Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 50

Jaarverslag - FOD Mobiliteit en Vervoer

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer Service public fdral Mobilit et Transports

01 voorwoord 02 wegverkeer 07 luchtvaart 16 spoorvervoer 21 scheepvaart 27 duurzame mobiliteit 34 stafdiensten 43 ondersteuningsdiensten

Geachte lezer, Ik heb het genoegen u het jaarverslag 2012 van de federale overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer voor te stellen. Dagelijks zetten meer dan 1300 collegas zich in voor een kwalitatieve en efficinte dienstverlening. Het is voor ons een permanente zorg om, rekening houdend met het algemeen belang en ieders veiligheid, de burgers en de ondernemingen van ons land die actief zijn in, of gebruik maken van de mobiliteit en het vervoer, zo goed en zo snel als mogelijk te helpen. Dit jaarverslag biedt u een beknopt overzicht van de meest markante ontwikkelingen van het voorbije jaar. Beknopt, want het is onmogelijk om hier de werking van elke dienst in detail te belichten. 2012 was een jaar vol innovatie. Zo maakten verschillende diensten de overstap naar e-government: enerzijds vereenvoudigt onze administratie en worden klanten sneller geholpen, anderzijds kadert dit ook perfect in ons streven naar een kleinere ecologische voetafdruk. Duurzaamheid is bovendien een belangrijke pijler binnen ons beleid. In de vorm van regelgeving en adviezen zorgden we voor een draagvlak voor duurzame mobiliteit en ook de komende jaren zullen we hier blijvend op inzetten. Onder het motto samen is beter verstevigden we eveneens onze internationale banden. Zo mochten we in 2012 een Congolese delegatie verwelkomen; samen met hen bekeken we de mogelijkheden om over de verschillende transportmodi heen samen te werken. Tot slot wens ik alle medewerkers te bedanken voor hun inzet tijdens het voorbije jaar. Veel leesplezier!

Marc Roman Voorzitter van het directiecomit a.i.


voorwoord 01

wegverkeer

02

2012 was het jaar van de start van nieuwe projecten, verwezenlijkingen van andere projecten en vooral de opstelling van een nieuw directoraat-generaal dat alle competenties van het directoraat-generaal Mobiliteit en Verkeersveiligheid en het deel weg van het voormalige directoraat-generaal Vervoer te Land omvat.

Homologaties van voertuigen


De homologatie of goedkeuring vormt het bewijs dat een voertuig conform de in werking zijnde normen en technische reglementering is. In 2012 ging de DIV van start met een nieuw project van auto-certificering voor de constructeurs: het projet I-Fast (Individual Fast Approval Of Individual System Treatement). Het is een initaitief van de dienst Homologaties om een kwalificatiesysteem voor constructeurs te creren (na examen) opdat zijzelf tot de gelijkvormigheidscontrole kunnen overgaan en de gestructureerde gegevens voor de opmaak van een individueel goedkeuringscertificaat kunnen invoeren. Dit project zal in 2013 gelanceerd worden.

Inschrijving van voertuigen


In januari 2012 heeft het magazine Trends Tendance de cijfers van de DIV en van Febiac geanalyseerd met als titel 572.211 nieuwe voertuigen werden in 2011 in Belgi ingeschreven, een absoluut record dat overeenstemt met een stijging van 4,5% ten opzichte van 2010. In 2012 waren er echter 486.737 inschrijvingen wat dus een daling van 14,94 % betekent ten opzichte van het recordjaar 2011. 2012 was het jaar van DIV New. Het project laat zich samenvatten in een dubbele vernieuwing: enerzijds een substantile verbetering van de kwaliteit van de DIV-gegevensbank - in het bijzonder door de registratie van de technische gegevens van het voertuig, de uitstoot, enz. - en anderzijds, door deze gegevensbank, die voorheen samen met een derde maatschappij beheerd werd, nu volledig zelf te beheren. De nieuwe gegevensbank DIV New betekende bovendien een belangrijke stap bij de opstelling van een kruispuntbank van de voertuigen.

wegverkeer

03

Uitzonderlijk vervoer
Wie met uitzonderlijk vervoer de weg op wil, moet een vergunning hebben van de Minister of diens gemachtigde, in dit geval de dienst Uitzonderlijk Vervoer. In 2012 heeft de dienst 29.366 vergunningen afgeleverd, wat beduidend lager is dan de 2011 24.378 vergunningen in 2011. De strategische positie van Belgi als transitland wordt weerspiegeld in het feit dat de helft van alle vergunningen wordt afgegeven aan buiten Belgi gevestigde maatschappijen.

vereenvoudiging mogelijk zijn. Zo zal de informatie betreffende de rijbewijzen uit het bevolkingsregister verdwijnen. Voor de gemeenten betekent dat een enorme administratieve vereenvoudiging. In 2012 werd in dit bestand de afgifte van 408.821 rijbewijzen (voorlopige rijbewijzen niet meegerekend) en 637.202 (voorlopige rijbewijzen wel meegerekend) geregistreerd.

Toegang tot het beroep en tot de markt


Op 1 januari 2013 beschikten 8.522 Belgische ondernemingen over een nationale en/of communautaire vervoersvergunning. Al deze onderneminge samen hadden in totaal 59.505 vervoersvoertuigen. Ten opzichte van 2009 is zowel het aantal ondernemingen (8.883) als het aantal voertuigen (59505) gedaald. Voor het vervoer per autocar telt Belgi op 1 januari 2013 432 ondernemingen met in totaal 2.691 voertuigen. Ten opzichte van 2009 is het aantal ondernemingen met 6 eenheden gestegen. Het aantal voertuigen is echter licht gedaald ten opzichte van 2009.

Rijbewijs
De dienst Rijbewijzen is na een belangrijke herstructurering een operationele dienst geworden, die rechtstreeks ten dienste staat van de gemeenten die het rijbewijs afleveren en minder rechtstreeks ten dienste van de houders van de rijbewijzen. In 2012 hebben 38 gemeenten 45.965 rijbewijzen van het nieuw model (bankkaartmodel) afgeleverd. Ter herinnering: in 2010 werd het nieuwe rijbwijs in 16 proefgemeenten ingevoerd. Voor wat betreft de vrijstellingen van de gordeldraagplicht werden in 2012 1.555 kaarten (beperkte, onbeperkte duur of duplicata) afgeleverd. Het centraal bestand rijbewijzen, dat in 2011 werd opgestart, wordt beheerd door de dienst Rijbewijzen. Dankzij dit centraal bestand zal in de toekomst bovendien een grote administratieve

wegverkeer

04

Controle van het wegvervoer


De verhouding tussen gekeurde voertuigen en onreglementaire voertuigen, en dit sinds 2008 tot vandaag, blijft betrekkelijk constant. Wanneer men vaststelt dat het percentage voertuigen in overtreding licht lijkt te dalen, betekent dit niet noodzakelijk een daling van het aantal inbreuken, maar dit zou het resultaat kunnen zijn van een complexere opsporing van bepaalde frauduleuze praktijken of van het vooropstellen van nieuwe doelgroepen en prioriteiten.

Regelgeving wegvervoer
De mobiliteit en dus het risico op inbreuken stopt niet aan de grenzen van een land of gewest. De afwezigheid van vervolging heeft echter lang een gevoel van straffeloosheid aan de buitenlandse overtreders gegeven. Voeg daarbij het risico dat verbonden is aan het rijden in een ander land en aan de drukke vakantieperiodes en men krijgt een risicococktail op het vlak van de verkeersveiligheid. Om die reden is vanaf juni 2012 een bilateraal akkoord tussen Frankrijk en Belgi in werking getreden dat de uitwisseling van identiteitsgegevens van de verkeersovertreders regelt. Een gelijkaardig akkoord wordt voorbereid tussen Belgi en Nederland.

wegverkeer

05

Certificatie en Inspectie
De directie Certificatie en Inspectie werd opgericht in 2009 om op het gebied van inspectie en certificatie de deskundigheid en de middelen te bundelen die tot de bevoegdheid van het DG Mobiliteit en Verkeersveiligheid behoren. Belgi heeft sinds 1938 10 erkende keuringsinstellingen. Deze instellingen hebben samen de GOCA opgericht, de Groepering van de Organismen voor de Controle van Automobielen. Op 1 januari 2013, telt Belgi 77 keuringsstations en 32 examencentra voor het behalen van het rijbewijs (16 in Vlaanderen, 14 in Walloni, 2 in Brussel). De audits binnen deze instellingen gaan niet alleen na in welke mate zij hun activiteiten uitvoeren in overeenstemming met de van kracht zijnde reglementering, maar ook of zij doeltreffend worden geleid. Elke audit leidt tot de opstelling van een reeks voorstellen en voortgangspunten om een einde te stellen aan de vastgestelde niet-conformiteiten en gebreken met als doel de kwaliteit van de verleende diensten en de dienstverlening aan de klant te verbeteren. In 2012 heeft de cel een audit uitgevoerd bij alle technische keuringsstations, examencentra en ook bij het centraal bureau van elke onderneming. Het feit dat de audits in alle instellingen worden uitgevoerd, biedt ook de mogelijkheid te zorgen voor een grotere eenvormigheid binnen de sector door een identieke dienstverlening te waarborgen,

