Jaarverslag Colleges 2008

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 20

DE KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ TOT BEVORDERING DER

GENEESKUNST IS DE ORGANISATIE VAN EN VOOR ARTSEN IN NEDERLAND

JAARVERSLAG 2008

CENTRAAL COLLEGE MEDISCHE SPECIALISMEN

COLLEGE VOOR HUISARTSGENEESKUNDE, VERPLEEGHUISGENEESKUNDE


EN MEDISCHE ZORG VOOR VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN

COLLEGE VOOR SOCIALE GENEESKUNDE


Inhoudsopgave

Voorwoord

1. Drie colleges gezamenlijk


1.1. Inleiding
1.2. Ontwikkeling samengaan colleges
1.3. Gezamenlijke collegevergaderingen
1.4. Erkenning profielen
1.5. Project Modernisering Medische Vervolgopleidingen
1.6. NVMO
1.7. Afstemming met externe organisaties
1.8. Reglementen van Orde

2. CCMS
2.1. Kaderbesluit CCMS
2.2. Opleidingsplannen
2.3. SEH-geneeskunde
2.4. Common Trunk
2.5. Algemene zaken

3. CHVG
3.1. Kaderbesluit CHVG en specifieke besluiten
3.2. Wijziging herregistratie-eisen
3.3. Naamswijziging verpleeghuisgeneeskunde
3.4. Opleidersprofessionalisering
3.5. Algemene zaken

4. CSG
4.1. Kaderbesluit CSG
4.2. Ontwikkeling EVC-procedure
4.4. Algemene zaken

Afkortingenlijst
Bijlagen

2
Voorwoord

Dit jaar was een belangrijk jaar voor de colleges. Er is onder andere hard gewerkt aan twee
belangrijke projecten, de modernisering van de vervolgopleidingen en de samenwerking
tussen de colleges.

In de modernisering van de opleidingen is een enorme slag gemaakt. Alle wetenschappelijke


verenigingen hebben een opleidingsplan ontworpen en een deel daarvan is door de colleges al
omgezet in regelgeving. Twee van de drie colleges (CHVG en CSG) hebben de
besluitvorming geheel afgerond. Bij het CCMS is de werkelijkheid wat weerbarstiger en is
nog tijd nodig voor de omzetting van de opleidingsplannen in regelgeving. Bij de omzetting
in regelgeving streven de colleges naar minder gedetailleerde regelgeving, waarbij de
kwaliteit van de opleiding nog steeds kan worden bewaakt. De modernisering van de
opleidingen kan alleen tot stand komen door de werkzaamheden en de expertise van de
wetenschappelijke verenigingen, de participatie van de werkgeversorganisaties, de
opleidingsinstellingen en de aios-verenigingen.
Inmiddels zijn al velen begonnen met de implementatie. Iedereen in het veld is zich ervan
bewust dat er nog veel moet gebeuren. Zelfs bij de voorlopers Obstetrie en Gynaecologie en
Kindergeneeskunde (In Vivo) is de klus nog lang niet geklaard. Het is duidelijk dat de nieuwe
regelgeving niet in één keer kan worden doorgevoerd. Er is fasering nodig en afstemming
daarover met de Registratiecommissies om de opleiders en de opleidingsinrichtingen tijd te
geven de modernisering op een goede wijze te implementeren.

De samenwerking tussen de drie colleges is de afgelopen jaren geïntensiveerd. De voorzitters


van de colleges overleggen gezamenlijk met externe partijen en belegden driemaal een
plenaire vergadering met de drie colleges. Het historische eerste gezamenlijk besluit werd
genomen over het toetsingskader profielen. Verder werd een gezamenlijke werkgroep
herregistratie ingesteld die op termijn van een jaar zal rapporteren. In 2008 hebben de
voorzitters op verzoek van het Federatiebestuur van de KNMG geadviseerd over de vorming
van één college. Formalisering daarvan is aan het Federatiebestuur van de KNMG.

Al met al was 2008 een roerig jaar in opleidingsland, onder andere ook door perikelen rond
het opleidingsfonds en de toewijzing van aiosplaatsen. De colleges kijken terug op een

3
productief jaar en hopen in samenwerking met de wetenschappelijke verenigingen draagvlak
te creëren om de modernisering van de vervolgopleidingen verder te kunnen vormgeven en de
implementatie van de veranderingen te faciliteren.

