Download as xls, pdf, or txt
Download as xls, pdf, or txt
You are on page 1of 4

Rubric samenwerken

Criteria leiding nemen Relevant ja

De leerling ....
1 neemt geen initiatief. 2 neemt alleen initiatief als hij genteresseerd is. luistert soms naar de inbreng van de groepsgenoten en vat onvoldoende samen wat gezegd is. overlegt aanvankelijk met de overige groepsleden, maar onderbeekt anderen en drijft zijn zin door. 3 neemt geregeld initiatief. luistert vaak naar de inbreng van de groepsgenoten en vat samen wat gezegd is. 4 neemt telkens initiatief. 0 luistert aandachtig naar de inbreng van de groepsgenoten en vat op een juiste manier samen wat gezegd is. 0 luistert naar de anderen en is in staat en bereid in overleg tot een goede aanpak te komen. is in staat een adequate en eerlijke taakverdeling te maken, waarbij alle groepsleden tot hun recht komen. Score 1-4 Weging 1-4 Totaal

actief luisteren

ja

hoort zelden waar de groep het over heeft en kan dat niet samenvatten.

overleggen

ja

overlegt niet met de overige groepsleden, maar begint direct aan de opdracht. weet niet hoe hij een taakverdeling moet maken.

luistert weliswaar naar iedereen maar is niet bereid van zijn opvattingen af te wijken.

taakverdeling

ja

weet welke taken er is in staat een zijn maar overlegt daar adequate en eerlijke niet over met zijn taakverdeling te maken groepsleden.

initiatief nemen

ja

doet alleen maar iets als een ander het vraagt. probeert problemen niet op te lossen of anderen te helpen bij het oplossen van problemen. houdt zich niet aan gemaakte afspraken.

heeft vaak aansturing nodig voordat hij initiatief toont biedt zelf geen oplossingen, maar luistert wel naar oplossingen van anderen.

toont meestal initiatief, toont duidelijk initiatief. maar heeft soms wat aansturing nodig. 0 draagt bij aan het verbeteren van oplossingen van anderen. draagt actief bij aan het vinden van oplossingen. 0 houdt zich altijd aan afspraken. Als hij een afspraak niet kan nakomen overlegt hij met zijn groepje.

probleem oplossen

ja

afspraken maken

ja

maakt wel afspraken, probeert afspraken maar houdt zich er niet steeds na te komen, aan. maar als er een probleem is waardoor hij zich niet aan de afspraak kan houden, overlegt hij niet met zijn groepje. luistert naar anderen als ze hem aanspreken, maar doet er alleen wat mee als hij het er mee eens is. past zijn gedrag of werk soms aan als kritiek hierop terecht is. Wel voelt hij zich vaak als persoon aangevallen. heeft moeite zijn standpunt te verdedigen. voelt zich pas verantwoordelijk voor het resultaat van de groep als hij daarop wordt aangesproken. laat zich aanspreken en doet daar ook wat mee. Maar hij durft anderen nog niet zo goed aan te spreken op hun taken. past regelmatig zijn gedrag of werk aan als kritiek hierop terecht is. Hij voelt zich soms nog wel als persoon aangevallen.

0 is aanspreekbaar en spreekt anderen aan.

aanspreekbaarheid

ja

gaat zijn eigen gang zonder te kijken wat de rest van zijn groep doet.

0 past zijn gedrag of werk aan als kritiek terecht is. Hij voelt zich niet als persoon aangevallen. 0

omgaan met kritiek

ja

past zijn gedrag of werk zelden aan als kritiek hierop terecht is. Hij wordt boos of onverschillig.

voor jezelf opkomen

ja

neemt pas een standpunt in na gesprek met de overige groepsleden. voelt zich niet verantwoordelijk voor het resultaat van de groep. Hij reageert negatief als hij op zijn verantwoordelijk-heid wordt aangesproken. levert nauwelijks een bijdrage. uit zich negatief over de bijdrage van anderen.

durft meestal een durft een standpunt in standpunt in te nemen te nemen en het te en het te verdedigen. verdedigen. 0 voelt zich vaak verantwoordelijk voor het resultaat van de groep. Hij levert hieraan zijn bijdrage. voelt zich zeer verantwoordelijk voor het resultaat van de groep en levert daaraan een actieve bijdrage. 0

verantwoordelijkheid nemen

ja

bijdragen

ja

draagt onvoldoende bij draagt voldoende bij aan het eindresultaat. aan het eindresultaat. maakt opmerkingen die niet bijdragen aan een positief resultaat.