ongeacht het station of het centrum waar de burger zich aanmeldt. Erkenning van rijopleiding instellingen Om een hele reeks regels en administratieve ontwikkelingen duidelijker en doorzichtiger te maken, werden in de loop van 2012 verschillende aanpassingen aan het KB van 11 mei 2004 voorgesteld. Deze betreffen, onder andere, de aanpassingen van de bepalingen in verband met de examenjury, bepaalde voorwaarden (onder meer geen oefenterrein noodzakelijk voor de categorie B, het brevet van de directeur van de rijschool, het brevet voor motorfietsen en bussen (categorie 4 en 5)) en de mogelijkheid voor instructeurs om tijdens hun stage een kandidaat bij zijn praktisch examen te begeleiden. Lopend project: technische keuring op verplaatsing Dit is een gezamenlijk initiatief van de transportsector, onderhoud en reparatie professionals en het directoraat-generaal Wegvervoer en Verkeersveiligheid met als doel op verplaatsing technische keuringen uit te voeren in de werkplaatsen van vervoersmaatschappijen en in bepaalde garages. Een belangrijk voordeel van de keuring op verplaatsing is niet alleen de tijdswinst en geldbesparing voor de vervoerder die zich niet hoeft te verplaatsen, maar tegelijkertijd verkleint hiermee de impact op het milieu. Het proefproject zal na n jaar, dus eind 2013, worden gevalueerd.
wegverkeer 06

luchtvaart

07

Veiligheid en beveiliging
Belgisch Veiligheidsplan In 2012 heeft de verdere toepassing van het Belgisch veiligheidsprogramma voor de burgerluchtvaart geleid tot de revisie van het Belgisch veiligheidsplan. Het Belgisch veiligheidsplan is een onderdeel van het veiligheidsbeleid van de Belgische Staat en tracht mogelijke bronnen van veiligheidsproblemen te verhelpen via optimalisatie van regelgevende en toezichthoudende activiteiten. De operationele acties van het vijfjaarlijks Belgisch veiligheidsplan zijn voornamelijk afgeleid uit het risicobeheersysteem met betrekking tot voorvallen in de burgerluchtvaart. In de loop van 2012 heeft het directoraat-generaal Luchtvaart bijgevolg alle gerapporteerde voorvallen in de ECCAIRSdatabank gecodeerd. Ongevallen en incidenten De Air Accident Investigation Unit (Belgium), afgekort AAIU(Be), is de onafhankelijke cel die belast is met de onderzoeken na luchtvaartongevallen en -incidenten op het Belgische grondgebied. De opdracht van deze cel bestaat in de voortdurende verbetering van de luchtvaartveiligheid. 2012 kan op dat vlak een gemiddeld jaar genoemd worden. De cel heeft 14 voorvallen genoteerd waaronder 4 ongevallen met fatale afloop (4 doden). Het voorgaande jaar 2011 telde 17 voorvallen, waarvan 4 ongevallen met dodelijke afloop (7 doden) en 2 zwaargewonden.

De cel heeft eveneens 16 veiligheidsaanbevelingen uitgebracht. Deze werden ingevoerd in de Europese gegevensbank SRIS die de veiligheidsaanbevelingen uitgebracht door de veiligheidsonderzoeksinstanties bundelt. Deze gegevensbank zal in 2013 ook toegankelijk zijn voor het brede publiek en dit op basis van een beslissing van de Europese Commissie van 5 december 2012. In 2012 heeft de cel ook zijn procedures voor interne werking met 4 nieuwe procedures aangepast en verbeterd: pathologische onderzoeken, veiligheidsaanbevelingen, het downloaden van data uit GPS en documentatie.

luchtvaart

08

Nauw contact met de industrie In de context van de steun aan de Belgische industrie heeft de dienst Private Luchtvaart een handleiding gemaakt met de titel Beoordeling van de luchtwaardigheid met het oog op de uniformisering van de procedures voor het toezicht op de private luchtvaart in Belgi. Deze handleiding kan als referentie dienen voor de door de andere diensten van het DG Luchtvaart georganiseerde opdrachten inzake het toezicht op de luchtvaart. Het DG Luchtvaart heeft deelgenomen aan de verschillende actuele overlegplatformen met de industrie. Bovendien en vanuit hun intrinsieke rol als toezichthouder op de luchtvaartveiligheid in Belgi, staan de diensten van de directie Bedrijfserkenningen dagelijks en ononderbroken in contact met alle actoren van de luchtvaart in Belgi voor wat betreft alle technische dossiers met betrekking tot de luchtwaardigheid en de verrichtingen van de in Belgi ingeschreven luchtvaartuigen. Inspecties Het DG Luchtvaart is er in geslaagd de 244 geplande SAFA-inspecties (Safety Assessment of Foreign Airplanes) uit te voeren. Het aantal uit te voeren SAFA-inspecties wordt door de Europese Commissie bepaald en neemt jaarlijks toe.

luchtvaart

09

Bovendien werd er een circulaire uitgewerkt die de nadere regels bevat voor het uitvoeren van audits en controles met betrekking tot het vernieuwingsen onderhoudsprogramma van de gecentraliseerde infrastructuur op de luchthaven Brussel-Nationaal. Bij het opstellen van deze circulaire vond regelmatig overleg plaats tussen afgevaardigden van The Brussels Airport Company (TBAC) en de dienst Luchthavens met als doel tot realistische en kwaliteitsvolle voorschriften te komen. Informatiesessies over het statuut van bekend verzender (known consignor) werden georganiseerd in partnerschap met de industrie. Het succes van deze operatie zorgde ervoor dat op het einde van het jaar 2012 niet minder dan 400 vennootschappen de procedure om bekend verzender te worden, hebben opgestart.

In en rond de luchthaven
Het DG Luchtvaart werkte aan een initieel voorstel van Ministerieel Besluit dat de criteria en procedures bevat voor het verkrijgen van een voorlopige of definitieve erkenning tot verlening van grondafhandelingsdiensten door een dienstverlener en de zelfafhandeling op de luchthaven Brussel-Nationaal. Dit M.B. past binnen het kader van het Koninklijk Besluit van 6 november 2010 betreffende de toegang tot de grondafhandelingsmarkt op de luchthaven Brussel-Nationaal.

Om tegemoet te komen aan de sterke vraag van de industrie en om de methodes voor de inspectie en screening van luchtvracht te diversifiren, heeft het DG Luchtvaart een overgangsbestel ingevoerd voor de vergunning voor explosievenspeurhonden. Deze maatregel was meteen een schot in de roos want op een jaar tijd werden nagenoeg 100 combinaties EDD (explosive detection dog) vergund in Belgi.

luchtvaart

10

Certificatie en toezicht Belgocontrol werd erkend als opleidingsinstelling conform Verordening 805/2011(EG) tot vaststelling van gedetailleerde regels voor vergunningen en bepaalde certificaten van luchtverkeersleiders, terwijl de onderstaande instanties onderworpen waren aan een ononderbroken toezicht: Belgocontrol als leverancier van luchtvaartnavigatiediensten, Maastricht Upper Area Control centre (MUAC) als leverancier van luchtverkeersdiensten, het MUAC als leverancier van UTP- (Unit Training Plan) en UCS- (Unit Competence Scheme) opleidingen, het Institute for Air Navigation Services (IANS) van Eurocontrol te luxemburg als opleidingsinstelling, de European Satellite Service Provider te Toulouse en Madrid als leverancier van luchtvaartnavigatiediensten per sateliet van het European Geostationary Navigation Overlay System (EGNOS), een Europese ruimteuitbreiding met behulp van het GPS-systeem. Het gros van deze werkzaamheden maakt het voorwerp uit van een nauwe samenwerking tussen de BSA-ANS van het DG Luchtvaart en de experten of waarnemers van andere toezichthoudende overheden, van Eurocontrol en van het EASA.

