Professional Documents
Culture Documents
Nitro Pro 7 User Guide
Nitro Pro 7 User Guide
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave Welkom bij Hartelijk dank voor het installeren van Waarom ? Aan de slag met Nitro Pro 7 De gebruikersinterface van Nitro Pro 7 verkennen De gebruikersinterface van Nitro Pro 7 1 Menu Bestand 2 Werkbalk Snelle toegang 3 Linttabbladen 4 Balk Zoeken 5 Informatiebalk 6 Documentvenster 7 Functies voor in- en uitzoomen en paginaweergave 8 Paginabesturingselementen 9 Onderste navigatievensters 10 Zijbalkvensters voor navigatie Sneltoetsen van het lint Sneltoetsen weergeven en gebruiken Compatibiliteit met andere applicaties Hulp opvragen Tabbladgroepen in Help Help Online support Product Learning Center Het dialoogvenster Learning Center openen Het venster Learning Center niet weergeven wanneer Nitro Pro wordt geopend Online-Help Controleren op software-updates Handmatig op updates controleren De frequentie van updatecontrole wijzigen Support-functies Technische gegevens verzamelen De printer Nitro PDFCreator opnieuw installeren Microsoft Office-invoegtoepassingen bijwerken Taken en gereedschappen PDF-bestand bekijken en navigeren PDF-bestand openen Een PDF-bestand openen Het menu Bestand Slepen en neerzetten Dubbelklikken of rechtsklikken Paginaweergave wijzigen Weergaveopties van het documentvenster wijzigen: i 1 1 1 2 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 5 6 6 7 8 8 8 8 8 9 9 9 10 11 11 11 12 12 12 12 13 14 15 15 15 15 15 16 16
Nitro
Paginaweergave vergroten/verkleinen: De paginaweergave draaien: Zoomniveau instellen Het zoomgereedschap gebruiken: Het zoomniveau instellen met de paginabesturingselementen: Bladeren door uw document Bladeren door de pagina's Pagina's door- of terugschuiven: Deelvensters voor navigatie Het deelvenster Pagina's Het deelvenster Bladwijzers Het deelvenster Handtekeningen Het deelvenster Lagen Het deelvenster Lagen Het deelvenster Lagen weergeven: Een OCG-laag weergeven of verbergen: De standaardstatus van een laag herstellen: Structuur van lagen uitvouwen of samenvouwen: Het deelvenster Commentaar Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: Het deelvenster Bijlagen Het deelvenster Bijlagen tonen of verbergen: Werken met bijlagen in het deelvenster Bijlagen: Het deelvenster Uitvoer Het deelvenster Uitvoer bekijken: De berichten in het deelvenster Uitvoer wissen: Tekst zoeken Tekst in een document zoeken Meerdere documenten parallel weergeven Het scherm in twee of meer delen splitsen: Een PDF-document tussen tabgroepen verplaatsen Een PDF-document met rechtsklikken naar een andere tabgroep verplaatsen: Een PDF-document naar een andere tabgroep slepen: Normale weergave herstellen: Voorbeeldweergave van uw PDF-bestanden PDF-bijlage in Microsoft Outlook bekijken PDF-bijlage in Outlook bekijken: PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken PDF-bestanden in Windows Verkenner bekijken: Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing De Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing gebruiken Nitro PDF browser-invoegtoepassing configureren Google Chrome configureren Microsoft Internet Explorer configureren Mozilla Firefox configureren Bestanden openen en opslaan in een WebDAV-locatie Een WebDAV-verbinding maken in Windows 7 of Vista Een WebDAV-verbinding maken in Windows XP ii
16 17 18 18 18 19 19 19 20 20 21 21 22 23 23 23 23 23 24 24 25 25 25 26 26 26 27 27 28 28 28 28 28 28 30 30 31 31 32 33 33 33 33 33 34 35 35 35 Nitro
Een PDF-bestand maken Afdrukken naar Nitro Creator 2 Een document afdrukken naar Nitro Creator 2 Documenteigenschappen instellen PDF-document maken van een willekeurig bestand Een PDF-document maken: Aangepaste instellingen voor PDF PDF/A-bestanden maken Over PDF/A PDF/A-1a en PDF/A-1b PDF/A-bestanden maken met de printer Nitro PDF Creator PDF/A-bestanden maken met de functie PDF - Van bestand PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2007/2010-programma's PDF/A-bestanden maken met Microsoft Office 2003-programma's PDF/A-bestanden maken via een scanner Een PDF maken van het klembord of van schermopnamen Een PDF maken van een afbeelding op het klembord Gentegreerde functie voor het maken van PDF's PDF maken met slepen en neerzetten Het bestand naar de snelkoppeling op het bureaublad slepen: Het bestand naar Nitro Reader slepen: PDF-document opslaan PDF-document opslaan Nieuwe versie van uw PDF-document maken met Opslaan als Wijzigingen afvlakken en opslaan als een PDF-bestand Voorkeuren voor Nitro Creator 2 De voorkeuren voor Nitro Creator 2openen: HetNitro Creator 2 dialoogvenster Voorkeursinstellingen voor afdrukken Nitro Creator 2 Pagina's PDF-eigenschappen PDF-beveiliging Microsoft Office-bestanden vanuit Microsoft Office-applicaties naar PDF converteren Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen De instellingen van Office-invoegtoepassingen wijzigen Microsoft Office 2007/2010: Microsoft Office 2003: Overzicht van instellingen voor Microsoft Office-invoegtoepassingen Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren Microsoft Word 2007/2010 Een PDF maken Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft Word 2003 Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren Microsoft Excel 2007/2010 Een PDF maken iii
36 37 37 37 38 38 38 40 40 40 40 40 41 41 41 42 42 43 43 43 43 44 44 44 45 46 46 46 46 47 47 48 49 50 50 50 50 50 52 52 52 52 52 52 52 53 53 53 Nitro
Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft Excel 2003 Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren Microsoft PowerPoint 2007/2010 Een PDF maken Een beveiligde PDF maken Een PDF/A-1b compatibele PDF maken De instellingen voor PDF-conversie wijzigen Microsoft PowerPoint 2003 Scannen en OCR PDF maken van scan Van papier naar PDF scannen Instellingen voor beeldcompressie Opties voor beeldcompressie Kleur/grijswaarde Zwart/wit Kwaliteit OCR OCR-voorkeuren OCR-voorkeuren configureren Algemene OCR-voorkeuren OCR op een afgedrukt document toepassen met 'PDF maken van scan' OCR op een papieren document toepassen tijdens scannen OCR toepassen op bestaande PDF's OCR op een document toepassen OCR toepassen op geselecteerde pagina's in een document OCR-problemen oplossen Controleren en commentaar invoeren Notities toevoegenof bewerken Notitie toevoegen: Eigenschappen van notities wijzigen: Standaardeigenschappen van notities Notitie beantwoorden: Notitie verwijderen: Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties Tekst markeren: Markering verwijderen: Markeringseigenschappen wijzigen: Een aantekening beantwoorden: Markering verwijderen: Commentaar beheren en bekijken Het deelvenster Commentaar tonen of verbergen: Commentaar uitvouwen of samenvouwen: Commentaar verwijderen: Commentaar beantwoorden Commentaar beantwoorden: iv
53 53 53 53 54 54 54 54 54 54 54 55 56 56 57 57 57 57 57 58 59 59 59 61 61 62 62 62 63 64 65 65 65 65 65 66 67 67 67 67 68 68 69 69 69 69 70 70 Nitro
Commentaar sorteren Commentaar sorteren: Alle commentaar tonen of verbergen Commentaar uit meerdere bestanden samenvoegen Commentaar exporteren uit een feedbackbestand Commentaar van meerdere personen in n PDF importeren Commentaar samenvatten Commentaar samenvatten in PDF Commentaar samenvatten om af te drukken Voorkeuren voor afdrukken en samenvatten wijzigen PDF's opmaken met tekengereedschappen Een lijn, pijl, rechthoek of ovaal toevoegen Een vrije-vormtekening toevoegen Feedback aan een tekening toevoegen De vormgeving of eigenschappen van een tekening wijzigen De standaardvormgeving van tekeningen instellen Een rechte lijn omzetten in een pijl Een tekening verwijderen Tekstvakken en toelichtingen Een tekstvak met commentaar toevoegen Tekst in een bestaand tekstvak bewerken De vormgeving van een tekstvak met commentaar wijzigen De plaats of het formaat van een tekstvak wijzigen De standaardvormgeving van tekstvakken instellen Een tekstvak verwijderen Bestanden als aantekeningen bijvoegen Een bestand als aantekening bijvoegen De weergave of eigenschappen van een bestandsbijlage wijzigen Een bestandsbijlage openen Een bestandsbijlage opslaan PDF exporteren PDF naar Microsoft Word converteren PDF naar Microsoft Word converteren PDF naar Microsoft Excel converteren PDF naar Microsoft Excel converteren PDF-bestanden naar afbeeldingen converteren PDF naar afbeelding converteren PDF naar Rich Text converteren PDF naar Rich Text converteren PDF naar onbewerkte tekst converteren PDF-bestand naar onbewerkte tekst converteren: Instellingen voor het exporteren van PDF naar Word en RTF Pagina-indeling Afbeeldingen Tabellen Kop- en voettekst Geavanceerd tekstherstel Tekst en afbeeldingen selecteren en kopiren v
71 71 72 73 73 73 74 74 74 74 76 76 76 76 76 77 77 77 78 78 78 78 78 79 79 80 80 80 80 80 81 82 82 83 83 84 84 85 85 86 86 87 87 87 88 88 88 89 Nitro
Een hele pagina tekst in een PDF-document kopiren Tekst in een PDF-document selecteren Afbeeldingen in een document selecteren en kopiren Een snapshot maken Alle afbeeldingen ophalen Afbeeldingen ophalen uit PDF-bestanden Werken met formulieren Formulieren invullen en opslaan Digitaal formulier met interactieve velden invullen Formulier opslaan: Een formulier terugzetten: Handtekening stempelen met QuickSign Uw handtekening voorbereiden QuickSign-handtekening maken in Nitro Reader Uw handtekening op de pagina stempelen met QuickSign Uw handtekeningen beheren: Formulieren Formuliervoorkeuren Formuliervoorkeuren bewerken Formulieren opstellen Een formulierveld toevoegen Een formulierveld bewerken Gereedschappen voor formuliervelden Formulierveldkenmerken Algemeen Vormgeving Actie Een testveld maken Een tekstveld toevoegen Een tekstveld bewerken Een veld voor een selectievakje maken Een veld voor een selectievakje toevoegen Een formulierveld voor een selectievakje bewerken Een veld voor een keuzerondje maken Een keuzerondje toevoegen Een formulierveld voor een keuzerondje bewerken Een veld voor een keuzelijst met invoervak maken Een veld voor een keuzelijst met invoervak toevoegen Een formulierveld voor een keuzelijst met invoervak bewerken Een keuzelijstveld maken Een keuzelijstveld toevoegen Een keuzelijstveld voor een formulier bewerken Een knopveld maken Een knopveld toevoegen Een formulierveld voor een knop bewerken Een veld voor een digitale handtekening maken Een nieuw formulierveld voor een digitale handtekening maken Een formulierveld voor een digitale handtekening bewerken vi
89 89 89 90 91 91 92 93 93 93 94 95 95 95 95 96 97 97 97 98 98 98 99 100 100 100 101 102 102 103 104 104 104 105 105 105 106 106 106 107 107 107 108 108 108 109 109 109 Nitro
