Professional Documents
Culture Documents
Beeldcultuur Samenvatting
Beeldcultuur Samenvatting
Artikel Artist meets audience: Kunst als ontmoeten in het tijdperk van het interactieve internet pg 346
Joke Beyl & Joke Bauwens (NIET alle namen kennen, grote lijnen/ideeen)
0. Inleiding
Kunst = ervaring die volledig deel uitmaakt van de alledaagse ervaringen van het menszijn (John Dewey) kunst (breed begrepen, zonder populaire cultuur als in televisie, muziek) = sociale ervaring kunstwereld = sociale wereld sociale dimensie van de kunsten = sociale betekenis van de esthetische ontmoeting tussen kunstenaars en hun publiek, interactie tussen context van de productie en receptie van de ontvanger deze dimensie = onderbelicht Dit essay: communicatieve benadering van cultuur Kunstwerken = media die betekenissen dragen en overdragen= uitwisseling van symbolische inhouden of betekenissen tussen kunstenaars en toeschouwers (Williams) Kunst in toenemende mate gemediatiseerd, altijd al zo MAAR ontwikkelingen door internet zijn opvallend: kunst niet enkel offline (bv. galerijen) maar ook online (voor creatie en consumptie) cultuurinstellingen/musea experimenteren met de manier waarop ze de esthetische ervaring van het publiek anders kunnen invullen (bv. Brooklyn Museum of Art in NY: via website publiek op fotos laten stemmen, blog van een kunstenaar) interactiviteit tussen experts amateurs verhoogd toegankelijkheid van kunst verhoogd publieksparticipatie verhoogd directer contact met publiek mogelijk Vragen over sociale relatie tussen kunstenaar en publiek en de gevolgen ervan voor het creatie- en belevingsproces rijzen op In welke mate wordt de ontmoeting tussen de kunstenaar en zijn publiek benvloedt door de ontmoeting in de context van het interactieve internet?
J. Dewey: om de esthetische ervaring werkelijk te kunnen begrijpen, is het een must aandacht te besteden aan de interacties die ten grondslag liggen aan kunst.
sociale dimensie van kunst centrale rol kunst als vorm van symbolische uitwisseling en interactie
Williams, 2006, cultural studies: Ervaring van kunst en cultuur dient als alledaags en gewoon te worden opgevat.
cultuur is heel gewoon het artistieke kan niet los worden gedacht van de wijze waarop mensen leven het alledaagse is de bron voor alle kunst Deze benadering van cultuur = toonaangevend binnen de cultural studies basisgedachte: menselijke praktijken krijgen vorm/bestaan dankzij de uitwisseling van symbolische betekenissen cultuurproducten (in de brede zin van het woord) hierbij van cruciaal belang cultuur = betekenisgevingspraktijken Kunst draagt bij tot de interactie van betekenissen => alledaagse sociale ervaringen zijn dus culturele/esthetische ervaringen
J. Dewey, 1960
kloof artistieke en esthetische ervaring kunst (= kloof produceren en ontvangen van kunst) waarachtig artistiek= kunstwerk moet gemaakt worden met in het achterhoofd de receptie en perceptie ervan. volwaardige kunstervaring = toeschouwer speelt actieve rol, neemt inbreng van de kunstenaar in acht Kadert binnen kritiek industrie gemechaniseerd, loskoppeling actie (werk) en receptie (kunstbeleving), hierdoor passieve receptie: doing en undergoing. Oorzaak = kunst los van het alledaagse, want geen sociaal doel meer
Benjamin, 1940
scheiding van productie en receptiecontext meerwaarde voor de toeschouwers ( Dewey) mechanische reproductie van kunst => aard en functie en esthetische ervaring van kunstwerk veranderd receptie is collectieve, diepere en meer kritische ervaring stelt toeschouwer in staat wereld beter te begrijpen posities producent en consument: meer inwisselbaar