Opleiding In 2012 begeleidde het DG Luchtvaart de ontwikkeling van twee sensibiliseringspakketten e-learning wat betreft luchtvaartbeveiliging van cargo en luchthavens en werden er drie bestaande ICAOopleidingspakketten inzake luchtvaartbeveiliging (basis, cargo en crisis) omgezet in e-learning naar Belgische noden en wetgeving. Dit alles gebeurt in nauwe samenwerking met het Europees opleidingscentrum EASTI.

luchtvaart

11

Internationaal verband De toepassing van de Europese Verordening (EU) nr. 1178/2011, tot vaststelling van de technische eisen en administratieve procedures voor de bemanning van burgerluchtvaartuigen, werd in de loop van 2012 uitgewerkt en zal in 2013 gefaseerd worden ingevoerd. Aan de invoering van deze nieuwe Europese verordeningen en luchtvaartconcepten zal ook in de toekomst bijzondere aandacht worden besteed. Enkele ontwikkelingen die zullen ingevoerd worden: de invoering van de nieuwe verordening EASA-OPS (verordening EU 965/2012) en van alle bijkomende Parts die vanaf 2013 zullen worden afgekondigd; de invoering van de geconsolideerde verordening Part 21 (verordening EG 748/2012); de invoering van de nieuwe verordening van de Commissie EASA- Standardisation audits die de huidige verordening (EG) 736/2006) zal vervangen; de voorbereiding van de nieuwe OPS-procedures voor de invoering van de nieuwe Europese verordening EASA-OPS (EU-verordening 965/2012); de invoering van het AOC luchtactiviteit wanneer de EU de ad hoc-verordening zal hebben uitgevaardigd;

de invoering van de FAA-audits (FAR 145) in het kader van de bilaterale overeenkomst USA-EU (1 november 2011, van kracht in 2012); de uitvoering van TCAA-audits (Part 145) in het kader van de bilaterale overeenkomst EUCanada (2012); de implementatie van de informaticatoepassing IAM voor de nieuw in te dienen projecten; de follow-up van de plannen met de verbeteringsacties naar aanleiding van de EASA-audits van mei en juni 2012 (AIRW, OPS); Het DG heeft ook actief deelgenomen aan de werkzaamheden, comits en werkgroepen in verband met de voorlopige oprichting van het FABEC (Functional Airspace Block Europe Central). Daarnaast heeft het DG ook meegewerkt aan de procedure voor de ratificatie van het verdrag in samenwerking met de FOD Buitenlandse Zaken. De dienst Luchtruim zag toe op en blijft toezien op de uitvoering van het verdrag door deel te nemen aan gespecialiseerde werkgroepen die hoofdzakelijk betrekking hebben op het luchtruim, de harmonisering van de regels en procedures, het verlenen van luchtvaartnavigatiediensten, de burgerlijk-militaire samenwerking, de retributies, het toezicht, de performantie en het beheer.

luchtvaart

12

Samenwerking met de Democratische Republiek Congo


Het DG Luchtvaart was bijzonder actief in het bieden van hulp aan de Congolese Burgerluchtvaart (ACC = Aviation Civile Congolaise). Het DG heeft een ministerile zending van de Congolese Minister van Vervoer naar Montreal en naar Brussel georganiseerd en ondersteund waardoor hij de kans kreeg de hoogste internationale instanties van de Burgerluchtvaart, zowel op het niveau van de ICAO als op dat van de Europese Unie, te ontmoeten. Daarbovenop heeft het DG veel tijd genvesteerd in het herlezen en analyseren van de nieuwe Congolese regelgeving. Aan de genoemde overheden werd een uitgebreid verslag bezorgd Ook heeft het DG een bepaald aantal bemerkingen gegeven op het stappenplan ter voorbereiding van het plan met de verbeteringsacties bepaald door de ACC. Het directoraat-generaal zal zijn medewerking verlenen aan de implementatie van het plan met de verbeteringsacties en de uitwerking van het definitieve stappenplan. Het geheel van deze contacten hebben het eveneens mogelijk gemaakt om in december 2012 een nieuwe bilaterale luchtvaartovereenkomst te onderhandelen die in januari 2013 moet worden ondertekend. Het DG heeft ook ruime steun verleend aan onze Belgische operator Brussels Airlines bij de oprichting van een Congolese dochtermaatschappij te Lumumbashi. Deze draagt de naam Korongo.

Na de talrijke contacten en tussenkomsten van de FOD kon Korongo begin april 2012 eindelijk zijn activiteiten opstarten. Korongo verzorgde aanvankelijk enkel vluchten tussen Lubumbashi en Kinshasa, tussen Lubumbashi en Johannesburg en in tweede instantie ook vluchten via Mbuji Mai. Gelet op het feit dat de ingezette vliegtuigen zijn ingeschreven met registratiecode OO onder een contract bij Wet lease Brussels Airlines, heeft het DG Luchtvaart de tweede basis van SN te Lubumbashi genspecteerd en staat het ook in voor het toezicht op de luchtwaardigheid van de luchtvaartuigen ter plaatse.

luchtvaart

13

Passagiersrechten Er zijn maatregelen genomen om de doeltreffendheid, de efficintie en de capaciteit bij de behandeling van de passagiersklachten te verbeteren, zodat dit voortaan gebeurt op een gestructureerde, grondige manier en binnen redelijke termijnen. Overzicht dossiers: aantal nieuwe dossiers: 1022 aantal van deze dossiers dat is afgerond: 956 % behandelde dossiers: 93 % In 2013 en 2014 worden de inspanningen voortgezet en zelfs versterkt om het vertrouwen van de burgers in de behandeling van hun klachten nog te vergroten en om de bescherming van de luchtreizigers nog te verbeteren. Documentbeheer In de loop van 2012 werd er een onderzoek opgestart op het vlak van documentbeheer, met als doelstelling om een volledig overzicht te geven van de documentaire stromen, om de toegang ertoe te vergemakkelijken en om, indien mogelijk, de procedures voor documentbewaring te uniformeren en te vereenvoudigen. Het beoogde resultaat is immers de versterking van de werkstructuur van het directoraat-generaal Luchtvaart.

Dienstverlening
Medisch secretariaat In 2012 werd het medisch secretariaat van het DG Luchtvaart gecreerd. Alle medische dossiers van bestuurders van vliegtuigen, helikopters, ULM s, boordwerktuigkundigen en ballonnen worden sindsdien centraal beheerd door het DG in plaats van door MEDEX. De testen worden afgenomen door dokters en door goedgekeurde medische centra. Het beheer van de medische dossiers gebeurt door middel van EMPIC, een webgebaseerde softwareapplicatie.

luchtvaart

14

Duurzame mobiliteit Het directoraat-generaal Luchtvaart gaat door met het aanleveren van technische en regelgevende expertise in het dossier betreffende het exploitatiekader van de Luchthaven Brussel-Nationaal, en dit met inbegrip van het beheer van de geluidshinder rond deze luchthaven. De dienst Luchtruim heeft zijn expert op het vlak van geluidshinder ter beschikking gesteld van de beleidscel van de Staatssecretaris. Het is de bedoeling om zo, en conform de goedkeuring van de regering, tot de meest volledige uitvoering van de beslissingen van de ministerraad van 2008 en 2010 te komen. Op basis van een voorafgaande milieuanalyse werden de onderstaande opdrachten als actiedomeinen uitgekozen: Follow-up van het dossier Emission Trading Scheme (ETS) - Aviation, met als doelstelling de invoering van de nieuwe bevoegdheden op het vlak van ETS. Follow-up van de operationele procedures en exploitatiebeperkingen verbonden aan het lawaai op de luchthaven Brussel-Nationaal met als doel de toepassing van de maatregelen genomen door de Ministerraad voor wat betreft de invoering van de nieuwe routes en van het nieuwe systeem van voorkeursbanen voor Brussel-Nationaal.

Aan deze twee opdrachten die essentieel zijn door hun milieu-impact, werd een derde opdracht toegevoegd naar aanleiding van de oproep van de minister bevoegd voor Duurzame Ontwikkeling om de milieu-impact van de federale instellingen en overheidsbedrijven te verminderen. Als instelling die toezicht houdt op Belgocontrol, komt het er voor het DG Luchtvaart op aan te waken over de integratie van een milieucertificeringsdoelstelling tijdens de onderhandeling van het nieuwe beheerscontract.

luchtvaart

15

spoorvervoer

16

Veiligheid
In 2011 had de FOD Mobiliteit en Vervoer aan de Bijzondere Parlementaire Commissie belast met het onderzoek naar de spoorwegveiligheid in Belgi als gevolg van het dramatische ongeval te Buizingen een uitgebreid Actieplan Buizingen overhandigd, dat beantwoordde aan de aanbevelingen van deze commissie. De uitvoering van dit plan werd in 2012 voortgezet. Voor wat betreft de beveiliging van de overwegen, zorgt de directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid voor de monitoring van het Plan overwegen 2008 2015 van Infrabel. Zij heeft ook de conformiteit van niet minder dan 400 overwegen gecontroleerd en bijna 300 ministerile besluiten die de signalisatie van de overwegen bepalen, uitgebracht. Voor de activiteiten van het Onderzoeksorgaan voor Ongevallen en Incidenten op het Spoor en van de Dienst Veiligheid en Interoperabiliteit van de Spoorwegen, wordt er verwezen naar de jaarverslagen van deze onafhankelijke instanties.

Toegang tot de markt


Om toegang te krijgen tot het Belgische spoorwegnet moet elke spoorwegonderneming eerst in het bezit zijn van een vergunning. In 2012 heeft de directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid een nieuwe vergunning van spoorwegonderneming toegekend aan de Socit de Voyages Belgique (SVB). Voor de activiteiten van de spoorwegregulator wordt verwezen naar het jaarverslag van deze onafhankelijke instantie.

spoorvervoer

17

Beheerscontracten met de NMBS-groep


In 2012 heeft de directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid voor de monitoring van de goede uitvoering van de beheerscontracten tussen de Staat en de drie maatschappijen van de NMBS-groep gezorgd, door: De analyse van de verschillende plannen, verslagen en studies die deze maatschappijen in overeenstemming met hun contract moesten uitvoeren. In 2012 werden achttien analyseverslagen met advies opgesteld en overgemaakt met betrekking tot verschillende onderwerpen zoals: de crisiscommunicatie, de toegankelijkheid voor de personen met een beperkte mobiliteit, het jaarverslag kwaliteit van de NMBS, het milieu, enz. De voorbereiding en de uitvoering van het budgettair programma 33.51.1 betreffende het spoorwegvervoer. In het jaar 2012 heeft de FOD, in overeenstemming met de beheerscontracten de NMBS-groep, voor een totaal bedrag van 2.867 miljoen euro gefinancierd, met name: de spoorwegexploitatie voor een bedrag van 1.430 miljoen euro, de spoorweginvesteringen voor een bedrag van 1.203 miljoen euro, de spijzing van het GEN-Fonds voor een bedrag van 234 miljoen euro. De jaarlijkse evaluatie van de staat van uitvoering van de beheerscontracten.