R.J. Stolker G.A. van Essen N.S. Klazinga


voorzitter CCMS voorzitter CHVG voorzitter CSG

V.J. Schelfhout–van Deventer


secretaris colleges

4
1. Drie colleges gezamenlijk

1.1. Inleiding
De Regeling specialismen en profielen geneeskunst van de KNMG1 (verder te noemen: de
Regeling), gebaseerd op artikel 14 Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg
(BIG), schrijft het instellen en in stand houden van de KNMG colleges voor. Er zijn drie
colleges: het CCMS, het CHVG en het CSG. Onder de drie colleges ressorteren 33
specialismen en 8 profielen (zie www.knmg.nl/opleiding&registratie).

De taken van de colleges zijn als volgt omschreven in de Regeling:


- vaststellen van de criteria voor het aanwijzen of opheffen van specialismen en van
profielen;
- aanwijzen en opheffen van deelgebieden der geneeskunde als specialisme of profiel,
het besluit om het daarbij behorende register in te stellen of op te heffen en het
vaststellen van de specialistentitel of profieltitel;
- vaststellen van opleidingseisen voor aios;
- vaststellen van erkenningseisen voor opleiders, opleidingsinrichtingen,
opleidingsinstituten, alsmede de voorwaarden daarvoor;
- het instellen en opheffen van opleidingsregisters;
- vaststellen van eisen en voorwaarden voor (her)registratie en herintreding;
- het doen van aanvragen aan de minister om een specialistentitel als wettelijk erkende
specialistentitel aan te merken.

Financiering
Voor het in stand houden van de colleges en de tenuitvoerlegging van hun taken verleent het
Ministerie van VWS jaarlijks een subsidie.

Samenstelling, werkwijze, ondersteuning


De KNMG colleges worden gevormd door deskundigen op het gebied van de opleiding en
registratie van specialisten en profielartsen. De regelingen, die de colleges tot stand brengen,
zijn van toepassing op specialisten, profielartsen, aios, (stage)opleiders, waarnemers,
opleidingsinrichtingen, stage-inrichtingen en opleidingsinstituten. De colleges verrichten hun

1
De Regeling specialismen en profielen geneeskunst vervangt de Regeling specialisten geneeskunst.

5
werkzaamheden door regelmatige bijeenkomsten in collegevergaderingen, door het instellen
van ad hoc werkgroepen, die de colleges adviseren, door conferenties en door het inwinnen
van advies bij verschillende organisaties alvorens een besluit te nemen. De
besluitvormingsprocedure staat beschreven in de Regeling specialisten geneeskunst; per
college is er bovendien een Reglement van Orde.
Voor de ondersteuning van de colleges zijn een secretaris en stafjuristen aangesteld.
Daarnaast wordt er secretariële ondersteuning geboden.

1.2. Ontwikkeling samengaan colleges


In de voorgaande jaren is de wens om te komen tot één college door de colleges omarmd,
onder meer met het oog op de toename van collegeoverstijgende projecten zoals het project
Optimalisering Regelgeving Colleges (ORC) en het Project Modernisering Medische
Vervolgopleidingen en met het oog op (nieuwe) vakgebieden. In eerste instantie is gesproken
over de vorming van één orgaan binnen de KNMG waarbinnen de huidige college- en
registratiecommissietaken zijn verenigd. De vorming van één orgaan voor beide taken is
verlaten vanwege de juridische onhaalbaarheid; de Wet BIG schrijft voor dat er één
regelgevend en één uitvoerend orgaan moet zijn. Het in 2007 door de KNMG ingestelde
interim-bestuur, bestaande uit de voorzitters van de colleges en de registratiecommissies,
heeft op 4 september 2008 advies uitgebracht aan het Federatiebestuur, waarin de grote lijnen
voor de vorming van één college werd aangegeven. Het Federatiebestuur heeft de voorzitters
van de Colleges verzocht de notitie nader uit te werken en tevens te komen tot één
Kaderbesluit.

