Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 42

FACULTEIT LETTEREN EN WIJSBEGEERTE

WERKCOLLEGE MEDIA EN COMMUNICATIEWETENSCHAPPEN, m.i.v. REFERENTIEWERKEN EN BRONNEN

Publieke omroep en entertainment

2012-2013

Lucassen, Eric

25 april 2013

Is er sprake van een commercialisering bij het aanbod van VRT in de 21e Eeuw?
Inhoud
HOOFDSTUK 0 : INLEIDING .............................................................................................................. 3 HOOFDSTUK 1: ACHTER DE SCHERMEN VAN DE VLAAMSE PUBLIEKE OMROEP .................................... 7 1. 2. DE WEG NAAR DE VRT .......................................................... Error! Bookmark not defined. FINANCIERING VROEGER EN NU ...................................... Error! Bookmark not defined.

HOOFDSTUK 2 : DE TAAK VAN DE PUBLIEKE OMROEP ......................................................... 10 1. 2. TAAK VAN EEN PUBLIEKE OMROEP ALGEMEEN .................................................... 10 TAAK VAN DE VRT .............................................................................................................. 12

HOOFDSTUK 3: CULTUUR EN COMMERCIALISERING ............................................................. 17 1. 2. CULTUUR ................................................................................... Error! Bookmark not defined. COMMERCIALISERING ............................................................ Error! Bookmark not defined.

3. STRIJD TUSSEN CULTUUR EN COMMERCIALISERING .................................................. 20 HOOFDSTUK 4 : HET PUBLIEKE OMROEPDEBAT ...................................................................... 28 HOOFDSTUK 5 : CONCLUSIE .......................................................................................................... 33 BIBLIOGRAFIE ................................................................................................................................... 34 BIJLAGES ............................................................................................................................................ 36

HOOFDSTUK 0 : INLEIDING
De publieke omroep krijgt de laatste jaren heel wat kritiek te verduren. Deze kritiek heeft zeer verschillende invalshoeken: kritiek op kijkcijfers en kritiek op programmatie, kritiek op financin en eigenheid. Iedereen heeft er wel een mening over. De kern van het probleem is echter ontstaan vanaf de liberalisering van de omroepsmarkten in 1987 , want hier eindigde de monopolie van de VRT omdat er nu commercile zenders konden ontstaan. Hierdoor kwam er ineens concurrentie voor de publieke omroep en moesten ze meer moeite gaan doen om kijkers te krijgen en behouden. Voor het probleem van concurrerende omroepen, opteerde de openbare omroep voor een cultureeleducatief beleid. De indeling van de zendtijd bestond uit een combinatie van educatie, informatie en ontspanning, met een Vlaams karakter. Hoewel de missie van de VRT na de liberalisering van omroepsmarkten nog steeds het bieden van meerwaarde is, is de invulling toch veranderd, zeker in vergelijking met de vroegere cultureel-educatieve logica. Sommigen zien dit alles als een poging van de VRT om de kloof met het publiek te dichten. 1 Karen Donders beweert dat vanaf de vrije concurrentie van omroepen, de publieke omroep zichzelf steeds moest heruitvinden om te concurreren met de commercile omroep, en bijgevolg commercile strategien gebruikt. Toch willen ze dat kwaliteit hierin een belangrijk kenmerk blijft.2 Deze literatuurstudie zal dus draaien rond de vraag : Is er sprake van een commercialisering bij het aanbod van VRT in de 21e Eeuw? Hierbij gaan we dan ook bekijken of dit ook consistent is doorheen de 21e eeuw. Deze commercialisering zal worden geanalyseerd in het kader van beheersovereenkomsten die gemaakt zijn door de VRT en de financiering die hieraan verbonden is, studies over het publieke omroepsdebat, een representatieve opiniepeiling van de Vlaming, Ik heb mijn thema tot VRT afgebakend, omdat deze publieke omroep dicht bij huis ligt , en in Vlaanderen vertoont het marktaandeel van de publieke omroep een stijgende trend, terwijl het in vele landen juist een dalende trend is. 3 Volgens Wijfjes was het martaandeel in 1993 namelijk op een dieptepunt van 20 %, en bereikte het in 2005 weer op 36 %, te wijten aan een gewijzigde vorm en inhoud van radio-en tv-programmas.

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 3-5. 2 Donders (K.), Pauwels (C.), Loisen (J.). Private television in Western Europe: contents, markets, policies. S.L., Palgrave Macmillan, 2013, pp.140-141 3 Leurdijk (A.), Bodea (G.), Dries (J.), Ponsioen (A.). Quick Scan Beleid publieke omroep in Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten. Delft, TNO, 2004, pp. 10 28.

Volgende tabel uit een internationale studie van Leurdijk toont ook duidelijk dat het marktaandeel van de openbare omroep (sterk) toeneemt in de periode 2001-2003.

Dit is onderdeel van de maatschappelijke relevantie, samen met het publieke-omroepdebat dat nu constant aan de gang is. Hier wordt al tijden gedebatteerd over wat de taak van de publieke omroep is, welke waarden ze moeten vervullen, wat ze moeten aanbieden, of ze al dan niet hun overheidsdotatie mogen gebruiken voor bepaalde doeleinden, en of de Vlaming tevreden is met wat er gebeurt. De kranten staan namelijk ook vol met zaken over de VRT:

Leurdijk (A.), Bodea (G.), Dries (J.), Ponsioen (A.). Quick Scan Beleid publieke omroep in Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten. Delft, TNO, 2004, p.5

Iedereen heeft wel een eigen inbreng hierover. De constante besparingen die doorheen de jaren door de overheid worden vastgelegd doen hier ook geen goed aan. Veel mensen twijfelen of ze nog wel kunnen uitzenden wat ze behoren uit te zenden, en wat voor gevolgen de steeds wijzigende financin hebben op de eigenheid van de VRT. Het is dus duidelijk een actueel onderwerp.

Ik bakende mijn thema af naar de commercialisering omdat dit net het knelpunt is in de concurrentie van de publieke omroep met de commercile zenders. Verscheidene publieke omroepen over de hele wereld verliezen hun eigenheid in deze strijd, en ik wil een beeld proberen scheppen over hoe dit bij de VRT tot uiting komt.5 Deze studie is wetenschappelijk relevant omdat hierin zal worden aangetoond wanneer de commercialisering zijn pieken bereikt, en wat ertoe leidt. Zo kan men duidelijk het parcours zien dat VRT aflegt in concurrentie met de private omroepen.

Leurdijk (A.), Bodea (G.), Dries (J.), Ponsioen (A.). Quick Scan Beleid publieke omroep in Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten. Delft, TNO, 2004, pp. 10 28.

HOOFDSTUK 1: STRUCTUUR EN FINANCIN VAN DE VRT


Om te beginnen kijken we hier even naar de evolutie van de Belgische publieke omroep naar de VRT, en naar de financiering die hieraan verbonden is. Het wordt ingedeeld in een periode voor de liberalisering van de omroepsmarkten en de periode erna. Zo krijgen we zicht op het financile plaatje waar ook rekening mee moet worden gehouden als men de commercialisering bekijkt. De financin hebben namelijk veel invloed op wat een omroep kan en wil aanbieden.