Het portefeuillebeheer van de investeringsprojecten van de NMBS-groep. In het kader van de follow-up van de uitvoering van deze projecten, heeft de directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid in 2012 25 controles van de uitgaven en 30 terreinbezoeken uitgevoerd. In 2012 heeft de FOD ook actief bijgedragen aan de onderhandelingen en aan de ondertekening van het derde bijvoegsel bij de beheerscontracten van de NMBS-groep (betreffende de spoorwegveiligheid). In 2012 werd gewerkt aan de voorbereiding van de hervorming van de NMBS-groep, van de nieuwe beheerscontracten en van een vervoersovereenkomst en van het toekomstige meerjareninvesteringsplan voor de periode 2013-2025 enz. De directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid heeft in dit kader analyses uitgevoerd met advies aan de Minister van Overheidsbedrijven.

spoorvervoer

18

Internationale samenwerking
De FOD heeft deelgenomen aan de ontwikkeling van de drie Europese goederencorridors die door Belgi lopen, met als opvallendste punten: in mei 2012 heeft de directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid, in samenwerking met Infrabel, een seminarie georganiseerd voor alle op het Belgische net rijdende spoorwegondernemingen. De spoorwegondernemingen en de goederenterminals kunnen een belangrijke rol in de ontwikkeling van de corridors spelen, door deel te nemen aan de adviesgroepen; in december 2012 hebben de betrokken ministers van vervoer voor de corridors 1 en 2 en de Europese Commissaris voor vervoer beslist voor elke corridor een kader voor de toewijzing van de capaciteiten op te stellen met aanbevelingen voor de oprichting van een enig loket dat met de behandeling van de capaciteitsaanvragen belast zal zijn. De directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid heeft een belangrijke rol gespeeld bij de voorbereiding en de onderhandelingen betreffende dit ministerile besluit; het verzoek van het Verenigd Koninkrijk om een nieuwe corridor aan te leggen of om de corridor nr. 2 tot Londen uit te breiden. De FOD, het Britse het Franse ministerie hebben in 2012 verschillende keren overleg gepleegd.
spoorvervoer 19

Passagiersrechten
In 2012 heeft het team belast met het toezicht op de naleving van de Europese Verordening (EG) nr.1371/2007 betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het treinverkeer, 80 klachten behandeld.

Regelgeving
De directie Overheidsbedrijven en Spoorbeleid heeft, onder andere, het volgende tot een goed einde gebracht: de codificatie van de Belgische wetten en besluiten betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur, de exploitatieveiligheid en de interoperabiliteit; de opstelling van een wettelijk kader voor de museumspoorlijnen om de exploitatieveiligheid van deze lijnen te waarborgen.

De directie heeft eveneens deelgenomen aan de volgende regelgevende werkzaamheden van de Europese Commissie: de herziening van het eerste spoorwegpakket; de herziening van het trans-Europees vervoersnetwerk (TEN-V) en van de financiering ervan.

spoorvervoer

20

scheepvaart

21

De oceanen en zeen vormen 71 % van de oppervlakte van de aarde. Ze bieden wereldwijd, samen met de grote rivieren, onmetelijke mogelijkheden voor het ontwikkelen van welvaart. Die mogelijkheden moeten worden gekoesterd en duurzaam benut. Vele verschillende beleidsdomeinen, zoals energie, klimaat, milieubescherming, onderzoek en innovatie, concurrentievermogen en werkgelegenheid, internationale handel, vervoer en logistiek, zijn onafscheidbaar gekoppeld aan die wereldwijde maritieme mogelijkheden en door die gemeenschappelijke band tevens onderling aan elkaar.

Voor het directoraat-generaal Maritiem Vervoer bekent het meewerken aan het ontwikkelen van de Blue Economy een rode draad doorheen de missie die het te vervullen heeft. Het biedt dan ook de beleidsondersteuning die nodig is om de Blue Economy te stimuleren voor wat betreft de scheepvaart gebonden aspecten. Die beleidsondersteuning omvatte een aantal concrete verwezenlijkingen: Windmolenparken De voorbije jaren is het offshore produceren van blauwe elektrische energie met windmolenparken steeds belangrijker geworden. Grote aantallen windmolens op zee zijn een nieuw gegeven voor de zeescheepvaart, vooral voor het vrijwaren van het niveau van de verkeersveiligheid en het in de hand houden van het risico op olievervuiling ten gevolge van een aanvaring. Als eerste veiligheidsmaatregel werd een veiligheidszone van vijfhonderd meter ingesteld rond de windmoleninstallaties. Deze is vastgelegd in het KB van 11 april 2012 tot instelling van een veiligheidszone rond de kunstmatige eilanden, installaties en inrichtingen voor de opwekking van energie uit water, de stromen en de winden in de zeegebieden onder Belgische rechtsbevoegdheid. Het DG Maritiem Vervoer werkte verder actief mee aan het uitwerken van een marien ruimtelijk plan voor het Belgisch gedeelte van de Noordzee. Bij het opstellen van het plan werd gezocht naar de beste oplossing voor het beschikbaar stellen
scheepvaart 22

Blue Economy
Dat besef aan mogelijkheden heeft zich in 2012 zeer sterk geuit, het concept Blue Economy (blauwe economie) heeft voluit zijn intrede gedaan in de EU. De ministers van de 27 EU-lidstaten die bevoegd zijn voor het gentegreerd maritiem beleid kwamen op 7 oktober 2012 samen in Nicosia, Cyprus. Ze bereikten overeenstemming over de Verklaring van Limassol die een hele waaier aan concrete beleidsacties voor economische groei bevat. Deze groei steunt op wat de oceanen en zeen daarvoor te bieden hebben. Deze beleidsacties bieden het kader voor wat de komende jaren moet worden ondernomen om nieuwe maatregelen uit te werken en om de bestaande beleidsinitiatieven verder te versterken. Ze zijn gebundeld rond een dynamisch marien en maritiem agenda voor groei en banen en de blauwe economie voor slimme, duurzame en veelomvattende groei.

van zoveel mogelijk ruimte voor het bouwen van windmolenparken, zonder dat de scheepvaartverkeersstromen te veel moet worden omgeleid. Een grote omleiding van het scheepvaartverkeer zou immers een nadelige invloed hebben op de uitstoot van broeikasgassen en dit druist in tegen het duurzaam principe van de blue energy productie. Piraterij De dynamische maritieme agenda voor groei en banen van de verklaring van Limassol stelt als een van de doelstellingen het versterken van het concurrentievermogen van de EU handelsscheepvaart voorop. Dat concurrentievermogen kwam in het gedrang voor de schepen die de Belgische vlag voeren en die in het risicogebied voor de Somalische kust varen. Het afweren van piraten aanvallen blijkt succesvol te zijn als de koopvaardijschepen beveiligd worden door de aanwezigheid van militaire schepen, gecombineerd met doorgedreven passieve beveiligingsmaatregelen op het schip zelf en gewapende private beveiligingsagenten aan boord. Er was tot voor kort geen wettelijke regeling getroffen voor het toelaten van gewapende private beveiligingsagenten op schepen die de Belgische vlag voeren, terwijl dat voor een reeks vreemde vlaggen al langer het geval is. Hierdoor dreigden de Belgische reders een deel van hun clinteel te verliezen omdat die het inschepen van gewapende beveiligingsagenten vereisten als contractuele voorwaarde voor het huren van het schip. Op

die manier zou de beveiliging van hun vracht gegarandeerd zijn. Om die aantasting van het concurrentievermogen tegen te gaan, werd er nieuwe regelgeving ontwikkeld om het wettelijk mogelijk te maken voor zeeschepen die gemachtigd zijn de Belgische vlag te voeren, gewapende beveiligingsagenten te laten meevaren in de risicogebieden. In 2012 werd al het voorbereidend werk voor deze nieuwe wet getroffen opdat deze vanaf januari 2013 van kracht kan worden.

