Download as doc, pdf, or txt
Download as doc, pdf, or txt
You are on page 1of 88

2012-2013

STUDIEGIDS
FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID

UNIVERSITEIT

VAN DE

NEDERLANDSE ANTILLEN

PER DECEMBER

2012

INHOUDSOPGAVE UNIVERSITEIT VAN DE NEDERLANDSE ANTILLEN..............................1 1 ALGEMENE INLEIDING..................................................................3 DE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID (FDR)...............................4 STUDEREN AAN DE FDR................................................................13 ALGEMENE STUDENTENINFORMATIE..............................................29 STUDENTENACTIVITEITEN.............................................................34 OVERIGE GEGEVENS.....................................................................36 BESCHRIJVING VAN DE VAKKEN.....................................................38

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

ALGEMENE INLEIDING

1.1 De Universiteit van de NederlandseAntillen(UNA) De Universiteit Nederlandse Antillen is opgericht bij Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen van 12 januari 1979 (LUNA, PB 1979, 12). De universiteit is de voortzetting van de vanuit een behoefte aan lokaal opgeleide juristen op 6 oktober 1970 opgerichte Rechtshogeschool van de Nederlandse Antillen en van de in 1972 opgerichte Antilliaanse Hogere Technische School. Studenten aan de Rechtshogeschool werden aanvankelijk uitsluitend opgeleid voor het kandidaatsexamen Nederlands-Antilliaans Recht. In 1973 is begonnen met een studierichting bedrijfskunde; de Rechtshogeschool werd toen Hogeschool van de Nederlandse Antillen. Sindsdien konden studenten ook een doctoraalexamen Rechtsgeleerdheid en een licentiaat Bedrijfskunde behalen. Uit deze twee opleidingen kwamen uiteindelijk de Faculteit der Rechtsgeleerdheid (FdR) en de Faculteit der Sociaal-Economische Wetenschappen (SEF) voort. Bij de oprichting van de UNA in 1979 werd de Antilliaanse Hogere Technische School omgezet in de Faculteit der Technische Wetenschappen (FdTW). In 2002 ontstond de Algemene Faculteit (AF). Sinds 2008 maakt de nieuw opgerichte Faculteit Maatschappij- en Gedragswetenschappen (FMG) deel uit van de UNA. De wettelijke grondslag van de universiteit is te vinden in de Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen, de LUNA (PB 1985, 43). . 1.2 De organisatie van de Universiteit van de Nederlandse Antillen De Universiteit van de Nederlandse Antillen kent als het ware twee structuren, die weliswaar naast elkaar bestaan, maar ook nauw verweven zijn. Enerzijds is er een bestuurlijke structuur, die onder leiding staat van de rector magnificus. Daarnaast is er een wetenschappelijke structuur. De wetenschappelijke structuur wordt bij de bespreking van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid verder toegelicht. De dagelijkse leiding van de Universiteit van de Nederlandse Antillen is in handen van de rector magnificus, thans Dr. Francis B.G. de Lanoy. Hij wordt in zijn bestuurs- en beheerstaken ondersteund door het College van Decanen, de directiesecretaris en enkele stafdiensten. Normaliter wordt de rector voor een periode van vier jaar benoemd door de Raad van Toezicht van de universiteit en is telkens opnieuw benoembaar. De Raad van Toezicht bestaat uit drie tot vijf leden en houdt toezicht op het bestuur van de universiteit in zijn geheel en op het beheer daarvan. De rector magnificus legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht over het bestuur en beheer van de universiteit. De leden van de Raad van Toezicht worden benoemd door de Minister van Onderwijs. Tot de rechtstreeks onder de rector magnificus ressorterende stafdiensten behoren de stafdienst Human Resources (personeelszaken), een onderwijskundig beleidsmedewerker die belast is met de algemene kwaliteitszorg van het onderwijs, een PR/marketingfunctionaris en het Student Services Centrum (SSC).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Aan de universiteit zijn enkele medezeggenschapsorganen verbonden: de personeelsraad, de studentenraad en de faculteitsraden. DE FACULTEIT DER RECHTSGELEERDHEID (FdR) Met ingang van 1 augustus 2001 zijn als gevolg van de Ministerile Beschikking met Algemene Werking van de 30ste juli 2001, houdende wijziging van de Landsverordening Universiteit van de Nederlandse Antillen (PB 1985, 43), het beheer en de inrichting van de universiteit als geheel en van de faculteiten afzonderlijk ingrijpend gewijzigd. Ter uitwerking van de algemene regels in de LUNA komt per faculteit een zogeheten Landsbesluit Houdende Algemene Maatregelen (LB-HAM) tot stand. Voor de juridische opleidingen is dit het Landsbesluit Houdende Algemene Maatregelen tot vaststelling van de Regeling onderwijs en examens Faculteit der Rechtsgeleerdheid Universiteit van de Nederlandse Antillen. In de LB-HAM wordt voorzien in een Onderwijs- en Examenreglement (OER). Voor de juridische opleidingen is dit het Onderwijs- en Examenreglement van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid. De organisatie van de faculteit is verder in het Reglement omtrent de organisatie van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid geregeld. 1.3 De decaan Sinds bovengenoemde wetswijziging is de decaan van de faculteit belast met de algemene leiding. Hij is verantwoordelijk voor het functioneren van de faculteit als geheel en legt verantwoording af aan de rector magnificus. De decaan heeft zitting in het College van Decanen dat de rector magnificus ondersteuning biedt bij de bestuurs- en beheerstaken. De decaan wordt in beginsel voor een periode van twee jaar benoemd door de rector magnificus, die voorafgaande aan de benoeming de faculteitsraad hierover hoort (art. 9d LUNA). De waarnemend decaan voor het studiejaar 2012-2013 is mw. mr.dr. A. Marchena-Slot. 1.4 De docenten De faculteit kent als docenten leden van de vaste staf en lokale en internationale gastdocenten. De faculteit heeft drie soorten docenten: leden van de vaste staf, (lokale) gastdocenten en internationale gastdocenten. De bezetting van de vaste staf bestaat momenteel uit n deeltijdhoogleraar, zeven zogenaamde 0-hoogleraren, twee hoofddocenten en twee docenten. Zij verzorgen vooral de hoofdvakken: algemene rechtsleer, privaatrecht, staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht. De (lokale)gastdocenten zijn op Curaao in de praktijk werkzame juristen, die op basis van hun kennis en ervaring colleges verzorgen in bijzondere vakken als het belastingrecht, de rechtssociologie, het transportrecht enz. De internationale gastdocenten zijn docenten vaak hoogleraren van naam en faam - die uit het buitenland onder andere van de partneruniversiteiten Erasmus Universiteit Rotterdam, Universiteit Utrecht en

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Radboud Universiteit Nijmegen komen om vooral verdiepende vakken te verzorgen. 1.5 Het secretariaat Het secretariaat van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid wordt gevormd door de office manager: Mw. Jarine G. Kwidama (office manager) en mw. CharalvaWindster Telefoon: 8442132/131; Fax: 8442130 Email: j.kwidama@una.an en jf_secr@una.an 1.6 De wetenschappelijke structuur In beginsel is per wetenschapsterrein een hoogleraar of hoofddocent verantwoordelijk voor het onderwijs en onderzoek. Bij de FdR ligt die verantwoordelijkheid op het terrein van het privaatrecht bijdr. P. Klik. Op de andere terreinen van de rechtsgeleerdheid wordt hierin voorzien door 0hoogleraren. De eindverantwoordelijkheid ligt ook hier telkens bij de decaan. In zoverre bestaat er een duidelijke verbinding tussen de wetenschappelijke en de bestuursstructuur. 1.7 De organisatiestructuur De faculteit is georganiseerd in vier secties: sectie privaatrecht (2.2 fte) Prof. mr. F.B.M. Kunneman (deeltijd hoogleraar) Prof. mr. G. van der Burght (0-hoogleraar) Prof. mr. C.J.M. Klaassen (0-hoogleraar) Dr. P. Klik (sectie-coordinator) Mr. S. Helder sectie algemeen (1 fte) vacature sectie staats- en bestuursrecht (incl. internationaal en belastingrecht) (2fte) Prof. mr. A.H.A. Soons (0-hoogleraar) Prof. mr. L.J.J. Rogier (0-hoogleraar) Prof. mr. A.B. van Rijn (0-hoogleraar) vacature (sectie--coordinator) Mr. A.M.-L. Rodriguez sectie strafrecht en criminologie (2 fte) Prof. mr. J.M. Reijntjes (0-hoogleraar) Dr. A.D. Marchena-Slot (sectie-coordinator) Mr. P. Dingemanse In het studiejaar 2012-2013 zijn als gastdocenten verbonden aan de faculteit:

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

dr. R.M. Allen prof.dr. F. Amtenbrink mr. C. Belfor mr. U. van Bemmelen prof.mr. P.P.T. Bovend'Eert prof.mr. F. Brandsma mr. J. Burgers mr. F.M. Cheong mr. G. Drenth mr. B. Doran-Scoop mr.dr. F. Goudappel mr. W.A. de Hondt mr.drs. E. Kleist mr. drs.J.R. Kos

mw. J. Ledeboer mr. drs. A. Lekkerkerker prof.mr. J.H.A. Lokin mw. mr. G. Maduro mw. mr. V. Maria prof.mr. C.W. Maris mw. dr. N. van der Meulen mr. M. Meyer mw. drs. P.C.M. Schotborgh CFE mr. M. Steward mr.dr. J. Sybesma mr. S. Verheijen mr. L. Voigt dr. W. Van der Woude

1.8 De faculteitsraad De faculteitsraad is het medezeggenschapsorgaan van de faculteit. De decaan heeft daarin formeel geen zitting; wel vergadert de faculteitsraad naar wederzijdse behoefte regelmatig met de decaan. De faculteitsraad kan gevraagd maar ook ongevraagd adviezen uitbrengen aan de decaan. De zetels in de faculteitsraad zijn voor 2/3 bestemd voor leden van de wetenschappelijke staf; verder hebben daarin de beide leden van de ondersteunende staf (program manager en office manager) zitting en tenminste twee studenten. Het streven is om een studentenvertegenwoordiger per fase, Bachelor 1, Bachelor 2/3, en Master, in de faculteitsraad te hebben. Lokale en internationale gastdocenten worden standaard uitgenodigd om aan de vergaderingen deel te nemen. De bevoegdheden van de faculteitsraad zijn geregeld in de LUNA en in het Faculteitsreglement. Hiermede is het overige personeel in de faculteitsraad vertegenwoordigd. Plaatsvervangend voorzitter van de faculteitsraad is mr. S. Helder. 1.9 De examencommissie De examencommissie bestaat uit drie docenten van de faculteit, waaronder de decaan, die als voorzitter optreedt. Studenten kunnen hun verzoeken sturen naar j.kwidama@una.an.De commissie is onder meer belast met de aanwijzing van examinatoren en speelt een doorslaggevende rol bij de toelating tot de opleiding en bij het verlenen van vrijstellingen en adviseert de decaan bij de adviezen aan de rector inzake studieduurverlengingen. Correspondentie voor de examencommissie kan bij het secretariaat afgegeven worden. Alle verzoeken gericht aan de examencommissie dienen voorzien te zijn van de volgende gegevens: naam, adres, telefoonnummer, email en progressnummer (voor reeds ingeschreven studenten).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

1.10 Klachten en Commissie van Beroep Klachten over het onderwijs kunnen bij de decaan van de faculteit of bij de examencommissie ingediend worden. Studenten met een klacht over de uitslag van een tentamen of over een beoordeling van een examen door de examencommissie hebben de mogelijkheid een beroepschrift bij de Commissie van Beroep in te dienen (LUNA, art. 23.1). Dit beroepschrift moet bij het secretariaat van de Rector Magnificus ingediend worden: Universiteit van de NederlandseAntillen Jan Noorduynweg 111 Postbus 3059 Secretarial Office: Loulla Blijden-Boelbaai Email: l.blijden@una.an 1.11 Toetsbeleid De faculteit heeft in het verleden vrij conservatief getoetst: vooral schriftelijke toetsen in de vorm van schriftelijke tentamens en scripties. Omdat onderzoek aangeeft dat variatie en diversiteit van toetsen tot betere leerresultaten kan leiden is de faculteit in de laatste studiejaren begonnen om de toetsing meer te variren. Ook streeft de faculteit er naar om meer gelegenheid te bieden voor mondeling tentamens in plaats van schriftelijk. De faculteit streeft er naar om toetsen aan te bieden die transparant, valide en betrouwbaar zijn. Er wordt een aantal standaardformulieren gebruikt. Deze formulieren zijn als bijlage aan dit document bijgevoegd. Ook worden antwoordmodellen (of oude tentamens/proeftentamens) voor toetsen opgesteld en aan de studenten verstrekt. Voor de opleidingen recht (Bachelor en Master) heeft de faculteit doelstellingen en eindtermen over kennis en vaardigheden opgesteld die aansluiten aan de internationaal erkende Dublin-descriptoren. Deze eindtermen worden per vak vertaald in studiedoelen. De toets moet adequaat aansluiten aan de te bereiken studiedoelen, het niveau en de onderwijsvorm van het vak. De kern van het toetsbeleid is dat op die manier er een duidelijke relatie tussen de eindtermen van de studie, de studiedoelen van het vak en de toetsvormen bestaat. De regels omtrent toetsing zijn neergelegd in het Onderwijs- en Examenreglement (OER) (daarin worden toetsen aangemerkt als tentamens; en tentamens kunnen vervangen worden door praktische oefeningen, OER 4.2, 4.3). Algemene regelgeving van examens De Bacheloropleiding Recht wordt afgesloten door een bachelorexamen, de Masteropleiding Recht door een masterexamen. De examens worden afgelegd in de vorm van een tentamen per programmaonderdeel (vak). Getentamineerd wordt over de tijdens de colleges behandelde stof en over de aangegeven literatuur en jurisprudentie. Omvang en inhoud van de
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

vakken alsmede de studiedoelen en toetsvormen zijn beschreven in de studiegids. De toetsvormkan nog binnen de eerste twee weken na aanvang van de colleges worden gewijzigd of aangevuld. De toetsen kunnen geheel of gedeeltelijk worden vervangen door een of meer praktische oefeningen. De docent geeft uiterlijk aan de start van de cursus, binnen twee weken, een weergave van de praktische oefening(en), de bijdragen van deze oefening(en) aan het eindcijfer en herkansingsmogelijkheden in relatie tot de eindtoets. Het behaalde resultaat bij een praktische oefening is geldig voor het tentamen dat de betreffende collegecyclus afsluit, alsmede voor de bij die collegecyclus behorende herkansing(en); daarna komt het te vervallen. Oefening(en) die voor 20% of meer bijdragen aan het eindcijfer kunnen eenmaal worden herkanst. Creditopdrachten (die voor maximaal een halve punt gelden) tellen een academisch jaar mee. Een examen is pas behaald wanneer het totaal vanalle toetsen en praktische oefeningen is gewaardeerd met een voldoende of met een cijfer van zes of hoger. De beoordeling geschiedt door het toekennen van een cijfer in de schaal van 1 tot en met 10. Indien voor een examen een gemiddeld cijfer is toegekend van 7,5 of hoger, en geen cijfer lager dan 7 op de cijferlijst voorkomt, wordt het judicium met genoegen verleend. Indien een gemiddeld cijfer is toegekend van 8,25 of hoger en geen cijfer lager dan 8, wordt het judicium cum laude verleend. Indien voor een vak een vrijstelling is verleend op grond van eerder met goed gevolg afgelegde toetsen of examens in het hoger onderwijs, worden de daarbij behaalde resultaten mede in acht genomen. Vakken, die metvoldoende worden beoordeeld worden niet mede in acht genomen. Indien vrijstelling is verleend op grond van buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, wordt geen judicium verleend. De examenbullen worden ondertekend door de voorzitter van de examencommissie. Indien een judicium is verleend, wordt dit op de bul aangetekend. Op de masterbul wordt tevens de gevolgde richting aangetekend. Aan certificaatstudenten wordt na het behalen van ieder tentamen ten bewijze daarvan een certificaat verstrekt. Toetsvormen Binnen de faculteit wordt gebruik gemaakt van summatieve toetsen gericht op indicering van studievoortgang. Deze toetsen kunnen zowel schriftelijk als mondeling worden afgenomen en kunnen in overleg met de decaan worden gesplitst in deeltoetsen. De toetsen kunnen geheel of gedeeltelijk worden vervangen door n of meer praktische oefeningen en hebben betrekking op de verplichte studiestof. De toetsen worden in beginsel afgenomen aan het eind van het semester waarin het programmaonderdeelis aangeboden. Schriftelijke en mondelinge toetsen zijn twee structurele toetsvormen. Schriftelijke toetsen (tentamens) worden afgenomen door middel van open vragen, meerkeuzevragen of een combinatie van beide. Toetsen met open vragen zijn gericht op het toetsen van feitenkennis middels kennisvragen en/of contextgerelateerde onderwerpen middels casustiek. Bij iedere vraag wordt vermeld, welke waardering aan een goed antwoord wordt verbonden.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Vanaf het studiejaar 2011-2012 wordt blind getentamineerd. Dat betekend dat de student alleen zijn progressnummer op het tentamenwerk opgeeft, waardoor zijn identiteit voor de docent niet zichtbaar is. Mondelinge toetsen worden afgenomen in aanwezigheid van een deskundige derde. De beoordeling geschiedt door het toekennen van een cijfer in de schaal van 1 tot en met 10. Decimalen achter de komma worden afgerond, en wel van 0,1 tot en met 0,4 naar beneden, en van 0,5 tot en met 0,9 naar boven. Tentamenperiodes De normale tentamen(toetsings)perioden beginnen een week na het einde van de collegeperiodes (semester 1: december/januari; semester 2: mei/juni). Tentamens voor keuzevakken kunnen buiten de normale tentamenperiode afgenomen worden. Herkansingen Schriftelijke herkansingen vinden normaliter plaats in de maanden juli/augustus. In uitzonderingsgevallen kunnen herkansingen eveneens plaatsvinden in de reguliere tentamenperiodes. Indien een verplicht programmaonderdeel eens per twee jaar wordt aangeboden (alternerende vakken), wordt in het jaar waarin zij niet wordt aangeboden een herkansing gegeven. Een schriftelijk tentamen, waarvoor een voldoende is behaald, kan eenmaal opnieuw worden afgelegd, en wel uitsluitend bij de eerstvolgende herkansing. In dat geval telt het hoogste cijfer. Mondelinge toetsen waarvoor een voldoende is behaald kunnen niet opnieuw worden afgelegd. Praktische oefeningen Onder praktische oefeningen wordt mede begrepen het deelnemen aan onderwijsactiviteiten die zijn gericht op het verkrijgen van praktische vaardigheden, zoals het houden van voordrachten en het maken van werkstukken. De docent geeft uiterlijk aan de start van de cursus, binnen twee weken, een weergave van de praktische oefening(en), de bijdragen van deze oefening(en) aan het eindcijfer en herkansingsmogelijkheden in relatie tot de eindtoets (bonuspunt). Indien de studenten niet voldoen aan de voorkennisvereiste(n), dienen zij toestemming voor deelname aan de docent te vragen. Deelname gebeurt op eigen risico van de student. Het behaalde resultaat bij een praktische oefening is geldig voor het tentamen dat de betreffende collegecyclus afsluit, alsmede voor de bij die collegecyclus behorende herkansing(en); daarna komt het te vervallen. Praktische oefeningen waarvoor een voldoende is behaald kunnen niet opnieuw worden afgelegd. Scripties De procedure, beoordeling en herkansingsmogelijkheden bij bacheloren masterscripties staat uitvoerig beschreven in het afstudeerbeleid van de FdR en het Onderwijs- en Examenreglement (OER). De faculteit heeft voor bachelorstudenten een apart scriptietraject ingevoerd. Masterstudenten kunnen begin en onderwerp van het scriptietraject vrij kiezen.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