Meerdere velden maken Een batch gelijke velden maken Tabvolgorde instellen De tabvolgorde instellen Meerdere velden bewerken, uitlijnen en indelen De vormgeving van meerdere velden bewerken De uitlijning en ruimte tussen formuliervelden instellen Formuliervelden op een raster uitlijnen Het raster tonen of verbergen Uitlijnen op raster in- of uitschakelen Rasterweergave aanpassen Eenheden en rastervoorkeuren Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken Een vormgeving maken voor een formulierveld Een vormgeving toepassen op een formulierveld Formuliergegevens importeren en exporteren Gegevens uit een PDF-document exporteren Gegevens in een PDF-document importeren Formuliergegevens opnieuw instellen Formuliergegevens opnieuw instellen Uw eigen resetknop maken Formuliergegevens verzenden Een verzendknop maken Velden tonen of verbergen Velden tonen/verbergen Veldgegevens berekenen Een berekening opstellen JavaScript JavaScripts zoeken Veldscripts JavaScript-console Documentacties JavaScripts op documentniveau JavaScripts op mapniveau JavaScripts kopiren en plakken JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken JavaScript op mapniveau toevoegen of bewerken JavaScript op documentniveau Een JavaScript op documentniveau schrijven Aangepast JavaScript voor berekening toevoegen of bewerken Een berekeningsscript schrijven Vereenvoudigde veldnotaties toevoegen Een vereenvoudigde veldnotatie toevoegen De JavaScript-console gebruiken De JavaScript-console gebruiken Uitvoer- en JavaScript-fouten weergeven Het deelvenster Uitvoer openen Ondersteunde JavaScript-objecten vii
110 110 111 111 112 112 112 113 113 113 113 113 114 114 114 115 115 115 116 116 116 117 117 118 118 119 119 120 121 121 121 121 121 122 123 124 124 125 125 126 126 127 127 128 128 129 129 130 Nitro
App-object Doc-object Color-object Console-object Event-object Field-object Global-object Identity-object Link-object This-object Util-object OCG-object Eigenschappen en methoden Voorbeeld: Bewerken Tekst Afbeeldingen Bestanden Verwante informatie Tekst toevoegen of bewerken Tekst toevoegen Tekst bewerken Tekst verplaatsen Een alinea of afbeelding verwijderen Tekst afvlakken Kop- en voettekst Alle beheerde kop- en voetteksten weergeven Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren Nieuwe koptekst of voettekst aan een profiel toevoegen Een kop- of voettekstprofiel importeren of exporteren Kop- of voettekst in uw PDF-document invoegen Alle kop- en voettekst uit een document verwijderen Watermerken en achtergronden Alle beheerde watermerken weergeven Profielen beheren en het menu Toepassen op document configureren Een nieuw watermerk of nieuwe achtergrond aan een profiel toevoegen Een watermerkprofiel importeren of exporteren Een watermerk of achtergrond in een PDF-document invoegen Alle watermerken en achtergronden uit een document verwijderen Bates-nummers Bates-nummers aan een PDF toevoegen Bates-nummers aan een reeks PDF-bestanden toevoegen Bestanden bijvoegen Een bestand op documentniveau bijvoegen Afbeeldingen Afbeeldingen invoegen Een afbeelding invoegen Een afbeelding ophalen viii
131 132 134 135 136 137 140 141 142 143 144 145 145 145 146 146 146 146 146 147 147 148 148 148 148 149 149 149 149 150 150 150 151 151 151 151 152 152 152 154 154 154 155 155 156 157 157 158 Nitro
Een afbeelding ophalen Afbeeldingen verwijderen Een afbeelding verwijderen Meerdere afbeeldingen selecteren Afbeeldingen rangschikken Afbeeldingen rangschikken Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden De grootte van afbeeldingen wijzigen Een afbeelding bijsnijden De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen De kleurruimte van een afbeelding wijzigen Afbeeldingen vervangen Een afbeelding vervangen PDF-bestanden optimaliseren Een PDF-document optimaliseren Instellingen voor beeldoptimalisatie Comprimeren Verkleinen Beschikbare instellingen voor beeldoptimalisatie Web Kantoorkwaliteit Professionele kwaliteit Zoveel mogelijk als origineel Afbeeldingen ongewijzigd laten Aangepast Documenteigenschappen Documenteigenschappen weergeven Documentinformatie en metagegevens Documentinformatie of metagegevens toevoegen of bewerken Eigen metagegevensvelden toevoegen of bewerken Documentbeveiliging De beveiliging van een bestand weergeven Lettertypen Bekijken welke lettertypen in een document zijn gebruikt Eigenschappen Eerste weergave Eigenschappen voor eerste weergave instellen Redactie Markeren voor redactie Tekst markeren voor redactie Een afbeelding markeren voor redactie Pagina's markeren voor redactie Markeringen op pagina's herhalen Een redactiemarkering verwijderen Redacties toepassen Redactie-eigenschappen instellen Redactiecodes Zoeken en redigeren Metagegevens verwijderen ix
158 159 159 159 160 160 161 161 161 162 162 163 163 164 164 165 165 165 165 165 165 166 166 166 166 167 167 168 168 168 169 169 170 170 171 171 172 172 172 173 173 173 173 174 174 174 175 177 Nitro
Redenen voor het verwijderen van metagegevens Metagegevens verwijderen Koppelingen Een koppeling toevoegen Een koppeling aan een PDF-document toevoegen Koppelingen bewerken De vormgeving van koppelingen in PDF-documenten bewerken Een standaardstijl voor koppelingen instellen Koppelingen uitlijnen, vergroten/verkleinen en verplaatsen De plaats en eigenschappen van koppelingen vergrendelen en ontgrendelen Koppelingen verwijderen Automatische paginakoppelingen Paginakoppelingen maken Webkoppelingen van URL's maken Actieve webkoppelingen maken Automatisch trefwoordkoppelingen maken Trefwoordkoppelingen maken Bladwijzers Bladwijzers in een PDF-document bekijken Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt geopend Bladwijzers bekijken en gebruiken Het deelvenster Bladwijzers openen Het lettertype in het deelvenster Bladwijzers vergroten of verkleinen Een bladwijzer maken Een bladwijzer aan een PDF-document toevoegen Een kop of tekst als bladwijzer instellen Automatisch bladwijzers maken Automatisch bladwijzers maken Bladwijzerkenmerken selecteren Tekstmaskers . ^ $ [] [^] \ * + ? () | Bladwijzers bewerken De actie van een bladwijzer instellen Een bladwijzer verwijderen Alle bladwijzers verwijderen De naam van een bladwijzerlabel wijzigen
177 177 178 179 179 180 180 180 180 180 181 182 182 183 183 184 184 185 185 185 186 186 186 187 187 187 188 188 188 189 189 189 190 190 190 190 190 191 191 191 191 192 192 192 192 192
Nitro
De weergave van bladwijzers wijzigen De volgorde van bladwijzers wijzigen Bladwijzers groeperen Beveiliging Wachtwoordbeveiliging Certificaatbeveiliging De beveiliging van een bestand weergeven Instellingen voor bevoegdheden Wachtwoordbeveiliging PDF-bestanden beveiligen met een wachtwoord Wachtwoordbeveiliging beheren Wachtwoordbeveiliging toepassen met een specifiek profiel Certificaatbeveiliging PDF-bestanden beveiligen met een certificaat Certificaatbeveiliging beheren Certificaatbeveiliging toepassen met een specifiek profiel Beveiligingsprofielen Uw beveiligingsprofielen weergeven Een nieuw beveiligingsprofiel toevoegen Een beveiligingsprofiel bewerken Een beveiligingsprofiel verwijderen JavaScript-beveiliging JavaScript uitschakelen Digitale id's Digitale id's beheren Digitale id maken Digitale id importeren Digitale id exporteren Digitale id per e-mail exporteren Vertrouwde contacten beheren Vertrouwd contact toevoegen ID van een contact exporteren Openbare sleutelcertificaten delen Digitale handtekeningen Documenten digitaal ondertekenen Een document digitaal ondertekenen De vormgeving van handtekeningen aanpassen Een nieuwe digitale handtekening maken De vormgeving van een digitale handtekening bewerken Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren Deelvenster Handtekeningen Statuspictogrammen voor PDF-documenten Handtekeningen en certificaten op de pagina van een PDF-document bekijken PDF-bestanden certificeren Redenen voor het certificeren van een document Een PDF-document certificeren Handtekening met digitale tijdstempel Instellingen van digitale tijdstempel beheren xi
192 193 193 194 194 194 194 195 196 196 196 196 198 198 198 199 200 200 200 200 200 201 201 202 203 203 203 203 203 205 205 205 205 206 207 207 208 208 208 209 209 209 209 211 211 211 213 213 Nitro
Invoegtoepassingen van partnerprogramma's 214 Evernote 215 Evernote instellen: 215 Naar Evernote verzenden 215 PDF-bestand naar Evernote verzenden: 215 Geselecteerde tekst naar Evernote verzenden: 215 Afbeelding naar Evernote verzenden: 215 De gebruikersinterface aanpassen 216 De werkbalk Snelle toegang 217 Een knop aan de werkbalk Snelle toegang toevoegen: 217 Een knop van de werkbalk Snelle toegang verwijderen: 217 De werkbalk Snelle toegang verplaatsen: 217 Geavanceerde configuratie van de werkbalk Snelle toegang 217 Het lint minimaliseren 219 Het lint minimaliseren: 219 Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen 220 Bestanden samenvoegen in PDF 221 Bestanden samenvoegen in PDF vanuit een map of vanaf het bureaublad 221 Bestanden in Nitro PDF Professional samenvoegen in PDF 221 Pagina's opstellen 222 U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken van pagina's: 222 Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen 223 Pagina's bijsnijden met de functie Bijsnijden 223 Pagina's draaien 224 Een PDF-document tijdelijk draaien tijdens weergave 224 Pagina's in een PDF permanent draaien 224 Pagina's ophalen 225 Pagina's ophalen 225 Pagina's verwijderen 226 Pagina's verwijderen met de functie Pagina's verwijderen 226 Pagina's verwijderen via het deelvenster Pagina's 226 Pagina's in een andere volgorde zetten 227 De volgorde van pagina's wijzigen in het deelvenster Pagina's 227 Pagina's invoegen 228 Pagina's in een PDF invoegen 228 Pagina's splitsen 229 Navigatieproblemen voorkomen 229 Splitsen in groepen pagina's 230 Een PDF in groepen pagina's splitsen 230 Splitsen op bladwijzers 231 Splitsen op bladwijzers 231 Splitsen op paginabereik 232 Splitsen op paginabereik 232 PDF-documenten afdrukken 234 Een PDF-document afdrukken: 234 PDF-documenten per e-mail verzenden 235
xii
Nitro
PDF als e-mailbijlage verzenden Ongedaan maken en Opnieuw Handeling ongedaan maken: Meerdere handelingen tegelijk ongedaan maken: Ongedaan gemaakte handeling opnieuw uitvoeren: Meerdere handelingen tegelijk opnieuw uitvoeren: Voorkeuren De voorkeuren openen: Uitleg van de voorkeursinstellingen Op updates controleren Kleurbeheer Commentaar invoeren Pop-upnotities Conversie Afbeeldingen ophalen Conversie Onbewerkte tekst Conversie Geavanceerd tekstherstel Formulieren Algemeen Identiteit Interface Internettoegang JavaScript Invoegtoepassingsbeheer Eenheden en raster Bijlage Aantekeningenlaag en inhoudslaag Voorbeelden Tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatsen Afdrukopties Ingesloten lettertypen Lettertypen insluiten
235 236 236 236 236 236 237 237 237 237 237 237 237 238 238 238 238 238 239 239 240 240 240 241 242 242 242 243 244 244
xiii
Nitro
Welkom bij
Hartelijk dank voor het installeren van
Deze gebruikershandleiding helpt u te gaan gebruiken voor het lezen en maken van en navigeren door PDF-bestanden en introduceert alle krachtige voorzieningen die u tot uw beschikking hebt om uw PDFwerkproces te verbeteren. Wij stellen uw actieve deelname enorm op prijs en hechten veel waarde aan uw feedback, dus laat ons weten wat u van Nitro Reader, of de andere Nitro PDF softwareproducten, vindt. Via het tabblad Help krijgt u tevens toegang tot ons online forum, waar u kunt ontdekken hoe andere gebruikers van profiteren. Als u aan het forum wilt deelnemen, gaat u naar community.nitropdf.com.
