Professional Documents
Culture Documents
EhBmagazine #10 Voorjaar 2013
EhBmagazine #10 Voorjaar 2013
magazine
10 APRIL 2013
PANTAGLEIZE
THEATERSTUK DENKT NA OVER VERZET IN TIJDEN VAN GLOBALISERING
BRUSSELS NIEUWS. U LEEST HET IN ERASMIX VAN BROUWERIJ NAAR MODERNE STADSCAMPUS STUDENTEN KRIJGEN MONDIALE VORMING IN CONGO
EhB!
magazine
ERASMIX
10
APRIL 2013
Interview met studenten Journalistiek Stphanie Sassen en Bram van Vaerenbergh, hoofdredacteurs van Erasmix.
10
In 2016 verkassen een 1000 studenten naar een gloednieuw gebouw in een hippe wijk van Brussel.
PANTAGLEIZE
14
16
20
EN VERDER ... Hightech garage geeft IT-opleidingen boost Kort nieuws Rits student reist wereld rond als model Kort nieuws Muntpunt als baken van nederlandstalig Brussel Boek verhaalt over roemrijke geschiedenis van Brussels Philharmonic | 8 | 9 | 12 | 13 | 18 | 22
Colofon | Verantwoordelijk uitgever: Luc Van de Velde, Nijverheidskaai 170, 1070 Brussel, www.ehb.be | Contact: ehbmagazine@ehb.be | Redactieteam: Dorien Brouwer, Bart Deseyn, Valry De Smet, Jochen Vandenbergh, Peter Van Rompaey | Vormgeving: Sven Versmissen | Fotografie: Bart Deseyn, tenzij anders vermeld | Tekstredactie, fotografie, vormgeving & opmaak: Bonsai publicatiebureau | EhB!magazine wordt verspreid onder de studenten, personeelsleden en relaties van de Erasmushogeschool Brussel.
EhB!magazine 10 | 3
ERAS
BRUSSEL IS EEN BOEIEND STAD VOOR EEN JOURNALIST
MI
Tot twee keer toe haalde Erasmix dit academiejaar al het nationale nieuws. Dat is opmerkelijk, want de nieuwswebsite wordt volledig gemaakt door studenten Journalistiek. Hoog tijd dus voor een gesprek met hoofdredacteurs Stphanie Sassen en Bram Van Vaerenbergh.
Jeugdwerkloosheid in Europa, is er beterschap?, Artiesten bestrijden armoede in Brussel en Op stap met Europees parlementslid Mark Demesmaeker, het zijn enkele lukrake titels op Erasmix.be die perfect de visie weergeven van de internetkrant. Sterk in Brussel en Europa, zoals ze het zelf zeggen. En hun stukken worden opgemerkt. Zeker als het over Brussel gaat. Zo pikten de nationale media in november tot twee keer toe een nieuwsfeit op van Erasmix. Het begon met het verhaal van een Brusselse student die in een parking was aangerand nadat hij zich voor zn studentendoop had verkleed in een vrouw. Eind november liet Erasmix Vlaanderen kennis maken met een originele journalistieke aanpak. In een filmpje was te zien hoe n van de studenten Journalistiek een fiets stal op klaarlichte dag in Brussel. Terwijl de student met een ijzerzaag, kniptang en slijpschijf tekeer gaat, passeerden er tientallen mensen zonder op te kijken. Met deze reportage wilden de studenten een kijk geven in het grootstedelijke karakter van Brussel. Dit roept inderdaad een aantal deon-
tologische vragen op, aldus Bram Van Vaerenbergh. Met dit stuk tastte onze college de grenzen af, maar hij ging er niet over. Het was zijn eigen fiets, dus geen diefstal. Hij insinueerde enkel een diefstal om hoogte te nemen van de reacties van de mensen. Bovendien, en dat vind ik ook een argument, zijn wij studenten, vult Stphanie Sassen aan. We zitten hier op school om het vak te leren en vanuit de opleiding krijgen we een zekere vrijheid om zulke dingen te doen. Deze keer was het geslaagd en volgende keer loopt het eens mis. Dat hoort er bij denk ik. De stukken waar jullie het nationale nieuws mee haalden, hangen een weinig fraai beeld op van Brussel. Op Erasmix.be zie ik wel heel wat positieve verhalen over Brussel. Bewust? Stphanie Sassen: Nieuws is nieuws. We zijn niet bepaald op zoek naar een evenwicht, maar het valt op dat er in Brussel ook heel veel goede dingen gebeuren. De nationale media focussen inderdaad nogal snel op het slechte nieuws, maar dit is de enige
4 | EhB!magazine 10
IX
ONDER WIJS
voetballer bij Chelsea nvdr.) gesproken. Dan wordt het toch duidelijk wat het belang is van de job. Na mijn stage ben ik trouwens blijven hangen op Belga. Ik werk er nu als avondmedewerker. Wat ideaal is om ervaring op te doen. En bovendien verdien ik al een centje bij, toch ook niet onbelangrijk. Journalistiek is mij eigenlijk met de paplepel ingegeven. Mijn vader is als journalist ooit begonnen bij Het Nieuwsblad, maar vandaag is hij chef Regio voor De Standaard. Van mijn vader weet ik dat er gewerkt moet worden om te slagen als journalist. Met nine to five kom je er niet. Daarom is mijn plan om dit jaar mijn uiterste best te doen tijdens mijn stage op de sportredactie van Het Nieuwsblad. In de hoop een goede indruk achter te laten (lacht). Stphanie Sassen: Ik ben dan weer in alles genteresseerd behalve sport. Maar het liefst zou ik buitenlands correspondent willen worden in de Arabische wereld. Hun cultuur intrigeert mij. Ik plan dan ook om vanaf volgend jaar Arabisch bij te studeren. Specialiseren is naar mijn mening erg belangrijk in de journalistiek. Bovendien is Arabisch niet alleen handig in het buitenland, maar kan het ook in eigen land deuren openen. Zijn jullie tevreden over de opleiding? Stphanie Sassen: Ik voel me alleszins voldoende gewapend om op een redactie te werken. Ik liep trouwens al stage bij Het Belang van Limburg. En voor dit schooljaar kan ik bij het jongerenblad Maks aan de slag. Al heb ik uit mijn vorige stage vooral geleerd dat je nooit echt helemaal voorbereid bent op de job. In onze opleiding is er veel aandacht voor praktijk en moeten we heel vaak zelfstandig werken. Dat is enorm leerzaam, maar uiteindelijk word je volgens mij eerder een goede journalist door ervaring dan wel door scholing. Er zal dus nog flink gewerkt moeten worden na de studie. Bram Van Vaerenbergh: Ik deel die mening. Journalistiek leer je al doende en wij doen het. Het bewijs is in november twee keer geleverd met twee keer nationaal nieuws.