Stages Bachelorstages kunnen worden gevolgd bij bedrijven, organisaties en instellingen die voldoende garanties bieden voor een juridisch verantwoorde invulling en een goede begeleiding. Werkzaamheden voor de Tienda di Lei kunnen als bachelorstage worden aangemerkt wanneer de student tenminste vijf verschillende zaken van gemiddelde moeilijkheidsgraad heeft behandeld. Het stageverslag heeft een omvang van minimaal 3000 en maximaal 7500 woorden (zonder noten; inhoudsopgave, literatuurlijst, bijlagen enz. worden daarbij buiten beschouwing gelaten). Masterstages kunnen worden gevolgd a. bij de Hoge Raad en de Raad van State, en b. bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba. De stage duurt minimaal negen weken op basis van volledige werktijd of een daarmee vergelijkbare, door de stagecordinator te bepalen, periode in deeltijd. De masterstage bij de Hoge Raad en de Raad van State duurt in totaal drie maanden. Het stageverslag heeft een omvang van minimaal 5625 en maximaal 7500 woorden (zonder noten; inhoudsopgave, literatuurlijst, bijlagen enz. worden daarbij buiten beschouwing gelaten). Stages kunnen worden ingebracht als keuzevak. Het stageverslag wordt beoordeeld met een voldoende of onvoldoende door de stage cordinator. Indien het stageverslag onvoldoende wordt bevonden krijgt de student eenmaal de gelegenheid om het te verbeteren. Wordt het verslag nogmaals onvoldoende bevonden, dan wordt geen verdere herkansing geboden. Examencommissie Er is n examencommissie voor de Bachelor- en voor de Masteropleiding Recht die ook de rol van klachtencommissie vervult. Deze commissie bestaat uit tenminste drie en ten hoogste vijf leden en even veel plaatsvervangende leden. De decaan is voorzitter van de examencommissie. De overige leden van de examencommissie worden door de decaan aangewezen uit de leden van de vaste staf. De taken en bevoegdheden van de examencommissie zijn vastgelegd in het Onderwijs- en Examenreglement. De vergaderingen van de examencommissie worden in een beknopt verslag vastgelegd. Specifieke regelgeving Gedeelde vakken De opleidingen delen een aantal vakken hetgeen inhoudt dat hetzelfde vak aan zowel bachelor- als masterstudenten in een gezamenlijke cursus wordt aangeboden. Het gaat daarbij met name om een aantal keuzevakken. Om het niveauverschil tussen de Bachelor- en Masteropleiding minimaal te handhaven dient aantoonbaar verschillend te worden getoetst. Dit is onder andere mogelijk door de masterstudenten meer studiemateriaal en/of meer tentamenvragen te geven en/of deze groep een werkstuk/paper te laten schrijven. Kwaliteitsbewaking Studenten weten voorafgaande aan de toets, op welke wijze getoetst wordt, hoe en waarop zij beoordeeld worden (transparantie). Dit wordt

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

10

daarom duidelijk van tevoren aan studenten gecommuniceerd door beschikbaarstelling van proeftentamens en het houden van responsiecolleges. De toetsen zijn representatief voor het niveau en inhoud van het gegeven vak (validiteit). Dit betekent onder andere dat ieder belangrijk onderwerp uit de leerstof in de toets aan bod moet komen en dat zowel kennis als ook analytisch vermogen getoetst wordt. De toets is betrouwbaar met name doordat vragen en opdrachten duidelijk zijn, de toets lang genoeg is om toevalstreffers te beperken, beoordelingscriteria en beoordelingsmethode duidelijk zijn en de beoordeling objectief en consistent geschiedt. De betrouwbaarheid (consistentie) van toetsen wordt ook zoveel als mogelijk bewerkstelligd door goede randvoorwaarden bij de afname te scheppen, de afname te standaardiseren en docenten en surveillanten vooraf te instrueren. De beoordeling vindt plaats met behulp van vooraf opgestelde antwoordmodellen en beoordelingscriteria. Meerdere beoordelingsmomenten geven een betrouwbaarder beeld van de student. Kwaliteitswaarborging De decaan en examencommissie dragen bij aan de borging van het toetsbeleid vanuit de rol van klachtencommissie. Klachten ten aanzien van tentamens worden door de decaan binnen de examencommissie behandeld. Tentamens worden binnen de secties vooraf collegiaal getoetst. Achteraf worden tentamens steekproefsgewijs getoetst. Ook vindt toetsing plaats door tentamens voor te leggen aan visiterende (nul)hoogleraren. De kwaliteit van de toets wordt ook gewaarborgd door intercollegiale toetsing van het eindniveau van de toetsen vanuit de vaste staf binnen de secties met de hoogleraar. In het studiejaar 2009-2010 is er binnen de vaste staf een steekproef gehouden over de beoordeling van bachelor- en masterscripties. Deze evaluatie zal voortaan een keer per studiejaar gehouden worden. Tentamens worden middels structurele enqutes onder studenten regelmatig gevalueerd. In principe is de gastdocent verantwoordelijk voor de toetsvorm en inhoud. Dit dient echter wel te gebeuren in samenspraak met de sectiecordinator (de secties zijn: privaatrecht, staats- & bestuursrecht, strafrecht, en algemene rechtswetenschap). Door de toetsinhoud(en) aan te laten sluiten bij de leerdoel(en) van het betreffende programmaonderdeel wordt de validiteit zoveel als mogelijk gewaarborgd. 1.12 Relevante reglementen De relevante reglementen voor de student zijn: het Onderwijs- en examenreglement (OER) (op blackboard) Tentamen- en Fraudereglement (op blackboard) Landsverordening Universiteit Nederlandse Antillen (LUNA, www.una.an) Bestuurs- en Beheersreglement UNA

zie

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

11

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

12

STUDEREN AAN DE FdR

1.13 De onderwijsprogrammas De FdR biedt zowel een Bachelor- als een Masteropleiding Recht aan. Het programma van deze opleidingen is sterk op de Nederlandse onderwijsprogrammas georinteerd. Daarvoor bestaan verschillende redenen. De opleiding moet niet alleen aansluiten op de Antilliaanse, maar zo veel mogelijk ook op de Nederlandse beroepenmarkt. De Bacheloropleiding dient niet alleen toegang te geven tot de eigen Masteropleiding van de Universiteit van de Nederlandse Antillen, maar ook tot de in Nederland aangeboden juridische masters. Dergelijke aansluiting op de Nederlandse masterprogrammas wordt momenteel geboden door de Erasmus Universiteit Rotterdam, Radboud Universiteit Nijmegen en de de Universiteit Utrecht. Het recht wordt weliswaar in de eerste plaats benaderd vanuit de eigen, Antilliaanse, regelgeving, maar die is in zo sterke mate op de Nederlandse gebaseerd, dat ook het Nederlandse recht in de opleiding een prominente rol speelt. Bovendien wordt in sterke mate gebruik gemaakt van literatuur die is ontwikkeld ten behoeve van het Nederlandse onderwijs. Het aan de opleidingen ten grondslag liggende bachelor/mastersysteem (Ba/Ma) wordt tegenwoordig in de gehele Europese Unie gebruikt, wat internationale uitwisselingen vergemakkelijkt en de internationale erkenning van de diplomas ten goede komt. Door het met goed gevolg afsluiten van de Bacheloropleiding wordt de graad verkregen van Bachelor of Law. Dat men deze graad heeft behaald kan worden aangeduid door de letters LLB achter de naam te plaatsen. De succesvolle afronding van de Masteropleiding geeft recht op de titel meester in de rechten, aangeduid door de letters mr. voor de naam, of de letters LLM er achter te plaatsen. De opleidingen recht zijn in het voorjaar 2011 door de QANU (Quality Assurance Netherlands Universities) gevisiteerd. De QANU heeft op basis van het kwaliteitskader voor bestaande opleidingen van de NVAO (Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie) een positief advies aan de NVAO uitgebracht. De NVAO heeft in januari 2012 de opleidingen positief beoordeeld, hetgeen ook op de website van de NVAO is vermeld en op basis waarvan het kwaliteitsstempel van de NVAO op de afstudeerbullen kan worden geplaatst.

1.14 Het Onderwijs- en Examenreglement (OER) De gang van zaken rondom het onderwijs wordt beheerst door het Onderwijs- en Examenreglement (OER). Het OER en wijzigingen daarvan worden vastgesteld door de decaan, maar niet voordat hij daarover de Faculteitsraad heeft gehoord. Aan het OER kunnen medewerkers en studenten rechten en plichten ontlenen die bij verschillende facetten van het onderwijs van belang zijn. Studenten worden geacht kennis te nemen van het OER en de daarin vervatte regels. Wijzigingen van het OER zullen via blackboard bekend worden gemaakt.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

13

Het OER is van hogere rang dan deze Studiegids. In het geval dat deze Studiegids informatie bevat die in strijd is met regels uit het OER, hebben de regels uit het OER voorrang.

1.15 Omvang van de onderwijsprogrammas De Bacheloropleiding duurt in beginsel drie studiejaren. Elk jaar bestaat uit 60 European credits (ec). De gehele Bachelor heeft dus een omvang van 180 ec. En ec staat op grond van het European Credit Transfer System voor 28 uur studie. En studiejaar bestaat derhalve uit 1680 uur studie. De Masteropleiding sluit aan op de Bacheloropleiding en heeft een omvang van 60 ec (in beginsel 1 studiejaar). Een afgeronde rechtenopleiding bestaat uit een bachelor n een master. 1.16 Indeling van een studiejaar De studiejaren zijn verdeeld in twee semesters. Het eerste semester loopt van september tot en met december, het tweede van eind januari tot en met mei. Beide semesters worden afgesloten met een tentamenperiode. De mogelijkheid wordt geboden om een semester aan een buitenlandse universiteit te volgen (zie onder 3.12). De faculteit biedt uitsluitend een voltijdsprogramma aan. Zij probeert echter zo veel mogelijk aan de behoeften van de talrijke studenten die werken naast hun studie tegemoet te komen. Colleges worden uitsluitend na 13.00 uur gegeven, en bij voorkeur na 15.00 uur. De laatste colleges eindigen om 21.00 uur. 1.17 De doelstellingen van de opleiding De doelstellingen van de opleidingen die aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid worden aangeboden worden uitgedrukt in zogenaamde eindtermen. Deze eindtermen geven aan welk werk- en denkniveau en welke kennis en professionele vaardigheden mogen worden verwacht van iemand die de opleiding met goed gevolg heeft afgerond. Deze eindtermen zijn hieronder afgedrukt. Voor de Bachelor- en Masteropleiding gelden verschillende eindtermen 1.17.1 Eindtermen Bachelor Recht De Bacheloropleiding Recht beoogt: de bachelor uit te rusten met een brede wetenschappelijke vorming in het recht, gericht op zelfstandigheid en academisch denkniveau de bachelor uit te rusten met een brede kennis van het recht, in het bijzonder het Antilliaanse recht en het Antilliaanse rechtssysteem, binnen een ruimere context van culturele, historische, economische en internationale ontwikkelingen

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

14

de bachelor uit te rusten met de kennis, het inzicht en de vaardigheden die nodig zijn om toegang te krijgen tot de MasterRecht

Academisch werk- en denkniveau: 1. de bachelor heeft kennis van en inzicht in het geldende recht (Antilliaans en Nederlands) alsmede de systematiek ervan 2. de bachelor beheerst deze kennis binnen een ruimere context van culturele, historische en internationale ontwikkelingen 3. de bachelor is vertrouwd met de grondslagen en de metajuridische aspecten van het recht, en heeft besef van de eigen aard van de rechtsbeoefening 4. de bachelor heeft in zijn omgang met het recht een kritische houding Juridische kennis en professionele vaardigheden: 5. de bachelor heeft een brede kennis van alsmede inzicht in de grondslagen van het recht, in het bijzonder de deelgebieden: a. privaatrecht b. staats- en bestuursrecht c. strafrecht d. internationaal (privaat en publiek) recht 6. de bachelor heeft kennis van de algemene rechtsleer 7. de bachelor heeft basiskennis van onder meer de deelgebieden rechtsgeschiedenis, rechtseconomie en sociologie van het Caribisch gebied 8. de bachelor is in staat uit een feitencomplex de juridisch relevante feiten te selecteren en te benoemen 9. de bachelor is in staat zelfstandig vakliteratuur, wet- en regelgeving en jurisprudentie te begrijpen, te interpreteren en toe te passen in concrete situaties 10.de bachelor is in staat juridische begrippen en leerstukken te plaatsen tegen een historische of maatschappelijke achtergrond 11.de bachelor is in staat om vraagstukken rechtsvergelijkend te benaderen zowel en vooral tussen het Curaaose en het Nederlandse recht, maar ook andere rechtssystemen 12.de bachelor is in staat om eenvoudig juridisch onderzoek te verrichten door het op een effectieve en efficinte manier verzamelen en interpreteren van juridische informatie, het scherp onderscheiden van feiten en meningen en het beantwoorden van gestelde vragen 13.de bachelor is in staat een juridisch gefundeerd antwoord te geven op eenvoudige vragen uit de praktijk. 14.de bachelor is in staat een eenvoudig juridisch betoog te schrijven (probleemstelling formuleren, juridisch argumenteren, opbouw, constructie, leesbaarheid) en dit mondeling te presenteren 15.de bachelor is in staat om een beargumenteerde positie in te nemen in een juridisch debat van een gemiddelde moeilijkheidsgraad en een standpunt te verwoorden met kracht van argumenten 1.17.2 Eindtermen Master Recht De Masteropleiding Recht beoogt:

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

15

voortbouwend op de kennis en vaardigheden die in de Bachelorfase zijn verworven, de kennis van de master verder te verdiepen en te integreren met kennis die op het gebied van de gekozen afstudeerrichting is verworven, en tevens de vaardigheid om deze kennis in praktijksituaties toe te passen te versterken de master op te leiden tot een breed gevormde academicus die in staat is zich te bewegen op een hem onbekend rechtsgebied en zich door eigen studie en onderzoek de kennis die hij op een bepaald moment nodig heeft eigen kan maken

Academisch werk- en denkniveau: 1. de master heeft een helder inzicht in het geldende recht alsmede in de grondbeginselen en de systematiek daarvan. Hij is in staat om dit inzicht op anderen over te brengen 2. de master beheerst deze brede kennis binnen een ruimere context van culturele, historische en internationale ontwikkelingen en kan daar kritisch op reflecteren 3. de master heeft in zijn omgang met het recht een kritische houding Juridische kennis en professionele vaardigheden: 4. de master heeft een grondige kennis van het deelgebied privaat- en/of publiekrecht 5. de master kan kritisch reflecteren op aspecten van metajuridica 6. de master is in staat om literatuur, juridische bronnen en complexe casus, ook op een onbekend rechtsgebied, diepgaand te analyseren en te interpreteren, rekeninghoudend met maatschappelijke en rechtshistorische aspecten, daarover kritische vragen te stellen en (vernieuwende) oplossingen aan te dragen; de master is in staat hierover mondeling en schriftelijk helder te presenteren voor zowel vakgenoten als niet-juristen 7. de master is in staat om vraagstukken rechtsvergelijkend te benaderen zowel en vooral tussen het Antilliaanse en het Nederlandse recht, en ook andere rechtssystemen inhoudelijk te bestuderen 8. de master is in staat om een positie in te nemen in een wetenschappelijk juridisch debat op het gespecialiseerde deelgebied en met kracht van argumenten een standpunt te verwoorden 9. de master is in staat om zelfstandig een rechtswetenschappelijk onderzoek van enige omvang op academisch niveau voor te bereiden en uit te voeren (formuleren van onderzoeksvraag/probleemstelling,verzamelen van informatie, interpreteren van gegevens, conclusies trekken, evalueren en aanbevelingen en suggesties doen voor verder onderzoek) 1.18 Opbouw van de programmas 1.18.1 Bachelor 1 Het eerste jaar van de Bacheloropleiding (aangeduid als propedeuse of Bachelor 1) heeft een inleidend karakter. De student maakt kennis met de belangrijkste onderdelen van het recht en leert een aantal voor de jurist

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

16

onmisbare vaardigheden. Men moet deze Bachelor 1 binnen twee jaar hebben doorlopen. Wie zijn Bachelor 1 nog niet geheel heeft afgerond, maar daarin minimaal dertig (30) ec heeft behaald en bovendien voor Algemene rechtsleer, Juridisch Nederlands en Juridische vaardigheden I een voldoende heeft, mag maximaal veertig (40) ec behalen in het tweede en het derde jaar van de Bachelor, mits hij voldoet aan de specifieke, vakgebonden voorkennisvereisten. Het eerste jaar omvat de volgende vakken (omschrijvingen van de vakken vindt u in hoofdstuk 7): Algemene rechtsleer (8 ec) Beginselen van het privaatrecht (8 ec) Beginselen van het staatsrecht (4 ec) Beginselen van het bestuursrecht (4 ec) Juridische vaardigheden I (4 ec) Juridisch Nederlands (6 ec) Beginselen van het strafrecht (8 ec) Elementair internationaal recht (4 ec) Rechtsgeschiedenis (6 ec) Juridische vaardigheden II (4 ec) Integratievak I (4 ec) Daarnaast moeten de studenten aantonen gedurende de Bachelor 1 tenminste vijf (5) lezingen aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen of buiten de Universiteit van de Nederlandse Antillenover een juridisch onderwerp te hebben bijgewoond. Alle lezingen van de UNA tellen mee, bij twijfel over de geldigheid van externe lezingen kunt u zich tot de faculteit wenden. Bij het afronden van de B-1-fase moet het lijstje met de lezingen bij de office manager ingeleverd worden. 1.18.2 Bachelor 2 en Bachelor 3 Het tweede en het derde jaar van het bachelorprogramma lopen zonder afgrenzing in elkaar over. De student mag zelf de volgorde bepalen waarin hij de vakken volgt, mits hij aan de voorkennisvereisten voldoet. In paragraaf 3.6.5 worden aanbevelingen gedaan voor het bepalen van de meest geschikte volgorde. In deze twee jaar moet een reeks verplichte vakken worden behaald, en daarnaast drie keuzevakken. De verplichte vakken zijn (omschrijvingen van de vakken vindt u in hoofdstuk 7): Verbintenissenrecht (10 ec)* Goederenrecht (10 ec)* Personen- en familierecht (6 ec) Ondernemingsrecht (6 ec) Burgerlijk procesrecht (4 ec) Europees recht (4 ec) Internationaal privaatrecht (4 ec) Staatsrecht (8 ec)*

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

17

Bestuursrecht (8 ec)* Materieel strafrecht (8 ec)* Strafprocesrecht (8 ec)* Internationaal publiekrecht (6 ec) Rechtseconomie (6 ec) Sociologie van het Caribisch gebied (6 ec) Verder moet hetzij Arbeidsrecht, dan wel Beginselen van het belastingrecht worden gevolgd (gebonden keuze), plus twee vrij te kiezen vakken.1 Een van deze keuzevakken mag worden vervangen door een (in beginsel door de student zelf te organiseren) stage. Voor afronding van de Bacheloropleiding moet er ook een scriptie geschreven worden. De met een * aangegeven (hoofd)vakken worden in beginsel alternerend gegeven: in het ene jaar Verbintenissenrecht OF Goederenrecht, Staatsrecht OF Bestuursrecht, en Strafrecht OF Strafprocesrecht, in het daarop volgende jaar het andere vak. De studenten moeten aantonen sinds het behalen van de Bachelor 1 tien (10) lezingen aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen of buiten de Universiteit van de Nederlandse Antillen over een juridisch onderwerp te hebben bijgewoond. Voor de hele studieduur van de Bachelor moeten de studenten dus ten minste vijftien (15) lezingen gevolgd te hebben. Alle lezingen van de UNA tellen mee, bij twijfel over de geldigheid van externe lezingen kunt u zich tot de faculteit wenden. Bij het afronden van de B 2/3fase moet het lijstje met de lezingen bij de office manager ingeleverd worden.

Studierooster B 2/3 Om in de B2/3-fase inzicht te hebben hoeveel onderwijs gevolgd moet worden om in 2 studiejaren dit gedeelte af te ronden is het aan te raden een studierooster te maken. Het onderstaande formulier kan daarbij gebruikt worden.

