College 1
het ook erg leuk zullen vinden om dergelijke activiteiten uit
Allereerst was ik erg benieuwd naar de nieuwe module van
rekenen. In de eerste module hebben we het gehad over
het land van okt. Ons was al wel verteld dat de tweede
module er heel anders uit zou gaan zien.
Wat haal ik eruit?
Het belangrijkste wat ik uit deze les heb gehaald, is dat het
erg belangrijk is om al vanaf de onderbouw van de
basisschool aandacht te besteden aan meten en
meetkunde.
Wat viel mij op?
Wilma begon leuk door te openen met een probleem. We
moesten namelijk van een a4 een vierkant maken. Een
dergelijke oefening is ook erg leuk om met je stageklas te
doen.
Wat ga ik uitproberen op mijn stageschool?
Het lijkt me erg leuk om de hierboven beschreven oefening
te doen.
welke trucs, tips, sites boeken, gedachten etc. wil je graag
onthouden?
Zeker de verschillende lesideen die Wilma heeft
aangedragen. Dan denk ik aan de opdracht: Maak een
vierkant uit een a4tje. Verder hebben wij zelf de opdracht
met de punthoed gedaan. Je ziet dan gelijk hoe enthousiast
iedereen wordt en ik denk dat leerlingen op de basisschool
te voeren. Voor de komende jaren wil ik dan ook zeker
meenemen dat je een heleboel verschillende, activerende
werkvormen kan gebruiken om de meetkunde lessen
aantrekkelijk te maken en om de leerlingen bovenal veel te
leren.
Waar moet ik nu nog echt aan gaan werken?
Wilma heeft al een start gemaakt met het uitleggen van het
verschil tussen meten en meetkunde en wat het belang van
deze twee ‘vakken’ is. Het is voor mij nog steeds niet
helemaal duidelijk wat men nou verstaat onder meten en
meetkunde. Ik wil daarom voor de volgende les in ieder
geval de domeinbeschrijvingen van meten doorlezen.
Het onderstaande schema vind ik erg handig en ik plaats
dit in mijn rekenlogboek omdat het mij helpt om inzicht te
krijgen in de leerlijnen voor meten en meetkunde. In dit
schema specifiek wat betreft construeren.
Construeren Groep 1-2 Groep 3-4
Met vrij klei, dozen, touw, ... n.v.t.
constructiemateria
al
1
Met meetkundig blokken, Lokon, vooral met blokken recept af of welke gegevens kan je opmaken uit een
constructiemateria meccano, Kneks, ... grafiek. Zomaar twee voorbeelden die je dagelijks tegen
al kan komen.

Met papier vouwen, vouwen, Meten voor kinderen in de onderbouw van de basisschool
bouwplaten, ... bouwplaten, ... kent eigenlijk drie vormen:

Op papier n.v.t. tekeningen, - meten via vergelijken en ordenen

patronen, … - meten via afpassen en aan de hand van een maateenheid
- meten via gebruik van een meetinstrument
Met de computer n.v.t. blokkenbouwsels
Het belangrijkste is dat de kinderen inzicht verwerven in
deze handelingen en dus een goed begrip van het meten
ontwikkelen.

Voorbereiding college 2

Na afloop van college 1 kwam ik erachter dat ik vrij weinig

weet over de rol en het belang van meten en meetkunde Waarom meten?
op de basisschool. Ik heb mij daarom voorgenomen om de
domeinbeschrijvingen van meten en meetkunde door te Om de volgende redenen is meten een belangrijk onderdeel
nemen en een beter inzicht te krijgen in de leerlijnen van van het leerstofgebied voor reken en wiskunde onderwijs.
meten en meetkunde. Hieronder volgt een korte
- In het dagelijks leven komt met veel met meten in
beschrijving van de leerlijnen van meten en meetkunde.
aanraking. Kinderen moeten daarom van jongs af aan die
Tijdens de colleges kan ik dan altijd even in mijn
praktische vaardigheden ontwikkelen.
rekenlogboek kijken om te zien hoe het ook alweer zat.
- Je moet kennis hebben van de belangrijkste maten en
Meten
maatstelsels om bijvoorbeeld een tabel af te kunnen lezen.
Meten is steeds belangrijker geworden in de samenleving.
- Verder is het van belang dat de kinderen eens stelsel van
Het is dan ook belangrijk om ervoor te zorgen dat kinderen
persoonlijke referentiematen opbouwen.
inzicht verwerven betreffende meten. Hoe lees je een