Thompson, 1995
scheiding contexten erg bepalend voor de communicatie en sociale verhoudingen in de moderne gemediatiseerde samenleving VOOR introductie mediatechnologieen: contexten moeten samenvallen om va een ontmoeting/ interactie te spreken NA: gedeelde tijd/ ruimtekader hoeft niet meer: + virtuele ruimte
ASYMETRIE: massamedia produceren symbolische inhouden, publiek heeft ontvangersrol en weinig inbreng, maar niet machteloos Afwezigheid van betekenisproducent op het receptiemoment heeft vrijheid om met de symbolische inhouden om te gaan Boek Thompson net voor internet-boom uitgegeven. ICT daarom niet behandeld
2. Het interactieve internet geeft geen machtsposities aan de gebruiker omdat deze vrij kan handelen. Het gaat hier om een negatieve vrijheid die de machtshebber ten goede komt door bij de consument de schijn op te wekken dat hij zelf beslist welke weg hij opgaat eerste argument: interactie en participatie vloeien voort uit een plicht om te kiezen door de moderne maatschappij waarin individualisatie een taak geworden is. Bauman: - Keuzevrijheid is een valse vrijheid. Levensdoelen liggen niet meer op voorhand vast => verplicht eigen identiteit construeren - hoofdkenmerk postmoderne samenleving: leden zijn consumenten. Onzekerheid verlichten => consumeren. Geen externe dwang. Maar we zijn ook geen autonome individuen meer, we geloven in de mythe van een gemeenschap met gemeenschappelijke doelen. Hierdoor consumeren we = handelen zoals we denken dat we willen, niet zoals we zelf willen. tweede argument: - Terranova, 2000: interactie is een bevestiging van het heersende systeem, geen vorm van verzet. Deze digitale economie is niet nieuw, wel een nieuwe fase. Basiskarakteristieken van de kapitalistische maatschappij blijven. - Jarett, 2008: gebruikers produceren zelf content, maar gestuurd. Uiteindelijke controle door klassieke producent. Interactiviteit= disciplining theory. - Bovenstaande = proces via positieve verleiding, geen dwang. Strategie om machtrelaties te versterken en de gebruiker sterk te binden aan de producent.
3. Internetgemedieerde kunstervaringen
Mediatheoretische invalshoek: machtscontrole Relatie kunstenaar en aanschouwer: machtsaspect eerder autoriteit en legitimiteit Interactieve mogelijkheden: wat is kunst-bepaling positie: niet meer exclusief voor de kunstenaar. Consument kan ook deel uitmaken van deze conversatie. Hoe ver kan dit gaan? = autoriteit van de kunstenaar, deze vraag stellen is geen nieuwigheid (bv. 18de eeuwse componisten: publiek speelt rol in het creatieve proces; Lorca) Zowel kunstenaar als aanschouwer belangrijke rol in autoriteitsvraagstuk (onderzoek Nick Couldry, 2000 naar symbolische autoriteit binnen klassieke en nieuwe media) doemdenken middel om macht te versterken fout interactieve internet wel mogelijkheid om te groeien tot een correctie van de sociale macht, bv. consument komt op gelijke hoogte als producent MAAR dit veronderstelt dat het internet gewaardeerd wordt als nieuwe sociale ruimte, moet erkend worden als een autoriteit door zowel producenten als consumenten Mediaconsument houdt vaak bewust onderscheid tussen mediawereld en dagelijkse wereld in stand om het mystieke ervan te bewaren Misschien : noch de kunstenaar, noch de toeschouwer wil dat de toeschouwer betrokken wordt in het creatieproces. Dit zou de mystiek rond het concept kunstenaar in het gedrang kunnen brengen.