B2 najaar (1e semester) Strafrechtelijk hoofdvak aantal punten (materieel strafrecht of strafprocesrecht) 8 Staatsr. hoofdvak (StaatsBestuursrecht)
1

B2 voorjaar (2e semester) Privaatr. hoofdvak (Verbintenissenrecht of Goederenrecht) (keuze-)vak aantal punten 10 aantal punten

aantal punten of 8

Indien aan de voorkennisvereisten wordt voldaan, mogen hiervoor ook keuzevakken uit het masterprogramma worden gebruikt.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

18

(keuze-)vak (keuze-)vak (keuze-)vak

aantal punten aantal punten aantal punten totaal punten (ongeveer 30)

(keuze-)vak (keuze-)vak (keuze-)vak

aantal punten aantal punten aantal punten totaal punten (moet ongeveer 30 zijn) totaal punten B2 (moet minimaal 60 zijn)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

19

B3 najaar (1e semester) Strafrechtelijk hoofdvak aantal punten (Materieel strafrecht / Strafprocesrecht) 8 Staatsr. hoofdvak (StaatsBestuursrecht) (keuze-)vak (keuze-)vak (keuze-)vak aantal punten of 8 aantal punten 6 aantal punten 6 aantal punten 6 totaal punten (ongeveer 30)

B3 voorjaar (2e semester) Privaatr. hoofdvak Verbintenissenrecht of Goederenrecht) Bachelor scriptie aantal punten 10 aantal punten 8 (keuze-)vak (keuze-)vak (keuze-)vak aantal punten 6 aantal punten 6 aantal punten 6 totaal punten (moet ongeveer 30 zijn) totaal punten B3 (moet ongeveer 60 zijn)

totaal punten B2/3 (moet minimaal 120 zijn)

Nota bene: De inroostering van de hoofdvakken kan per academisch jaar verschillend zijn qua semester. In het studiejaar 2012/2013 worden de publiekrechtelijke hoofdvakken in het 2e semester gedoceerd en het privaatrechtelijk hoofdvak in het 1e semester. U kunt dan bovenstaande formulieren (qua semester) omgekeerd invullen.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

20

1.18.3 De Masteropleiding De Masteropleiding kent drie richtingen: privaatrecht, publiekrecht en een gemengde richting. Voor alle richtingen zijn de vakken Reflectie op het recht en Integratievak II verplicht. De privaatrechtelijke richting bestaat verder uit twee privaatrechtelijke Masterhoofdvakken van 8 ec en drie keuzevakken van 6 ec(waarvan tenminste twee op het gebied van het privaatrecht). De publiekrechtelijke richting bestaat uit twee publiekrechtelijke Masterhoofdvakken van 8 ec en drie keuzevakken van 6 ec (waarvan tenminste twee op het gebied van het publiekrecht). Voor alle richtingen geldt dat een Masterscriptie van 14 ec moet worden geschreven en verdedigd. Deze scriptie moet qua onderwerpkeuze aansluiten bij de gekozen afstudeerrichting. In alle richtingen kan n keuzevak worden ingevuld door middel van een masterstage. Na voorafgaande goedkeuring van de examencommissie kunnen studenten eveneens afstuderen in een gemengde studierichting. Het beoogde gekozen pakket aan (keuze)vakken (of stage) en de bijbehorende scriptie moet daarbij wel een samenhangend geheel vormen. De inhoud van de masterhoofdvakken en de keuzevakken kan van jaar tot jaar wisselen; de mogelijkheid tot herkansing is daarom beperkt. Aan de Masteropleiding mag worden begonnen zodra men zijn Bachelor 1 en 90 ec in het tweede en het derde jaar van de Bachelor heeft behaald en de bachelorscriptie al verdedigd is, mits men voldoet aan de specifieke, vakgebonden voorkennisvereisten. 1.19 Inbreng van elders behaalde resultaten Het is op twee manieren mogelijk om elders behaalde resultaten in te brengen: Indien een in het programma opgenomen vak reeds met goed resultaat aan een andere onderwijsinstelling is gevolgd, kan daarvoor van de examencommissie een vrijstelling worden verkregen. De commissie gaat daartoe alleen over wanneer zij omvang en inhoud van het elders gevolgde vak tenminste gelijkwaardig acht aan omvang en inhoud van het door de FdR aangeboden vak. Over het algemeen is de commissie terughoudend bij het verlenen van vrijstellingen. Aan een andere onderwijsinstelling met goed resultaat gevolgde vakken, die niet voorkomen in het curriculum van de FdR, kunnen als keuzevak worden ingebracht, mits de examencommissie daarvoor toestemming verleent. De commissie beoordeelt daartoe aard en omvang van het gevolgde vak en de inpasbaarheid binnen het curriculum van de FdR. In de onder 3.6 genoemde gevallen kan de examencommissie, onder dezelfde voorwaarden, ook goedkeuring verlenen aan inbreng anders dan als keuzevak (dus: in plaats van een verplicht vak).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

21

1.20 Aanbevolen studievolgorde De faculteit houdt er rekening mee dat de studenten recht in heel verschillende levensfasen en situaties verkeren. Sommigen studenten streven ernaar de studie nominaal (vier jaar) te volgen terwijl anderen erop voorhand kiezen voor een langzamer studietempo vanwege hun werk. Het vaststellen van de juiste studievolgorde blijkt bij elke individuele student te vragen om maatwerk. Om deze reden zal in deze studiegids geen aanbevolen studievolgorde meer worden afgedrukt. In plaats daarvan zal hieronder een vijftal vuistregels worden geformuleerd die bij het bepalen van de studievolgorde ongeacht het studietempo behulpzaam kunnen zijn. Voor meer informatie en assistentie bij de toepassing van deze vuistregels op uw specifieke situatie kunt u altijd een afspraak maken met de decaan of een ander lid van de vaste staf (bijvoorbeeld indien van toepassing uw mentor). De vuistregels zijn de volgende: Studeer fase voor fase. De rechtenopleiding bestaat uit drie fasen: de Bachelor-1-fase (het eerste jaar), de Bachelor-2/3-fase (het tweede en derde jaar) en de Masterfase. Omdat de studie een oplopende moeilijkheidsgraad heeft, begint u in de ideale situatie pas aan een nieuwe fase als u de voorgaande fase in het geheel hebt afgerond. De doorstroomregelingen die aan onze faculteit gelden (zie par. 3.6.1) voor doorstroming van de Bachelor-1-fase naar de Bachelor-2/3-fase en van de Bachelor-2/3-fase naar de Masterfase zorgen er bovendien voor dat u in sommige gevallen niet aan de nieuwe fase mag beginnen. Echter, zelfs als u wel aan de doorstroomeisen voldoet, verdient het aanbeveling de afronding van de eerdere fase prioriteit te verlenen boven het beginnen aan een nieuwe fase. o Voorbeeld: Als u in de Bachelor-1-fase in het tweede semester de vakken Beginselen Strafrecht, Beginselen Bestuursrecht en Rechtsgeschiedenis nog niet hebt gehaald, is het niet verstandig het herkansen van deze vakken te combineren met meerdere zware tentamens uit de Bachelor-2/3-fase. U kunt beter opnieuw aandacht besteden aan de vakken die u nog moet doen uit het eerste jaar en hooguit 1 vak (of 2 kleine vakken) uit de Bachelor2/3-fase proberen. Als u in tegenstelling tot de aanbeveling in het voorbeeld ervoor kiest om naast herkansingen uit een vorige fase eveneens veel tentamens uit de volgende fase te proberen, is dat niet alleen onverstandig, maar ook riskant. Op grond van art. 12.3 Onderwijs- en Examenreglement (OER) vervallen alle eerstejaarsvakken van studenten die niet binnen twee jaar het eerste jaar hebben afgerond. Iemand die al zijn tijd en energie steekt in de vakken van de volgende fase en daardoor de vakken die hij/zij nog moet doen uit een vorige fase verwaarloost, loopt het risico na drie jaar met (bijna) lege handen te komen te staan. Voor de overgang van de Bachelor-2/3-fase naar de Masterfase geldt een dergelijke vervalregeling niet, maar ook daar kan het riskant zijn te vroeg met de Masterfase aan te vangen. Op grond van de LUNA mag u maximaal vier jaar over het behalen van uw Masterdiploma doen. Dat lijkt veel, maar deze termijn begint te lopen op het moment dat iemand zijn eerste Mastertentamen aflegt (ongeacht het resultaat).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

22

Zolang u de Mastertentamens met rust laat en zich concentreert op het afronden van de Bachelor, begint de termijn niet te lopen en kunt u in de volgende fase van uw studie in alle rust uw Master afronden. Schuif eenmaal in de Bachelor-2/3-fase aanbeland de grote vakken niet teveel voor u uit. Vanwege de zwaarte in ec kunnen de vakken Verbintenissenrecht, Goederenrecht, (Materieel) strafrecht, Strafprocesrecht, Staatsrecht en Bestuursrecht worden gezien als de hoofdvakken van de Bachelor-2/3-fase. Voor de meeste van deze vakken geldt bovendien dat ze alternerend (d.w.z. eens per twee jaar) worden gegeven. Op het moment dat u de Bachelor-2/3-fase hebt bereikt (bij voorkeur na afronding van de Bachelor-1-fase (zie boven)), is het zaak zo snel mogelijk met deze vakken aan te vangen. Op deze manier loopt u zo weinig mogelijk studievertraging op als het u in een collegejaar onverhoopt niet zou lukken n of meer van deze vakken te halen. Neem in tentamenperiodes niet teveel hooi op uw vork. Sommige studenten schrijven zich in een tentamenperiode soms voor wel tien verschillende tentamens in. Dit betreft vooral studenten die in een tentamenperiode een te groot aantal herkansingen van een vorig studiejaar willen combineren met nieuwe vakken. Dit is zeer onverstandig. Een student die zich inschrijft voor een te groot aantal tentamens loopt het risico uiteindelijk aan geen van de tentamens de aandacht te kunnen geven die nodig is voor een goed resultaat. Uit de praktijk blijkt dat studenten die zich voor teveel tentamens inschrijven weinig tot geen van die tentamens met goed gevolg afleggen. Een student die zich inschrijft voor 10 tentamens en er daarvan slechts 2 haalt, is uiteindelijk slechter af dan een student die zich inschrijft voor 4 tentamens en er daarvan 3 haalt. Een maximum aantal tentamens per tentamenperiode is moeilijk te geven. Dat is onder meer afhankelijk van de aard en de omvang van de betreffende tentamens, alsmede van de student in kwestie. In het algemeen zou kunnen worden gesteld dat 4 of 5 tentamens per tentamenperiode (maximaal 30 ec) als grens zou kunnen worden gehanteerd. Voor studenten die ervoor kiezen in een langzamer tempo te studeren kan dit aantal lager liggen. Wees voorzichtig met de hertentamens. Ook kunnen tentamens tot nu toe zonder begrenzing herhaald worden. Het blijkt dat studenten die de hertentamens herhaaldelijk afleggen in de cijfers omlaag gaan, dus steeds slechter worden. Vermijd dat een vak een angstvak wordt. Deze vuistregel moet bovendien nadrukkelijk in samenhang worden gezien met de eerste: geef bij meerdere tentamens altijd prioriteit aan de tentamens die u nog moet afronden uit de eerdere fase. Begin tijdig met de bachelorscriptie. Afronding van de bachelorscriptie blijkt in de praktijk een probleem te zijn. Studenten die tijdig beginnen met het schrijven van de scriptie lopen een aanzienlijk kleinere kans later in de studie onnodige vertraging op te lopen. De faculteit biedt in beginsel driemaal per studiejaar een scriptietraject met een aantal brede themas aan waarbinnen u een

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

23

scriptieonderwerp kunt kiezen. Binnen het scriptietraject verzorgen docenten enkele verplichte scriptiecolleges, waarin een korte toelichting op de themas gegeven wordt en vervolgens ingegaan wordt op verschillende aspecten van scriptieonderzoek (ontwikkeling probleemstelling, uitwerking daarvan in de scriptie, hoofdstukindeling, brongebruik, etc.). Na deze inleidende fase wordt individueel gewerkt en op individuele basis door de docent begeleid. Bovendien: u mag pas aan uw Master beginnen als u in de Bachelor2/3-fase 90ec hebt behaald, inclusief de bachelorscriptie. Geef verplichte vakken voorrang boven extra keuzevakken . Zowel in de Bachelor als de Master is plaats ingeruimd voor keuzevakken. Elk jaar probeert de rechtenfaculteit een interessant en actueel pakket aan keuzevakken in te ruimen voor haar studenten. Sommige studenten vinden deze keuzevakken zo interessant dat ze ervoor kiezen meer keuzevakken te volgen dat strikt noodzakelijk is. Daarmee is op zichzelf helemaal niets mis. Voor studenten die echter nog een groot aantal vakken open hebben staan is het voor de studievoortgang van belang voorrang te verlenen aan de verplichte vakken boven de extra keuzevakken.

1.21 Termijnen Wanneer u rechten studeert aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen wordt u geconfronteerd met verschillende termijnen. De belangrijkste hiervan zijn verjaringstermijnen en inschrijvingstermijnen.

1.21.1Verjaringstermijnen De faculteit spant zich ervoor in vakken aan te bieden waarvan de inhoud zo actueel mogelijk is. Voor toekomstige werkgevers van Universiteit van de Nederlandse Antillen-studenten is het namelijk van belang dat de inzichten, de kennis en de vaardigheden van hun werknemers up-to-date zijn. Omdat het recht altijd volop in ontwikkeling is, veroudert kennis (maar ook inzicht en vaardigheden) echter snel. Om deze reden hebben de vakken aan de faculteit der rechtsgeleerdheid geen eeuwige houdbaarheidsdatum. Behaalde resultaten kunnen na verloop van tijd komen te vervallen. Slechts door het afronden van de opleiding waarvan het vak een onderdeel is kan dit worden voorkomen. Zolang een opleiding dus niet is afgerond, loopt een student het risico dat n of meer vakken komen te vervallen. Normaal gesproken is de verjaringstermijn acht jaar. Op deze regel zijn twee uitzonderingen. Beide uitzonderingen betreffen vakken uit het eerste jaar: 1. Wanneer een student alle vakken uit het eerste jaar heeft behaald, vervallen die vakken niet na acht, maar na tien jaar. 2. Wanneer een student na twee jaar nog niet alle vakken uit het eerste jaar heeft behaald, vervallen alle wel behaalde vakken uit dat eerste jaar.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

24

Voor de hoofdregel en de uitzonderingen geldt dat de termijn verstrijkt ongeacht of de student zich als student heeft ingeschreven. Een jaar overslaan stuit de verjaring in die gevallen dus niet. 1.21.2Studieduur Op grond van de Landsverordening Universiteit van de Nederlandse Antillen (LUNA) mogen studenten maximaal drie jaar langer ingeschreven staan dan de reguliere duur van hun opleiding. Omdat de rechtenfaculteit twee opleidingen kent, gelden hiervoor verschillende inschrijvingstermijnen. De Bacheloropleiding duurt normaliter drie jaar. Dat betekent dat de maximale inschrijvingsduur zes jaar bedraagt. Voor de eenjarige Masteropleiding geldt dus een maximale inschrijvingsduur van vier jaar. Let op: de inschrijvingstermijn begint te lopen op het moment dat een student zijn of haar eerste tentamen van de betreffende opleiding aflegt. Voor studenten die nog voordat zij hun bachelor hebben afgerond, beginnen met vakken uit het masterprogramma, betekent dit dat de beide inschrijvingstermijnen naast elkaar lopen. In tegenstelling tot de verjaringstermijnen voor behaalde vakken gelden voor de berekeningen van de inschrijvingsduur alleen die collegejaren dat een student daadwerkelijk ingeschreven staat of heeft gestaan.

1.22 Doorstroomvereisten Het programma van de rechtenopleidingen kent een oplopende moeilijkheidsgraad. Dat betekent dat studenten worden geacht het programma in een bepaalde volgorde te doorlopen. Om ervoor te zorgen dat studenten de studie grotendeels in de bedoelde volgorde doorlopen, kent het opleidingsprogramma twee doorstroomeisen: 1. Studenten die nog niet het gehele eerste jaar voltooid hebben, kunnen pas tentamens afleggen in vakken uit het tweede en derde jaar als zij: a. in de Bachelor-1-fase minstens dertig (30) ec hebben behaald en b. in ieder geval de vakken Algemene Rechtsleer, Juridische Vaardigheden 1 en Juridisch Nederlands hebben behaald. Studenten die voldoen aan deze criteria mogen deelnemen aan tweede- en derdejaarsvakken tot maximaal veertig (40) ec. Hen wordt echter met klem aangeraden de eerstejaarsvakken die zij nog moeten behalen, prioriteit te geven. 2. Studenten die nog niet het gehele bachelor hebben voltooid, kunnen tentamens afleggen in de Masterfase als zij: a. de Bachelor-1-fase met goed gevolg hebben afgelegd en b. in de Bachelor-2/3-fase minstens 90 ec behaald hebben c. en tevens de bachelorscriptie met goed gevolg hebben verdedigd. Specifieke voorvereisten

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

25

Naast deze algemene doorstroomeisen gelden vaak (vak)specifieke voorvereisten. In sommige gevallen kunnen deze voorvereisten een verzwaring van de algemene doorstroomeisen betreffen. Zo geldt een afgeronde Bachelor als specifiek voorvereiste voor de Masterscriptie. De vakspecifieke voorvereisten vindt u in de vakomschrijvingen in deze studiegids. Studenten worden geacht met deze criteria rekening te houden als ze ervoor kiezen om vakken te volgen. Tentamens worden alleen nagekeken als de student op het moment van het tentamen aan de voorvereisten voldoet.