draagt maximaal bij aan het eindresultaat. 0

interactie

ja

nodigt andere leden uit draagt zijn steentje bij tot het leveren van een en uit vaak waardering positieve bijdrage. voor (bijdragen van) andere leden. 0 geeft af en toe geeft feedback die er feedback aan anderen toe doet. zonder te kwetsen. 0 kan meestal goed tegen kritiek. heeft geen enkele moeite met kritiek. Totaal

feedback

ja

geeft geen of alleen negatieve feedback.

geeft af en toe negatieve feedback.

kritiek

ja

accepteert geen kritiek. kan soms wel, soms niet tegen kritiek.

0 0

Rubric informatievaardigheden
Criteria 1. Taakdefinitie Relevant ja 1 kan een opdracht niet zelfstandig analyseren.

De leerling ...
2 heeft nog veel hulp nodig bij het analyseren van de opdracht. heeft nog veel hulp nodig bij het vaststellen van zijn informatiebehoefte. heeft nog veel hulp nodig bij het formuleren van een onderzoekbare hypothese. 3 heeft nog enige hulp nodig bij het analyseren van de opdracht. heeft nog enige hulp nodig bij het vaststellen van zijn informatiebehoefte. heeft nog enige hulp nodig bij het formuleren van een onderzoekbare hypothese. 4 kan een opdracht geheel zelfstandig analyseren. Score 1-4 Weging 1-4

Totaal

0
ja is niet in staat zijn informatiebehoefte vast te stellen. is niet in staat zelfstandig een onderzoekbare hypothese te formuleren. kan geheel zelfstandig zijn informatiebehoefte vaststellen.

0
kan geheel zelfstandig een onderzoekbare hypothese formuleren.

ja

0
ja is niet in staat zelfstandig onderzoekbare hoofden deelvragen te bedenken. ziet het belang van een kritische reflectie op zijn hoofd- en deelvragen niet in. heeft nog veel hulp nodig bij het formuleren van onderzoekbare hoofd- en deelvragen. is zich weliswaar bewust van het belang van een kritische reflectie op zijn hoofd- en deelvragen, maar handelt daar onvoldoende naar. heeft nog enige hulp nodig bij het formuleren van onderzoekbare hoofd- en deelvragen. is zich bewust van het belang van een kritische reflectie op zijn hoofden deelvragen en handelt daar in redelijke mate naar. kan geheel zelfstandig onderzoekbare hoofden deelvragen bedenken.

0
is zich zeer bewust van het belang van een kritische reflectie op zijn hoofd- en deelvragen en handelt daarnaar.

ja

0
2. Zoekstrategien ja is niet in staat zelfstandig de juiste bronnen voor zijn onderzoek te kiezen. heeft nog veel hulp nodig bij het zoeken van de juiste bronnen voor zijn onderzoek. heeft nog enige hulp kan zelfstandig de juiste nodig bij het zoeken van bronnen voor zijn de juiste bronnen voor onderzoek te kiezen. zijn onderzoek. weet of bronnen beschikbaar zijn, maar heeft nog wel enige hulp nodig bij het vinden van deze bronnen. weet of bronnen beschikbaar en kan deze zonder problemen en op eigen gelegenheid vinden.

ja

weet niet of bronnen weet min of meer of de beschikbaar zijn en waar bronnen beschikbaar zijn deze te vinden zijn. en heeft hulp nodig om deze te vinden zijn.

0
ja weet niet hoe hij moet zoeken op internet. kent een aantal zoekmogelijkheden op internet (gebruik van meer zoektermen, gelijktijdig, beperken tot n taal). beschikt over een meer kent alle mogelijkheden uitgebreid zoek van geavanceerd repertoire (gebruik van zoeken. meer zoektermen, gelijktijdig, beperken tot n taal, gebruik van het minteken, gebruik van dubbele aanhalingstekens). is zich bewust van het belang van een kritische reflectie op de keuze van zijn bronnen en handelt daar in redelijke mate naar. is zich zeer bewust van het belang van een kritische reflectie op de keuze van zijn bronnen en handelt daarnaar.

ja

ziet het belang van een kritische reflectie op de keuze van zijn bronnen niet in.

is zich weliswaar bewust van het belang van een kritische reflectie op de keuze van zijn bronnen, maar handelt daar onvoldoende naar.