4. Uitleiding
Het antwoord: waar voorbije wegen elkaar kruisen
interactieve internet geeft aanleiding tot een ander soort kunstervaring verandering kan op twee verschillende manieren begrepen worden 1. Thompson: mediatisering van de samenleving => opsplitsing van de productie en receptie context manipulatie van de producent valt weg meer macht voor de recipint versteviging van de autoriteit van de traditionele producent ( neoliberale plicht, niet keuze) 2. sterk geloof in participatieve mogelijkheden voor het interactieve publiek kunstervaring evolueert naar collectieve dialoog tussen kunstenaar en aanschouwer meer bewust van belang van de andere partij kunstenaar en publiek opnieuw passioneel betrokken in het creatieproces (Dewey) Benjamin: technologie => meer kritische en collectieve kunstervaring => gemeenschappelijke autoriteit
Sociale relatie tussen kunstenaar en publiek: verschillende betekenissen: ofwel versteviging van de autoriteit van de kunstenaar, ofwel versterking van de autoriteit van het publiek Wat gebeurt er met de rol van de kunstenaar als de autoriteit van het publiek versterkt wordt? Bruckman: in online wereld nood aan nieuw type kunstenaar: de kunstenaar die de creativiteit van anderen inspireert Rheingold: computerkunstenaar beschouwt publiek als artistieke samenwerking. Toch bevindt de kunstenaar zich nog op een meta-niveau Kritiek Elias: kunst zou moeten leiden tot een stimulering van creativiteit van het kijken, het bekomen van een creatieve kijk op de wereld Als de autoriteit van de kunstenaar wordt verstevigd, wat betekent dit dan voor de rol van het publiek? Couldry: publiek niet geneigd autoriteit van de kunstenaar te ondermijnen => demystificatie => liever gepassioneerd genieten als ontvanger BESLUIT: Het stellen van de vraag naar de impact van het interactieve internet op de sociale relatie tussen de kunstenaar en het publiek is waardevol, maar onvoldoende. Extra vraag erbij is nodig: is dergelijke demystificatie van autoriteit wel gewenst door beide partijen?
Artikel De kracht van beeld in en voor onderwijs pg Free De Backer en Koen Lombaerts 0. Inleiding
Artikel is aanzet om kunst- en beeldeducatie optimaal te integreren in het reguliere onderwijs.
2. Onderwijspraktijk
Structureel inbedden van kunsteducatie als leergebied in onderwijs => niet automatisch gelijk aan leerdomein optimaal benutten Problemen in de uitvoering, ondanks eindtermen: implementatie muzische vorming moeilijk, ontbreken visieontwikkeling met langetermijndoelstellingen 1. Lerarenopleiding belangrijke rol 2. Ook opvatting die leraren hebben over plaats kunst en beeld in de klas is belangrijk (vaak bekeken als soort recreatieve opvulling) Klimaat dat een bereidheid tot attitudewijziging bij leraren stimuleert => sneeuwbaleffect op klasniveau 3. Op schoolniveau: directeurs pleiten voor meer mogelijkheden tot bijscholing voor muzische vorming MAAR gering aanbod + nascholingssessies volgens leraren duur etc Alternatief: stages in de culturele sector tijdens de lerarenopleiding, maar te kort aan financiele middelen Samenwerking nodig tussen onderwijssector en culturele sector
Belang van zelfregulatie ook te maken met het formuleren van een antwoord op diverse maatschappelijke ontwikkelingen (meer informatie, snelle veranderingen, individualisering) Toch zelfregulerend leren moeilijk intrede in onderwijspraktijk: vaak terughoudendheid om leeractiviteiten die traditioneel door leraren worden opgenomen, door te geven aan leerlingen Werken aan zelfregulerend leren vereist aangepaste leeromgevingen om meer in te spelen op eigen capaciteiten en interesses. Ondanks moeizame introductie: leergebied muzische vorming: verantwoordelijkheid van eigen leerproces van leraar naar lerende is evidentie KSO: zelfregulerend leren centrale plaats: open ateliers en jaaropdrachten: verwachting verregaande zelfstandigheid bij de uitvoering
5. Conclusie
Beeld neemt al een belangrijke plaats in de onderwijsleerprocessen aan, maar mogelijkheden op vlak van artistieke beelden nog sterk onderbenut. Hedendaagse kunst nochtans belangrijk deel van de beeldcultuur + biedt veel educatieve mogelijkheden Net als andere educatieve middelen wordt kunst gebruikt om inhoudelijke uitleg te verschaffen over wat onze cultuur meent dat haar leden zouden moeten weten Slechts bruikbaar educatief middel als leraren er vertrouwd mee zijn Impliceert fundamentele hertekening van het onderwijs
Opvallende parallellen tussen de uitgangspunten van kunst- en leertheorien op vlak van interpretatie en betekenisgeving door toeschouwers en lerenden Nadruk eigen inbreng van de toeschouwer/lerende Concept zelfregulerend leren TOCH mogelijkheden kunst- en beeldeducatie voor onderwijs onderbenut. Er zijn praktijkvoorbeelden waar kunst en beeld wel belangrijke plaats innemen in klaspraktijk => levert veel expertise op => nog onvoldoende om als inspiratiebron te gelden OVERLEG dat individuele projectvisies overschrijdt kan een belangrijke aanzet vormen.