1
- beter inzicht in getallen verwerven.
Leerlijn meten
Om het heel kort samen te vatten start men in groep 1 en 2
met vergelijken en wordt via afpassen toegewerkt naar
aflezen. De grootheid lengte neemt een centrale plaats in
in het meetonderwijs. Is het in groep twee met name
ordenen en vergelijken, in groep 3 en 4 gaan de kinderen al
echt aan de slag met meetinstrumenten.
Van de grootheden inhoud, gewicht, oppervlakte en tijd
worden de fases van ordenen en vergelijken, afpassen en
aflezen, minder nauwkeurig doorlopen. Dit betekent niet
dat er geen aandacht besteedt moet worden aan deze
grootheden. De lessen waarin de bovenstaande grootheden
centraal staan, moeten een aanvulling zijn op wat de
kinderen over lengte hebben geleerd en zorgen ervoor dat
de samenhang tussen de verschillende grootheden steeds
duidelijker wordt voor de kinderen.
College 2 opereren
Wat haal ik eruit?
Dat opereren gaat om meetkundige transformaties als
verschuiven, spiegelen, draaien en projecteren.
Wat viel mij op?
Wat hierboven staat is natuurlijk maar een definitie van
opereren en dat is nogal abstract. Wat ik leuk vond van dit
college was dat er opeens een lichtje ging branden. Ik had
er namelijk nooit zo bij nagedacht dat je in je dagelijks
leven eigenlijk heel veel bezig bent met opereren. Dan leg
ik gelijk de link met het belang van het vak meten en
meetkunde op de basisschool. Want als ik al de link leg met
het dagelijks leven dan zullen kinderen zeker moeten leren
hoe ze bepaalde problemen uit het dagelijks leven aan
kunnen pakken door te opereren. Het probleem om uit een
rechthoek een vierkant te maken kom ik bijvoorbeeld
regelmatig tegen. Dan moet je als kind toch weten hoe je
dat handig op kan lossen.
Wat ga ik uitproberen op mijn stageschool?
Ik ga binnenkort een geschiedenisles over de Romeinen
geven in mijn stageklas en het schiet me opeens te binnen
dat ik als verwerking best kan gaan mozaïeken met de
kinderen. Want de thermen in een Romeinse stad waren
versierd met allerlei soorten mozaïek.
Verder kwam in het college naar voren dat spiegelen ook
hoort bij opereren. Een lesidee voor de kleuters is om een
kleurplaat door midden te knippen en door de kinderen in
te laten kleuren. Vervolgens kunnen ze met een spiegel de
helft van de kleurplaat spiegelen zodat deze compleet
wordt. Dit kan je eigenlijk bij ieder thema bij de kleuters
gebruiken. Je hoeft namelijk alleen maar een nieuwe
kleurplaat die je goed door midden kan knippen, van
internet of uit een kleurboek te halen.
welke trucs, tips, sites boeken, gedachten etc. wil je graag
onthouden?
1
Toen Wilma het over het tangram ging hebben kreeg ik
echt een soort flashback. Ik maakte vroeger bij de oppas
altijd talloze figuurtjes met tangram. Ik weet nog goed dat,
dat een van mijn favoriete spelletjes was. Ik ga dan ook
zeker onthouden dat tangram een leuk ‘spel’ is om in de
klas mee aan de slag te gaan. Leerlingen kunnen bij dit spel
heel goed zelfstandig aan de slag, maar het is ook leuk om
een mega tangram te maken en de leerlingen in groepjes
te laten werken.
Verder wil ik onthouden dat het leuk is om met een
basisschoolklas naar het Esscher museum te gaan. Dit lijkt
me erg leerzaam. Wij gaan als klas ook naar dit museum,
maar ik kan helaas niet mee. Ik denk dat ik er zeker nog
een keertje naar toe ga om te kijken of het echt leuk is om
met kinderen heen te gaan. Eerst zien, dan geloven.
Waar moet ik nu nog echt aan gaan werken?
Ik ga vooral aan de slag om opereren in het dagelijks leven
te herkennen om het uiteindelijk toe te kunnen passen in
de lessen die ik aan kleuters ga geven. Door te kijken naar
de wereld om me heen, wil ik leren hoe je als kleuter naar
de wereld kijkt en hoe je een kleuter wegwijs kan maken in
de wereld. En natuurlijk hoort een stukje meet en
meetkunde onderwijs daarbij.
Vier aan het werk
Dit hoort eigenlijk nog bij college 2, want in dat college
vertelde Wilma over de werkvorm vier aan het werk. Toen
Wilma deze werkvorm noemde was ik erg nieuwsgierig. Ik
wilde graag weten hoe de werkvorm in elkaar zat en hoe
deze toegepast kan worden in de praktijk. Wat ik leuk vind
aan de activiteit is dat kinderen samen in een groepje aan
het mozaïeken zijn en veel van elkaar kunnen leren op die
manier. Verder zijn ze actief bezig met opereren want ze
moeten elkaars werk kopiëren. Verder is het voor het eerste
kind leuk om een figuur te bedenken. Kinderen kunnen om
de beurten als eerste een figuur bedenken.
Deze werkvorm was echt een soort eye-opener voor mij.
Door het horen van dergelijke werkvormen wordt ik
enthousiast om aan de slag te gaan met meten en
meetkunde in het basisonderwijs.
Je zou deze activiteit ook in de kring kunnen doen, maar
dan natuurlijk wel in het groot. Je kan dan samen met de
kinderen gaan kijken naar hoe je op een eenvoudige manier
de figuur kan spiegelen.
Na het college heb ik de toelichting op deze
onderwijsactiviteit nog doorgelezen om iets beter te
begrijpen wat hoe de werkvorm precies in elkaar zit. Na
afloop van het college was het me namelijk nog niet
helemaal duidelijk. Dat was dus een mooie leervraag om in
het boek op zoek te gaan naar hoe deze werkvorm in elkaar
zit en te gaan kijken hoe je deze werkvorm in de praktijk
kan toepassen.
1
In het boek stond een duidelijke toelichting en het lijkt me
leuk om in mijn komende stage bij de kleuters, deze
werkvorm eens uit te proberen.

College 3 oriënteren

Wat haal ik eruit?

1. Lokaliseren:
- aangeven waar iets of iemand zich bevindt
- gebruiken van lokaliseergegevens bij opsporen
2. Innemen van een standpunt:
- bepalen wat er is te zien vanaf een standpunt
- voorstellen en omschrijven wat wordt gezien vanaf
een standpunt
3. Draaiing en richting:
- nauw verbonden met het begrip hoek.
- wind-of kompasroos

Wat viel mij op?

Het viel mij op dat het innemen van een standpunt ook bij
oriënteren hoort. Bij het innemen van een standpunt denk
ik gelijk aan beeldende vorming. De verschillende

1
perspectieven komen tijdens dit vak regelmatig naar voren.
Met name in de bovenbouw. Dan denk ik aan het
kikkervorsperspectief en het vogelperspectief. Ik vond het
dan ook verassend om te ontdekken dat het innemen van
een standpunt ook naar voren komt tijdens meet en
meetkunde lessen.
Verder moest ik bij het zien van de onderstaande
afbeelding met daarbij de vraag: ‘Waar staat de fotograaf’
weer even terugdenken aan mijn eigen basisschooltijd. Ik
weet nog goed dat in de extra lessen dergelijke opdrachten
regelmatig naar voren kwamen. Tijdens die extra lessen
mochten we dan vaak samenwerken en ging ik met mijn
klasgenootje discussiëren over het standpunt van de
fotograaf.
Wat ga ik uitproberen op mijn stageschool?
Ik ga eens kijken in de rekenmethode van mijn stageschool
of daar ook opdrachten waarin je een standpunt moet
bepalen, naar voren komen. Als dat het geval is ga ik met
mijn mentor overleggen of ik een les over standpunten mag
geven. Het lijkt me dan ook leuk om zelf foto’s te maken
die vanuit een bepaald standpunt zijn gemaakt.
Verder kwam het idee bij mij op om tijdens een
geschiedenisles de werking van een kompas aan kinderen
duidelijk te maken. Je kan het dan bijvoorbeeld hebben
over de uitvinding van het kompas. Wat voor nut heeft het
kompas. Als er genoeg kompassen zijn, kan je zelf met de
leerlingen een leuke activiteit gaan doen met een kompas.
Zo kan je dus meten en meetkunde ook integreren bij
andere vakken.
Het idee van het maken van de routebeschrijving vind ik
ook erg leuk. ik wil dit idee dan ook zeker gaan onthouden.
Het is ook leuk om de leerlingen een routebeschrijving te
laten maken en deze dan vervolgens te gaan volgen. Dan
kan je samen met de kinderen controleren of de
routebeschrijving klopt.
welke trucs, tips, sites boeken, gedachten etc. wil je graag
onthouden?
Ik wil graag onthouden dat spelletjes als wie is het?, ra ra
waar sta ik? En blindemannetje goed te gebruiken zijn om
kinderen kennis te laten maken met oriënteren. Ik kom er
steeds meer achter dat je met meten en meetkunde een
heleboel leuke, actieve, interactieve activiteiten kan doen.
1
Waar moet ik nu nog echt aan gaan werken? Activiteit:

Ik wil wel eens nagaan hoeveel lessen gericht op meten en Speel het spel met één verteller, de anderen zijn bouwers.
meetkunde ik in mijn stageperiode bij de kleuters ben
tegengekomen. De verteller en de bouwers zitten tegenover elkaar aan
tafel.

Plaats een schot tussen de deelnemers op tafel, zodanig

dat niemand het werk van de ander kan zien. De verteller
kiest een kaart uit de doos met opdrachtkaarten en zorgt
dat de anderen de kaart niet kunnen zien.

De verteller beschrijft in een ‘telefoongesprek’ met de

bouwers het

blokkenbouwsel. De bouwers luisteren hoe de verteller het

bouwsel ‘per telefoon’ beschrijft, stellen zo nodig vragen,
en bouwen precies hetzelfde bouwsel op. Als het bouwen
klaar is haal je het schot weg en vergelijkt de bouwwerken
met elkaar en met de opdrachtkaart.

1
- Zijn de bouwsels precies gelijk?

- Hoe zijn eventuele verschillen ontstaan?

- Welke plaats beschrijvende begrippen zijn er gebruikt?

De verteller en één bouwer wisselen van rol en spelen het

spel nog een keer, totdat iedereen een keer verteller is
geweest.

Materiaal:

Ontwikkelingsmateriaal "ruimtelijk bouwen" inclusief

de spiegel

Schotten voor op tafel

Toelichting
De activiteit die hiernaast staat beschreven vond ik zo leuk
dat ik hem in mijn rekenlogboek heb opgenomen. Ik ga mijn
rekenlogboek zeker bewaren, dus dan heb ik deze activiteit
altijd bij de hand. Het lijkt me een leuke activiteit om in de
bovenbouw van de basisschool te doen en volgens mij
zorgt deze activiteit soms voor hilarische situaties. Dat
maakt het onderwijs leuk en uitdagend.
College 4
Wat haal ik eruit?
We hebben zijn in de les aan de slag gegaan met
prentenboek waarin een of meerdere van de volgende
punten naar voren komt/komen. In de kijkwijzer, waarmee
we de boeken moesten gaan bekijken, kwamen deze
punten ook naar voren. Dit was een erg leerzame activiteit,
omdat je gelijk kennismaakt met vier ‘aandachtsgebieden’
van het meten en meetkunde onderwijs.

1. Tellen en getalbegrip
2. Ordenen, meten en vergelijken
3. Ruimtelijk en meetkundige orientatie
4. Tijdsbesef en tijdsbeleving

1

Wat viel mij op?
Het viel mij op dat je in veel prentenboeken minimaal 1 van
de bovenstaande punten kan terugvinden. Bij prentenboek
die ik al heel lang ken, bijvoorbeeld rupsje nooitgenoeg,
had ik nog nooit zo stilgestaan bij het feit dat er zoveel
mogelijkheden met dit boek om het te gebruiken tijdens
lessen meten en meetkunde.
Tijdens de les heb ik in mijn groepje het prentenboek ‘De
gouden oliebol’ met behulp van de kijkwijzer geanalyseerd.
Wat mij bij dat boek opviel was de toelichting achter in het
boek. Daarin werd heel duidelijk beschreven hoe je als
leerkracht aan de slag kan gaan met het prentenboek. Ik
heb dit even goed doorgelezen, omdat we voor
taalonderwijs een prentenboek moeten maken en daar ook
een handleiding bij moeten maken. Ik heb nu gelijk een
beetje een idee gekregen van de vorm van een dergelijke
handleiding.
Wat ga ik uitproberen op mijn stageschool?
Ik ga eens kijken of er ook (prenten)boeken voor wat
oudere kinderen zijn waarin meten/meetkunde naar voren
komt. Ook in de midden/bovenbouw is het erg leuk om een
boek als introductie te gebruiken.
welke trucs, tips, sites boeken, gedachten etc. wil je graag
onthouden?
In de les hebben we verschillende prentenboek besproken.
Allereerst noemde Wilma de biebelebonse boeken. Dit zijn
boeken waarin rekenen duidelijk naar voren komt. In de les
hebben we het boek vijf rovers en nog een bekeken en
ernaar geluisterd. Ik vond het echt leuk om ernaar te
luisteren, dus kinderen zullen het ook zeker leuk vinden om
op die manier met rekenen bezig te zijn.
Boeken die in het college naar voren kwamen en die ik ga
onthouden waren: Met tien uit bed, eentje geentje, nul
dodo’s, er was eens een muisje, het beste
boodschappenboek en de gouden oliebol.
Waar moet ik nu nog echt aan gaan werken?
Ik wil meer gebruik gaan maken van prentenboeken bij het
meten en meetkunde onderwijs. Verder ga ik samen met
mijn groepje aan de slag om een prentenboek te
analyseren met de kijkwijzer. Ik ben benieuwd wat er bij
een nieuw boek weer voor leuke activiteit opborrelen.
College 5
In het vijfde college hebben we met name besproken wat er
in het rekenlogboek moet komen. Ik vond het erg fijn dat
Wilma een hand-out had gemaakt. Zo kan ik ook thuis aan
de slag met mijn rekenlogboek en weet ik wat globaal wat
er in het rekenlogboek moet komen te staan. Toch vind ik
het nog steeds een beetje een bijzondere opdracht. Want in
het begin werd gezegd dat het een persoonlijk
1
rekenlogboek moest worden en dat je zelf mocht selecteren
wat je in je rekenlogboek ging schrijven, knippen en
plakken. Daarom vind ik het jammer dat we pas in het
vijfde college een duidelijke opzet voor het rekenschriftje
kregen. Maar beter laat dan nooit.