1.3. Gezamenlijke collegevergaderingen


De samenwerking tussen de drie colleges is in 2008 verder geïntensiveerd. De voorzitters
hebben maandelijks overleg gevoerd, waarbij naast gezamenlijke onderwerpen ook regulier
overleg plaats heeft gevonden met externe partijen, zoals het CBOG, VWS en
vertegenwoordigers van vakgebieden die voor profielerkenning in aanmerking willen komen.
Tevens zijn er drie gezamenlijke collegevergaderingen gehouden. De eerste gezamenlijke
vergadering in januari 2008 had als onderwerp de kwaliteitsvisitatie in de verschillende
specialismen, de tweede vergadering in juni 2008 was gericht op de formalisering van de
profielen en de modernisering van de herregistratie en de derde vergadering in oktober 2008
was gericht op de vorming van één college.

6
1.4. Erkenning profielen
Op verzoek van het Federatiebestuur van de KNMG hebben de colleges het onderwerp
‘profielen’ verder opgepakt. Onder profiel wordt verstaan “een deelgebied van de
geneeskunde, een verdieping betreffende van het deskundigheidsniveau van de arts (nog) niet
leidende tot het deskundigheidsniveau van een specialisme, dat door een college als profiel is
aangewezen”. In de gezamenlijke vergadering van de Colleges in juni 2008 is het
Toetsingskader profielen, waarin de criteria voor erkenning van profielen zijn vastgelegd,
vastgesteld. De KNMG heeft vervolgens de titels van de door de colleges erkende profielen
met toevoeging ‘knmg’ als dienstmerk gedeponeerd bij het Benelux Merkenbureau en
daarmee deze titels privaatrechtelijk beschermd.

1.5. Project Modernisering Medische Vervolgopleidingen


In 2008 is het project modernisering voor de onder het CSG en CHVG ressorterende
specialismen afgerond. Ultimo 2008 beschikken deze specialismen over gemoderniseerde
opleidingsplannen die in de regelgeving van het CSG en het CHVG zijn verankerd.
Voor de medisch specialistische opleidingen zijn ultimo 2008 26 opleidingsplannen aan het
CCMS aangeboden. Ongeveer de helft van de opleidingsplannen is in nauw overleg met de
wetenschappelijke verenigingen verankerd in ontwerp-besluiten. Ook het Kaderbesluit CCMS
wordt gewijzigd. Deze besluiten zijn voor advies voorgelegd aan de diverse organisaties en
zullen in de loop van 2009 definitief worden vastgesteld.

1.6. NVMO
Op 13 en 14 november 2007 heeft het jaarlijks congres van de Nederlandse Vereniging voor
Medisch Onderwijs (NVMO) plaatsgevonden in Egmond aan Zee. Evenals voorgaand jaar is
vanuit de drie colleges gezamenlijk een bijdrage geleverd. Tijdens het congres zijn twee grote
symposia gewijd aan kwaliteit van opleiden, op het niveau van de organisatie
(kwaliteitsindicatoren, visitatie) en op het niveau van de werkvloer (leerklimaat, beoordelen
van opleiders).

1.7. Afstemming met externe organisaties


In 2008 is het van oudsher gevoerde bestuurlijke periodiek overleg met het Ministerie van
VWS weer opgepakt. In 2008 is tweemaal door de voorzitters van de Colleges met

7
vertegenwoordigers van het Ministerie gesproken over de ontwikkelingen in de medische
vervolgopleidingen.
Ook met de voorzitter van het CBOG heeft periodiek overleg plaatsgevonden over
gezamenlijke onderwerpen, zoals modernisering, kwaliteitsindicatoren, ontwikkeling van
nieuwe beroepen en de consequenties van het opleidingsfonds voor de vervolgopleidingen.

1.8. Reglementen van Orde


Vanwege de inwerkingtreding van de Regeling specialismen en profielen geneeskunst
(wijziging van huidige Regeling) zijn de Reglementen van Orde van het CCMS, het CSG en
het CHVG aangepast. Belangrijkste wijziging is dat voorheen de samenstelling van het
CCMS in de Regeling was vastgelegd en dat thans in het Reglement van Orde wordt
vastgelegd. In de Regeling wordt de samenstelling op hoofdlijnen geregeld. Voorzover nog
niet was geregeld is de mogelijkheid van boventallig voorzitterschap in de Reglementen
opgenomen.