ARTIKEL: De mens tussen magie en wetenschap pg 40 Jean Paul Van Bendegem Inleiding
Magie is de merkwaardige voedingsbodem geweest voor het wonder dat nu de wetenschap is. In dit artikel: de gemeenschappelijkheden benadrukken.
Succesverhaal van de wetenschappen: wordt gewoonlijk verteld tegen de achtergrond van de natuurkunde. (Eind 16de E: Galileo Galilei: valwet, Kepler: 3 planetaire wetten, Newton: zwaartekrachttheorie, Einstein: algemene relativiteitstheorie) Waarin zit het selectieve? Hoe wordt de wereld vereenvoudigd? Essentieel zijn de wetmatigheden, natuurwetten. Bijkomstig zijn de begin- en randvoorwaarden. Als we dan toch aan het vereenvoudigen slaan, waarom slechts lijst van wetmatigheden? Waarom niet op zoek naar n fundamenteel principe, d wetmatigheid? Af en toe heeft men gedacht het principe aller principes te hebben gevonden. (bv. Principe van de kleinste actie: natuur is lui) Fundamenteel gevolg: zodra op n bepaald moment op n bepaalde plaats geweten is waar alles zich bevindt, n en slechts n verder verloop overblijft Westerse mens diep onder de indruk van deze einduitkomst na zoveel eeuwen zwoegen: n wet, n scenario, n taal: de wiskunde (zelf God uit zijn eigen schepping gebannen) Demon van Laplace: Superieure intelligentie die in staat is van alle deeltjes in het universum de plaats en snelheid te kennen op n bepaald ogenblik, beschikt over de nodige wetmatigheden en een onbeperkt rekenvermogen Het universum is een open boek voor de demon: alles is bekend voor de demon Wij mensen zijn geen demonen: voorspellen is ons niet gegeven (enkel begin- en randvoorwaarden tot het toevallige verklaren) Vandaag: voorzichtiger geworden. Waarheid en niets dan de waarheid is niet voor ons weggelegd (in beste geval toegang tot een deel ervan), gelijke oorzaken hebben niet altijd gelijke gevolgen Paniek in de wetenschappelijke gemeenschap? Niet noodzakelijk. Sommigen spreken van de herbetovering van de natuur, verloren gegane alliantie tussen de mens en natuur moet hersteld worden WANT alles bij elkaar, 1 ding uit het oog verloren: onszelf. Waar is onze plaats in deze wereld?
Het stereotype: Heeft de eigenschap dat het tegelijkertijd een samenvatting is van de gegeven verzameling n van dezelfde aard is als de objecten in kwestie. Er kan geen sprake zijn van de perfecte gelijkenis, dus overstappen vaan een mildere vorm: de analogie De analogie: Het net-niet van de menselijke rede Kunst van het analogie is zeer subtiel => kan makkelijk ontsporen Analogieen worden opgeblazen tot een omvang die levensgevaarlijk wordt, krijgen een sterkte die hun niet toekomt (bv. Astrologen zien gelijkenissen tussen sterrenbeelden en karakters) Ook stelt men zich tevreden met gedeeltelijke analogie: een deel van een ding kan best voor het ding zelf staan (bv. Je bent wat je eet, wat je draagt) Ook zijn analogieen niet kieskeurig wat het onderwerp betreft (bv. Harmonie in muziek/lijf/sferen) Terug naar de beginvraag, wat is mijn plaats in deze wereld? Ik sta, als deel van de wereld, in het centrum van de wereld (Mijn woorden zijn middelen om controle uit te oefenen op deze wereld) Door deze sterke vereenvoudiging: mijn brein kan de wereld aan want mijn brein is in wezen niets anders dan een gereduceerde kopie van de wereld. De wereld hoeft dus niet meer te worden betoverd MAAR: brein te klein en bescheiden voor deze wereld het gaat vaak mis. Hoewel: we willen het raadsel van de wereld ontcijferen opdat we uiteindelijk de ander zouden leren kennen (verdediging van de magie).