echte stad van het land. Niet alleen dat, het is ook onze en de Europese hoofdstad. En een erg interessante stad dus voor iemand die journalistiek studeert. De diversiteit maakt het hier zo boeiend. Bram Van Vaerenbergh: Maar ook erg moeilijk. Alleen al de politiek met gewesten, gemeenschappen, een eigen parlement, 19 gemeentes, je hebt als journalist al heel wat voorkennis nodig om een stuk te schrijven over Brussel. Misschien daarom dat Brussel in de Vlaamse media wat onderbelicht wordt. Kijk naar de jongste verkiezingen. De media focusten vooral op Antwerpen en in mindere mate op Gent. Maar over de hoofdstad van het land erg weinig. Terwijl de Brusselse politiek toch zon miljoen mensen aanbelangt. Ligt er nog nationaal voorpaginanieuws te rijpen op de redactie. Bram Van Vaerenbergh: Wie weet? In alle eerlijkheid waren wij ook verrast toen ons nieuws plots op het journaal kwam. Maar momenteel werk ik aan een artikel dat minder sensationeel is. In ons land gaan er namelijk steeds meer stemmen op om de dubbele nationaliteit af te schaffen. Elke EU-lidstaat kan dat vandaag voor zichzelf uitmaken, terwijl ook heel wat deskundigen menen dat dit een Europese bevoegdheid moet zijn. In mijn artikel schets ik die discussie, doorvoed met getuigenissen van mensen met een dubbele nationaliteit. Ja, daar moet je in Brussel niet lang voor zoeken. Stphanie Sassen: Ik werk momenteel aan een stuk over trollen, internettrollen. Onlangs las ik in The Telegraph een artikel waarin werd beweerd dat de EU zeven miljoen euro investeert in het opsporen van kritische verhalen over de EU op het internet. Dat gebeurt door internettrollen die deze verhalen dan moeten ontkrachten door allerhande info achter te laten. De vraag is, klopt dit? En dat zoek ik uit. Maar er zit ook een tweede luik aan het verhaal. Namelijk het belang van internet en sociale media in de besluitvorming. De mening van de burger is dankzij die sociale media heel erg aanwezig. Dus beleidsmakers willen ook op die media hun invloed uitoefenen. Dat spanningsveld probeer ik te omschrijven. Dat klinkt allebei als serieuze onderzoeksjournalistiek. Is het die weg die jullie willen inslaan? Bram Van Vaerenbergh: Niet per se. Ik zou graag sportjournalist worden. Sowieso volg ik sport van op de eerste rij en ik schrijf graag. Vorig jaar heb ik dan ook stage gelopen op de sportredactie van Belga. Daar heb ik veel geleerd. Ik mocht effectief mee naar persconferenties van de Rode Duivels en heb Eden Hazard (prof-
Er moet gewerkt worden om te slagen als journalist. Met nine to five kom je er niet
Wat vinden jullie het moeilijkste aan de journalistiek? Bram Van Vaerenbergh: Schrijven gaat mij goed af. Aan de juiste informatie geraken is een veel grotere uitdaging. Mogelijk raken wij moeilijker aan info omdat we nog student zijn. Ik kan me voorstellen dat een perskaart makkelijker deuren opent, maar dat zal ik dan later wel ervaren. Ook informatie afblokken vind ik moeilijk. Soms moet je durven stoppen met je research en je verhaal beginnen maken. Maar wanneer? Welke informatie is nog welkom? Welke overbodig of verwarrend? Dat inschatten, moet je ook leren. Stphanie Sassens: Kill your darlings, heet dat. Goede quotes en informatie weggooien omdat je teveel informatie hebt. Die afweging maken, vind ik eveneens moeilijk. Het liefst van al wil je alles kwijt wat je weet. Maar zo werkt het niet. De plaats is beperkt. Schrijven is schrappen. Maar het geeft ook voldoening. Telkens als ik erin slaag om een nieuwsverhaal te kneden tot een goed leesbaar, boeiend en evenwichtig stuk dan durf ik daar ook trots op zijn. www.erasmix.be
EhB!magazine 10 | 5
INFRA STRUCTUUR
Jette, een noordelijke uithoek van de stad. Op een steenworp van het UZ Brussel staat een betonnen blok uit de jaren 70 ietwat ongelukkig ingeplant. De site is duidelijk minder verstedelijkt dan de rest van het hoofdstedelijk gewest. En toch trekken hier dagelijks meer dan 1500 studenten van de Erasmushogeschool en de VUB naar toe. Per bus, tram of trein en meestal een combinatie van die drie mobiliteitsmodi. De bereikbaarheid is, in afwachting van de tram, ondermaats. Gezien de nabijheid van het UZ is het echter wenselijk dat de studenten Verpleegkunde, Vroedkunde en Voedings- & Dieetkunde hier les volgen. Maar ook zon 600 studenten uit de Lerarenopleiding worden hier klaargestoomd voor het Brussels onderwijs. Doordat we met onze opleidingen enigszins uit de stedelijke omgeving liggen, kennen veel studenten Brussel niet, vertelt Walentina Cools, departementshoofd van de Lerarenopleiding. Onze studenten komen bovendien vaak uit de randgemeenten en zijn geen kotstudenten. Zij die wel op kot zitten, wonen in de aangrenzende peda. Ze komen dus weinig in Brussel. Voor hen blijft het de grote, vreemde stad. En dat maakt het natuurlijk niet gemakkelijker om hen warm te maken voor een lesopdracht in Brussel. Terwijl de stad daar wel nood aan heeft. Via stages en onze curricula doen we trouwens vandaag al het nodige om studenten te overtuigen van de meerwaarde van de stad. Bovendien lanceerde de Lerarenopleiding samen met de Vlaamse gemeenschap al een campagne. Onder de slogan Word jij de leerkracht van mijn ketje hoopten ze aspirant leerkrachten aan te
VAN
In de nieuwe campus zullen studenten kennis maken met het bruisende stadsleven in Brussel
trekken voor een lesopdracht in Brussel. Een campagne met succes, maar over drie jaar krijgt Brussel er nog een immense troef bij. De Lerarenopleiding plant namelijk de bouw van een gloednieuwe campus in de Schootstraat, vlak naast de Antoine Dansaertstraat. Vandaag staat er een oude brouwerij die tegen 2016 wordt omgetoverd tot een multifunctionele stadscampus met 2 aulas, 40 klas- en vaklokalen, docentenlokalen, een studielandschap, een bibliotheek, een cafetaria en meerdere zithoeken en terrassen. Alle vier de professionele bachelors binnen het departement (Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs, Secundair Onderwijs en Pedagogie van het Jonge Kind) verhuizen naar deze site in een trendy stadswijk in het hart van de stad. We zitten dan op minder dan tien minuten wandelafstand van het centraal station, is Walentina Cools enthousiast. En vlakbij de campus Dansaert en het Rits. Niet alleen wat bereikbaarheid betreft, is dit een enorme vooruitgang, ook de aantrekkelijkheid van onze opleiding zal er bij winnen. Kijk, het studentenleven is meer dan studeren alleen. Naast een degelijke opleiding willen studenten ook een sociaal
BRO
6 | EhB!magazine 10
CAMPUS
EhB!magazine 10 | 7
INFOR MATICA
BOOST
Met een hightech garage wil de Erasmushogeschool studenten warm maken voor een informatica-opleiding. Excuus, een opleiding tot digital experts, want zo heten informatici voortaan in Brussel. Digitale technologie heeft namelijk nood aan een imagoboost. Vooral omdat de arbeidsmarkt snakt naar goed opgeleide digitale experts.
Op de binnenruimte van de campus aan de Nijverheidskaai staat sinds enkele weken een opvallende garage. Bespoten met een baksteenmotief en met als opschrift Van Garage tot Valley. Het is de lokroep waarmee de Erasmushogeschool studenten willen aantrekken voor n van de twee IT-opleidingen: Dig-X of Multec. Begin dit schooljaar startte het departement nog met deze nieuwe opleiding. Vanuit de markt kwam de vraag naar mensen die apps konden ontwikkelen en tegelijkertijd kaas hadden gegeten van webdesign. Erasmushogeschool reageerde met de opleiding Multec (Multimedia & Communicatietechnologie). Met 90 inschrijvingen in het eerste jaar is deze nagelnieuwe opleiding een schot in de roos. Ook de opleiding Toegepaste Informatie of DigX startte met 80 studenten boven de verwachtingen. In totaal verdubbelde daardoor het aantal IT-studenten. En dat is nog te weinig, want ITer blijft een knelpuntberoep, aldus Frank Lanssens van Multec. Nochtans is het een uitdagende sector die werkzekerheid biedt en goed betaalt, want dat telt ook. Dus moesten we concluderen dat het beeld over onze opleiding fout zat. Met deze campagne willen we het imago een boost geven. Daarom dat we ook niet meer spreken van IT-specialisten, want dat klinkt zo computernerd. We hebben het vandaag over digital experts. Dat klinkt sexy, maar het dekt ook veel meer de lading. Digitale technologie gaat al lang niet meer over een hele dag saai achter je computer een programmeercode intypen. De benodigde vaardigheden zijn samen met de technologische vooruitgang gevolueerd. Wij zien onze digitale experts als architecten die naar een totaaloplossing zoeken. Daar komt programmeren bij, maar ook design, communicatie, business-analyse,. Een digital expert is geen stoffige programmeur, maar een polyvalente teamplayer met een breed scala aan zowel technische als niet-technische skills. De garage aan de Nijverheidskaai is de kers op de taart van de campagne. Deze voormalige zeecontainer is namelijk ingericht als een hightech IT-lab met Wifi, flat screens, iPad's, PCs en noem maar op. Uiteraard alluderen we hiermee op de carrires van mensen zoals Steve Jobs, aldus Joeri Gerrits, opleidingshoofd Dig-X. In een garage knutselde hij aan een technologie die niet veel later de wereld zou veranderen en Sillicon Valley op de kaart zette. Maar ook Facebook en HP (Hewlett-Packard) kenden een gelijkaardig verhaal. Onze garage kan voor verschillende doeleinden worden gebruikt. Als klaslokaal, voor studenten om samen te werken, op events als promostand of weldra op onze opendeurdag in mei. De statistieken staven alvast de actiebereidheid van het departement. In heel Vlaanderen zouden er zon 9.000 openstaande vacatures zijn voor digital experts. In tijden van economische recessie is dat immens. Bovendien bevindt de helft van deze jobs zich in Brussel en Vlaams-Brabant, terwijl er aan de Erasmushogeschool jaarlijks voorlopig een vijftigtal digital experts afstuderen. Het pijnpunt is dus meteen duidelijk, al schuilt er nog een onderliggende uitdaging. Vrouwelijke studentes enthousiasmeren voor een opleiding tot digital expert, weet docent Herman Gillaerts. Onder meisjes leeft helaas het beeld van een puur technische opleiding, terwijl zeker Multec meer over design en communicatie gaat dan over systeemanalyse. Door die foutieve perceptie spreken we dus de helft van onze doelgroep niet aan. Daarom dat de campagne Van Garage tot Valley echt nodig is.