College 6 meten

wat haal ik eruit?

Even weer opgefrist wat het verschil is tussen grootheden

en maten. Grootheden zijn lengte, inhoud, gewicht,
oppervlakte en tijd. Grootheden worden in maten
uitgedrukt. Dus bijvoorbeeld liter, milliliter, centiliter etc.

Wat viel mij op?

1
Dat je met kleuters als een heleboel kan doen met lengte neus=lengte pink lengte oor=lengte
grootheden en maten. Ik had dat niet verwacht en ik denk wijsvinger
dat wat kleuters als kunnen vaak onderschat wordt.

Wat ga ik uitproberen op mijn stageschool?

De kopjesmaatbeker vind ik een erg leuk idee om mee te

nemen voor in mijn volgende stage bij de kleuters. De
kinderen kunnen tijdens die activiteit echt zelf aan de slag
en leren door te ontdekken.

Verder vond ik het maken van een staartgrafiek een goede

activiteit om te doen tijdens een van mijn stages. Ik zou
zelf niet zo snel op een dergelijke activiteit komen, maar als
je ziet hoe enthousiast de kinderen in het filmpje meededen
dan word ik daar ook gelijk enthousiast van. Wel vraag ik
Lengte voet
mij af hoe je een dergelijke les organisatorisch goed kan
laten verlopen. Hoe zorg je ervoor dat de kinderen genoeg =
vrijheid krijgen, maar dat het toch geen rommeltje wordt in
de klas. Wat betreft de les in het filmpje zou ik zelf wel een Lengte onderarm
pakkende inleiding verzinnen. De les begint wat a la minute
en kinderen zijn vaak beter betrokken bij een activiteit als
er een pakkende inleiding aan vooraf gaat. Waar moet ik nu nog echt aan gaan werken?

welke trucs, tips, sites boeken, gedachten etc. wil je graag
onthouden?
De volgende weetjes zijn altijd leuk om mee te nemen voor
in mijn stage of gewoon voor thuis. Deze weetjes zijn
eigenlijk referentiematen.
Hoe ik ervoor zorg dat lessen als een staartgrafiek maken
organisatorisch goed verlopen. Dit zal ik moeten ervaren
door een dergelijke les te geven in mijn stage.
College 7 een gesprek met Esther
Vlak voordat deze les begon ging het even mis in de
communicatie met Esther. Ik wilde eigenlijk niet naar de

1
les, maar ben ik ben uiteindelijk toch gegaan. Het heeft ook
niet zo heel erg veel zin om voor de problemen weg te
lopen. Toch vond ik het lastig om weer de klas in te gaan.
Wilma heeft Esther even toegesproken en even later zijn
Relinde ik en Esther even buiten het lokaal gaan praten. Dit
gesprek verliep op het begin wat moeizaam, maar later
ging het eigenlijk best wel goed. Ik had ook echt het idee
dat het weer wat beter zou gaan tussen Esther en mij.
Helaas is het op het moment van het schrijven van dit
stukje weer net zoals voor het gesprek.
De opdracht voor het opmeten van het lokaal met
natuurlijke maten, hoefden wij niet meer te maken. Wilma
heeft ons de opdracht cadeau gegeven. Om die reden heb
ik verder ook geen toelichting bij dit college.
College 8
Dit college hebben we niet gehad.
College 9 presentaties meten
Tijdens dit college vonden de presentaties voor meten
plaats. Ik heb voor dit college met mijn groepje een leskist
gemaakt. De leskist was erg goed gelukt en we kregen
positieve feedback vanuit de klas. Dat was natuurlijk erg
leuk om te horen. Wij waren niet de enigen die moesten
presenteren, er waren nog een heel aantal andere groepjes
die ook aan de beurt moesten komen. Ik heb door de
presentaties van de anderen weer een hoop ideeën op
gedaan. Het groepje van Inge had een erg leuk bordspel
gemaakt. Dit bordspel kan je eigenlijk bij ieder vak
gebruiken. Je moet alleen even andere kaartjes maken en
dan heb je weer een heel nieuw spel. Het lijkt me leuk om
zelf ook dit spel te maken, zodat ik het kan gaan gebruiken
tijdens mijn stages.
En Nicole verzorgde een fantastische inleiding over de
seizoenen. Ze deed het echt ontzettend leuk en heeft mij
echt enthousiast gemaakt om vaker als introductie een
toneelstukje te doen of als een bepaald typetje de klas in te
komen. Ik heb dat zelf ook al een paar keer tijdens mijn
stage gedaan en je merkt gewoon dat de kinderen gelijk
betrokken zijn bij de les. Eigenlijk was onze hele klas tijdens
het ‘toneelstukje’ van Nicole ademloos aan het luisteren en
aan het kijken.
Van twee groepjes hebben we duidelijk uitleg gehad over
tijdsbesef. Het is me nu helemaal duidelijk wat er aan
tijdsbesef gedaan wordt bij de kleuters en een stukje wat
betreft groep 3 en verder. Ik ben wel benieuwd hoe de
leerlijn van tijdsbesef verder wordt opgebouwd in de
hogere groepen.
Naast onze leskist, was er ook een groepje dat een lestas
had gemaakt. ze hadden leuke activiteiten bedacht, maar
zich wel veel gericht op de grootheid lengte. Ik zou de
lestas zelf nog verder uitbreiden met activiteiten die zich
richten op de overige grootheden.
Als laatste was er een meetkunde presentatie. We hadden
kregen dus alvast een voorproefje voor aanstaande
donderdag. Dit groepje had niet een erg uitdagende
opdracht, maar heeft de opdracht wel erg goed uitgevoerd.
1
En de leerlijn wat betreft meten en meetkunde is mij
helemaal duidelijk geworden.

College 10 presentaties meetkunde

Tijdens dit college vonden de presentaties van meetkunde

plaats. Dit keer was Esther aan de beurt om te presenteren.
Ik vond het wel erg jammer dat Esther niet vroeg of Relinde
en ik nog naar voren wilden komen en dat ze verder niets
heeft gezegd over de lessenserie die we ook nog hebben
gemaakt.

De andere presentaties waren weer erg leerzaam. Ik heb

leuke lesideeën over Escher opgedaan. Er waren twee
groepjes die hier een presentatie over hielden. Het is leuk
om te zien hoe medestudenten op de werken van Escher
reageerden. Ik denk dat kinderen net zo enthousiast
reageren als wij.