Boeiendste vraag van allemaal: hoe komt nieuwe kennis tot stand? Analogie speelt hier rol in: terugvallen op modellen die je hebt. Optimist : dit kan zolang doorgaan tot het onbekende geheel bekend is MAAR botsen op grenzen die eigen zijn aan de mens: totale kennis betekent ook totale kennis over mezelf, totale kennis van alles wat ik weet en zal weten, doe en zal doen. Een dergelijk denksysteem is volledig uitgesloten, heeft geen contact meer met de wereld en heeft de wereld ook niet meer nodig. Bv. demon Laplace zou niet interessant zijn om een gesprek mee te voeren, hij weet al alles wat zal worden gezegd. DUIDELIJK: zowel ruimte voor het magische als voor het wetenschappelijke
Artikel: wij zijn allemaal filosofen. Ja, maar hoe? pg 48 Jean Paul Van Bendegem Vraagstelling
Filosofie voor alledag in de (commercile) lift => stapels boeken: hoe toepassen of gebruiken filosofie in onze dagelijkse levenswandel (probleem met zingevingsvragen => volstaat om eens rond te kijken en met een (vereenvoudigde) filosofische stroming mee te gaan) Eerste spontane respons op deze ontwikkeling: eerder negatief. Het kan toch niet de gedachte zijn dat voor elke daag die ik stel, ik een geschikte filosoof kan vinden die voor mij deze daad zal verantwoorden? We denken, met de nodige citaten gewapend, dat we allemaal effectief filosofen kunnen zijn, zij het op een eenvoudige manier. We kunnen wel allemaal filosofen zijn, maar niet op de manier zoals hierboven grof geschetst De vraag wordt: Als mensen allemaal filosofen kunnen zijn en de aanpak hierboven deugt niet, hoe moet het dan wel?
Betere vraagstelling
Ik wil graag het goede leven leiden, hoe doet ik dat? Eerst voorafgaande vraag aanpakken: hoe kunnen we het goede leven invullen? = het goede doen Ik wil een bepaalde daad stellen, wat doe ik Om te weten welke daden ik als goed beschouw, moet ik de verschillende mogelijkheden kunnen inschatten en beoordelen: welk scenario komt als beste uit de bus? Lijkt kwestie van grote eenvoud: gebruik de beste kennis die je hebt, schrijft de scenarios op, evalueer de scenarios, kies het beste en voer het uit Zo simpel is het niet, door volgende problemen: 1. Geen unieke uitsluitende methode om een schaal op te stellen zodat scenarios gerangschikt kunnen worden en het beste uitgekozen kan worden
2. Stel dat ik toch het beste scenario heb geselecteerd, dan heeft het scenario er waarschijnlijk geen rekening mee gehouden of het ook daadwerkelijk uitvoerbaar is (kosten te groot) 3. Het beste scenario is gekozen maar er blijft de mogelijkheid dat ik het niet wil uitvoeren (ik heb geen zin) Als we deze problemen buiten beschouwing houden, kunnen we ons concentreren op het eerste aspect: maak gebruik van de beste kennis die je hebt
Probleem: hebben vaak verschillende opinies. Ermee omgaan als meta-expert: de experts hun argumenten zelf afwegen tegen elkaar. (Nieuw probleem: beoordelen van argumenten is al een even moeilijke zaak) als je antwoord hebt op verhouding tussen logica, argumentatie en de wereld, terug naar oorspronkelijk probleem: wie is de meest betrouwbare expert? Geen interessante strategie Andere route: hoe heb ik kunnen overleven tot nu toe? Welke strategien heb ik gevolgd? Twee mogelijkheden. 