8 | EhB!magazine 10
SPE
Op de campus aan de Nijverheidskaai, waar ook de centrale diensten gelegen zijn, werd het SPE2 gelanceerd met een EhBbreak, een after work drink voor het personeel. Het SPE2 (2012-2016) is het tweede luik van het Strategisch Plan van de Erasmushogeschool Brussel (SPE). Het werd in december 2012 goedgekeurd door de Raad van Bestuur en nadien in een handige brochure gegoten die werd uitgedeeld aan alle werknemers van de hogeschool. Het SPE2 brengt een nieuwe missie en visie met zich mee en formuleert voor de komende vier jaar deze zes strategische doelen: 1. We focussen op de noden van onze stakeholders, in de eerste plaats de studenten. We stellen scherp op opleidingsaanbod, studiebegeleiding, studentenbegeleiding en -voorzieningen. 2. We gaan voor een goed geoliede organisatie, met aandacht voor integrale kwaliteitszorg. 3. We evalueren n verbeteren voortdurend onze decretale kerntaken onderwijs, onderzoek, dienstverlening en ontwikkeling & beoefening van de kunsten. 4. Ons personeelsbeleid blinkt uit in empowerment, maximale waardering van medewerkers en sterke professionalisering. 5. We versterken onze financile situatie te versterken. 6. Onze communicatie is modern, transparant en wervend. Nu het plan er ligt, is uiteraard de volgende stap om alle medewerkers van onze hogeschool op de hoogte brengen van het SPE2. Kwestie van werk te maken van strategische doelstelling nummer 4. Alleen als alle neuzen in dezelfde richting wijzen, kunnen we ons volop concentreren op onze kerntaak: jongeren opleiden om hen de allerbeste kansen te geven op de arbeidsmarkt. Bovendien willen we ook de samenleving een duwtje in de rug geven: met degelijk, nuttig onderzoek en mooie dienstverleningsprojecten. Bovendien zal het SPE2 onze beide Schools of Arts versterken, door hun opdracht rond kunstbeoefening verder te ondersteunen.
EhB!magazine 10 | 9
N SPUIT?
DE HUIDIGE BEHANDELINGEN SCHIETEN TE KORT
Ruim 60.000 mensen worden in ons land jaarlijks gediagnostiseerd met kanker. Dat zijn dagelijks ongeveer 165 Belgen die het verschrikkelijke nieuws van hun dokter moeten vernemen. Bijna de helft van hen overleeft de ziekte niet. Ongeveer n op de drie mannen en n op de vier vrouwen krijgt met de ziekte te maken voor hun 75ste verjaardag. De meest voorkomende kanker in Belgi is prostaatkanker bij mannen (bijna 9.000 gevallen per jaar) en borstkanker bij vrouwen (zon 10.000 gevallen per jaar). De dodelijkste kankers zijn longkanker bij mannen en borstkanker bij vrouwen. Het aantal kinderen dat jaarlijks getroffen wordt door kanker representeert gelukkig minder dan 1 procent van alle kankergevallen.
10 | EhB!magazine 10
Maar in absolute getallen gaat het toch nog om ruim 300 kinderen (Bron: stichting kankerregister). De cijfers bevestigen wat iedereen eigenlijk al weet. Kanker is de ziekte van deze tijd en daar wil de Erasmushogeschool niet blind voor zijn. Als onderwijsinstelling draagt EhB namelijk een maatschappelijke verantwoordelijkheid. Daarom werd dit academiejaar gestart met een bijkomende banaba Oncologie (Bachelor na Bachelor). In deze bijkomende opleiding worden verpleegkundigen voorbereid op de bijzondere noden en behandelingen voor kankerpatinten. Maar naast zorg zet de Erasmushogeschool ook in op de genezing van deze gruwelijke ziekte. Bioloog Peter Kronenberger leidt binnen de opleiding Biomedische Laboratoriumtechnologie een veelbelovend onderzoek waarbij kankercellen worden gedood met moleculentechnologie. De huidige kankerbehandeling, zowel chemotherapie als radiotherapie, zijn aspecifieke behandelingen, legt onderzoeker Peter Kronenberger uit. Daarmee bedoelen we dat deze therapien de kankercellen niet gericht aanvallen. Chemo- en radiotherapie zijn namelijk gebaseerd op het feit dat snel groeiende cellen in het lichaam heel gevoelig zijn voor stoffen die de celdeling belemmeren of blokkeren. De meeste kankers zijn snelgroeiend, maar ook andere cellen in het lichaam behoren tot die categorie. Zoals bijvoorbeeld
GEZOND HEIDSZORG
de cellen in ons darmstelsel of de cellen die onze haren maken. Ook die cellen worden met chemotherapie afgebroken waardoor een kankerpatint bijvoorbeeld zijn haar verliest. Met chemotherapie is er dus veel collateral damage in het lichaam en bovendien is het spectrum waarbinnen de stoffen worden toegediend erg nauw. Te weinig chemo heeft geen effect, terwijl te veel chemo dan weer erg pijnlijke neveneffecten veroorzaakt en zelfs dodelijk kan zijn. Maar de klassieke therapien vertragen vooral het aftakelingsproces en maken de pijn draaglijk. Als we vooruitgang willen boeken in de strijd tegen kanker hebben we dus nieuwe medicijnen nodig. om dergelijke siRNAs te synthetiseren en met moderne technologie in de cel binnen te duwen. De onderzoeker kiest zijn doelwit RNA en kan dus in een levende cel de aanmaak van protenen blokkeren. Aangezien ook kanker een ziekte van de genen is, dit is niet hetzelfde als een genetische ziekte, moeten we met siRNA ook kankers gericht kunnen stoppen. Het enorme voordeel is dat het siRNA specifiek is en we het dus zouden kunnen richten op enkel de kankercellen, zodat de andere cellen in het lichaam met rust worden gelaten. Althans dat is de bedoeling, maar zo ver zijn we nog niet.
DOELGERICHT
Kronenberger studeerde in de jaren 80 af als bioloog aan de VUB. Nadat hij in Liberia en Ivoorkust vrijwilligerswerk had gedaan bij wijze van legerdienst, doctoreerde hij aan de VUB met een proefschrift rond het poliovirus. In 2004 ging hij als onderzoeker aan de slag voor de VUB en de Erasmushogeschool Brussel. Aanvankelijk zocht hij naar een technologie om potentile virussen achter multipele sclerose te detecteren (MS is een ziekte die het centraal zenuwstelsel aantast. nvdr). Een Herculestaak gezien de immense hoeveelheid data die het labo moest verwerken. En toen kreeg Kronenberger een zware klap te verwerken. Zijn vader kreeg kanker en de vorser besloot zijn onderzoek om te gooien. De impact van de ziekte heeft me getroffen, aldus Kronenberger. Dus vroeg ik mij af wat ik kon doen. Puur theoretisch onderzoek is geen taak voor een hogeschool, dus zocht ik iets met een finaliteit. Iets dat effectief toepasbaar zou zijn in ziekenhuizen. Als bioloog was Kronenberger goed vertrouwd met het centrale dogma binnen de moleculaire biologie: DNA wordt RNA wordt protene. Met deze kennis als basis trok hij ten strijde tegen kanker. Het DNA moet je zien als de bibliotheek waar alle info over onze cellen zijn opgeslagen, vertelt Kronenberger. Ons lichaam is continu bezig om die bibliotheek te vrijwaren van mutaties en er moeten ook voortdurend herstellingen worden uitgevoerd. Om de eiwitten (protenen) te maken waarmee we zijn opgebouwd heeft de cel de juiste info nodig uit die DNA-bibliotheek. De cel mag echter geen boeken ontlenen. Wat ze wel mag doen is kopien nemen uit de boeken en met die kopij aan de slag gaan. Zon kopij heet RNA. Sinds de jaren 60 heerst het idee dat DNA wordt omgezet naar RNA waarmee dan protenes worden opgebouwd voor de aanmaak of het herstel van cellen. Vrij recent werd echter een nieuw soort gen ontdekt dat korte RNA-moleculen (Micro-RNAs) maakt die nooit in protenen worden vertaald, maar enkel dienst doen als verkeersleiders. Ze sturen de klassieke DNA-RNA-protene-weg aan en fungeren als een controlesysteem. Frappant is vooral dat kankercellen totaal andere collecties van deze micro-RNAs hebben. Van de ene soort hebben ze er meer, van de andere minder. Sommige micro-RNAs gedragen zich zelfs alsof ze de kanker kunnen stoppen, anderen schijnen de kanker dan weer te stimuleren. Een zeer complexe materie, maar duidelijk is wel dat er iets niet klopt. Een bepaalde categorie micro-RNAs wordt aangemaakt bij bijvoorbeeld virale infecties waar ze het RNA van een virus afbreken. Deze RNAs noemt men siRNA, short interfering RNA, en kunnen dus heel snel en heel gericht RNA afbreken en dus de vertaling naar protenen blokkeren. Ondertussen hebben we geleerd
HOOPGEVENDE RESULTATEN
Toch is Kronenberger erg hoopvol voor de toekomst. Hij boekte al een aantal successen in zijn labo. Zo liet hij siRNA los op longkankercellen waarna deze dagenlang in hun groei geblokkeerd waren. De experimenten met beenmergkanker lopen moeizamer omdat deze kankercellen zich verspreiden over het ganse beenmerg en dus niet gericht kunnen worden gebombardeerd. Maar het geloof in deze behandeling is groot en wijdverspreid. Overal in de wereld gebeurt vandaag onderzoek met siRNA. Momenteel worden er meer dan twintig siRNA behandelingen tegen verschillende ziekten klinisch getest. De resultaten zien er veelbelovend uit. De resultaten stemmen ons optimistisch, maar zijn behaald met in vitro-celculturen, tempert Kronenberger enigszins het enthousiasme. De behandelingen dienen dus nog klinisch te worden getest. Dat is peperduur en duurt lang. Bovendien is er ook nog het probleem dat men delivery en clearance noemt. Zoals gezegd kunnen we met siRNA heel gericht een doelwit in het lichaam aanvallen. Je kunt als arts werkelijk kiezen op welk gen je de behandeling richt. Een van de meest hoopgevende effecten van siRNA is dat het de kankercellen kan overtuigen om zelfmoord te plegen of om het in vakterminologie te zeggen, in apoptose te gaan. In principe zou zelfs n inspuiting met siRNA dit effect kunnen hebben. Het probleem is echter het transport van het siRNA naar de cel. Vandaag kunnen we siRNA intraveneus inspuiten, maar we krijgen het maar moeilijk tot in de tumorcel. De delivery faalt. We stellen namelijk vast dat het siRNA bijna onmiddellijk naar de lever gaat, waardoor het idee is opgekomen om de technologie alvast in te zetten bij leverziektes. Met succes. Een tweede knelpunt is de clearance, zeg maar de verwijdering van siRNA uit de bloedstroom door de nieren. Maar er is hoop. Amerikaanse onderzoekers hebben een middel gevonden om het siRNA te transporteren in het lichaam. Daarvoor hebben ze, zeg maar, een moleculaire vrachtwagentje ontwikkelt waarin je het siRNA kan laden. Omdat dit vrachtwagentje een antilichaam bevat, bindt het zich enkel met de cel die je zelf kiest, zoals een tumorcel. Over enkele jaren zal de siRNA-behandeling in ziekenhuizen worden ingezet om kankers te bestrijden. En dat voorspelt geen lange, pijnlijke behandeling te zijn. Mogelijk zal n spuit volstaan om te genezen, al wil ik hiermee niet de indruk wekken dat we de ziekte kanker zullen uitroeien. Dag na dag winnen we terrein in de strijd tegen kanker, maar de ziekte zal ons altijd treffen. Simpelweg omdat DNA muteert. Na een tijdje worden ze zelfs resistent tegen de behandeling. De belangrijkste behandeling is dan ook voorkomen. Ik heb van nabij meegemaakt hoe verwoestend kanker kan toeslaan, dus mijn voornaamste advies is: geniet van het leven en draag zorg voor je lichaam.