scheepvaart

23

Visserij De visserij is, naast het maritiem vervoer, n van de belangrijkste sectoren van de Blue Economy die de mogelijkheden die de zeen en oceanen te bieden hebben, benutten. Om deze sector verder te ontwikkelen, is het noodzakelijk wereldwijde afspraken te maken wat betreft de veiligheidsregels. Deze regels waarborgen de veiligheid van zowel de vissers, als van de andere scheepvaart terwijl het onderling concurrentievermogen van de ene vlaggenstaat naar de andere niet wordt verstoord. Uit die bekommernis voor de veiligheid heeft het DG Maritiem Vervoer actief meegewerkt aan het tot stand komen van een wereldwijd goedgekeurde,

nieuwe overeenkomst voor het aanpassen van het Torremolinos Verdrag dat de internationale veiligheidsvoorschriften voor vissersvaartuigen regelt. Van 9 tot 11 oktober 2012 nam het DG Maritiem Vervoer dan ook deel aan de internationale IMO Diplomatieke Conferentie die plaats vond in Kaapstad (Zuid-Afrika). Dit is al de derde poging om een internationaal geharmoniseerd veiligheidsregime voor vissersvaartuigen te creren. Het originele verdrag van 1977 werd door Belgi als n van de weinige landen geratificeerd. In 1993 werd een protocol toegevoegd, maar ook deze aanpassing had weinig succes. De 2012 aanpassing zou er moeten toe leiden dat voldoende landen dit verdrag ratificeren zodat het wereldwijd in werking kan treden.

scheepvaart

24

Pleziervaart De pleziervaart zit duidelijk in de lift; in 2012 bereikte de FOD een absoluut record met zon 4000 inschrijvingen voor het examen stuurbrevet en er werden meer dan 8000 pleziervaartuigen geregistreerd. Deze tendens heeft ook een positieve invloed op de economische activiteiten die zich daar rond ontwikkelen en die per definitie behoren tot de Blue Economy. Om het voor de pleziervaarder eenvoudiger te maken in andere EU-landen zijn sport te beoefenen, werd eind 2011 het ICC (International Certificate for operators of pleasure Craft) ingevoerd. In samenwerking met de erkende watersportfederaties werd volop ingezet op een sterk genformatiseerd systeem. Dit systeem kwam al gauw op kruissnelheid en klokte in 2012 af op nagenoeg 16.000 pleziervaarders die nu over een ICC beschikken. Deze realisatie past volledig in het beleid van de Verklaring van Limassol waarin het ondersteunen van het maritiem toerisme in Europa expliciet als een doelstelling voor groei en banen opgenomen is.

scheepvaart

25

Binnenvaart Grote stromen, rivieren en kanalen kunnen worden gezien als de zee die tot diep in het vasteland komt. De binnenvaartsector maakt daarom ook deel uit van de Blue Economy. Met ingang van 1 januari 2012 werden de bemanningsvoorschriften voor de binnenvaart vereenvoudigd. Voor het goederenvervoer ging het om een harmonisatie met de regels die in Nederland van toepassing zijn, wat een gunstig effect heeft op de concurrentiepositie van de Belgische ondernemingen. Het DG Maritiem Vervoer schouwt de binnenschepen, verzamelt hun technische gegevens en stuurt deze sinds 2012 nu ook door naar de centrale Europese databank voor de binnenvaart. In deze databank worden de technische gegevens verzameld van meer dan 12.000 binnenschepen uit Oostenrijk, Belgi, Bulgarije, Tsjechi, Frankrijk, Nederland, Roemeni, Luxemburg, Polen en Slowakije. Door deze gegevensuitwisseling moet het voor de waterwegbeheerders mogelijk zijn om schepen beter te identificeren. Ze moet er ook voor zorgen dat de certificerende overheden de binnenschepen kunnen voorzien van een uniek Europees nummer. Dit initiatief is een verdere stap in het administratief vereenvoudigen van de binnenvaart, iets wat het ontwikkelen van de binnenvaart in de geest van de Blue Economy alleen maar ten goede komt. Daarnaast werkten de diensten van de binnenvaart mee aan het opstellen van regels in verband met het beheer van scheepsbedrijfsafval opdat het duurzaam karakter van de binnenvaart wordt bevorderd.

Klimaatsverandering
In het kader van de Blue Economy voor slimme, duurzame en veelomvattende groei biedt het beheren van de impact van de scheepvaartactiviteiten op de klimaatsverandering een belangrijke uitdaging voor de regelgever. Daarom nam het DG Maritiem Vervoer in december deel aan de 18de sessie van de United Nations Framework Convention on Climate Change (UNFCCC) die doorging in Doha (Qatar). Het DG onderhandelde mee over mogelijke maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen afkomstig uit de zeescheepvaart te reduceren. Die besprekingen leidden tot de vaststelling dat de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) de aangewezen instantie is om verder maatregelen uit te werken die uitstoot van CO2 kunnen verminderen.

Internationale Maritieme Organisatie


De Internationale Maritieme Organisatie (IMO) is het gespecialiseerd agentschap van de Verenigde Naties dat werd opgericht in 1948 om wereldwijd de veiligheid en de beveiliging van de zeescheepvaart evenals het voorkomen van pollutie door schepen te behartigen. In september 2012 werd een expert van het directoraat-generaal Maritiem Vervoer unaniem verkozen tot vicevoorzitter voor het werkingsjaar 2013. Dit toont aan dat de aanpak en inzet van Belgi om bij te dragen tot de Blue Economy wereldwijd gunstig worden onthaald.

scheepvaart

26

duurzame mobiliteit

27

Diagnostiek woon-werkverkeer
De enqute 2011 over de woon- en werkverplaatsingen van de werknemers werd afgerond op 29 februari 2012. Deze enqute kende met 10.146 inzendingen een betere participatiegraad dan de enqute van 2008 (9.812). Uit de resultaten van de enqute kunnen we vaststellen dat ondernemingen en openbare instellingen gemiddeld meer solo wagengebruik hebben gerapporteerd in vergelijking met 2008 en 2005, maar gelukkig blijft het gebruik van de fiets ook gestaag toenemen.

Vlaanderen In Vlaanderen zet de stijgende trend voor het fietsgebruik sinds de eerste diagnostiek (in 2005) zich voort. Het fietsgebruik is in Vlaanderen met meer dan 6 % (ofwel 0,8 procentpunten) gestegen t.o.v. 2008. In Vlaanderen is de fiets, na het solo wagengebruik, dan ook duidelijk het meest populaire hoofdvervoermiddel. In Vlaanderen investeert het Gewest stevig in fietsinfrastructuur en worden er door werkgevers en lokale overheden heel wat maatregelen getroffen om de fiets te promoten. Dat werpt duidelijk zijn vruchten af. Niettemin wordt het gevaarlijke verkeer voor fietsers in Vlaanderen, zoals in de andere gewesten, nog steeds als het grootste probleem beschouwd.
Vlaanderen 2011 2008 2005

Wagen alleen of met familie Trein Fiets

Belgi

67,3 % 9,6 % 8,7 % 6,5 % 3,5 % 2,3 % 1,4 % 0,8 %

2011

65,6 % 66,8 % 10,5 % 8,4 % 6,4 % 4,1 % 2,2 % 1,6 % 1,0 % 9,5 % 7,8 % 5,9 % 4,7 % 2,4 % 1,7 % 1,2 %

2008

2005

Wagen alleen of met familie Fiets Trein

69,3 % 13,9 % 4,5 % 4,1 % 3,6 % 1,7 % 1,6 % 1,1 %

68,3 % 68,7 % 13,1 % 12,3 % 4,8 % 4,2 % 4,5 % 1,7 % 1,9 % 1,5 % 4,1 % 3,9 % 5,2 % 2,1 % 2,2 % 1,6 %

Bus, tram, metro Carpool Te voet

Bus, tram, metro Carpool Te voet

Bromfiets, moto

Bromfiets, moto

Collectief vervoer van de werkgever

Collectief vervoer van de werkgever

duurzame mobiliteit

28

Walloni In Walloni blijft het carpoolen het belangrijkste alternatief voor het solo wagengebruik dat aanzienlijk hoger ligt dan in de andere gewesten. Carpooling wordt hier op de voet gevolgd door het stedelijk en regionaal openbaar vervoer (bus, tram en metro) en de trein. Toch moeten we voor carpooling een daling met 18% (ofwel 0,9 procentpunten) t.o.v. 2008 vaststellen.
Walloni 2011 2008 2005

De BELDAM enqute Het doel van de BELDAM (BELgian DAily Mobility) enqute, die gefinancierd wordt door de FOD Mobiliteit en Vervoer en de POD Wetenschapsbeleid (BELSPO), is de mobiliteit van de Belgen beter te begrijpen en de werkelijke mogelijkheden ter verbetering quaduurzaamheid te identificeren. Tussen 1 december 2009 en 31 januari 2011 werd contact opgenomen met in totaal meer dan 7800 huishoudens. De resultaten van de analyse van de verzamelde gegevens werden in september 2012 bekendgemaakt en vergeleken met de gegevens van MOBEL uit 1999. Hieruit blijkt dat er toch een lichte achteruitgang is van de overheersende positie van de wagen en dit ten voordele van het openbaar vervoer en de actieve vervoermiddelen (vb. fiets). Er lijken nog andere elementen op te duiken (zoals een lichte daling van de mobiliteit qua aantal verplaatsingen), maar die vereisen een grondigere analyse om na te gaan of het om echte gedragsveranderingen gaat of een gevolg is van de sociologische veranderingen van de bevolking. Zowel de enqute woon-werkverkeer, als BELDAM leverden uitvoerig beleidsondersteunend materiaal op om de personenmobiliteit duurzamer te maken.