Waarom ?
Met kunt u PDF-bestanden maken, formulieren invullen en opslaan, elektronisch controleren en samenwerken, handtekeningen stempelen, tekst rechtstreeks op de pagina typen, inhoud ophalen en in andere programma's gebruiken, en met elektronische documenten werken op een manier die nog nooit eerder met een PDF-editor mogelijk is geweest. Met de reeks beste-van-de-klas voorzieningen, het revolutionaire gebruiksgemak en zonder de traditionele problemen van PDF-software, voldoet op de meest logische en intutieve manier aan al uw verwachtingen.
Nitro
Nitro
1 Menu Bestand
Het menu Bestand bevat algemene opdrachten voor het openen, opslaan, afdrukken, optimaliseren en verzenden van een PDF-bestand.
Nitro
3 Linttabbladen
Het lint in Nitro Pro 7 is ontwikkeld met het oog op intutief gebruiksgemak voor iedereen die bekend is met Microsoft Office 2010. Hierin zijn sets van functies gegroepeerd op basis van de taak die zij uitvoeren. Als u bijvoorbeeld commentaar en notities aan een PDF wilt toevoegen, selecteert u in het tabblad Home in de groep Gereedschappen de optie Notitie toevoegen of Tekstmarkering. Raadpleeg Notities toevoegen of bewerken, Aantekeningen maken met de tekstmarkeringsfuncties en Het lint minimaliseren voor verdere informatie.
4 Balk Zoeken
Met de balk Zoeken kan snel naar bepaalde trefwoorden of woordgroepen in uw PDF-bestand worden gezocht. De zoekbewerking kan verder worden beperkt tot Hoofdlettergevoelig of Alleen hele woorden. Raadpleeg Tekst zoeken voor verdere informatie.
5 Informatiebalk
De informatiebalk verschijnt automatisch wanneer speciale functies van een PDF-bestand uw aandacht vereisen. Als een document bijvoorbeeld gecodeerd is of interactieve formuliervelden bevat, wordt deze informatie in de informatiebalk weergegeven zodra u het document opent.
6 Documentvenster
Voor het bekijken en bewerken van PDF-bestanden wordt het documentvenster gebruikt. In dit venster kunt u met meerdere documenten werken door gebruik te maken van tabbladen (zoals in de meeste webbrowsers), die in horizontale of verticale tabgroepen kunnen worden gerangschikt. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.
8 Paginabesturingselementen
Met deze knoppen kunt u door de pagina's van uw PDF-document bladeren, rechtstreeks naar de eerste of laatste pagina van het document gaan, of de eerder bekeken weergaven voor- of achteruit doorlopen. Raadpleeg voor meer informatie PDF-bestand bekijken en navigeren.
9 Onderste navigatievensters
Dit is een reeks deelvensters horizontaal langs de onderkant van het Nitro Pro 7-hoofdvenster. Deze navigatievensters zijn contextgevoelig en worden uitsluitend weergegeven als er informatie is die moet worden weergegeven: l Commentaar: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, sorteren, beantwoorden en verwijderen van aantekeningen in een PDF-bestand. l Bijlagen: biedt een gestructureerde wijze voor het bekijken, openen, opslaan, toevoegen en verwijderen van bijlagen in een PDF-bestand. l Uitvoer: verschijnt als uw aandacht vereist is voor JavaScript- of systeemberichten.
Nitro
Raadpleeg Het deelvenster Commentaar, Het deelvenster Bijlagen en Het deelvenster Uitvoer voor verdere informatie.
Nitro
Nitro
Nitro
Hulp opvragen
In het tabblad Help van Nitro Reader 2 vindt u verschillende gereedschappen, waarmee u toegang krijgt tot de productdocumentatie en andere online hulpbronnen, zoals de Knowledge Base en het gebruikersforum.
Tabbladgroepen in Help
Help
l
Gebruikershandleiding: hiermee wordt de handleiding die u nu leest geopend. U kunt het document tevens openen door op de toets F1 op uw toetsenbord te drukken en vervolgens Zoeken gebruiken om het betreffende onderwerp te zoeken.
Online support
l
Knowledge Base: hiermee wordt uw standaard webbrowser gestart en wordt automatisch de online Knowledge Base geopend, waarin u oplossingen voor bekende problemen en gedetailleerde uitleg van andere concepten kunt vinden. Vraag stellen: hiermee krijgt u toegang tot de online gemeenschap van gebruikers van Nitro Reader 2. U kunt deelnemen aan gesprekken over PDF-technologien en andere onderwerpen uit de PDF-wereld. Ideen delen: hebt u ideen voor verbeteringen aan Nitro PDF Reader? Wij stellen uw suggesties zeer op prijs en hopen alle ideen met meerwaarde voor Reader en voor uw PDF-werkproces in ons programma op te nemen. Een probleem melden: met deze functie kunt u bugs of problemen melden die optreden bij het gebruik van Nitro Reader 2.
Product
l
Verbeteringsprogramma: u kunt ons helpen meer inzicht te krijgen in de manier waarop u met Nitro Reader 2 werkt door de software toestemming te geven anonieme informatie over uw gebruikspatronen aan ons door te geven. Deze informatie bevat geen persoonlijke of privgegevens, maar uitsluitend gegevens over de gereedschappen die u het meest gebruikt. Op updates controleren: controleer of er updates zijn, of dat u de nieuwste versie van Nitro Reader 2 gebruikt. Info over Nitro Reader: hier kunt u informatie over de softwareversie, de webadressen van Nitro PDF en de licentie bekijken.
Nitro
Learning Center
De handleiding Learning Center verschaft een kort overzicht, aan de hand waarvan u snel kunt leren hoe u met Nitro Pro 7 de meest algemene taken kunt uitvoeren. Dit is het ideale beginpunt voor nieuwe gebruikers om bekend te raken met het programma. Het venster Learning Center wordt automatisch geopend wanneer u Nitro Pro 7 voor het eerst start, en kan tevens handmatig worden geopend en permanent worden in- of uitgeschakeld.
Het venster Learning Center niet weergeven wanneer Nitro Pro wordt geopend
1. Open het dialoogvenster Learning Center. 2. Klik op het selectievakje Niet weergeven bij opstarten in de rechterbovenhoek van het venster.
Nitro
Online-Help
Met vragen of problemen kunnen gebruikers terecht bij de Nitro-hulpbronnen hieronder, die toegankelijk zijn via http://www.nitropdf.com/support/.
l
Knowledge Base. Biedt een archief van veelgestelde vragen en oplossingen voor problemen. Stel een nieuwe vraag, meld een probleem of draag een idee voor verbetering aan. Premium Support. Voor hulp kunt u rechtstreeks contact opnemen met de medewerkers van ons supportteam. Bij alle aankopen krijgt u 30 dagen gratis toegang tot Premium Support, en bij aanschaf van softwareverzekering krijgt u 12 maanden onbeperkt toegang.
10
Nitro
Controleren op software-updates
Nitro Pro 7 kan worden ingesteld om automatisch te controleren of er software-updates zijn, of u kunt dit handmatig doen. Standaard controleert het hulpprogramma 'Op updates controleren' eenmaal per week of er updates zijn.
11
Nitro
Support-functies
De Support-functies bieden u een snelle methode voor het verzamelen van technische gegevens die van pas kunnen komen wanneer u de hulp van het Nitro PDF-ondersteuningsteam inroept. U kunt de Support-functies ook gebruiken om de printer Nitro PDF Creator opnieuw te installeren of om de Microsoft Office-invoegtoepassingen bij te werken.
12
Nitro
Taken en gereedschappen
In dit hoofdstuk vindt u gedetailleerde instructies voor het uitvoeren van verschillende taken met gebruik van de afzonderlijke gereedschappen en wordt informatie over hun instellingen gegeven. Tevens vindt u hier informatie over hoe het standaardgedrag van Nitro Pro 7 wordt gewijzigd en hoe PDF-documenten worden gemaakt en bewerkt. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l PDF-bestand openen l PDF-bestand bekijken en navigeren l Een PDF-bestand maken l Bestanden samenvoegen en pagina's opstellen l Scannen en OCR l Controleren en commentaar invoeren l PDF exporteren l Formulieren l Bewerken l Redactie l Koppelingen l Bladwijzers l Beveiliging l Invoegtoepassingen van partnerprogramma's l Werken met formulieren l Gebruikersinterface aanpassen
13
Nitro
14
Nitro
PDF-bestand openen
De eerste keer dat Nitro Pro 7 wordt gestart, controleert het programma of er een andere PDF-viewer op uw systeem is genstalleerd. U wordt dan gevraagd of u Nitro Pro 7 de standaard PDF-viewer wilt maken, zodat het automatisch wordt geopend wanneer u in uw bestandsbrowser dubbelklikt op een PDFbestand om dit te openen. TIP:u kunt een PDF-bestand in uw webbrowser bekijken. Raadpleeg Nitro PDFbrowserinvoegtoepassing voor verdere informatie.
Slepen en neerzetten
1. Open een Windows Verkenner-venster (Win-toets+E) en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen. 2. Maak het Verkenner-venster zo nodig kleiner, zodat het bureaublad zichtbaar is. 3. Sleep het PDF-bestand uit het Verkenner-venster en zet dit op de snelkoppeling van Nitro Pro 7.
Dubbelklikken of rechtsklikken
1. Open een Windows Verkenner-venster en ga naar het PDF-bestand dat u wilt openen. 2. Voer een van de volgende handelingen uit: o Dubbelklik op het PDF-bestand. o Klik met uw rechtermuisknop op het bestand, selecteer Openen met en selecteer vervolgens Nitro Pro 7. TIP: u kunt Nitro Pro 7 instellen als uw standaard PDF viewer. Raadpleeg Voorkeuren.
15
Nitro
Paginaweergave wijzigen
Nitro Pro 7 is voorzien van verschillende instellingen voor de paginaweergave, zodat u op basis van uw voorkeur of van de schermresolutie kunt kiezen hoe de PDF-documenten moeten worden weergegeven. Er zijn opties waarmee wordt ingesteld hoe tussen de pagina's in het document wordt gebladerd, hoeveel pagina's per keer worden weergegeven, en voor het zoomniveau en rotatie van het beeld. Tevens is er een optie voor de volledige schermmodus.
OPMERKING: veranderingen aan de paginaweergave worden alleen op het huidig geopende document toegepast. De instellingen moeten voor ieder document afzonderlijk worden ingesteld. De auteur van een PDF-document kan de initile weergave instellen in de documenteigenschappen om te zorgen dat het bestand een specifiek zoomniveau of specifieke paginaweergave heeft als dit in een willekeurige PDF-applicatie wordt geopend. Raadpleeg Initile weergave voor verdere informatie.
Paginaweergave vergroten/verkleinen:
Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op een van de volgende opties: l Passend in breedte: stelt de breedte van de pagina zo in dat de hele breedte van het documentvenster wordt gevuld. l Pagina passend maken: past de breedte en de hoogte van de pagina aan het documentvenster aan. l Ware grootte 100%: klik op de pijl bij Zoomen en selecteer Ware grootte 100% om het document op ware grootte weer te geven. Met gebruik van de overige numerieke zoomopties kan de vergroting van deze weergave worden ingesteld. l Schuifregelaar voor in-/uitzoomen: gebruik de zoominstellingen rechtsonder in het venster. Raadpleeg Zoomniveau instellen voor verdere informatie.