1. Er zijn nauwelijks strategien te volgen 2. Indien er verschillende strategien te volgen zijn, heb ik gehandeld volgens mijn beste inzichten Oplossingen hieruit? Oplossing 1: maak je geen zorgen, je leeft jouw leven niet, het wordt geleefd Het leven is een banaal stukje gebeuren, bijna integraal voorspelbaar, dus leef het ook zo. Daardoor verdwijnt natuurlijk de vraag naar het goede leven. Deze oplossing is ook niet bevredigend omdat niet alle lastige scenarios vermeden kunnen worden. Oplossing 2: doe je best, vertrouw op jezelf Je hebt doorgaans een eerste gevoel, en meer dan vaak handel je naar dat inzicht. Je voelt aan. Maar de onvermijdelijke vraag moet gesteld worden: waarop zijn mijn inzichten gebaseerd? Diezelfde wetenschappen er weer bij betrekken Inzicht krijgen is grotendeels onbewust proces: terug naar af Oplossing 3: durf het aan, vertrouw op de ander Ik wil wel maar ik herken mezelf in de ander = probleem. Alles wat voor mij geldt, geldt ook voor hem dus die ander zit met juist dezelfde problemen. De ander is geen expert, maar een medereiziger. Meer doen dan vaststellen hoe de ander reageert kan je niet. Het nastreven van een vorm van conformisme is zeker niet de bedoeling. Oplossing 4: vertrouw niemand, jezelf inbegrepen Dit is een onleefbare positie die enkel aanleiding gaat geven tot het bouwen van schuilkelders voor de komende ondergang van de wereld. Oplossing 5: oplossing 2 is in orde, als je ze maar aanvult met voldoende wetenschappelijke kennis Uiteraard volg je je eigen inzichten, maar die kan je bijsturen met wetenschappelijke inzichten. misschien lichte obsessie met uiterst gedetailleerde scenarios, is dit wel nodig? Zijn benaderende scenarios niet voldoende? Benaderende scenarios geven vaak totaal verkeerde indicaties (detail stuurt vaak uitkomst van een scenario een totaal andere kant op)
Artikel: Merlin Spie: verstilde bezieling, bezielde verstilling pg 620 Wim De Pauw, Merlin Spie Heimat ongeschreven geschiedenis
Binnen ouderlijke huis: armoede en emotionele zwaarte binnen het gezin overheerste. De enige hoop was het leven zelf. Spie beseft al vroeg dat ze hier niet in thuis hoorde. Ze gaf als kind al aan alles een ziel, alles was waardevol. Toen het gezin uit elkaar viel, kwam het huishouden op haar schouders terecht. Ze koos voor een stabiel en hard leven. Ze maakte haar eigen thuis, een veilige terugvalbasis. Het gezin, trouw en de band tussen ouders en kinderen vormen de hoekstenen van het leven. De wereld van de kindertijd kiest men niet. Het maakt wat we zijn. Bombed Shell falling (gebombardeerde vallende schelp) pg 621 Geheel straalt eenheid, sereniteit en verbondenheid uit, maar titel doet anders vermoeden. Het gezin implodeeert van binnenuit en de moeder doet verwoede pogingen om iedereen samen te houden.
Studies
Toegepaste grafiek, Sint Lukas: met beeldelementen leren omgaan om haar studies te betalen: verpleegwerk in bejaardentehuis Ze vond het geschreven woord ontoereikend. live actie zet kracht bij. Eerste multimediale performance, opgedragen aan haar grootouders Niemand was met performances bezig die tijd. Dankzij niet schoolse vorming tot kunstenaar, kon zij zich buiten de lijn plaatsen Enige manier om vrijheid van gedachten en handelingen te behouden was voor haar het kunstenaarschap.