0
ja ziet het belang van een is zich weliswaar bewust kritische reflectie op zijn van het belang van een zoekstrategie niet in. kritische reflectie op zijn zoekstrategie, maar handelt daar onvoldoende naar. is zich bewust van het belang van een kritische reflectie op zijn zoekstrategie en handelt daar in redelijke mate naar. is zich zeer bewust van het belang van een kritische reflectie op zijn zoekstrategie en handelt daarnaar.

0
3. verwerven en selecteren van informatie ja is niet in staat informatie heeft nog veel hulp te beoordelen op nodig bij het beoordelen bruikbaarheid. van de bruikbaarheid van gevonden informatie. is niet in staat informatie heeft nog veel hulp te beoordelen op nodig bij het beoordelen betrouwbaarheid. van de betrouwbaarheid van informatie. is niet in staat de gevonden informatie beoordelen op juistheid en volledigheid. heeft nog veel hulp nodig bij het beoordelen van informatie op juistheid en volledigheid. heeft nog is nog enige hulp nodig bij het beoordelen van de bruikbaarheid van gevonden informatie. heeft geen problemen informatie te beoordelen op bruikbaarheid.

ja

heeft nog enige hulp heeft geen problemen nodig bij het beoordelen informatie te beoordelen van de betrouwbaarheid op betrouwbaarheid. van informatie.

0
ja heeft nog veel hulp nodig bij het beoordelen van informatie op juistheid en volledigheid. heeft geen problemen met het beoordelen van informatie op juistheid en volledigheid.

0
ja is niet in staat een bruikbare/zinvolle selectie te maken uit gevonden informatie. heeft nog veel hulp nodig bij het maken van een bruikbare/zinvolle selectie uit de gevonden informatie. heeft nog enige hulp nodig bij het maken van een bruikbare/zinvolle selectie uit de gevonden informatie. heeft geen problemen met het maken van een bruikbare/zinvolle selectie uit de gevonden informatie.

Rubric informatievaardigheden

SLO

ja

heeft geen oog voor het belang van het gebruiken van betrouwbare informatie. ziet niet in dat het belangrijk is gebruik te maken van informatie uit meer dan n bron.

moet er geregeld op worden gewezen slechts betrouwbare informatie te gebruiken. moet er geregeld op worden geattendeerd informatie uit meer dan n bron te gebruiken.

moet er af en toe op onderkent het belang worden gewezen slechts van het gebruik van betrouwbare informatie betrouwbare informatie. te gebruiken.

0
ja moet er af en toe op worden geattendeerd informatie uit meer dan n bron te gebruiken. onderkent het belang van het gebruik van informatie uit meer dan n bron.

4. Verwerken van informatie

ja

kan informatie uit heeft nog geregeld hulp bronnen niet zelfstandig nodig bij het analyseren analyseren. van informatie uit bronnen. is niet in staat de gevonden informatie op een adequate wijze verwerken. Hij maakt hierbij zinvol gebruik van schema's, tabellen en grafieken. heeft nog geregeld hulp nodig bij het op adequate wijze verwerken van de informatie. Hij maakt hierbij onvoldoende gebruik van schema's, tabellen en grafieken.

heeft nog af en toe hulp nodig bij het analyseren van informatie uit bronnen. heeft nog af en toe nodig bij het op adequate wijze verwerken van de informatie. Hij maakt hierbij niet altijd gebruik van schema's, tabellen en grafieken.

kan informatie uit bronnen zelfstandig analyseren.

0
kan zelfstandig de gevonden informatie op een adequate wijze verwerken. Hij maakt hierbij zinvol gebruik van schema's, tabellen en grafieken.

ja

0
heeft enige kan zelfstandig de meest ondersteuning nodig bij geigende het kiezen van de meest presentatievorm kiezen. geigende presentatievorm. heeft enige ondersteuning nodig bij het maken van een adequate presentatie. kan de resultaten van zijn onderzoek op adequate wijze presenteren en daarbij gebruik maken van geigende hulpmiddelen (bijvoorbeeld powerpoint).

