 rdane
rot her gebruik van her terrein door Ayasofya, dar in srrijd was
her oude bestemmingsplan dat rot december 1996 vigeerde. Maar hetvoet bl)
sruk houden van het sradsdeel in de procedure van het nieuwe bestemmings-
plan, en daarmee het besrrijden van de grootschaligheid van de van
Ayasofya, is net lo goed te verklaren vanuit de zorgvoor de zwakheld van de
sociale verbanden in de wijk (mondelinge informatie M.-L. Boel).
41 Een ander praktisch-juridisch motief voor deze stellingname de vrees
Ayasofya voor zichzelf een overgangsrechr schept als de overheld her op zlJn
be!oop laat. Dir was de ratio achrer de bestuursdwangaanzegg1l1gen van
cember 1994 en juli 1995, en de dwangsombeschikkingen van mel en JUI1l
1996.
42 Trouw, IO januari 1995
43 Dit blijkt onder andere uit intervenries in intern-Turkse discussies (zoais de
Koerdische kwesrie, de aanwezigheid op de kabd van de T urkse staarszender
TRT). Volgens het jaarverslag van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD)
van 1995 profileert Milli Goru zich in deze strijd am hetwoordvoerderschap
Heilige wijsheid in Amsterdam
ais een niet-radicale groepering. 'De steeds weer terugkerende beschuldi-
gingen tegen en kritiek op Milli moe ten dan ook vooral gezien worden
in het licht van de rivaliteit tussen de officiele (staats-) en de parallelle (auto-
nome) islam' (Binneniandse Veiligheidsdienst 1996).
44 Stewart (1998) en Van der Veer (1994) komen tot vergelijkbare cons tate-
ringen in analyses van respectievelijk het conflict tussen de Grieks-ortho-
doxe kerk en de Griekse staat over de status van een Romeins bouwwerk (de
Rotonda) in Thessaloniki, en de afbraak van de moskee in het Indiase Ayod-
hya door hindu-extremisten. In be ide gevallen gaat het om aanhangers van
de nationaal dominante religie die het secularisme van de staat bestrijden.
45 In het jaarverslagvan 1996 maakt de BVD melding van rivaliteit binnen Milli
er zij n 'orthodoxe en radicale krachten' die de 'modernistische stro-
ming' (waaronder het bestuur van Ayasofya kan worden gerekend) tegen-
werken. Men zou hieruit kunnen afleiden dat er ookeen strijd om het woord-
voerderschap binnen Milli plaatsvindt (Binnenlandse Veiligheids-
dienst 1997).
46 In het jaarverslagvan 1996 bevestigtde BVD dit beeld. De BVD constateert dat
'voorstanders van een op integrarie en participatie gerichre koers in eigen is-
lamitische kring in toenemende mate afgeremd en tegengewerkt worden'.
Zo'n onrwikkelingneemtde BVDwaar in kringen van Milli Gorli. 'T oen het
er steeds meer naar uit ging zien dat "de modernistische" stroming er niet in
slaagde ambitieuze plannen re realiseren zoais de bouwplannen voor een
multifunctioneel moskeecomplex in de Amsterdamse deelgemeenre De
Baarsjes, die afketsren door verzer van het stadsdeelbestuur - boette zij aan
gezag in en kreeg zi j te maken met interne bestuurlijke en ideologische oppo-
sitie' (Binnenlandse Veiligheidsdienst 1997).
47 C. in een artikel in het Amsterdams Stadsbladvan 23 november 1994:
'Wij kunnen aIleen maar in onze activiteiten laten zien waarvoor we staan.
Als jongeren maken wij OIlS zorgen dat deze vuurproef door ingri jpen van het
stadsdeelbestuur mislukr. Dan kan het zijn dat de ouderen, de "stamhoof-
den", weer hun bestuursfunctie opeisen. De activiteiten krijgen dan een an-
der perspectief. Een computercursus voor meisjes is dan weer onzin. Dan
wordt er gezegd, "Zie je wei, we hadden toch gelijk.'''
48 Mondelinge mededeling ambtenaar van de diensr Ruimtelijke Ordening.
49 Kabaktepe en besruursleden van Ayasofya voelden zich vooral beledigd door
het voorstel van F reek Salm om voor de toen komende ramadan circustenren
ter beschikking te stellen, die dan verwarmd zouden worden met hete-Iucht-
kanonnen.
50 Kabaktepe:' En ondertussen is Ayasofya wei de bekendste moskeevereniging
in Nederland.'