Verder waren er ook twee groepjes die iets presenteerden

over meetkunde in en rond de school. Er waren grappige,
leuke en originele ideeën bij en ik ga zeker een aantal
ideeën meenemen voor in mijn stage.

Het laatste groepje presenteerde iets over vormen met veel

vlakken. Dit worden ook wel Paper models of polyhedra’
genoemd. Nicole heeft naar aanleiding van die presentatie
een mailtje gestuurd met daarin de verwijzing waar je op
blackboard uitslagen kan vinden.

1

Evaluaties opdrachten
Naast de colleges moesten we ook nog een aantal
opdrachten maken. De volgende opdrachten hebben ik
samen met Esther en Relinde gemaakt:
- plastic bekertje
- fantasieland uit de lucht
- tangram
Evaluatie plastic bekertje
Toen we de opdracht van het plastic bekertje kregen, zijn
we eigenlijk gelijk de volgende dag de opdracht gaan
maken. Esther had plastic bekertjes meegenomen en we
hadden allemaal ons boek meegenomen. De activiteit was
redelijk snel uitgevoerd, maar de koppeling met de theorie
was nog wel even lastig. We moesten behoorlijk goed in
ons boek zoeken voordat we de juiste informatie hadden
gevonden. Gelukkig hadden we de opdracht op tijd af en
konden we het verslag in college 3 inleveren.
Naast dat wij deze opdracht hebben uitgevoerd, zou je deze
activiteit natuurlijk ook met kinderen kunnen doen. Het is
leuk om kinderen te laten experimenteren bijvoorbeeld met
een plastic bekertje. Ik denk dat kinderen het erg
interessant vinden om te onderzoeken hoe het komt dat
een bekertje niet in een rechte lijn rolt, maar in een rondje.
En het is ook leuk om na te gaan hoe een plastic bekertje
gemaakt wordt. Misschien zijn er op internet wel filmpjes te
vinden over het productieproces van plastic bekertjes.
Opdracht tangram + fantasieland uit de lucht
Omdat we geen datum/moment konden vinden om deze
opdrachten samen te maken, hebben we de opdrachten
verdeeld. Ik heb de opdracht van het tangram gemaakt en
Relinde en Esther hebben de opdracht fantasieland uit de
lucht gemaakt.
Ik wilde erg graag de opdracht van het tangram doen,
omdat ik tangram nog ken van vroeger. Ik deed dat vaak bij
de oppas, dus ik was benieuwd hoe het mij af zou gaan. Ik
vond het erg leuk om de opdracht te maken en heb weer
nieuwe dingen geleerd. Ik vond het bijzonder om te ervaren
wat kleur voor verschil kan maken wat betreft de beleving
van een vorm.
Ik ga deze opdracht ook zeker onthouden voor in mijn
stage. Zoals ik al bij een van de colleges heb vermeld, lijkt
het me sowieso leuk om activiteiten met het tangram te
gaan doen in mijn stage. Ik vond het zelf ook altijd erg leuk
om te doen, dus de meeste kinderen op de basisschool
1
zullen het ook wel erg leuk vinden om te doen . En
natuurlijk is het erg leerzaam.
De opdracht van fantasieland uit de lucht heb ik dus niet
gedaan. Aan de ene kant vind ik dat wel jammer. Een
volgende keer zou ik toch liever de opdrachten met z’n
allen maken, zodat iedereen oppikt wat de bedoeling is.
Door het maken van deze opdrachten krijg je namelijk veel
leuke ideeën om mee te
nemen in je stage en voor
later als je zelf voor de
klas staat.
Opdrachten voor college 9 en 10
Wij hebben voor de volgende twee activiteiten gekozen:
Meten: Een leskist maken
Meetkunde: Een kijkdoos maken (met je stageklas)
De evaluaties van deze activiteiten vind je hieronder.
Meten opdracht 1: Leskist maken.
In een van de colleges van meten en meetkunde hebben
wij de opdracht uitgekozen om een leskist te maken. In
deze leskist moesten verschillende onderdelen van meten
terug komen.
Keuze van het boek
Allereerst hebben we met z’n drieën gekeken welk boek we
wilden gebruiken om een leskist over te maken. Onze keuze
is uiteindelijk gevallen op het boek ‘Rupsje Nooitgenoeg’
van Eric Carle. We hebben dit boek gekozen omdat we,
tijdens het lezen van dit boek, erachter kwamen dat je tal
van activiteiten bij dit boek kan verzinnen. Verder is het
boek dat wij gekozen hebben, een erg bekend boek en kan
je het boek bij veel verschillende lessen gebruiken. De
materialen die we voor de leskist hebben
gemaakt/opgezocht kunnen we dan ook zeker in onze
stages gebruiken.
Voorbereiding
Om activiteiten te verzinnen die aansluiten bij het boek en
waar het domein rekenen in naar voren komt, hebben we
eerst de domeinbeschrijving van meten doorgenomen. Wat
wordt er nou eigenlijk van ons als leerkracht verwacht op
het gebied van meten?
Het verzinnen van de activiteiten
Na het lezen van de domeinbeschrijving waren we een stuk
wijzer geworden en konden we beginnen met het verzinnen
van de activiteiten. We hebben ervoor gekozen om
activiteiten voor in de kring, in een klein groepje en
individueel, te maken. Het verzinnen van de activiteiten
ging eigenlijk erg makkelijk en we hadden al snel een
mooie opzet.
Het maken van de verschillende materialen
De meeste materialen hebben we zelf gemaakt. We hebben
1
de papieren en kaartjes netjes gelamineerd zodat deze liepen we even tegen wat strubbelingen op met elkaar
mooi blijven. Verder hebben we veel afbeeldingen op maar na een goed gesprek zijn we er uitgekomen. Daarna
internet kunnen vinden. Het maken van de materialen ging hebben we de taken nog even bekeken van wat er nog
erg goed. moest gebeuren en daar zijn we mee aan de slag gegaan.

Het schrijven van een handleiding

Als laatste hebben we een handleiding bij de leskist
gemaakt. Dit om, mensen die deze leskist gebruiken, een
beetje op weg te helpen zodat ze aan de slag kunnen met
de verschillende activiteiten.