Wagen alleen of met familie Carpool Trein Fiets Bus, tram, metro Te voet Bromfiets, moto

82,4 % 4,1 % 3,7 % 3,7 % 3,2 % 1,3 % 1,1 % 0,4 %

79,3 % 80,3 % 5,0 % 3,9 % 4,8 % 3,3 % 1,5 % 1,4 % 0,5 % 5,2 % 3,6 % 4,4 % 3,2 % 1,3 % 1,5 % 0,5 %

Collectief vervoer van de werkgever

Kortetermijn indicatoren
Deze maandelijkse conjuncturele indicatoren beschrijven de trends op basis van diverse maandelijkse bronnen. Er zijn 4 categorien van indicatoren: energie en wegverkeer, personenvervoer, samenleving en duurzaamheid en goederenvervoer. In 2012 zijn de effecten van de economische crisis op de transportactiviteiten duidelijk merkbaar. Zo zien we een algemeen lagere transportactiviteit, een lager aantal inschrijvingen van voertuigen,

duurzame mobiliteit

29

Afgelegde kilometers
In 2012 heeft de FOD Mobiliteit en Vervoer zijn studie over het aantal voertuigkilometers door Belgische voertuigen in het jaar 2011 voltooid. Uit deze studie komen drie grote conclusies bovendrijven: Het wegverkeer van personenwagens is in Belgi in 2011 blijven groeien, met +1,4 % ten opzichte van 2010. Het beeld over de regios is wel verschillend met een groei in Vlaanderen (+2,2 %) en Walloni (+2,4 %), en een relatief sterke daling in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-5,4 %). De verdieseling blijft zich voortzetten. In 2011 werden maar liefst 78,2 % van de afgelegde voertuigkilometers door dieselwagens afgelegd. Dit is een continue stijging van het cijfer sinds het begin van deze onderzoeken in Belgi in 1985 toen het aandeel van de dieselwagens in de afgelegde kilometers minder dan een kwart bedroeg. In 2010 bedroeg het aandeel van de dieselwagens 77,0 %. De vaststelling dat het aandeel ingeschreven nieuwe benzinewagens in 2012 gestegen is van 25 naar 31 % t.o.v. 2011, doet ons vermoeden dat in 2012 een kentering zal optreden. De Belg rijdt meer dan zijn buren. Een Belg rijdt gemiddeld 15 % meer kilometer per jaar dan het Europees gemiddelde en in het bijzonder tot 18 % meer dan de Fransen en zelfs 24 % meer dan de Nederlanders.
duurzame mobiliteit 30

Evenementen
Op 18 september 2012 heeft de FOD Mobiliteit en het Federale Planbureau een colloquium georganiseerd over de nieuwe ontwikkelingsperspectieven voor het veroer in Belgi tegen 2030. Tijdens dit colloquium heeft het Federale Planbureau de resultaten voorgesteld van de onderzoeken die in het kader van de overeenkomst met onze FOD werden gedaan. De directie Mobiliteit heeft actief deelgenomen aan het jaarlijkse forum van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling van 20 november 2012 waarvan het thema 2050: stappenplan voor een koolstofarme samenleving was.

Bij deze gelegenheid werden de uit de woon-werkenqute en uit de BELDAM-enqute afgeleide ontwerpmaatregelen inzake mobiliteit voorgesteld en besproken met de stakeholders van het middenveld.

Regelgeving
De FOD heeft onder meer bijgedragen tot de analyse van de implementatie van de harmonisering van de tolsystemen en van de regelgevende context en tot de vastlegging van de prioriteiten van het beleid van de transeuropese vervoersnetwerken en de financile context. Wij volgen ook de dossiers over de normen inzake CO2-uitstoot, de ontwikkeling van infrastructuren voor alternatieve brandstoffen, etc.

duurzame mobiliteit

31

Duurzame ontwikkeling
De economische pijler De FOD heeft zijn werkzaamheden voortgezet in samenwerking met de andere departementen en bevoegdheidsniveaus, zoals bijvoorbeeld met de FOD Economie voor wat betreft de hybride en elektrische voertuigen. Maar de FOD heeft bovenal ook samengewerkt in het kader van de activiteiten van de werkgroepen van de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling en van de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling. In 2012 werd er bijzondere aandacht besteed aan de duurzaamheidscriteria in de specificaties voor openbare aanbestedingen om zo bij te dragen tot de groei van de markt voor duurzame producten. De sociale pijler De sociale pijler werd sterk ontwikkeld als gevolg van de aanstelling van aanspreekpunten voor personeelsdiversiteit, gendermainstreaming, mobiliteitsarmoede en personen met een handicap. Deze contactpersonen waken over het beleid en over de uitoefening van de rechten van bepaalde doelgroepen. Zij werken ook samen met andere departementen en organisaties. De milieupijler Sinds 2004 realiseerde onze FOD enkele significante milieuacties in het kader van het Federaal Plan Duurzame Ontwikkeling (FPDO I en II). Sinds wij in juli 2007, conform de vraag van

de Ministerraad, onze eerste EMAS-certificatie behaalden, wordt het milieubeleid van het departement vooral bepaald door de Europese EMAS-norm. Met het milieubeheer en milieuauditsysteem of EMAS (Eco-Management and Audit Scheme) verbindt onze organisatie zich ertoe zich te ontwikkelen en haar milieugerelateerde resultaten te verbeteren. Na een succesvolle hercertificatie medio 2010, vatte de FOD als een van de eerste federale overheidsdiensten een tweede 3-jarige EMAS-cyclus aan. Deze nieuwe cyclus was de aanzet voor een grondige milieuanalyse van al onze diensten en processen. De EMAS-actieplannen werden daarbij herbekeken om na te gaan of elke vorm van milieurisico wel op passende wijze is afgedekt.

Geverifieerd milieuzorgsysteem
BE-FED-1210

duurzame mobiliteit

32

In 2012 werkten we onze ambitieuze actieplannen voor het City Atrium gebouw verder uit en zijn we ook begonnen met ons actieterrein te verleggen naar onze andere sites: Het directoraat-generaal Luchtvaart.werkte voor het eerst een systematisch actieplan uit voor zijn core business en de personeelsleden zullen vanaf 2014 gentegreerd worden in onze EMAS-Site 1, (City Atrium), wat het ECObeheer van Site 1 sterk zal benvloeden. De directie Vervoerinfrastructuur. Deze is verantwoordelijk voor de BELIRIS-werven en is gevestigd in de Voorlopig Bewindstraat. Hiervoor wordt een EMAS-Site 2 ontwikkeld. Realisaties qua core business Alle directoraten-generaal realiseerden een ambitieus milieuplan waardoor een groot aantal milieurisicos werden afgedekt voor alle vervoersmodi: wegverkeer, maritiem vervoer en binnenvaart, luchtvaart en last but not least voor het spoor, dit laatste in overleg met de NMBS-groep. Ook inzake de analyse van mobiliteit en intermodaliteit en beleidsaanbevelingen ter zake werden milieuzorg en criteria van duurzaamheid vooropgezet.

Enkele concrete realisaties qua digitalisering en ECObeheer: nieuwe en verbeterde online applicaties (vb. Div New, WebTEUV, ) zorgen voor meer e-government en bijgevolg een kleinere papierberg en minder nodeloze verplaatsingen van burgers en stakeholders; continue monitoring om ons energieverbruik verder in te dammen of toch onder controle te houden; meer duurzame gerechten in de cafetaria; lancering van een ambitieus mobiliteitsplan voor het personeel, alsook een smogalarmplan en dit in het kader van de luchtkwaliteit in het Brussels Hoofdstedelijk gewest; Op 22 december 2012 vond een tussentijdse externe audit plaats, uitgevoerd door AIB Vinotte. Hieruit blijkt dat onze FOD goed scoort: de balans van ons milieubeleid is positief. We streven er dus naar onze tweede EMAS-cyclus medio 2013 met mooie resultaten te kunnen afronden en een derde EMAS-cyclus op te starten.

duurzame mobiliteit

33

stafdiensten

34

ICT
De stafdienst ICT streeft ernaar ieder jaar opnieuw te innoveren opdat de kwaliteit van de dienstverlening zowel naar klanten en burgers, als personeelsleden toe naar een steeds hoger niveau wordt getild. Door de uitwerking van nieuwe toepassingen en continu verbeteren van bestaande, draagt ICT bij tot de e-government ideologie: niet alleen verbetert de dienstverlening, maar op deze manier wordt de FOD ook een duurzamere organisatie. Realisaties In mei 2012 ging het project DIV New operationeel. DIV New verving niet alleen de oude applicaties DIV en WebDIV, maar integreerde ook de derde richtlijn homologaties. Met deze operatie werd voor de FOD meteen ook het hoofdstuk van het mainframe afgesloten. Moderne technologien, zoals webservices, deden hun intrede. Gezien de omvang van het project, was het onmogelijk DIV New gefaseerd te implementeren: het werd dan ook met een big bang gentroduceerd. Rail-Lic, het online aanvragen van en aanmaken van een badge voor de machinisten. TEUV II, een update van de applicatie voor vergunningen voor het uitzonderlijk vervoer. Deze update bevat grondige functionele wijzigingen en werd gebruiksvriendelijker gemaakt.