Over enkele jaren zal deze nieuwe kankerbehandeling in ziekenhuizen worden toegepast
EhB!magazine 10 | 11
RITS
RITS STUDENT
MODEL
op wereldbekende modebladen. Toch hield ik de boot af. Ik had een beeld van de fashionwereld dat de meeste mensen wel herkennen: erg oppervlakkig en redelijk gay. Waarmee ik geen waardeoordeel uitspreek, maar het was gewoon niets voor mij. Althans dat dacht ik. Want enkele maanden later belde het bureau mij opnieuw met een opdracht voor Calvin Klein. Uit nieuwsgierigheid ben ik daar op ingegaan en van het n kwam het ander. Parijs, Milaan, New York, zowat overal waar mode telt, proefde Sverre al van de glamour. Aan het Rits houden ze rekening met het bijzondere werk en mag de filmstudent zijn lessen op latere tijdstippen inhalen. Al blijft de combinatie werk/onderwijs loodzwaar. Recent verbleef Sverre nog twee maanden in Shanghai voor een modeopdracht. Door het vele reizen, dubbelt hij zijn laatste jaar aan het Rits, Voor een student verdien ik goed, maar ik ben nog niet binnen, aldus Sverre. Trouwens, ik investeer al mijn geld in mijn films. Ik maak fashionfilms, een concept dat in ons land vrij onbekend is. Dit zijn eigenlijk commercials van enkele minuten over de visie en inspiratie van een ontwerper. Stel dat een ontwerper zich voor zijn nieuwe collectie heeft laten inspireren door een bepaald fenomeen of periode dan maken wij daar een film over. Twee jaar geleden heb ik zo voor ontwerper Heaven Tanudiredja een film gemaakt. Dat was een enorm succes en sindsdien is alles in een stroomversnelling geraakt. Vandaag al maken we films die als achtergrond worden geprojecteerd bij een modeshow of waarmee we langs modefestivals toeren. Ook op de vrije markt heeft het werk van Sverre zijn nut al bewezen. Voor zijn docenten aan het Rits maakte hij een dossier rond fashion. JIM tv pikte het idee op en stuurde Sverre prompt naar Milaan om zijn idee uit te werken. Het resultaat was het tvprogramma Models. Als filmmaker wil Sverre fashion ook linken met cultuur. Hij denkt aan een kortfilm waarin mode in het teken staat van een goed verhaal. Een film met uitstraling, zoals hij het zelf noemt. Kijk, in de fashionwereld zit veel geld. In het cultuurwereldje daarentegen moet je teren op subsidies. Niets mis mee, maar dankzij mijn modellenwerk bouw ik een breed netwerk uit dat mij eventueel toegang geeft tot de grotere budgetten. Ik ben daar niet vies van. Integendeel, kwaliteit kost nu eenmaal geld. Maar eerst wil Sverre als model de wereld verkennen nadat hij dit jaar afstudeert. Gewoon een jaar onderweg zijn voor modeopdrachten om mijn bankrekening wat te spekken, aldus Sverre. Wat mijn ouders en vriendin van dit werk vinden? Het is werken, maar het is inderdaad ook het leven van wilde feestjes, van seks, drugs en rockn-roll. Mijn ouders weten dat ik een verantwoordelijk iemand ben en zijn best trots op wat ik doe. Al snappen zij ook wel dat dit vooral met geluk te maken heeft. Model zijn, is geen talent. Toevallig heb je de juiste maten en krijg je de job. Daar moet je niets voor kunnen. www.jim.be/models
12 | EhB!magazine 10
CONSERVATORIUM
Met het Euroclassical project werkt het Conservatorium samen met andere Europese topconservatoria om de meest getalenteerde studenten te ondersteunen op het cruciale punt tussen het afronden van hun studies en hun professionele carrire. Een belangrijk onderdeel van het project, dat nog loopt tot 2016, is het Euroclassical Live Festival in maart. In de jaarlijkse festivalweek 2012 werd er vanuit de verschillende Europese conservatoria en muziekinstituten dagelijks n concert rechtstreeks via het internet uitgezonden. Naast ons conservatorium gaat het over de conservatoria van Madrid, Helsinki, London, Rome, en Porto. Euroclassical zal uiteindelijk meer dan 4.000 uren multimedia opnames genereren van concerten die worden georganiseerd door de deelnemende partners. Deze opnames kunnen vrij bekeken worden op de website van het virtuele podium: www.classicalplanet.com
Dit project wordt gefinancierd met de steun van de Europese Commissie. De verantwoordelijkheid voor deze publicatie (mededeling) ligt uitsluitend bij de auteur; de Commissie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het gebruik van de informatie die erin is vervat.
Studenten van het laatste jaar Toerisme- en Recreatiemanagement onderzochten in het kader van het project Zuurstof voor de Zennevallei, in opdracht van het Regionaal Landschap Pajottenland & Zennevallei vzw en Toerisme Vlaams-Brabant, hoe het toeristisch-recreatieve aanbod in de Zennevallei beter kan worden ontwikkeld. Het onderzoek werd met een heuse marketingcampagne door de opdrachtgever aan pers en publiek voorgesteld en kon op heel wat aandacht rekenen. De studenten kwamen met verfrissende ideen op de proppen om het toerisme in en rond Beersel, Drogenbos, Halle en Sint-Pieters-Leeuw nieuw leven in te blazen. Zo ontwikkelden ze bijkomende wandel- en fietsroutes en alternatieve overnachtingsmodules. Ook signaleerden ze een gebrek aan campings en aan zitbanken op daarvoor geschikte plekken.