Twee jaar naar Polen: specialisatie, kunstenaarsnaam opgenomen die niet als mannelijk of vrouwelijk gelezen kan worden (idee van mens in zijn totaliteit) Onder andere les van Kruk: hij leerde haar hoe ze haar ziel kon aanvaarden en versterken met eigen vragen en antwoorden. Erkennen van haar bodem gaf haar gevoel van thuiskomen. Onder invloed van ander land ook aangeleerde methoden tot discussie gesteld => zelfreflectie Verschillende performances in Polen, Belgie, Denemarken Driejarige studies aan HISK, Antwerpen In alle vrijheid exploreren en haar kunst aftoetsen aan de vele gastdocenten La Petite Musette, Casque, pg 623 (de kleine musette, ingekapseld)
Evolutie
Eerste fase artistieke rijpingsproces: uitdieping van zichzelf en de omgeving + zoektocht naar vorm Sterke botsingen en vraagstellingen over de binnenkant van het systeem Zijnsvragen uitgediept, in de richting van een andere zijnswereld gekeken Focus: wereldproblematiek en zijn maatschappelijke consequenties Tweede fase: werken met de mens Menselijke lichaam, de ziel en haar puurheid, de bron Botsingen van haar persoonlijke standpunten ten aanzien van maatschappelijk perverse krachten. Kritische reflectie, in alle vrijheid Derde fase: haar rustpunt Ademruimte: rust en traagheid In plaats van botsingen: meer persoonlijke visies Het abstracte Samenwerken met collegas uit andere media (dans, video, muziek)
Artistieke voedingsbodem
Afwezigheid vrije kunstenopleiding: bood de vrijheid om ongedwongen en los van vastliggende en beperkende denkkaders een traject af te leggen + unieke expressietaal te ontwikkelen. Merlin Spie wordt benvloed door veel zaken: Alles in de omgeving heeft belang Vele dingen geven inspiratie, maar niet uit de kunstwereld
Wel het zien van enkele films + literatuur: bv. Neurochirurgie, suprematisme, grote denkers Zelden wordt gerefereerd naar kunstgeschiedenis Kunstenaars met wie parallelen kunnen worden getrokken: 1x werk rechtstreeks tov Sally Man(kinderen als lustvol) => Spie: siroopseries: (kind als kwetsbaar, zuiver, puur) Jeff Kloons gebruikt boter (erotisch) op andere manier dan Merlin Spie (vraagstelling naar gebruik kostbaar product) Met Louise Bourgeois: soms vormelijke gelijkenissen, dieperliggende emoties, conflictueuze gezinsstituaties uit jeudjaren Abramovic: andere vormgeving, publiek wordt ook nauw betrokken, ruimte wordt doordrongen met emoties Joseph Beuys: het engagement, energiebanen, de essentie, diepmenselijke gevoelens zichtbaar maken in een specifieke beeldtaal Masturbated Cupidity, pg 629 (zelfbevlekte hebzucht)
Transformatie
Gevoeligheden opnemen uit de omgeving om ze te transformeren. Achteraf: inzichten worden verwerkt tot een artistieke vorm. Niet alles moet cognitief begrepen worden, rationaliteit kan bepaalde essentiele ervaringen in de weg staan. Toelaten vertwijfeling => opening tot rust, toeval, spontane gedachten => gevoel kan begrepen worden. Opnemen van de ervaringen gebeurt door te zien, voelen, zintuigen scherp maar vooral: door zichzelf er empathisch in te verplaatsen. Deze lading gedachten overzetten naar beeldelementen: Niet evident, vergt veel inspanning Trachten het negatieve positief te keren => steeds hoop aanwezig in het werk Zeer intens proces, het wordt doorleefd omdat het negatieve zo intens heeft kunnen inwerken Voldoende tijd nodig tussen het beleven en het creeren, anders installatie misschien pathetisch. Emoties moeten de tijd krijgen om te rusten, achteraf rationeel bekijken (welke kleur, beeld, klank, woorden,.. aan geven). Kracht en intentie mogen niet verloren gaan. Uitdenken is dus achteraf, wordt ondersteund door reflectie. Creeren gebeurt best in stilte voor het mediterend karakter, de concentratie en de rust. Creeren is het weggaan van het onechte, op zoek naar de bron/ de essentie. Tekenen maakt geen essentieel deel uit van het creatieproces. Bij Spie worden ze niet gemaakt met het oog op een nieuw werk. Tijdens de periode van praktische uitvoering: probleemoplossend denken Maakt essentieel deel uit van het werk Hand made tatoeages (ode aan het ambachtelijke)