Het COS-formulier voor maritiem vervoer. ADR, het online aanvragen van een vergunning voor het vervoer van gevaarlijke goederen ten behoeve van het Instituut wegTransport en Logistiek Belgi (ITLB), FOD economie, Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle (FANC), ...). Wijzigingen aan de groupware toepassingen, zoals nieuwe features in FIDO, ARCA, ASRA en de document libraries en bij de request collectoren werd versie 10.0 voltooid. Er werden fundamentele nieuwe functies in IAM (het informaticasysteem voor het directoraat-generaal luchtvaart) gefinaliseerd, zoals bv. de uitbreiding IAM-Aircraft met gegevens over helicopters en IAM-Part66. In 2012 werden ook al heel wat voorbereidingen en analyses uitgevoerd voor applicaties die in 2013 boven de doopvont zullen gehouden worden: ERRU, i-Fast, uitbreiding examensysteem naar pleziervaart, Daarnaast werkte de stafdienst ICT ook nauw samen met de cel Communicatie voor de omschakeling naar de nieuwe website, gehost door Fedict. Deze zal in 2013 gelanceerd worden.

stafdiensten

35

P&O
In de loop van 2012 heeft de stafdienst P&O voornamelijk aandacht besteed aan vier grote pijlers. Leadership Het leadershipplan 2012-2013 heeft als doelstellingen: een specifieke begeleiding ontwikkelen voor de teamchefs die in dienst treden. Dit betreft alle medewerkers, los van hun statuut of van hun niveau, die teamverantwoordelijke zijn, welke ook de grootte van dit team is. Daarvoor werd een specifiek traject ontwikkeld voor de teamchefs die in dienst treden en getest met een groep van alle teamchefs die in 2012 in dienst traden. Bovendien werd eind 2012 extern coaching aangeboden waar momenteel 6 dienstchefs van onze FOD van genieten. Tot slot werd de eerste aanzet van een interne coaching gegeven en zou die in 2013 moeten zijn geconcretiseerd. de uitwisselingen (delen van kennis en ervaringen) tussen de teamchefs van de FOD onderling en met externe personen ontwikkelen.Sinds april 2012 werd maandelijks een middag georganiseerd voor de dienst/ teamchefs. Elke maand wordt een andere thematiek behandeld en wordt er zo goed mogelijk antwoord gegeven op de door de deelnemers geformuleerde verwachtingen. Deze middagen worden Mobilead Lunch genoemd als de formule een externe inbreng

voor de groep vormt, of Mobilead Net als de formule voornamelijk een thematische uitwisseling tussen chefs is. ontwikkeling van instrumenten voor interne communicatie ten behoeve van het management en de teamchef en die door laatstgenoemde ook voor de communicatie met zijn team kunnen worden gebruikt. Vanaf maart 2012 ontvangt elk dienst/teamhoofd de maandelijkse nieuwsbrief via mail. Deze newsletter bevat de specifieke informatie voor hun functie, de aankondiging van evenementen, een getuigenis van goed gedrag van een chef van de FOD en biedt een werkfiche aan. De deelname en het enthousiasme van diegenen die zich helemaal geven in de verschillende acties en werkgroepen, moet op de voorgrond worden gesteld. De kritieke functies en de kennisoverdracht De huidige economische context en de belangrijke budgettaire beperkingen opgelegd aan de overheidsdiensten, leiden onvermijdelijk tot het gebruik van de beschikbare middelen op de meest optimale manier. Door de evolutie van de leeftijdspiramide van onze afdeling is men verplicht de personeelsleden op de beste plaats in te zetten om een kwaliteitsdienstverlenig voor de burgers te behouden. Om het beste evenwicht tussen noden en middelen te waarborgen, heeft HR twee tools ontwikkeld. De ene biedt de mogelijkheid om op een eenvoudige,
stafdiensten 36

rationele en objectieve manier te beoordelen of een functie kritiek is voor de goede verwezenlijking van de opdrachten. De andere tool is een instrument dat al bestaat, maar dat herwerkt werd in 2012. Het gaat om een audit betreffende de kennisoverdracht tussen de ervaren medewerkers die op het punt staan te vertrekken, en de jongeren die hun eerste stappen zetten in onze diensten. Integriteit In 2012 werd in heel de FOD het integriteitsplan 2012-2014 opgestart. Beliris heeft al enige tijd een integriteitsplan ontwikkeld dat voornamelijk is gericht op de overheidsopdrachten, maar het door P&O ontwikkelde integriteitsplan richt zich tot alle medewerkers en betreft alle activiteitsdomeinen van de FOD.

Integriteit is bij de overheid een onontbeerlijk element geworden gelinkt aan de modernisering van de overheid maar ook aan de evolutie van de maatschappij in het algemeen: de klanten van de overheidsdiensten eisen een transparantie van de administratie en de ambtenaar is niet langer de eenvoudige uitvoerder maar een actieve kracht, die op zijn niveau aan het besluitvormingsproces meewerkt, en dat vergroot de verantwoordelijkheid van het personeel. Het in 2012 opgestarte integriteitsplan draait voor een doeltreffend integriteitsbeleid rond 3 pijlers: instrumenten ontwikkelen en in werking stellen om: de integriteit dagelijks in onze FOD te bepalen, gebaseerd op de omzendbrief nr. 573 die een deontologisch kader voor het federaal openbaar ambt vastlegt, de medewerkers te begeleiden naar integriteit door de actie van de verantwoordelijken en door informatie-, opleidings- en sensibiliseringssessies. ervoor te zorgen dat de integriteit wordt nageleefd, met name in het kader van de procedurebeschrijvingen. Folluw-up en evaluatie van het actieplan. Zoals dat geldt voor elk nieuw project, zal het regelmatig worden gevalueerd en zullen er eventuele noodzakelijke corrigerende maatregelen worden getroffen op basis van de cyclus Plan-Do-Check-Adjust.
stafdiensten 37

Creatie en invoering van een structuur. De structurele verankering van de integriteit waarborgen binnen onze FOD voor alle wedewerkers. Van de leidinggevenden tot de verschillende in het plan aangeduide actieverantwoordelijken voor integriteit, samen met de integriteitscodinator, zijn het alle medewerkers van de FOD die moeten betrokken worden bij dit project, omdat integriteit de verantwoordelijkheid is van eenieder in zijn dagelijks werk. e-HR In het kader van de voortzetting van de uitvoering van E-hR binnen de FOD, werd er een belangrijke kwaliteitscontrole uitgevoerd van de gegevens van het personeel om de productie te kunnen automatiseren van verslagen, zoals het jaarverslag van het statutair personeel (online), of om het proces van algemene of voor bepaalde categorien van het personeel bestemde mededelingen te optimaliseren en te versnellen. Info en klachten De stafdienst P&O omvat, naast de Vertaaldienst, ook de cel Communicatie. Deze staat o.a. in voor de verwerking en opvolging van alle informatieaanvragen en klachten. In 2012 werden er 2140 klachten geregistreerd. De lancering van de nieuwe informaticatoepassing van de DIV verliep niet zoals verwacht: de wachttijden liepen op en er ontstond een grote achterstand in het verwerken van de inschrijvingsdossiers en de

aanvragen tot schrapping. Het overgrote deel van de binnengekomen klachten (1217) was dan ook voor de DIV. De dienst Certificatie en Inspectie ontving 429 klachten, voornamelijk in verband met de keuringsstations. 131 klachten waren bestemd voor de dienst Homologaties met betrekking tot het aanslepen van de homologatieaanvraag. Daarnaast ontvingen we ook 136 klachten bedoeld voor andere instanties. Wat de infovragen betreft, klokten we in 2012 af op 8934 mails. Ook hier zien we ongeveer dezelfde tendens als bij de klachten terug: het merendeel van de aanvragen (4546) was bestemd voor de DIV. Wanneer iemand een mail stuurt naar info@ mobilit.fgov.be of klachten@mobilit.fgov.be, dan komt deze mail in een request collector terecht. Dit is een multifunctionele mailbox die toelaat sneller en gecontroleerd de aanvraag aan de juiste dienst te bezorgen. In de loop van 2012 werd deze toepassing uitgebreid en aangepast om nog efficinter en klantgerichter te kunnen werken.

stafdiensten

38

Budget, beheerscontrole en logistiek


De stafdienst Budget, beheerscontrole en logistiek beheert in samenwerking met het management en hun medewerkers, de financile middelen van de FOD. Dit betreft de opmaak en de uitvoering van de begroting en de boekhouding, zowel inzake uitgaven als ontvangsten. De dienst staat ook in voor het logistiek beheer van de FOD en biedt ondersteuning inzake aankoopdossiers. In gevolge de moeilijke budgettaire toestand in 2012 nam de regering allerlei maatregelen inzake budgettaire behoedzaamheid (bevriezingen, goedkeuring dossiers door Ministerraad, evaluatie onsamendrukbare uitgaven) die ertoe leidden dat een budgettaire planning en het voorbereidingsen goedkeuringstraject van de dossiers sterkt bemoeilijkt werden. Na de implementatie van Fedcom (het federale project betreffende de modernisering van de overheidsboekhouding) in 2011, werden onze financile processen in 2012 verder geoptimaliseerd. Op het programma staan onder meer de verdere uitwerking van de analytische boekhouding en het centraal beheer van de ontvangsten. De ondersteuning van de diensten in verband met overheidsopdrachten werd verder uitgebouwd.