16
Nitro
OPMERKING: u kunt in- en uitzoomen met gebruik van de sneltoetsen Ctrl+Plus en Ctrl+Min op het toetsenbord. U kunt tevens de Ctrl-toets indrukken en het muiswieltje gebruiken om het zoomniveau in te stellen. Met de pijltoetsen links/rechts kunt u naar de vorige of volgende paginas bladeren, en met de pijltoetsen omhoog/omlaag worden de paginas verschoven.
De paginaweergave draaien:
Klik in het tabblad Home in de groep Beeld op Beeld draaien als u het beeld van de pagina in stappen van 90 graden rechtsom wilt draaien. Als u het document ondersteboven wilt draaien, klikt u tweemaal op Beeld draaien.Als u het beeld 90 graden linksom wilt draaien, klikt u driemaal op Beeld draaien. OPMERKING: de pagina's worden uitsluitend voor weergavedoeleinden gedraaid; de wijzigingen aan de stand van de pagina's worden niet in het PDF-bestand opgeslagen. Raadpleeg Pagina's draaien voor informatie over het roteren van een of meer pagina's in het document.
17
Nitro
Zoomniveau instellen
Wanneer u een PDF-document op het scherm bekijkt, kunt u het zoomniveau als volgt naar wens instellen: l Zoomgereedschappen: o Inzoomen o Uitzoomen o Klik met het zoomgereedschap en sleep een lichtkrant om het deel van de pagina dat u wilt vergroten. l Paginabesturingselementen: o Schuifregelaar voor in-/uitzoomen o Knoppen + en o Een waarde in het zoomveld invoeren l Sneltoetsen op het toetsenbord: o Ctrl+rolwieltje van de muis o Ctrl+Plus en Ctrl+Min
18
Nitro
l l
En voor n door de pagina's lopen: klik op de pijl bij vorige pagina (2) of volgende pagina (3). Naar het begin of eind van het document gaan: klik op de pijl bij eerste pagina (1) of laatste pagina (4). Voor- of achteruit door de gebruikte weergaven lopen: klik op de pijl bij vorige weergave (5) of volgende weergave (6). Naar een specifieke pagina gaan: geef het paginanummer op in het hiervoor bestemde veld.
TIP: u kunt ook de de toetsen Page up Page down op uw toetsenbord gebruiken of de pijltoetsen links/rechts om naar de volgende of vorige pagina te gaan.
19
Nitro
Gebruik het deelvenster Pagina's om snel door een groot document te bladeren, vooral als u bepaalde visuele elementen zoekt, zoals foto's, grafieken, of tabellen. Klik op de miniatuur van een pagina als u rechtstreeks naar die pagina in het PDF-document wilt gaan. TIP: als u het deelvenster Pagina's groter of kleiner wilt maken, klikt en sleept u de rechterrand van het deelvenster naar de gewenste plaats. Als u de grootte van een miniatuur wilt veranderen, klikt u met de rechtermuisknop op de miniatuur.
20
Nitro
Vooral grote documenten bevatten vaak een structuur van bladwijzers, die snel en gemakkelijk in het deelvenster Bladwijzers kan worden bekeken en geselecteerd. Klik op een bladwijzer om rechtstreeks naar de bijbehorende pagina of het hoofdstuk te gaan. Het deelvenster Bladwijzers is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand een bladwijzerstructuur bevat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Bladwijzers.
21
Nitro
Als het geopende PDF-document een of meerdere digitale handtekeningen of certificaten bevat, kunt u in dit deelvenster de informatie over de handtekeningen bekijken en rechtstreeks naar de plaats van een specifieke handtekening in het document gaan. Het deelvenster Handtekeningen is afhankelijk van de inhoud van het geopende bestand en wordt alleen in de zijbalk weergegeven als het PDF-bestand digitale handtekeningen of ingesloten certificaten bevat.
22
Nitro
23
Nitro
Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te verbergen.
24
Nitro
25
Nitro
26
Nitro
Tekst zoeken
Gebruik het veld Zoeken rechtsboven in het venster van Nitro Pro 7 als u bepaalde tekst in een PDFbestand wilt opzoeken.
27
Nitro
28
Nitro
l l l
Zet alle geopende PDF-documenten in dezelfde tabgroep. Sluit alle documenten, maar laat n PDF-bestand geopend. Sluit en start Nitro Pro 7 weer op; de standaardweergave is nu weer hersteld.
29
Nitro
30
Nitro
31
Nitro
32
Nitro
De Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing beschikt over de volgende functies: l De knoppen + en - worden gebruikt om het zoomniveau in te stellen l Met het pictogram van de printer wordt het dialoogvenster Afdrukken geopend l De knop E-mail opent uw standaard e-mailclient, maakt een nieuw e-mailbericht aan en koppelt het PDF-bestand aan het bericht l De knop Nitro opent Nitro Pro 7 en laadt het PDF-bestand, zodat u met deze PDF kunt werken De Nitro PDF webbrowser-invoegtoepassing ondersteunt de volgende browsers: l Google Chrome versie 9 en hoger l Microsoft Internet Explorer versie 7 en hoger l Mozilla Firefox versie 3.6 en hoger
33
Nitro
34
Nitro
35
Nitro
36
Nitro
Documenteigenschappen instellen
Als u met Nitro Creator 2 een PDF-document maakt, kunt u de eigenschappen voor dit document opgeven. Documenteigenschappen instellen: 1. Klik in het dialoogvenster Afdrukken op Eigenschappen. Het dialoogvenster Nitro Creator 2Eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef de gewenste eigenschappen op en klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Afdrukken. Raadpleeg Het dialoogvenster Nitro Creator 2Voorkeursinstellingen voor afdrukken in Voorkeuren voor Nitro PDF Creator voor verdere informatie over de eigenschappen van PDF-documenten.
37
Nitro
38
Nitro
Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere afbeelding moet worden gebruikt. Door een lagere dpi te selecteren ontstaan kleinere bestanden, maar dit verlaagt tevens de kwaliteit van uw afgedrukte afbeeldingen. o Compressie: hiermee wordt de methode van comprimering ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, selecteert Nitro Reader 2 het type compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. JPEG en JPEG2000 comprimeren met verlies, hetgeen wil zeggen dat de decomprimering van een gecomprimeerd beeld enige mate van kwaliteitsverlies zal opleveren. Het compressiealgoritme ZIP is een verliesvrije methode. o Beeldkwaliteit: als u JPEG-compressie selecteert, kunt u de beeldkwaliteit opgeven op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn. Het tabblad Lettertypen:hier kunt u instellingen voor insluiting van lettertypen selecteren: o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de tekst in deze PDF-bestanden op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt ingesloten. o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset voor ieder lettertype in het document ingesloten. Als het PDF-bestand in de toekomst wordt gewijzigd, zijn alle lettertypen aanwezig. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter. o Lettertype niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDF-bestand ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn genstalleerd, zien de bestanden er anders uit. o Als insluiten mislukt: hier kunt u opgeven of het PDF-bestand gewoon moet worden gemaakt of dat de bewerking wordt geannuleerd als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten. Het tabblad Pagina's:hier kunnen de paginaformaten en -richting worden opgegeven: o Paginaformaat: maak een selectie uit de lijst standaardformaten of geef de gewenste afmetingen op in het vak Aangepast. o Afdrukstand: selecteer of het PDF-bestand staand of liggend moet zijn.
o
TIP: klik op Terugzetten als u de oorspronkelijke instellingen van het PDF-bestand wilt herstellen.
39
Nitro
PDF/A-bestanden maken
Met Nitro Pro 7 kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken. Zo kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken door af te drukken naar Nitro PDF Creator, maar ook met de Office-invoegtoepassingen of de functie PDF maken van scan.
Over PDF/A
PDF/A is een standaard voor archivering met het ISO-keurmerk, die is ontwikkeld voor langdurige archivering van elektronische documenten. Met deze standaard wordt gewaarborgd dat PDF/Adocumenten vele jaren precies zoals ze nu zijn kunnen worden bekeken en gereproduceerd, ongeacht toekomstige wijzigingen aan de PDF-indeling. Om dit te kunnen bereiken, moeten alle PDF/A-bestanden volledig zelfstandig kunnen worden gebruikt. Dat wil zeggen dat alle informatie die nodig is om het document weer te geven, in het bestand moet zijn ingesloten, inclusief alle inhoud (tekst, afbeeldingen en grafische inhoud), lettertypen en kleurgegevens. Bepaalde PDF-functies die langdurige archivering van het PDF-bestand verhinderen, zoals hyperlinks naar externe bronnen, ingesloten audio en video, JavaScripts en uitvoerbare bestanden, kunnen niet in PDF/A worden gebruikt. Daarnaast kunnen PDF/A-documenten niet gecodeerd zijn en is het gebruik van op standaarden gebaseerde metagegevens en apparaat-onafhankelijke kleurenruimten vereist.
PDF/A-1a en PDF/A-1b
De PDF/A-standaard omvat twee niveaus van compatibiliteit voor PDF-bestanden: PDF/A-1a en PDF/A-1b. Compatibiliteit met PDF/A-1b verzekert dat de visuele aspecten van het document ook in de toekomst goed kunnen worden gereproduceerd. In PDF/A-1a wordt hieraan tevens de structuur van het document toegevoegd, zodat wordt gewaarborgd dat de inhoud opnieuw kan worden gebruikt (bijvoorbeeld voor de weergave van PDF's op draagbare apparaten, zoals PDA's) en dat het document toegankelijk is voor gebruikers met bepaalde handicaps. Met Nitro Pro 7 kunt u PDF-bestanden maken die voldoen aan de standaard PDF/A-1b.
40
Nitro
Klik op Specifieke map als u n map wilt opgeven, waarin alle gemaakte PDF's moeten worden geplaatst. Klik op de knop Bladeren om een map te selecteren. l Als u de gemaakte PDF-bestanden in dezelfde map als de originelen wilt plaatsen, klikt u op Map van originele bestand. 6. Klik op Maken.
l
41
Nitro
42
Nitro
43
Nitro
PDF-document opslaan
Met alle mogelijke wijzigingen die aan een PDF-document kunnen worden gemaakt, is het belangrijk dat u zowel kopien van het originele document als van het gecorrigeerde document opslaat. Zo loopt u nooit de kans om uw veranderingen kwijt te raken en kunt u vergelijkingen tussen de verschillende versies van het document uitvoeren met de opties voor parallelle weergave. Al uw toevoegingen (zoals markeringen, aantekeningen, formulierveldgegevens en getypte tekst) worden in het PDF-bestand opgeslagen als bewerkbare elementen, die allemaal afzonderlijk op een later tijdstip nog kunnen worden gewijzigd. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag en Meerdere documenten in parallelle weergave bekijken.
PDF-document opslaan
U wordt aanbevolen tijdens het werken aan een PDF-document uw vorderingen regelmatig op te slaan. Hiermee worden de wijzigingen in het originele bestand opgeslagen, zonder dat er een nieuwe kopie van het document wordt gemaakt. PDF-document opslaan: 1. Open uw PDF-document. 2. Breng de benodigde veranderingen aan. 3. Klik op Opslaan in het menu Bestand. TIP:u kunt uw PDF-bestand ook opslaan met de knop Opslaan in de werkbalk Snelle toegang. Raadpleeg De werkbalk Snelle toegang en De interface van Nitro Pro 7 verkennen.
44
Nitro
45
Nitro
Windows XP: 1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Printers en faxapparaten. 2. Klik met uw rechtermuisknop op Nitro Creator 2 en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het dialoogvenster Nitro Creator 2Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven. Windows Vista of Windows 7: 1. Selecteer in het menu Start in Windows de optie Apparaten en printers. 2. Klik met de rechtermuisknop op Nitro Creator 2 en selecteer Voorkeursinstellingen voor afdrukken. Het dialoogvenster Nitro Creator 2 Voorkeursinstellingen voor afdrukken wordt weergegeven.