2. CCMS

2.1 Kaderbesluit CCMS


Als gevolg van de modernisering van de medische vervolgopleidingen moet de regelgeving
van het CCMS voorzien in een verankering van de opleidingsplannen. Dit gebeurt ten dele in
de specifieke besluiten en ten dele in het Kaderbesluit. Daarnaast heeft de werkgroep
modernisering CCMS documenten opgesteld over de kwaliteitszorg (interne systematiek met
als doel de borging van de kwaliteit van de opleiding), de wetenschappelijke activiteit van de
opleider c.s., het profiel van de opleider/supervisor en een Protocol toetsing en beoordeling.
Eind 2008 is een ontwerp-besluit over wijzigingen van het Kaderbesluit door het CCMS aan
diverse organisaties voor advies aangeboden.

2.2. Opleidingsplannen
Eind 2008 hadden alle wetenschappelijke verenigingen, op één na, hun opleidingsplan
ingeleverd bij het CCMS. De door het CCMS ingestelde werkgroep Modernisering heeft de
opleidingsplannen beoordeeld aan de uitgangspunten van het Project Modernisering Medische
Vervolgopleidingen. Daarvoor is een toetsingskader ontwikkeld. Vervolgens zijn de
opleidingsplannen met een advies van de werkgroep aan het CCMS aangeboden. Ultimo 2008
had het CCMS met 12 opleidingsplannen ingestemd en verankerd in ontwerp-besluiten.

8
2.3. SEH-geneeskunde
In 2007 had het CCMS een werkgroep ingesteld met de opdracht om een regeling voor de
erkenning van de SEH-geneeskunde en de opleiding tot SEH-arts te ontwerpen. De
werkgroep heeft het CCMS geadviseerd de SEH-geneeskunde als profiel te erkennen en heeft
een voorstel voor opleidingseisen voorgelegd. Het CCMS heeft dit advies overgenomen en in
de vergadering van 13 oktober 2008 het besluit SEH-geneeskunde vastgesteld. Dit besluit is
op 1 januari 2009 in werking getreden. Daarbij is bepaald dat de opleiders en
opleidingsinrichtingen die op 31 december 2008 door de SOSG waren erkend worden geacht
vanaf 1 januari 2008 op basis van het besluit te zijn erkend.

2.4. Common Trunk


De Common Trunk voor de interne geneeskunde en de Common Trunk voor de heelkunde is
het afgelopen jaar in twee aparte werkgroepen besproken. Over de Common Trunk interne
geneeskunde is in beginsel afgesproken dat het eerste jaar wordt besteed aan interne
geneeskunde in brede zin en het tweede en/of derde jaar wordt ingevuld door specifieke
stages. Een voorkeur voor invulling van de specifieke stages is aangegeven en kan definitief
worden ingevuld zodra het opleidingsplan van de interne geneeskunde is opgeleverd.
De CT heelkunde is samengesteld uit een aantal thema's die voor alle participanten
(heelkunde, urologie, plastische chirurgie en orthopedie) gelijk zijn. Gezien het feit dat de
vooropleiding orthopedie teruggebracht wordt tot anderhalf jaar zullen 2 thema's uit de
‘common trunk‘ vervallen voor de aios orthopedie.
De invulling van de ‘common trunk’ onderdelen wordt vastgelegd in de specifieke
opleidingsplannen danwel in de specifieke besluiten.

2.5. Algemene zaken


Voorzitter/vice-voorzitter
Als nieuwe voorzitter per 1 januari 2009 is gekozen dr. R.J. Stolker, anesthesioloog. Prof. dr.
J.J. Roord, kinderarts is per genoemde datum gekozen tot vice-voorzitter.

Periodiek bestuurlijk overleg


Evenals voorgaande jaren heeft het presidium van het CCMS periodiek overleg gevoerd met
de voorzitter van de MSRC evenals met de voorzitter van de Raad voor de Wetenschap,
Opleiding en Kwaliteit (WOK) van de Orde van Medisch Specialisten. Tijdens het overleg

9
met de MSRC worden de knelpunten in de regelgeving die bij de erkenning van de
opleidingsinrichtingen en de (her)registratie van specialisten naar voren komen en
toekomstige ontwikkelingen besproken. Tevens worden de nieuwe beleidsregels van de
MSRC besproken met als doel af te stemmen of deze binnen de ratio van de regelgeving van
de colleges vallen.
In het overleg met de Raad WOK zijn onderwerpen met een gezamenlijk belang op de agenda
geplaatst, zoals de SEH-geneeskunde, de individuele beoordeling van medisch specialisten,
kwaliteitsvisitatie, modernisering van de vervolgopleidingen en de ontwikkelingen op het
gebied van marktwerking in de gezondheidszorg.

Aiossymposium
Op 17 september 2008 is door de Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen
(LVAG) samen met de KNMG en het CBOG voor de tweede keer een landelijke dag
georganiseerd om de aios te informeren over de nieuwe opleidingsstructuur. Interactieve
voordrachten en workshopsessies werden gehouden over wat er van de aios, maar ook van de
opleiders wordt verwacht in het moderne opleiden.

3. CHVG

3.1. Kaderbesluit CHVG en specifieke besluiten


De in 2007 opgeleverde opleidingsplannen van de verpleeghuisgeneeskunde, respectievelijk
de zorg voor verstandelijk gehandicapten zijn in 2008 in collegeregelgeving verankerd. Het
CHVG heeft een nieuw Kaderbesluit en drie specifieke besluiten vastgesteld, waarmee de
Minister op 10 november 2008 heeft ingestemd. De besluiten zijn op 1 januari 2009 in
werking getreden.

3.2. Wijziging herregistratie-eisen


De LHV en het NHG hebben een voorstel voor wijziging van de herregistratie-eisen bij het
CHVG ingediend. Belangrijkste punt van dit verzoek was om deelname aan visitatie van de
wetenschappelijke vereniging vanaf 1 januari 2011 verplicht te stellen voor huisartsen.
Daarnaast is verzocht de herregistratie-eisen op een aantal kleine onderdelen te wijzigen. Het
CHVG heeft met dit verzoek ingestemd en een en ander meegenomen bij de wijziging van de
besluiten in het kader van de modernisering. De kwaliteitsvisitatie is overeenkomstig de eis
voor de medisch specialisten per 1 januari 2011 als herregistratie-eis verplicht gesteld voor

10
huisartsen. Voor de verpleeghuisartsen en de artsen voor verstandelijk gehandicapten zal deze
eis op een nader te bepalen datum worden ingevoerd.

3.3. Naamswijziging verpleeghuisgeneeskunde


De naamswijziging van de verpleeghuisgeneeskunde heeft de afgelopen jaren meerdere malen
op de agenda van het CHVG gestaan. Eind 2007 is besloten het toenmalige voorstel een half
jaar aan te houden om de NVKG en de NVVA de gelegenheid te geven om gezamenlijk tot
een oplossing te komen. Halverwege 2008 heeft de NVVA het CHVG verzocht de naam van
het specialisme verpleeghuisgeneeskunde en de titel verpleeghuisarts te wijzigen in
specialisme ouderengeneeskunde respectievelijk specialist ouderengeneeskunde. Deze
naamswijziging werd gesteund door de KNMG, de LHV en de NVKG en is goedgekeurd
door de ledenvergadering van de NVVA. De NIV heeft bezwaar aangetekend tegen de
voorgenomen naamswijziging. Het CHVG heeft in de vergadering van 16 oktober 2008
besloten tot de naamswijziging en de invoering daarvan te leggen op een half jaar na
bekendmaking van het besluit. De instemming van de Minister en het besluit van het CHVG
is gepubliceerd in de Staatscourant van 15 januari 2009.

3.4. Opleidersprofessionalisering
Onder regie van het CHVG is door de projectgroep opleidersprofessionalisering een aantal
producten ontwikkeld, te weten
• Competentieprofiel van de Opleider CHVG
• Competentieprofiel van de Docent CHVG
• Kaderdocument Scholing Opleider CHVG
• Landelijk Scholingsplan van de Docent CHVG
De producten zijn een resultaat van een uniek samenwerkingsproces tussen de drie
specialismen ressorterend onder het CHVG. De overeenkomsten in de drie opleidingen zijn
leidend geweest. Het CHVG heeft deze producten aan het ‘veld’ aangeboden met het verzoek
de implementatie daarvan ter hand te nemen. Over de mogelijke wijze van verankering in de
formele regelgeving wordt eerst afstemming gezocht met de beide andere colleges, waar
vergelijkbare ontwikkelingen aan de gang zijn.

11
3.5. Algemene zaken
Verkiezing voorzitter
De huidige voorzitter, dr. G.A.van Essen, huisarts, is opnieuw gekozen als boventallig
voorzitter per 1 januari 2009.