stafdiensten

39

Beknopt overzicht van de uitgaven (vereffeningen) in 2012 Dotatie aan de NMBS, de NMBS-holding en infrabel Dotatie aan de Post Andere uitgaven overheidsbedrijven Beliris (samenwerkingsakkoord tussen de federale staat en het Brussels Hoofdstedelijk

(in 1000 ) 2.851.661 335.536 239 117.352 12.373 169 107 10.754 13.285 12.066 17.576 22.567 7.053 2232 3339 403 774 838 900 136 62 3.409.422
stafdiensten 40

Gewest, dat voorziet in initiatieven om de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel te bevorderen)

Toelagen intermodaal vervoer Andere uitgaven duurzame mobiliteit Studies en acties Vervoer te land Luchtvaart Maritiem Vervoer Mobiliteit en Verkeersveiligheid Algemeen beheer (exclusief ICT) Algemeen beheer (inclusief ICT) Beleidscel Veiligheid en Interopabiliteit Spoor Onderzoek ongevallen spoor Regulering luchthaven Brussel-Nationaal en spoor Ombudsdienst spoor Ex-RMT Schadevergoedingen Lasten van het verleden (betalingen volgend uit engagementen die dateren van voor de

Totaal uitgaven

staatshervorming van 1989 en betrekking hebben op bevoegdheden die op dat moment werden overgeheveld aan de gewesten)

Beknopt overzicht van de ontvangsten (inningen) in 2012 Winstaandeel Belgacom Winstaandeel BPost Terugbetaling BPost Beliris Binnenvaart Licenties van spoorwegondernemingen Vergunningen aan de tussenpersonen voor goederenverkeer Veiligheid en interoperabiliteit spoor Onderzoek van spoorwegongevallen Luchtvaartbeveiliging Onderzoek ongevallen en incidenten luchtvaart

(in 1000 ) 443.575 47.780 300.792 125.402 144 4 86 6.314 1.224 2.478 120
stafdiensten 41

Werkingskosten BSA Andere prestaties luchtvaart Zeevaart en Binnenvaart Corporate Flag State Governance Onderzoek scheepvaartongevallen Homologatie van de voertuigen Certificatie en de inspectie (mobiliteit en verkeersveiligheid) Uitzonderlijk vervoer Commercile en gepersonaliseerde inschrijving van een voertuig Concessievergoeding van de nummerplaten Rijbewijzen Verkeersveiligheidsfonds Regulering van het spoorvervoer Regulering van de exploitatie van de luchthaven Brussel Nationaal Terugbetaling van uitgaven gedaan voor rekening van derden Diverse opbrengsten Verkoop terreinen Totaal ontvangsten

4.648 2.882 1.193 816 42 1.986 967 2.695 2.579 13.338 9.556 300 921 200 511 938 2.408 973.900

stafdiensten

42

ondersteuningsdiensten

43

Ondersteuningscel van de Voorzitter


Deze cel cordineert onder meer volgende prioritaire actiegebieden: Parlementaire vragen In 2012 werden 74 vragen van de Senaat en 163 vragen van de Kamer behandeld. Eurocordinatie en internationale relaties De cel verzekert de opvolging van de Europese regelgeving en de vragen, klachten of ingebrekestellingen van de Commissie. In 2012 ontving de FOD een Congolese ministerile delegatie met het oog op een samenwerkingsverband binnen de vier vervoersmodi. Overleg met de gewesten In 2012 werkten verschillende werkgroepen aan een advies aan de regering over de beleidsdomeinen die geregionaliseerd zouden worden in het kader van het regeerakkoord. Project Management Officer (PMO) De PMO houdt het toezicht over het de lopende projecten binnen de FOD. In 2012 werkte de cel actief aan een verbeterde projectwerking, en dit door de ontwikkeling van een centrale databank waarin alle projecten zullen worden opgevolgd. Secretariaat van het directiecomit De secretaris zorgt voor de omkadering en opvolging van de vergaderingen van het directiecomit.

Administratieve vereenvoudiging De cel volgt de lopende projecten met een impact op de administratieve vereenvoudiging op en rapporteert hierover aan de Dienst Administratieve Vereenvoudiging (DAV) Contactpunt Handicap In navolging van het VN-Verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap beschikt ook onze FOD over een contactpunt handicap.

ondersteuningsdiensten

44

Woordvoerders
De persdienst heeft in 2012 vooral aandacht besteed aan de vele belangrijke studies die de FOD Mobiliteit en Vervoer publiceren. In 2012 werd onder andere een studie gepubliceerd over de mobiliteit van de Belgen (BELDAM), een herneming van een vorige studie van 10 jaar geleden. Ook de mobiliteit van de toekomst werd belicht door een colloquium en een rapport over de vooruitzichten van de mobiliteit in 2030. Andere persberichten en persacties handelden over diverse themas van de lancering van een nieuw informaticasysteem voor de DIV naar nieuwe vergunningen voor treinbestuurders over de technische vereisten voor de productie van reproducties van kentekenplaten.

Interne audit
De dienst Interne Audit helpt de FOD bij het realiseren van haar doelstellingen door, via een systematische en gedisciplineerde aanpak, de doeltreffendheid van het risico- en controlebeheer en de beleidsprocessen (governance) te evalueren en te verbeteren. Haar adviezen zorgen ervoor dat het management beter in staat is om de activiteiten en de bijbehorende risicos te beheersen en de organisatie te ontwikkelen. In 2012 werden er 3 opdrachten voor zekerheidsverstrekking en 3 voor adviesverlening uitgevoerd. In het kader van bestaande of nieuwe ISO certificeringen werden er ook in drie diensten
ondersteuningsdiensten 45

van het directoraat-generaal Maritiem Vervoer gecombineerde ISO/COSO audits uitgevoerd. Deze ISO kwaliteitsaudits worden gecombineerd met een hoog niveau operationele audit en worden uitgevoerd volgens de verplichte driejaarlijkse certificeringscyclus. Als bijzondere opdracht doet Interne Audit de cordinatie en opvolging van de actieplannen voor de spoorwegveiligheid naar aanleiding van de diverse auditverslagen en -rapporten na het treinongeval van Buizingen in 2010. Deze actieplannen naderen hun voltooiing. Daarnaast vertrouwt de dienst op haar netwerken en contacten bij o.a. de andere FODs en werkt zij zoveel mogelijk samen met andere interne en externe zekerheid verstrekkende en advies verlenende diensten om een zon adequaat mogelijke auditdekking te verzekeren en dubbele werkzaamheden te voorkomen.

protheses en ortheses, brilglazen, contactlenzen, correctieoperaties van de ogen en logopedische behandelingen. De tabel met de forfaitaire bedragen voor tandprotheses werd aangepast. Het bedrag van de tussenkomst voor de jeugdactiviteiten werd verhoogd van 175 tot 200 euro. Er werden ook twee nieuwe tussenkomsten gecreerd, namelijk tandverzorgingen met medische doeleinden en de kosten van individuele sportabonnementen. Er werd ook een tevredenheidsenqute gehouden onder de werknemers van onze FOD. De resultaten waren zeer positief: 27 % van de collegas, die de enqute invulden, waren tevreden en 67 % zeer tevreden over onze werking.

Sociale dienst
De vzw Sociale Dienst Mobiliteit en Vervoer voorziet in materile (vb. leningen) en niet-materile hulp (morele hulp) op individueel of collectief vlak en dit voor alle personeelsleden en gepensioneerden, alsook hun echtgenoten of partners en personen ten laste. In 2012 werd de tussenkomsten voor de medische kosten verhoogd van 20 tot 30 %, zowel voor de farmaceutische kosten, als voor de kosten voor
ondersteuningsdiensten 46

Colofon
Verantwoordelijke uitgever Marc Roman voorzitter van het directiecomit a.i. Cordinatie en design Doreen Coppens Redactie Anne Vandenberghe, Frans Van Rompuy, Lieve Vermoere, Ginette Schollaert, Dirk Plasschaert, Stefaan Peremans, Joannes Peeters, Jeanine Lees, Danny Kleijkens, Marc Kwanten, Abde Jebari, Jozef Heynderickx, Jorge Gonzalez Hernandez, Michel De Vos, Thomas De Spiegelaere, Sarah Carre, Vronique Cnudde, Doreen Coppens, Lon-Pierre Brebois, Luc Blendeman, Eric Aerden Vertaling en revisie Mireille Alvarez, Claude Danze, An Dhoe, Vronique Scalais, Christina De Winne, Robert Vilmos Michel Vyls, Anne-Sophie Cosyns Fotos Shutterstock.com, Sam Laureys (p.8) Claude Danze (p.13), Doreen Coppens (p.25)

FOD Mobiliteit en Vervoer Vooruitgangstraat 56 1210 Brussel +32 (0)2 277 31 11 info@mobilit.fgov.be www.mobilit.belgium.be
colofon 47

Samen naar een duurzame mobiliteit...

You might also like