Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 4

STRAF(PROCES)RECHT II (B2) - TENTAMEN 14 JUNI 2013 Vanzelfsprekend dient u bij de beantwoording van de vragen goed leesbaar te schrijven!!

Verdeel uw tijd goed!! U dient bij de beantwoording van de verschillende casus bij elke casus op een nieuw vel papier te beginnen!! Casus I (4 deelvragen, 28 punten) Spoorwegdrama Mieke stopt haar auto voor een spoorwegovergang waarvan zojuist de alarmlichten zijn aangegaan. Een haar van achteren naderende auto botst zodanig tegen haar auto aan dat zij de spoorwegovergang wordt opgeduwd. Uit schrik voor de naderende trein probeert ze - wat onhandig - zo snel mogelijk haar auto te verlaten. Zij is net te laat en verliest door de botsing tussen haar auto en de trein haar linkerbeen. Pim, de bestuurder van de achterop botsende auto, wordt vervolgd voor mishandeling met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (art. 300 lid 2 Sr). Er komt vast te staan dat hij met een snelheid van 90 km/u aan kwam rijden, waar 50 km/u de toegestane maximumsnelheid betrof. Pim betoogt ten eerste dat het niet door hem, maar door Mieke zelf komt dat dit letsel zo ernstig is. Als zij sneller en adequater had gehandeld, had ze volgens hem gewoon de spoorwegovergang aan de andere kant weer af kunnen rijden en was er helemaal niets gebeurd. a) Zet gemotiveerd uiteen of het letsel van Mieke is veroorzaakt door Pim, zoals voor een bewezenverklaring van de tenlastelegging is vereist. (9 punten) Pim stelt dat het helemaal niet zijn bedoeling was een botsing te veroorzaken. Hij heeft de wachtende auto naar eigen zeggen gewoon niet gezien. Hij wist en zag pas bij het uitrijden van een bocht dat hij een spoorwegovergang naderde. Toen hij de auto (van Mieke) zag staan, heeft hij geprobeerd de botsing te vermijden door hard te remmen. Dit wordt bevestigd door remsporen op het wegdek. Daarna heeft hij met gevaar voor eigen leven, maar tevergeefs, geprobeerd Mieke uit haar auto te bevrijden door de spoorwegovergang op te rennen. b) Zet gemotiveerd uiteen of een bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten volgens u kans van slagen heeft, gelet op deze door Pim aangevoerde feiten en omstandigheden. (8 punten) Op de telefoon en achterbank van Pim worden sporen aangetroffen van een op handen zijnde ontvoering. In zijn telefoon zit een digitaal draaiboek van een ontvoering, inclusief een beschrijving van het beoogde slachtoffer, diens woonadres en het beoogde tijdstip van ontvoering (enkele uren later). Verder worden op de achterbank een grote hoeveelheid snoepgoed, pakjes appelsap en een teddybeer aangetroffen. c) Zet gemotiveerd uiteen of vervolging voor voorbereiding van ontvoering in de zin van art. 282a Sr kans van slagen heeft. (8 punten) Stel dat anders dan hiervoor Pim zo hard reed omdat hij kort daarvoor met succes een gewapende overval op een tankstation heeft gepleegd en zich uit de voeten wil maken voor de politie. Bij die overval heeft Pim een vuurwapen gericht op de pompbediende en de pompbediende aldus gedwongen de kassa te openen. Na een greep in de kassa te hebben gedaan, is Pim ervandoor gegaan. De officier van justitie vervolgt Pim voor afpersing (art. 317 Sr). De raadsman van Pim bepleit vrijspraak omdat naar zijn oordeel geen sprake is van afpersing, maar van diefstal met geweld. d) Wat is het kenmerkende verschil tussen beide strafbare feiten en zet gemotiveerd uiteen of het verweer van de raadsman kans van slagen heeft. (3 punten) (1 van 4)