Doelmap: stel de standaardlocatie in waar nieuwe PDF-documenten moeten worden opgeslagen, of klik op de bladerknop (... ) om naar een map te bladeren. Als het bestand bestaat: geef aan wat er moet gebeuren als een nieuwe PDF wordt opgeslagen op een locatie waar reeds een PDF met dezelfde naam staat. Voortgangsvenster na beindiging sluiten: schakel dit selectievakje in als u wilt dat het voortgangsvenster automatisch wordt gesloten als de PDF is gemaakt. Conversiekwaliteit: selecteer een standaard voor beeldresolutie, compressie en kwaliteit en voor het insluiten van lettertypen. Met een hogere kwaliteit ontstaan grotere bestanden. Gebruik de optie Aangepast als u uw eigen parameters voor afbeeldingen en lettertypen wilt opgeven. o Voor web: als de grootte van het PDF-bestand moet worden geoptimaliseerd voor weergave in browsers en voor snelle downloads. o Voor kantoor: als het PDF-bestand een goede afdrukkwaliteit voor zakelijk gebruik moet leveren. o Voor afdrukken: als het PDF-bestand de hoogst mogelijke kwaliteit moet leveren voor verwerking op professionele printers. o Aangepast: hiermee kunt u de volgende instellingen voor uitvoer van de PDF configureren: n In het tabblad Afbeeldingen kunt u de instellingen voor optimalisatie van afbeeldingen naar wens aanpassen. Afhankelijk van de soorten afbeeldingen in uw document, kunt u uit de volgende opties kiezen: o Kleurconversie: Hiermee wordt ingesteld of kleurenafbeeldingen naar grijsschaal, of grijsschaalafbeeldingen naar zwart/wit, worden geconverteerd. o Verkleinen: hiermee stelt u het aantal dots per inch (dpi) in dat voor iedere afbeelding moet worden gebruikt. Met een lagere dpi worden kleinere bestanden geproduceerd, maar dit levert ook een mindere kwaliteit van afgedrukte afbeeldingen.
46
Nitro
Compressie: hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, selecteert Nitro Creator 2 het type compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. o Beeldkwaliteit: selecteer JPEG-compressie om de gewenste beeldkwaliteit op te geven op basis van hoe uw document gebruikt gaat worden. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn. In het tabblad Lettertypen kunt u de instellingen voor insluiting van lettertypen opgeven. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over het insluiten van lettertypen. o Insluiten (subset): hiermee worden uitsluitend de tekens van ieder lettertype ingesloten die nodig zijn om het document juist te kunnen weergeven. Dit betekent dat wanneer de tekst in dit PDF-document op een later tijdstip moet worden gewijzigd, sommige tekens niet beschikbaar zullen zijn. De bestandsgrootte is echter kleiner dan wanneer het gehele lettertype wordt ingesloten. o Insluiten (volledige set): hiermee wordt de volledige tekenset van ieder lettertype in het document ingesloten. Als de PDF op een later tijdstip moet worden gewijzigd, zullen alle tekens beschikbaar zijn. Door de volledige tekenset in te sluiten, wordt het bestand echter wel groter. o Lettertypen niet insluiten: hiermee worden er geen lettertypen in het PDFbestand ingesloten. Dit resulteert in de kleinste bestanden. Indien deze PDF's echter worden weergegeven op computers waarop niet dezelfde lettertypen zijn genstalleerd, zien de bestanden er anders uit. o Als insluiten mislukt: geef hier op of de PDF's nog gemaakt moeten worden als de lettertypen niet kunnen worden ingesloten.
o
Pagina's
l l
Afdrukstand: maak PDF-documenten in staande of liggende afdrukrichting. Paginaformaat: selecteer het paginaformaat van uw PDF-documenten uit de lijst standaardformaten. Aangepaste formulieren: geef een aangepast paginaformaat op en sla de afmetingen op voor toekomstig gebruik. Marges van printer gebruiken: hiermee worden automatisch de marges gekopieerd die worden gebruikt door een andere printer op uw pc.
PDF-eigenschappen
Met de instellingen in Eerste weergave kunt u de documentweergave instellen die wordt gebruikt wanneer een PDF-document in een PDF-viewer wordt geopend. U kunt het PDF-document bijvoorbeeld openen op een specifieke pagina, met een ingesteld zoomniveau, of met een opgegeven paginaformaat. l Paginaweergave: deze instelling bepaalt het aantal pagina's dat tegelijk in de PDF-viewer wordt weergegeven, en of de pagina's als n lange doorgaande pagina worden getoond of als afzonderlijke pagina's. l Zoomen: geef op welk zoomniveau moet worden toegepast voor het bekijken van PDFdocumenten.
47
Nitro
Openen op pagina: geef de pagina op die u wilt weergeven wanneer het PDF-document wordt geopend. Venster centreren op het scherm: wanneer de gemaakte PDF wordt geopend, kunt u bepalen of de pagina's gecentreerd in het documentvenster van de viewer moeten worden weergegeven. Volledig scherm: als de gemaakte PDF wordt geopend, kunt u hiermee zorgen dat de pagina's het hele scherm in beslag nemen door de menubalken en andere besturingselementen in de viewer te verbergen. Documentinformatievelden: voer in deze velden de standaardinformatie in die van toepassing is op alle PDF-documenten die met de printerdriver op deze computer worden gemaakt.
PDF-beveiliging
l
Maak een gebruikerswachtwoord een vereiste om het document te kunnen openen: beveilig uw PDF-document met een wachtwoord om te voorkomen dat dit door ongemachtigde gebruikers wordt gelezen. Wachtwoord eigenaar gebruiken om afdrukken, bewerken en ophalen te beperken: u kunt uw PDF-document beveiligen met een wachtwoord om bepaalde functies, zoals afdrukken of bewerken van het document, te blokkeren. Afdrukken toegestaan: hiermee kunt u voorkomen dat het document kan worden afgedrukt, of afdrukken in alleen lage of hoge resolutie toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven. Wijzigingen toegestaan: hiermee kunt u verhinderen dat er wijzigingen aan uw document worden gemaakt, of exacte veranderingen toestaan wanneer het juiste wachtwoord is opgegeven. Kopiren en ophalen van de inhoud toestaan: gebruikers kunnen tekst en afbeeldingen uit het PDF-document kopiren als het juiste wachtwoord is ingevoerd. Teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten: met deze instelling krijgt software voor schermleesapparatuur toegang tot de inhoud van uw PDF, om het bestand voor een visueel gehandicapte gebruiker te lezen. Coderingsniveau: o Geen: het document heeft geen beveiligingscodering. o 40-bit ARC4: gebruik deze optie als documenten compatibel moeten zijn met oudere versies van Adobe Reader. o 128-bit ARC4: sterkere beveiliging dan 40-bits ARC4 codering. o 128-bit AES: geavanceerdere codering dan ARC4. o 256-bit AES: aanbevolen; dit wordt tevens gebruikt in de nieuwe versies van Adobe Reader.
OPMERKING: om de beveiligingsopties Gebruiker en Eigenaar te kunnen toepassen, moet er een coderingsniveau zijn ingesteld. Als het niveau wordt ingesteld op Geen worden alle andere beveiligingsopties, inclusief wachtwoordbeveiliging, uitgeschakeld.
48
Nitro
Microsoft Word-bestanden naar PDF converteren Microsoft Excel-bestanden naar PDF converteren Microsoft PowerPoint-bestanden naar PDF converteren Instellingen van Microsoft Office-invoegtoepassingen
49
Nitro
Inclusief Hele werkmap, Hiermee kunt u opgeven of u een hele Excel-werkmap, een groep Actieve bladen of werkbladen, of slechts een selectie naar PDF wilt converteren. Selectie Bladwijzers aan PDF toevoegen Dia's inlijsten Indeling dia's Maakt automatisch bladwijzers aan voor de koppen in Word, voor ieder werkblad in een Excel-spreadsheet of voor iedere dia in een PowerPointpresentatie. Plaatst iedere dia in een kader. Hiermee kunt u uw PDF indelen met meerdere dia's per pagina's en kunt u
50
Nitro
Algemene instellingen uw PowerPoint-notities onder iedere dia in de PDF weergeven. Geavanceerd De optimalisatie-instellingen bieden een aantal vooraf ingestelde opties, die u kunt selecteren op basis van het beoogde gebruik van het bestand (bijvoorbeeld voor webweergave of om op kantoor af te drukken). U kunt deze instellingen naar wens aanpassen, waarbij u de compressie van afbeeldingen kunt instellen en opties voor Optimalisatie het insluiten van lettertypen kunt selecteren. Het comprimeren van afbeeldingen en het insluiten van lettertypen heeft een merkbare invloed op de bestandsgrootte; probeer de verschillende instellingen uit om de juiste balans tussen visuele kwaliteit en bestandsgrootte te bepalen. Met de opties in Beeld kunt u opgeven hoe het gemaakte PDF-bestand in de PDFviewer wordt geopend. U kunt een selectie maken uit de opties voor documentweergave, pagina-indeling en in- en uitzoomen, en u kunt opgeven op welke pagina het bestand moet worden geopend. U kunt desgewenst ook opgeven dat het bestand op volledige schermgrootte moet worden geopend (indien ondersteund door de PDF-viewer) of dat het venster op het scherm moet worden gecentreerd.
Beeld
Beveiliging Gebruik wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van PDF-bestanden te Beveiliging controleren. Verdere informatie over de beschikbare instellingen kunt u vinden in het toepassen gedeelte PDF-beveiliging in deze gebruikershandleiding. Compatibiliteit PDF/Acompatibel maken Hiermee kunt u PDF/A-compatibele bestanden maken van uw Office-documenten. Raadpleeg PDF/A-bestanden maken voor verdere informatie.
51
Nitro
52
Nitro
53
Nitro
54
Nitro
Scannen en OCR
Met Nitro Pro 7 kunt u papieren documenten rechtstreeks in PDF-indeling scannen, waarbij u tevens de optie voor OCR* (optische tekenherkenning) kunt gebruiken om documenten te kunnen doorzoeken en markeren. * Hiervoor moet de versie Nitro Pro 7 met OCR zijn genstalleerd. Meer informatie vindt u hier.
55
Nitro
56
Nitro
JPEG. De Joint Photographic Experts Group-norm ondersteunt compressieratio's van 10:1 met minimaal kwaliteitsverlies. JPEG2000. Levert hogere compressieratio's dan JPEG en gebruikt compressie met en zonder verlies in dezelfde bestandsstream. ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.
Zwart/wit
l
CCITT Groep 4. Een norm voor faxverzending die gebruikmaakt van geavanceerde compressiemethoden voor reproductie zonder verlies. CCITT Groep 3. De Groep 3-norm voorziet in een lager compressieniveau en is minder geavanceerd dan de CCITT Groep 4-methode. Run-length. Vooral geschikt voor bestanden waarin lange reeksen identieke bits, waarden of tekens voorkomen. Deze methode wordt voornamelijk gebruikt voor binaire bestanden. ZIP. Maakt gebruik van het ZIP-compressiealgoritme om de grootte van de afbeelding te verkleinen zonder de kwaliteit aan te tasten.
Kwaliteit
l
l l
150DPI. Deze optie levert kleinere bestanden en is dus mogelijk geschikt voor gebruik op internet. De resulterende beeldkwaliteit is echter relatief laag. 200DPI. Geschikt voor hogere beeldkwaliteit op computerschermen. 300DPI. Deze optie wordt meestal voor afdrukken van kantoorkwaliteit gebruikt en resulteert in iets grotere bestanden. 600DPI. Deze optie levert hoge beeldkwaliteit maar resulteert in grote bestanden.
