Ik heb een euro in mijn hand: 1ste graad

Instap: De leerlingen zitten in een kring. Één leerling zit in het midden van de
kring. De leerkracht zingt het lied. Terwijl wordt de euro doorgegeven langs de
rug. Op het einde van het lied moet de leerling in het midden raden wie de euro
heeft.

Per twee kan dit ook. Een leerling heeft een euro in de hand en verwisseld deze in
de handen achter de rug. De andere leerling raadt in welk hand de euro zit.

Kern: Elke leerling krijgt een plaats die een land voorstelt. Er kunnen ook
meerdere leerlingen in één land staan. De euro wordt van land tot land
doorgegeven. De leerlingen zingen terwijl het lied. Het liedje wordt gezongen tot
de euro helemaal is rond geweest. Zo wordt het liedje goed aangeleerd.

Verwerking: Als de leerlingen het liedje goed hebben geleerd, kunnen er

spelletjes worden gespeeld tijdens het zingen. Een leerling reist de euro doorheen
zijn eigen lichaam. Terwijl iedereen meezingt, raden de andere waar de euro is op
het einde.

De leerlingen kunnen op een kaart van België of Europa een eigen weg maken
van de euro.

Herfst is weer gekomen: 1ste graad

Instap: De leerkracht toont verschillende prenten van seizoenen. De leerlingen

halen de prenten eruit met kenmerken van de herfst. Dit wordt dan ook
besproken.

De leerlingen zetten een boom ook in de juist volgorde ( bladeren, bladeren

vallen, boom is kaal, bladeren groeien).

Kern: De leerlingen staan allemaal in een kring. De leerkracht zingt de eerste

strofe ‘ Herfst, Herfst is weer gekomen, daar komt de wind, hij schudt aan alle
bomen ‘. Terwijl de leerkracht dit zingt loopt ze in de kring rond zoals de wind. De
leerkracht doet dit nog eens. Nadien zingen de leerlingen mee. De leerlingen
leren dan de volgende strofe. Als de leerlingen het lied kennen, krijgen ze
allemaal een blad. Bij ‘ alle bladeren vallen’ laten de leerlingen hun blad vallen.
De leerlingen stellen bomen voor.

Verwerking: Leerlingen maken hun eigen bladeren door met verf op andere
bladeren te stempelen. Zo maken de leerlingen een boom voor in de herfst met
bladeren die aan de boom blijven.
De bakker: 2de graad

Instap: De leerkracht toont afbeeldingen aan bord van de activiteiten van de

bakker uit het verhaal. De leerlingen moeten deze afbeeldingen terug op de
juiste plaats brengen.

De leerlingen mogen ook zelf vertellen wat ze zo leuk vinden aan de bakker. Wat
ze lekker vinden van de bakker.

Kern: De leerkracht leert het lied aan met behulp van de afbeeldingen. Ze duidt
telkens een afbeelding aan en zingt er een strofe bij. Bij elke afbeeldingen zingen
de leerlingen de leerkracht na. Het lied wordt zo opgebouwd.

Verwerking: