Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 65

GeoGebra

in de derde graad
3.0

Pedro Tytgat
pedro@pedrotytgat.be
Inhoud

1 Starten met GeoGebra................................................................................................. 3


1.1 Installeren: twee mogelijkheden.................................................................. 3
1 ‘Webstart’: locale kopie van de meest recente versie ................... 3
2 ‘Installatie’: locale kopie van ‘een’ versie ....................................... 4
3 Nog geen versie voor geheugenstick .............................................. 4
4 Mogelijk probleem bij installatie op Windows Vista.................... 4
1.2 Het GeoGebra-scherm .................................................................................. 6
1 Onderdelen van het scherm ............................................................. 6
2 De taal aanpassen .............................................................................. 6
1.3 Hulp................................................................................................................. 7
1 De Help-bestanden van GeoGebra ................................................. 7
2 Het gebruikersforum......................................................................... 8
3 Didactisch materiaal van anderen................................................... 9
4 Online handleidingen ..................................................................... 10
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket........................................................ 11
2.1 Constructies via de knoppenbalk.............................................................. 11
1 Assenstelsel en algebravenster aan- en uitzetten........................ 11
2 De werking van de knoppenbalk .................................................. 11
3 Het benoemen van objecten ........................................................... 12
4 Enkele eenvoudige constructies .................................................... 14
5 Objecten verwijderen ...................................................................... 17
2.2 Constructies via het invoerveld................................................................. 18
1 Gebruik van commando’s in het invoerveld ............................... 18
2 Een uitgewerkt voorbeeld .............................................................. 19
3 Objecten herdefiniëren.................................................................... 20
4 Overzicht constructiestappen ........................................................ 21
5 Navigatie doorheen de constructie ............................................... 21
2.3 Meetkunde met coördinaten...................................................................... 24
1 Assenstelsel en rooster aanpassen................................................. 24
2 Informatie in het algebravenster ................................................... 25
3 Enkele voorbeelden ......................................................................... 25
3 Functies met GeoGebra............................................................................................. 29
3.1 Functies en hun grafieken .......................................................................... 29
1 Een functie definiëren ..................................................................... 29
2 Kopiëren en plakken ....................................................................... 30
3 Werken met parameters.................................................................. 31
4 Beperkte mogelijkheden voor nulpunten .................................... 32
5 Een afbeelding invoegen ................................................................ 32
6 Diversen ............................................................................................ 34
3.2 Afgeleiden en integralen ............................................................................ 35

1
1 Raaklijn in een punt.........................................................................35
2 Afgeleide via de opdrachtregel......................................................36
3 Mooie formules toevoegen .............................................................38
4 Beperkte mogelijkheden voor extrema en buigpunten ..............41
5 Onder- en bovensommen ...............................................................41
6 Integralen: bepaald en onbepaald .................................................42
4 Complexe getallen met GeoGebra ..........................................................................45
4.1 Werken met cartesiaanse en poolcoördinaten .........................................45
1 Punten definiëren.............................................................................45
2 Coördinaten van een punt bepalen ...............................................45
4.2 Complexe bewerkingen ..............................................................................46
1 Bewerkingen definiëren – macro’s ................................................46
2 Complexe bewerkingen illustreren ...............................................49
5 Booleaanse variabelen ...............................................................................................51
5.1 Aanvinkvakje in het tekenvenster.............................................................51
5.2 Andere toepassingen van Booleaanse variabelen ...................................53
6 Het opslaan en verdelen van bestanden ................................................................57
6.1 Op een harde schijf of stick ........................................................................57
1 Opslaan als bestand........................................................................57
2 Opslaan als dynamisch werkblad in een webpagina .................57
6.2 GeoGebra in een elektronisch leerplatform .............................................61
1 Smartschool.......................................................................................61
2 Moodle...............................................................................................62
7 Index .............................................................................................................................63

2
1 Starten met GeoGebra

GeoGebra is Open Source software. De licentie laat het gratis gebruik toe voor niet-
commerciële doeleinden. Voor commerciële doeleinden moeten uitgeverijen en
individuen betalen.
Gebruik in de klas en thuis is niet-commercieel en dus toegelaten.

1.1 Installeren: twee mogelijkheden

Je vindt GeoGebra op www.geogebra.org.


Om het programma te kunnen gebruiken, moet de nodige Java-software op je pc
geïnstalleerd zijn. Blijkt dit niet het geval — je krijgt een foutmelding bij het
installeren of opstarten van GeoGebra — dan vind je wat je nodig hebt op
www.java.com.

1 ‘Webstart’: locale kopie van de meest recente versie

De aangewezen manier om GeoGebra te gebruiken is via de Webstart-methode.


Wanneer je naar www.geogebra.org surft, staat centraal op het scherm ‘Start
GeoGebra’. Dit brengt je naar een nieuwe pagina die je uitnodigt op de
onderstaande knop te klikken.

Op dat ogenblik wordt de meest recente versie van de software van de GeoGebra-
site naar je harde schijf gekopieerd en wordt een GeoGebra-icoontje op je
bureaublad geplaatst. Het is deze locale kopie die wordt gebruikt telkens je
GeoGebra opstart.
Dit betekent dat je na deze eerste keer niet langer met het Internet verbonden moet
zijn om GeoGebra te kunnen gebruiken. De ‘web’-start heeft maar één keer het web
nodig. Heb je echter de Help-bestanden nodig (zie p. 7), dan moet je wel met het
Internet verbonden zijn.
Ben je echter wél met het Internet verbonden, dan zal de locale kopie bij het
opstarten nagaan of er geen recentere versie op de GeoGebra-site staat en die in dat
geval eerst naar je computer downloaden. Op die manier beschik je via altijd
automatisch over de meest recente versie.

3
1 Starten met GeoGebra

2 ‘Installatie’: locale kopie van ‘een’ versie

Je kunt er ook voor kiezen de software te downloaden om ze vervolgens handmatig


te installeren (zie www.geogebra.org/download/install.htm). Het nadeel bij deze
methode is dat de software niet naar meer recente versies zoekt. Een voordeel is dan
weer dat de Help-bestanden (zie p. 7) op de harde schijf worden opgeslagen en niet
van het Internet moeten worden gehaald, wat bij de Webstart-versie wel het geval
is.

3 Nog geen versie voor geheugenstick

Het is nog niet mogelijk om GeoGebra zó op te slaan op een stick, dat instellingen
en macro’s ook op die stick meereizen. Zo’n versie staat blijkbaar al een tijdje op de
‘to-do list’ van Yves Kreis, de verantwoordelijke voor de installatiemethodes voor
GeoGebra (zie het gebruikersforum 1), maar is op dit ogenblik nog geen realiteit.
In afwachting van een volledig operationele oplossing kun je echter wel een leeg
GeoGebra-bestand als dynamisch werkblad in een html-pagina opslaan (zie p. 57).
Je kunt dan alle constructies maken zoals op je pc thuis, maar instellingen zullen
niet correct bewaard worden en ook het gebruik van macro’s zal mogelijk niet lopen
zoals anders.

4 Mogelijk probleem bij installatie op Windows Vista

Met Vista introduceerde Microsoft ‘gebruikersaccountbeheer’. Je kent het van de


vervelende venstertjes die voortdurend verschijnen en die om je toestemming
vragen om instellingen allerhande te wijzigen.
De bedoeling was goed, namelijk verhinderen dat programma’s (virussen!)
systeeminstellingen kunnen wijzigen, door bij cruciale wijzigingen de toestemming
van de gebruiker te vragen. Helaas wordt die toestemming hinderlijk vaak
gevraagd. In de volgende versie van Vista zou dat bijgewerkt zijn.
Bij de installatie van GeoGebra kan dit gebruikersaccountbeheer ervoor zorgen dat
je computer achteraf GeoGebra-bestanden niet herkent en ze dus niet kan openen
door erop te dubbelklikken.
Om dit te vermijden dien je gebruikersaccountbeheer uit te schakelen vooraleer
GeoGebra te installeren. Na de installatie kan het opnieuw geactiveerd worden.

1 http://www.geogebra.org/forum/viewtopic.php?f=2&t=2544

4
1.1 Installeren: twee mogelijkheden

Dit deactiveren gebeurt via Start > Configuratiescherm > Gebruikersaccounts.

Klik op de onderste link en volg de instructies op het scherm. Installeer GeoGebra


en heractiveer dit gebruikersaccountbeheer. (Dit laatste is niet verplicht: je kunt het
gedeactiveerd laten, al zal Vista je dan melden dat de beveiliging van je systeem niet
in orde is.)

5
1 Starten met GeoGebra

1.2 Het GeoGebra-scherm

1 Onderdelen van het scherm

Standaard start het programma met een assenstelsel en het zgn. algebravenster links
zichtbaar. Constructies kunnen via de knoppenbalk of het invoerveld uitgevoerd
worden.
ongedaan maken
menubalk knoppenbalk
help

algebravenster invoerveld tekenvenster

2 De taal aanpassen

Mocht GeoGebra niet in de correcte


taal zijn opgestart, dan kun je dit
aanpassen via het menu Opties >
Taal > A-G > Dutch.

6
1.3 Hulp

1.3 Hulp

De charme van veel Open Source toepassingen is dat er een hele gemeenschap rond
bestaat die vrijwillig bijdragen levert om andere gebruikers te helpen. Niet alleen
zijn de tientallen vertalingen van GeoGebra uitgevoerd door vrijwilligers,
honderden anderen bieden eigen lesmateriaal aan, zelfgemaakte handleidingen, tips
en technieken, etc.
De verschillende bronnen voor hulp vind je via het menu Help
rechtsboven. De eerste optie opent de standaard Help bij het
programma, het GeoGebra Forum laat je toe concrete vragen te
stellen aan andere gebruikers en de GeoGebra Wiki is de plek
waar je eigen materiaal kunt plaatsen of dat van anderen kunt
downloaden. Het loont echt de moeite deze bronnen geregeld
te bezoeken.