BR(IK
Hoe geef je studenten meer goesting om de fiets te gebruiken? De Brusselse studentenorganisatie Br(ik lanceert samen met Minister Pascal Smet een fietsactieplan. Met het plan willen ze studenten laten zien dat de fiets een ideaal verplaatsingsmiddel is in Brussel, snel, goedkoop en wendbaar. Studenten die al fietsen worden gesteund door plannetjes met fietsateliers. Studenten die nog niet of niet veel fietsen, laten ze ontdekken hoeveel vrijheid en snelheid ze winnen met de fiets. Om meer studenten sneller op de fiets te krijgen, zet de studentenorganisatie Br(ik drie grote acties op. In samenwerking met Villo!, Cyclo en VOOT krijgen studenten korting als ze hun fiets laten herstellen. Bovendien kunnen ze een half jaar lang gratis gebruik maken van het fietsdeelnetwerk Villo!. Er is ook de Br(ikBike Manual, een handleiding voor fietsen in Brussel. Daarin staan de gemakkelijkste routes - namelijk die zonder hellingen - door Brussel. Meer info op www.brik.be
FIETSEN
EhB!magazine 10 | 13
14 | EhB!magazine 10
TUK
RITS
Voorstellen tot verzet vanuit de kunst worden meestal gerecupereerd door het systeem zelf
Daarom stellen wij de vraag opnieuw: wat is het engagement van de kunst? Dries Gijsels: Voorstellen tot verzet vanuit de kunst worden meestal ook gerecupereerd door het systeem zelf. Kijk bijvoorbeeld naar de T-shirts met Che Guevara. Die man was het symbool van de revolutie tegen het kapitalisme. Vandaag wordt er goed geld verdiend aan die T-shirts. Elke vorm van rebellie wordt opgeslorpt door het systeem. De vraag is of we dat met kunst en cultuur kunnen doorbreken en zo bijdragen tot een Europese cultuur die meer is dan een eengemaakte markt. Ivo Kuyl: In die zin is het ook wel opmerkelijk dat zonder kunst en cultuur het nationalisme vermoedelijk nooit zo wijd verspreid zou zijn. Vooral literatuur heeft de nationale identiteitsbeleving gekneed. Denk maar aan Conscience. Zonder De Leeuw van Vlaanderen zou het Vlaams nationalisme niet zoveel weerklank hebben gekregen. Als je met kunst het nationalisme kunt voeden, waarom zou je haar dan ook niet kunnen inzetten om de geglobaliseerde samenleving vorm te geven en verzet aan te tekenen tegen de negatieve effecten daarvan? Pantagleize roept om een Verenigde Staten van Europa, omdat hij leeft in een Europa van afzonderlijke natiestaten. Misschien heeft de realiteit de kritiek ook voorbij gehold? Ivo Kuyl: Helemaal niet, Europa is een eengemaakte markt, maar meer ook niet. Er is geen sociaal beleid, laat staan een gemeenschappelijke cultuur. Dan kan je toch niet spreken van een Verenigd Europa. De globalisering veroorzaakt veel onbehagen. Mensen voelen zich bedreigd door de aanwas van vreemdelingen. Ook hier is er een parallel met het interbellum. Tijdens WOI vochten veel gekoloniseerde volkeren mee aan het front. Congolezen, Sikhs, Algerijnen, mensen die niets met deze oorlog te maken hadden, lieten het leven in de gruwel. Na de oorlog bleven de invloeden van hun cultuur nawerken. De jazz is daar een voorbeeld van. Dit muziekgenre is rond deze periode door Afro-Amerikanen in Europa beland. Voor sommigen was jazz de klank van de toekomst, voor anderen was het een bedreiging voor de eigen cultuur.
Over de aanpak van het stuk dan. Literatuur uit 1929 laat zich toch niet zo makkelijk vertellen aan een hedendaags publiek? Dries Gijsels: Inderdaad, het verhaal is erg oubollig geschreven met zinnen waaraan geen einde komt. Vanuit dat werk vertrekken was moeilijk. Daarom hebben we het stuk eerst even terzijde gelegd en zijn we aan het brainstormen gegaan. Alle info en ideen rond revolutie, cultuur en Europa hebben we in een vuilbak gegooid. Daarna hebben we de vuilbak gesorteerd en met dat materiaal zijn we aan de slag gegaan. Soms schreven we grappige verhalen, soms ontroerende. De ene keer was het erg realiteitsgetrouw, de andere keer er ver over. Sarah van der Vlerk: We kregen bijvoorbeeld de opdracht radioprogrammas te maken. Radio is een medium dat je verplicht om kleur te bekennen. Via de gedachte dat kunst iets met verzet te maken heeft, ontstaat dan algauw de gedachte van een piratenradio. We spelen het stuk dus niet zoals het geschreven is, maar hebben het herschreven naar de verhoudingen van vandaag. We hebben de vraag gesteld: hoe resoneert het in ons, wat roept het allemaal in ons wakker? En via die associatieve lijnen zijn we dan aan het werk gegaan. De voorstelling is onderdeel van het doctoraat dat de vraag stelt naar de rol van kunst. Bent u er al achter? Ivo Kuyl: Als ik het antwoord op die vraag zou kennen, zou ik er geen onderzoek naar hoeven te doen. Ik geloof graag dat kunst en cultuur, mijn werk dus, een maatschappelijke relevantie hebben, maar toch is een kritische zelfreflectie aangewezen. Hoe zinvol is het vandaag bijvoorbeeld nog om Shakespeare op te voeren? Geven zijn stukken echt nog een inkijk op de vragen van deze tijd? Wat heeft een gemmigreerde Marokkaan in Brussel daar bijvoorbeeld aan? Uiteraard is dat allemaal moeilijk meetbaar en heeft tv voor een nivellering gezorgd van het cultureel leven. Vandaag merk je dat de kunsten gebukt gaan onder een legitimeringsdruk. De kunst moet zich verantwoorden: sommigen willen dat ze commerciler zou worden, anderen beweren dat de kunst zich juist moet verzetten tegen de winstlogica. Dat wijst erop dat de kunst zich in een crisis bevindt. Hoe je het ook bekijkt, de kunst zal zich vandaag moeten heruitvinden, als we willen dat ze nog enige rol van betekenis speelt.
EhB!magazine 10 | 15
UCOS
MONDIALE VORMING IN
Jaarlijks trekken zon vijftien studenten van de Erasmushogeschool Brussel en de VUB voor een ervaringsreis naar Congo. Tijdens dit Maono-project maken studenten kennis met het dagelijkse leven in een ontwikkelingsland. Het beeld van zwart Afrika is genuanceerder dan wat de media ons voorspiegelen, aldus Manon Pauwels, laatstejaarsstudente Journalistiek. Maar je moet er geweest zijn om het te geloven.
De oplossing kunnen we je niet geven, maar wel een kritische blik op de wereld lezen we op homepage van UCOS, het Universitair Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking. Deze educatieve NGO werkt samen met de Erasmushogeschool en de VUB aan meer internationale solidariteit en duurzame ontwikkeling. En van de concrete projecten daarvoor zijn de ervaringsreizen voor studenten naar Congo onder de naam Maono, Swahili voor visie. Een maand lang nemen de studenten een Afrikaans ritme aan in de Congolese provincie Katanga, pal in het centrum van het immense continent. Bedoeling van dit initiatief is om een kritische visie te ontwikkelen bij studenten over mondiale kwesties, legt Katlijn Meers van UCOS uit. We willen studenten stimuleren om wereldburgers te zijn. Of we veel studenten moeten teleurstellen omdat de plaatsen beperkt zijn? Ja, het maximum is 15 en in Brussel studeren een paar duizend studenten. Er zijn dus altijd meer gegadigden dan uitverkorenen. Daarom zoeken we onder de studenten altijd naar een grote spreiding van interesses, motivaties en ook achtergronden. We gaan bijvoorbeeld niet met 15 mensen uit de lerarenopleiding naar Congo, maar kiezen altijd voor studenten uit verschillende opleidingen. Zo leren ze ook van elkaar. En van de gelukkigen die afgelopen zomer mee kon, was Manon Pauwels, laatstejaarsstudente Journalistiek. Zij ambieert een professionele carrire als correspondente in centraal Afrika. Op plaatsen waar Swahili wordt gesproken, al moet ik die taal nog leren, vult Manon aan. Deze ervaringsreis was een perfecte eerste ervaring.
STUDENTEN KRIJGEN
Jullie spreken over een ervaringsreis. Het is geen ontwikkelingshulp? Katlijn Meers: Neen, dat is het niet hoewel dat natuurlijk erg belangrijk werk is. Wij willen de studenten vooral confronteren met de realiteit van Congo. Zowel de positieve als de negatieve kant. Uiteraard is Congo een ontwikkelingsland, maar het is meer dan dat. Je hebt het over een land zo groot als Europa. Er is het gewapende conflict in het oosten en ook in andere delen van Congo zijn er problemen zoals de etnische spanningen en armoede. We willen deze problemen kaderen: hoe komt het dat zoveel zaken zo moeilijk verlopen in Congo? Wat is de rol van de politiek, economie, NGOs, Maar daarnaast willen we de studenten ook laten kennismaken met het dagelijkse leven van de Congolezen, dat ook niet alleen kommer en kwel is. Manon Pauwels: Maar we hebben er wel samengewerkt met Etoile Du Sud, een NGO die werkt rond gezondheidsproblemen in de volkswijken van de stad Lubumbashi. Zij doen heel veel sensibiliseringsacties rond hygine en watergebruik. We hebben hen geholpen met enqutering, maar bijvoorbeeld ook een namiddag mee de riolering uitgekuist om die problematiek zichtbaar te maken. Bovendien verbleven we tien dagen in een dorp ten noorden van Lubumbashi. Er wordt daar vooral geleefd van de dagelijkse oogst. We woonden er in gastgezinnen en draaiden mee op hun ritme van de dag. Zo ervoeren we echt hoe de mensen daar leven.