57
Nitro
OCR
OCR is de afkorting van Optical Character Recognition, ofwel Optische tekenherkenning, een softwareproces waarmee gedrukte tekst wordt omgezet in tekst die leesbaar is voor de computer. OCR wordt voornamelijk gebruikt bij het scannen van papieren documenten om elektronische exemplaren te creren, maar kan ook worden toegepast op bestaande elektronische documenten (bijvoorbeeld PDF). De OCR-versie van Nitro Pro 7 bevat de OCR-plug-in als onderdeel van het installatieprogramma. Koop desgewenst een upgrade als de knop OCR van de Nitro-website niet wordt weergegeven in uw huidige versie van Nitro PDF Professional. Meer informatie over het aanschaffen van Nitro PDF Professional met OCR
58
Nitro
OCR-voorkeuren
De OCR-invoegtoepassing van I.R.I.S. kan volledig met Nitro Pro 7 worden gentegreerd, zodat tekstherkenning niet alleen op gescande pagina's maar ook op afbeeldingen in geopende PDFdocumenten kan worden toegepast. Het OCR-hulpprogramma is volledig instelbaar en bevat functies waarmee alle opties kunnen worden geconfigureerd, van het corrigeren van schuine beelden tot de instellingen voor beeldcompressie. U kunt tekstherkenning voor scanners ook inschakelen in het dialoogvenster PDF maken van scan, zodat gescande pagina's automatisch in PDF worden omgezet, met tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is.
OCR-voorkeuren configureren
1. Klik op de menuknop Bestand in de linkerbovenhoek van het applicatievenster. 2. Klik op de knop Voorkeuren onder aan het hoofdmenu. 3. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op OCR in de kolom met categorien.
Algemene OCR-voorkeuren
De algemene voorkeuren die voor de OCR-functies kunnen worden ingesteld, zijn in 3 groepen verdeeld, met de volgende opties: l Hellende beelden corrigeren. Hiermee wordt alle tekst die op het gescande document schuin of scheef staat, rechtgezet. l Vaste drempelwaarde. Om tekst van een achtergrond te kunnen onderscheiden, wordt het histogram van een beeld geanalyseerd. Met een vaste drempelwaarde wordt dezelfde eindwaarde op het gehele beeld toegepast, in plaats dat de tekst dynamisch wordt gezocht. De percentages geven het punt aan waarop het contrast tussen zwart en wit ideaal is om tekst te herkennen, waarbij 0% volledig zwart is en 100% volledig wit. Deze instelling wordt aanbevolen voor beelden met varirende achtergronden, of met achtergronden waarvan de tint of kleurschakering verandert. Voor meer gangbare OCR-bewerkingen kunt u de vaste drempelwaarde het beste uitschakelen. l Tekstrichting detecteren. Hiermee worden pagina's automatisch gedraaid als deze met een hoek van 90, 180 of 270 graden zijn gescand. l Kleurenbeeld afvlakken. Gebruik deze optie om de kleuren van het beeld af te vlakken, de JPEGcompressieartefacten te verwijderen en de herkenning te bevorderen. l Taal. Selecteer de taal waarin de gescande tekst die u wilt detecteren, is geschreven. l Kwaliteit: l Laag (snel). Dit is de ideale optie als de tekst op het gescande document helder en duidelijk te herkennen is. Met deze instelling worden scans snel uitgevoerd. l Middelmatig (medium). Met deze optie wordt de herkenning nauwkeuriger uitgevoerd dan met Laag, waardoor het scannen iets langer duurt. l Hoog (langzaam). Deze instelling is geschikt voor het scannen van tekst die moeilijk te herkennen is. Met deze instelling worden complexere methoden voor tekstherkenning toegepast en duurt het scannen aanzienlijk langer. l Type: l Doorzoekbare tekst. Hiermee wordt een verborgen laag met tekst toegevoegd, om zoekbewerkingen en tekstmarkeringen mogelijk te maken. De tekst zelf kan echter op geen enkele wijze worden bewerkt.
59
Nitro
Bewerkbare tekst. Hiermee wordt het gehele document opnieuw opgebouwd en ontstaat er een PDF-bestand met tekst die doorzoekbaar en bewerkbaar is. Met deze methode blijft het originele gescande beeld niet behouden, waardoor de resultaten kunnen variren. Gebruik deze instelling daarom uitsluitend als het PDF-bestand nog moet worden bewerkt. Beelden verkleinen. Nadat de scan is voltooid, kunt u de resolutie van uw gescande beelden verminderen om de grootte van het resulterende PDF-document te beperken. Beeldcompressiefactor. Hoe hoger de compressiefactor van een beeld, des te kleiner het resulterende PDF-bestand is. Als uw PDF-bestand moet worden afgedrukt, wordt echter een lage compressiefactor aanbevolen, zodat de kwaliteit optimaal blijft. Lettertypen insluiten. Hiermee worden de lettertypen die nodig zijn voor herkenning van de uitvoertekst, indien deze op het systeem aanwezig zijn, na het scanproces in de uitgevoerde PDF opgeslagen.
l
60
Nitro
OCR op een afgedrukt document toepassen met 'PDF maken van scan'
OCR op een papieren document toepassen tijdens scannen
1. Klik in het tabblad Home in het groepsmenu Creren op de knop PDF en vervolgens op Van scanner. 2. Selecteer uw scanner, de te scannen vellen en de beeldcompressie in het dialoogvenster PDF maken van scan en geef de bestemming op. 3. Schakel het selectievakje Doc. doorzoekbaar maken in om de OCR-invoegtoepassing in te schakelen en klik op de knop Geavanceerd om uw voorkeuren in te stellen. 4. Klik op Scannen om uw standaardscansoftware te starten. 5. Selecteer de gewenste scanmodus (kleur, grijswaarde of zwart/wit) en stel het contrast naar wens in. 6. Selecteer Scannen om de scan te starten (in sommige scanprogramma's moet u het dialoogvenster sluiten wanneer de scan is voltooid). 7. Selecteer de optie Voltooien om uw scanopdracht te beindigen, of selecteer Voorkant scannen: pag. twee om verdere pagina's te scannen. 8. Als u meerdere pagina's hebt gescand, klikt u op Voltooien om het gescande document in Nitro Pro 7 te openen.
61
Nitro
62
Nitro
OCR-problemen oplossen
De resultaten van OCR (optische tekenherkenning) zijn mede afhankelijk van de kwaliteit van het elektronische document. Aan de hand van de volgende tips kunt u de OCR-resultaten verbeteren: l Stel de kleurinstellingen van de scanner in op Grijsschaal, of op zwart/wit als zwarte tekst op een witte achtergrond wordt gescand. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de helderheid en het contrast zodanig in te stellen dat donkere zwarte tinten en heldere witte tinten worden geproduceerd. l Stel de scankwaliteit (resolutie) in op 300dpi of hoger. l Begin met een origineel van goede kwaliteit. De nauwkeurigheid van de OCR wordt verslechterd door kreukels en vouwen. l Zorg dat de glasplaat van de scanner schoon en vlekvrij is. l Plaats uw pagina's zo recht mogelijk voor het scannen. Voor scheve of schuine pagina's moet de OCR-engine meerdere verwerkingen uitvoeren. l Afhankelijk van de kwaliteit van uw scanner moet hetzelfde document soms meerdere malen worden gescand om het beste resultaat te verkrijgen. l Als uw tekst op een gekleurde achtergrond of een achtergrond met een patroon is gedrukt, probeer dan een versie te krijgen die op een witte achtergrond is gedrukt. Voor het OCR-scannen van tekst op een gekleurde achtergrond moeten veelal verschillende instellingen worden uitgeprobeerd om de juiste configuratie voor OCR te vinden. l Vlekken of ongewenste artefacten kunnen wellicht met de hand worden verwijderd met gebruik van witte correctievloeistof. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de optie voor ontspikkelen in te schakelen om ruis van uw beeld te verwijderen. l Indien uw scanner hiervoor ondersteuning biedt, dient u de afvlakking van tekst te verhogen, om grove of slecht gedrukte tekst te verbeteren.
63
Nitro
64
Nitro
Notitie toevoegen:
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op Notitie toevoegen. 2. Klik op de pagina waar u de notitie wilt zetten. Er verschijnt een gele spraakballon. 3. Met de nieuwe notitie wordt automatisch een pop-upnotitie geopend. Klik in de pop-upnotitie om uw tekst in te voeren. 4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening. 5. Dubbelklik op de gele spraakballon om de pop-upnotitie te tonen of te verbergen. OPMERKING: u kunt op de gele ballon klikken en deze dan naar iedere willekeurige plaats op de pagina slepen.
Notitie beantwoorden:
1. Als de tekst van de notitie verborgen is, dubbelklikt u op de spraakballon om de pop-upnotitie weer te geven. 2. Klik in de pop-upnotitie op het menu Opties en selecteer Antwoorden. 3. In de oorspronkelijke notitie verschijnt een pop-upnotitie in een andere kleur. Voer uw antwoord in deze nieuwe pop-upnotitie in. 4. Als de tekst eenmaal is ingevoerd, klikt u op een willekeurige plaats buiten de aantekening. TIP: u kunt meerdere antwoorden invoeren, zodat u een thread kunt opbouwen in een aantekening.
65
Nitro
Notitie verwijderen:
1. Klik met uw rechtermuisknop op de spraakballon om het contextmenu te openen. 2. Selecteer Verwijderen in het menu.
66
Nitro
Tekst markeren:
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappenop de pijl onder Tekstmarkering en selecteer een van de volgende opties: l Tekst markeren l Tekst doorstrepen l Tekst onderstrepen 2. Selecteer een of meer woorden of een tekstblok waarop u de tekstmarkering wilt toepassen. Selectie met gebruik van de lichtkrant is handig voor tekst die in verticale kolommen is uitgevuld. 3. Dubbelklik op de nieuwe markering als u commentaar wilt bijvoegen. 4. Druk op de knop x bovenaan de pop-upnotitie om de notitie te sluiten.
Markering verwijderen:
l
Voer een van de volgende handelingen uit: o Selecteer het handje of het selectiegereedschap en klik hiermee met de rechtermuisknop op de aantekening. Kies Verwijderen in het menu. o Klik met het handje of het selectiegereedschap op de markering die u wilt verwijderen. Er verschijnt een begrenzingsvak om aan te geven dat de markering is geselecteerd. Druk op de toets Delete.
TIP: u kunt meerdere markeringen toepassen op een woord of tekstblok. Tekst kan bijvoorbeeld gemarkeerd en onderstreept worden.
Markeringseigenschappen wijzigen:
1. Klik met de rechtermuisknop op de tekstmarkering. 2. Selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Eigenschappen verschijnt en bevat de volgende tabbladen: o Algemeen: hierin kunt u de gegevens over de auteur en het onderwerp van de aantekening wijzigen. o Vormgeving: hierin kunnen de visuele kenmerken van de markering worden gewijzigd. 3. Klik op Sluiten om de wijzigingen op te slaan. TIP:als u alle volgende markeringen dezelfde eigenschappen wilt geven als de geselecteerde markering, klikt u er met uw rechtermuisknop op en selecteert u Huidige eigenschappen als standaard instellen.
67
Nitro
Markering verwijderen:
l
68
Nitro
Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar weer te geven of te verbergen. Het deelvenster kan worden gesloten door op het tabblad Commentaar of op de knop x rechtsboven in het deelvenster Commentaar te klikken.
TIP:klik op het gewenste commentaar in het deelvenster Commentaar als u rechtstreeks naar de bijbehorende locatie in het PDF-bestand wilt gaan. Gebruik de pijltoetsen Op en Neer om door de lijst in het deelvenster Commentaar te lopen.