De samenwerking
In het begin hebben we afgesproken dat Esther de kijkdoos
zou maken, Relinde het lesvoorbereidingsformulier bij de
kijkdoos en dat Judith een start zou maken met de leskist.
Esther had al snel de kijkdoos af en Relinde heeft het
lesvoorbereidingsformulier erbij gemaakt. Het duurde iets
langer voordat Judith op gang kwam, maar uiteindelijk is
het tocht gelukt. Helaas liep het even mis wat betreft de
samenwerking. Relinde en Judith hadden de leskist
afgemaakt en Esther vond het jammer dat Relinde en Judith
haar niet hadden betrokken bij het maken van de leskist.
Gelukkig hebben we het uitgepraat en konden we weer met
elkaar samenwerken. Uiteindelijk hebben we een mooi
resultaat weten neer te zetten.

Meetkunde opdracht 10: Kijkdoos en lessenserie maken.

Deze opdrachten zijn goed verlopen. Wij zijn op tijd bij

elkaar gekomen om de opdrachten te verdelen. We hebben
eerst een prentenboek uitgezocht wat we wilde gebruiken
en zijn toen aan de slag gegaan. Tijdens het uitvoeren

1

Koppeling met de praktijk:
1. Bij de kleuters heb ik een hele leuke les over meer,
minder, groot, klein, lang en kort gegeven. Deze les staat
ook in dit rekenlogboek. De kinderen vonden de les
ontzettend leuk. Ik had namelijk een hele grote zak met
schoenen meegenomen en de kinderen waren echt onder
de indruk van al die schoenen. Ze waren dus gelijk
betrokken bij de activiteit.
2. Tijdens mijn stage bij de kleuters heb ik ook veel gewerkt
aan tijdsbesef. Ik wist, voordat ik aan de colleges meten en
meetkunde begon, helemaal niet dat, dat ook onder meten
valt. Tijdens de colleges geschiedenis kwam al naar voren
dat tijdsbesef ook bij geschiedenis hoort en nu kwam ik
erachter dat het dus ook bij meten en meetkunde hoort. In
de klas waar ik stage liep werken ze met dagritme kaarten.
Ik deed vaak de ochtendkring en verzon dan spelletjes of
raadseltjes bij de dagritmekaarten. Dit om de kinderen na
te laten denken over gisteren, morgen, overmorgen,
ochtend middag enz.
3. Tijdens mijn stage bij de kleuters heb ik ook een activiteit
met gewicht gedaan. Ik ging in de kring met de leerlingen
brooddeeg maken. Ik had voor deze les een recept
gemaakt met symbolen. Er stond dus niet dat er 200 gram
bloem in moest, maar er stond dat er 2 kopjes bloem in de
bak moesten. De kinderen waren tijdens deze activiteit erg
enthousiast en betrokken. Ze wilden allemaal graag iets in
de bak doen en het kneden was natuurlijk helemaal leuk.
Door dergelijke activiteiten uit te voeren leer je kinderen te
werken met verschillende maten.
4. Mijn stageschool besteedt extra aandacht aan Techniek.
Tijdens een van mijn stageweken in groep 5/6 was er een
techniekweek met als thema torens. In de school zijn ook
techniektorens aanwezig en daar zitten materialen in voor
1
verschillende technieklessen. Ik ben toen gaan zoeken naar
lessen die te maken hadden met torens en heb er
uiteindelijk twee kunnen vinden. Deze lessen kan je
verbinden aan construeren en dit valt onder meten en
meetkunde. De kinderen mochten in tweetallen deze
activiteit doen. De kinderen kregen voor deze activiteit een
doos met allemaal latjes. Van deze latjes moesten ze een
zo hoog mogelijke toren bouwen. Voordat ze mochten
bouwen, moesten ze eerst een bouwtekening maken. Ze
moesten dus bewust nadenken over de constructie van de
toren die ze wilden bouwen. Het was leuk om te zien hoe
sommige kinderen gingen experimenteren met de blokjes
en dat er zo een stevige constructie ontstond. Ook zie je
grote verschillen tussen kinderen. Het ene kind denkt
vooruit en voorspelt van te voren wat er zal gaan gebeuren,
een ander kind vind het lastig om een bouwtekening te
maken of heeft moeite in te zien hoe je een constructie
verzint zodat de toren zo hoog mogelijk wordt.
5. In groep 5/6 heb ik een geschiedenisles gegeven over
de Romeinen. Als verwerking ben ik met de leerlingen gaan
mozaïeken. De Romeinen versierden de thermen met
prachtige mozaïeken dus vandaar dat ik die link heb
gelegd. Je kan meten en meetkunde toepassen, gebruiken
bij andere vakken. De kinderen mochten tijdens deze les
van papier een mozaïek maken. Ik had ruitjespapier op
gekleurd papier gekopieerd, dus op die manier hadden de
kinderen alvast een basisfiguur. Ze mochten de vierkantjes
zelf uitknippen en daarbij konden ze ervoor kiezen om 1
vierkantje per keer uit te knippen, maar ze konden ook een
groter vierkant uitknippen door 4 hokjes te nemen. Op die
manier konden ze zelf experimenteren met de
verschillende vormen en het resultaat was erg mooi.
Lesvoorbereiding: De schoenen van toets
Beginsituatie van de groep:
De kinderen kunnen zelfstandig van 1 tot 10 tellen. Met
hulp erbij kunnen ze wel veel verder tellen.
Wat leren de kinderen van deze activiteit?
Kinderen ontdekken dat je een onoverzichtelijke hoop kunt
veranderen in een overzichtelijke situatie door te sorteren
en te vergelijken.
De kinderen leren de begrippen meer en minder, groot en
klein.
Reflectie vooraf:
Ik wil van deze activiteit het volgende leren:
Deze activiteit begin ik met een interactieve vertelling. Het
is de eerste keer dat ik dat ga doen en dus best wel
spannend. Ik denk dat ik wel zenuwachtig zal zijn, maar ik
kijk er nu al naar uit om het te doen. Het is een enorme
uitdaging voor mij om te vertellen voor de hele klas. Ik
verwacht dat de kinderen verbaasd zullen zijn over alle
schoenen die ik heb meegenomen en ik hoop dat ze het
verhaal leuk vinden.
1
bronnen
Ik moet de interactieve vertelling goed voorbereiden en uit
mijn hoofd kennen. Verder wil ik nog even bij mijn mentor
informeren tot hoever de kinderen ongeveer kunnen tellen.