1. VRT VOOR DE GEDEELDE MARKT De weg naar VRT begon in 1923 met de eerste landelijke radio in Belgi , Radio Belgique, grotendeels in het Frans. In 1930 werd de NIR/INR opgericht, een instelling die met 3 golflengtes een radioprogramma in het Frans en in het Nederlands verzorgde. 90 % van de inkomsten hiervoor kwam uit het luistergeld dat werd aangerekend aan de luisteraars; een publieke financiering. Hierdoor kreeg de overheid zeggenschap bij de NIR. Hierna trad het televisietijdperk in. De exploitatie van de televisie werd ook toegewezen aan de NIR. De eerste televisiebeelden werden uitgezonden in 1953. In 1958 werd ook het kijkgeld ingevoerd voor dit populaire medium. Er was een zeer gevoelige relatie met de overheid, omdat die het geld binnenbracht In 1960 werd de NIR de RTB voor het Franstalige deel en voor het Nederlandstalige deel de BRT. Het grootste deel van hun inkomsten kwam nog altijd van de dotatie die de overheid aan hen gaf van het kijk- en luistergeld.

Deze tabel toont het verschil tussen wat gend werd als kijk-en luistergeld en wat ook effectief gedoteerd werd aan de zender. Er werd steeds meer kijk- en luistergeld opgehaald, maar steeds minder 7

daarvan ging naar BRT6. Onder het vrij vage kader van informatie, educatie en ontspanning, begon de openbare omroep glorie te verliezen. Dit kwam enerzijds door concurrentie van omroepen een uit andere landen, maar ook door volgende gebeurtenis van 1987. In 1987 werd dus het kabeldecreet goedgekeurd door de Vlaamse Raad. Hierdoor eindigde het monopolie van de BRT, want vanaf dat moment mocht een commercile zender worden opgericht. Er werd dus een overgang gemaakt naar een gedeelde markt, want er ontstond concurrentie voor de BRT.7

2. VANAF EEN GEDEELDE MARKT VTM kwam nu namelijk op als landelijke commercile zender , en stal al snel een zeer groot marktaandeel en kijkerspubliek van BRT, zoals blijkt uit volgende tabel.

In 1991 kwam er een ongeveer vast basisbedrag van wat BRTN (aanpassing van de naam) kreeg van het kijk en luistergeld. Rond die tijd werd het hen ook toegestaan om reclame te maken, maar enkel op de radio. In 1995 werd de relatie tussen de publieke omroep en de overheid vastgelegd in een beheersovereenkomst, en de BRTN moest beleidsplannen gaan opstellen omdat het kijkersaantal een
6

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.). Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis. Gent, Academia Press, 2004, pp. 20-45. 7 De Clerck (J.), Narinx (A.), Ros (N.), Rottier (T.), Van Bavel (I.). Vlaamse Radio en Televisie Omroep voor en na de crisis. S.L., S.E., S.D., p.4.

heus dieptepunt bereikte door een opkomst van diverse commercile zenders. Als reactie op een studie over de kijkers begon het programma-aanbod gedeeltelijk te wijzigen, en werd het beter afgestemd op een aantal specifieke categorien van kijkers. De BRTN ging over tot het naamloze vennootschap VRT, met als doel de openbare omroep als een normaal bedrijf te kunnen beheren.8 Reclame op de radio en sponsoring werden essentile commercile activiteiten voor omroepsbudget. Het gevolg van deze gemengde financiering en de besparingen die in de beheersovereenkomst van 2007 werden ingevoerd, was het toenemen van commercile activiteiten, en een minder gevoelige relatie met de overheid. 9

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.). Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis. Gent, Academia Press, 2004, pp. 20-45. 9 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, p. 5.

HOOFDSTUK 2 : DE TAAK VAN DE PUBLIEKE OMROEP


De centrale onderzoeksvraag in deze studie draait rond de commercialisering van de openbare omroep. Simpel gesteld is dit dus een afwijking van wat werd aangeboden voordat de omroepsmarkten werden geliberaliseerd. Hiernaast is dit volgens vele meningen in het publieke omroepdebat ook een afwijking van de opdracht die de publieke omroep moet vervullen ten aanzien van de burgers (educatie, informatie en ontspanning en dit steeds met kwaliteit). Voor dat we kunnen bekijken of er commercialisering optreedt, moeten we weten wat er wordt verwacht van een publieke omroep in het algemeen, en wat er hier in Vlaanderen specifiek wordt verwacht.

1. TAAK VAN EEN PUBLIEKE OMROEP ALGEMEEN Het concept publieke omroep komt voort uit het idee dat eigenlijk de Staat verantwoordelijk is voor de kwaliteit van informatie die het volk van een bepaald land ter beschikking heeft, en hiervoor dus publieke diensten moet opzetten, onder andere een omroep. 10 Volgens Thomas Coppens houdt dit het volgende in : De publieke omroep is een instelling die binnen een welbepaalde historische context werd opgericht om bepaalde maatschappelijke functies te vervullen. Om de omroep ten volle te ondersteunen bij het uitoefenen van deze functies werd een beleid ontwikkeld volgens een aantal basisprincipes: anti-commercialisme, monopolie, universaliteit en kwaliteit. Door maatschappelijke evoluties zijn deze basisprincipes gevolueerd. (Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.D., p 24)

De reden waarom een publieke omroep universaliteit van inhoud moet hebben, is dat alle burgers zich zouden moeten kunnen terugvinden in wat er wordt uitgezonden. En iedereen zou toegang moeten hebben tot de informatie die wordt verdeeld. Redactionele onafhankelijkheid is ook nodig om vrij te kunnen zijn in wat wordt gepubliceerd of uitgezonden. Dit alles is in combinatie met een hoge kwaliteit van diensten en output. Ten slotte moet een publieke omroep ook ter verantwoording kunnen worden geroepen.11

10

Dommering (E.). De toekomst van de publieke omroep. Amsterdam, Instituut voor informatierecht; faculteit rechtsgeleerdheid, 2005, p. 2. http://dare.uva.nl/document/159395 zie bijlage 9 . Datum van raadpleging 16 april 2013 11 Otten (R.). Achter de televisie. Omroepmarkten en structuren in West-Europa. Antwerpen, Garant, 2005, p. 29.

10

De functie van de publieke omroep kan onderverdeeld worden in een politiek-democratische functie en een culturele functie. De politiek-democratische functie heeft betrekking op de rol die de publieke omroep speelt bij het informeren van het volk en bijgevolg bij het verdelen van opinies. Idealiter zou dit aanzetten tot debat en reflectie . De culturele functie heeft betrekking op het verdelen van de cultuur (en eventueel produceren). Binnen deze opdrachten zijn een aantal waarden essentieel : kwaliteit, diversiteit, innovatie en universaliteit. Volgende tabel geeft een mooi overzicht weer van deze functies en waarden.12

Hier kan men wel duidelijk zien dat de oorspronkelijke taak tegen de commercialisering ingaat. Maar de oorspronkelijke principes zijn wel gevolueerd. Het einde van de publieke-omroepsmonopolie leidde immers tot een golf van reorganisatie. Er kwam nu meer economische bedrijfslogica in het beleid. De focus van de publiek omroep verschoof gedeeltelijk naar competitie en publieksmaximalisatie ( bij VRT uitte dit zich in de beheersovereenkomsten).13

12 13

Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, pp. 24-37. Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandebosch (H.), Dierckx (M.). De publieke-omroepopdracht in de ogen van het publiek: survey-onderzoek naar de toekomstige taak van de Vlaamse publieke omroep . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, S.D., p. 138