16 | EhB!magazine 10
CONGO
Manon, waar ben jij je dan zoals bewuster van geworden bij je terugkomst? Manon Pauwels: Heel concreet: dat wij ons toilet doorspoelen met drinkbaar water. Wij beseffen niet goed hoe kostbaar water is. Het is een evidentie voor ons, maar in Congo moet je er kilometers voor stappen om het dan uit een put te pompen en dan nog is het naar onze normen niet drinkbaar. Het filteren van water is dan de enige optie. En dat vraagt geduld. Je moet dus erg zuinig omspringen met je water. In het algemeen is mijn beeld van Congo bijgesteld. Het is veel genuanceerder dan het idee dat ik voordien had. Je hebt veel armoede, maar ook weelderige rijkdom. Alleen is de kloof tussen beiden gigantisch. Maar er zijn ook veel positieve dingen. De solidariteit onder dorpelingen is immens. Daar kunnen wij echt een voorbeeld aan nemen.
slachten. Maar ik vond het wel gruwelijk om te doen en ik was er emotioneel erg door geraakt. In een geglobaliseerde wereld lijkt het wenselijk dat meer studenten zon ervaringsreis ondernemen. Katlijn Meers: Het heeft absoluut zijn meerwaarde, maar dan worden die reizen best goed omkaderd. Een bezoek aan een ontwikkelingsland is niet altijd gemakkelijk en het doet wat met je. Goed weten wat je te wachten staat en achteraf kunnen terugkoppelen is dan belangrijk. Maar naast de inleefreizen doen we ook andere projecten om zoveel mogelijk studenten te bereiken. Zo zijn we vorig jaar bijvoorbeeld met een groep studenten naar de klimaatconferentie in Doha (Qatar) geweest. Maar ook in Brussel doen we heel wat sensibiliseringsacties. Onlangs met Valentijn deelden we aan campus Dansaert fair-trade rozen uit. En op 12 maart toonden we in het Rits Caf een film over straatbendes in Kinshasa (hoofdstad van Congo). Zo'n avond gaat ook om meer dan de film. Tijdens onze ervaringsreizen werken de studenten samen met Congolese kunstenaars. Hiermee steunen we de lokale economie en het geeft onze studenten een kanaal om hun ervaringen en toekomstbeelden samen met de kunstenaar in een concreet kunstproduct te gieten. Dat resulteerde afgelopen jaar bijvoorbeeld in een schilderij, een strip, een kortverhaal, een choreografie, . Op 12 maart presenteerden we dat allemaal.
Ik ben vegetarir. Tot mijn verbazing hadden ze daar in Afrika meer begrip voor dan hier in Belgi
Ongetwijfeld waren er ook moeilijke momenten? Manon Pauwels: Dat viel wel mee, ik kan me eigenlijk niet meteen iets herinneren. Katlijn Meers: De haan, Manon, de haan. Manon Pauwels: Oh ja, daar was ik echt slecht van. Op dat moment voelde ik mij een moordenaar. Kijk, ik ben vegetarir. Tot mijn grote verbazing hadden ze daar meer begrip voor dan dat ik hier in Belgi krijg. Het concept was hen niet onbekend. Uiteraard heb ik niet geargumenteerd met het gegeven dat de vleesindustrie foute boel is, want dat maakt toch geen deel uit van hun leefwereld. Ik heb hen gewoon gezegd dat ik als mens ook een dier ben en deel ben van de natuur. Die uitleg klonk voor hen erg logisch. Nu, van onze buurman hadden wij een haan cadeau gekregen. Je mag zelf kiezen wat je ermee doet: opeten of laten leven. Maar mijn vriendin die in hetzelfde gastgezin verbleef, is ook vegetarisch. We kozen er dus voor om de haan te laten leven, maar moesten hem dan wel met een touwtje aan zn poten in de tuin houden. Zo liep het diertje verwondingen op aan zn poten en dat begon te etteren. Toen we de haan zijn pootje ontsmetten, was de buurt heel verbaasd omdat we dure medicatie gebruikten voor een dier. In Congo is een kip noodzakelijk voedsel op de plank, ze gaan dus anders om met dieren dan wij. Uiteindelijk hebben we beslist om de haan toch te
Tot slot Manon, heb je als journaliste inspiratie opgedaan? Manon Pauwels: Ja, ik zou wel eens een reeks willen maken over de May-May-strijders. Dit is een gewelddadige groep die zich schuil houdt in de bossen van Congo. Eens om de zoveel tijd trekken ze naar omliggende dorpen om er te plunderen. Omdat ze nogal gewelddadig zijn, slaan veel mensen dan op de vlucht. In het dorpje waar wij logeerden, zaten een driehonderdtal mensen die verjaagd waren door de May-May. Hun hele dorp was leeggeroofd, maar in ons dorp kregen ze onderdak in de school. Eten en kledij werd met deze mensen gedeeld. Zoals gezegd, de solidariteit is groot. In ieder geval wil ik daar heel graag een reportagereeks over maken. Voor veel dorpen zijn de May-May een bedreiging, maar op het nieuws horen we enkel over de oorlog in Kivu. Dat is goed, begrijp me niet verkeerd, maar het schetst niet het totale beeld van Congo. Kijk op www.erasmix.be (zoeken op 'ervaringsreis congo') voor een fotoreportage van Manon Pauwels.
EhB!magazine 10 | 17
MUNTPUNT
ALS BAKEN VAN NEDERLANDSTALIG IEDEREEN IS WELKOM OM SAMEN AAN BRUSSEL TE BOUWEN
BRUSSEL
Muntpunt wordt vanaf volgend academiejaar een gloednieuw Nederlandstalig informatie- en communicatiecentrum in hartje Brussel. Behalve een moderne bibliotheek is Muntpunt ook een baken van de Nederlandstalige gemeenschap in de hoofdstad. We vertrekken vanuit het Nederlandstalige karakter, maar Muntpunt is niet blind voor de realiteit, aldus Ann Van Driessche, directrice van Muntpunt. Brussel is een multiculturele, meertalige stad. Iedereen is welkom om kennis te komen maken met de Nederlandstalige cultuur.
ning van dit Nederlandstalige informatiecentrum is gepland voor 7 september in het Monnaiehuis aan het Muntplein. De missie van Muntpunt is een bibliotheek realiseren, informatie verstrekken, facilitator zijn van het Brussels Nederlandstalig netwerk n een open huis realiseren: waar iedereen terecht kan en een maatschappelijk engagement kan opnemen. Met de baseline Place to bru maakt Muntpunt duidelijk dat ze het meertalige karakter van Brussel respecteren en alle Brusselaars wil bereiken. Brussel is een multiculturele stad, legt Ann Van Driessche uit. Het gaat al lang niet meer om Nederlands/Frans en al evenmin om Nederlands/
Mijn hart fladdert als een dartel veulen in de wei. Het heeft halsreikend naar jouw komst uitgekeken, zegt Paul tegen een bevallige jongedame in Brussel Centraal. Zin om iets te gaan drinken samen?. We kijken naar een verborgen camera-filmpje op Brusselis.be waarin drie singles in het station op zoek gaan naar een date. Daarbij proberen ze wildvreemden het hof te maken met bekende literaire liefdesteksten. En effectief, Paul houdt er een date aan over. BRUSSEL IS is een jong team dat de hoofdstad een warm hart toedraagt. Met als baseline 1000 lives, one city tonen ze op allerhande originele manieren wat Brussel voor hen betekent: veelzijdig, mooi, uniek, gezellig, inspirerend,. Met hun actie The Brussels Dating Challenge wensten ze vooral de kracht van het Nederlands in de verf te zetten door op versiertocht te gaan met liefdesteksten. De stuwende kracht achter BRUSSEL IS is Muntpunt. De ope-
18 | EhB!magazine 10
BRUSSEL
Frans/Engels. Stap vandaag op de metro en je hoort 101 talen, bij wijze van spreken. Dat is de grootstedelijke context waarin we leven en dat is prima. Alleen is er ook een gemeenschappelijke taal nodig waarin we elkaar kunnen begrijpen en waarmee we samen aan Brussel kunnen werken. En te vaak wordt het Nederlands als gemeenschappelijke taal vergeten. Terwijl het Nederlands echt in de lift zit in Brussel. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt de spectaculaire groei er van. Kijk maar naar het groeiend Nederlandstalig onderwijs: 25% van de kinderen zit in een Nederlandstalige school. Ook het Huis van het Nederlands kan de aanvragen om Nederlands te leren nauwelijks volgen. Helaas is het Nederlandstalig gemeenschapsleven erg versnipperd in Brussel. Met Muntpunt willen wij het scharnierpunt zijn van het Nederlandstalig netwerk. Let wel: wij zijn er niet enkel voor de Nederlandstalige Brusselaar, maar ook voor de Vlaamse pendelaar, de student, de toerist,. Als bijvoorbeeld een Franstalige moeder een Nederlandstalige basketbalclub zoekt voor haar zoon, dan helpen wij haar graag verder. Als een Nederlandstalige moeder daarentegen een Franstalige basketbalclub zoekt, dan zullen wij haar doorverwijzen. Ziet u, voor ons is taal het uitgangspunt, ons communicatiemiddel, maar niet iets om mensen in op te delen of uit te sluiten. Iedereen is welkom om samen aan Brussel te bouwen. Naast een verbindingsfunctie heeft Muntpunt nog drie grote doelstellingen. Zo wil het een informatiecentrum zijn over allerhande zaken in Brussel. Cultuur, sport, onderwijs, jeugd Muntpunt verstrekt info over alles wat gemeenschapsmaterie is. Daarnaast wil Muntpunt een open huis zijn waar Brusselaars Nederlands kunnen leren en praten. In Brussel is echt nood aan plaatsen waar Nederlands wordt gesproken, aldus Van Driessche. Veel meer mensen dan je zou vermoeden, spreken Nederlands, maar toch blijft de omgangstaal Frans. Ik ga bijvoorbeeld al jaren elke zondag naar de Zuidmarkt waar ik Frans spreek. Toen ik startte met deze job wou ik bij wijze van experiment de Nederlandse kennis van de marktkramers eens testen. Tot mijn verbazing sprak iedereen, maar werkelijk iedereen, naadloos Nederlands. Nederlands spreken is dus zeker een vast een optie in Brussel en met Muntpunt zullen we dat faciliteren. Tot slot is Muntpunt ook een bibliotheek. Naast het traditioneel uitlenen van boeken, cds en dvds, is Muntpunt een belevingsbib met lezingen, workshops, ontmoetingen met schrijvers, enz. Interessant voor studenten is de stadstudiezaal met meer dan 100 studieplekken.