Dat is namelijk bepalend voor het aantal schoenen dat ik
ga meenemen.
Ik heb het idee voor deze les van de volgende internetsite
gehaald:
http://www.lesidee.nl/data3/dataid_velden/dataId327.html.
In mijn lesvoorbereiding vind je veel terug uit het idee van
de les op de site. Het verhaal wil ik wel een eigen draai
geven. Verder heb ik de les aangepast aan hoe ik het
prettig vind om te geven.
welke vaardigheden moet ik inoefenen
zoals ik onder het kopje hierboven al heb beschreven is het
belangrijk dat ik de interactieve vertelling goed voorbereid.
Ik zal het verhaal uit mijn hoofd moeten leren om
vervolgens voor de spiegel te oefenen. Dit wil ik een aantal
keren doen.
voorbereiden
benodigdheden:
Ik heb ongeveer 50 schoenen nodig voor deze activiteit.
Vader schoenen, moeder schoenen, kinderschoenen,
laarzen, laarsjes, sportschoenen etc.
Wat moet er klaar staan:
De zak met alle schoenen erin moet klaar staan op de
gang.
Benodigde ruimte/opstelling van de klas:
Deze activiteit wil ik uitvoeren in de kring. Normaal staat er
midden in de kring een tafel. Deze tafel zal van tevoren aan
de kant gezet moeten worden. Dan is er genoeg ruimte om
alle schoenen op een berg in het midden te leggen.
draaiboek
introductie:
De kinderen zitten in een kring en luisteren naar het
verhaal dat ik vertel.
Het verhaal gaat over "Simon" die een heel slim plan heeft
verzonnen. Hij wil graag van de Sint een miljoen
cadeautjes. Daarom zet hij alle schoenen die hij in het huis
kan vinden voor de kachel. Hij zingt een prachtig lied voor
de Sint en gaat naar bed. De piet die de cadeautjes komt
brengen schrikt zich een pepernootje want zoveel
cadeautjes heeft hij niet bij zich. Hij haalt de sint erbij, die
het een goed grap vindt. Ze doen in een schoen een
cadeautje en in alle andere schoenen een pepernootje. En
1
gaan dan weer verder. Simon is heel blij met zoveel
pepernootjes. Hij snapt ook wel dat de sint niet zoveel
cadeautjes heeft alleen voor hem. Hij wacht wel tot pakjes
avond.
kern:
Na het vertellen van het verhaal vertel ik dat de kinderen
even heel erg stil moeten zijn. Ik loop dan naar de gang om
de zak met schoenen te pakken. Ik neem de zak met
schoenen mee de klas in en vertel dat de zak heel erg
zwaar is. Wat zou er in de zak zitten? Ik geef een paar
kinderen de beurt. Daarna stel ik de volgende vraag:
Hoeveel schoenen zouden er in de deze tas zitten? Weer
geef ik een aantal kinderen de beurt en dan kiep ik de zak
om. Alle schoenen liggen nu middenin de kring. Ik vertel er
duidelijk bij dat de kinderen op hun plek moeten gaan
zitten.
De schoenen liggen nu middenin de kring, maar hoe komen
we erachter hoeveel schoenen dit nou zijn?
Na deze vraag geef ik 3 kinderen een beurt om hun idee te
vertellen. Als de kinderen met goede ideeën komen kunnen
we die uit gaan voeren.Daarna wil ik de schoenen gaan
sorteren. Door de verschillende schoenen te vergelijken
kunnen we ze ordenen. Eerst aan de kinderen vragen wat
sorteren is. Uitleggen dat je dan alle schoenen die hetzelfde
zijn of die veel op elkaar lijken bij elkaar legt.
Vervolgens kunnen we schoenen gaan sorteren op:
- kleur
- grootte
- met/zonder hak
- sportschoenen
- met/zonder veters
- laarzen
- jongens/meisjes
- paren
Als alle schoenen gesorteerd gaan we verder met meer en
minder. Ik ga met de kinderen kijken van welke
‘schoenensoort’ de meeste schoenen zijn en van welke zijn
er het minst. Zijn er meer laarzen of zijn er meer
jongensschoenen. De kinderen leren zo de begrippen meer
en minder. Ook kan ik vragen stellen over groot en klein.
Welke schoenen zijn het grootst en welke schoenen zijn het
kleinst? Zijn kinderschoenen of mamaschoenen groter?
Waarom is dat zo denk je?
afsluiting:
Als afsluiting gaan we met z’n allen alle schoenen tellen.
Daarvoor zetten we alle schoenen in een lange rij/cirkel.
Vervolgens wijs ik de schoenen aan en tellen we samen
1,2,3 enz.
Begrippenlijst
Verschil meten en meetkunde: bij het meetonderwijs
gaat het vooral om de getalsmatige kant waarmee de
ruimte en de bijbehorende verschijnselen, zoals lengte,
oppervlakte en gewicht, worden beschreven, geordend en
1
bewerkt. Meetkundeonderwijs heeft meer als doel het
ruimtelijk voorstellings- en redeneervermogen te
ontwikkelen.
Deelleergebieden van Meetkunde: Meetkundig
onderwijs kan je onderverdelen in 3 deelleergebieden:
Oriënteren, construeren en opereren.
Oriënteren : Oriënteren is niet allen het lokaliseren in de
ruimte en het werken met kaarten. Het voornaamste doel
van activiteiten binnen het deelleergebied oriënteren, is dat
kinderen leren om een mentaal standpunt in te nemen en
daarvan een model te zien: het gaat vaak om een
meetkundige activiteit in en met je hoofd, het ruimtelijk
voorstellen.
Viseren: het maken van een rechte verbindingslijn van het
oog naar het object of omgekeerd.
Construeren: Het deelleergebied construeren omvat
activiteiten waarbij de kinderen zelf iets maken. Daarbij
speelt het construerend vooruitdenken ook een belangrijke
rol.
Opereren: Het doen en denken met figuren.
Meetkundige transformaties: Meetkundige bewegingen
als verschuiven, spiegelen en draaien. Projecteren, zoals
schaduwen maken is tevens een transformatie.
Onderwijsleerfasen: Bij het lesgeven over en leren van
een meetkundig begrip of eigenschap kan je drie fasen
onderscheiden:
Ervaren: Een kind ervaart een bepaald verschijnsel.
Verklaren: Wat het kind ervoer ga je vervolgens verklaren.
Dus eigenlijk Wat is de verklaring voor………………?
Verbinden: In de laatste fase wordt het geleerde in
verband gebracht met andere begrippen en verschijnselen