11

2. TAAK VAN DE VRT De beschikbaarheid van een publieke omroep is een recht van elke Vlaming, en elke Vlaming zou zich in principe moeten kunnen vinden in het programma-aanbod van de VRT. De balans tussen verbreding en verdieping is zeer belangrijk. Kunst, muziek en andere cultuuruitzendingen spreken natuurlijk minder mensen aan, maar de taak van de VRT bestaat erin om ook de kleinere doelgroepen te bereiken. Maar langs de andere moet de VRT een groot aantal van de Vlaamse bevolking bereikt, een precair evenwicht.14 Bij deze programmas moet er een kwalitatief hoogstaand product worden aangeboden op gebied van cultuur, educatie, informatie en ontspanning en moet er steeds een kwaliteitsvol taalgebruik aan te pas komen. Zo moet er worden bijgedragen aan de ontwikkeling van de Vlaamse identiteit en cultuur en gezorgd worden voor een objectieve, onafhankelijke en pluralistische opinievorming bij de Vlaamse toeschouwers. Een voldoende aantal programmas hiervan moet bedoeld zijn om een groot publiek aan te spreken, want op die manier wordt een groot aantal Vlamingen betrokken bij de openbare omroep (democratische en culturele functie).15 De opdrachten en doelen van de VRT werden de laatste jaren ook vastgelegd in beheersovereenkomsten. Dit zijn contracten tussen de VRT en de Vlaamse Gemeenschap , waarbij doelen gesteld worden in ruil voor subsidies, die dan worden gemeten aan de hand van performantiemaatstaven. De beheersovereenkomsten zijn ontstaan omdat er dringend een koerswijziging nodig was bij de VRT door de liberalisering van de omroepmarkt en de daling van de kijkcijfers en het marktaandeel. De beheersovereenkomsten waren de oplossing om de VRT omroep te redden van verval. Hiernaast werd marktonderzoek naar de wil van de kijkers en reclame op radio ook belangrijk voor hun inkomsten en kijkersaantal. Nu bekijken we even wat in deze beheersovereenkomsten vastgelegd staat, omdat deze ook verband houden met redenen waarom de VRT commercialiseerde maar ook met redenen waarom ze deze commercialisering weer afbouwden.16

14

Lieten (I.). De VRT als uitdager en partner in het Vlaamse medialandschap . S.L., S.E., 2010, pp. 19-22. Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, pp. 24-37. 16 Wijfjes (H.). Nieuwe wegen voor de publieke omroep in Vlaanderen en Nederland. S.L., Ons Erfdeel, 2006, pp. 4-5
15

12

2.1 Beheersovereenkomst 1997-2001: In de beheersovereenkomst van 1997 werden de opdrachten die de publieke omroep moet vervullen op een rijtje gezet, om de prioriteiten duidelijk te maken. Dit houdt in dat een zo groot mogelijk aantal kijkers en luisteraars moet worden bereikt omdat de kijkcijfers de laatste tijd zo drastisch waren gedaald. Dit was het meest belangrijk werkpunt.17 Voor de rest moet er diversiteit aan programmas zijn die belangstelling wekken bij de mensen , dit aanbod moet kwalitatief hoogstaand zijn en een uitgesproken Vlaams karakter hebben. VRT moet ook een aantal doelstellingen bereiken op gebied van bestuur, financin en publieksbereik. De voltooiing wordt gemeten met performantiemaatstaven. 18 Resultaat werd ook geboekt: het kijkersaantal steeg sterk. Uit onderzoek kon men afleiden dat er meer en langer werd gekeken, en ook de kijker tevreden was met de kwaliteit die werd aangeboden in de programmas.19 Toch stuwt deze beheersovereenkomst redelijk in de commercile richting , omdat het publieksbereik vooral belangrijk was. Als we de journaals van VRT gaan bekijken, is er in deze periode een duidelijk toename van soft news (sensationele of verleukte berichtgeving). Hieronder valt royalty, entertainment, sport, fait divers, celebrities, rampen en criminaliteit. Dit kan men afleiden in de volgende tabellen:

17 18

Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, pp. 62-64. Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). Op. Cit. 2012, pp.9-10. 19 Tack (A.). De programmatie van de VRT-televisie: Achtergronden en strategien: Herbekeken (anno 2010). Gent, Ugent, 2010, p. 32

13

De beheersovereenkomst heeft dus een invloed heeft gehad op het journaal. Hard news moest afnemen. Men kan dus spreken van een commercialisering bij deze overeenkomst, omdat het nieuws toegankelijker, sensationeler en leuker wordt gemaakt. De kwalitatieve waarde ervan neemt af.20 2.2 Beheersovereenkomst 2002-2006: Hierin wordt de algemene opdracht van de VRT, nog eens bevestigd. De democratische en culturele functie wordt duidelijk omschreven, met de nadruk op de rol die de VRT moet spelen in de hedendaagse informatiemaatschappij. Kwaliteit wordt n van de essenties van deze beheersovereenkomst.21 Deze focus op kwaliteit kwam vooral doordat de kijkcijfers na de eerste beheersovereenkomst erg waren toegenomen, en er vraag was naar een onderscheidend karakter bij de VRT, waarbij deze vraag vooral kwam vanuit de private omroepen.22

20

Sinardet (D.), De Swert (K.), Dandoy (R.). Frans, Vlaams, commercieel, openbaar : zoek de verschillen. Een longitudinale vergelijking van de themas in de Belgische televisiejournaals. S.L., Universiteit Antwerpen, 2004, pp. 15-26 21 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). Op. Cit. 2012, pp.9-10. 22 Coppens (T.). Op. Cit. 2005, pp.62-64.

14

Voorgaande tabel toont aan wat in welke verhouding moet worden uitgezonden, en waar (welk net). Hieruit blijkt dat een standaard wisselwerking tussen ontspanning en informatie is ingevoerd.23. De financiering wordt ook min of meer vastgelegd, samen met de bestuurlijke organisatie. De inkomsten van radioreclames worden beperkt, en andere financile betrekkingen tussen de Vlaamse Gemeenschap en de publieke omroep worden duidelijk vastgelegd. 24 VRT kon meer focussen op kwaliteit bieden, omdat ze door de vorige beheersovereenkomst in 2002 opnieuw marktleider werden. Toch moet men in het achterhoofd houden dat terwijl deze kwaliteit verbeterd werd, er nog veel ontspanning werd geprogrammeerd.25

2.3 Beheersovereenkomst 2007-2011: Hiervoor werd een wetenschappelijke studie over de opdrachten van de publieke omroep, een bevraging bij het publiek gehouden. Hieruit bleek dat de verwachtingen van de VRT erg groot waren, en dat de Vlamingen en de ondervraagde organisaties erg kritisch waren. Hieruit vloeiden een aantal aanbevelingen voort : De omroep moet zichzelf steeds kritisch blijven evalueren en ambitieuzer zijn op het gebied van hun performantiemaatstaven. Publieksmaximalisatie mag niet het hoogste doel zijn van de omroep, en eigenlijk ook niet op zichzelf een doel. Het uitzenden van cultuur en informatie verdient meer aandacht. De omroep is er namelijk vooral om een meerwaarde te bieden. De economische bedrijfslogica van de eerste beheersovereenkomst wordt hier dus achteruit geschoven, en er wordt sterk benadrukt dat de VRT een niet-commercieel karakter heeft en dit steeds in het oog moet houden. Ook moet universele toegang tot hun brede aanbod een heel belangrijke pijler blijven voor de publieke omroep. 26
23

Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, pp. 68-71. Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 9-10.
24
25

Tack (A.). De programmatie van de VRT-televisie: Achtergronden en strategien: Herbekeken (anno 2010). Gent, Ugent, 2010, p. 35 26 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 9-10.