1.23 Bijzondere studievormen In beginsel wordt aan niet-studenten toegestaan onderwijs te volgen als toehoorder. Hiervoor is een bedrag verschuldigd van NAF 760,-(excl. OB) per jaar. Toehoorders behoeven niet te voldoen aan de vereisten van vooropleiding en kunnen in principe alle vakken volgen. Het is hen niet toegestaan om actief te participeren in het onderwijs, opdrachten na te laten kijken door docenten en ook niet om tentamens of examens af te leggen. Aan een toehoorder wordt op zijn verzoek een verklaring afgegeven, dat hij als toehoorder ingeschreven is geweest en desgewenst dat hij als toehoorder n of meerdere vakken heeft gevolgd. Hiervoor dient hij wel een ondertekende presentielijst van de vakdocent te overleggen. Hiernaast biedt de faculteit de mogelijkheid tot het volledig volgen van n of meer vakken en het doen van tentamen in deze vakken. Aan hen die deze tentamens hebben behaald wordt op hun verzoek door de decaan van de faculteit een certificaat uitgereikt, dat een opsomming bevat van de gevolgde vakken, de periode waarin dit is geschied en het behaalde cijfer. Hiermee komt de faculteit tegemoet aan de behoeften van juristen die hun kennis willen aanvullen of opfrissen. Ook voor andere academici is het certificaatonderwijs een interessante mogelijkheid om juridische kennis op te doen. Om aan dit certificaatonderwijs te kunnen deelnemen moet men voldoen aan de gewone toelatingsvereisten voor de rechtenstudie en aan de specifieke voorkennisvereisten van het betreffende vak. Voor certificaatonderwijs is een bedrag verschuldigd van NAF 125 per ects en NAF 10,- voor het collegekaart en 6% OB over het gehele bedrag. Dit bedrag geeft recht op n tentamenmogelijkheid en n eventuele herkansing per vak; het dekt niet de kosten voor literatuur en ander onderwijsmateriaal. Op betaalde gelden wordt geen restitutie verleend. Wie eerst als voltijdstudent is ingeschreven en zich vervolgens als certificaatstudent wil inschrijven heeft toestemming van de decaan nodig. Certificaten van de FdR leveren vrijstellingen op voor de rechtenstudie. De geldigheidsduur van certificaten is gelijk aan die van tentamens, te weten acht jaar (art. 12.1 Onderwijs- en Examenreglement). Certificaatonderwijs kan ook dienen als een vorm van postacademisch onderwijs voor wie reeds een academische opleiding heeft voltooid. Er worden ook afzonderlijke PAOcursussen georganiseerd voor reeds in de praktijk werkzame juristen, tegen van geval tot geval vastgesteld tarief.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

26

Jaarlijks is een aantal plaatsen beschikbaar op de door de faculteit, tezamen met de juridische faculteiten van twee Amerikaanse universiteiten (de University of Baltimore en Hofstra University, New York) en de Erasmus Universiteit Rotterdam (Rotterdam Law School) op Curaao georganiseerde winter program (eind december/begin januari). Een met succes afgerond winter program geldt als keuzevak. Studenten van elders die een minor willen volgen aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen kunnen in samenspraak met de decaan een programma op maat samenstellen uit het vakkenaanbod van de faculteit. 1.24 Uitwisselingsprogrammas en internationalisering In het kader van een formele samenwerkingsovereenkomst tussen de Universiteit van de Nederlandse Antillenen de Universiteit van Aruba (UA) wordt met de rechtenfaculteit UA op projectbasis materiaal uitgewisseld en worden nieuwe vakken ontwikkeld, die door de docenten zowel aan de Universiteit van de Nederlandse Antillenals op de Universiteit van Aruba worden gegeven. Curaaose studenten die tijdens hun studie enige tijd buiten het Koninkrijk willen doorbrengen om daar (keuze)vakken te volgen, kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die de Radboud Universiteit Nijmegen, de Universiteit Utrecht en de Erasmus Universiteit Rotterdam bieden aan hun eigen studenten. Deze universiteiten hebben behalve met vele universiteiten in Europa uitwisselingsprogrammas met universiteiten in de Verenigde Staten. Belangstellenden kunnen contact opnemen met de decaan van de faculteit. Met de Loyola University New Orleans is in het studiejaar 2010-2011 een samenwerkingsproject gestart. In het kader van het project kunnen UNAstudenten deelnemen aan de internationale uitwisselingsprogrammas van Loyola University, zoals bijvoorbeeld een summer course in Wenen, Oostenrijk. 1.25 Mentoraat Studenten van de FdR krijgen vanuit de faculteit aan het begin van het eerste studiejaar een mentor toegewezen: een docent van de vaste staf, op wie zij in voorkomende gevallen een beroep kunnen doen en die hun studievoortgang in het eerste jaar bijhoudt. Deze mentor bereidt het studieadvies voor, dat de decaan aan het einde van het eerste studiejaar aan iedere student uitbrengt. 1.26 Blackboard en ProgressWWW Binnen de Universiteit van de Nederlandse Antillen wordt gebruik gemaakt van twee elektronische systemen, te weten blackboard en ProgressWWW.
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

27

Blackboard is een digitaal studieplatform voor onderwijsdoeleinden waar studenten terecht kunnen voor informatie over de faculteit en over de te volgen cursussen. Communicatie tussen faculteit en studenten gebeurt via blackboard. De docenten en andere stafmedewerkers plaatsen bijv. mededelingen, roosters, ed. Studenten kunnen email-berichten aan docenten ook via blackboard sturen en vinden daar de actuele informatie over de cursussen die ze volgen. Blackboard heeft een officieel karakter en studenten worden geacht hiervan kennis te nemen. ProgressWWW is een webapplicatie waarmee studenten zich kunnen inschrijven voor tentamens en hun studieresultaten kunnen raadplegen. Zodra tentamenresultaten door de onderwijsadministratie zijn ingevoerd, zijn deze beschikbaar via ProgressWWW.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

28

ALGEMENE STUDENTENINFORMATIE

1.27 Toelatingseisen In de Regeling onderwijs en examens faculteit der rechtsgeleerdheid Universiteit van de Nederlandse Antillen (PB 1993, 64) is geregeld wie tot de rechtenstudie mag worden toegelaten. Dit Landsbesluit is echter sterk verouderd. Het voornemen bestaat om tot een nieuw Landsbesluit te komen, dat reeds in ontwerp beschikbaar is. De decaan en de examencommissie richten zich in de praktijk naar wat in dit ontwerp is neergelegd. Die regeling is ruimer dan de oude. Zij houdt in dat ieder wordt toegelaten, die in het bezit is van: a. een binnen het Koninkrijk verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd eindexamen aan een school voor voorbereidend wetenschappelijk onderwijs (v.w.o.), dan wel een met dit getuigschrift gelijkgesteld getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd lands- dan wel staatsexamen; b. een getuigschrift van met goed gevolg afgelegd examen als bedoeld in artikel 54 van de Advokatenlandsverordening 1959; c. een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd examen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Rechtsbijstandsverordening; d. een binnen het Koninkrijk der Nederlanden verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd eindexamen aan een instituut voor hoger beroepsonderwijs, mits het een driejarige dagopleiding betrof, dan wel van een ander, met dit getuigschrift gelijkgesteld getuigschrift; e. een binnen het Koninkrijk der Nederlanden verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd doctoraalexamen aan een instituut voor universitair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld examen; f. een binnen het Koninkrijk der Nederlanden verkregen getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen in het recht aan een instituut voor universitair onderwijs of een daarmee gelijkgesteld examen. Het oordeel, wat precies een gelijkgesteld examen is, komt toe aan de examencommissie. Zij heeft besloten een Nederlands propedeutisch examen HBO Recht gelijk te stellen aan het onder f bedoelde examen. Zij heeft verder besloten om personen toe te laten, die twee jaar hebben afgerond van een door n der vier andere faculteiten van de Universiteit van de Nederlandse Antillen verzorgde opleiding. 1.28 Colloquium doctum Hij/zij, die de leeftijd van drientwintig jaren heeft bereikt en niet voldoet aan de hiervoor genoemde toelatingseisen, kan niettemin door de Minister van Onderwijs tot de examens worden toegelaten op grond van een verklaring van de faculteitsraad dat hij/zij bij een door die raad ingesteld

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

29

toelatingsonderzoek blijk heeft gegeven van een voldoende algemene ontwikkeling en geschiktheid voor het volgen van onderwijs. Nadere informatie over het colloquium doctum examen wordt gegeven in het colloquium doctum reglement van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, dat op verzoek verkrijgbaar is bij het Student Services Centre van de Universiteit. 1.29 Student Services Center (SSC) Het Student Services Center (SSC) is er om de student bij te staan in alles wat hij/zij nodig heeft gedurende de gehele studieperiode. Het SSC beschikt over de volgende voorzieningen: Studentenadministratie en Informatievoorziening, Reproductiediensten, Studentendecanaat en Marketing & Communicatie. Tevens kunnen studenten zich bij SSC aanmelden voor de Studentenraad verkiezingen. SSC biedt ook extra diensten aan zoals via het Career Center en International Office. Openingstijden maandag dinsdagt/m donderdag vrijdag 11:00 - 17:00 uur 08:00 - 17:00 uur 08:00 - 16:30 uur

Contactgegevens Informatie balie Sheila Janzen sheila.janzen@una.an telefoon:844-2144 Studentendecanaat Christina Daniel cristina.daniel@una.an Elica Ras elica.ras@una.an Studenten administratie FdR Jill Bekker jill.bekker@una.an telefoon: 844-2149 telefoon: 844-2142 telefoon: 844-2148

1.30 Studieduur en inschrijvingsduur Om gerechtigd te zijn tot het bijwonen van de colleges en het ontvangen van begeleiding dient men zich elk studiejaar te laten inschrijven. Dit geldt totdat de opleiding met succes is voltooid. Bij inschrijving als student is jaarlijks een bedrag aan inschrijfgeld verschuldigd van NAF 500,- Daarenboven is jaarlijks een bedrag aan collegegeld (NAF 3.010,50) verschuldigd. Zowel voor het bachelor- als voor het master- examen moet een bedrag van NAF 500,- worden betaald. De betaling moet uiterlijk voor de scriptieverdediging gebeuren. 1.31 Herinschrijving Elke student van de UNA is verplicht zich elk jaar opnieuw in te schrijven. De herinschrijvingsformulieren zijn verkrijgbaar bij de
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

30

informatiebalie. Er bestaat ook de mogelijkheid om dit via het internet te doen. 1.32 Library & Research Service (bibliotheek) De afdeling Library & Research Services (LRS) heeft, naast de klassieke bibliotheekfunctie ook een actief onderwijs- en onderzoeksondersteunende functie voor de UNA. Behalve collectievorming ten behoeve van de verschillende vakgebieden die op de UNA worden gedoceerd vindt er actieve ondersteuning plaats aan studenten, docenten en onderzoekers in hun zoektocht naar hoogwaardige kennis en informatie. De dienstverlening is erop gericht dat studenten de juiste informatie tot hun beschikking kunnen hebben, ook wanneer deze niet in ons eigen bezit is. Daartoe onderhoudt de bibliotheek contacten met bibliotheken en informatiecentra in binnen- en buitenland. Voor een gerichte ondersteunen is er binnen de afdeling een informatiespecialist specifiek belast met n of meerdere faculteiten. Deze specialist onderhoudt de vakspecifieke collectie, ondersteunt klanten met vakspecialistische vragen en verzorgt instructielessen binnen het onderwijsprogramma van de faculteit. Bij de informatiebalie van de bibliotheek kunnen studenten zich met hun collegekaart (of met een bewijs van inschrijving aan de U) als lid van de bibliotheek laten registreren. Van de verplichte literatuur heeft de bibliotheek minimaal n exemplaar als one-day-loan beschikbaar. Met uitzondering van de publicaties in de collectie Antiana, die niet uitleenbaar zijn, kunnen de overige boeken voor drie weken worden geleend. Op de afdeling Antiana kunnen de publicaties die betrekking hebben op de Antillen worden geraadpleegd. Ook de afstudeerscripties van de verschillende faculteiten zijn hier ter inzage aanwezig. De catalogus van de bibliotheek is online doorzoekbaar en toegankelijk via de bibliotheekpagina op de UNA website. Via de bibliotheekpagina zijn ook databanken en digitale tijdschriften (e-journals) waar de bibliotheek een abonnement op heeft raadpleegbaar. In verband met licenties zijn de meeste juridische bronnen, zoals Kluwer navigator echter alleen via PCs in de bibliotheek raadpleegbaar. Literatuur die hier gevonden wordt kan via email of op een usb-stick door de gebruiker worden verzameld voor later gebruik. Actuele informatie, tussentijdse wijzigingen van de openingstijden, handige tips en nieuwe links zijn te vinden op de Facebook pagina: www.facebook/unalibrary. Openingstijden Bibliotheek Maandag 12:00 -17:00 uur Dinsdag 08:00 -17:00 uur Woensdag 08:00 -17:00 uur Donderdag 08:00 -17:00 uur Vrijdag 08:00 -16:00 uur Openingstijden Studiezaal Maandag t/m zondag 08:00 - 22:30 uur Op de onderstaande feestdagen is de Studiezaal gesloten:

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

31

Nieuwjaarsdag, Goede Vrijdag, Paaszondag, Eerste Kerstdag, Tweede Kerstdag, Oudejaarsdag. 1.33 Boeken bestellen De literatuurlijsten worden aan het begin van het collegejaar uitgegeven, waarmee de student boeken kan bestellen bij onder andere: Boek Plus (Kaya Salas 48 (voorheen Fokkerweg, telefoon: 461-0492, mevr. Koko) Bruna (Zuikertuin, telefoon: 738-8394) MensingsCaminada (Schottegatweg Oost, telefoon: 737-0222) Vandorp-Eddine NV (Promenade, telefoon: 737-0545; Holiday Beach Hotel, telefoon: 462-5034), email: info@vandorp-eddine.com Samson Curacao NV (Schottegatweg Oost 215, telefoon 465-4677; Kaminda Elektrishen, telefoon: 461-1522) www.bol.com www.amazon.com www.jongbloed.nl 1.34 CCUNA Het Computercentrum van de UNA (CCUNA) is belast met het zorgdragen voor adequate ondersteuning aan de primaire en secundaire processen van de universiteit voor de informatievoorziening en de daarbij gebruikte informatie- en communicatie-infrastructuur. ICT speelt een steeds grotere rol in vele aspecten van het onderwijs en de bedrijfsvoering en biedt kansen voor efficinte, innovatieve vormen van werken en samenwerken en voor internationale aansluiting. Deze afdeling levert een bijdrage tot het implementeren van deze ICT functies binnen de universiteit. CCUNA beoogt een, volgens internationale standaardaarden functionerende professionele beheersorganisatie te zijn met een hoog, intern en extern erkend, technischen dienstverleningsniveau. De missie van CCUNA bestaat uit het adviseren over het te voeren ICTbeleid en het ontwikkelen en in stand houden van een doelmatige, efficinte, tevens flexibele infra-structuur en dienstverlening voor informatievoorziening en communicatie ten behoeve van het onderwijsproces en van de algemene bedrijfsvoering binnen UNA. Het Computercentrum van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (CCUNA) biedt een pakket van diensten aan de studenten en medewerkers van de UNA. Het pakket omvat de volgende diensten: ICT-aangelegenheden: het beheer van de ICT infrastructuur en informatiesystemen (Progress en Blackboard), en aankoop van computer en informatiesystemen en computerbenodigdheden. Evenals het beheer van de UNA-website en E-mail server. De student kan een UNA-email adres aanvragen. Verhuur van faciliteiten: het reserveren en inroosteren van de lokalen voor onderwijs en studie doeleinden, en onderwijsmaterialen voor onderwijs en presentaties.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

32

Verkoop van printkaarten die studenten in de computer ruimte Escape gebruikt kunnen worden, waar computers en printers ter beschikking gesteld staan. Helpdesk (ICT-ondersteuning): de aanvragen ten behoeve van toegang tot de WiFi-internet verbinding op de dinsdag en donderdag van 08.00-12.00, uitprinten van documenten, e-mail, en software- en hardware ondersteuning. Beheer van de telefooncentrale en daaruit volgende telefoonaangelegenheden. Computercursussen: het verzorgen van interne- (onder kantooruren) en externe- (in de avonduren) ICT cursussen. UNA studenten krijgen een korting van 50% op het cursusbedrag. .AN en .CW domeinnaam registratie: het aanvragen van ccTLD domeinnamen met de extensie .AN en de extensie .CW. Voor meer informatie kijk op:http://www.una.an/ccunasite Contact: tel: 844-2250/844-2251 E-mail: ccuna@una.an 1.35 Fondsen voor studeren in het buitenland Studenten die tijdens hun opleiding Recht willen studeren in het buitenland of die na afronding van hun studie in het buitenland verder willen studeren kunnen voor financile ondersteuning een beroep doen op diverse fondsen. Veelbelovende afgestudeerde studenten die een aanvullende studie in het buitenland willen ondernemen kunnen een beroep doen op de John Godden and Jane Godden (ne Wagner) Stichting. Het voorzitterschap van deze stichting berust bij de rector magnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen, de decaan van de FdR is secretaris. Voor het verstrekken van subsidie uit dit fonds gelden de volgende voorwaarden: - per student wordt niet meer verstrekt dan maximaal NAF. 1.500,- een student moet meer dan gemiddeld presteren (gemiddeld cijfer 7 of hoger) - per student wordt niet meer dan n maal een subsidie verstrekt. Voor meer informatie kunt u zich wenden tot de decaan van de FdR.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

33

STUDENTENACTIVITEITEN De studenten van de FdR ondernemen tal van, al dan niet rechtstreeks met de studie verbonden, activiteiten. Ook anderen ontwikkelen activiteiten die met de faculteit en het onderwijs nauw verband houden. De volgende vallen te noemen: 1.36 AsosiashonTienda di Lei In 1980 werd door enkele enthousiaste studenten overgegaan tot de oprichting van de AsosiashonTienda di Lei. Rechtspersoonlijkheid werd verkregen bij Landsbesluit van 12 december 1980. Het doel van deze Wetswinkel is het geven van juridisch advies en juridische bijstand aan de lagere inkomensgroepen in onze samenleving. De vereniging tracht dit doel te bereiken door het geven van individuele juridische bijstand en advies. Daartoe houdt de Tienda di Lei (behalve in de examenperiode en tijdens de vakanties) spreekuur in het kantoor op het terrein van de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Daarna worden de zaken intern doorgesproken en het werk verdeeld. Hierbij krijgen de leden van Tienda di Lei juridische bijstand van het Advocatenkantoor Van Eps Kunneman van Doorne. Alle studenten, die ingeschreven staan aan de faculteit der rechtsgeleerdheid kunnen lid worden van de vereniging. Bij de 'intake' tijdens het spreekuur wordt van de leden verwacht dat ze de clint te woord staan en zijn probleem met alle relevante gegevens op papier vastleggen. Beheersing van het Papiamentu is daarom van belang. Daarnaast kan men participeren door mee te helpen de aangebrachte zaken uit te werken, adviezen samen te stellen, verzoekschriften op te stellen enz. Als derde werkzaamheid kan genoemd worden het samenstellen van brochures in verband met voorlichting over veel voorkomende problemen, het opstellen van concept-wetsvoorstellen enz. Men kan zich ook beschikbaar stellen om archiefwerkzaamheden te verrichten, brieven, verzoekschriften, brochures en dergelijke uit te tikken. Kortom iedereen vindt wel iets van zijn gading om daadwerkelijk mee te werken aan de Tienda di Lei. Het werk ten behoeve van hiervoor genoemde inkomensgroepen kan ook voor de student zijn vruchten afwerpen tijdens en na de studie. Bij het laatste gaan de gedachten onder andere uit naar het vak burgerlijk procesrecht, dat hierdoor met meer en beter begrip kan worden gevolgd. Lidmaatschap van de Tienda di Lei wordt door de faculteit van harte aanbevolen, reeds vanaf het eerste studiejaar. Het kantoor van de Tienda di Lei is gevestigd op het terrein van de universiteit, in een van de zogenoemde containerkamers aan de voorzijde van het universiteits-complex. Telefoon: 8442136 en 137. Bij voldoende bezetting is Tienda di Lei geopend op vrijdag van 17.00 19.00 uur (behalve in de periode van examens). De Tienda di Lei zit momenteel ernstig om nieuwe leden verlegen om de maatschappij van dienst te zijn. Meld u dus vooral aan.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

34

1.37 UNA Toastmasters Club Toastmasters International is een bekende organisatie die als doelstelling heeft effectieve orale communicatie wereldwijd werkelijk te maken. Door middel van haar clubleden helpt Toastmasters International zowel mannen als vrouwen de kunst om te leren luisteren, denken en spreken. Hierdoor worden ook de vitale kundigheden bijgebracht die zelf-actualisatie bevorderen, leiderschapspotentie verruimen en menselijk begrip kweken dat uiteindelijk moet leiden tot de verbetering van de mensheid. Met dit doel probeert Toastmasters International steeds meer mensen de gelegenheid te bieden om aan haar programma deel te nemen. Om lid te worden van de Universiteit van de Nederlandse Antillen Toastmasters Club moet men een student, werknemer of een staflid van de Universiteit van de Nederlandse Antillenzijn. De educatieve bijeenkomsten worden twee keer per maand gehouden op zaterdag van 10.00 a.m. tot 12.00 p.m. Elke bijeenkomst is verschillend van aard en daardoor zeer leerzaam voor alle aanwezigen. U zult ervaren dat elke bijeenkomst zeer bijzonder en tevens zeer de moeite waard is. U wordt vriendelijk uitgenodigd om de vergaderingen bij te wonen, waardoor u gebruik kunt maken van de voordelen die UNA Toastmasters Club u biedt. Het postadres van de Universiteit van de Nederlandse Antillen Toastmasters Club is: Universiteit van de Nederlandse Antillen Club no. U - 3340 Jan Noorduynweg 111 P.O. Box 3059, Postvak 132 Curaao N.A.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