Tijdens de uitvoering van de performance wordt de mentale toestand waarin de kunstenaar verkeerde tijdens het absorptieproces, terug opgeroepen. Nodig om bezieling aan de performance te geven en ze te kunnen doorgeven aan het publiek. Fysieke en mentale pijn: tonen ervan niet het doel, wordt verborgen gehouden Werken met polyester mallen waarin de kunstenaar ook vaak zichzelf insluit, is een constante in haar werk = harnas als bescherming tegen ondraaglijke maatschappelijke omgeving In turbulent perfidious heights, pg 630 (in turbulente veranderlijke hoogten)
Lichaamskunst
= kunstvorm die omgaat met het gehele menselijke wezen, met het heelal en zijn cellen Expressie van zintuiglijke en mentale zijn, van het weten en geweten, van de zie Zijnsexpressie via het levende lichaam: lichaam ondergaat een transformatie: maakt beelden intenser Niet theatraal, wel voortvloeisel uit echtheid Directe vorm van expressie Provoceert en daagt uit tot overpeinzing Kunstenaar toont wat via de klassieke patronen van het dagelijkse leven niet verklaard kan worden Vertellen wat het wezen doorstaat, op gelijke voet met publiek Publiek is de jury bij een performance Visuele en inhoudelijke confrontaties => gengageerd werk, maar niet eenduidig te interpreteren, niet als moraliserend want geen feitelijke informatie gegeven tijdens de actie Maatschappelijke belevingszones opzoeken die normaal voor de buitenwereld verborgen worden gehouden. Swallow, pg 636 (zwaluw, slikken)
1965: bv.vagina schilderij, interior scroll, le baiser dartiste: reactie op de door mannen gedomineerde golf van actionpainting, vrouwonvriendelijke benadering, reacties groeiden uit tot feministische beweging Jaren 70: Term body art: lichaam als instrument, grote varieteit aan werken, verschillende manieren om body art te gebruiken: - Uiting aan de vormelijkheid in de relatie tot de omgeving - Als medium om uiting te geven aan lichamelijke transformaties - Zichzelf presenteren als levende sculptuur - Ondergaan van pijn en angst - Psychologische aspect van lichaam - Confronteren met maatschappelijke taboes - Sterk politiek gengageerde performances Bij Merlin Spie: vele dimensies van deze worden aangeroerd: zichzelf transformeren tot levende sculptuur, maatschappelijke vragen, mentale ruimte, aftasten fysieke pijngrens Spie voelt zich niet verbonden met de feministische golf. The light of the body is the eye, pg 638 (het licht van het lichaam is het oog) Meest monumentale performance, 9 personen
Beeldtaal
Werk van Merlin Spie valt niet eenduidig te interpreteren. n enkel beeld, verschillende gezichtspunten. Handleiding bij het bekijken en interpreteren van haar werk: 1. Horizontaliteit verticaliteit: Horizontaal denken: breedte. Alles overschouwend, in andere context plaatsen, in stukken van tijd denken, gaat eindeloos door, geen begin en geen einde. n boog. Verticaal denken: stilstaan, in de diepte gaan. Eindeloos. Tegen oppervlakkigheid. 2. Gelaagdheid: ziel draagt de sporen van het eigen leven en dat van onze voorouders. Collectief geheugen. Persoonlijke geschiedenis en maatschappij. In relatie met het verticale denken. De rijkdom maar ook de complexiteit.Tot de kern komen is hele opdracht. (die ook deel uitmaakt van dit performancewerk) . 3. Geladenheid: lichaam biedt weerwerk, lukt dat niet => dysfunctioneren van orgaan (fysiek/mentaal). Energie die nodig is om telkens opnieuw af te weren, put de deeltjes uit. Met sensoren leren omgaan om onze prikkels op te vangen, we leren ze veelal te verloochenen. Kunstenaars doen deze sensoren herleven. 4. Tegenpolen: tegenpool doet reflectie ontstaan 5. Paternalisme, het matriarchale en het nieuwe: oude denken: strijd, onderdrukking van de ontwikkelingsdynamiek van de andere. Nieuwe denken: partijen gelijk, amen een geheel, samen maakt meer Le silence des sources- - culture of senses, pg 642 (de stilte van de bronnen, cultuur van de zintuigen)
Artikel: Le silence des danses: het geheugen, het denken, de stilte en de dans Marianne Van Kerkhoven
Mengeling beeldende kunst en theater => interdisciplinaire tussenvormen die zich moeilijk laten benoemen. Merlin Spie: installaties waarbinnen zich tot beelden gemetamorfoseerde levende personen bevinden. La silence des danses: drie solos
+ proun: schilderij waarbinnen een beweging (en dus een tijdsperspectief) wordt aangebracht Heldere rode kleur en scherp omlijnde blokken in Memory of thought verwijzen naar het suprematisme. Video voor recollection of the mind is modern evenbeeld van the proun (lijkt driedimensionaal)