15

Het blijkt dus heel erg moeilijk om een evenwicht te vinden en te houden tussen publieksbereik , diversiteit, kwaliteit en responsabilisering. Er wordt dus sterk aangegeven dat ze de commercialisering van de laatste jaren niet zo op prijs stelden, en een cultureel hoogstaander aanbod willen.. Heel belangrijk hier is dat de performantiemaatstaven met betrekking tot appreciatie van ontspanning en fictie, het bereik van kinderen en de diverse sporten verdwenen (minder belangrijk werden). 27 De grootste nadruk blijft echter liggen op de rol van VRT in de digitale revolutie. Investeren in digitale media en innoveren is de boodschap. Deze beheersovereenkomst is dus tegenstrijdig met de commercialisering in 21e eeuw, en probeert deze een beetje de kop in te drukken. Toch werden er besparingen opgelegd aan VRT van ongeveer 170 miljoen euro, en deze besparingen maken het minder makkelijk voor VRT om zomaar af te wijken van het commercile pad .28

27

Tack (A.). De programmatie van de VRT-televisie: Achtergronden en strategien: Herbekeken (anno 2010). Gent, Ugent, 2010, p. 37 28 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 9-10.

16

HOOFDSTUK 3: CULTUUR EN COMMERCIALISERING


Om te kunnen spreken over een commercialisering, moeten we eerst weten wat dit begrip omvat. Maar een commercialisering gaat meestal hand in hand met het verdwijnen of versimpelen van den zogenaamde cultuur die wordt aangeboden. Daarom is het belangrijk dat we weten wat dit inhoudt. Het woord cultuur heeft verschillende betekenissen gehad door de jaren heen, maar met betrekking tot televisie en de publieke omroep kan het worden gehouden op enerzijds de levenswijze van een bepaalde groep in een bepaalde tijd, waarbij men het begrip nationale cultuur kan afleiden: de normen en waarden die aanvaard worden en gebruikelijk zijn binnen een natie. De andere betekenis van cultuur die van toepassing is, is volgens de auteur praktijken en werken die een gevolg zijn van artistieke en intellectuele arbeid. Dit is dan vooral muziek, literatuur, theater, of met andere woorden kunst.29 Als cultuur in verband wordt gebracht met televisie, ligt de nadruk meestal op de inhoud en vorm van het programma. De cultuur die wordt uitgezonden heeft een invloed op de kijkers, en hierbij komt dus verantwoordelijkheid kijken. Televisiecultuur heeft een eigen vorm, taal, geschiedenis en toekomst.30 Een cultuur delen is volgens sommigen de wereld op gelijke manier interpreteren; binnen dezelfde interpretatiekaders. Dit impliceert dus dat de nationale cultuur ertoe leidt dat iedereen die deze deelt op dezelfde manier naar de wereld kijkt, en die kijk wordt dus in principe deels aangeboden door de publieke omroep. Zo kan de publieke omroep dus bijdragen tot de nationale eenheid ( dit gebeurt ook wel gedeeltelijk vanzelf door de volkstaal in de programmas te gebruiken).31 Een goede omschrijving van cultuur bij VRT is :

(1) Audio - of audiovisuele programma's, producten, diensten en bijdragen over podiumkunsten (waaronder onder meer opera, ballet, concerten van klassieke en moderne muziek, folk, kleinkunst etc, theater, circus, cabaret enzovoort), volkscultuur (materieel en immaterieel erfgoed), amateurkunsten, kunstuitingen uit het socioculturele veld, beeldende kunsten, humane wetenschappen (literatuur, taal, geschiedenis), mode en design, architectuur en urbanisme, cultureel en culinair toerisme, en over culturen en cultuuruitingen van andere volkeren en/of gemeenschappen; (2) Film (cinefiele film, de kortfilm, waarheidsgetrouwe verfilmingen of tvregistraties van werken uit de Vlaamse, Nederlandse of de wereldliteratuur en filmklassiekers);

29 30

Williams (R.). Keywords: a vocabulary of culture and society. Londen, Fontana, 1976, pp. 76- 80. De Zutter (S.). Een Vlaamse, Culturele televisieomroep. Leuven, KULeuven, 1999, pp. 7-13 31 Dhoest (A.). De verbeelde gemeenschap: 50 jaar Vlaamse tv-fictie en constructie van eennationale identiteit. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2004, pp.21-34

17

(3) Kwalitatief hoogstaande Vlaamse fictie. (Van den Bulck (H.), Dhoest (A.), Vanebosch (H.), Claessens (N.). Internationale benchmarking
cultuur op publieke omroepen. 2009, p.18.)

Populaire cultuur is een makkelijke manier om alledaagse betekenissen (cultuur) te verspreiden. De liberalisering van de omroepsmarkten heeft echter een mentaliteitswijziging teweeg gebracht bij de openbare omroepen: ze gaan nu het publiek nu beschouwen als consumenten van een product. Deze mentaliteitswijziging wordt beschouwd als een commercialisering, want hierbij verviel het primaire doel om nationale identiteit te creren gedeeltelijk.32 Het woord commercialisering slaat meestal terug op de toenemende invloed van de markt, op een meer bedrijfseconomische aanpak op het gebied van informatievoorziening door de overheid.33 Een commercialisering vertrekt vanuit het idee dat het publiek zelf het beste kan oordelen over wat ze willen zien. Hiernaast is een commercialisering ook het gevolg van een wijziging in de waarden van het publiek, namelijk populaire cultuur is nu de dominerende cultuur. Een commercialisering van de publieke omroep houdt vooral in dat ze meer op een commercile omroep gaan lijken op gebied van hun programmering. Dingen als amusement, infotainment en ontspanning worden naar de voorgrond gebracht terwijl cultuur en kwalitatieve informatie, en educatie plaats moeten maken .34 In volgende tabel kan men ook duidelijk zien dat er een verschuiving in het totale denkkader van de publieke omroep plaatsvindt. Er is een groot verschil tussen een omroep in tijd van monopolie en een omroep in tijd van concurrentie (nu). Het denken is marktgerichter; gecommercialiseerd.

32

Dhoest (A.). De verbeelde gemeenschap: 50 jaar Vlaamse tv-fictie en constructie van eennationale identiteit. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2004, pp.21-34 33 Van Eechoud (M.). Openbaarheid, exclusiviteit en markt: commercialisering van overheidsinformatie. S.L., S.E., 1998, p. 1. http://dare.uva.nl/document/6650 zie bijlage 10 . Datum van raadpleging 19 april 2013 34 Da-Wariboko (B.). Investigating the effects of proliferation of commercial broafcasting on public service broadcasting: The case of Rivers State of Nogeria Broadcasting Corporation. S.L., Rhodes University, 2005, pp. 15-17

18

35

De commercialisering is dus eigenlijk een gevolg van de verplichting/nood om publiek te trekken, en is vaak te wijten aan een gebrek aan financin en/of regulering. De populistische manier is dan een uitweg voor publieke omroepen om meer kijkers te lokken. Toch zijn er meerdere manieren om publiek te trekken. De meest simpele is om in plaats van nieuwe programmas uitzenden om nieuwe kijkers te lokken, een populair programma vaker in de week uitzenden. Het risico hierbij is ook kleiner, maar hierbij ligt de focus dan meer op commercile dingen die veel kijkers trekken (soaps, voetbal, ) dan op het innoveren. Deze strategie is heel logisch en efficint, maar net omdat deze oplossing zo doeltreffend is , is de kans op een commercialisering bij de openbare omroep dus groter.36 In deze studie zal de commercialisering dus drie dingen betekenen: Ofwel het beleid van de publieke omroep waarbij er minder kunst, cultuur en informatie wordt geprogrammeerd en meer ontspanning om zo meer kijkcijfers te trekken. Het kan echter ook verwijzen naar de methode waarop de VRT ten tijde van een gemengde financiering zijn inkomsten verzamelt. Dit gebeurt dan via reclame en sponsoring. Ten slotte kan het ook nog betekenen dat de VRT zijn aanbod aan programmas toegankelijker wil maken (zoals bijvoorbeeld het nieuws) zodat het meer mensen interesseert of aanspreekt.