Het gaat al lang niet meer om Frans of Nederlands. Of zelfs Engels. In Brussel worden 101 talen gesproken
herinnering te posten op hun Facebook-wall, waarna duizenden mensen schreven wat ze nooit wilden vergeten. Maar de actie ging verder. Muntpunt vroeg de Brusselaar om deze herinneringen op post-its te noteren en daarmee de voorgevel van de Muntschouwburg vol te plakken. Een ongeziene stunt in het Brusselse. Momenteel loopt dan weer de actie I Book You waarbij kunstenaars de covers van literaire klassiekers onder handen namen. Deze prenten worden momenteel tentoongesteld aan het Muntplein. De actie kadert in de strijd tegen ongeletterdheid. Om de laaggeletterden in de stad ook effectief te bereiken, werden diverse partners betrokken en plaatste Muntpunt een gratis telefoonnummer bij de boekcovers. Wie het 0800-nummer belt, krijgt een fragment uit het boek te horen. Ook de Erasmushogeschool is een dankbare partner van Muntpunt. Aan de Almost Naked Brussels Marathon namen namelijk heel wat schaarsgeklede studenten van EhB deel daarbij geverfd in de kleuren van hun studentenvereniging. Ook dat was een manier om Brussel op een positieve manier onder de aandacht te brengen, aldus Van Driessche. Een samenwerking met de Erasmushogeschool is voor ons erg belangrijk. Wat we trouwens vaststellen is dat de studenten die meeliepen in de naked run ook deelnemen aan de andere acties. Er is dus sprake van een community en dat is wat we nastreven. We willen mensen samenbrengen op basis van gedeelde interesses. Door alle partners, bedrijven, onderwijsinstellingen, samen te brengen komen ook de mogelijkheden van Brussel beter naar voor. De media focussen namelijk vooral op het slechte nieuws uit Brussel. Ik ga dat niet ontkennen, maar er gebeurt hier zoveel meer. Brussel is een fantastische stad en dat willen we de rest van Vlaanderen duidelijk maken. Het is onze hoofdstad, maar voor de meeste Vlamingen is ze onbekend. Dagelijks komen er vanuit Vlaanderen 300.000 pendelaars naar Brussel. Vraag hen wat hun favoriete plek in Brussel is en ze moeten aarzelend naar een antwoord zoeken. Ze kennen Brussel niet echt. Dat is jammer, want Brussel heeft zoveel te bieden. Speciaal voor hen hebben wij een middagprogramma Broodje Brussel ontwikkeld, dat bestaat al ruim 10 jaar en deze nazomer pakken wij uit met een vernieuwde formule. Brussel is een diverse stad, maar heeft ook een Vlaams karakter. Wij willen de Nederlandstalige cultuur in Brussel openstellen. En daar zijn we trots op. De drie kernwaarden van Muntpunt zijn dan ook: openheid, expertise en liefde voor Brussel.
Alle info op: www.muntpunt.be Call to action speciaal voor studenten. Heb je zin om deel te nemen aan een guerrilla-actie om Brussel op een positieve manier onder de aandacht te brengen? Word dan lid van de Brussel Is community via www.brusselis.be
EhB!magazine 10 | 19
VROED KUNDE
ZWANGERSC
IN ARMOEDE
Acht studenten Vroedkunde van de Erasmushogeschool en evenveel van de hogeschool HENAM in Namen kwamen half maart samen om te werken rond zwangerschap bij kansarme vrouwen. Niet alleen staat de maatschappelijke relevantie van dit project buiten kijf, voor de studenten was het ook de ideale gelegenheid om te proeven van de arbeidscultuur bij de buren. Voor veel van onze studenten is Walloni toch een cultuurschok, aldus Florence Dhaenens, docente Vroedkunde.
Bijna een vierde van de babys in Brussel wordt geboren in een gezin zonder inkomen uit arbeid. Temeer omdat gezondheid rechtstreeks gerelateerd is met armoede, is dit cijfer zorgwekkend. Een studie berekende namelijk dat in 2007/2008 Brusselse babys in een kansarm gezin twee keer meer kans hebben om dood te worden geboren. Het risico om te sterven voor de leeftijd van n jaar lag 1,7 keer groter dan bij kinderen die geboren werden in een gezin waar
vader en moeder een inkomen hebben. Armoede is een groeiend probleem in de hoofdstad. Volgens de inkomensindicator van het NAPincl (Nationaal Actieplan Sociale Insluiting) leeft in het Brussels gewest zon 28 procent van de mensen onder de armoederisicogrens. Die grens ligt op 973/maand voor een alleenstaande. Voor een alleenstaande met twee kinderen is dat 1.557/maand en voor een koppel met twee kinderen rekent men 2.044/maand. Met deze bedragen als referentie heeft n op de drie mensen in Brussel dus moeite om de eindjes aan elkaar te knopen. Ter vergelijking, het gemiddelde voor het hele land is 14,6 procent. Vrouwen hebben bovendien het overgewicht in deze statistieken. De opleiding Vroedkunde heeft bijzondere aandacht voor deze problematiek. Zo werd de leerregel Werken als vroedvrouw in een stedelijke context in het leven geroepen. Met het project Trialoog - zwangerschap in precaire omstandigheden gaat de opleiding nog
20 | EhB!magazine 10
CHAP
LLONI OVER
een stap verder in haar betrokkenheid. Tien jaar geleden doceerde ik ook over armoede en zwangerschap, vertelt Joeri Vermeulen, opleidingshoofd Vroedkunde. Het cijfer dat toen werd gebruikt was dat zeven procent van de Brusselse bevolking als kansarm kon worden bestempeld. Armoede is een groeiend probleem. En dat haal ik niet alleen uit de krant. Op de materniteit worden we er bijna dagelijks mee geconfronteerd. Daarom hechten we veel belang aan dit project. Dit is ook meer dan een eenmalige oefening. We willen dit blijven opvolgen, want de situatie is soms ronduit choquerend. In een welvarend land als Belgi zijn alle middelen voor handen om elke moeder op een professionele manier te begeleiden doorheen de zwangerschap, want elk kind verdient gelijke startkansen. Onze studenten gaan ongetwijfeld geconfronteerd worden met zwangere vrouwen in precaire situaties. Met Trialoog maken ze alvast kennis met de realiteit van de doelgroep en de speciale hulp die ze nodig hebben.
Trialoog is voor onze studenten naast een maatschappelijke ook een persoonlijke verrijking
Ook een bezoek aan enkele drugsverslaafde moeders stond op het programma. Onderzoek toont namelijk aan dat kansarme moeders meer drinken, roken en moeilijker aan de verleiding van drugs kunnen weerstaan. Tel daar een slechtere huisvesting bij en het hoeft niet te verbazen dat het prenataal parcours onder kansarmen een pak moeizamer loopt. Met dit project willen we in de eerste plaats kijken wat we van elkaar kunnen leren door ervaringen en opinies uit te wisselen, vertelt Florence Dhaenens. Wat doen ze in Namen anders of zelfs beter? En hoe kunnen zij onze expertise implementeren? Maar het gaat ook over kansarmoede leren herkennen. We leven in een samenleving waarin armoede vaak wordt gezien als iemands eigen schuld. De realiteit is natuurlijk veel complexer. Maar daardoor schamen veel arme moeders zich wel en proberen ze hun armoede te verbergen. Het is daardoor niet altijd makkelijk om het te detecteren. Als zwangere moeders niet naar het prenataal onderzoek komen, is dat voor mij een teken aan de wand. Maar studenten hebben die praktijkervaring nog niet om dat te weten. Doordat de studenten van Brussel en Namen zich samen in deze problematiek verdiepen, leren ze er oog voor hebben. Ook het Prins Filipfonds was gecharmeerd door het initiatief en verleende haar financile steun. Het Prins Filipfonds steunt projecten die bruggen slaan tussen de drie gemeenschappen (vandaar Trialoog). Omdat er in de Duitstalige gemeenschap geen opleiding Vroedkunde bestaat, maakte het fonds echter een uitzondering voor dit Vlaams-Waals vroedkundeproject. Internationalisering@home, noemt Joeri Vermeulen deze dialoog. Het is trouwens de eerste keer dat EhB subsidie binnensleepte van het fonds. En daar is blijkbaar ook nood aan. Voor Brusselse studenten is de manier van werken in Walloni toch vaak een cultuurschok, aldus Florence Dhaenens. De taal heeft daar op zich niet veel mee te maken. Frans is niets vreemds voor hen. De meeste studenten spreken uitstekend Frans als tweede taal en zijn ook bekend met de Franse vakterminologie. Als ze stages doen in Brusselse ziekenhuizen worden ze voortdurend aangesproken in het Frans. Neen, het probleem zit hem veeleer in de structuur in Waalse ziekenhuizen. Ze zijn helemaal anders georganiseerd waardoor je ook andere omgangsvormen krijgt. Het personeel is er veel directer in de omgang. En dat is soms schrikken, want in onze ziekenhuizen heerst eerder een formele cultuur. Trialoog is voor onze studenten naast een maatschappelijke ook een persoonlijke verrijking.