die bedoeld zijn als verdieping op het onderwerp.
Tangram: Het tangram is een soort puzzel, bestaande uit 7
stukken. Deze stukken vormen samen een vierkant. Met
deze stukken kan je allerlei verschillende figuren maken.
Alle stukken uit het tangram bestaan uit een of meerdere
driehoeken.
Vier aan het werk: Bij deze activiteit maken kinderen in
een groepje van vier een mozaïek. De kinderen helpen
elkaar bij het maken van de figuur. Een kind begin met een
figuur en vervolgens gaat het tweede kind dit figuur
spiegelen. Zo gaat het verder totdat ieder kind is geweest.
Het eindresultaat is een prachtig figuur.
Spelen met schaduwen: Spelen met licht. Door licht te
blokkeren ontstaan allerlei vormen. Hoe de schaduw eruit
ziet is afhankelijk van de vorm en de stand van het object
dat het licht tegenhoudt. Verder maakt het ook nog uit op
welk vlak de schaduw terecht komt. blz. 313
Grootheden/maten:
Grootheden worden
Uitgedrukt in maten
Leervragen:
1
Meten en meetkunde?
Tijdens het volgen van de colleges en het maken van de
opdrachten borrelen er altijd vragen op of stel je jezelf
doelen. Zo ook voor de module rekenen 1B. In deze
module hebben we met name kennisgemaakt met de
verschillende aspecten van meten en meetkunde. Toen de
colleges startten had ik geen idee wat het verschil tussen
deze twee gebieden was, dus dat was al de eerste
leervraag die opborrelde. Tijdens de colleges hebben we
veel informatie gekregen en door het lezen van het boek
werd het nog allemaal een stukje duidelijker. In de
begrippenlijst heb ik het verschil tussen meten en
meetkunde opgenomen. Toch vond ik het ook herkenbaar
dat Wilma tijdens het laatste college vertelde dat het
verschil tussen meten en meetkunde niet altijd even goed
zichtbaar is. Veel onderdelen van meten en meetkunde
lopen in elkaar over en dat merkte je ook tijdens de
presentaties. Ik denk dat je je als leerkracht ook met name
moet realiseren wat je rol is als leerkracht wat betreft de
lessen van meten en meetkunde. Je moet wel weten wat de
gebieden inhouden, en daarvoor heb ik de
domeinbeschrijvingen doorgelezen, maar het is met name
belangrijk hoe je de verschillende aspecten in je lessen
naar voren laat komen.
Kom je meten en meetkunde tegen in de praktijk en
zo ja hoe?
Toen ik meer inzicht begon te krijgen in de leergebieden
van meten en meetkunde, kon ik activiteiten op de
basisschool ook beter plaatsen. Ik wist bijvoorbeeld
helemaal niet dat tijdsbesef bij meten en meetkunde hoort
of dat de lessen van het standpunt van de fotograaf onder
meekunde vallen. Het begon dus steeds meer te dagen
welke activiteiten er passen bij het vak meten en
meetkunde. Als reactie daarop ben ik gaan kijken wat er op
mijn stageschool gedaan wordt aan meten en meetkunde.
Kleuters:
- Tijdsbesef met behulp van dagritmekaarten. Verder
maken de kinderen regelmatig opdrachten over het
in de goede volgorde zetten van activiteiten.
- Lengte: er hangt in de klas een poster waarop de
lengte van ieder kind is afgetekend.
- Gewicht: er worden regelmatig koekjes e.d.
gebakken. Het deeg wordt dan vaak in de kring
gemaakt.
- Hoeken: In de bouwhoek kunnen de kinderen aan de
slag met blokken. Verder ligt er een autokleed op de
grond. De leerlingen maken daar dus al kennis met
een plattegrond en eigenlijk dus met oriënteren en
lokaliseren.
Midden/bovenbouw:
- Leerkrachten stellen richten zich met name op de
methode. De methode die op
mijn stageschool gebruikt
wordt is ‘ De wereld in
getallen’. In deze methode
kom je best wel veel meet en
meetkunde opdrachten
tegen. Met name de
projecttaken richten zich op
meten en meetkunde.
1
 - In de school staan techniektorens. In deze Tot slot
techniektorens zitten een aantal lessen die met Ik heb een stuk meer inzicht gekregen in het meten en
name te maken hebben met construeren. meetkunde onderwijs op de basisschool. Het boek waaruit
- Groep 8 heeft aan het begin van het schooljaar een ik veel informatie heb gehaald, richt zich op het meten en
geoweek gehad. Tijdens deze week kregen ze onder meetkunde onderwijs in de onderbouw. Nu zag ik dat er ook
andere uitleg over landmeten. een boek is voor meten en meetkunde in de bovenbouw.
Naar aanleiding van het beantwoorden van de vraag: Wat Dit boek wil ik graag nog eens inkijken om ideeën op te
wordt er op mijn stageschool gedaan aan meten en doen wat betreft meten en meetkunde in de bovenbouw.
meetkunde onderwijs?, vroeg ik mij af wat ik nog zou willen
toevoegen op het gebied van meten en meetkunde.
De volgende punten zou ik willen toevoegen:
- Wat is met name mis, is de praktische kant van het
meten en meetkunde onderwijs. De techniektorens
staan er wel, maar er wordt nog niet veel gebruik
van gemaakt. In de techniektorens zitten echt hele
waardevolle activiteiten.
- Naast de techniektorens zou ik als leerkracht echt
praktisch aan de slag willen. Met name in de
bovenbouw mis ik dat onderdeel. Men gaat uit van
de methode en brengt zelf niets in. Wat tijdens de
presentaties bijvoorbeeld naar voren kwam is dat het
ontzettend leuk is om in de schoolomgeving aan de
slag te gaan met natuurlijke maten. Kinderen vinden
dit meestal fantastisch en daardoor kan je ze
enthousiast maken voor meten en meetkunde.
- Verder zou ik aanraden om tangrampuzzels aan te
schaffen. Als kinderen klaar zijn met de rekentaak of
een andere activiteit kunnen ze lekker met tangram
aan de slag gaan.
- Er zijn natuurlijk nog talloze leuke, actieve,
inspirerende activiteiten te bedenken. In de colleges
zijn er een heel aantal naar voren gekomen en deze
ga ik zeker meenemen bij mijn volgende stages en
de jaren als juf die nog volgens.

1
1