35

McQuail (D.), Siune (K.).Media Policy :Convergence, Concentration & Commerce. London, SAGE Publications Ltd, 2003, pp. 35-36 36 Pauwels (C.), Kalimo (H.), Donders (K.), Van Rompuy (B.).Rethinking European Media and Communications policy. Brussel, IES,2009, pp. 168-172

19

STRIJD TUSSEN CULTUUR EN COMMERCIALISERING


2.1 Eerste studie : Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen De eerste studie, Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen, beweert het volgende inzake de commercialisering: Vroeger, tot ongeveer 1990, was cultuur n van de belangrijkste items die op televisie en radio werd uitgezonden . De mensen waren er heel erg in genteresseerd en het werd steeds naar de voorgrond geschoven, omdat er ook veel vraag naar was. Maar vanaf 1990 hebben een aantal factoren een grondige transformatie van het medialandschap in gang gezet. Bij deze factoren gaat het dan om socioculturele (bv. Postmoderne kijker), economische (bv. commercialisering), politieke (bv. deregulering) en technologische factoren . Eigenlijk lag de opkomst van VTM vooral aan de basis van deze zogenaamde breuklijn in Vlaanderen, want deze commercile zender begon kijkers weg te kapen bij de publieke omroep. De toekomst begon er niet zo goed uit te zien voor de publieke omroep. De publieke omroep begon nu dus meer aandacht te schenken aan ontspanning en entertainment, om zo meer kijkers te trekken. Dit was vooral te merken op de televisie. Er begon als het ware een commercialisering op te treden, omdat ze in zekere zin gingen concurreren met VTM. Dit deden ze door meer in dezelfde richting te programmeren maar toch zonder de kunst en cultuur geheel af te schrijven. De openbare omroep boekt hiermee succes, want het aantal kijkers verdubbelde. Deze periode waarin VRT sterk naar het commercile overhelt, liep tot ongeveer 2004. Maar de periode van 2005 - 2006 tot vandaag toont weer een soort van ommekeer. Na de commercialisering vanaf 1990, overheerst bij de openbare omroep nu vooral een competitieve business logica, omdat de openbare omroep nu ook een heel deel van de inkomsten zelf moet verdienen, en aan een aantal performantiemaatstaven moet voldoen om steun te blijven krijgen van de overheid. Dit gebeurt vaak via commercile activiteiten als reclame op de radio en via sponsoring. En desondanks blijft informatie, ontspanning en educatie centraal staan in het beleid. Als gevolg van de hervormingen bij de VRT heeft vandaag VRT een sterke plaats in het medialandschap in Vlaanderen veroverd. Deze hervormingen hebben er ook voor gezorgd dat de ontevredenheid aan bod kwam over de afnemende aandacht voor kunst en cultuur op de openbare omroep, met als gevolg dat de VRT nu meer moeite doet om kunst en cultuur wat meer onder de aandacht te brengen.

20

Er is komt nu een herwaardering van het cultuuraanbod opgang, hoewel de commercile activiteiten van VRT niet helemaal zijn gestopt.37
Uit volgende tabel kan men afleiden dat bij het uitzenden van specifieke cultuurprogrammas de VRT goed scoort in vergelijking met een aantal referentieomroepen. Men stelt vast dat de VRT toch veel belang hecht kunst en cultuur de laatste tijd. Als men polst naar het bereik en de waardering hiervan, scoort de VRT weer goed, hoewel de VRT geen specifieke cultuurzender heeft. Ook op de radio komt een breed gamma aan informatieve cultuurprogrammas aan bod. We kunnen dus wel besluiten dat de VRT momenteel heel divers programmas uitzendt op gebied van cultuur. Dit onderzoek dateert uit 2009. 38

37

Van den Bulck (H.), Dhoest (A.), Vanebosch (H.), Claessens (N.). Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2009, pp. 8-10. 38 Van den Bulck (H.), Dhoest (A.), Vanebosch (H.), Claessens (N.). Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2009, p. 20.

21

22

2.2 Tweede studie: Publieke Televisie in Vlaanderen.

Voorgaande cijfers tonen ons dat in de periode van 2003-2004 er een duidelijk verschuiving optrad in de programmatie, in het voordeel van amusement. Toch wijst de auteur erop dat ze niet zomaar los bekeken moeten worden. In het kader van de voorgaande cijfers, waar er overduidelijk sprake was van een commercialisering en stijging van amusement, is hier nu niet meer zo een spectaculaire

23

voortbeweging in. De documentaire en informatie krijgen wel een duidelijke plaats op het net, maar enkel echt op Canvas. Ook de programmas die wel nog cultuur of info aanbieden, worden toegankelijker gemaakt door gebruik van technieken uit amusementsgenres, dat begonnen was door trendsetter VTM. Dit is dus ook een soort van commercialisering, omdat de kwaliteit van de cultuur hiermee afneemt. Deze studie loopt helaas niet verder dan 2004, maar dit is toch een belangrijk moment om te bekijken, gezien de beweringen van voorgaande studies. Dit sluit duidelijk aan bij de periode die in de eerste studie gellustreerd werd, vlak voor de grote ommekeer. Echter cijfers voor een volgende periode zijn niet beschikbaar, daar dit werk van 2004 dateert. Toch deelt dit werk ook meningen van de tweede studie, in de zin van het toegankelijker maken van de cultuur waardoor een deel van de waarde verloren gaat.