35

OVERIGE GEGEVENS 1.38 Juridisch Administratief centrum (JAC) Het Juridisch Administratief centrum is een werkstichting die voor een aantal stichtingen werkzaamheden verricht zoals: administratie, verkoop, boekhouding en expeditie. Het JAC verricht bijvoorbeeld werk voor de Stichting Tijdschrift voor Antilliaans Recht-Justicia (TAR-Justicia) en de Antilliaanse Juristen Vereniging (AJV). Telefoon: 8442293. 1.39 Caribisch Juristenblad (CJB) In juli 1980 werd door de docenten van de Faculteit der Rechtsgeleerdheid de Stichting Tijdschrift voor Antilliaans Recht (TAR) opgericht. Het door deze stichting uitgegeven tijdschrift heette sinds de fusie met het Arubaanse juridische tijdschrift Justicia in februari 1985: Tijdschrift voor Antilliaans Recht-Justicia (TAR-Justicia). Mede gezien de constitutionele wijzigingen in het Caribische deel van het Koninkrijk en daarmee de verdwijning van de Nederlandse Antillen als land binnen het koninkrijk is de naam van dit tijdschrift per 1 januari 2011 gewijzigd in Caribisch Juristenblad (CJB). Het is een juridisch wetenschappelijk tijdschrift met als focus het recht van het Caribische deel van het Koninkrijk der Nederlanden en Suriname. De oplage bedraagt momenteel 400 exemplaren, waarvan 350 voor vaste abonnees in binnen- en buitenland. Elk nummer bestaat uit meer dan 70 pagina's, en bevat artikelen, al dan niet geannoteerde Caribische jurisprudentie en de rubrieken Wetgeving van Curaao, Sint Maarten, Aruba en Bonaire, Sint Eustatius en Saba, Boekbespreking en Actualiteiten. Kennisname van het CJB is voor iedere serieuze rechtenstudent een 'must'. Het blad verschijnt vier keer per jaar. De abonnementsprijs bedraagt momenteel 50 (excl. btw, incl. verzendkosten) voor een plusabonnement. Een plusabonnement biedt u naast de gedrukte nummers tevens toegang tot het online archief vanaf 2011 en een e-mail-attendering. Kijk op www.bjutijdschriften.nl voor meer informatie. De secretaris van de redactie is mw. mr. S. Helder. Inlichtingen kunnen ingewonnen worden via cjbcuracao@gmail.com 1.40 Stichting Juridische Documentatie van de NA en Aruba (JURDOC) De Stichting Tijdschrift voor Antilliaans Recht heeft ook nog andere activiteiten ontplooid in het belang van de rechtspraktijk op de Nederlandse Antillen. Zo is gedurende 1985/1986 de gehele wetgeving van de Nederlandse Antillen in losbladige vorm verschenen. Een project van meer dan 3000 pagina's wettekst, tot stand gekomen met financile steun van de landsregering en het Kabinet van Nederland, Antilliaanse en Arubaanse Zaken, maar vooral ook door de nauwgezette toewijding van het redactieteam bestaande uit vooraanstaande juristen van de Nederlandse Antillen onder wie verschillende (oud) docenten van onze Universiteit. Ten tijde van het samengaan van TAR en Justicia werd besloten de stichting te splitsen in een stichting, die zich met de uitgave van het tijdschrift zou bezig houden (de huidige Stichting Tijdschrift voor Antilliaans Recht - Justicia) en een stichting, die de uitgave van de Losbladige Wetgeving
Faculteit der Rechtsgeleerdheid

36

ging verzorgen (de huidige Stichting Losbladige Wetgeving van de Nederlandse Antillen). Er zijn zes banden van de losbladige bundel verschenen: band band band band band band I Staatsrechtelijke regelingen II Strafrecht en strafprocesrecht III Privaatrechtelijke regelingen IV Handelsrechtelijke regelingen V Arbeidsrechtelijke, sociaalverzekeringsrechtelijke regelingen VI Internationaal Privaatrechtelijke Verdragen m.b.t. de Ned.

Ant.

Voor een betere cordinatie van de verschillende activiteiten op het gebied van wetgeving en jurisprudentie is in 1992 de Stichting Juridische Documentatie van de Nederlandse Antillen en Aruba (JURDOC) opgericht. Het hoofddoel van de Stichting Juridische Documentatie van de Nederlandse Antillen en Aruba (JURDOC) is de toegankelijkheid van juridische documentatie op het gebied van wetgeving en jurisprudentie op de Nederlandse Antillen en Aruba te verbeteren. De Stichting JURDOC is in 1994 gestart met het opzetten van onderling samenhangende "databases", zodat de jurisprudentie in ruime mate toegankelijk wordt. Het werk wordt in fases uitgevoerd. De eerste fase bestond uit het opzetten van een infrastructuur die het mogelijk maakte databases aan te leggen van gerechtelijke uitspraken op de Nederlandse Antillen en Aruba en het toegankelijk maken hiervan. Gekozen is om met de verwerking van recente hofvonnissen (en bijbehorende onderliggende uitspraken) betreffende burgerlijke zaken te beginnen. Strafzaken en oudere uitspraken in burgerlijke zaken komen later aan de orde. In samenwerking met Kluwer Juridische Uitgevers zijn er 4 Cd-roms uitgegeven. Op de Cd-rom is, naast jurisprudentie bestaande uit vonnissen van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van de Nederlandse Antillen en Aruba inzake burgerlijke zaken, uitspraken van de Raad van Beroep voor Belastingzaken in de Nederlandse Antillen en Aruba en Hoge Raad uitspraken in Burgerlijke Zaken betreffende de Nederlandse Antillen en Aruba, ook een belangrijk deel van de wetgeving van de Nederlandse Antillen en een deel van de Arubaanse wetgeving opgenomen. De ontwikkelingen op het gebied van het ter beschikking stellen van elektronische bestanden via het internet maakten dat de uitgifte van Cdroms min of meer achterhaald is. Veel wetgeving is inmiddels via diverse websites beschikbaar. De JURDOC-website wordt aangepast om op korte termijn de gebruiker -naast algemene informatie- ook wetgeving en jurisprudentie aan te kunnen bieden. JURDOC verzorgt ook de werkzaamheden van SLW (o.a. verwerking van nieuwe wetgeving van de Nederlandse Antillen en het uitgeven van de banden). Informatie met betrekking tot banden en andere JURDOC-publicaties is verkrijgbaar op het JURDOC-bureau in het P-/JURDOC-gebouw van de Universiteit van de Nederlandse Antillen (telefoon: 8442294).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

37

BESCHRIJVING VAN DE VAKKEN 1.41 BACHELOR 1 1.41.1 Beginselen van het privaatrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 8 ec tweede semester prof. mr. F.B.M. Kunneman, mr. P. Klik, mr. S. Helder interactieve hoorcolleges en werkcolleges Uiteenzetting van het systeem, de algemene beginselen en basisbegrippen van het privaatrecht, in het bijzonder van het vermogensrecht; uiteenzetting van de kernleerstukken van het vermogensrecht waaronder overdracht, rechtshandeling, overeenkomst en onrechtmatige daad. studiedoel: Verwerven van basiskennis en inzicht in de systematiek van het privaatrecht (basisbegrippen, algemene beginselen en kernleerstukken). Leren lezen en begrijpen van vermogensrechtelijke wetgeving en jurisprudentie evenals het leren analyseren en beargumenteerd oplossen van vermogensrechtelijke vraagstukken. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen en casus, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in augustus 2013) bijzonderheid: Het volgen van de hoor- en werkcolleges is niet verplicht, maar wordt zeer aangeraden. In het eerste jaar mogen de voorgeschreven arresten niet worden meegenomen naar het tentamen en wordt geen aandacht besteed aan het burgerlijk procesrecht. De student dient daardoor bij de zelfstudie meer tijd te steken in het zich eigen maken van de jurisprudentie dan wanneer een en ander nagezocht mag worden. studiemateriaal: 1. O.K. Brahn, Zwaartepunten van het vermogensrecht, bewerkt door W.H.M. Reehuis, Deventer: Kluwer 2010, 9 e druk. ISBN 9789013074048 (eerdere drukken op eigen risico). 2. J.Hijma/M.M. Olthof, Compendium van het Nederlands Vermogensrecht , Deventer: Kluwer 2011, 11e druk.ISBN 9789013080902 (eerdere drukken in het algemeen bruikbaar, echter op eigen risico). 3. Werkbundel privaatrecht (op blackboard). aanbevolen literatuur: Nieuwenhuis, Hoofdstukken Vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2010, 9e druk.ISBN 9789013074635

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

38

1.41.2 Beginselen van het staatsrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec eerste semester mw. mr. B. Doran-Scoop hoorcolleges en werkcolleges In het staatsrecht gaat het om de verhouding tussen de staat als politieke gemeenschap en het recht. In en door staten wordt recht gevormd en tot gelding gebracht. Tegelijkertijd wordt de macht van staten door het recht genormeerd en ingeperkt. Het vak besteedt aandacht aan de ontwikkeling van politieke gemeenschappen en aan de (ontwikkeling van de) staatkundige instellingen van Curaao (zoals regering, parlement en rechterlijke macht; zij worden vergeleken met de Nederlandse). Vervolgens komen het begrip rechtsstaat en daarmee verbonden begrippen zoals legaliteit, machtenscheiding, democratie en mensenrechten aan de orde. Ten slotte worden de functies van wetgeving, bestuur en rechtspraak nader bekeken. Ook de staatkundige situatie sinds 10 oktober 2010 zal daarbij aan de orde komen. studiedoel: Het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de staatsrechtelijke structuur van Curacao en andere entiteiten van het koninkrijk. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit casusposities en open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. M.C. Burkens, H.R.B.M. Kummeling, B.P. Vermeulen, R.J.G.M. Widdershoven, Beginselen van de democratische rechtsstaat, Inleiding tot de grondslagen van het Nederlandse staats- en bestuursrecht , Deventer: Kluwer 2006, 6e druk. ISBN 9789013023947. 2. L.J.J. Rogier, Beginselen Caribisch staatsrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgevers (2012). 3. Werkboek Beginselen Staatsrecht 2012/2013 (op blackboard). 4. Reader Beginselen Staatsrecht 2012/2013 (op blackboard). 5. Jurisprudentie reader 2012 -2013 6. Ars Aequi Jurisprudentiebundel Staats en Bestuursrecht 1849-2007 , Nijmegen: Ars AequiLibri 2007, 3e druk (ISBN: 9789069168111) 7. Aanvullende jurisprudentie op blackboard.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

39

1.41.3 Beginselen van het bestuursrecht (van het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden) verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec tweede semester mr. C. Belfor hoorcolleges en werkcolleges Bij het bestuursrecht staat de uitoefening van bestuursbevoegdheden door de overheid centraal. Het bestuursrecht bestaat uit een algemeen en bijzonder deel. In dit vak wordt voornamelijk aandacht besteed aan het algemeen deel, waar de algemene regels en rechtsbeginselen betrekking op hebben, en het bestuursprocesrecht. Het gaat om de bestudering van de bestuurlijk organisatierecht, het besluitvormingsrecht en de handhaving van het bestuursrecht. Daarnaast wordt de nodige aandacht besteed aan de rechtsbescherming die aan de burger geboden wordt tegen (on)rechtmatige overheidshandelen. studiedoel: Het verwerven van kennis omtrent en inzicht in het bestuursrecht van het Caribisch deel van het Koninkrijk der Nederlanden toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit casusposities en open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal: 1. R.J.N. Schlssels, F.A.M. Stroink, Kern van het Bestuursrecht , Den Haag: Boom (laatste druk). 2. L.J.J. Rogier, Beginselen Caribisch bestuursrecht, Den Haag, Boom Juridische Uitgever, 2012 3. Werkboek Beginselen Bestuursrecht 2012/2013 (op blackboard). 4. Jurisprudentiebundel Beginselen Bestuursrecht 2012/2013. 5. Reader Beginselen Bestuursrecht 2012/2013.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

40

1.41.4 Elementair internationaal publiekrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec tweede semester mr. drs. A. Lekkerkerker hoorcolleges De hoofdlijnen en grondbegrippen van het internationaal publiekrecht worden geschetst; verder wordt aan de hand van jurisprudentie en hedendaagse praktijk inzicht verschaft in de systematiek ervan en zicht geboden op de positie van Curaao in het internationale bestel. Bijzondere aandacht wordt besteed aan onder meer de rechtsbronnen, de subjecten van internationaal publiekrecht, jurisdictie en immuniteit, internationale organisaties, verdragenrecht, mensenrechten, zeerecht, geschillenbeslechting en rechtshandhaving, alsmede staatsaansprakelijkheid. studiedoel: het verkrijgen van een zodanig inzicht dat IPUR-problemen worden herkend en kunnen worden geplaatst in het geheel. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. P.H. Kooijmans, Internationaal publiekrecht in vogelvlucht , Deventer: Kluwer 2008, 10e druk. 2. Elementair internationaal recht 2011: collegemateriaal , Den Haag: T.M.C. Asser Press 2011 (oudere druk op eigen risico).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

41

1.41.5 Beginselen van het strafrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8 ec eerste semester mw. dr. A.D. Marchena-Slot, mr. G. Drenth hoor- en werkcolleges Een uiteenzetting van de grondbegrippen en beginselen van het strafrecht en strafprocesrecht, in het bijzonder dat van Curaao; uiteenzetting van het strafrechtelijke systeem, de organen van de strafrechtspleging, het verloop van een strafproces en het sanctierecht. studiedoel: Het verwerven van grondige kennis omtrent en inzicht in de basisbegrippen en de beginselen van het materile strafrecht en het strafprocesrecht, in het bijzonder dat van Curaao; het verwerven van elementaire kennis omtrent het verloop van een strafproces en de positie van de procesdeelnemers; het leren oplossen van eenvoudige strafrechtelijke vraagstukken; dit alles ter voorbereiding op een grondiger bestudering van het strafrecht tijdens deBachelor 2/3. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. A.D. Marchena, P.A.M. Mevis, J.M. Reijntjes, C. Wendenburg Inleiding tot het Antilliaanse strafrecht, experimentele versie (via Blackboard). 2. M. Bosch, Arresten Straf- en Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010, 17e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

42

1.41.6 Algemene rechtsleer verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: 8 ec eerste semester mw. mr. S. Helder, dr. P. Klik, prof. mr. C.W. Maris, prof. mr. A.B. van Rijn, e.a. vorm: hoorcolleges vakinhoud: Het vak Algemene rechtsleer gaat over de fundamentele en gemeenschappelijke aspecten van de belangrijkste rechtsgebieden: privaatrecht, staatsrecht, bestuursrecht en strafrecht. Deze rechtsgebieden worden kort beschreven en gekarakteriseerd; verder wordt ingegaan op rechtstheoretische problemen waarmee iedere jurist te maken krijgt: wat zijn de grondslagen van een rechtssysteem? Hoe is het recht ingebed in de maatschappij? Wat zijn de bronnen van het recht? Wat zijn rechtsbeginselen en hoe verhouden zij zich tot de regels van het recht? Ook wordt kennis gemaakt met de methoden die de jurist gebruikt bij de beoefening van zijn vak; hoe lost bijvoorbeeld een rechter een juridisch vraagstuk op? Welke interpretatiemethoden worden daarbij gebruikt? Hoe kan men de kwaliteit van juridische argumentatie beoordelen? Tenslotte wordt aandacht besteed aan verschillen in rechtssystemen, zoals het verschil tussen een civillaw systeem (Nederland en de Nederlandse Antillen) en een common law systeem (Engeland of de Verenigde Staten). Bij dit laatste staat het verschil in rechtsvinding en de rol van de rechter centraal. studiedoel: Een introductie in het recht (haar verschillende betekenissen, haar rol in de samenleving) inclusief elementaire kennis van belangrijke rechtsgebieden en door juristen gehanteerde werkwijzen. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2011/januari 2012 en augustus 2012 (herkansing)

studiemateriaal: 1. C.E. Smith/M.A. Loth/H. Kloosterhuis/ J.P. de Haan, Inleiding tot de rechtswetenschap, Den Haag: Boom 2005, 2e druk. 2. Reader Algemene rechtsleer (op blackboard).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

43

1.41.7 Juridische vaardigheden I verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec eerste semester mw mr. C. Scheepmaker, dr. P. Klik werkcolleges Aandacht wordt besteed aan het verwerven van vaardigheid in het oplossen van juridische vraagstukken met behulp van rechtsbronnen en de vertaling van de uitkomst naar een juridisch betoog. De student wordt getraind in het raadplegen, gebruik, interpretatie en analyse van verschillende rechtsbronnen. Aan de hand van de voorgeschreven literatuur en opdrachten worden een aantal instrumenten aangereikt en vaardigheden bijgebracht en aangeleerd, die de student helpen bij de juridische studie en in de juridische praktijk. De student krijgt ook een training in het gebruik van vakliteratuur en juridische internetsites. Tijdens de training wordt geleerd welke informatie waar te vinden is en hoe te gebruiken. Fundamentele vaardigheden voor de rechtspraktijk die aan de orde worden gesteld zijn het raadplegen van de wet, het analyseren van wetteksten, het lezen van rechtspraak, alsmede het lezen en schrijven van juridische betogen. Aandacht wordt ook besteed aan de praktijk, zoals die bijvoorbeeld gepresenteerd wordt tijdens lezingen of tijdens het bezoek aan een advocatenkantoor. studiedoel: Het verwerven van vaardigheid in het raadplegen van juridische bronnen, in het bijzonder wetteksten en literatuur; het verwerven van een basisvaardigheid in analyseren van wetteksten, het lezen van rechtspraak, alsmede het lezen en schrijven van juridische betogen. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) bijzonderheid: voor dit vak dient de student voor de werkcolleges opgaven gemaakt te hebben en de uitgewerking mee te nemen. aanwezigheid 100% verplicht

studiemateriaal: H.T.M. Kloosterhuis, Juridische methoden. Casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2011 (2e druk)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

44

1.41.8 Juridische vaardigheden II verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec tweede semester p.m. werkcolleges Voortbouwend op Juridische vaardigheden I wordt met behulp van een stappenplan een casus vertaald naar een juridisch geschil, dat vervolgens wordt benaderd met behulp van juridische argumenten in een logisch kloppend betoog. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: de juridische kwalificatie van een geschil (het vertalen van een feitencomplex naar juridische leerstukken), een verdiepend gebruik van juridische literatuur, een verdiepend gebruik van jurisprudentie en juridische argumentatie. Daarbij wordt aandacht besteed aan (de analyse van) de verschillen in jurisprudentie in de verschillende rechtsgebieden. studiedoel: Het verwerven van vaardigheid in het oplossen van juridische casus. Het selecteren en benoemen van de juridisch relevante feiten uit een eenvoudig feitencomplex. voorkennis: geen toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) bijzonderheid: voor dit vak dient de student voor de werkcolleges opgaven gemaakt te hebben en de uitgewerking mee te nemen. aanwezigheid 100% verplicht studiemateriaal: H.T.M. Kloosterhuis, Juridische methoden. Casusoplossen, jurisprudentie-analyse en argumenteren, Den Haag: Boom Juridische uitgevers, 2011 (2e druk)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

45

1.41.9 Juridisch Nederlands verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester mw. mr. M. Meyer hoorcolleges In het vak wordt een aantal vaardigheden aangeleerd die de student helpen bij de juridische studie en in de juridische praktijk. Er zal hoofdzakelijk aandacht worden besteed aan schriftelijke taalvaardigheid en argumentatie; studenten worden getraind in het schrijven van een juridisch betoog met een daarin duidelijk en correct gespeld standpunt en argumentatie. Aan het begin van het studiejaar wordt er een verplichte taaltoets afgenomen. De studenten worden hierdoor in de gelegenheid gesteld te onderzoeken of zij het Nederlands voldoende beheersen om een studie op wetenschappelijk niveau te kunnen volgen. De studenten krijgen voordat zij een juridisch betoog schrijven ook een instructie in het gebruik van de bibliotheek waarbij geleerd wordt hoe juridische literatuur moet worden gezocht. Daarnaast houden de studenten een mondelinge presentatie waarbij zij hun onderzoeksresultaten presenteren. Voor de presentatie krijgen de studenten eerst een college over presentatietechnieken. Ten slotte leren studenten hoe zij moeten debatteren. studiedoel: De student is aan het eind van de cursus in staat zijn gedachten in een acceptabele stijl, goed gestructureerd en correct gespeld op papier te zetten; hij is voorts in staat zijn eigen argumentatie en die van anderen aan een nauwkeurige analyse te onderwerpen. toetsvorm: opdrachten en paper (enkele paginas) over een juridisch onderwerp. bijzonderheid: aanwezigheid 100% verplicht studiemateriaal: 1. J.G. Valbracht, J.M. Gerlofs, Schrijfvaardigheid in de rechtspraktijk , Den Haag: Boom juridisch 2005. 2. Ars Aequi, Taalgids voor juristen, Nijmegen:Ars Aequi 2007 3. G.A.I. Schuijt, Leidraad voor juridische auteurs: voetnoten, bronvermeldingen, literatuurlijsten en afkortingen in Nederlandstalige publicaties, Deventer: Kluwer 2010 (te downloaden van internet via: http://www.kluwer.nl/overkluwer/images/multimedia/pdf/Leidraad-juridisch.pdf).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

46

1.41.10 Rechtsgeschiedenis verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester prof. mr. J.H.A. Lokin, prof. mr.F. Brandsma hoorcolleges Beschrijving van de oorsprong en de historische achtergrond van de belangrijkste leerstukken van het vermogensrecht. studiedoel: Het verwerven van inzicht in de structuur van het privaatrecht. vaardigheden: casustiek: wordt getoetst tijdens het tentamen; actieve kennis van begrippen: wordt getoetst tijdens het tentamen. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: J.H.A. Lokin, Prota: Vermogensrechtelijke leerstukken aan de hand van Romeinsrechtelijke teksten, Groningen: Chimaira 2008, 9 e druk (een na laatste druk is ook bruikbaar). aanbevolen literatuur: 1. J.H.A. Lokin/W.J. Zwalve, Hoofdstukken uit de Europese Codificatiegeschiedenis, Groningen: Wolters-Noordhoff/Forsten. 2. J.H.A. Lokin, Tekst en Uitleg. Opstellen over codificatie en interpretatie , Groningen: Chimaira 1994.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

47

1.41.11 Integratievak I verplicht onderdeel van de Bachelor 1 omvang: tijd: docent coordinator: vorm: vakinhoud: 4 ec tweede semester : mw. drs. J. Ledeboer, mw. mr. S. Helder hoor- en werkcolleges Vanuit de drie hoofdvakken (Staats- en bestuursrecht, Privaatrecht en Strafrecht) wordt een juridisch of maatschappelijk thema behandeld. studiedoel: Het verwerven van inzicht in de onderlinge samenhang van de verschillende rechtsgebieden; het verwerven van kennis omtrent de juridische aspecten van het gekozen thema; het (leren) zelfstandig analyseren en beoordelen van juridische problemen; het (leren) beargumenteren van het ingenomen standpunt; het vergroten van de vaardigheden in het opzoeken en raadplegen van rechtsbronnen en vakliteratuur; het bevorderen van de mondelinge uitdrukkingsvaardigheid; het bevorderen van de presentatievaardigheden. toetsvorm: praktische opdrachten bijzonderheid: voor dit vak geldt een 100 % aanwezigheidsplicht studiemateriaal: Reader Integratievak 1 en informatie (op blackboard).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

48

1.42 BACHELOR 2/3 1.42.1 Verbintenissenrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. In het jaar 2012/2013 worden in dit vak geen colleges gegeven maar wordt het vak wel getentamineerd. omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 10 ec geen colleges dit studiejaar dr. P. Klik, prof. mr. F.B.M. Kunneman hoorcolleges en werkcolleges de belangrijkste onderwerpen uit het verbintenissenrecht worden op verdiepte wijze besproken en toegelicht; het gaat daarbij onder andere om onderwerpen als de verbintenis in het algemeen, bronnen van verbintenissen, de overeenkomst, de onrechtmatige daad en andere verbintenissen uit de wet. studiedoel: het verwerven van grondige kennis van en inzicht in de systematiek, de algemene beginselen en de kernleerstukken van het verbintenissenrecht en het leren begrijpen en analyseren van verbintenisrechtelijke teksten, zodat men zelfstandig verbintenisrechtelijke vraagstukken kan analyseren en oplossen. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen en casus, afgenomen in mei/juni 2012 (mogelijkheid tot mondeling tentamen in augustus 2013) studiemateriaal (voor tentamen dit studiejaar): 1. A.S. Hartkamp, C.H. Sieburgh, Asser SerieVerbintenissenrecht. Studenteneditie 2010, Deventer: Kluwer 2010. 2. Jac. Hijma en M.M. Olthof, Compendium van het Nederlands vermogensrecht, Deventer: Kluwer 2008, 10e druk. 3. T.A.W. Sterk (red.), Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: Tjeenk Willink 2009, 19e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

49

1.42.2 Goederenrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. omvang: tijd: docenten: V. Maria vorm: vakinhoud: 10 ec eerste semester prof. mr. F.B.M. Kunneman, dr. P. Klik, mr. U. van Bemmelen, mr.

hoorcolleges en werkgroepen De belangrijkste onderwerpen uit het goederenrecht worden op verdiepte wijze besproken en toegelicht. Het gaat daarbij hoofdzakelijk om onderwerpen als de overdracht van goederen, derdenbescherming bij verkrijging van goederen, bezit en houderschap, en zekerheidsrechten. Verder worden de beginselen van het faillissementsrecht behandeld. studiedoel: Het verwerven van grondige kennis van en inzicht in de systematiek, de algemene beginselen en de kernleerstukken van het goederenrecht en het leren begrijpen en analyseren van goederenrechtelijke teksten, zodat men zelfstandig goederenrechtelijke vraagstukken kan analyseren en oplossen. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen en casus, afgenomen in december/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. Pitlo/Reehuis/Heisterkamp, Het Nederlands burgerlijk rechtdl. 3, Goederenrecht, Deventer: Kluwer 2012, 13e druk.ISBN 9789013052770 (gebruik van oudere druk wordt sterk afgeraden). 1. T.A.W. Sterk (red.), Arresten Burgerlijk Recht, Deventer: Tjeenk Willink 2009, 19e druk. 2. N.J. Polak, Faillissementsrecht, Deventer: Kluwer 2008, 11e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

50

1.42.3 Personen- en familierecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester mw. mr. W.A. de Hondt hoor- en werkcolleges Tijdens de colleges komt de gehele levensloop van een persoon aan de orde in alle juridische gedaantes die hij als persoon en in het samenleven met anderen kan innemen, van de wieg tot het graf. Behandeld worden geboorte, verwantschap, naam, sekse, minderjarigheid, ouderlijk gezag en voogdij, jeugdbeschermingsmaatregelen, moederschap en vaderschap, voortplantings-technologie, huwelijk, gemeenschap van goederen en huwelijkse voorwaarden, ongehuwd samenleven, echtscheiding en alimentatie, echtscheiding en kinderen, bescherming van meerderjarigen en tenslotte het erfrecht. studiedoel: Kennis en inzicht: De student kent de familierechtelijke regels uit de rechtsbronnen wetgeving, verdragen en jurisprudentie en kan deze toepassen op casusposities. Tevens is de student op de hoogte van recente wetsvoorstellen en het wetenschappelijke discours rond een aantal familierechtelijke themas. Juridische vaardigheden: De student oefent regelmatig met analyse van wetgeving en jurisprudentie; oplossen van casus. De student dient alle casusposities uit het werkboek schriftelijk en op voldoende niveau voor te bereiden. Tevens wordt van de student verwacht dat de verplichte jurisprudentie is geanalyseerd. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. M.J.A. van Mourik/A.J.M. Nuytinck, Personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht en erfrecht, Deventer: Kluwer 2009, 4e druk. NB: geen oudere druk gebruiken! 2. Ars Aequi Jurisprudentie Personen- en familierecht 1979-2010 , 3e editie, red. K. BoeleWoelki e.a. 3. Reader en werkboek 2012/2013, samengesteld door mr. W.A. de Hondt (op blackboard). 4. Wetten- en jurisprudentiebundel 2012/2013 , samengesteld door mr. W.A. de Hondt (op blackboard). 5. Burgerlijk Wetboek : aanvullingen en wijzigingen 2012, speciale uitgave van JURDOC

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

51

1.42.4 Ondernemingsrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester mr. G. Rellum, mr. A. Winter hoorcolleges Dit vak geeft inzicht in kernthemas van het ondernemingsrecht. Er zal aandacht worden geschonken aan contractuele samenwerkingsrelaties (maatschap, vennootschap onder firma, commanditaire vennootschap) rechtspersonen (in het bijzonder de stichting en de naamloze en besloten vennootschap. Behandeld worden onder meer onderwerpen als: oprichting en inbreng, kapitaal en kapitaalbescherming, aandelen (emissie, levering, certificering en blokkade), jaarrekening, toetsing van besluiten, corporate governance, geschillen in de onderneming, bestuurdersaansprakelijkheid en fusie en vertegenwoordiging. studiedoel: Het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de rechtsregels die van toepassing zijn op personenvennootschappen en rechtspersonen; het leren begrijpen en analyseren van ondernemingsrechtelijke teksten waaronder jurisprudentie en wetgeving. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. K. Frielink, Rechtspersonen en personenvennootschappen Nederlands Antilliaans en Arubaansrecht, 2006, 2e druk. 2. Reader Ondernemingsrecht (op blackboard). naar

aanbevolen literatuur: M.J. Kroeze e.a., De kern van het ondernemingsrecht , Deventer: Kluwer 2007, 2e druk, ISBN 9789013042641.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

52

1.42.5 Burgerlijk procesrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec eerste semester mw. mr. S. Verheijen hoorcolleges Burgerlijk procesrecht wordt omschreven als het rechtsgebied dat middelen aangeeft en reguleert voor het verwezenlijken van privaatrechtelijke rechten en verplichtingen van rechtssubjecten door van overheidswege gesanctioneerde, min of meer dwangmatige tussenkomst van derden. Materieel recht gaat over het ontstaan en tenietgaan van rechten en verplichtingen tussen leden van de samenleving ("burgers"). Burgerlijk procesrecht gaat over het geldend maken van die rechten en het afdwingen van de nakoming van die verplichtingen. Meestal gebeurt dat door het instellen van een vordering bij de rechter. Vandaar de naam die ook wordt gebruikt: burgerlijke rechtsvordering. studiedoel: het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de wijze waarop procedures worden gevoerd en naleving van rechterlijke beslissingen kan worden bewerkstelligd zodat men zelfstandig procesrechtelijke vraagstukken kan analyseren en oplossen. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal:

1. Hugenholtz/Heemskerk/Groefsema, Hoofdlijnen van het Burgerlijk


Procesrecht van de Nederlandse Antillen en Aruba , Amsterdam: ElsevierJuridisch 2009. 2. Een tekst van het Eenvormig Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de Nederlandse Antillen en Aruba, bij voorkeur de uitgave "Wetboek van burgerlijke rechtsvordering " (inclusief Procesreglement en Overgangsrecht) van JURDOC.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

53

1.42.6 Internationaal privaatrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec eerste semester mr. R.F. van den Heuvel hoorcolleges Internationaal privaatrecht ('IPR') houdt zich bezig met de problemen die zich voordoen als gevolg van het naast elkaar bestaan van verscheidene nationale stelsels van privaatrecht. Na de eerste inleidende colleges over het Internationaal Privaatrecht en zijn belangrijkste onderdelen, te weten het internationaal bevoegdheidsrecht, het conflictenrecht en het internationale erkennings- en executierecht, zal tijdens de volgende colleges de nadruk liggen op de verwijzingsregels voor de volgende onderwerpen van het privaatrecht: personen- en familierecht, zakelijke rechten, overeenkomsten en onrechtmatige daad en rechtspersonen. studiedoel: het verkrijgen van een zodanig inzicht dat IPR-problemen worden herkend en kunnen worden geplaatst in het geheel en dat op eigen kracht aannemelijke oplossingen kunnen worden gevonden. voorkennis: Dit vak is niet geschikt om onmiddellijk op de B1 te volgen, omdat u kennis dient te hebben van Verbintenissenrecht, Burgerlijk procesrecht en Goederenrecht. toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/ januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. L. Strikwerda, Inleiding tot het Nederlandse Internationaal Privaatrecht , Groningen: Wolters-Noordhoff 2008, 9e druk. 2. K. Boele-Woelki, Internationaal Privaatrecht-Verordeningen, Verdragen en Wetten, Nijmegen: AALibri 2008, 7e druk. 3. B.J. van het Kaar, Internationaal privaatrecht Rechtspraak 1866-2008 , Nijmegen: AALibri 2008, 8e druk. 4. Materiaal op blackboard .

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

54

1.42.7 Europees Recht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 4 ec eerste semester mw. dr. F. Goudappel hoorcolleges Het vak omvat een inleiding in het Europees Recht met twee hoofdaandachtspunten: 1. Geschiedenis, instellingen, fundamentele beginselen, besluitvorming, de positie van Curaao en zijn inwoners binnen de EU (in totaal 4 tot 5 colleges). 2. Capita selecta materieel Europees recht , o.a. beginselen van de interne markt, de regels m.b.t. het vrije verkeer (vrij verkeer van goederen, personen en kapitaal) en/of andere vrijheden van bijzonder belang voor het eiland, basisbeginselen van het Europees mededingingsrecht (in totaal 5 tot 6 colleges) 3. Werkcolleges (eenmaal institutioneel recht, eenmaal materieel recht) waarin de opgedane kennis door de studenten wordt toegepast op casus. studiedoel: Het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de kernleerstukken van het Europees recht zodat men zelfstandig vraagstukken op dit terrein kan analyseren en oplossen; vaardigheden: 1. Kennis systematisch kunnen beheren, planmatig denken. 2. Kritische houding ten aanzien van inhoud bronnen, toepassen kennis, realistisch denken, analyseren primaire literatuur 3. Hanteren van juridisch wetenschappelijke methoden vanuit een kwalitatieve aanpak (feitenverzameling, analyse, creatie & beredenering oplossing, etc) voorkennis: Beginselen van het privaatrecht en Beginselen van het staatsrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: F. Amtenbrink/H.H.B. Fedder, Recht van de Europese Unie, Den Haag: Boom 2010, 4e druk (eerdere drukken niet meer bruikbaar).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

55

1.42.8 Staatsrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 8 ec tweede semester prof. mr. A.B. van Rijn, dr. W. van der Woude ea hoorcolleges Onder staatsrecht verstaat men meestal hetgeen de inrichting van de staat betreft, dat wil zeggen de constitutionele grondslagen en de staatsinstellingen. In dit vak staat de structuur van het Koninkrijk en van het landNederlandse Antillen en de opvolgende entititeiten (Curaao, Sint Maarten, BESeilanden), alsmede de verhouding tussen het Koninkrijk en de landen centraal. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de belangrijkste staatsorganen en functies, wetgeving, bestuur en rechtspraak. Verder wordt de doorwerking van internationaal (en in het bijzonder Europees) recht behandeld en komen de belangrijkste leerstukken omtrent grondrechtenbescherming aan de orde. studiedoel: Het verkrijgen van dieper inzicht in het functioneren van de staatsrechtelijke verbanden binnen het Koninkrijk, alsmede daarbuiten. voorkennis: Beginselen van het staats- en bestuursrecht of Beginselen van het staatsrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit casusposities en open vragen afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. C.A.J.M. Kortmann, Constitutioneel recht, Deventer: Kluwer 2012, 17e druk. 2. A.B. van Rijn, Staatsrecht van de Nederlandse Antillen, Deventer: Tjeenk Willink 1999 (uitverkocht, zal in readervorm worden aangeboden). 3. Reader Nieuw Staatsrecht 2012. 4. Additionele literatuur en jurisprudentie via blackboard.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

56

1.42.9 Bestuursrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. In het jaar 2012/2013 worden in dit vak geen colleges gegeven maar wordt het vak wel getentamineerd. omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8 ec geen colleges dit studiejaar prof. mr. L.J.J. Rogier, mr. J. Drop, mr. C. Belfor hoor- en werkcolleges aansluitend op de in de Bachelor 1 verworven kennis wordt in dit vak dieper ingegaan in de kernonderdelen van het bestuursrecht, zoals: de verkrijging van bestuursbevoegdheid, de bestuurshandelingen en de normering ervan, de verschillende soorten bestuursbesluiten, openbaarheid van bestuur, de overheid en het privaatrecht, rechtshandhaving en gedogen en tenslotte verdieping rechtsbescherming van burgers tegen (on)rechtmatige overheidshandelen. studiedoel: het verwerven van diepere kennis in de functionering van het bestuursapparaat van Curaao. voorkennis: Beginselen van het bestuursrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2012 (mogelijkheid tot mondeling tentamen in augustus 2013). studiemateriaal (voor tentamen dit studiejaar): 1. L. Damen/ P. Nicolai, Bestuursrecht dl. I, Den Haag: Boom 2005, 3e druk. 2. L. Rogier e.a., Landsverordening Administratieve rechtspraak Nederlandse Antillen, Den Haag: Boom 2003 (blackboard). 3. Jurisprudentie Bestuursrecht (blackboard) aanbevolen literatuur: L.J.J. Rogier, Verschillen tussen de Awb en de LarNA (notitie 5 p.; blackboard) L.J.J. Rogier, Beginselen van Caribisch Bestuursrecht, concept-tekst. NB dit is basisstof voor het 1e jaar die bekend wordt verondersteld!

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

57

1.42.10 Internationaal publiekrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester prof. mr. A.H.A. Soons werkcolleges, opdrachten De studie van het internationaal publiekrecht (waaronder begrepen het recht der internationale organisaties) richt zich op de rechtsregels die de internationale (staten)gemeenschap beheersen. Deze regels bestaan uit de ongeschreven regels van het internationaal gewoonterecht, en zijn voorts neergelegd in talloze verdragen en besluiten van volkenrechtelijke organisaties. De algemene leerstukken van het internationaal publiekrecht die behandeld worden zijn: de bronnen; de subjecten; jurisdictie; staatsaansprakelijkheid, tegenmaatregelen en geschillenbeslechting; vrede en veiligheid. Deze algemene leerstukken worden gellustreerd aan de hand van voorbeelden uit de verschillende deelterreinen van het internationaal publiekrecht, zoals het internationaal economisch recht, de rechten van de mens, het internationaal milieurecht en het internationaal recht van de zee. studiedoel: Het verwerven van verdiepend inzicht in (a) de algemene leerstukken van het internationaal publiekrecht, in het bijzonder de totstandkoming en de handhaving van regels van internationaal publiekrecht; en (b) de wijze waarop de Caribische delen van het Koninkrijk der Nederlanden zich verhouden tot de internationale gemeenschap, en de mate waarin internationale regels invloed hebben op het nationale recht. Het vak bouwt voort op het verplichte propedeusevak Elementair Internationaal Recht. voorkennis: Elementair internationaal recht toetsvorm: schriftelijk tentamen (casus, open boek) ( 50%) en werkstuk (50%) bijzonderheid: Verplichte aanwezigheid. Alle literatuur is Engelstalig. studiemateriaal: 1. Antonio Cassese, International Law (second edition), Oxford: Oxford University Press 2005. 2. Elementair internationaal recht 2011: collegemateriaal , Den Haag: T.M.C. Asser Press 2011 (oudere druk op eigen risico) 3. Reader Cursusmateriaal Internationaal Publiekrecht 2012-2013 (op blackboard).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

58

1.42.11 (Materieel) strafrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. In het jaar 2012/2013 worden in dit vak geen colleges gegeven maar wordt het vak wel getentamineerd. omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8 ec geen colleges dit studiejaar dr. A.D. Marchena-Slot e.a. hoor-/ werkcolleges (mengvorm) Aansluitend op de bij beginselen strafrecht verworven kennis (in B1) wordt dieper ingegaan op de kernthemas van het materile strafrecht: legaliteit, wederrechtelijkheid, schuld, causaliteit, strafuitsluitingsgronden, poging en voorbereiding, deelneming, daderschap van de corporatie, sanctie en andere essentialia. studiedoel: Het verwerven van grondige kennis van de structuur en de kernthemas van het materile strafrecht; het verwerven van de vaardigheid om het geleerde toe te passen in min of meer ingewikkelde praktijksituaties (casus). voorkennis: Beginselen van het strafrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (mogelijkheid tot mondeling tentamen in augustus 2013).

studiemateriaal (voor tentamen dit studiejaar): 1. C. Kelk, Studieboek Materieel Strafrecht, Deventer: Kluwer 2010, 4e druk. 2. M. Bosch, Arresten Straf- en Strafprocesrecht, Deventer: Kluwer 2010. aanbevolen literatuur: 1. J. de Hullu, Materieel strafrecht, Deventer: Gouda Quint 2009, 4e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

59

1.42.12 Strafprocesrecht verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3, alternerend vak. omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8 ec tweede semester mw. dr. A.D. Marchena-Slot, mw. mr. P. Dingemanse hoor- en werkcolleges, opdrachten Aansluitend op de in de Bachelor 1 verworven kennis wordt dieper ingegaan op de kernthemas van het strafprocesrecht, in het bijzonder dat van Curaao: het opsporingsonderzoek, de dwangmiddelen, het gerechtelijk vooronderzoek, het onderzoek ter terechtzitting en de rechtsmiddelen. studiedoel: Het verwerven van grondige kennis van de structuur en de kernthemas van het strafprocesrecht; het verwerven van de vaardigheid om het geleerde toe te passen in praktijksituaties (casus) voorkennis: Beginselen van het strafrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013, herkansing in juli/augustus 2013. studiemateriaal: 1. A. Minkenhof, De Nederlandse strafvordering, Deventer: Kluwer 2009, 11e druk. 2. J.M. Reijntjes (red.), Grepen uit de Antilliaanse jurisprudentie, Nijmegen: WLP 2005 (ISBN (softcover) : 9789058500007).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

60

1.42.13 Sociologie van het Caribisch gebied (Rechtssociologie) verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester mw. dr. R.M. Allen e.a. hoorcolleges en opdrachten (paper en presentaties) In deze cursus wordt de Caribische context behandeld waarin het recht zich afspeelt.Caribischesamenlevingen zijn pluriform en bestaan uit volkeren met verschillende culturen. Dat heeft ook gevolgen voor het recht. De kernvraag hierbij is op welke manier en in welke mate de pluriformiteit van de samenleving en het recht op elkaar inwerken. Daarnaast wordt als gevolg van invloeden van de media en globale ontwikkelingen het verwachtingspatroon van mensen steeds ruimer. Dit heeft ook gevolgen voor de complexiteit van de maatschappij. Ook de eisen die gesteld worden aan het recht zijn daardoor aan verandering onderhevig. Daarom is kennis van en inzicht in de maatschappij van belang bij de universitaire vorming van de jurist. studiedoel: Het verwerven van inzicht in de sociaal wetenschappelijke kijk op de werkelijkheid en het bekend maken met de basisbegrippen, theorien en themas die gangbaar zijn in het vak en het verwerven van kennis op inleidend niveau van de sociaal-cultureel historische ontwikkelingen van de Caribische samenlevingen. voorkennis: geen toetsvorm: paper en presentatie; schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) bijzonderheid: van dit vak wordt in beginsel geen vrijstelling verleend. vaardigheden: Kritische houding ten aanzien van inhoud bronnen, toepassen kennis, realistisch denken, analyseren primaire literatuur; Hanteren van basale sociaal-wetenschappelijke methoden vanuit een kwantitatieve/kwalitatieve aanpak (feitenverzameling, analyse, creatie & beredenering oplossing) tegen een maatschappelijke achtergrond; Beargumenteerde positie innemen zowel schriftelijk als mondeling in een juridisch debat tegen een maatschappelijke achtergrond. Studiemateriaal (verplichte literatuur): 1. J. Vranken, Het speelveld en de speelregels; een inleiding tot de sociologie. Leuven: Acco 2008 (enkele hoofdstukken).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

61

2. Reader Caribische sociologie, samengesteld door R.M. Allen, 2011/2012. De reader bevat een verzameling teksten. Het gaat om: - Teksten die inzicht geven in de Caribische samenlevingen - Twee hoofdstukken uit het boek van R. Schwitters (zie facultatief studiemateriaal) - Twee hoofdstukken uit het boek van R. Belle Antoine (zie facultatief studiemateriaal) - Een aantal aanvullende teksten aanbevolen literatuur: 1. R.J.S. Schwitters, Recht en samenleving in verandering, Heerlen: OUNL 2008. 2. J. Griffiths/H. Weyers (red.), De sociale werking van recht: een kennismaking met de rechtssociologie en rechtsantropologie , Nijmegen: AALibri 2005. 3. L. Griffith Ivelaw, Caribbean Security in the Age of Terror: Challenge and Change, Ian Randle Publishers 2004. 4. D. Pollard, The Caribbean Court of Justice: Closing the Circle of Independence, Ian Randle Publishers 2004. 5. R. Belle Antoine, Commonwealth Caribbean. Law and Legal Systems , London: Routledge-Cavendish 2008.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

62

1.42.14 Rechtseconomie verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: 6 studiepunten tijd: eerste semester docent: mr. drs. E. Kleist vorm: hoorcolleges vakinhoud: De rechtseconomie laat zien hoe economische basisbegrippen toegepast kunnen worden bij het analyseren van de werking van rechtsregels. Uitgangspunt is dat rechtsregels de kosten/batenafwegingen van de rechtssubjecten benvloeden en als gevolg daarvan de wijze waarop dezen zich in de samenleving gedragen. Verschillende rechtsregels kunnen zo op maatschappelijk niveau tot verschillende baten leiden. Verder gaan rechtsregels niet alleen gepaard met baten, maar ook met kosten; denk aan de uitvoering en handhaving. Met behulp van efficintiecriteria kan worden nagegaan of de ene rechtsregel beter functioneert dan de andere. Daarnaast reikt de economie informatie aan over de verdeling van de baten en lasten. De rechtseconomische benadering wordt niet alleen toegepast om rechtsvragen te analyseren en verklaren in traditionele economische domeinen (in het bijzonder mededingingsrecht, economische regelgeving en financile wetgeving), maar ook op juridische probleemvelden (zoals eigendomsrechten, overeenkomsten, onrechtmatige daad, civiele geschillenbeslechting, milieurecht, sociale zekerheid, strafrecht en criminaliteitsbestrijding). studiedoel: Het verkrijgen van inzicht in de economische analyse van het recht; het verkrijgen van basiskennis omtrent mededingingsrecht, economische regelgeving en financile wetgeving voorkennis: Beginselen van het privaatrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit meerkeuze vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: 1. W. Kanning & H.O. Kerkmeester (red.), Economie en recht, Noordhoff uitgevers, 2008, 2e druk, ISBN: 978-90-01-70487-2 2. Syllabus rechtseconomie. (Zal nader worden aangegeven wanneer het op blackboard verkrijgbaar is).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

63

1.42.15 Arbeidsrecht gebonden keuze in de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester mw. mr. M. Steward hoorcolleges aandacht zal worden besteed aan de ontstaansgeschiedenis, kernbegrippen, bronnen en de ontwikkeling van het arbeidsrecht op Curaao. De verschillende onderdelen van het arbeidsrecht zullen worden behandeld, zoals het arbeidsovereenkomstenrecht, het arbeidsomstandighedenrecht en het collectief arbeidsrecht. studiedoel: Het verkrijgen van toereikend juridisch inzicht in het bijzondere karakter van de arbeidsovereenkomst ten opzichte van andere verbintenisscheppende overeenkomsten en de aard van de daarmee samenhangende regelgeving; het verkrijgen van toereikend juridisch inzicht in de wisselwerking tussen individuele en collectieve aspecten met betrekking tot de factor arbeid; het verkrijgen van toereikend juridisch inzicht in de wisselwerking tussen privaatrechtelijke en publiekrechtelijke aspecten. voorkennis: Beginselen van het privaatrecht (kennis van het vak Verbintenissenrecht verdient aanbeveling, maar wordt niet als voorkennisvereiste gesteld) toetsvorm: een schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2011/januari 2012 (en een herkansing in augustus 2012) studiemateriaal: 1. Reader Arbeidsrecht 2. W.C.L. van der Grinten m.m.v A.M. Luttmer-Kat, Arbeidsovereenkomstenrecht, Alphen aan den Rijn: Samsom Tjeenk Willink

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

64

1.42.16 Beginselen belastingrecht gebonden keuze in de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester mr. F.M. Cheong, mr. drs. J.R. Kos hoorcolleges na een algemene inleiding worden behandeld de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de winstbelasting, de grondbelasting, tax-holiday en vrije zonewetgeving, financile dienstverlening (o.a. belastingverdragen), gepensioneerden- en rentenierswetgeving, en enkele actuele onderwerpen. studiedoel: het verschaffen van inzicht en kennis van in de belastingwetgeving en de belastingpolitiek voorkennis: geen toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal: 1. H.J. Hofstra/L.G.M. Stevens, Inkomstenbelasting, Deventer: Kluwer, 6e druk. 2. J.N. Bouwman/M.G. de Jong, Wegwijs in de Vennootschapsbelasting , Amersfoort: SDU Fiscale en Financile Uitgevers 2009, 11 e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

65

1.42.17 Internet Governance keuzevak in de Bachelor 2/3 (en master) omvang: tijd: docente: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester mw. dr. N.S. van der Meulen (i.s.m. mw. mr. S. Helder) hoorcolleges This truly interdisciplinary course focuses on the (legal) challenges and problems introduced by and through the Internet. The course identifies the special characteristics of the Internet in an effort to demonstrate and discuss the associated challenges. Besides identifying and discussing (legal) challenges, this course also describes what solutions, both legal and non-legal, are available and introduced by various actors involved in the field of Internet Governance. The course covers not only various perspectives on who could or should govern the Internet and how, but also what can or should actually be governed on the Internet. voorkennis: geen bijzonderheid: aangezien de literatuur in de Engelse taal is, wordt ook in het Engels gedoceerd toetsvorm: paper, (zie blackboard)

studiemateriaal: Reader (beschikbaar via blackboard)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

66

1.42.18 Erfrecht keuzevak in de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester prof. mr. G. van der Burght hoorcolleges Het vak erfrecht houdt in de bestudering van de vermogenrechtelijke gevolgen van het overlijden zoals geregeld in het Burgerlijk Wetboek en nader vorm gegeven door de rechtspraak en notarile rechtspraktijk. studiedoel: Het verwerven van een grondige kennis van het systeem en de inhoud van de vermogensrechtelijke rechtsgevolgen van de overgang van het vermogen van de erflater, van de verhouding tussen de erven en andere gerechtigden tot de nalatenschap; het versterferfrecht, de testamentvormen en beschikkingen ter zake des doods alsmede de verdeling een en ander met inachtneming van de goederen- en verbintenisrechtelijke aspecten. voorkennis: grondige kennis Goederenrecht en Verbintenissenrecht bijzonderheid: Dit vak werd voorheen in de master aangeboden toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal: G. van der Burght, Nederlands Caribisch Erfrecht, Den Haag: Boom 2012 (nieuw!)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

67

1.42.19 Criminologie keuzevak in de Bachelor 2/3 omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester mw. drs. P.C.M. Schotborgh CFE hoor- en werkcolleges De criminologie bestudeert primair het menselijk gedrag dat door de wetgever is strafbaar gesteld. In dit vak maakt de student kennis met de gangbare criminologische theorien en hun praktische toepassingen. Na afronding hebben de studenten de volgende kwalificaties verworven: - een globaal overzicht van de gangbare criminologische theorien en hun toepassingen in de praktijk; - inzicht in wat de voornaamste onderzoeksvragen in de criminologie zijn en op welke aandachtsgebieden de criminologie zich richt; - de voornaamste denkbeelden over criminaliteit en de ontwikkelingen daarin in de tijd kunnen worden aangegeven; - de belangrijkste beperkingen van criminaliteitsdata zijn bekend; - inzicht in de verschillende onderzoeksmethoden; -criminaliteitsfenomenen kunnen genterpreteerd worden vanuit criminologisch perspectief; - maatregelen /programma's gericht op criminaliteitsbeheersing kunnen vanuit criminologisch perspectief worden beoordeeld. studiedoel: Globaalinzicht verwerven in de verschillende soorten gangbare criminologische theorien en de praktische toepassingen van die theorien. voorkennis: Beginselen van het strafrecht toetsvorm: schriftelijk toets in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) (60%), paper (20%) en mondeling presentatie (20%)

studiemateriaal: Piers Beirne, James W. Messerschmidt, Criminology, Los Angeles: Roxbury Publishing Co. 2005, 4 edruk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

68

1.42.20 Bachelorstage facultatief onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: cordinator: vakinhoud: studiedoel: voorkennis: toetsvorm: 6 ec dr. P. Klik zie hieronder toepassen juridische kennis in de praktijk afhankelijk van de aard van de stage stageverslag; mondelinge verdediging

Stages kunnen worden gevolgd bij het Openbaar Ministerie, de advocatuur en de juridische afdelingen van het Land. Stages elders zijn eveneens denkbaar, maar niet ieder voorstel zal worden gehonoreerd. Werkzaamheden voor de Tienda di Lei kunnen onder nader te noemen voorwaarden als stage gelden. Activiteiten in het kader van de eigen werkkring kunnen niet als stage gelden. Studenten die een stage willen volgen dienen zich schriftelijk aan te melden bij de stagecordinator. De volgende uitgangspunten worden gehanteerd: de stage heeft een bepaalde duur zoals bepaald in het OER, exclusief voorbereiding en schrijven van het stageverslag; voor part-time studenten die aan de stage willen deelnemen wordt waar mogelijk naar een aangepaste vorm gezocht; Openbaar Ministerie kan een

Voorafgaand aan een stage bij het antecedentenonderzoek worden gevergd.

Werkzaamheden voor de Tienda di Lei kunnen als stage worden aangemerkt wanneer: de student tenminste vijf verschillende zaken van gemiddelde moeilijkheidsgraad heeft behandeld beknopt (maximaal twee paginas) wordt gerapporteerd over vier van de behandelde zaken, waarbij per zaak de feiten worden genoemd, de rechtsvragen worden genoteerd en wordt vermeld welke juridische oplossing voor het probleem is gekozen. een kort essay (3 tot 5 paginas) wordt gewijd aan n behandelde zaak. Deze zaak moet een voor de student (op het moment van behandeling) nieuw probleem hebben bevat. De zaak wordt beschreven aan de hand van de feiten, de rechtsvraag en het gegeven antwoord. In het tweede deel van het essay worden de juridische argumenten die leidden naar dit antwoord kort en helder op een rij gezet.

Melding voor aanvang van de werkzaamheden is ook hier vereist.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

69

1.42.21 Bachelorscriptie verplicht onderdeel van de Bachelor 2/3 omvang: 8 ec cordinator: dr. P. Klik vakinhoud: Enkele keren per jaar worden vanuit de faculteit afzonderlijke themas voorgedragen. Deze onderwerpen worden aan studenten gepresenteerd, waarbij in enkele inleidende colleges wordt ingegaan op de juridische context van de themas en op onderzoeksvaardigheden. De docent geeft een korte uiteenzetting over het onderwerp en welke bronnen voor onderzoek het meest relevant zijn. Deelname aan een bibliotheekinstructie (m.n. gericht op het gebruik van databases) is voor de student in dit kader verplicht. De student gaat, binnen de grenzen van het thema, zelfstandig op zoek naar een specifieke probleemstelling. De conceptprobleemstellingen worden onder begeleiding van de docent in groepsverband besproken en aangescherpt. Ook wordt aandacht besteed aan verantwoord brongebruik en het correct verwijzen naar bronnen. Algemene doelstellingen inleidende colleges 1. aandacht besteden aan de verschillende perspectieven van waaruit juridische vraagstukken kunnen worden benaderd 2. inzicht geven in het hanteren van juridisch wetenschappelijke methoden vanuit een kwalitatieve aanpak (feitenverzameling analyse, creatie en beredenering oplossing, etc.) en met name verantwoord brongebruik 3. inzicht geven in het schrijven en het presenteren van een eenvoudig juridisch wetenschappelijk onderzoek waarbij wordt ingegaan op het formuleren van de probleemstelling, het juridisch beargumenteren, de opbouw, de constructie en de leesbaarheid studiedoel: verhoging van de vaardigheid in het opbouwen van een juridisch betoog en het juridisch argumenteren, zowel schriftelijk als mondeling; verhoging van de schrijfvaardigheid; verdieping van de kennis op het behandelde vakgebied voorkennis: Bachelor 1 plus een hoofdvak op het behandelde gebied. Als richtlijn geldt dat de student een flink aantal hoofdvakken dient te hebben behaald en 60 ec in het B2/3. Van belang is dat de student het schrijven van de scriptie goed inpast in zijn studieprogramma. toetsvorm: werkstuk; mondelinge verdediging ten overstaan van twee examinatoren, onder wie de begeleidend docent

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

70

1.43 Winter Program Comparative and International Law kan worden ingebracht als keuzevak bachelor omvang: 6 ec cordinator: mw. Mr. S. Helder vakinhoud: Het winter program tijdens de kerstvakantie wordt georganiseerd door de HofstraLaw School, Hofstra University, New York. De meeste deelnemers zijn studenten van verschillende universiteiten in de VS. Er is plek voor drie studenten van de University of Curaao, die hiervoor geen tuition hoeven te betalen. Alsvakkenwordenaangeboden: International Sales Law, Introduction to the Economic Law of the European Union for non EU-lawyers(verzorgd door prof. dr. Fabian Amtenbrink, Chair of European Union Law, Erasmus Universiteit Rotterdam) en Comparative Cyberlaw. Voor meer informatie ga naar: http://law.hofstra.edu/Academics/Programs/AbroadPrograms/Cur acao/abrcur_course_offerings.html# voorkennis: Bachelor 1 toetsvorm: schriftelijk tentamen afgenomen aan het eind van de cursus in januari 2013. bijzonderheid: 100% aanwezigheid verplicht. De colleges, het studiemateriaal en de tentamens zijn volledig in het Engels. De cursus vindt plaats vanaf 17 december 2012 tot 8 januari 2013. aanmelding: stuur een email voor 1 november naar: peter.klik@una.an

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

71

1.44 MASTER De faculteit hecht er aan om te benadrukken dat de Bachelor- en de Masteropleiding aparte opleidingen zijn. Studenten worden dan ook aangemoedigd om eerst de Bachelor opleiding af te ronden en pas daarna met de Masteropleiding te beginnen. Bij de Masteropleiding gaat het om een andere opleiding met een duidelijk gestructureerd programma. Om echter de studievoortgang niet al te zeer te belemmeren worden de studenten uit de Bachelorfase toegelaten tot het afleggen van tentamens, echter alleen onder strikte randvoorwaarden. Studenten die de bachelor nog niet hebben afgerond moeten aan een aantal voorvereisten (zie 3.11 Doorstroomvereisten) voldoen willen zij aan mastervakken deelnemen. Naast de algemene regels voor het volgen van mastervakken zijn er ook vakspecifieke voorvereisten. Deze specifieke eisen vindt u bij de cursusbeschrijvingen vermeld.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

72

1.44.1 verplicht onderdeel omvang: tijd: docenten: Slot coordinator: vorm: vakinhoud:

Integratievak II

6 ec eerste semester dr. J. Sybesma, dr. P. Klik, mr. C. Belfor, mw. dr. A.D. Marchena-

dr. P. Klik werkcolleges een centraal thema (mensenrechten) wordt benaderd vanuit de verschillende vakgebieden, waarbij individueel en in groepjes volgens een probleemgestuurde benadering problemen uit de juridische praktijk worden opgelost. Literatuur en jurisprudentie moeten door hen zelf worden verzameld en toegepast. studiedoel: verdieping van het inzicht in de onderlinge samenhang van de verschillende rechtsgebieden; verdieping van de kennis omtrent de juridische aspecten van het gekozen thema; het verder oefenen van schriftelijke en mondelinge vaardigheden voorkennis: toegang tot de Master-vakken toetsvorm: schriftelijke uitvoering van praktische opdrachten, gevolgd door een mondelinge verdediging, waarbij de studenten worden aangemoedigd om elkaar kritisch te benaderen bijzonderheid: voor dit vak geldt een 100 % aanwezigheidsplicht; er wordt geen herkansing geboden

studiemateriaal: Door studenten zelf te verzamelen, eventueel ook materiaal op blackboard.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

73

1.44.2 verplicht onderdeel omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud:

Reflectie op het recht

6 ec eerste semester prof. mr. C.W. Maris hoorcolleges Het vak Reflectie op het recht geeft inzicht in de verhoudingen tussen het positieve recht, de maatschappelijke werkelijkheid en ideen over rechtvaardigheid. Dit gebeurt vanuit de perspectieven van rechtssociologie en rechtsfilosofie, in onderlinge wisselwerking. De centrale vraag van de rechtssociologie luidt: hoe is maatschappelijke orde mogelijk, en welke rol speelt het recht daarbij? De relatie tussen recht en maatschappij kent twee kanten. Ten eerste: hoe benvloedt de samenleving het positieve recht? Ten tweede: welke invloed oefent het recht op zijn beurt uit op zijn maatschappelijke omgeving? De sociale wetenschap heeft een descriptieve benadering: het gaat om de beschrijving en verklaring van feitelijke samenhangen, niet om de waardering daarvan. De centrale vraagstelling van de rechtsfilosofie luidt: wat is de aard van het recht, gezien zijn pretentie een rechtvaardige orde te scheppen? Hoe kan het recht deze pretentie waarmaken: is het mogelijk een objectieve, universeel geldige betekenis van rechtvaardigheid vast te stellen? In de cursus wordt bijzondere aandacht besteed aan de rol die de rechter in dit opzicht speelt bij de rechtsvinding. Rechtsfilosofie heeft dus een normatieve strekking: hoe behoort de rechtsorde eruit te zien, wil ze aanspraak maken op gehoorzaamheid? studiedoel: Het verwerven van kennis en inzicht in rechtsfilosofische en rechtssociologische vraagstukken. Bevordering van de reflectie op het recht ter verdieping van de positiefrechtelijke benadering: bevordering van het inzicht dat het recht vanuit een verscheidenheid aan perspectieven kan worden geproblematiseerd, wat van directe invloed is op de wijze waarop juridische problemen worden benaderd en opgelost. Een en ander draagt bij aan het professionele zelfbewustzijn van de student. voorkennis: toegang tot de master toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/ januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal:

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

74

1. C.W. Maris en F.C.L.M. Jacobs (red.), Rechtsvinding en de Grondslagen van het Recht. Assen: Van Gorcumnieuwste druk 2012. 2. C.W. Maris, Syllabus Rechtsfilosofie/Sociologie (op blackboard; ivm nieuwe druk boek aangepast).

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

75

1.44.3 Bijzondere onderwerpen handelsrecht Masterhoofdvak (privaatrechtelijke richting) omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8 ec eerste semester mr. L. Voigt, mw. mr.G. Maduro, mr. J. Burgers hoorcolleges In dit vak maken de studenten kennis met bijzondere problemen, regels en beginselen die in het handelsverkeer spelen. Het vak omvat de onderdelen handelskoop, waardepapieren, vervoersrecht, intellectuele eigendom en verzekeringsrecht. In het onderdeel intellectuele eigendom komen aan de orde het auteursrecht, het octrooirecht en het merkenrecht. In het verzekeringsrecht wordt ingegaan op de bijzondere regels en beginselen van de verzekeringsovereenkomst. studiedoel: Het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de behandelde handelsrechtelijke leerstukken en begrippen; het met behulp van de relevante regels en jurisprudentie kunnen analyseren en oplossen van handelsrechtelijke problemen. voorkennis: Goederenrecht en Verbintenissenrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) Studiemateriaal: 1. R.W. Holzhauer, S.L. Gellaerts, Van ide naar IE, Kennismaking met het intellectuele eigendomsrecht, Deventer: Kluwer 2011, 3e druk. 2. K. F. Haak, R. Zwitser, A. Blom, Van haven en handel, Hoofdzaken van het handelsverkeersrecht, Deventer: Kluwer laatste druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

76

1.44.4 Aansprakelijkheid en verzekering Masterhoofdvak (privaatrechtelijke richting) omvang: 8 ec tijd: tweede semester docent: prof. mr. C.J.M. Klaassen, mr. L. Voigt (onderdeel verzekeringsrecht) vorm: hoor- en werkcolleges; opdrachten vakinhoud: in dit vak maken de studenten kennis met bijzondere problemen, regels en beginselen en de recente jurisprudentie die in het aansprakelijkheidsrecht spelen. Bijzondere aandacht wordt aan het verzekeringsrecht besteed. studiedoel: het verwerven van kennis omtrent en inzicht in de behandelde leerstukken en begrippen; het met behulp van de relevante regels en jurisprudentie kunnen analyseren en oplossen van problemen omtrent het aansprakelijkheidsrecht. voorkennis: de stof voorgeschreven voor de bachelor Verbintenissenrecht, in het bijzonder betreffende het aansprakelijkheidsen schadevergoedingsrecht, wordt bekend verondersteld. Verder is enige basiskennis van het procesrecht op bachelorniveau gewenst, in het bijzonder wat betreft het bewijsrecht. toetsvorm: Iedere deelnemer dient tijdens de cursus schriftelijk een casus opdracht uit te werken en tijdens een bijeenkomst te presenteren. Tevens dient elke deelnemer een annotatie te schrijven bij een rechterlijke uitspraak. De cursus wordt afgerond met een schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013). bijzonderheid: voor dit vak geldt een 100 % aanwezigheidsplicht studiemateriaal: 1. Syllabus 2. Oratie Prof. mr. C.J.M. Klaassen op 11 mei 2010 op de UNA (op blackboard)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

77

1.44.5 Staatsrechtelijke rechtsvergelijking Masterhoofdvak (publiekrechtelijke richting) omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 8ec tweede semester prof. mr. P.P.T. BovendEert hoorcolleges In deze cursus wordt vanuit een rechtsvergelijkend perspectief aandacht besteed aan een aantal staatsrechtelijke leerstukken.De vergelijking van rechtsstelsels heeft mede ten doel om de deelnemers van de cursus in staat te stellen een afweging te maken tussen voor- en nadelen van de rechtssystemen in de besproken landen. Voorts kan de behandelde stof een uitgangspunt zijn voor zelfstandig onderzoek op deelgebieden van het constitutionele recht van de betreffende landen. De cursus richt zich op de bestudering van hoofdlijnen van constitutioneel recht van een viertal landen, te weten de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, en de Verenigde Staten. Bijzondere aandacht gaat uit naar de staatsvorm en de regeringsstelsels van deze landen, alsmede naar de rechterlijke organisatie en het vraagstuk van constitutionele toetsing. De cursus omvat de bestudering van Nederlandstalige en Engelstalige literatuur op het terrein van rechtsvergelijking en de bestudering van arresten van de US Supreme Court. studiedoel: Het verdiepen van dekennis van en inzicht in belangrijke constitutionele rechtsvragen aan de hand van de studie van constitutionele rechtssystemen van een aantal westerse staten voorkennis: Staatsrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal: 1. L. Prakke, C.A.J.M. Kortmann, Het staatsrecht van de landen van de Europese Unie, Deventer: Kluwer laatste druk (de hoofdstukken over de Bondsrepubliek Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk). 2. T. Koopmans, Courts andPoliticalInstitutions, A comparative view, Cambridge: Cambridge University Press 2003 (enkele nader aan te geven hoofdstukken). 3. Reader Vergelijkend staatsrecht.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

78

1.44.6 Dwangmiddelen Masterhoofdvak (publiekrechtelijke richting) omvang: tijd: docent: vorm: 8ec tweede semester prof. mr. J.M. Reijntjes hoorcolleges. Het vak is sterk gericht op zelfstudie. Studenten dienen casusposities voor te bereiden voor de colleges en actief aan de colleges deel te nemen. Tijdens het laatste college wordt een praktische oefening (proeftentamen) besproken. vakinhoud: In dit vak wordt een rondgang gemaakt langs de strafrechtelijke dwangmiddelen die het Antilliaanse recht kent, waarbij bijzondere aandacht voor de thans in eerste lezing door de Staten van Curaao aangenomen Wet bijzondere opsporingsbevoegdheden (BOB) en de verschillen tussen deze wet en de op de BES-eilanden geldende regeling. studiedoel: Het vak beoogt de student basiskennis te verschaffen over dwangmiddelen in het algemeen, hun plaats binnen de strafvordering en de bijzondere kenmerken van de belangrijkste dwangmiddelen. Verder wordt praktische vaardigheid bijgebracht in het beoordelen voor- en achteraf van de toepassing van dwangmiddelen in concrete gevallen. voorkennis: Materieel strafrecht en Strafprocesrecht toetsvorm: schriftelijk tentamen bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013). Tijdens de colleges kunnen bonuspunten worden toegekend voor goede voorbereiding (bonuspunten tellen niet mee bij de herkansing). studiemateriaal: Via blackboard

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

79

1.44.7 Mensenrechten Masterhoofdvak (publiekrechtelijke richting) (voor privaatrechtelijke richting in te brengen als keuzevak) omvang: tijd: docent: e.a. vorm: vakinhoud: 8ec tweede semester prof. mr. A.B. van Rijn, prof. mr. J.M. Reijntjes, dr. P. Klik hoorcolleges Voortbordurend op hetgeen reeds in Integratievak II de studenten aan kennis is opgedaan wordt het brede thema mensenrechten vanuit diverse optieken besproken. Doel van het vak is een verdieping van de kennis over mensenrechtenrechten en grondrechten, de filosofie en de systematiek die eraan ten grondslag ligt alsmede de wijze waarop hun bescherming in de praktijk van alledag wordt geffectueerd. Het vak behandelt daartoe het thema vanuit verschillende perspectieven: die van het constitutionele recht, van het strafrecht en van het privaatrecht. Zowel de internationale als de nationale dimensie zullen worden belicht. In het vak wordt aandacht besteed aan zowel algemene leerstukken, de wijze waarop grondrechten zijn gegarandeerd (internationaal en nationaal), de handhaving (rol van de rechter, rol van het bestuur, in casu ook van het Koninkrijk), alsook aan enige specifieke grondrechten en hun beschermingssystematiek (bewegingsvrijheid, verbod van slavernij, recht op een eerlijk proces, recht op privacy, vrijheid van meningsuiting en het recht op ongestoord genot van eigendom). schriftelijk tentamen afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

toetsvorm:

studiemateriaal: Via blackboard

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

80

1.44.8 Toezicht keuzevak (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk) omvang: tijd: docent: 6 ec eerste semester prof. mr. A.B. van Rijn, dr. J. Sybesma, drs. P.C.M. Schotborghvan de Ven CFE, e.a. vorm: hoorcolleges vakinhoud: Het keuzevak Toezicht is breed opgezet en richt zich op toezicht meegaan niet een in zowel de publieke als de private context. Toezicht wordt gedefinieerd als het verzamelen van informatie over de vraag of een handeling of zaak voldoet aan de daaraan gestelde eisen, het daarna vormen van een oordeel daarover en het eventueel naar aanleiding daarvan interveniren. Gedacht aan toezicht binnen de publieke sector (de overheid: bestuurlijk toezicht), toezicht van de publieke sector op de private sector (o.a. markten) entoezicht binnen de private sector (het bedrijfsleven). Bij toezicht in publieke verhoudingen gaat het bijvoorbeeld om het toezicht vanwege het Koninkrijk op het bestuurlijk en financieel handelen van de Caribische landen. Bij toezicht vanuit de publieke sector op de private sector gaat het bijvoorbeeld om het toezicht door de Centrale Bank van Curaao en Sint Maarten op financile instellingen en om integriteitstoezicht. Bij toezicht in private verhoudingen gaat het bijvoorbeeld over de rol van de raden van toezicht binnen ondernemingen, verdeling van verantwoordelijkheden tussen commissarissen en bestuurders, beschikbare toezichts instrumenten wordt en aansprakelijkheid. studiedoel: Het verwerven van kennis en inzicht in bovengenoemde onderwerpen en de samenhang daartussen. toetsvorm: schriftelijk tentamen, afgenomen in december 2012/ januari 2013 (herkansing in juli/augustus 2013) studiemateriaal: Via blackboard

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

81

1.44.9 Wetgevingsleer keuzevak (publiekrechtelijk en privaatrechtelijk) omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester prof. mr. Philip Eijlander, prof. mr.Willem Konijnenbelt groepsbijeenkomsten In de eerste week (week 42), verzorgd door prof. Eijlander, gaat het om de positie en het gebruik van regelgeving op Curaao en de diverse kwaliteitseisen die aan regelingen kunnen worden gesteld. Achtereenvolgens komen de volgende thema's aan bod: de positie van regelgeving en kwaliteitseisen voor het gebruik, soorten rechtsnormen, de hirarchie van regelingen op Curaao, uitvoering en handhaving van regelingen en het overgangsrecht. Van de deelnemers wordt een actieve bijdrage verwacht, mede door het maken van (groeps)opdrachten. In de tweede week (week 45) gaat het om een wetgevingslaboratorium regelgevingspraktijk en regelgevingstechniek. Deze week staat onder leiding van prof. Konijnenbelt. Eerst wordt een korte inleiding in deze onderwerpen gegeven, voor een deel aan de hand van de ontwerp-Aanwijzingen voor de regelgeving voor Curaao. Daarna stellen de deelnemers in enkele kleine groepjes een ontwerp voor een landsverordening of voor een landsbesluit houdende algemene maatregelen op, nadat zij eerst een zinnige beleidsaanpak voor het te behandelen probleem hebben bedacht. Dat ontwerpen gebeurt in enkele fasen, waarbij de resultaten van elke fase steeds indringend worden besproken. bijzonderheden:De cursus wordt verzorgd in samenwerking met de afdeling Wetgeving. Wetgevingsjuristen die reeds in de praktijk werkzaam zijn nemen ook deel, waardoor de studenten in de unieke positie komen te profiteren van de ervaring van deze andere deelnemers. Van de deelnemers wordt in week 42 een actieve bijdrage verwacht en dat zij in week 45 overdag gedurende de dag beschikbaar zijn en gedurende deze week de nodige tijd en energie in de cursus zullen steken: wetgeving is een arbeidsintensieve aangelegenheid. toetsvorm: verplichte deelname

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

82

1.44.10 ADR &Mediation keuzevak (privaatrechtelijke en publiekrechtelijk) omvang: tijd: docenten: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester prof. mr. C.J.M. Klaassen, mw mr. M. Meyer hoorcolleges De cursus besteedt aandacht aan mediation en andere vormen van ADR, zoals arbitrage en bindend advies, en vergelijkt deze vormen van geschiloplossing met geschilbeslechting door de overheidsrechter. Het zwaartepunt ligt bijmediation. De student maakt kennis met de theorie en uitgangspunten van mediation alsmede (door middel van rollenspelen) met enkele mediationvaardigheden. studiedoel: Kennismaking met andere vormen van geschiloplossing dan geschilbeslechting door de overheidsrechter, waaronder met name mediation. voorkennis: geen bijzonderheid: De mondelinge vaardigheden komen aan de orde en worden getoetst door middel van een presentatie, mogelijk in de vorm van een debat, aan de hand van een vooraf uitgereikte opdracht alsmede door middel van rollenspelen. De opgedane theoretische kennis van ADR wordt getoetst door middel van een schriftelijk tentamen. toetsvorm: mondelinge presentatie (50%), schriftelijk tentamen (50%), bestaande uit open vragen, afgenomen in december 2012/januari 2013 (van het schriftelijk tentamen is er geen herkansing) studiemateriaal: 1. Reader (beschikbaar via blackboard) 2. E. Schutte, J. Spierdijk, Juridische aspecten van mediation, Den Haag: SDU-uitgevers 2011, 4e druk.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

83

1.44.11 Internet Governance keuzevak in de Master (en Bachelor 2/3) omvang: tijd: docente: vorm: vakinhoud: 6 ec eerste semester mw. dr. N.S. van der Meulen (i.s.m. mw. mr. S. Helder) hoorcolleges This truly interdisciplinary course focuses on the (legal) challenges and problems introduced by and through the Internet. The course identifies the special characteristics of the Internet in an effort to demonstrate and discuss the associated challenges. Besides identifying and discussing (legal) challenges, this course also describes what solutions, both legal and non-legal, are available and introduced by various actors involved in the field of Internet Governance. The course coversnot only various perspectives on who could or should govern the Internet and how, but also what can or should actually be governed on the Internet. voorkennis: geen bijzonderheid: aangezien de literatuur in de Engelse taal is, wordt ook in het Engels gedoceerd toetsvorm: paper (zie blackboard)

studiemateriaal: Reader (beschikbaar via blackboard)

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

84

1.44.12 Huwelijksvermogensrecht keuzevak (privaatrechtelijke richting) omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester prof. mr. G. van der Burght hoorcolleges Het huwelijksvermogensrecht regelt de vermogensrechtelijke gevolgen van het huwelijk en omvat de behandeling van de rechten en verplichtingen van echtgenoten, de wettelijke gemeenschap van goederen en de huwelijkse voorwaarden. studiedoel: Het verschaffen van kennis van en inzicht in het huwelijksvermogensrecht om zelfstandig casusposities die daaraan zijn gerelateerd te analyseren, interpreteren en op te lossen. voorkennis: Personen- en familierecht toetsvorm: schriftelijk tentamen, bestaande uit open vragen, afgenomen in mei/juni 2013 (herkansing in juli/augustus 2013)

studiemateriaal: Pitlo-Van der Burght/Doek, Personen- en familierecht, Deventer:Kluwer 2002, 12e druk, p. 95 / 440, ISBN 90-268 3944-8.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

85

1.44.13 Verdiepend ondernemingsrecht keuzevak (privaatrechtelijke richting) omvang: tijd: docent: vorm: vakinhoud: 6 ec tweede semester prof. mr. F.B.M. Kunneman e.a. hoorcolleges In dit vak wordt deels de inhoud van het B2/3 per vak Ondernemingsrecht verdiepend behandeld, deels worden nieuwe onderwerpen aan de orde gesteld. Te denken valt aan: besluitvorming en vertegenwoordiging, bestuurdersaansprakelijkheid, concern en concernfinanciering, fusies & overnames, enquterecht, positie van werknemers, fiscaliteit, corporate litigation. voorkennis: Ondernemingsrecht B2/3 bijzonderheid: Het vak is opgezet als een capita-vak, dat wil zeggen dat een groot aantal verschillende onderwerpen aan de orde komt, waarbij steeds verschillende docenten vanuit hun expertise deze onderwerpen belichten. toetsvorm: in overleg, schriftelijk tentamen (open boek) of papers

studiemateriaal: Via blackboard

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

86

1.44.14 Masterstage facultatief onderdeel van de Master omvang: cordinator: vakinhoud: voorkennis: toetsvorm: 6 ec mr. P. Klik zie hieronder voltooid bachelor stageverslag; mondelinge verdediging ten overstaan van een docent

Masterstages kunnen worden gevolgd a. bij de Hoge Raad en de Raad van State, en b. bij het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Stages bij de Hoge Raad en de Raad van State duren in totaal drie maanden. Er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Er wordt geselecteerd. Stages bij het Gemeenschappelijk Hof duren negen weken, exclusief voorbereiding en schrijven van het stageverslag. Verder geldt dat: het Hof een stagecordinator heeft aangewezen die regelmatig met de stagiair(e) over de voortgang van de stage overleg voert. Hij stuurt, indien nodig, bij en rapporteert aan het Hof. de faculteit doet voordrachten voor personen die voor een stage bij het Hof in aanmerking komen; ervaring in het werken met een computer strekt tot aanbeveling. er wordt gestreefd naar een brede invulling van de stage: zowel extrajudicile zaken (faillissement, familiezaken en dergelijke) als straf- en civiele zaken. De stageperiode wordt afgesloten met een stageverslag dat mede wordt geschreven aan de hand van een uitgewerkte casus, bijvoorbeeld een kort geding. In overleg met de stagecordinator kunnen andere invullingen van de masterstage worden overeengekomen.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

87

1.44.15 Masterscriptie verplicht onderdeel van de Master omvang: 14 ec cordinator: mr. P. Klik studiedoel: verdere verhoging van de vaardigheid in het opbouwen van een juridisch betoog en het juridisch argumenteren, zowel schriftelijk als mondeling; verdere verhoging van de schrijfvaardigheid; verdieping van de kennis op het behandelde vakgebied voorkennis: voltooid bachelor toetsvorm: werkstuk; mondelinge verdediging ten overstaan van een commissie Let op: Voor de voortgang van de studie is het van belang tijdig met de Masterscriptie te beginnen. De faculteit adviseert over keuze van onderwerp en mogelijke begeleiders.

Faculteit der Rechtsgeleerdheid

88

You might also like