4. CSG

4.1. Kaderbesluit CSG


Het in 2007 opgeleverde Handboek Sociale Geneeskunde is in 2008 in collegeregelgeving
verankerd. Het CSG heeft een nieuw Kaderbesluit vastgesteld, waarmee de Minister op
8 december 2008 heeft ingestemd. Het Kaderbesluit is op 1 januari 2009 in werking getreden.

4.2. Ontwikkeling EVC-procedure


Het CSG heeft ingestemd met een pilot Erkenning Verworven Competenties (EVC). De
toekomstige aios maakt met het doorlopen van de EVC-procedure aanspraak op
‘compensatie’ van delen van de opleiding en kan zijn Individuele Opleidingsplan (IOP) meer
richten. Het Kaderbesluit CSG biedt de mogelijkheid om in het kader van ontwikkeling van
de opleiding te besluiten tot afwijking van het Kaderbesluit CSG. Ter ondersteuning van deze
pilot heeft het CSG van deze mogelijkheid gebruik gemaakt en een experimenteerbesluit
vastgesteld, waarin voor deelnemers aan het EVC-project de mogelijkheid is geregeld om van
de vigerende vrijstellingsregelingen af te wijken. De resultaten van de pilot worden in de loop
van 2009 verwacht.

4.3. Algemene zaken


Instroom sociaal geneeskundige opleidingen
Vanwege terugloop van de instroom in de sociaal geneeskundige opleidingen is een brede
opiniërende discussie in het CSG gevoerd. Het CSG is niet primair verantwoordelijk voor de
instroom maar wel voor de kwaliteit van de opleidingen. De zorg rond de
beroepskrachtenplanning voor de hele publieke sector is onder de aandacht van het CBOG en
VWS gebracht.

12
Afkortingenlijst

aios arts(en) in opleiding tot specialist


CBOG College voor de Beroepen en Opleidingen in de Gezondheidszorg
CCMS Centraal College Medische Specialismen
CHVG College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor
verstandelijk gehandicapten
CSG College voor Sociale Geneeskunde
CT Common Trunk
EVC Erkenning Verworven Competenties
HVRC Huisarts, Verpleeghuisarts en arts voor verstandelijk gehandicapten Registratie
Commissie
KNMG Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst
LHV Landelijke Huisartsen Vereniging
LOSGIO Landelijke Organisatie van Sociaal-geneeskundigen in opleiding
LOVAH Landelijke Organisatie van Aspirant Huisartsen
LVAG Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen
MSRC Medisch Specialisten Registratie Commissie
NFU Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra
NHG Nederlands Huisartsen Genootschap
NIV Nederlandsche Internisten Vereeniging
NVAVG Nederlandse Vereniging van Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
NVKG Nederlandse Vereniging voor Klinische Geriatrie
NVMO Nederlandse Vereniging voor Medisch Onderwijs
NVVA Beroepsvereniging van verpleeghuisartsen en sociaal geriaters
NVVG Nederlandse Vereniging voor Verzekeringsgeneeskunde
NVZ Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
ORC project Optimalisering Regelgeving Colleges
Raad WOK Raad voor de Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit
SEH Spoedeisende Hulp(-artsen)
SGRC Sociaal Geneeskundigen Registratie Commissie
SOSG Stichting Opleiding Spoedeisende Geneeskunde
VAAVG Vereniging Aspirant Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten
VGN Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland
VVIO Landelijke Vereniging voor Verpleeghuisartsen In Opleiding
VWS Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Wet BIG Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg

13
Bijlagen

Vergaderingen en samenstelling

Het Centraal College Medische Specialismen kwam in 2008 zesmaal bijeen.

In de samenstelling van het College deden zich de volgende wijzigingen voor:

Als niet-universitair lid werden in 2008 benoemd:


mw. dr. M.M.C. van Buul (van plaatsvervangend lid naar gewoon lid)
dr. J.H. Hoekstra (gewoon lid)

Als universitair lid werden in 2008 benoemd:


prof. dr. J.H.J.M. van Krieken (plaatsvervangend lid)

Namens de NVZ werd benoemd:


mw. drs. C.J.W. Hirschler-Schulte (gewoon lid)

Als adviserend lid namens de Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen werd benoemd:
mw. C.A. Lindemans

Van de volgende leden eindigde het lidmaatschap in 2008:


dr. J.C.A. Hoorntje
prof. dr. G.W.A.M. Padberg
dr. P. Houpt
mr. G.A.M. Thiadens
drs. N.C. Oudendijk
dr. R.S. Breederveld

14
Per 31 december 2008 was het Centraal College Medische Specialismen als volgt samengesteld:

GEWONE LEDEN PLAATSVERVANGEND GEWONE LEDEN

Niet-universitaire leden
dr. H.A.A.M. Maas vacature
dr. J.H. Hoekstra vacature
mw. dr. M.M.C. van Buul dr. E.J.J.M. Theunissen
dr. H.P. Muller prof. dr. F. Scheele
dr. R.J. Stolker, vice-voorzitter vacature
dr. F. Hageman dr. H.F.M. Karthaus
dr. W.J. Willems dr. H.H.M.L. Houben
dr. B.G. Ziedses des Plantes dr. W.J.M. van Hezewijk

Universitaire leden
prof. dr. R.O.B. Gans mw. prof. dr. J.M.M. Hooymans
prof. dr. K.M.L. Leunissen prof. dr. M. van Kleef
mw. prof. dr. C.M.A.M. van der Horst prof. dr. M.J. Heineman
prof. dr. G.P. Krestin prof. dr. M.W. Hengeveld
prof. dr. K.F.G. Rabe prof. dr. R. Willemze
prof. dr. J.J. Roord, voorzitter mw. prof. dr. B.C.P. Polak
prof. dr. P.M.J. Stuyt prof. dr. J.H.J.M. van Krieken
prof. dr. J.Th.A. Knape mw. prof. dr. E.W.M.T. ter Braak

Leden voorgedragen door de NVZ Vereniging van ziekenhuizen


mw. drs. C.J.W. Hirschler-Schulte dr. D.J. Hemrika

Leden voorgedragen door de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU)
drs. G.J.H.C.M. Peeters drs. Fr.C.A. Jaspers

ADVISERENDE LEDEN

Namens de Landelijke Vereniging van Assistent-Geneeskundigen (LVAG)


mw. C.A. Lindemans
B. Jacobs

Secretarissen Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC):


dr. P. Blok
dr. P. J. Breslau

15
Vergaderingen en samenstelling

Het College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische zorg voor verstandelijk


gehandicapten kwam in 2008 driemaal bijeen.

In de samenstelling van het College deden zich de volgende wijzigingen voor:

Op voordracht van de NVVA werden in 2008 benoemd:


M.J.D. Ficken (van plaatsvervangend lid naar gewoon lid)

Op voordracht van de gezamenlijke medische faculteiten werden in 2008 benoemd:


mw. prof. dr. H.E. van der Horst (plaatsvervangend lid)

Namens de VVIO werd als adviserend lid benoemd:


M. Oudshoorn

Van de volgende leden eindigde het lidmaatschap in 2008:


R. Helle
mw. N.C. Heerema

16
Per 31 december 2008 was het College voor Huisartsgeneeskunde, Verpleeghuisgeneeskunde en medische
zorg voor verstandelijk gehandicapten als volgt samengesteld:

GEWONE LEDEN PLAATSVERVANGEND GEWONE LEDEN

Leden benoemd in overeenstemming met het bestuur van de LHV:


C.S.M. Tromp mw. A.M. Bootsma-de Langen
mw. drs. A.E.G.M. Walter, vice-voorzitter mw. drs. J.A. Schulkes-van de Pol

Leden benoemd in overeenstemming met het bestuur van het NHG:


dr. G.A. van Essen, voorzitter dr. K.J. Gorter
M.M. van Halteren A.L. Rutgers

Leden benoemd in overeenstemming met het bestuur van de NVVA:


M.J.D. Ficken vacature
J.H.J. Konst N.G. Hillerström

Leden benoemd in overeenstemming met het bestuur van de NVAVG:


F.V.P.M. Ewals, vice-voorzitter G.M.M.H. Theunissen

Leden-huisartsen benoemd op bindende voordracht van de medische faculteiten:


dr. H. Bueving prof. dr. W.J.J. Assendelft
prof. dr. G.J. Dinant mw. prof. dr. H.E. van der Horst
prof. dr. K. van der Meer F. Baarveld
dr. H.M. Pieters mw. M. Langendoen-Roel

Leden-verpleeghuisartsen benoemd op bindende voordracht van de medische faculteiten:


mw. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner J.F. Hoek
drs. F. Woltring, vice-voorzitter prof. dr. M.W. Ribbe

Leden-artsen voor verstandelijk gehandicapten benoemd op bindende voordracht van de medische


faculteiten:
A. Idzinga mw. C.S.M. de Groot-Venema

Leden benoemd op bindende voordracht van ActiZ:


dr. J.S.G. van den Bosch drs. W.J.C. Vink

Leden benoemd op bindende voordracht van de VGN:


drs. F. Broekhuizen E.F.F. van Schijndel

ADVISERENDE LEDEN:

Namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg:


drs. R.C. Sardeman

Namens de Landelijke Organisatie van Aspirant Huisartsen (LOVAH):


mw. drs. R.L.S. Weersma

Namens de Vereniging van Verpleeghuisartsen in Opleiding (VVIO):


M. Oudshoorn

Namens de Vereniging van Aspirant-Artsen voor Verstandelijk Gehandicapten (VA-AVG):


mw. K. Magilsen

17
Secretarissen Huisarts, Verpleeghuisarts en artsen voor verstandelijk gehandicapten Registratie
Commissie (HVRC):
dr. L.R. Kooij
J. Stolk

18
Vergaderingen en samenstelling

Het College voor Sociale Geneeskunde kwam in 2008 driemaal bijeen.

In de samenstelling van het College deden zich de volgende wijzigingen voor:

Op voordracht van de KAMG werden in 2008 benoemd:


J.G.J. Huurman (gewoon lid)
J.V. Kuyvenhoven (van plaatsvervangend lid naar gewoon lid)
J.G. de Vries (gewoon lid)

Op voordracht van respectievelijk de medische faculteiten en de niet-universitaire instituten werden in 2008


benoemd:
mw. drs. J. de Boer (NSPOH) (van plaatsvervangend lid naar gewoon lid)
mw. drs. M.A.M. Pol-Douwes (NSPOH) (plaatsvervangend lid)

Van de volgende leden eindigde het lidmaatschap in 2008:


prof. dr. F.J.H. van Dijk
prof. dr. W. van Mechelen
drs. G.B.S. Penders
C. van Vliet

19
Per 31 december 2008 was het College voor Sociale Geneeskunde als volgt samengesteld:

prof. dr. N.S. Klazinga, voorzitter

GEWONE LEDEN PLAATSVERVANGEND GEWONE LEDEN

Leden benoemd in overeenstemming met de betreffende koepelorganisatie(s) of beroepsvereniging(en)


J.C. van Beek vacature
A. Nip G.R. Wiemer
J.G.J. Huurman vacature
drs. J.A.W. Dekker A.E. Schroder
J.V. Kuyvenhoven mr. drs. G.J.C.M. Kuiper
J.G. de Vries mw. A. Brunet de Rochebrune-Loog
mw. H.W.M. van Velzen-Mol M.H. Durand
dr. H. Wind dr. J.H. Bruning

Leden benoemd op voordracht van respectievelijk de medische faculteiten en de niet-universitaire


instituten:
prof. dr. J.J.L. van der Klink, vice-voorzitter vacature
mw. drs. J. de Boer mw. drs. M.A.M. Pol-Douwes
dr. M.B.M. Soethout vacature
prof. dr. J. van der Velden prof. dr. A.J.P. Schrijvers

Leden benoemd op bindende voordracht van koepelorganisaties die door het CSG als representatief zijn
aangewezen:
dr. H. Kroneman C. Klingers
prof. dr. B.J.C. Middelkoop mw. F.S.M. Stom
mw. I. Steinbuch-Linstra vacature
drs. J. Dogger vacature

ADVISERENDE LEDEN

Namens de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ):


prof. E.W. Roscam Abbing

Namens de Landelijke Organisatie van Sociaal-Geneeskundigen In Opleiding (LOSGIO):


vacature

Secretaris Sociaal-Geneeskundigen Registratie Commissie (SGRC):


mw. mr. P.A. Hadders

ADVISEURS
J.H.W. Bruins Slot
M.J. van Til
B.J. Starink

20

You might also like