24

2.3 Derde studie : De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT. Een vierde studie , die dateert uit 2010 beweert het volgende: De openbare omroep, in tegenstelling tot een private omroep, is niet helemaal vrij. De openbare omroep moet (zoals overeengekomen in de beheersovereenkomsten) een zeer bewust beleid voeren. Dit impliceert ten eerste een focus op de articulatie van de levende Vlaamse cultuur, en aan de hand van programmas de Vlamingen het idee geven dat ze behoren tot een gemeenschap. Daarnaast moet de publieke omroep een venster op de wereld zijn. Ook moet de publieke omroep de mensen herinneren aan hun verleden, door een Vlaamse kalender met een aantal mijlpalen in van de samenleving (verkiezingen, kerstmis, Eurosongfestival,..) Hierbij hoort ook dat de omroep aandacht besteedt aan het culturele erfgoed van Vlaanderen. Als laatste moet de publieke omroep ook dienen om Vlaamse cultuur en identiteit te creren (creator functie). Een simplistische manier om te testen of de VRT zich hieraan houdt, is door te kijken wat het aandeel van Vlaamse producties is dat in de zendtijd wordt geprogrammeerd. In 2007 bedroeg dit 65,3% , in 2008 dan 67,8% en in 2007 bereikte het cijfer 70 %, wat ver boven de 50% ligt die was overeengekomen in de beheersovereenkomst met de overheid. Men kan daaruit toch concluderen dat de VRT volgens deze studie VRT ten eerste voldoet aan zijn taak om de Vlaamse cultuur hoog te houden, en zoals eerder gezegd, Vlaamse fictie aanbiedt en bijgevolg dus goed voorziet in een deel van het cultuuraanbod in de jaren na 2004 . Ook heeft aandacht voor de Nederlandse taal altijd een grote rol gespeeld. Er werd lang voor doeleinden op gebied van cultuur en educatie een standaardtaal gehanteerd en gepromoot, en men wou dit ABN bij alle soorten uitzendingen. Dit heeft ervoor gezorgd dat lange tijd het taakgebruik op radio en televisie nauw in de gaten werd gehouden.39 Dit was even stilgevallen na ettelijke pogingen tot taalprogrammas, maar ook hier zien we een duidelijke heropleving van een bepaald aspect van cultuur (de Vlaamse taal) na 2004, wat overeenkomt met wat al eerder werd beweerd. De laatste jaren heeft de VRT zich ook ingezet op gebied van duiding en debat. Met wekelijkse programmas proberen ze duiding te geven achter wat in het nieuws wordt uitgezonden( De Ochtend, Terzake, Villa Politica). Deze programmas helpen het functioneren van de democratie en zetten bijgevolg aan tot goed burgerschap, en dit alles door vanuit een Vlaams referentiekader het nieuws te volgen en er achtergrondinformatie bij te leveren. Ook ruimere themas worden door de VRT aangepakt door het uitzenden van documentaires over de maatschappij, de economie en de politiek.

39

Van den Bulck (H.). De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2010, pp. 6-10.

25

In deze tabel kan men ook zien hoe het publiek over al deze programmas denkt. Hieruit blijkt dat VRT het de laatste jaren weer helemaal niet slecht doet op gebied van cultuur en dit ook wordt geapprecieerd door het publiek. De openbare omroep haalt dus volgens de auteurs algemeen een goede score als het gaat om de bescherming en promotie van de cultuur en identiteit van Vlaanderen op vlak van informatievoorziening.40 Als de aandacht wordt gericht op het tonen van kunst hadden de cultuurprogrammas op VRT in 2007 maar liefst 28,8% van de kijkers bereikt, en in 2009 al 37,5% van de kijkers. Echter de maatstaf die ze moesten halen was maar 20% , wat ze dus ver overschreden hebben. Ook werd dit sterk geapprecieerd door de kijkers met een gemiddelde van 78% in 2009. 41

Algemeen kan men hieruit besluiten dat , hoewel geen vergelijkende cijfers kunnen worden gegeven van voor 2007, de openbare omroep de laatste jaren wel degelijk inspanningen doet om de taak die de overheid heeft opgedragen te voltooien, en met succes, en dit strookt met wat de eerste studie beweert over een ommekeer.

40

Van den Bulck (H.). De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2010, pp. 14-19. 41 Van den Bulck (H.). De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2010, pp. 40-42.

26

2.4 Vierde studie : Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. Deze studie, waarbij er een bevraging aan te pas kwam van een aantal organisaties en van burgers over de eigenheid, universaliteit, diversiteit, kwaliteit en innovatie op de netwerken van de VRT in 2005 beweert het volgende: De organisaties zijn ontevreden over de invulling van de informatieve, culturele en educatieve taken op de televisie. Ze zijn van mening dat ze nog niet genoeg de financiering van de overheid benutten om deze taak te volbrengen. Deze financiering geeft hun namelijk de mogelijkheid om niet alleen te kijken naar de kijkcijfers bij het vervullen van deze taak. Momenteel zijn de organisaties van mening dat de VRT de druk van kijkcijfers te zwaar laat doorwegen in de programmatie van culturele programmas. De organisaties die aan deze bevraging deelnamen waren (van de 37 organisaties) bijvoorbeeld Algemeen Christelijk Vakverbond, Bond Beter Leefmilieu, Humanistisch Verbond, De burgers vinden dat er nog meer cultuur moet worden aangeboden op de VRT, hoewel de burger al erg tevreden is. Het grootste probleem is echter dat veel burgers vinden dat de eigenheid van de publieke omroep aan het afnemen is ten gevolge van de concurrentie tegen de private omroep.42 Deze studie loopt maar tot 2005, maar laat weten dat wat op dat moment werd uitgezonden aan cultuur en informatie al de goede richting uitging, hoewel er nog ruimte is voor verbetering, en dit sluit dus aan bij studie n en drie.

42

Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, pp. 137-138.

27

EEN 5e studie Deze studie brengt een interessante invalshoek voor de commercialisering die hier onderzocht wordt. De zogezegde commercialisering kan deels worden toegeschreven aan het vervagen van de grens tussen hoge en lage cultuur . Ons leefmilieu bepaalt onze smaak, en sociale instellingen dragen hieraan bij. Met kennis, waardering en bezit van hoge cultuur koopt men eigenlijk status en aanzien, een soort van cultureel kapitaal. Dit behoorde dus vooral bij de hoge klasse. De waarde van een bepaalde uiting van cultuur wordt dus bepaald door de maatschappelijke status die de liefhebber ervan inneemt. De klassenstrijd heeft dus invloed op het kwaliteitsdebat. De hoge cultuur behoort toe aan de rijken, en die zetten zich af tegen de lage (populaire) cultuur die aan de armere mensen toebehoort. In de jaren zeventig begon de grens tussen hoge en lage klassen echter te vervagen, door invloed van allerlei verschillende levensstijlen en subculturen, en zo kwam er ruimte voor het bespreken van de kwaliteit van de populaire cultuur. Er is hiernaast ook een overgang bij het denken gemaakt, namelijk van modernisme naar postmodernisme. De gangbare theorie is nu dat de cultuur het individu creert in plaats van het individu die de cultuur creert. In dit denken wordt er ook gestreefd naar een herziening van de relatie tussen hoge cultuur en (populaire) massacultuur. Het onderscheid tussen kunst en massacultuur zou hier niet meer worden gemaakt, omdat elementen van beide door elkaar heen worden gebruikt. Eigenlijk is er dus niet zomaar commercialisering volgens deze studie, maar zijn de waarden van tegenwoordig gewoon omgegooid. Dit is dus niet per s commerciler, de norm van wat populaire en lage cultuur is, is gewoon veranderd. 43

43

van Vliet (I.C.A.). De publieke omroep weet wat kwaliteit is ?!. Utrecht, Universiteit Utrecht, 2007, pp. 5758.