Commentaar verwijderen:
Selecteer het commentaar in het deelvenster Commentaar en klik op Verwijderen. Verdere informatie over de andere functies in het deelvenster Commentaar kunt u vinden in: l Het deelvensters Commentaar l Commentaar sorteren l Commentaar beantwoorden l Alle commentaar tonen of verbergen l Commentaar samenvatten l Combine comments from multiple files
69
Nitro
Commentaar beantwoorden
Met Nitro Pro 7 kunt u op uiterst eenvoudige wijze reageren op commentaar van andere reviewers. Ieder antwoord is gekoppeld aan het oorspronkelijke commentaar, en alle reacties kunnen in het deelvenster Commentaar worden bekeken. De elektronische cyclus voor controle van documenten kan worden gestroomlijnd door meerdere reacties op commentaar zo te rangschikken dat ze een thread vormen. U hoeft ze ook niet langer meer stuk voor stuk te sorteren.
Commentaar beantwoorden:
1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Markeer de gewenste aantekening in het deelvenster Commentaar en klik op Antwoorden. o Klik met uw rechtermuisknop op de aantekening op de pagina in het PDF-document en selecteer Antwoorden. 2. Voer de gewenste tekst in op de pop-upnotitie. Raadpleeg Het deelvenster Commentaar voor verdere informatie.
70
Nitro
Commentaar sorteren
In het deelvenster Commentaar kunt u alle aantekeningen en feedback bijhouden die aan een PDFdocument zijn toegevoegd. In het deelvenster wordt een lijst getoond van iedere aantekening, met daarbij het type, de naam van de reviewer, een tijdstempel, alle eventuele feedback-tekst en de reacties.
Commentaar sorteren:
1. Klik op het tabblad Commentaar in de zijbalk om het deelvenster Commentaar te openen. 2. Klik in het deelvenster Commentaar op Sorteren op en kies de gewenste sorteermethode, zoals sorteren op Type, of sorteren op Auteur.
71
Nitro
72
Nitro
73
Nitro
Commentaar samenvatten
Met Nitro Pro 7 kunt u op eenvoudige wijze alle commentaar dat aan uw PDF-document is toegevoegd, samenvatten. Het samengevatte commentaar wordt naast de betreffende inhoud in het document weergegeven. Wanneer commentaar wordt samengevat, verschijnt elk commentaar als een toelichting naast de oorspronkelijke PDF-pagina, zodat u een duidelijk overzicht krijgt van de inhoud van elk commentaar naast de originele tekst. Elke toelichting is voorzien van een id. In een bijgevoegde samenvattingstabel worden alle id's vermeld, samen met de inhoud en eventuele verdere gegevens van het commentaar. Zo kan alle commentaar in n oogopslag worden bekeken, maar kan tegelijkertijd door de pagina's van het document worden gebladerd om elk commentaar afzonderlijk te zien. U kunt kiezen of u commentaar wilt samenvatten voor weergave op het scherm (als PDF) of op papier. In het dialoogvenster Nitro PDF Professional Voorkeuren kunt u opgeven hoe het samengevatte commentaar moet worden weergegeven en afgedrukt.
74
Nitro
Lettertype. Geef het lettertype voor de commentaarsamenvatting op. Dit lettertype wordt gebruikt in de commentaartoelichtingen en de samenvattingstabel. o Koptekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de koptekst ingesteld. De koptekst wordt langs de bovenkant van iedere toelichting weergegeven en tevens langs de bovenkant van de samenvattingstabel. o Hoofdtekstgrootte. Hiermee wordt de grootte van de hoofdtekst ingesteld. De hoofdtekst is de tekst van elke commentaartoelichting, en de commentaartekst in elke rij van de samenvattingstabel. o Lijnstijl. Hier selecteert u de stijl van de lijn tussen de samenvattingstoelichtingen en de commentaarlocatie in het PDF-document. o Paginamarges. Hiermee wordt de grootte van de marges op de samenvattingspagina ingesteld. Met grote marges is er meer ruimte voor de toelichtingen, terwijl u met kleine marges een grotere versie van de originele PDF-pagina kunt zien. o Gegevens commentaar afdrukken (auteur, datum en tijd van de opmerking). Schakel dit selectievakje in om gegevens over de auteur en de datum en tijd waarop het commentaar is gemaakt, aan de samenvatting toe te voegen. o Pagina's zonder commentaar weglaten. Als u dit selectievakje inschakelt, worden alleen pagina's met commentaar in de samenvatting opgenomen. Bij het samenvatten van grote documenten bespaart u hierdoor tijd en geld, aangezien pagina's zonder commentaar worden weggelaten uit het uitvoerbestand of de afdruk. o Kader aan de originele pagina toevoegen. Schakel dit selectievakje in om een kader rond de originele pagina weer te geven en de samenvattingsgegevens buiten het kader te plaatsen. o Afmeting commentaar. Geef de breedte en hoogte van de commentaartoelichtingen op. 4. Klik op OKom uw instellingen op te slaan.
o
75
Nitro
76
Nitro
77
Nitro
Tekstvakken en toelichtingen
Met behulp van tekstvakken kunt u zorgen dat belangrijke tekst duidelijk en op de juiste plaats op de pagina wordt weergegeven. Tekstvakken zijn altijd zichtbaar en kunnen in tegenstelling tot plaknotities niet worden geopend of gesloten. Toelichtingen zijn tekstvakken met een pijl, die u naar een specifieke locatie op dezelfde pagina van het PDF-document kunt laten wijzen. Dit kan handig zijn als u commentaar aan een bepaalde tekstpassage of afbeelding wilt koppelen. OPMERKING:tenzij anders aangegeven zijn de instructies voor tekstvakken ook van toepassing op toelichtingen.
Als u een tekstvak wilt verplaatsen, sleept u het naar de gewenste positie. U kunt de pijl van een toelichting apart verplaatsen door de rode grepen van de pijl te verslepen. U kunt het formaat van een tekstvak wijzigen door de rode grepen op de randen te verslepen.
TIP: Als de cursor in het tekstvak knippert, betekent dit dat de tekstbewerkingsmodus actief is. U kunt de eigenschappen van het tekstvak bewerken door buiten het tekstvak te klikken om de tekstbewerkingsmodus uit te schakelen, met de rechtermuisknop op het tekstvak te klikken en Eigenschappen in het menu te selecteren.
78
Nitro
79
Nitro
80
Nitro
PDF exporteren
Met Nitro Pro 7 kunt u tekst en afbeeldingen uit uw PDF-bestanden ophalen, of een 'snapshot' maken van het documentvenster, en deze inhoud vervolgens in andere programma's gebruiken. Nitro Pro 7 bevat bovendien functies voor het exporteren van PDF-bestanden, zodat de inhoud kan worden gebruikt in applicaties zoals Microsoft Word, WordPerfect, Open Office enzovoort. U kunt bestanden opslaan als DOC, RTF, TXT en afbeeldingen als BMP, JPG, PNG of PNG. De volgende functies zijn beschikbaar:
l
l l l
Knop Selecteren: hiermee kopieert u tekst en afbeeldingen op pagina's, zodat u deze in andere applicaties kunt gebruiken. Naar Word: hiermee converteert u bestanden naar DOC-indeling voor gebruik in Microsoft Word. Naar Excel: hiermee converteert u bestanden naar XML-indeling voor gebruik in Microsoft Excel. Naar afbeelding: hiermee converteert u volledige documenten of afzonderlijke pagina's naar afbeeldingsbestanden. Naar Rich Text: hiermee converteert u bestanden naar RTF-indeling voor gebruik in WordPerfect, Open Office, Google Docs en andere tekstverwerkingsprogramma's. Alle tekst en afbeeldingen ophalen: hiermee wordt iedere afbeelding als een apart bestand gexporteerd en wordt alle tekst naar een tekstbestand zonder opmaak gexporteerd.
TIP: Als u de standaardinstellingen voor exporteren en kopiren wilt instellen, selecteert u Voorkeuren in het menu Bestand en kijkt u in de vakken Algemeen en Conversie. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Voorkeuren.
81
Nitro
82
Nitro
83
Nitro
84
Nitro
85
Nitro
86
Nitro
Pagina-indeling
In Pagina-indeling vindt u de opties waarmee u de juiste balans tussen de bewerkbaarheid van het uitvoerbestand en de visuele nauwkeurigheid in vergelijking met de originele PDF kunt instellen. l Hoge bewerkbaarheid (met indeling). Met deze optie wordt een bestand gemaakt dat redelijk bewerkbaar is maar dat er tegelijkertijd uitziet als de originele PDF. De tekstopmaak, afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst en het uitvoerbestand is in kolommen ingedeeld voor visuele overeenkomst met het origineel. l Hoge bewerkbaarheid (enkele kolom). Met deze optie wordt een bestand geproduceerd waarin probleemloos ingrijpende structurele en indelingswijzigingen kunnen worden aangebracht. De tekstopmaak, afbeeldingen en alinea's worden allemaal nagebootst, maar er worden geen kolommen gebruikt om de inhoud in te delen. l Nauwkeurig ingedeeld. Met deze optie maakt u een bestand dat er precies hetzelfde uitziet als de PDF. Hierbij worden tekstkaders gebruikt om de inhoud zo nauwkeurig mogelijk in te delen. Deze optie is ideaal wanneer de visuele kwaliteit van het bestand het belangrijkste is en als er weinig of geen wijzigingen hoeven te worden aangebracht. l Originele indeling behouden met gebruik van aangepaste tekenafstand. Als deze optie is ingeschakeld, wordt de tekenafstand zodanig ingesteld dat de tekst van het PDF-bestand zo nauwkeurig mogelijk wordt nagebootst. l Pagina's automatisch draaien op basis van tekstrichting. Hiermee worden de pagina's in het gexporteerde document gedraaid overeenkomstig het merendeel van de originele tekst in de PDF.
Afbeeldingen
Met de afbeeldingsopties kunt u bepalen hoe afbeeldingen tijdens het conversieproces worden verwerkt. l Automatisch verankeren. Op basis van het type inhoud dat in de PDF wordt aangetroffen, wordt automatisch de beste methode voor het verankeren van afbeeldingen bepaald. l Aan alinea verankeren. Afbeeldingen worden aan de dichtstbijzijnde alinea verankerd. Hierdoor wordt het makkelijker om de inhoud te bewerken, aangezien de afbeeldingen met de alinea mee worden verplaatst. Deze optie werkt goed in combinatie met de optie Hoge bewerkbaarheid (met indeling).
87
Nitro
Aan pagina verankeren. Afbeeldingen worden op een vaste plaats in de gexporteerde pagina verankerd, op precies dezelfde plaats als in de PDF-pagina. Deze optie werkt goed in combinatie met de optie Nauwkeurig ingedeeld. Alleen inline-afbeeldingen. Hiermee worden alleen afbeeldingen tussen woorden en op dezelfde letterlijn als de tekst geconverteerd. Andere afbeeldingen worden niet geconverteerd.
Tabellen
Met Nitro Pro 7 kunt u bepalen of tabelgegevens in uw uitvoerbestanden weer naar tabellen worden geconverteerd. l Tabellen detecteren. Met deze optie wordt de inhoud die in de PDF in tabellen is ingedeeld, automatisch gedetecteerd. Vervolgens zorgt Nitro Pro 7 dat deze inhoud in het gexporteerde bestand waar mogelijk naar tabellen wordt geconverteerd.
Kop- en voettekst
Met deze opties kunt u opgeven hoe inhoud die eruitziet als kop- en voettekst, wordt verwerkt. l Kop- en voetregels detecteren en herstellen. Kop- en voettekst wordt automatisch gedetecteerd en in het gexporteerde bestand naar kop- en voettekst geconverteerd. l Verwijderen. Inhoud die op kop- en voettekst lijkt, wordt niet in het gexporteerde bestand opgenomen. l Kop- en voetregels niet detecteren. Kop- en voettekst wordt als normale inhoud geconverteerd en in de hoofdtekst van het gexporteerde bestand opgenomen, aan de boven- en onderkant van de pagina.