51 Minister Sorgdrager kwam in januari 1997 op bezoek.
52 In september 1996 werd Kabaktepe gdnterviewd door Frits Bolkestein voor
zijn boek Moslim in de polder (1997). Het VVD-kamerlid en voormalig
ACB-medewerker Oussama Cherribi bracht Kabaktepe met Bolkestein in
contact. Kabaktepe kreeg gelegenheid om Bolkesteins vragen over de moge-
lijke onverenigbaarheid van enerzijds westerse waarden en gedragspauonen
Noten 191
en anderzijds de (politieke) islam relativerend re beanrwoorden en de nadruk
te leggen op hetinregratiebevorderende karaktervan Milli Nederland
en op de 'Nederlandse islam' (met onder andere in Nederland opgeleide
imams) die de beweging hier zou voorstaan. Dit interview maakte het vol-
gens Kabaktepe makkelijker om een maand later, weer via Cherribi, 'een
ingang te zoeken' bij Bolkestein om hem te vragen waar mogelijk een goed
woordje te do en voor Ayasofya. 'We zijn toen met z'n vieren, voorzitter
Iryigit, imam Fuad, Koeman en ik, naar Bolkesteins huis in Amsterdam ge-
gaan. We hebben hem toen ons verhaal op papier overhandigd en hebben de
gelegenheid gekregen een toelichting te geven van twintig minuten. Hij zeg-
de toe om re overleggen of er mogelijkheden waren om botsingen te voorko-
men. Dat zich botsingen zouden kunnen gaan voordoen, yond hij verschrik-
kelijk.'
Noot hij hoofdstuk 7
Dossier Moskeevereniging 1996: 4-11.
Noten hij hoofdstuk 8
2
3
Dit traject is het vervolg van de procedure voor het invullen van de 'witte
vlek' van het Riva-terrein, die met de vaststelling van de Startnotitie (fase I),
de Nota van uitgangspunten (fase 2) en het Stedebouwkundigplan van eisen
(fase 3) al een eind was gevorderd.
Voorzitter van de (niet-bestuurlijke) werkgroep wordt Herman van Vliet,
directeur Projectmanagementbureau van de gemeente Amsterdam. Ayaso-
fya is vertegenwoordigd door Kabaktepe en advocaat Koeman; van de zijde
van het stadsdeel nemen een ambtenaar en een van buiten aangetrokken ad-
viseur dee!.
De vier mogelijke oplossingen zijn: I) handhaving van het magazijngebouw
als gebedsruimte en andere daarbij behorende functies, en van een geredu-
ceerde hal met bedrijfsbestemming; geen sportvoorzieningen op het terrein;
2) handhaving van het magazijngebouw en nieuwbouw van woningen met
bedrijfsruimte; 3) nieuwbouwvan woningen, bedrijfsruimte en moskeecon-
form het stadsverniellwingsplan; 4) her door middel van grondruil realiseren
van een Turks religieus en sociaal-culrureel centrum op het terrein achter het
Jan van Galenbad, met een maximaal bebouwingsoppervlak van I.ooom'.
Een uitgangspuntvoordewerkgroep is dewens van Ayasofyaom or. een loca-
rie tot de verwezenlijkingvan een programma van in totaal6.ooom -vloerop-
pervlak te komen. Gezien de mogelijkheden van her Stadsvernieuwingsplan
Chassebuurtvielen daarom de eerste drie oplossingen op het Riva-terrein af
(Brief met eindconclusies werkgroep Riva-terrein van de voorzitter van de
werkgroep aan de besruren van Ayasofya en Stadsdeel De Baarsjes, 14 april
1997)
Heilige wijsheid in Amsterdam
4 De ligging en oppervlakte van het terrein maken zeer hoge investeringen
noodzakelijk om het programma (waaronder ook voldoende parkeermoge-
lijkheden) te kunnen realiseren.
Persbericht Ayasofya, Stadsdeel De Baarsjes en de Gemeeme Amsterdam, 23
april 1997.
6 Brief met eindconclusies werkgroep Riva-terrein van de voorziner van de
werkgroep aan de besruren van Ayasofya en Stadsdeel De Baarsjes, 14 april
1997
7 Uitspraak Arrondissementsrechtbank te Amsterdam van 13 maart 1997.
8 De plaats die het magazijngebouw op het Riva-terrein inneemt, vormt een
belemmering voorde optimale benuttingvan het terrein voor woningbouw.