1 De Help-bestanden van GeoGebra

De Help-functionaliteit van GeoGebra bevat twee delen: enerzijds een aantal


voorbeelden van typische toepassingen en anderzijds gedetailleerde uitleg bij de
verschillende mogelijkheden. Gebruik je de Webstart-versie van GeoGebra (zie p. 3),
dan wordt de Help van het internet gehaald, zodat een verbinding dan nodig is.
Hieronder zie je in de rubriek 2. Voorbeelden een aantal manieren om de raaklijn
aan een grafiek te tekenen.

7
1 Starten met GeoGebra

De overige rubrieken geven een opsomming van de talloze mogelijkheden van het
pakket.
In GeoGebra kun je bijvoorbeeld meervoudige voorschriften definiëren.

Hieronder zie je hoe je een meetkundige plaats moet definiëren. Opdrachten


worden meestal geïllustreerd met een voorbeeld.

2 Het gebruikersforum

Het grootste forum is uiteraard het Engelstalige, maar er is ook een Nederlands luik
voor wie liever in onze moedertaal communiceert. Registreren is nodig en gratis.

8
1.3 Hulp

3 Didactisch materiaal van anderen

Dat GeoGebra razend populair is, merk je aan de honderden bestanden die door
collega’s van over de hele wereld ter beschikking zijn gesteld in de zogenaamde
GeoGebra Wiki.
Je vindt hier zowel eenvoudige als zeer geavanceerde en indrukwekkende
toepassingen van GeoGebra. Je mag ze gratis downloaden en gebruiken.
De standaardtaal is Engels, maar zoals bij het forum zijn er ook onderdelen in
andere talen, waaronder het Nederlands.

9
1

4 Online handleidingen

Wie wat rondneust met Google, botst op verschillende online handleidingen.


− Officiële Snelstartgids:
http://www.geogebra.org/help/geogebraquickstart_nl.pdf
− Officiële handleiding:
http://www.geogebra.org/help/docunl.pdf
− Roger Van Nieuwenhuyze:
http://www.educatief.diekeure.be/admin/admintools/filemanager/files/methode
s/9/geogebra1e2egraad.pdf
− Online leren (Engels):
http://math247.pbwiki.com/Learn+and+Use+GeoGebra

10
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

2.1 Constructies via de knoppenbalk

1 Assenstelsel en algebravenster aan- en uitzetten

Wil je constructies ‘met passer er


liniaal’ uitvoeren, zonder
coördinaten, dan is het
aangewezen het assenstelsel en
algebravenster onzichtbaar te
maken.
Dit gebeurt via het menu Beeld,
waar je beide moet afvinken.
Wanneer je de volgende keer
GeoGebra opstart, zullen beide echter
opnieuw zichtbaar zijn. Wil je dit
vermijden, dan moet je deze
instellingen opslaan. Dit gebeurt via
het menu Opties > Instellingen
opslaan.

2 De werking van de knoppenbalk

De knoppenbalk bestaat uit tien knoppen. Op de eerste en de tiende na, geven ze


toegang tot de belangrijkste meetkundige constructiemogelijkheden van GeoGebra.

Elke knop heeft rechtsonder een klein wit driehoekje, dat de knop ‘opent’ en
onderliggende mogelijkheden laat zien. Elke knop staat voor een bepaald type
constructies: verbindingslijnen of –lijnstukken, bijzondere rechten, veelhoeken,
cirkels en aanverwante, … etc.
Kies je een optie, dan neemt de knop het bijbehorende icoontje aan en krijgt hij een
blauwe rand, om aan te geven dat hij ‘actief’ is.

11
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

Hierboven is onder de vierde knop gekozen voor ‘Raaklijnen’, de knop heeft de


bijbehorende afbeelding aangenomen en is actief.
GeoGebra bevindt zich nu in een bepaalde tekenmodus: je kunt nu enkel raaklijnen
tekenen (uitzondering: zie voetnoot 2). Eens gekozen, blijft GeoGebra in die
tekenmodus. Je keert dus niet vanzelf terug naar de ‘basistoestand’.
Je kunt de ‘basistoestand’ oproepen op twee manieren:

1 druk op de meest linkse knop: .


In deze modus kun je bestaande objecten selecteren en verplaatsen, maar
construeer je niets.
2 Druk op Esc (Escape). De meeste linkse knop wordt vanzelf actief.

3 Het benoemen van objecten

Automatisch
Alle objecten die je met de muis creëert, krijgen een naam en de meeste ook een
waarde. Voor punten is dat de coördinaat, voor veelhoeken de oppervlakte, voor
rechten de vergelijking, …etc. Zowel de naam als de waarde kunnen als etiket of
label bij een object getoond worden.
De standaardinstelling is:
− is het algebravenster niet zichtbaar, dan toont GeoGebra de naam van nieuwe
objecten niet;
− is het algebravenster wél zichtbaar, dan wordt de naam van alle objecten
getoond.

2 GeoGebra zal in elke tekenmodus tóch punten creëren wanneer de gebruiker op een lege plek van
het tekenvenster klikt, zelfs al bevind het programma zich in de ‘raaklijnen’- of ‘middelloodlijnen’-
of andere modus. Dit kan de constructietijd verkorten.

12
2.1 Constructies via de knoppenbalk

Je kunt deze standaardinstelling aanpassen via het menu Opties > Labels.

Je kunt ervoor kiezen alle nieuwe objecten een zichtbare naam te geven, geen enkel
object of enkel de nieuwe punten.

Voorbeeld

Selecteer bijvoorbeeld Nieuw punt en klik enkele keren in het


tekenvenster: er worden punten getekend zonder zichtbare naam.
Kies in het menu Opties > Labels de instelling Enkel nieuwe punten.
Klik opnieuw in het tekenvenster: de naam van elk nieuw punt zou nu meteen
zichtbaar moeten zijn.

Handmatig
Is een object al geconstrueerd en wil je de naam wijzigen, klik dan met de
rechtermuisknop op het object en kies Naam wijzigen. Wil je gewoon het label
zichtbaar/onzichtbaar maken, zonder de naam te veranderen, kies dan Label tonen.

Voorbeeld
Hieronder werden twee punten getekend die geen zichtbare naam kregen.

13
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

Rechtsklikken op het eerste geeft aan dat dit punt eigenlijk punt A is, maar dat
het label ervan niet zichtbaar was. Dit kun je wijzigen via Label tonen.

4 Enkele eenvoudige constructies

Omgeschreven cirkel van een willekeurige driehoek


1 Kies Bestand > Nieuw en antwoord ‘Neen’ op de vraag of je het vorige bestand
wilt bewaren. Controleer dat Opties > Labels > Enkel nieuwe punten actief is.
2 Schakel de punt-modus aan door op
Nieuw punt te klikken en creëer de
punten A, B en C. Je kunt desgewenst de
labels met de linkermuisknop verplaatsen
door eerst Verplaatsen te activeren.

3 Activeer Veelhoek en klik op A, B, C en


nogmaals op A. Je krijgt een driehoek zoals
hiernaast.

4 Schakel Middelloodlijn in (4de menu).


Klik op A en B en dan op B en C.

5 Kies Snijpunt(en) van twee objecten in het


2de menu. Je kunt nu ofwel de eerste en
vervolgens de tweede middelloodlijn
aanklikken ofwel meteen in de buurt van het
snijpunt van beide lijnen klikken: wanneer ze
beide wat ‘dikker’ worden, wil dat zeggen
dat het programma doorheeft welk snijpunt
je bedoelt.
6 Het punt wordt automatisch D genoemd.
Begin je echter, meteen na het creëren van
een punt, een andere naam te tikken, dan
open GeoGebra vanzelf een venster om de
naam van het punt te wijzigen. Kies M.

7 Activeer Cirkel met middelpunt door punt.


Rechtsboven in het scherm krijg je concrete
instructies over de volgorde van klikken:
eerst op het middelpunt, dan op een punt dat
op de cirkel moet liggen.

14
2.1 Constructies via de knoppenbalk

8 Druk Esc om de standaardmodus


( Verplaatsen) te activeren en verplaats
willekeurig een van de punten van de
driehoek. Kenmerkend voor een dynamisch
meetkundepakket is dat de constructie zich
aanpast.

9 Wil je de middelloodlijnen onzichtbaar


maken, klik dan op Object
tonen/verbergen en klik achtereenvolgens op
de beide middelloodlijnen. Van zodra je deze
modus verlaat, worden ze onzichtbaar.

Meetkundige plaats van punten op gelijke afstand van een punt en een rechte
1 Kies Bestand > Nieuw en antwoord ‘Neen’ op de vraag of je het vorige bestand
wilt bewaren.
Zorg ervoor dat GeoGebra alle nieuwe objecten benoemt: Opties > Labels > Alle
nieuwe objecten.

2 Kies Nieuw punt en plaats één punt in het teken-


venster.

3 Activeer Rechte door twee punten: wanneer je ver-


volgens twee keer in het tekenvenster klikt, worden
tegelijk twee punten en de bijbehorende rechte
geconstrueerd. De rechte krijgt ook een naam: a.
We zoeken nu alle punten P die op gelijke afstand van
a en A liggen.
4 De punten B en C mogen onzichtbaar worden
gemaakt, m.b.v. Object tonen/verbergen of via de
rechtermuisknop.

5 Activeer Nieuw punt en klik op de rechte (deze


wordt iets dikker om aan te geven dat een nieuw punt
aan deze rechte gekoppeld zal worden). Druk Esc en
verplaats het nieuwe punt D: je stelt vast dat het op de
rechte blijft liggen. Men noemt D een afhankelijk punt,
in tegenstelling tot A, B en C, die onafhankelijk zijn. Je
merkt dat D een andere kleur krijgt dan A.

15
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

6 Activeer Lijnstuk tussen twee punten en creëer het


lijnstuk [AD]. Maak de naam van het lijnstuk onzicht-
baar: dit kan via Label tonen/verbergen of met de
rechtermuisknop.

7 Klik op Middelloodlijn en vervolgens op het lijn-


stuk [AD]. Construeer vervolgens de loodlijn op a
door D door Loodlijn te activeren en vervolgens
op a en D te klikken. Kies Snijpunt(en) van twee
objecten, construeer het snijpunt van beide rechten en
hernoem het P.
Het punt P ligt op gelijke afstand van de rechte a als
van A: d(a, P) = |DP| = |AP|.
8 Wanneer je D verplaatst over a, zie je voor elke stand van D het bijbehorende
punt P. Rechtsklik op P en kies de optie Spoor aan. Wanneer je nu opnieuw D
beweegt, laat het punt P een spoor achter. Je krijgt zo een aantal punten van de
gevraagde meetkundige plaats te zien. Het is een parabool.

Om de punten van het spoor te wissen, kies je Vernieuwen in het menu Beeld.
9 Je kunt GeoGebra vragen de meetkundige
plaats zelf te tekenen. Klik in het 4de menu op
Meetkundige plaats. De help-tekst rechts-
boven geeft aan dat je eerst het eindpunt P
moet aanklikken en vervolgens het bewegend
punt op de rechte 3, met andere woorden: D.
De parabool wordt getekend en krijgt de
naam loc1.
Wijzig je nu de positie van A of a, dan wordt
de meetkundige plaats mee aangepast.

3 Om een meetkundige plaats te kunnen bepalen, moet het eindpunt dus altijd afhangen van een
‘gebonden’ beginpunt: het beginpunt moet bewegen op een rechte, cirkel, functiegrafiek, …

16
2.1 Constructies via de knoppenbalk

10 Om een constructie duidelijker te maken, kun


je gebruik maken van kleuren, lijnstijlen, …
Rechtsklik daartoe op het object en kies
Eigenschappen… Links zie je alle objecten. Je
kunt er een of meerdere selecteren (gebruik
daartoe Ctrl+klik) en vervolgens rechts de
instellingen aanpassen.

5 Objecten verwijderen

Er zijn verschillende manieren om objecten te verwijderen.


− Gaat het over slechts één object, dan kun je er op rechtsklikken en Verwijderen
kiezen.
− Het eigenschappenvenster (zie hierboven) laat je toe om zichtbare en
onzichtbare objecten te selecteren om ze vervolgens te verwijderen middels een
druk op de knop Verwijderen. Hou de Ctrl-toets ingedrukt om meerdere
objecten te selecteren.
− In het tekenvenster kun je ook meerdere objecten selecteren door er met de
linkermuisknop een rechthoek rond te ‘tekenen’. De geselecteerde objecten
worden iets vetter weergegeven. Druk vervolgens op de Delete-toets.
− …
Heb je verkeerdelijk een object gewist, maak dan gebruik van de knop Ongedaan
maken rechtsboven in het GeoGebra-venster, of in het menu Bewerken.

17
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

2.2 Constructies via het invoerveld

1 Gebruik van commando’s in het invoerveld

Alle constructies die je via de knoppen kunt uitvoeren, kunnen ook via het
invoerveld opgeroepen worden. Er zijn zelfs een hele reeks commando’s waarvoor
geen knoppen bestaan en die enkel via het invoerveld uitgevoerd kunnen worden.

Voorbeeld
Wanneer twee punten A en B getekend zijn, kun je de rechte door die punten
laten tekenen door in het invoerveld het volgende te tikken:
Rechte[A,B]
GeoGebra geeft zelf een naam aan de rechte. Wil je de rechte zelf een naam
geven, bijvoorbeeld r, tik dan:
r=Rechte[A,B].
Het is ook mogelijk indiceste gebruiken voor namen. Hieronder zie je hoe je
een rechte r1 of rCD kunt noemen:

r_1=Rechte[A,B] & r_{CD}=Rechte[C,D]

Enkele tips voor een efficiënt gebruik van het invoerveld.


− Wanneer je enkele letters van het commando tikt, wordt het vanzelf aangevuld.
Komt er geen aanvulling, dan bestaat het commando niet.
− Wordt het commando dat je wenst aangevuld, druk dan op Enter om de cursor
meteen tussen de (vierkante) haken te plaatsen.
− Twijfel je over wat er tussen de vierkante haken moet of kan staan, druk dan op
F1, eens je commando voluit is geschreven.

18
2.2 Constructies via het invoerveld

− Rechts vind je een keuzelijst met alle beschikbare commando’s.

− Je kunt op objecten klikken i.p.v. hun naam te tikken. Dit kan handig zijn
wanneer de naam van een object niet getoond wordt. Vergeet niet manueel
komma’s te plaatsen tussen verschillende namen.

2 Een uitgewerkt voorbeeld

We maken een constructie om de volgende eigenschap te illustreren.


Een rechte a snijdt een parabool p in twee punten A en B. Door het midden M
van [AB] trekt men een rechte b evenwijdig met de as van de parabool. Bewijs
dat de rechte b, de richtlijn d en de loodlijn l uit het brandpunt F op a door één
punt gaan.
De punten plaatsen we met de muis, maar de rest van de constructie voeren we via
de opdrachtregel uit.

1 Kies Bestand > Nieuw en antwoord ‘Neen’ op de vraag of je het vorige bestand
wilt bewaren. Zorg ervoor dat GeoGebra alle nieuwe objecten benoemt: Opties >
Labels > Alle nieuwe objecten

2 Klik op Nieuw punt en creëer het punt F


(klik en typ onmiddellijk F). Plaats ook nog
twee punten K en L op het tekenvenster.
3 Tik d=Rechte[K,L]. Dit is de richtlijn van de
parabool. Je mag nu K en L onzichtbaar
maken, via rechtsklikken.
4 Tik p=Parabool[F,d].
5 We voegen meteen ook de as van de parabool
toe: e=Loodlijn[F,d].

19
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

6 In plaats van eerst de rechte a te tekenen en


vervolgens de snijpunten met de parabool te
bepalen, plaatsen we twee punten A en B op
de parabool en definiëren daarmee de rechte
a. Klik Nieuw punt en klik twee keer op
de parabool. Dit creëert A en B.
7 a=Rechte[A,B]
8 M=midden[A,B]
9 b=Rechte[M,e]: dit construeert een rechte
door M en evenwijdig met e.
10 l=Loodlijn[F,a]
11 Verplaats de punten A, B of F: de rechten d, b en l snijden elkaar telkens in één
punt.

3 Objecten herdefiniëren

Indien je ten gevolge van een klik- of tikfout een object verkeerd definieerde, kun je
dit ten allen tijde rechtzetten door op het object te rechtsklikken en Herdefiniëren te
kiezen.
Je krijgt het oorspronkelijke commando te zien en kan het aanpassen.

Dit herdefiniëren kan ook via het tabblad Basis van het Eigenschappenvenster. Een
klein nadeel is dat het commando niet automatisch wordt aangevuld wanneer je het
begint te tikken.

20
2.2 Constructies via het invoerveld

4 Overzicht constructiestappen

Je kunt een chronologisch overzicht van je constructie oproepen via het menu
Beeld > Overzicht constructiestappen….

Ook hier kun je rechtsklikken op een object en het manipuleren. Of je kunt de


volgorde van de constructiestappen wijzigen, door ze met de linkermuisknop naar
boven of onder te verslepen.

5 Navigatie doorheen de constructie

Het menu-item Beeld > Navigatiebalk voor constructieoverzicht laat je toe een stap
voor stap reconstructie te brengen, manueel of automatisch.

21
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

Druk op om naar de eerste stap van de constructie te gaan en druk


herhaaldelijk op om de volgende stappen te zien. De knop
voert de constructie automatisch opnieuw uit, waarbij je de tijd tussen twee stappen
zelf kunt instellen.

Het is niet altijd wenselijk dat alle constructiestappen één per één worden
uitgevoerd. Zo bijvoorbeeld verandert er niets in het tekenvenster wanneer een
onzichtbaar object van de constructie wordt getekend. Of misschien wil je enkel de
grote stappen van een constructie laten zien.
Met behulp van stoppunten kun je aangeven bij welke stappen in de constructie halt
gehouden moet worden. Je activeert die optie via het menu Beeld > Stoppunt van
het venster Overzicht constructiestappen. Er verschijnt een nieuwe kolom in dat
venster.

In de constructie hieronder dienen de eerste 19 constructiestappen om de opgave te


tekenen. Die hoeven niet één per één getoond te worden, maar mogen meteen
samen verschijnen.

Door enkel de stappen vanaf 19 als stoppunt te markeren, zullen de eerste 19


constructiestappen van meet af aan getoond worden, als ‘stap 1’ in de constructie.
Eens alle stoppunten zijn opgegeven, moet je nog de optie Enkel stoppunten tonen
uit het menu Beeld activeren.

22
2.2 Constructies via het invoerveld

De stappen die als stoppunt werden gemarkeerd blijven over als


constructiestappen. De stappen tussen twee stoppunten worden gecombineerd en in
één keer getekend. Hieronder blijven op die manier maar 21 stappen over.
Bij ‘stap 1’ is de volledige opgave al getekend (zie onderaan het GeoGebra-venster).

Bij elke klik op wordt naar het volgende stoppunt gesprongen.

23
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

2.3 Meetkunde met coördinaten

1 Assenstelsel en rooster aanpassen

Voor analytische meetkunde, analyse, complexe getallen, … zijn een assenstelsel en


coördinaten nodig. Je kunt de assen zichtbaar maken via het menu Beeld > Assen.
Het kan via rechtsklikken in het tekenvenster: in het bijbehorende contextmenu dat
zich opent, kies je Assen om ze te activeren.

Kies je in het bovenstaande contextmenu voor Eigenschappen, dan kun je heel wat
kenmerken van het assenstelsel aanpassen.

Er is ook een tabblad om het Rooster te configureren.


Eens alles is geconfigureerd, kun je je instellingen opslaan via het menu Opties >
Instellingen opslaan.

24
2.3 Meetkunde met coördinaten

2 Informatie in het algebravenster

Je maakt het algebravenster zichtbaar via het menu Beeld > Algebravenster.
De schermafdruk hieronder geeft aan welke info je hieruit zoal kunt aflezen.

− Na het definiëren van de punten A, B en C werd via Veelhoek de driehoek


ABC geconstrueerd. GeoGebra creëert daarbij eerst de drie lijnstukken a, b en c.
In het algebravenster verschijnt hun lengte. Ook de veelhoek poly1 wordt
aangemaakt. Daarvan is de oppervlakte gegeven.
− Construeer je de rechte AB, dan verschijnt de vergelijking in het algebravenster.
Rechtsklikken op die vergelijking laat je toe te kiezen tussen verschillende
notaties: ax + by = c , y = ax + b of X = A + λ ⋅ ( B − A ) .

De vergelijking van een cirkel kan als ( x − x1 ) + ( y − y1 ) = r 2 of


2 2

ax 2 + bxy + cy 2 + dx + ey = f getoond worden. Bemerk dat GeoGebra met
numerieke benaderingen werkt voor de coëfficiënten.
Verschuif je nu een van de punten A, B of C, dan worden alle coördinaten, lengten,
oppervlakten en vergelijkingen vanzelf aangepast.

3 Enkele voorbeelden

Eigenschap van een zwaartepunt


In de onderstaande constructie illustreren we dat het zwaartepunt van een driehoek
elke zwaartelijn verdeelt in een verhouding 2:1.

1 Activeer de modus Nieuw punt en plaats drie punten in het tekenvenster.

2 Het zwaartepunt kan op verschillende manieren


geconstrueerd worden. Werk je zonder coördinaten, dan
zou je het snijpunten van twee zwaartelijnen kunnen

25
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

construeren. Aangezien de coördinaten van het


zwaartepunt Z van een driehoek het gemiddelde zijn
van de coördinaten van de hoekpunten A, B en C, kun je
Z definiëren als: Z=(A+B+C)/3.

3 Nu zijn er verschillende manieren om de gekende


eigenschap te onderzoeken. De twee hieronder laten je
enkele nieuwe mogelijkheden van GeoGebra ontdekken.
Voor beide heb je het midden van een van de zijden van
de driehoek nodig.

a. Deze aanpak maakt gebruik van


redeneringen met vectoren. Construeer het
punt Zc waarvoor geldt:
JJJJG JJJJG 1 JJJJG
OZc = OM + ⋅ MC . Redenerend met
3
coördinaten: Z_c=M+1/3*(C-M).
Kies vervolgens voor Relatie tussen
objecten en klik op Z en Zc .

b. Ofwel bereken je gewoon de afstanden tussen de


punten. Het resultaat van de berekeningen komt in
het tekenvenster.
Tik: d_1=Afstand[M,Z] en d_2=Afstand[Z,C].
Activeer Tekst invoegen en tik “|ZC| = “+d_2,
inclusief de aanhalingstekens 4. Op het scherm
verschijnt de tekst tussen de aanhalingstekens, met
daarachter de waarde van d2 . Klik nogmaals in het
tekenvenster en tik “2 x |MZ| = “+2*d_1.
Activeer Verplaatsen en verplaats de punten:
beide waarden zouden gelijk moeten blijven.

4 Je kunt mogelijk wat tijd winnen door gewoon


|ZC| =
te tikken, zonder aanhalingstekens, en vervolgens op d2 te klikken in het algebravenster.
Automatisch wordt de tekst gewijzigd in
“|ZC| = “ + d2

26
2.3 Meetkunde met coördinaten

Een meetkundige plaats construeren en controleren


We onderzoeken de volgende situatie.
Gegeven zijn een cirkel met vergelijking x 2 + y 2 = 1 en een punt A(0, − 1) . Uit
een punt P van die cirkel trekt men de loodlijn op de x-as, met voetpunt Q.
Bepaal de meetkundige plaats van het snijpunt S van AQ en PO met O het
middelpunt van de cirkel.
Hieronder werken we voornamelijk via het invoerveld, maar alle constructies
kunnen uiteraard ook met de muis uitgevoerd worden.

1 We tekenen A en O, door A=(0,-1) en O=(0,0)


te tikken. We noemen de cirkel c en creëren
hem door te tikken: c:x^2+y^2=1.
Merk op dat er een dubbele punt tussen de
naam en de vergelijking wordt geplaatst.
Activeer desgewenst de inzoom-modus via
Inzoomen en klik op de oorsprong om
daarop in te zoomen.
2 Je kunt P op c plaatsen met de muisknop
( ), maar ook via de opdrachtregel:
P=Punt(c). Kies Verplaatsen en controleer
dat P inderdaad aan de cirkel gebonden is.
3 In GeoGebra hebben de assen een naam: xAs
en yAs (let op de hoofdletter). De loodlijn l uit
P op de x-as kun je creëren als:
l=Loodlijn[P,xAs].
4 Q=Snijpunten[l,xAs].
Het resultaat van deze en vorige opdrachten vind je in de afbeelding hierboven.
5 Stel a = AQ en b = OP.
a=Rechte[A,Q] ; b=Rechte[O,P] ;
S=Snijpunten[a,b].
6 Activeer het spoor van S d.m.v. de rechter-
muisknop en beweeg P over de cirkel: de
meetkundige plaats van S doet aan een
parabool denken.
Hij lijkt de x-as te snijden bij ±1 en de y-as bij
–0,5 ( 5). Het voorschrift zou dan y = ( x 2 − 1)
1
2
zijn.

5 Strikt genomen is (0, –0,5) een parasitisch punt.

27
2 GeoGebra als dynamisch meetkundepakket

7 We controleren het vermoedelijke voorschrift, door de kromme p:y=1/2*(x^2-1)


te creëren in het invoerveld.
Deze kromme blijkt inderdaad overeen te komen met de punten van de
meetkundige plaats, zoals je hieronder kunt zien.

28
3 Functies met GeoGebra

3.1 Functies en hun grafieken

1 Een functie definiëren

Het definiëren van een functie gebeurt via het invoerveld. De syntax is:
f(x)= <voorschrift>
Je vindt een overzicht van alle ingebouwde functies in in paragraaf 4.2.7 Numerieke
bewerkingen van de Help-bestanden:
Bewerking Invoer
optelling +
aftrekking -
vermenigvuldiging * of spatiebalk
scalair product * of spatiebalk
deling /
machtsverheffing ^ of ²
faculteit !
gammafunctie gamma( )
haakjes ()
x-coördinaat x( )
y-coördinaat y( )
absolute waarde abs( )
teken sgn( )
vierkantswortel sqrt( )
derdemachtswortel cbrt( )
toevalsgetal tussen 0 en 1 random( )
exponentiële functie exp( ) or ℯ^x
natuurlijke (Neperiaanse) logaritme ln( ) or log( )
logaritme met grondtal 2 ld( )
logaritme met grondtal 10 lg( )
cosinus cos( )
sinus sin( )
tangens tan( )
boogcosinus acos( )
boogsinus asin( )
boogtangens atan( )
hyperbolische cosinus cosh( )
hyperbolische sinus sinh( )
hyperbolische tangens tanh( )
inverse hyperbolische cosinus acosh( )
inverse hyperbolische sinus asinh( )
inverse hyperbolische tangens atanh( )
grootste geheel getal kleiner dan of gelijk aan floor( )
kleinste geheel getal groter of gelijk aan ceil( )
afronding round( )

29
3 Functies met GeoGebra

Je vindt een aantal van die bewerkingen ook terug in de keuzelijst rechts van het
invoerveld. Hieronder staat de muisaanwijzer bijvoorbeeld op het getal van Euler.

Voorbeeld

− Definieer de functies f ( x ) = x 3 − 3 x en
g ( x ) = x − 1 . Om de drie snijpunten van
beide grafieken te zien moet je misschien
uitzoomen. Dat kan via Uitzoomen of
m.b.v. je muiswiel. Gebruik Teken-
venster verplaatsen om assenstelsel en
grafiek te verplaatsen.
− Tik Q=Snijpunten[f,g]. De drie
snijpunten Qi (i = 1, 2, 3) worden
bepaald. Bemerk dat dit enkel werkt voor
veeltermfuncties.

− Activeer Verplaatsen: je kunt een


grafiek met de linkermuisknop
verschuiven. Het voorschrift past zich
automatisch aan, evenals de snijpunten.
Via Herdefiniëren kun je het voorschrift
opnieuw herstellen.

Wil je vermijden dat een grafiek


verplaatst kan worden, selecteer dan
Fixeer object op het tabblad Basis van het
Eigenschappenvenster.

2 Kopiëren en plakken

Je kunt het tekenvenster of een stuk ervan kopiëren, om het te plakken in een
tekstdocument (Word, Writer, …).

30
3.1 Functies en hun grafieken

Wil je slechts een deel van het tekenvenster kopiëren, activeer dan de modus
Verplaatsen en selecteer het gewenste gebied door met de linkermuisknop een
rechthoek te ‘slepen’.
Kies vervolgens Bestand > Exporteren > Tekenvenster kopiëren. Je kunt ook
Ctrl+Shift+C drukken op het toetsenbord.
In het programma waar de kopie moet komen, kies je nu Plakken.

3 Werken met parameters

In GeoGebra kun je gemakkelijk parameters invoeren, die je m.b.v. een schuifbalkje


en de pijltjestoetsen van je klavier kunt laten toe- of afnemen. Je kan een parameter
creëren door de modus Schuifknop te activeren.

Voorbeeld
Je wil het effect van de parameter a op de grafiek van f ( x ) = a ⋅ sin x
illustreren.

− Activeer Schuifknop en klik in het


tekenvenster op de plaats waar je de
schuifknop wil. Een venster verschijnt met
de instellingen van de parameter. Stel dat
a van 0 tot 5 kan gewijzigd worden.
Je kunt tevens de afmetingen en oriëntatie
van het schuifbalkje aanpassen.

− Definieer vervolgens f(x)=a*sin(x) in het


invoerveld.
Wanneer je in de standaardmodus (druk
Esc) de knop van de schuifbalk verplaatst,
krijg je het gewenste effect.
− Definieer nog twee rechten: y=a en y=-a.
Zet ze in stippellijn, eventueel in een
andere kleur.

− Klik in de standaardmodus op de knop van de schuifbalk. Deze wordt


iets vetter weergegeven. Met de pijltjestoetsen kun je nu ook a laten toe-
of afnemen. De toename komt overeen met de instelling Stapgrootte uit
het bovenstaande eigenschappenvenster. Hou je de Ctrl-toets ingedrukt,
dan resulteert een druk op de pijltjestoetsen in een toename die 10 keer de
stapgrootte bedraagt. Hou de Alt-toets ingedrukt voor 100 keer de stap-
grootte.

31
3 Functies met GeoGebra

Deze basismogelijkheid kan uitgebreid worden om transformaties van grafieken


van willekeurige functies te bestuderen. Aangezien je de parameter(s) ook kunt
gebruiken om rechten, punten of andere figuren te definiëren, kun je betekenis van
die parameters in het voorschrift om nieuwe en meer diverse manieren illustreren,
al naargelang de functie in kwestie.

Voorbeeld

− De constructie hiernaast laat je


bijvoorbeeld toe te illustreren dat de
G
verschuiving volgens v(c , d) voor elk
punt van de grafiek opgaat.
De getallen c, d en de functie f moet je
zelf kiezen. De functie g en de andere
objecten worden hieruit afgeleid.

− Voor f ( x) = sin x zie je het resultaat


hiernaast. Het punt P kan vrij bewogen
worden over de grafiek van f.
Via het Eigenschappenvenster is
ingesteld dat van de lijnstukken a en b
niet de naam, maar de waarde (lengte)
getoond wordt.

4 Beperkte mogelijkheden voor nulpunten

GeoGebra is geen computeralgebrasysteem en is dus vrij beperkt in het bepalen van


nulpunten van functies.
Voor een veeltermfunctie f levert het commando Nulpunten[f] alle nulpunten op.
Voor andere functies valt het programma terug op de methode van Newton of de
regula falsi. Voor de eerste methode geef je het commando Nulpunten[f,a], waarbij
a de startwaarde is. Voor de tweede gebruik je Nulpunten[f,a,b], waarbij a en b
begin- en eindpunt zijn van het interval waarin een nulpunt wordt gezocht.

5 Een afbeelding invoegen

Om de relevantie van wiskunde aan te tonen, kun je laten zien dat bepaalde functies
in de natuur of cultuur voorkomen. In GeoGebra kun je een afbeelding als
achtergrond toevoegen en leerlingen vragen een functie te bepalen, zodat de grafiek
ervan samenvalt met een deel van de afbeelding.

32
3.1 Functies en hun grafieken

Om een afbeelding in te voegen, moet de modus Afbeelding invoegen actief zijn.

Klik in het tekenvenster: je kunt een afbeelding kiezen, waarvan het hoekpunt
linksonder overeenkomt met het punt waar je klikte. In de modus Verplaatsen
kun je de afbeelding verschuiven naar de gewenste positie.
Om een figuur te kunnen vergroten/verkleinen, roteren of vervormen, kun je twee
of drie punten als hoekpunten opgeven. Hieronder zie je met welke punten
Hoekpunt 1, Hoekpunt 2 en Hoekpunt 4 overeenkomen. De instellingen gebeuren via
het Eigenschappenvenster.

33
3 Functies met GeoGebra

Wordt alleen Hoekpunt 1 opgegeven, dan is dat het hoekpunt linksonder. Hoekpunt 1
en Hoekpunt 2 bepalen de richting van de onderzijde. In de andere richting wordt de
figuur mee herschaald. Worden de drie hoekpunten opgegeven, dan wordt de
figuur vervormd.
Om de afbeelding op de achtergrond te plaatsen, achter het assenstelsel, moet je via
het Eigenschappenvenster passeren. In het tabblad Basis vink je daartoe
Achtergrondafbeelding aan. Het tabblad Stijl laat je toe de afbeelding wat
transparanter te maken, zodat het contrast met de voorgrond groter is.

6 Diversen

Sommige mogelijkheden in verband met functies zijn


zeer voor de hand liggend in het gebruik. In de Help-
bestanden kun je snel extra informatie vinden door in
de index te zoeken.
− Het domein van een functie f kun je beperken tot een
interval [a, b]. Gebruik daartoe het commando
Functie[f, a, b].
− Functies met meervoudig voorschrift zijn mogelijk door gebruik te maken van de
Booleaanse opdracht Als. Zo bijvoorbeeld kun je een functie definiëren als
f(x)=Als[x<0, -x, x^2]. Dit komt dan overeen met

⎧⎪− x als x < 0


f ( x) = ⎨ 2 .
⎪⎩ x als x ≥ 0

− Je kunt ook met parameterkrommen werken. Noem de parameter t, dan is het


commando Kromme[x(t), y(t), t, a, b]. Daarbij doorloopt t het interval [a, b]. Je
kunt beeldwaarden berekenen, raaklijnen tekenen, afgeleiden van berekenen,
zoals bij gewone functies.
Zie eventueel ook
www.vandeveen.nl/Wiskunde/Werkbladen/Parametrisch/Parametrisch0.html.
− Voor veeltermfuncties kun je het voorschrift laten uitwerken d.m.v. de opdracht
Veeltermfunctie[f]. Dit kan zinvol zijn wanneer je een functiegrafiek verschuift.
− Benaderingen door een Taylorveelterm zijn eveneens mogelijk. Voor een
ontwikkeling van de n-de graad rond x = a tik je Taylor[f, a, n].

34
3.2 Afgeleiden en integralen

3.2 Afgeleiden en integralen

1 Raaklijn in een punt

Het commando t=Raaklijn[punt, functie] laat toe de afgeleide als richtingscoëfficiënt


van de raaklijn te illustreren. Wil je de richtingscoëfficiënt expliciet geïllustreerd
zien, gebruik dan het commando Helling[rechte].

Voorbeeld

1 3
− We definiëren de functie f ( x) = x − x en
3
plaatsen een punt P op haar grafiek.
− In het invoerveld tik je: t=Raaklijn[P,f].
Wanneer je nu het punt P verplaatst,
verandert de raaklijn mee.
− Tik tot slot: m=Helling[t]. Je krijgt niet
alleen een nieuw getalobject m, maar ook
een grafische voorstelling van die
richtingscoëfficiënt.

Je kunt de richtingscoëfficiënt van de raaklijn ook gebruiken als y-coördinaat van


een punt dat meebeweegt met een punt op de grafiek, om zo het concept ‘afgeleide
functie’ te illustreren.

Voorbeeld

− We werken verder op het bovenstaande,


maar verschuiven eerst de grafiek van f
een 4-tal eenheden naar boven. Daartoe
herdefiniëren we f. In de modus
Tekenvenster verplaatsen kun je het
venster zo herschikken dat een zinvol
stuk van de grafiek zichtbaar wordt.
− Tik X_P=(x(P),0). Hierbij wordt gebruik
gemaakt van de opdracht x(P), die de x-
coördinaat van het punt P oplevert. De
naam van XP hoeft niet getoond te
worden.
− Creëer het lijnstuk [ PX P ] en zorg dat het
in stippellijn verschijnt. Het label van het
lijnstuk hoeft niet getoond te worden.

35
3 Functies met GeoGebra

JJJJJG
− Tik Q=(x(P),m) en creëer de vector X PQ . Geef het punt en de vector
dezelfde kleur als het driehoekje dat m weergeeft. Het label van beide
hoeft niet getoond te worden.
− Activeer het spoor van het punt Q.

− Tot slot willen we dat bij de vector ook de


richtingscoëfficiënt van de raaklijn
getoond wordt. Dit doen we door een
tekstobject te koppelen aan het punt Q.
Activeer de modus Tekst invoegen en
tik “m = “+m. Druk Enter.Open het
Eigenschappenvenster voor dat
tekstobject en geef in het tabblad Positie
aan dat het object aan het punt Q
gekoppeld moet worden.

Eventueel moet de positie met de muis


nog wat aangepast worden.

Voor wie thuis is in HTML en Java Script, is het ook mogelijk om het bovenstaande
voorbeeld op te splitsen in twee vensters, zodat elke functie in haar eigen assen-
stelsel getoond wordt, maar waarbij er een link bestaat tussen beide. Je vindt tekst en
uitleg, weliswaar in de taal van Molière, op
www.geogebra.org/en/upload/files/french/Premiere/fonction_derivee/lien_applets.htm.

Op www.slu.edu/classes/maymk/GeoGebra/TangentToDerivatives.html vind je een


applet waarbij leerlingen een gok kunnen wagen met betrekking tot de afgeleide
functie. Ook deze maakt gebruik van Java Script en HTML.

2 Afgeleide via de opdrachtregel

Stel f een functie die gedefinieerd is in GeoGebra, dan levert Afgeleide[f] de


afgeleide en Afgeleide[f,n] de n-de afgeleide van f op. De afgeleide wordt
toegekend aan een nieuwe functie.
Voor de eerste en tweede afgeleide kun je ook met één resp. twee aanhalingstekens
werken: f’(x) en f’’(x). Voor de tweede afgeleide gebruik je dus twee (enkelvoudige)
aanhalingstekens, geen dubbele.

36
3.2 Afgeleiden en integralen

Voorbeeld
1
Gegeven is de functie f ( x ) = . Neem een willekeurig punt P(x, y) op de
x
grafiek van f met x > 0.
Toon aan dat de driehoek ingesloten door de raaklijn aan de grafiek van f in P,
de x-as en de y-as een constante oppervlakte heeft.

− We construeren de raaklijn aan de grafiek


1
van f ( x ) = in een beweeglijk punt P in het
x
eerste kwadrant, m.b.v. de formule
ta ↔ y − f ( a ) = f ' ( a ) ⋅ ( x − a ) . We moeten
daarbij echter met tussenliggende
berekeningen werken: a=x(P), b=y(P) en
m=f’(a).

− Creëer de punten R en S als snijpunten van


ta met de x- resp. de y-as. Dit kan in de
modus Snijpunt(en) van twee objecten of
via het invoerveld: R=Snijpunten[t_a,xAs]
etc.
− Creëer het punt O(0, 0) en vervolgens de
driehoek ORS. Gebruik daartoe Veelhoek
of de opdracht Veelhoek[O,R,S].
Toon geen label voor de veelhoek en toon de
lengte van de lijnstukken die de veelhoek
begrenzen.
Hernoem de lijnstukken zodat lijnstuk r
overeenkomt met [OR] en s met [OS].

− Creëer drie tekstobjecten, die de basis,


hoogte en oppervlakte van ΔORS geven:
1. "basis: |OR| = " + r
2. "hoogte: |OS| = " + s
3. "oppervlakte: (|OR| x |OS|)/2 = " + poly1
− Wanneer je nu het punt P versleept, wordt
geïllustreerd dat de oppervlakte van de
driehoek niet verandert.

37
3 Functies met GeoGebra

3 Mooie formules toevoegen

In de opdracht hierboven zou het mooi zijn mocht je de oppervlakteformule kunnen


schrijven als
|OR|⋅|OS|
2
in plaats van (|OR|x|OS|)/2.
In GeoGebra is het mogelijk om dergelijke notaties te gebruiken, evenals
b n
df
formuleringen als , ∫ f ( x ) dx of ∑ f ( xi ) Δx .
dx x = a a i =0

Daartoe moet je de optie LaTeX formule aanvinken bij het definiëren van het
tekstobject. In de keuzelijst ernaast zijn al enkele mogelijkheden aangegeven.

Kies de optie a/b in die keuzelijst. In de invulruimte verschijnt \frac{ }{ }. Hierbij


komt de teller tussen het eerste paar accolades en de noemer tussen het tweede. Vul
de uitdrukking aan tot \frac{|OR| |OS|}{2}. Wanneer je Enter drukt, verschijnt het
volgende in het tekenvenster:

Er zijn veel meer mogelijkheden voor formules dan wat in de keuzelijst hierboven
getoond wordt.
In het Help-bestand vind je onder paragraaf 3.2.14 de volgende tabel:
LaTeX-invoer Resultaat
a \cdot b

\frac{a}{b}

\sqrt{x}
\sqrt[n]{x}
\vec{v}
\overline{AB}

38
3.2 Afgeleiden en integralen

LaTeX-invoer Resultaat
x^{2}
a_{1}
\sin\alpha + \cos\beta

\int_{a}^{b} x dx

\sum_{i=1}^{n} i^2

Het vermenigvuldigingsteken vereist dus \cdot tussen de factoren. Definieer je in


GeoGebra een tekstobject als \frac{|OR|\cdot |OS|}{2}, dan krijg je:

Via de site www.sitmo.com/latex/ kun je formules samenstellen via drie


knoppenbalken (Characters, Math en/of Symbols) en krijg je meteen de juiste LaTeX-
code om in GeoGebra in te voeren. Onderaan links zie je hoe het eindresultaat er
(ongeveer) zal uitzien.

39
3 Functies met GeoGebra

Op www.hamline.edu/~arundquist/equationeditor/ vind je ook een online


vergelijkingseditor, die iets moeilijker oogt, maar meer mogelijkheden heeft.

Wens je LaTeX-formules te combineren met dynamische variabelen, dan moet je


met aanhalingstekens werken.

Voorbeeld
We hernemen het voorbeeld uit de vorige paragraaf en maken een formule
van de vorm
OR ⋅ OS r ⋅ s
oppervlakte: = =2
2 2
waarbij r en s variabele afstanden zijn, die bij het verslepen van het punt P
mee moeten veranderen. Hieronder vind je het bijbehorende commando. Voor
de leesbaarheid hebben we regeleinden toegevoegd tussen onderdelen van de
formule.

40
3.2 Afgeleiden en integralen

Wat uitleg:
− \left| {OR} \right| staat voor OR

− \; staat voor een spatie


− {“ + r + “\; \cdot \;” + s + “} voegt de waarde van r en s in tussen de dubbele
aanhalingstekens 6. Stel dat r = 2 en s = 3, dan wordt de uitdrukking
herleid tot {2 \; \cdot \; 3}, wat overeenkomt met 2 ⋅ 3 .
Het resultaat is, voor een bepaalde stand van P:

4 Beperkte mogelijkheden voor extrema en buigpunten

GeoGebra kan enkel de extrema en buigpunten van veeltermfuncties bepalen.


De opdrachten zijn: Extrema[f] en Buigpunten[f], met f de veeltermfunctie.

5 Onder- en bovensommen

Het commando Ondersom[f,a,b,n] berekent en tekent de ondersom van de functie f,


waarbij het interval [a, b] in n deelintervallen wordt onderverdeeld. Analoog voor
Bovensom[f,a,b,n].

Voorbeeld

− Definieer de functie f ( x ) = x 3 − x .

− Definieer vervolgens het getal n door n=5 te tikken in het invoerveld.


Getallen komen overeen met schuifknoppen, maar worden standaard niet
getoond.
Open het Eigenschappenvenster en geef in het tabblad Basis aan dat het
object getoond moet worden. Daarmee verschijnt vanzelf een schuifknop in
het tekenvenster.
Ga naar het tabblad Schuifknop en zorg ervoor dat n van 1 tot 100 kan gaan,
met een stapgrootte van 1.

6 Vóór de eerste en na de laatste accolade moet ook een aanhalingsteken staan: deze vind je hoger
resp. lager in het totale commando. Algemeen is de vorm dus:
“<LaTeX-commando>” + <variabele> + “<vervolg LaTeX-commando>”.

41
3 Functies met GeoGebra

− Tik Ondersom[f,0,2,n]. In het tekenvenster


worden de nodige rechthoekjes geconstrueerd.
Het label (de oppervlakte) hoeft niet getoond te
worden.
Laat via de schuifknop n toe- en afnemen.

− Via dynamische LaTeX-formules kun je eventueel


de oppervlakte van de rechthoekjes in het
tekenvenster weergeven, evenals de betekenis van
Δx. De formules zijn:
"\sum_{i=1}^{" + n + "} f(x_{i}) \cdot \Delta x
\; = \;" + a
en
"(met \; \Delta x \; = \; \frac {2}{" + n + "})".

6 Integralen: bepaald en onbepaald

GeoGebra kan zowel georiënteerde oppervlakten tussen de grafiek van een functie f
en de x-as berekenen over een interval [a, b], als de georiënteerde oppervlakte tussen
de grafieken van twee functies f en g over een interval.
De opdrachten zijn Integraal[f,a,b] resp. Integraal[f,g,a,b]. Beide opdrachten
creëren een getal.
De opdracht Integraal[f] berekent de onbepaalde integraal van f. Deze opdracht
creëert een functie-object. De grafiek wordt meteen getekend.

Voorbeeld
We maken een applet om de middelwaardestelling van de
integraalrekening te illustreren: indien f continu is op [a, b],
dan bestaat er een c ∈ [a, b] zodat
b

∫ f ( x ) dx = f ( c ) ⋅ (b − a)
a

Het eindresultaat zou moeten bestaan uit de grafiek van een


functie, een aanpasbaar interval [a, b] en automatisch de
bijbehorende rechthoek met dezelfde georiënteerde
oppervlakte, inclusief de waarde c waarvan de beeldwaarde
f ( c ) wordt berekend.

1
− Definieer een eenvoudige functie f ( x ) = ( x − 1)( x − 4)( x − 6) en pas het
4
tekenvenster aan tot de grafiek goed in beeld is.

42
3.2 Afgeleiden en integralen

− Plaats twee punten A(a, 0) en B(b, 0), door in de modus Nieuw punt
op de x-as te klikken of m.b.v. de opdracht A=Punt[xAs] etc. Er hoeft
geen label getoond te worden.

− Definieer meteen a=x(A) en b=x(B).

− Creëer twee tekstobjecten, met teksten “a” en


“b” (inclusief de aanhalingstekens) en koppel
die aan de punten A en B respectievelijk.
Wanneer je de punten verplaatst, zullen die
tekstobjecten dan meebewegen.

− Tik opp=Integraal[f,a,b]. Het label mag weg.


− We bepalen de hoogte van het rechthoekje met dezelfde oppervlakte.
Definieer Δx=b-a (je vindt de letter Δ via de keuzelijst rechts van het
invoerveld).
Tik vervolgens h=opp/Δx.

− Definieer de punten P(a, h) (opdracht P=(a,h))


en Q(b, h) en de veelhoek ABQP (opdracht
rh=Veelhoek[A,B,Q,P]). Alle labels mogen
weg; de punten P en Q hoeven niet getoond
te worden. Geef de rechthoek andere kleur.

− Om het getal c van het interval [a, b] te


vinden, snijden we de grafiek van f met het
lijnstuk [PQ]. Zo zijn we zeker dat we enkel
snijpunten in [a, b] vinden. De x-coördinaat
van het meest linkse snijpunt laten we
overeenkomen met c.
Tik daartoe de volgende drie opdrachten en
bevestig telkens met Enter:
pq=Lijnstuk[P,Q], S=Snijpunten[pq,f],
c=x(S_1).
Verwijder het label van [PQ].
− Definieer het punt C=(c,0) en teken het
lijnstuk [S1C ] in stippellijn. Labels weg.

− Koppel een tekstobject met tekst “c” aan het


punt C, zoals ook voor a en b gebeurde.

− De finishing touch bestaat uit twee dynamische formules: de ene geeft de


waarde voor de integraal, de andere de waarde f ( c ) ⋅ ( b − a ) . Je ziet het
resultaat hieronder. In de klas hoeft het algebravenster niet getoond te
worden.

43
3

44
4 Complexe getallen met GeoGebra

4.1 Werken met cartesiaanse en poolcoördinaten

1 Punten definiëren

Wanneer je met poolcoördinaten wilt werken, moet je eerst een keuze maken i.v.m.
de hoekeenheid. Dit kan via het menu Opties > Hoekeenheid.

Stel dat je een punt P ( r , θ ) wilt opgeven, met r = 4 en θ = 30°, dan moet je P=(4;30°)
intikken in het invoerveld. Let op de puntkomma i.p.v. de komma bij cartesische
coördinaten.
Werk je in radialen, dan zou je voor hetzelfde punt P=(4;pi/6) moeten tikken.

2 Coördinaten van een punt bepalen

De cartesische coördinaten van een punt P kun je bepalen met de opdrachten x(P)
en y(P).
Voor de poolcoördinaten zijn er de functies Lengte[P] en Hoek[P].
Via rechtsklikken kun je voor een punt beslissen of in het algebravenster en/of het
label de cartesische dan wel de poolcoördinaten worden getoond.

45
4 Complexe getallen met GeoGebra

4.2 Complexe bewerkingen

1 Bewerkingen definiëren – macro’s

Indien de punten A en B overeenkomen met de complexe getallen z1 resp. z2 , dan


komt ‘A + B’ (GeoGebra-notatie) overeen met z1 + z2 .

Het product van complexe getallen komt echter niet overeen met een reeds
aanwezige bewerking. Hetzelfde geldt voor machten, inversen, vierkantswortels, …
Vanaf versie 3.0 is het echter mogelijk om nieuwe bewerkingen te definiëren d.m.v.
macro’s (Tools in het Engels). Deze nieuwe bewerkingen kunnen dan zowel via de
knoppenbalk als via het invoerveld opgeroepen worden, net zoals de andere
bewerkingen van GeoGebra.

Voorbeeld
− Gegeven zijn de beeldpunten A en B van de complexe getallen a + bi resp.
c + di . Gevraagd is het beeldpunt C van het complex getal ( a + bi )( c + di ) .
We gebruiken daartoe ( a + bi )( c + di ) = ac − bd + ( ad + bc ) i .

− Plaats twee punten willekeurig in het tekenvenster. Hun naam is A en B.


− Tik C=(x(A) x(B) - y(A) y(B), x(A) y(B) + y(A) x(B)) ( 7). Verplaats je A of B,
dan beweegt C mee.
− We definiëren nu de complexe vermenigvuldiging door Macro’s >
Nieuwe macro aanmaken… te kiezen in het menu.
Eerst moet je het eindobject kiezen: C. Druk Volgende.
Voor de beginobjecten selecteert GeoGebra vanzelf A en B.

7 Je kunt natuurlijk ook C=(Lengte[A] Lengte[B]; Hoek[A] + Hoek[B]) gebruiken als definitie, maar
dan wordt de coördinaat van C spontaan in poolcoördinaten getoond.

46
4.2 Complexe bewerkingen

− Tot slot moet je de macro een naam geven, het bijbehorende commando
voor het invoerveld kiezen en eventueel een aangepast pictogram kiezen.
Dit kan een afbeelding zijn die je zelf hebt gemaakt. GeoGebra past de
grootte automatisch aan. Druk op de knop Beëindigen.

Het resultaat is een nieuwe knop op de werkbalk, met als naam de naam
van de macro. Aangezien de beginobjecten twee punten zijn, is de
standaard help-tekst ‘Punt, Punt’.

− Activeer Nieuw punt en creëer twee nieuwe punten (D en E).


Activeer vervolgens Complex product en klik op D en E. Het punt F
wordt gecreëerd. Het komt overeen met het product van de complexe
getallen die bij D en E horen. Via het invoerveld verkrijg je hetzelfde
resultaat door F=CProduct[D,E] te tikken.

Er zijn drie manieren om macro’s op te slaan.


1 Macro’s worden standaard enkel opgeslagen in het bestand waarin ze werden
gedefinieerd en blijven dus niet bewaard na het afsluiten van GeoGebra.
2 Wil je macro’s ter beschikking stellen voor later gebruik, dan is het mogelijk ze
in een speciaal soort bestand (met extensie .ggt) op te slaan. Zulke macro-
bestanden kun je later opnieuw oproepen, waardoor de bijbehorende macro’s
worden ingeladen, waarna je met de constructie kunt beginnen.

Voorbeeld

− Hiernaast zie je een bestand waarin


twee macro’s werden aangemaakt:
Complex product en Complex
kwadraat.

47
4 Complexe getallen met GeoGebra

− Open het menu Macro’s > Macro’s


beheren… Je krijgt de bestaande
macro’s te zien. Je kunt hun naam,
commando, pictogram of help-tekst
vervangen, evenals de volgorde
wijzigen.

− Selecteer beide macro’s (hou de Ctrl-toets ingedrukt) en klik op de knop


Opslaan als…. Ga naar de gewenste map op je harde schijf en geef een
naam voor het bestand. In de keuzelijst ‘Files of type’ onderaan zie je dat
de bestandsextensie .ggt is.

3 De derde manier om macro’s te bewaren bestaat erin ze als standaardinstelling op


te slaan in GeoGebra. Ze zijn dan altijd aanwezig bij het opstarten van het
programma. Je doet dit door, na het aanmaken van de macro’s, het commando
Instellingen opslaan te kiezen in het menu Opties.
Wil je een macro later opnieuw verwijderen, dan moet je hem eerst verwijderen
via Macro’s > Macro’s beheren… en vervolgens Opties > Instellingen opslaan
kiezen.

Je vindt macro’s op www.geogebra.org/en/wiki/index.php/GeoGebra_Tools.

48
4.2 Complexe bewerkingen

2 Complexe bewerkingen illustreren

De meetkundige betekenis van de complexe bewerkingen kan goed geïllustreerd


worden door ze toe te passen op (alle punten van) een figuur.
In GeoGebra kan dit door de figuur in kwestie te construeren als veelhoek. Plaats er
een punt P op en onderwerp het punt aan de complexe bewerking: je krijgt zijn
beeldpunt P ' . Bepaal vervolgens de meetkundige plaats van alle punten P ' als P de
veelhoek doorloopt.

Voorbeeld
In dit voorbeeld wordt gebruik gemaakt van de macro Complex product, die
in de vorige paragraaf werd gecreëerd.

− Creëer de punten A t.e.m. E zoals hiernaast


aangegeven en definieer vervolgens
Veelhoek[A,B,C,D,E]. De punten hoeven niet
getoond te worden, de labels ook niet.

− Activeer Nieuw punt en plaats een punt F


op de veelhoek. Plaats ook nog een punt G in het
tekenvenster.
Activeer Complex product en selecteer F en
G. Dit creëert het punt H.

− Activeer Meetkundige plaats: klik op het eindpunt H en het beginpunt


F. Het beeld van het huisje bij vermenigvuldiging met G wordt getoond.
Beweeg G om de meetkundige vertaling van de complexe
vermenigvuldiging te zien.
Ook het huisje kan verplaatst worden.

49
5 Booleaanse variabelen

5.1 Aanvinkvakje in het tekenvenster

Een Booleaanse variabele kan de waarden true of false aannemen. De waarde kan
ingesteld worden via een aanvinkvakje in het tekenvenster of via een berekening.
Objecten kunnen op basis van deze waarden zichtbaar of onzichtbaar zijn.

Voorbeeld
Je hebt de raaklijnen uit een punt aan een cirkel geconstrueerd en je wil de
gebruiker laten kiezen of hij de constructie kan zien of niet.

Kies Aanvinkvakje om objecten te tonen of verbergen en klik in het


tekenvenster op de plaats waar zo’n vakje wil. Geef de tekst in die bij het
aanvinkvakje hoort en kies de constructiecirkel d. Dit kan door hem in de lijst
te selecteren of in het tekenvenster aan te klikken.

Wanneer je OK drukt en de modus Verplaatsen activeert, kun je de


constructie zichtbaar en onzichtbaar maken.

51
5 Booleaanse variabelen

Het middelpunt van de cirkel blijft echter zichtbaar. We willen dit punt ook
aan het vakje koppelen. Wanneer je het Eigenschappenvenster opent, zie je de
Booleaanse variabele e in de lijst staan.

Klik op de cirkel d en open het tabblad Geavanceerd: daar is aangegeven dat d


wordt getoond in functie van de waarde van e: is die true, dan wordt de cirkel
getoond.

Wil je ook het middelpunt van de geconstrueerde cirkel aan e koppelen, dan
moet je de eigenschap Voorwaarde om object te tonen voor dat punt ook
gelijk stellen aan e.

Je kunt de logische operatoren ¬ (‘niet’), ∧ (‘en’) en ∨ (‘of’) gebruiken om de


zichtbaarheid van objecten van ingewikkelder voorwaarden te laten afhangen. Je
vindt die operatoren in de keuzelijst naast het invoerveld.

52
5.2 Andere toepassingen van Booleaanse variabelen

5.2 Andere toepassingen van Booleaanse variabelen

Booleaanse variabelen hoeven niet gekoppeld te zijn aan een aanvinkvakje, maar
kunnen gedefinieerd zijn als resultaat van een logische voorwaarde.
Wanneer je Object tonen afvinkt, verdwijnt het bijbehorende vakje in het
tekenvenster.

Voorbeeld
Beschouw een driehoek ABC, met hoeken α, β en γ. We willen een dynamische
tekst die aangeeft of de driehoek stomp-, recht- of scherphoekig is. Een eerste
variabele, rh, controleert of er een rechte hoek aanwezig is.

Een tweede, sth, gaat op dezelfde manier na of een van de hoeken groter is
dan 90°: α > 90° ∨ β > 90° ∨ γ > 90°. In het tekenvenster komen nu vier
tekstobjecten. Het eerste is “De driehoek is”. Eronder komen drie
overlappende tekstobjecten, met teksten “rechthoekig.”, “stomphoekig.” en
“scherphoekig.”. Ze worden getoond op basis van de waarde van rh en sth.
− Voorwaarde voor “rechthoekig.”: rh
− Voorwaarde voor “stomphoekig.”: sth
− Voorwaarde voor “scherphoekig.”: ¬rh ∧ ¬sth

53
5 Booleaanse variabelen

Voorbeeld
Zichtbare en onzichtbare tekstvlakken laten toe om verschillende opgaven één
voor één zichtbaar te maken, naarmate vorige opdrachten afgerond zijn 8.
− Plaats de tekst voor opgave 1 in het tekstobject tekst1 en die voor opgave
2 in tekst2. Beide objecten bovenop elkaar plaatsen.
− De Booleaanse variabele opgave1 heeft als titel “Opgave 1”. Het
aanvinkvakje komt iets boven de tekstobjecten van de opgaven.
Voor de variabele volgende is de titel “Vink dit aan wanneer je klaar bent
met opgave 1.” Het aanvinkvakje staat onder de opgaven.
Tot slot is er opgave2 met titel “Opgave 2”. Het object staat net onder b1,
maar boven de opgaven (zie hieronder).

− De drie Booleaanse variabelen hebben als startwaarde false.


− De voorwaarden om de objecten te tonen zijn:
tekst1: opgave1 ∧ ¬volgende ∧ ¬opgave2
tekst2: opgave2
opgave1: ¬volgende
volgende: opgave1 ∧ ¬opgave2
opgave2: volgende
Hieronder zie je de opeenvolgende schermen.

8 Dit idee haalde ik uit de navorming GeoGebra voor de eerste en tweede graad van Alex Calders.

54
5.2 Andere toepassingen van Booleaanse variabelen

Op
www.geogebra.org/en/wiki/index.php/GeoGebra_Tips_and_Tricks#Tips_
for_the_intermediate_user vind je nog een toepassing van Booleaanse
variabelen: nagaan wanneer een object al dan niet gedefinieerd is.

55
6 Het opslaan en verdelen van bestanden

6.1 Op een harde schijf of stick

1 Opslaan als bestand

Het opslaan van GeoGebra-bestanden gebeurt via Bestand > Opslaan, zoals in
andere programma’s. Je kunt Bestand > Opslaan als… gebruiken indien je een
bestand onder een nieuwe naam wil opslaan.
GeoGebra-bestanden krijgen als extensie .ggb 9.
Eens je GeoGebra hebt geïnstalleerd op je computer (zie p. 3), wordt dit
bestandstype herkend, zodat het vanaf dan volstaat om op een ggb-bestand te
dubbelklikken om het in GeoGebra te openen.

2 Opslaan als dynamisch werkblad in een webpagina

Onder Bestand > Exporteren vind je de optie Dynamisch werkblad als Webpagina
(html)…

Hiermee kun je een webpagina aanmaken, waarin je constructie is opgenomen. Wie


die pagina opent, kan wat tekst en uitleg krijgen, zoals op elke webpagina, maar kan
ook jouw constructie bekijken en manipuleren, zonder dat GeoGebra op dat toestel
geïnstalleerd moet zijn. I.p.v. ‘dynamisch werkblad’ wordt ook wel ‘applet’ als term
gebruikt.
Hieronder zie je een voorbeeld, gemaakt en op het net geplaatst door een wiskunde-
collega. De GeoGebra applet laat je toe een afbeelding van een geodriehoek zo te

9 Eigenlijk zijn ggb-bestanden zip-bestanden. Verander je de extensie in .zip, dan kun je zien wat er
in zo’n bestand opgeslagen wordt: een xml-bestand met daarin de verschillende objecten en hun
eigenschappen, een xml-bestand voor eventuele macro’s, mappen met afbeeldingen die in het
tekenvenster eventueel zijn opgenomen of afbeeldingen van macro-knoppen, …

57
6 Het opslaan en verdelen van bestanden

verschuiven en roteren, dat je er hoeken mee kunt meten zoals met een materiële
geodriehoek.

Het witte deel hierboven is het GeoGebra-venster, de tekst erboven en eronder staat
in een gewone webpagina en zou dus ook afbeeldingen, tekst, links naar andere
pagina’s of meer applets kunnen bevatten.
Je kunt ervoor kiezen de knoppenbalk en/of het invoerveld zichtbaar te maken.

58
6.1 Op een harde schijf of stick

Zo’n html-pagina met applet hoeft niet op het internet te worden geplaatst: je kunt
het resultaat gewoon op een cd-rom of geheugenstick plaatsen, zodat je in de klas
de GeoGebra-applet met de nodige tekst en opmaak kunt laten zien. Of je kunt alles
opnemen in een elektronische leeromgeving.

Voorbeeld
Stel dat we onze applet met de bewegende raaklijn (zie p. 35) als webpagina
willen opslaan.

− Open het bestand, geef het venster


de gewenste afmetingen, verberg
het algebravenster indien het niet
nodig is in het eindresultaat.

− Kies Bestand > Exporteren > Dynamisch werkblad als Webpagina


(html)… Op het eerste tabblad kun je de nodige info intikken; het tweede
tabblad bepaalt het uitzicht van de GeoGebra-applet in de html-pagina.

− Eens je klaar bent, kies je


Exporteren en geef je een
bestandsnaam op. Na het opslaan
wordt het resultaat getoond in je
internet browser.

59
6 Het opslaan en verdelen van bestanden

− Wanneer je de map opent waarin je


het html-bestand opsloeg, zie je dat
er in totaal vier bestanden werden
gestockeerd: twee jar-bestanden,
die de GeoGebra-code bevatten, het
ggb-bestand waarin je constructie is
gestockeerd en de html-pagina.
Je moet deze vier bestanden samen
op een cd-rom of stick kopiëren om
de html-pagina met applet te laten
‘werken’. Je hebt daarbij geen
verbinding met het Internet nodig.

Opmerking: indien je bij de exporteer-


instellingen in het tabblad Geavanceerd
de onderste optie aanvinkt, dan worden
beide jar-bestanden niet op je harde
schijf gestockeerd, maar rechstreeks van
het Internet gehaald. Op je harde schijf
komen dan enkel het html- en ggb-
bestand, wat veel minder ruimte in
beslag neemt (4 kB i.p.v. 1464 kB).
Je hebt dan wel een Internet-verbinding
nodig, wil je de pagina met de applet
kunnen bekijken.

60
6.2 GeoGebra in een elektronisch leerplatform

6.2 GeoGebra in een elektronisch leerplatform

1 Smartschool

Je kunt op een zeer eenvoudige manier dynamische werkbladen opnemen in


Smartschool. De module die daarop voorzien is, heet standaard Oefeningen
(knop: 10).

Let erop om bij het exporteren uit GeoGebra in het tabblad Geavanceerd de onderste
optie aan te vinken (Java Applet: archive=… etc.).

Op blz. 60 wordt uitgelegd wat hiervan het voordeel is.

Voorbeeld
We plaatsen de applet uit de vorige paragraaf op Smartschool.

− Kies het vak waarin je de applet wil plaatsen,


klik op de knop Oefeningen (zie voetnoot),
klik Beheer en kies Nieuwe oefening.

− Geef een titel en een omschrijving in voor de applet.

− Kies Voeg een bijlage toe onderaan de pagina.

10 In de vakopties kun je via Knoppen wijzigen het opschrift van die knop aanpassen, in
bijvoorbeeld, of iets dergelijks.

61
6 Het opslaan en verdelen van bestanden

− Ga naar de map op je harde


schijf waar het ggb- en html-
bestand werden geëxporteerd
en laad het eerste bestand op.
Kies nogmaals Voeg bijlage
toe en laad ook het tweede
bestand op 11.

− Controleer dat Smartschool


het html-bestand als
startbestand heeft gekozen.

− Kies Opslaan.

− Leerlingen zien een link met


wat uitleg.
Klikken ze op de link, dan
opent zich een venster met de
GeoGebra applet.

2 Moodle

Je vindt meer informatie op http://moodle.org/mod/data/view.php?d=13&rid=585

11 Indien de hele webpagina veel meer bestanden gebruikt (meerdere GeoGebra-bestanden,


afbeeldingen, …), dan kun je alles ook in één zip-bestand onderbrengen, dit zip-bestand als bijlage
uploaden en vervolgens Unzippen kiezen in GeoGebra, zodat alle individuele bestanden daar
uitgepakt worden.

62
7 Index

afbeelding, 32 indices, 18
afgeleide, 36 wijzigen, 14
afhankelijk, 15 object
algebravenster, 6, 12, 25 fixeren, 30
applet, 57
verwijderen, 17
assenstelsel, 24
onafhankelijk, 15
bewerkingen, 29
ondersom, 41
Booleaanse variabele, 51
ongedaan maken, 17
bovensom, 41
opdracht, 18
buigpunten, 41
oppervlakte, 42
cartesische coördinaten, 45
overzicht constructiestappen, 21
commando, 18
parameter, 31
constructie
parameterkrommen, 34
overzicht, 21 poolcoördinaten, 45
stoppunten, 22 raaklijn, 7, 35
exporteren, 31 radialen, 45
extrema, 41 rechte
formule, 38 opdracht, 18
functie
vergelijkingen, 25
definiëren, 29 richtingscoëfficiënt, 35
domein, 34 rooster, 24
grafiek verplaatsen, 30 schuifbalk, 31
meervoudig voorschrift, 34 schuifknop, 41
geheugenstick, 4 snijpunten, 27, 30
getal, 41 spoor, 16
ggb-bestand, 57 stick, 4
ggt-bestand, 47 stoppunten, 22
handleiding, 10 taal, 6
helling, 35 Taylorveelterm, 34
herdefiniëren, 20 tekenmodus
hoekeenheid, 45 basistoestand, 12
html-bestand, 57 uitzondering, 12
installeren, 3 tekst, 26
instellingen opslaan, 11 formule, 26
integraal vector, 32
bepaalde, 42 veelhoek, 49
onbepaalde, 42 verplaatsen
invoerveld, 6 functiegrafiek, 30
knoppenbalk, 6 verwijderen, 17
kopiëren, 30 Vista, 4
label, 12 voorschrift
LaTeX, 38 meervoudig, 8, 34
macro
uitwerken, 34
aanmaken, 46 Webstart, 3
opslaan, 47 Wiki, 9
verwijderen, 48 xAs, yAs, 27
macro’s, 46 zichtbaar/onzichtbaar, 15
meetkundige plaats, 8, 16, 49 zwaartepunt, 25
middelwaardestelling, 42
naam, 12

63

You might also like