5. Presenteren van informatie

ja

is niet in staat de meest geigende presentatievorm te kiezen.

heeft veel ondersteuning nodig bij het kiezen van de meest geigende presentatievorm.

ja

is niet in staat zelfstandig de resultaten van zijn onderzoek op adequate wijze te presenteren; gebruikt geen geigende hulpmiddelen (bijvoorbeeld powerpoint).

De leerling heeft veel ondersteuning nodig bij het maken van een adequate presentatie

0
ja is niet in staat op adequate wijze schriftelijk verslag te doen van de resultaten van zijn onderzoek. heeft veel hulp nodig bij het op adequate wijze schriftelijk verslag doen van de resultaten van zijn onderzoek. heeft nog enige hulp nodig bij het op adequate wijze schriftelijk verslag doen van de resultaten van zijn onderzoek. moet af en toe gestimuleerd worden na te denken over de meest geigende presentatievorm. kan zelfstandig op adequate wijze schriftelijk verslag doen van de resultaten van zijn onderzoek.

0
is bereid zich vragen te stellen met betrekking tot de meest geigende presentatievorm.

ja

is niet bereid na te denken over de meest geigende presentatievorm. ziet het belang van een goede presentatie niet in. is bereid plagiaat te vermijden.

moet aangezet worden na te denken over de meest geigende presentatievorm. moet er aan herinnerd worden dat een goede presentatie van belang is. moet er geregeld op worden gewezen dat plagiaat ontoelaatbaar is.

ja

moet af en toe ziet het belang van een gestimuleerd worden om goede presentatie in. een goede preentatie te maken. moet er af en toe op worden gewezen dat plagiaat ontoelaatbaar is. is bereid plagiaat te vermijden.

ja

0
kan het zoekproces zelfstandig evalueren.

6. Evalueren

ja

is niet in staat het heeft hulp nodig bij het zoekproces te evalueren. evalueren van het zoekproces. is niet in staat aanbevelingen te doen ter verbetering van het zoekproces. is niet bereid het zoekproces kritisch te bekijken en daaruit lessen te trekken. kan slechts globaal aangeven hoe hij het zoekproces kan verbeteren. moet er toe worden aangezet het zoekproces kritisch te bekijken en daaruit lessen te trekken.

kan het zoekproces op hoofdlijnen zelfstandig evalueren. kan voor een aantal fasen van het zoekproces aangeven hoe hij deze kan verbeteren. Moet er af en toe op gewezen worden het zoekproces kritisch te bekijken en daaruit lessen te trekken. kan voor bepaalde aspecten reflecteren op de kwaliteit de gevonden informatie.

0
is in staat gedetailleerd aanbevelingen te doen ter verbetering van het zoekproces.

ja

0
is bereid het zoekproces kritisch te bekijken en daaruit lessen te trekken.

ja

0
kan zelfstandig en gedetailleerd reflecteren op de kwaliteit de gevonden informatie.

ja

is niet in staat te reflecteren op de kwaliteit van de gevonden informatie.

kan slechts op hooflijnen reflecteren op de kwaliteit van de gevonden informatie.

Totaal

0 0

Rubric informatievaardigheden

SLO

Rubric presenteren
Criteria Non-verbale vaardigheden Oogcontact Relevant

De leerling ...
1 2 3 4 Score 1-4 Weging 1-4

Totaal

ja

kijkt het publiek niet zoekt slechts af en toe aan en leest alles voor contact met het publiek van papier . en is nog sterk afhankelijk van zijn notities. toont geen mimiek of heeft constant een gespannen gezichtsuitdrukking. toont geregeld een gespannen gezichtsuitdrukking.

heeft geregeld contact met het publiek, maar heeft zijn notities nog geregeld nodig. toont nog af en toe een gespannen gezichtsuitdrukking, maar vertoont ook geregeld een treffende mimiek.

heeft voortdurend contact met het publiek en heeft zijn notities nauwelijks nodig.

0
toont telkens een adequate gezichtsuitdrukking die de presentatie ondersteunt.

Gezichtsuitdrukking

ja

Gebaren

ja

ondersteunt zijn ondersteunt zijn verhaal niet met verhaal slechts af en toepasselijke gebaren. toe met toepasselijke gebaren. zit gedurende de presentatie of staat ongemakkelijk. Zijn houding is onzeker. toont geregeld door zijn houding dat hij zich niet op zijn gemak voelt.

ondersteunt zijn ondersteunt zijn verhaal geregeld met verhaal op natuurlijke toepasselijke gebaren. wijze met toepasselijke gebaren.