Bovendien doet volgens her stadsdeel het handhaven van een gedeelre van de
oude bebouwing op her rerrein af aan de aantrekkelijkheid van de koopwo-
ningen die er wHen worden gebouwd.
9 In de planning van het stadsdeel is al sinds 1995 explicietvoorzien in de moge-
lijkheid dat het rot een onteigeningsprocedure komt. Die procedure zal uit-
monden in daadwerkelijke onteigening als de eigenaar van het terrein (Aya-
sofya) uiteindelijk geen bouwplan kan of wil indienen en uitvoeren binnen
de kaders van het Uitwerkingsplan en het voor het stadsdeel niet mogelijk
blijkr om het rerrein 'minnelijk te verwerven'.ln de planning van het srads-
deel zal het, indien het rot een onteigening moet komen, zeker rot 2001 duren
voordat het terrein beschikbaar is voor bebouwing.
10 Her is aan deeigenaarom binnen een redelijke termijn zelf meteen bouwplan
te komen. Als dit gebeurr, ofals aannemelijk wordt gemaakt dat de eigenaar
dit van plan is en ertoe in staat is het uit te voeren, onthoudt de Kroon goed-
keuring aan het onteigeningsbesluit van de overheid. Na een jaar kan een
nieuw onteigeningsbesluit aan de onreigeningsrechter worden voorgelegd.
Als dan nier is gebleken dat het de eigenaar serieus is met het bouwen binnen
de grenzen van het Uitwerkingsplan (het realiseren van her bouwplan), zal de
Kroon in de regel her onteigeningsplan goedkeuren.
Geraadpleegde literatuur
Binnenlandse Veiligheidsdiensr (BVD)
1996 Jaarverslag Bimzenfandse Veiligheidsdienst 1995. Den Haag: BVD.
1997 Jaarverslag Binnenlandse Veiligheidsdienst 1996. Den Haag: BVD.
1998a Jaarverslag Binnenlandse Veiligheidsdienst 1997 Den Haag: BVD.
1998b De politieke islam in Nederland. Den Haag: BVD.
1999 Jaarverslag Binnenlandse Veiligheidsdienst 1998. Den Haag: BVD.
Bolkestein, F.
1997 Moslim in de polder. Frits Bolkestein in gesprek met Nederlandse
moslims. Amsterdam/ Antwerpen: Contact.
Bovenkerk, F., K. Bruin, L. Brunt en H. Wouters
1985 Vreemd volk, gemengde gevoefens. Etnische verhoudingen in een grotc
stad. Amsterdam: Boom.
Bovenkerk, F. en Y. Yqilgoz
1998 De maffia van Turkije. Amsterdam: Meulenhoff/Kritak.
Buijs, F.J.
199
8
Een moskee in de wijk. De vestiging van de Kocatepe moskee in Rot-
terdam-Zuid. Amsterdam: Het Spinhuis.
Daalen, G. van
1995 Etnische segregatie op een laag schaalniveau. Amsterdam: Scriptie
Sociale Geografie, Universiteit van Amsterdam.
Dossier moskeevereniging
1996 Dossier moskeevereniging AyasofYa uersus stadsdeel De Baarsjes.
Amsterdam: Ayasofya.
Evaluatierapportage
199
0
Ellaluatierappo)"tage ouer de subsidieregeling voo)" refigieuze uoo)"zie-
ningen uoor etnische minderheden. Amsterdam: Gemeente Amster-
dam.
194 Heilige wijsheid in Amsterdam
Fermin, A.
1997 Nederlandse politieke partijen over minderhedenbeleid, 1977-1995-
Amsterdam: Thesis Publishers.
Fock, C.
1995 'Idealisme, vertrouwen en doorzettingsvermogen. Buunbeheer in
het Amsterdamse stadsdeel De Baarsjes', SEC, januari 1995
Van Gent, W. e.a.
1993 De Baarsjes: kansrijk woonmilieu. Verslag van een werkcolfege.
Amsterdam: PDI.
Hampsink, R. en J. Roosblad
1992 Nederland en de islam. Reeks Recht & Samenleving nr. 5, Nijme-
gen: KUN.
Kools, R.
1995 Integrale veiligheid in de Mercatorbuurt. Amsterdam: Vakgroep
CriminoJogie, Vrije Universiteit.
Koopmans, R. en P. Statham
1998 The contentious politics of migration and ethnic relations in Britain
and Germany. An opportunity approach for studying public claims
and collective mobilization. Paper gepresenteerd op de conferentie
'New Directions in Comparative Research on Racism and Xenop-
hobia', 22-24 april, ERCOMER, Universiteit Utrecht.
Kruyt, A. en]. Niessen
1997 'Inregratie', in: H. Vermeulen (red.), lmmigrantenbeleid voor de
multiculturele samenleving. lntegratie-, taal- en religiebeleid voor
immigranten in vijfWest-Europese landen, 12-54. TWCM-voorsrudie
nr. 9. Amsterdam: Het Spinhuis.
Landman, N.
1992 Van mat tot minaret. De institutionalisering van de islam in Neder-
land. Amsterdam: VU Uitgeverij.
Lindo, F.
1998 De positionering van het Nederlandse minderhedenbeleid in vergelij-
kend perspectief Rijswijk/Den Haag: Raad voor Maatschappelijke
Ontwikkeling/Sdu.
Lindo, F., A. van Heelsum en R. Penninx
1997 Op zoek naar eigen kracht. Vrijwilfigerswerk en burgerschap onder
minderheden. Rijswijk/Den Haag: Raad voor Maatschappelijke
Ontwikkeling/Sdu.
Geraadpleegde literatuur
195
Onderzoek & Statisriek
1996 Diadam 1996. Statistische informatie stadsdelen. Dee/I. Amsterdam:
Onderzoek & Srarisriek.
1997 De Amsterdammers in acht etnische bevolkingsgroepen, I januari
1997. Amsterdam: Onderzoek & Staristiek.
Penninx, R.
1991 'Tot e1kaar veroordeeld. Organisaties van migranten, overheid en
samenleving', Aanzet II (3): 6-10.
Penninx, R. en B. Slijper
1999 Voor elkaar? Integratie, vrijwilfigerswerk en organisaties van migran-
ten. Amsterdam: IMES.
Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling
1997 Uitsluitend vrijwilfig? Maatschappefijk actief in vrijwilfigerswerk.
Den Haag: RMO/Sdu.
Rath, ]., R. Penninx, K. Groenendijk en A. Meyer
1996 Nederland en zijn islam. Em ontzuilende samenleving reageert op
het ontstaan van een geloofigemeenschap. Amsterdam: Het Spinhuis.
Schwencke, H.J.
1994 'Schoolstrijd in Den Haag. Veranderingen in de religieuze cultuur
van Surinaamse Hindoes in Nederland', Migrantenstudies 10 (2):
97- II O.
SoysaJ, Y.
1996 Changing boundaries of civic participation in Europe. Paper voor de
conferentie 'Social and Political Citizenship in a World of Migra-
tion', Florence, 22-24 februari.
Stewart, Ch.
1998 'Who owns the roranda?', Anthropology Today 14 (5): 3-9
Sunier, T.
1995 'Conflict in Amsterdamse Baarsjes is een symbolische strijd om er-
kenning', Soera 3 (I): 14-15.
1996 Islam in beweging. Turkse jongeren en islamitische organisaties.
Amsterdam: Het Spinhuis.
Tesser P., C.S. van Praag, F.A. van Dugteren, LJ. Herweijer en H.C. van
der Wouden
1995 Rapportage minderheden [995 Concentratie en segregatie. Rijswijk:
SCPo
Heilige wijsheid in Amsterdam
Toprak B.
I981 Islam and PoiitiCtlI Development in Turkey. Leiden: Brill.
Turner, T.
1994 'Anthropology and multiculturalism. What is anthropology that
multiculruralisrs should be mindful of it?', in: D.Th. Goldberg
(ed), Multiculwmlisrn. A Critical Reader, 406-425. Oxford: Black-
well.
Van Programaccoord naar beleid
1994 Vall Programaccoord naar beleid. Uitwerking van het progmm-
ma-Llccoord stadsdeel De Baarsjes. Amsterdam: Stadsdeel De Baars-
Jes.
Veer, P. van der
1994 Religious nationalism. Hindus and Muslims in India. Berkeley:
University of California Press.
Vermeulen, H.
1997 'Inleiding', in: H. Vermeulen (red.), Immigrantenbeleid voor de
multiculturele samenleving Integratie-, taal- en religiebeleid voor
immigrantel1 in vijfWest-Europese landen, 1-12. TWCM-voorstudie
nr. 9. Amsterdam: Het Spinhuis.
Ye5ilgoz, Y. en A. Lempens
1996 De Mercatorbuurt. Een onderzoek naar de Turkse drugscriminaliteit
in de Amsterdmnse Mercator/71Iurt. Urrechr: Willem Pompe Insti-
tuut UU.

You might also like