EhB!magazine 10 | 21
ONDER ZOEK
BRUSSELSP
H M N
Vandaag luisteren mensen naar klassieke muziek omdat ze het mooi vinden, niet omdat het moet vanuit hun maatschappelijke positie
22 | EhB!magazine 10
Hoe moeilijk is het als conservatoriumstudent om bij het Brussels Philharmonic binnen te geraken? Van de Buys: Voor elke violist zijn er 70 kandidaten vanuit de hele wereld. Allemaal de beste musici van hun opleiding. Ik wil mijn studenten dus niet ontmoedigen, maar makkelijk is het niet om hier werk te vinden. Toch slaagt een aantal oud-studenten van het Koninklijk Conservatorium Brussel wel in de audities en vindt er een droomjob. Hoe belangrijk is een filharmonisch orkest voor de uitstraling van Brussel? Van de Buys: Erg belangrijk. Brussel was vroeger wereldwijd bekend en is stilaan die plaats terug aan het veroveren. Niet meer in een volledig door de omroep gesubsidieerde context maar in een gemengd financieel model waarin priv-initiatief en overheidssubsidies elkaar de hand reiken. Kijk bijvoorbeeld naar Londen en Rotterdam waar de symfonische orkesten zijn ingebed in de commercile logica. Londen telt acht symfonische orkesten die overleven van commercile opdrachten. In Rotterdam zijn havenbedrijven dan weer fier als ze het filharmonisch orkest kunnen sponsoren. Het is er bijna een voorkeursbehandeling dat afstraalt op het imago van het bedrijf. Maar in ons land hebben we die traditie niet. Dat heeft ook met fiscale wetgeving te maken. De sponsoring van een orkest is hier geen aftrekpost. Het huis van het Brussels Philharmonic, het Flagey-gebouw, is alvast een mooi uithangbord? Van de Buys: Het Flagey-gebouw werd gebouwd tussen 1935 en 1938 en gold destijds als het modernste radiogebouw in Europa met hoogstaande technieken en een uitstekende akoestiek. De mensen kenden het gebouw dan ook als de geluidsfabriek. Maar halfweg de jaren '90 verliet de toenmalige BRT en dus ook het orkest het gebouw. Het gebouw was ondertussen erkend als beschermd monument en kreeg een fikse opknapbeurt. Sinds 2005 heeft het orkest zijn thuisbasis terug gevonden. Dus ook het verhaal van het gebouw wordt uitgespit in het boek, rijkelijk gellustreerd met beeldmateriaal. In het boek beschrijft architect Jos Vandenbreeden, directeur van het Sint-Lukasarchief, de unieke concepten van het gebouw. Hopelijk kan het orkest net als het gebouw herrijzen tot icoon van de stad. Het orkest. Van Radio Orkest tot Brussels Philharmonic in Flagey, Kristin Van den Buys en Katia Segers, Lannoo, EAN 9789401407939
en als het even kon de partituur er bij nemen. Zo luisterden mensen vanuit hun huiskamers. Wat de beleidsmakers zich echter niet afvroegen, was of de gewone mensen wel van klassiek hielden.
Heeft de volksverheffing door middel van cultuur dan gefaald? Van den Buys: Ja en neen. Ja, omdat klassieke muziek door de commercialisering erg onder druk is komen te staan. Er komen zeker en vast nog nieuwe dingen uit, maar die genieten weinig aandacht. Er is nog Klara (Van den Buys werkte trouwens ooit als journalist bij Radio 3, de voorloper van Klara. nvdr), maar kranten schrijven nauwelijks nog over voorstellingen van orkesten. Geen enkele redactie heeft vandaag nog gespecialiseerde muziekjournalisten in dienst. De democratisering is wel gelukt omdat de interesse in klassieke muziek niet meer afhangt van de grootte van je bankrekening of je positie in de samenleving. Vandaag kan iedereen een concert bijwonen, al lijkt toch vooral een intellectuele middenklasse zich aangesproken te voelen. Het positieve is dat mensen vandaag naar klassieke muziek luisteren omdat ze het mooi vinden en niet omdat het gepaard gaat met een functie of maatschappelijke verwachting. Interesse heeft het gehaald van sociale positie en dat is een goede zaak. Maar toch, het Brussels Philharmonic won in 2012 een Oscar voor de soundtrack van The Artist. Van de Buys: Ja, maar ook dat is nauwelijks geweten, wat bewijst dat er weinig interesse is. Een oscarnominatie voor Rundskop is goed om Matthias Schoenaerts wekenlang op covers te zien staan, maar een Oscar winnen volstaat niet om bijvoorbeeld een interview met de dirigent in de media te krijgen. Want klassieke muziek is elitair en saai, volgens de media. Maar die Oscar bewijst wel dat het Brussels Philharmonic opnieuw zn plaats verovert op het wereldtoneel.
EhB!magazine 10 | 23
De Erasmushogeschool Brussel is d pluralistische hoger onderwijsinstelling van Brussel. Haar voornaamste stakeholders zijn haar verscheiden studentenpopulatie, Brussel als internationale en multiculturele stad n een open en verdraagzaam Vlaanderen. De EhB biedt aantrekkelijk onderwijs aan, gericht op de professionele en/of artistieke praktijk, in synergie met onderzoek, kunstontwikkeling en dienstverlening ten bate van de maatschappij. De EhB leidt studenten op tot humanistische, gengageerde en kritische wereldburgers, die hun vak onder de knie hebben en tevens respectvol met mens en maatschappij omgaan
De Erasmushogeschool Brussel telt 25 bacheloropleidingen (20 professioneel gerichte bacheloropleidingen en 5 academisch gerichte bacheloropleidingen*) en 9 masteropleidingen*. Daarnaast biedt de hogeschool meerdere voortgezette opleidingen en via het Centrum voor Permanente Vorming EhB+ ook postgraduaten en bij- en nascholingen aan. Zij heeft een uitgebreid aanbod voor afstandsonderwijs. De Erasmushogeschool Brussel is partner in de Universitaire Associatie Brussel. De Erasmushogeschool Brussel is samengesteld uit vijf departementen en twee Schools of Arts. In totaal zijn er 8 campussen verspreid over Brussel. Volg dagelijks het reilen en zeilen van de Erasmushogeschool Brussel via de volgende kanalen: ehbrief.ehb.be www.facebook.com/erasmushogeschool www.twitter.com/ehbrussel
Het departement Rits - School of Arts verzorgt de opleidingen Audiovisuele Kunsten (programmamaker, regisseur of scenarist voor speelfilm, radio en televisie, animatiefilm en documentaire), Audiovisuele Technieken beeld-geluid-montage, audiovisuele assistentie, podiumtechnieken en Drama (spel/regie). Het departement Industrile Wetenschappen & Technologie (IWT) verzorgt de opleidingen Industrile Wetenschappen (industrieel ingenieur)*, Stedenbouw & Ruimtelijke Planning*, Toegepaste Informatica en Multimedia & Communicatietechnologie. Het departement Toegepaste Taalkunde (TTK) verzorgt de opleidingen Toegepaste Taalkunde*, Vertalen* en Tolken* (Duits, Engels, Frans, Italiaans, Spaans en Nederlands) en Journalistiek (master)*. Het departement Koninklijk Conservatorium Brussel School of Arts (KCB) verzorgt de opleidingen Muziek, de Specifieke Lerarenopleiding Muziek en Musical. Het departement Campus Dansaert verzorgt de opleidingen Communicatiemanagement, Office Management, Journalistiek, Sociaal Werk, Toerisme- & Recreatiemanagement en Hotelmanagement. Het departement Gezondheidszorg & Landschapsarchitectuur verzorgt de opleidingen Verpleegkunde, Vroedkunde, Biomedische Laboratoriumtechnologie, Voedings- & Dieetkunde, Zorgmanagement en Landschaps- & Tuinarchitectuur. Het departement Lerarenopleiding verzorgt de opleidingen Kleuteronderwijs, Lager Onderwijs, Secundair Onderwijs, Buitengewoon Onderwijs en Pedagogie van het Jonge Kind.
www.erasmushogeschool.be
* Deze opleidingen integreren vanaf academiejaar 2013-2014 in de Vrije Universiteit Brussel. Meer info hierover op www.ehb.be/integratie