28

EEN 6E STUDIE: In deze studie is er wel degelijk sprake van een commercialisering, maar niet zo eenzijdig als het lijkt. Men zegt dat de oorspronkelijke doelen van de VRT nu erg achterhaald zijn aangezien er geen omroepsmonopolie meer is, en er sowieso meer gefocust moet worden op de concurrentie met de commercile omroep. Het idee van de openbare omroep als publieke dienst (kijkers zo breed mogelijk informatie en cultuur verschaffen) verliest het nu van het idee van de consumentensoevereiniteit. Hier wordt het publiek bekeken als een consument, die zelf kan kiezen wat ze willen zien uit een groot aanbod. De oorspronkelijke paternalistische aanpak verschuift naar de achtergrond, en amusement komt daardoor meer naar de voorgrond. Dit is echter een bijwerking van de algehele commercialisering in de mediasector, en de publieke omroep kan soms moeilijk anders dan hierin volgen. Daarenboven is deze inhoud, hoewel gecommercialiseerd, nog altijd een gedeelde cultuur die ze overdragen aan de kijker, en draagt dus bij tot het nationale gevoel. Daarom zal de publieke omroep steeds een nut behouden en wordt hij nooit overbodig. De cultuur van vandaag is nu gewoon populaire cultuur in de hele samenleving. De norm van wat cultuur is nu is gewoon gewijzigd en daarom zal het aanbod van de publieke omroep ook moeten volgen.44

44

Vanheusden (C.). Inhoudsanalytisch onderzoek naar de constructie van de Vlaamse culturele identiteit via programmering van muziek van Vlaamse muzikanten op de openbare omroep vandaag. Brussel, VUB, 2012, pp.56-59

29

HOOFDSTUK 4 : HET PUBLIEKE OMROEPDEBAT


Het publieke omroepdebat ontspringt uit een aantal transformaties die veel publieke omroepen in West-Europa hebben doorstaan. Deze veranderingen zijn de volgende: Ten eerste stopte het monopolie van de publieke omroep en kwam er concurrentie door commercile private zenders, waaraan ze publiek verloren. Ten tweede werden banden tussen de overheid en de publieke omroep ook wat vaag door het ontstaan van gemengde financiering. VRT ging nu marktgerichter denken. De private media is hier echter ontevreden over omdat de bijdrage van de overheid zorgt voor oneerlijke concurrentie. Ten slotte is ook de relatie tussen publiek en omroep sterk veranderd. Het is niet meer duidelijk wie het publiek is. 45 Het probleem is echter dat het heel belangrijk is om te weten wat het publiek is als men deze wil vertegenwoordigen, zeker in een multiculturele samenleving zoals nu. Het is dus van groot belang dat het publiek goed geanalyseerd wordt. Polls en enqutes vertegenwoordigen ook niet altijd goed het hele publiek. Belangrijk hiervoor is dat sites voor openlijk debat sterk aanwezig blijven.46 Toch zijn politici en de openbare omroep niet de enigen die dit debat voeren. Door de evolutie naar een multistakeholderbeleidsproces kunnen ook culturele organisaties en concurrenten hun woordje doen. Deze spreken dan ook meestal elk in naam van wat de Vlaming zogezegd wil, maar uiteindelijk wordt de Vlaming niet altijd aanhoord. Het rele publiek is het minst georganiseerd en daardoor het minst gehoord, meestal enkel via waarderingscijfers.47 De hoger geschetste identiteitscrisis manifesteert zich rond vier vragen: 1. Wat is de opdracht van een openbare omroep vandaag? 2. Hoe moet een openbare omroep gefinancierd worden en wat betekent dit voor de relatie tussen overheid publieke omroep enerzijds en tussen de publieke omroep en de mediamarkt anderzijds? 3. Wat is de rol van de openbare omroep in het digitale tijdperk? 4. Hoe moet een openbare omroep gevalueerd worden?

45

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 15-27. 46 McCauley (M.), Peterson (E.), Artz (L.), Halleck (D.) Public Broadcasting and the public interest. London, M.E. Sharpe, 2003, pp. 3-9 47 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandebosch (H.), Dierckx (M.). De publieke-omroepopdracht in de ogen van het publiek: survey-onderzoek naar de toekomstige taak van de Vlaamse publieke omroep . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, S.D., p. 136

30

De antwoorden (hoewel meningen uiteenlopen), zijn als volgt: 1.Deze vraag brengt een aantal andere vragen mee. Moet er een publieke omroep zijn? De verdwijning van de VRT is echter nooit een rele optie geweest. Kiezen we voor een veelomvattende (divers aanbod) of complementaire (vergelijkbaar met de commercile zenders) publieke omroep? De mening dat de openbare omroep er is om een meerwaarde mee te geven aan zijn kijkers is de meest overheersende. De laatste vraag bij dit deel is of de openbare omroep met zijn overheidsgeld competitief mag programmeren, maar ook hier zijn de meningen over verdeeld omdat de performantiemaatstaven dan herbekeken zouden moeten worden opdat de VRT niet zo gedwongen zou zijn om commercile strategien aan te wenden. 2. Het probleem hierbij zit in het precaire evenwicht tussen besparen en de kernopdracht behouden ; of met andere woorden minder geld verliezen zonder commercile strategien aan te wenden. Hierbij rijst ook de vraag of de Vlaming bereid is meer te betalen voor zijn publieke omroep. Ook hier zijn de meningen weer verdeeld. 3. De openbare omroep zal moeten vernieuwen en heruitvinden, om te kunnen communiceren als openbare media-instelling met het publiek en zo het publiek actief te laten deelnemen. De meningen over het gebruik van de nieuwe digitale media zijn verdeeld in het uithollingsmodel en het publieke media model. Het uithollingsmodel vindt dat de openbare omroep van deze digitale media een beperkt aanbod moet behouden , en ze slechts gebruiken binnen hun traditionele opdracht. Ze moeten nog steeds aanbieden wat de commercile zenders niet aanbieden. Het publieke media model vindt echter dat de omroep moet meegaan hierin en de leiding van dit tijdperk op zich moet nemen, zolang dit relevant blijft voor het publiek. 4.De opdracht van de publieke omroep kan over veel concrete dingen problemen gaan. Dit varieert van een debat over sportwedstrijden, tot een debat over of de commercile logica andere waarden van de VRT in gevaar brengt of niet, informatieprogrammas toegankelijker maken of niet, Voor deze concrete gevallen moet men gewoon overgaan tot een publieksbevraging.48

Terwijl dit hele publieke omroepdebat aan de gang is, zijn er resultaten van de publieksbevraging over VRT die toch een aantal onverwachte zaken tonen : Over het algemeen zijn de meeste Vlamingen tevreden over de VRT, en het probleem van de eerste beheersovereenkomst is dus niet langer een zorg. Bij de inhoudelijke opdracht kan de Vlaming zich goed vinden in de laatste beheersovereenkomst. Ook komen ze een zo breed mogelijk publiek tegemoet, dat blijkt uit goedkeuring van de Vlaming. De

48

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 15-27.

31

respondenten waren tevreden over het cultuuraanbod (hoewel dit misschien te wijten is aan de gecommercialiseerde geest van de kijker?). Echter vinden ze de toegankelijkheid van programmas als het nieuws (infotainment) ook belangrijk. Toch blijkt eruit dat de mensen ook minder hoge verwachtingen hebben dan vroeger op gebied van deze cultuur . Met betrekking tot de nieuwe media zijn de Vlamingen ook niet ontevreden, maar er is nog ruimte voor verbetering. De Vlamingen zijn ook voorstanders van de huidige duale markt op gebied van financiering. Men heeft weinig bezwaar tegen de commercile inkomstenbronnen.49

49

Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen . Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, pp. 89-90.