0
Houding ja toont nog af en toe door zijn houding dat hij zich niet op zijn gemak voelt. heeft gedurende de presentatie een ontspannen houding.

Stemgebruik Stemgebruik ja spreekt te zacht, te spreekt luid genoeg, monotoon en/of teveel maar te monotoon en binnensmonds. teveel binnensmonds. maakt vaak zinnen niet aarzelt geregeld. af en/of aarzelt vaak. toont geen enkele interesse in het onderwerp. 10 keer of vaker toont af en toe een ongenteresseerde houding. 6-9 keer spreekt luid genoeg, hij spreekt luid genoeg, articuleert goed, maar brengt variatie in nog te monotoon. toonhoogte aan en articuleert goed. aarzelt af en toe. spreekt vloeiend.

0 0

Fluency

ja

Enthousiast

ja

toont af en toe positieve gevoelens voor het onderwerp. 1-5 keer

straalt gedurende de hele presentatie enthousiasme voor het onderwerp uit. Geen onderbrekingen merkbaar

0 0

Onderbrekingen (uh, well uh, um) Inhoud Rekening houden met doelgroep

ja

ja

houdt geen rekening met de personen voor wie de presentatie bedoeld is. is zich totaal niet bewust van hetgeen hij met zijn presentatie beoogt. presenteert zonder duidelijke opbouw.

houdt onvoldoende rekening met de personen voor wie de presentatie bedoeld is.

houdt voldoende heeft de presentatie rekening met de volledig afgestemd op personen voor wie de de doelgroep. presentatie bedoeld is.

0
Beoogd effect ja is zich onvoldoende weet onvoldoende wat weet precies wat hij bewust van hetgeen hij hij met zijn presentatie met zijn presentatie wil met zijn presentatie beoogt. bereiken. beoogt. presenteert met een begin- en een middenstuk, maar zonder afronding. maakt slechts vaag duidelijk waar de presentatie over zal gaan. presenteert met een middenstuk en een afronding, maar zonder duidelijke introductie. vertelt het publiek in grote lijnen waar de presentatie over zal gaan. presenteert met een heldere opbouw, met een begin, een middenstuk en een afronding. vertelt het publiek gestructureerd waar de presentatie over zal gaan.

Structuur

ja

Aankondiging van het onderwerp

ja

vertelt het publiek niet waarover de presentatie zal gaan.

Afronding

ja

De presentatie gaat als De presentatie heeft een nachtkaaars uit. een rommelig einde. De presentatie is te kort. De presentatie is aan de korte kant.

De presentatie kent De presentatie wordt een redelijke afronding. duidelijk en punctueel afgerond. De presentatie is te lang. De presentatie voldoet wat de tijd betreft aan de eisen. De hoeveelheid informatie is in overeenstemming met de lengte van de presentatie. Hulpmiddelen ondersteunen het betoog en maken de presentatie sterker.

Tijd

ja

Informatiedichtheid

ja

De hoeveelheid informatie is te groot in relatie tot de lengte van de presentatie. De gekozen visuele ondersteuning is armzalig, leidt de aandacht af en is slecht te lezen.

De hoeveelheid informatie is te klein in relatie tot de lengte van de presentatie. De gekozen visuele ondersteuning voegt weinig toe aan de presentatie.

De hoeveelheid informatie is aan de grote/kleine kant in relatie tot de lengte van de presentatie. Gedachten worden gevisualiseerd, maar betrekken het publiek niet echt bij de presentatie.

Visuele hulpmiddelen

ja

Volledigheid

ja

Niet alle vereiste De meeste onderdelen komen aan onderdelen, die vereist bod. zijn, komen globaal aan de orde.

Een aantal onderdelen gaat diepgaand in op wordt diepgaand alle onderdelen. behandeld, andere komen slechts globaal aan de orde.

0
Interactie ja treedt niet in interactie met het publiek; stelt zelf geen vragen en/of gaat niet in op vragen uit het publiek. treedt onvoldoende in interactie met het publiek; stelt zelf nauwelijks of geen vragen en/of gaat nauwelijks of niet in op vragen uit het publiek. treedt betrekt het publiek in redelijke mate bij zijn presentatie. betrekt het publiek op adequate wijze bij zijn presentatie.

Totaal

0 0

You might also like