Begin voor de beantwoording van de volgende casus op een nieuw vel papier!! Casus II (4 deelvragen, 27 punten) - Ziekenhuis Beter-kan-niet In het ziekenhuis Beter-kan-niet, een stichting, hebben de twee hoofden van de afdeling chirurgie ruzie met elkaar. Verscheidene medewerkers hebben hier zoveel last van dat ze zich ziek melden. Dit vergroot de druk op de overige medewerkers, terwijl die druk al extreem was. Het bestuur van het ziekenhuis is op de hoogte van deze situatie, maar heeft besloten dat het in eerste instantie aan de afdeling chirurgie zelf is om tot een oplossing te komen. Lien is arts-assistent op de afdeling chirurgie. Het is, zoals meestal de laatste tijd, weer eens zo druk dat ze de hele dag loopt te rennen om alle patinten te kunnen behandelen. Ook zijn er wederom te weinig specialisten aanwezig. Lien moet daarom een operatie zonder specialist uitvoeren. Ze voelt zich verre van fit, maar durft daar niets van te zeggen uit angst voor nog meer trammelant. Lien maakt een ernstige fout waardoor patint A komt te overlijden. Vast komt te staan dat dergelijke operaties altijd dienen plaats te vinden onder toeziend oog van een specialist, volgens bepaald protocol en vanzelfsprekend door fit personeel. De specialisten hielden echter geen toezicht, het protocol was niet goed gevolgd en Lien was oververmoeid. Als voornoemde voorwaarden wel waren nageleefd, was de ernstige fout niet gemaakt en had de dood van de patint A voorkomen kunnen worden. a) Zet gemotiveerd uiteen of het ziekenhuis strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden voor dood door schuld (art. 307 Sr) van patint A. (9 punten) Stel, er blijkt nog meer mis te zijn binnen de afdeling chirurgie. Diverse gevallen komen aan het licht waarbij operaties niet goed zijn uitgevoerd vanwege de enorme spanning door de ruzie. De afdelingshoofden hebben dit gemeld bij de directeur van het ziekenhuis, maar zij blijven in onenigheid over de juiste oplossing. De directeur heeft hen gezegd dat ze er voor moeten zorgen dat de sfeer op de afdeling per direct verbetert, dat hij hier zelf niets aan kan doen en dat hij ook niet van plan is in de ruzie te treden. De mededelingen pakken averechts uit; de ruzie verhevigt. Het personeel heeft zo te lijden onder de gespannen sfeer, dat het wederom fout gaat bij een operatie. Bert, een nerveuze verpleger, die zojuist ontzettend grof is afgesnauwd door een van de chagrijnige afdelingshoofden en daardoor helemaal van slag is, brengt patint B zwaar lichamelijk letsel toe door erg onzorgvuldig te handelen. Ga er bij deze vraag vanuit dat het ziekenhuis aansprakelijk gesteld kan worden als functioneel dader. b) Zet gemotiveerd uiteen of de directeur van het ziekenhuis als feitelijk leidinggever strafrechtelijk aansprakelijk gesteld kan worden ter zake van het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 308 Sr) aan patint B. (9 punten) Stel dat verpleger Bert wordt vervolgd voor zwaar lichamelijk letsel door schuld (art. 308 Sr). Hij doet een beroep op psychische overmacht. c) Zet gemotiveerd uiteen welke gevolgen een gehonoreerd beroep op psychische overmacht heeft voor de vervolging van Bert ex art. 308 Sr (6 punten). Stel dat het bij vraag a niet gaat om een stichting, maar om een academisch ziekenhuis dat is gelieerd aan een rijksuniversiteit. De raadsman van het ziekenhuis betoogt in de zittingszaal dat het ziekenhuis als publiekrechtelijke rechtspersoon niet strafrechtelijk kan worden vervolgd. d) Zet gemotiveerd uiteen of dit verweer kans van slagen heeft. (3 punten) (2 van 4)

Begin voor de beantwoording van de volgende casus op een nieuw vel papier!! Casus III (4 deelvragen, 25 punten) - Dorpsfeest In Lutjebroek vindt op 11 juli 2012 een groot feest plaats. Theo en Peter maken al jaren deel uit van de organisatie van dit feest en zijn verantwoordelijk voor het opzetten van de grote feesttent op het dorpsplein. In de ochtend van 11 juli zullen Theo en Peter samen met een aantal vrienden deze klus klaren. Ze beschikken over een grote zak waarin alle onderdelen van de tent zitten: ijzeren stokken, ijzeren bevestigingspinnen en een tentdoek. Peter en Theo zien dat een aantal ijzeren bevestigingspinnen ontbreken. Terwijl zij daarover overleggen, wordt Theo geroepen door een aantal vrienden die een vraag hebben over het tentdoek. Peter besluit vervolgens in zijn eentje dat het ook wel zonder die ontbrekende bevestigingspinnen kan. Hij gebruikt extra tape om de stokken aan elkaar vast te zetten. Theo kijkt waarderend toe; hij is blij dat Peter een snelle oplossing voor het probleem heeft gevonden. Voor de zekerheid rammelt Peter nog een aantal keer aan de aan elkaar geplakte stokken en concludeert dat ze goed vastzitten. Het feest wordt aanvankelijk een groot succes:s avonds speelt een band enkele topnummers en iedereen in de tent swingt mee. Plotseling ontstaat paniek: een deel van de tent zakt in elkaar en iedereen die in dat deel van de tent staat wordt bedolven onder het tentdoek. Er zijn ook gewonden. En daarvan, Freddy, heeft veel pijn doordat n van de ijzeren tentstokken op zijn nek is gevallen. In het ziekenhuis blijkt dat hij uitvalsverschijnselen heeft doordat allerlei zenuwen in zijn nek zijn geraakt. Hij zal blijvend letsel overhouden aan dit dorpsfeest. Er komt een strafrechtelijk onderzoek naar de oorzaak van het instorten van de tent. Het ontbreken van een aantal ijzeren bevestigingspinnen waarmee de tentstokken aan elkaar hadden moeten worden verbonden, blijkt de oorzaak te zijn voor het ongeluk. Peter wordt vervolgd voor het delict van artikel 308 lid 1 Sr. a) Zet gemotiveerd uiteen of de vervolging van Peter voor artikel 308 lid 1 Sr kans van slagen heeft. (8 punten) Bij het instorten van de tent op het dorpsplein is ook het standbeeld van de burgemeester van Lutjebroek (dat op het dorpsplein stond) ernstig beschadigd. Aan Theo wordt daarom het medeplegen van artikel 350 Sr ten laste gelegd. De raadsman van Theo voert ter terechtzitting aan dat Theo wel samen met Peter had gezien dat ijzeren bevestigingspinnen ontbraken, maar Peter in zijn eentje de beslissing heeft genomen om de ijzeren tentstokken met tape aan elkaar vast te maken. b) Zet gemotiveerd uiteen of dit verweer van de advocaat van Theo zal slagen. (8 punten) Stel dat, anders dan hiervoor, Theo bij de voorbespreking van zijn zaak met zijn advocaat aangeeft dat hij niet heeft gezien dat ijzeren bevestigingspinnen ontbraken. Hij heeft wel gezien dat Peter de ijzeren tentstokken met tape aan elkaar vastmaakte (van een afstandje: hij was zeer druk bezig met het tentdoek), maar dacht dat dit ter versteviging van de gehele constructie was en niet ter vervanging van de ijzeren pinnen. c) Zet gemotiveerd uiteen op welke strafuitsluitingsgrond Theo zich kan beroepen. (6 punten) Stel dat de officier van justitie bij Theo subsidiair medeplichtigheid aan art. 308 lid 1 Sr ten laste legt. d) Benoem kort de voorwaarden die gelden voor strafbare medeplichtigheid. (3 punten)

(3 van 4)

CASUS IV: deze casus dient alleen te worden beantwoord door studenten van de bacheloropleiding Rechtsgeleerdheid (voltijd, deeltijd, vrijstellingenprogramma alsmede recht en management); studenten Internationaal en Europees recht behoeven deze casus derhalve niet te maken. Begin voor de beantwoording van de volgende casus op een nieuw vel papier!! Casus IV (4 deelvragen, 20 punten) Dreiging van een aanslag Verbalisanten zien dat iemand uit een caf komt, onvast ter been is, in een auto stapt, achter het stuur gaat zitten en de verlichting van die auto ontsteekt. Zij houden de man staande. Ineens herkennen ze de man van een foto uit een opsporingsbericht vanwege een op internet geplaatste dreigbrief, waarin een school als doelwit werd genoemd van een schietpartij waarbij zoveel mogelijk slachtoffers zouden worden gemaakt. De agenten houden de man direct aan, maar laten - in de hectiek van de herkenning - het onderzoek van uitgeademde lucht (art. 160 lid 5 WVW 1994) achterwege. Wel hebben de agenten van hun waarneming en hun ambtshandelingen een proces-verbaal opgemaakt. De officier besluit de man strafrechtelijk te vervolgen voor zowel de bedreiging als voor het rijden onder invloed (art. 8 WVW 1994). a) Hoe beoordeelt u de kans van een succesvolle vervolging voor het rijden onder invloed? (6 punten) Nadat het OM ter zitting een gevangenisstraf voor de duur van negen jaren heeft geist, wendt de verdachte zich tot u met twee vragen, voor het geval dat hij conform de eis wordt veroordeeld, namelijk: 1) hoe lang hij in werkelijkheid moet zitten en 2) wanneer hij in detentiefasering komt. b) Hoe luidt uw gemotiveerde antwoord op beide vragen? (8 punten) Stel dat de aanslagdreiging waarvan de man wordt verdacht door hem tot uitvoering is gebracht en dat daarbij een leraar om het leven is gekomen. Diens jeugdige echtgenote, mevrouw X, stelt hierdoor inkomsten te derven en begroot die schade voor de rest van haar leven op 1,6 miljoen euro. Mevrouw X wil zich daarom voegen in de strafzaak. Zij wenst dat ook de 5-jarige dochter van haar en het slachtoffer iets tegen de rechters mag zeggen. De officier van justitie acht de behandeling van de claim van mevrouw X vanwege de hoogte niet eenvoudig van aard, en oordeelt een 5-jarige meisje te jong om in de rechtszaal te verschijnen, laat staan een verklaring af te leggen. c) Welke mogelijkhe(i)d(en) heeft mevrouw X om haar punten met kans op succes onder de aandacht van de strafrechter te brengen? Betrek daarbij het standpunt van de officier van justitie. (6 punten)

(4 van 4)

You might also like