32

HOOFDSTUK 5 : CONCLUSIE
Vertrekkende vanuit de taak die de VRT opgelegd heeft , werd er hier geanalyseerd in welke mate de publieke omroep zich hieraan gehouden heeft. De hedendaagse concurrentie van de commercile omroep kan de VRT immers verleiden tot een commercieel beleid. Inzake de commercialisering van de VRT kan er geconcludeerd worden dat er een commercialisering opgetreden is in de periode van 1990 tot 2004, onder invloed van de kijkcijfers die steeds maar bleven dalen. De oorzaak hiervan was het eindigen van het monopolie van de publieke omroep en de concurrentie van vooral VTM. Om zelf weer meer kijkcijfers te krijgen is de VRT op commercile manier gaan programmeren, met een focus op amusement en ontspanning. De openbare omroep probeerde de programmas die ze uitzenden ook toegankelijker te maken met strategien uit de commercile wereld. Dit werd erchter ook wel in de hand gewerkt door de beheersovereenkomst van toen. Toen hun kijkcijfers echter weer stabiel waren, is er weer veel hervormd binnen de publieke omroep. De aanleiding hiervan was de klacht van de commercile zenders over oneerlijke concurrentie en de ontevredenheid van de Vlaming. Als gevolg hiervan heeft de VRT zijn beleid herzien, en de taakomschrijving langzaam aan gewijzigd. Dit alles begon rond 2005, in bepaald literatuur benoemd tot periode van grote omslag. Hoewel het niet makkelijk was voor de VRT om van zijn commercile pad af te wijken, heeft de publieke omroep toch al goede inspanningen gedaan om meer kunst, cultuur, educatie en informatie aan bod te laten komen op radio en televisie. De meest recente publieksbevragingen geven dan ook aan dat de Vlaming nu redelijk tevreden is, hoewel in het publieke omroepdebat nog steeds veel kritiek wordt geleverd op de omroep. Het grootste probleem nu is dat het publiek bang is dat de omroep zijn eigenheid aan het verliezen is, en voor VRT is het grootste probleem deze eigenheid behouden in het kader van alle besparingen die ze nu moeten doen. Kortom, er kan dus worden besloten dat de VRT stilaan afwijkt van de commercialisering die tot 2004 het aanbod van de publieke omroep leek over te nemen. Er is sprake van een commercialisering in bij VRT in de 21e eeuw, maar deze wordt de laatste jaren weer sterk tegengewerkt.

33

BIBLIOGRAFIE
Coppens (T.). Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, 147 p.
Da-Wariboko (B.). Investigating the effects of proliferation of commercial broafcasting on public service broadcasting: The case of Rivers State of Nogeria Broadcasting Corporation. S.L., Rhodes University, 2005, 103 p.

De Clerck (J.), Narinx (A.), Ros (N.), Rottier (T.), Van Bavel (I.). Vlaamse Radio en Televisie Omroep voor en na de crisis. S.L., S.E., S.D., 23 p. De Zutter (S.). Een Vlaamse, Culturele televisieomroep. Leuven, KULeuven, 1999, 131 p. Dhoest (A.). De verbeelde gemeenschap: 50 jaar Vlaamse tv-fictie en constructie van eennationale identiteit. Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2004, 245 p. Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandenbosch (H.). De publieke omroepopdracht gewikt en gewogen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2012, 96 p. Dhoest (A.), Van den Bulck (H.), Vandebosch (H.), Dierckx (M.). De publieke-omroepopdracht in de ogen van het publiek: survey-onderzoek naar de toekomstige taak van de Vlaamse publieke omroep. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, S.D., p. 136 Dhoest (A.), Van den Bulck (H.). Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis. Gent, Academia Press, 2004, 339 p. Dommering (E.). De toekomst van de publieke omroep. Amsterdam, Instituut voor informatierecht; faculteit rechtsgeleerdheid, 2005, 19 p. http://dare.uva.nl/document/159395 zie bijlage 9 . Datum van raadpleging 16 april 2013 Donders (K.), Pauwels (C.), Loisen (J.). Private television in Western Europe: contents, markets, policies. S.L., Palgrave Macmillan, 2013, pp.140-141 Lieten (I.). De VRT als uitdager en partner in het Vlaamse medialandschap. S.L., S.E., 2010, 35 p. Leurdijk (A.), Bodea (G.), Dries (J.), Ponsioen (A.). Quick Scan Beleid publieke omroep in Europa, Nieuw Zeeland en de Verenigde Staten. Delft, TNO, 2004, 87 p.
McCauley (M.), Peterson (E.), Artz (L.), Halleck (D.) Public Broadcasting and the public interest. London, M.E. Sharpe, 2003, 280 p.

34

McQuail (D.), Siune (K.).Media Policy :Convergence, Concentration & Commerce. London, SAGE Publications Ltd, 2003, 233 p.

Otten (R.). Achter de televisie. Omroepmarkten en structuren in West-Europa. Antwerpen, Garant, 2005, 249 p. Pauwels (C.), Kalimo (H.), Donders (K.), Van Rompuy (B.).Rethinking European Media and Communications policy. Brussel, IES,2009, 370 p.
Tack (A.). De programmatie van de VRT-televisie: Achtergronden en strategien: Herbekeken (anno 2010). Gent, Ugent, 2010, p. 32

Van den Bulck (H.). De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2010, 61 p. Van den Bulck (H.), Dhoest (A.), Vanebosch (H.), Claessens (N.). Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, 2009, 67 p.
Van Eechoud (M.). Openbaarheid, exclusiviteit en markt: commercialisering van overheidsinformatie . S.L., S.E., 1998, 7 p. http://dare.uva.nl/document/6650 zie bijlage 10 . Datum van raadpleging 19 april 2013

Vanheusden (C.). Inhoudsanalytisch onderzoek naar de constructie van de Vlaamse culturele identiteit via programmering van muziek van Vlaamse muzikanten op de openbare omroep vandaag. Brussel, VUB, 2012, 110 p.

Van Vliet (I.C.A.). De publieke omroep weet wat kwaliteit is ?!. Utrecht, Universiteit Utrecht, 2007, 126 p.

Williams (R.). Keywords: a vocabulary of culture and society. Londen, Fontana, 1976, 353 p.
Wijfjes (H.). Nieuwe wegen voor de publieke omroep in Vlaanderen en Nederland. S.L., Ons Erfdeel, 2006, pp. 45

35

BIJLAGES

Bijlage 1, p 34 in het boek Dhoest A, Van den Bulck H. Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis. Gent, Academia Press, 2004, 339p

Bijlage 2 p 37 in het boek Dhoest A, Van den Bulck H. Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis. Gent, Academia Press, 2004, 339p

36

Bijlage 3 Coppens T. Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, p 29 (147 blz)

Bijlage 4 Coppens T. Opdracht volbracht? Een studie naar de taken van de VRT. S.L., Ugent, 2005, p 71 (147 blz)

37

Bijlage 5 Van den Bulck H, Dhoest A, Vanebosch H, Claessens N. Internationale benchmarking cultuur op publieke omroepen. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, februari 2009, p 21 (67 blz)

38

Bijlage 6, bron idem , p187

Bijlage 7 Dhoest A, Van den Bulck H. Publieke Televisie in Vlaanderen, een geschiedenis.

Gent, Academia Press, 2004, p 188

39

Bijlage 8 Van den Bulck H. De bescherming en de promotie van de Vlaamse cultuur en identiteit door de VRT. Antwerpen, Universiteit Antwerpen, mei 2010, p. 19 (61 blz)

Bijlage 9 : Dommering (E.). De toekomst van de publieke omroep. Amsterdam, Instituut voor informatierecht; faculteit rechtsgeleerdheid, 2005, 19 p. http://dare.uva.nl/document/159395 zie bijlage 9 . Datum van raadpleging 16 april 2013

40

Bijlage 10 : Van Eechoud (M.). Openbaarheid, exclusiviteit en markt: commercialisering van overheidsinformatie. S.L., S.E., 1998, 7 p. http://dare.uva.nl/document/6650 zie bijlage 10 . Datum van raadpleging 19 april 2013

41

42

You might also like