Geavanceerd tekstherstel
De opties voor geavanceerd tekstherstel kunnen van pas komen bij het converteren van PDF-bestanden met lettertypen die geen standaardcodering gebruiken. Dit resulteert soms in een Word- of RTFdocument met onleesbare tekst. l Alle tekst. Met deze optie past Nitro Pro 7 een geavanceerde optische hersteltechniek toe op alle tekst in het document. Alle tekst in het uitvoerbestand zal dezelfde lettertypestijl gebruiken. l Alleen probleemtekst. Hiermee wordt alleen geavanceerd optisch tekstherstel toegepast op probleemtekst in het document en worden waar mogelijk de originele lettertypen en stijl gehandhaafd. l Geen. Hiermee wordt probleemtekst niet hersteld. l Taal van tekst voor herstel. Hier kunt u een taal opgeven die door de functie voor tekstherstel wordt gebruikt bij het interpreteren van de woorden in het PDF-bestand. Opmerking: Geavanceerd tekstherstel is alleen beschikbaar als Microsoft Office Document Imaging (MODI) is genstalleerd. Microsoft Office 2003 en 2007 worden inclusief MODI geleverd. MODI maakt geen deel uit van Office 2010 maar is hier toegankelijk.
88
Nitro
89
Nitro
90
Nitro
91
Nitro
92
Nitro
TIP: als er formuliervelden in een PDF-document worden aangetroffen, markeert Nitro Reader 2 deze velden en wordt er in de informatiebalk boven de documenttabbladen een bericht getoond.
TIP: als u uw handtekening op een formulier moet invoeren, kunt u de functie QuickSign gebruiken om een afbeelding van uw handtekening op het formulier te stempelen. Zie Handtekening stempelen met QuickSign voor verdere informatie.
Formulier opslaan:
Als het formulier eenmaal is ingevuld, voert u een van de volgende handelingen uit: l Klik in het menu Bestand op Opslaan of Opslaan als --> Afgevlakte PDF. l Klik op Opslaan als in het menu Bestand als u het formulier onder een andere naam of op een andere locatie wilt opslaan. U kunt de PDF dan een andere naam geven en op een andere locatie opslaan.
93
Nitro
94
Nitro
Uw handtekening voorbereiden
Om uw handtekening te gebruiken met QuickSign in Nitro Pro 7, volgt u de onderstaande procedure. Hiervoor is enige kennis van scannen en beeldbewerking vereist. 1. Zet uw handtekening met een zwarte pen op een leeg wit vel papier. 2. Herhaal het proces totdat u een handtekening hebt die gelijkmatig zwart is, zonder lichtere delen of vlekken. 3. Gebruik een flatbed scanner, multifunctionele printer of een digitale camera om een afbeelding van uw handtekening op uw computer te zetten. 4. Gebruik een beeldbewerkingsprogramma om de afbeelding bij te snijden en de achtergrond wit te maken. 5. Sla het bestand op in JPEG-, PNG-, PDF-, BMP-, TIFF-, of GIF-indeling. HINT: de functie QuickSign maakt de witte achtergrond van uw handtekening uiteindelijk automatisch transparant, zodat alle tekst of lijnen onder de handtekening zichtbaar zijn en de handtekening er zeer waarheidsgetrouw zal uitzien.
95
Nitro
7. Als u de handtekening wilt verwijderen, selecteert u deze en klikt u op de Delete-toets, of klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu. 8. Dubbelklik in het gemarkeerde vak om de handtekening in uw PDF-document te stempelen.
Uw handtekeningen beheren:
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op de pijl onder de knop QuickSign. Selecteer Handtekeningen beheren. Het dialoogvenster Handtekeningen beheren verschijnt. 2. In het vak Handtekening aan de linkerkant worden uw handtekeningen weergegeven. Selecteer een handtekening om een voorbeeld ervan weer te geven. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik op Maken als u een nieuwe handtekening wilt maken. o Klik op Bewerken om de naam, het wachtwoord of de afbeelding van de geselecteerde handtekening te wijzigen. o Klik op Verwijderen om de geselecteerde stempel van uw handtekening uit de handtekeninglijsten te verwijderen. 4. Klik op Sluiten als uw handtekeningen zijn bijgewerkt. OPMERKING: wijzigingen aan handtekeningsstempels in Nitro Pro 7 worden niet toegepast op handtekeningen die reeds op een PDF-pagina zijn gestempeld.
96
Nitro
Formulieren
Voor formulieren wordt veelvuldig gebruikgemaakt van PDF-documenten. Met de tools voor formulieren en JavaScript kunt u dynamische, interactieve documenten opstellen. Tevens biedt dit een alternatief voor het schrijven van complexe HTML-code voor formulieren op websites. Nitro PDF Professional biedt verschillende tools voor het maken van formulieren. Elke tool biedt verschillende instellingen waarmee de werking en vormgeving van formulieren kunnen worden bepaald. Als u een formulier in Nitro Pro opent, verschijnt boven het documentvenster een informatiebalk met de mededeling dat het bestand formuliervelden bevat.
Formuliervoorkeuren
Aan de hand van de formuliervoorkeuren kunt u nauwkeurig instellen hoe u met PDF-formulieren werkt. Voorkeuren omvatten de volgende opties:
l
Veldwaarden automatisch berekenen. De werking van een PDF-viewer is afhankelijk van het aantal complexe en onderling afhankelijke berekeningen dat in een PDF-formulier wordt uitgevoerd. Schakel deze voorkeur uit als u dit soort formulieren veel gebruikt, of als u weet dat u een dergelijk formulier gaat invullen. Formuliervelden markeren. Soms is het moeilijk een PDF-formulier in te vullen, omdat het niet altijd meteen duidelijk is welke delen van het bestand moeten worden ingevuld. Als deze voorkeur is ingeschakeld en het formulier in Nitro Pro wordt geopend, worden alle formuliervelden weergegeven met de hier opgegeven achtergrondkleur. Daarnaast kunt u een andere kleur instellen voor het markeren van velden die verplicht moeten worden ingevuld. Dubbelklikken op veld opent. Bij het ontwerpen van formulieren kunt u op twee manieren toegang verkrijgen tot de hoofdeigenschappen en vormgevingsinstellingen: via het linttabblad Eigenschappen (boven aan het scherm) of via het dialoogvenster met eigenschappen (dat als apart venster wordt geopend). Met deze voorkeur kunt u kiezen welke methode wordt gebruikt wanneer u dubbelklikt op een formulierveld om dit te bewerken.
Formuliervoorkeuren bewerken
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren. 2. Klik op Formulieren en werk de voorkeuren naar wens bij. 3. Klik op OK.
97
Nitro
Formulieren opstellen
De tools voor het maken van formulieren zijn te vinden in het linttabblad Formulieren van Nitro PDF Professional. Er zijn verschillende veldtypen beschikbaar. Voor elk veldtype kunt u uiteenlopende opties instellen via het dialoogvenster met formulierveldeigenschappen of via het linttabblad. Nitro Pro heeft tevens een unieke functie waarmee u de vormgevingsinstellingen van het veld kunt opslaan, zodat u deze snel opnieuw kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld regelmatig bepaalde knopstijlen gebruikt (kleuren, kaders enzovoort) kunt u deze toevoegen aan de lijst Vormgeving, zodat u ze op latere formulieren opnieuw kunt gebruiken. (Zie het onderwerp 'Vormgevingsinstellingen voor formuliervelden opnieuw gebruiken' voor verdere informatie.) TIP:bij het bewerken van formuliervelden kunt u de functie 'Alle velden bewerken' gebruiken om ieder soort veld te selecteren en bewerken.
98
Nitro
Tekstveld. Met tekstvelden kunnen gebruikers tekst rechtstreeks in het veld typen. Standaard kan ingevoerde tekst zowel letters als cijfers bevatten, hoewel u de veldeigenschappen zodanig kunt wijzigen dat alleen bepaalde typen invoer (bijvoorbeeld numerieke gegevens) zijn toegestaan. Selectievakje. Selectievakjes dienen om gebruikers de keuze uit een aantal opties te bieden (bijvoorbeeld een boodschappenlijstje waarin gebruikers alle gewenste artikelen aankruisen). Keuzerondje. Keuzerondjes lijken op selectievakjes, maar worden meestal gebruikt in gevallen waarin slechts n selectie kan worden geaccepteerd. U kunt bijvoorbeeld een groep keuzerondjes presenteren voor de typen creditcards op een bestelformulier. Gebruikers mogen dan slechts n creditcardtype kiezen voor hun transactie. Zodra een keuzerondje wordt geselecteerd, worden de resterende keuzerondjes in die groep uitgeschakeld. Dit is in tegenstelling tot de werking van selectievakjes, die allemaal beschikbaar blijven als er een in de groep wordt ingeschakeld. In alle andere opzichten zijn keuzerondjes en selectievakjes identiek. Keuzelijst met invoervak. Keuzelijsten met en zonder invoervak worden gebruikt om de gebruikers een menu aan te bieden waaruit een keuze kan worden gemaakt. De keuzelijst wordt uitgevouwen met de pijl omlaag naast het invoervak. Gebruikers kunnen slechts n optie in de lijst selecteren. Keuzelijst. Keuzelijsten zijn lijsten met een schuifbalk waarmee gebruikers de opties in de lijst kunnen doorlopen. In bepaalde keuzelijsten kunnen gebruikers meerdere opties selecteren door Ctrl tijdens het selecteren ingedrukt te houden. Knop. Knoppen worden gebruikt voor hyperlinks en om acties uit te voeren. U kunt bijvoorbeeld een knop maken om gegevens in een formulier te wissen, of formuliergegevens naar een webadres of e-mailaccount te verzenden. Digitale handtekening. Handtekeningvelden zijn velden waarmee gebruikers hun individuele digitale handtekening kunnen toepassen.
99
Nitro
Formulierveldkenmerken
De verschillende formuliervelden hebben bepaalde eigenschappen gemeen, zoals hieronder wordt toegelicht, maar aangezien formuliervelden grote verschillen vertonen qua ontwerp en doel, beschikt u over unieke kenmerken die u aan ieder veldtype kunt toewijzen. Zo kunt u bij het maken van tekstvelden bijvoorbeeld opties voor gegevensindeling, validering en berekening gebruiken. Voor knopvelden zijn meer vormgevingsopties beschikbaar, waarbij pictogrammen kunnen worden gebruikt op het drukvlak van de knoppen. Aan keuzelijsten met of zonder invoervak kunnen menunamen worden toegevoegd.
Algemeen
l
l l
Naam. Wanneer u een veld aanmaakt, zal Nitro Pro 7 hier automatisch een naam aan toewijzen op basis van het veldtype en de rangschikking. Als u bijvoorbeeld twee tekstvelden op een pagina hebt en een derde maakt, krijgt dit laatste tekstveld standaard de naam Tekst3 ('Tekst' voor het veldtype en '3' voor het derde veld van dit type). Het eerste knopveld dat wordt gemaakt, krijgt de naam Toets1. Knopinfo. Als u tekst in het tekstvak Knopinfo invoert, verschijnt deze tekst onder de muisaanwijzer wanneer een gebruiker de aanwijzer op het veld plaatst. Zichtbaarheid. Formuliervelden zijn in de meeste gevallen zichtbaar. U hebt drie andere opties: 'Verborgen', 'Zichtbaar maar wordt niet afgedrukt' en 'Verborgen maar afdrukbaar'. Rotatie. U kunt een rotatie instellen in stappen van 90 graden. Alleen lezen. Een 'alleen-lezen' veld kan niet worden bewerkt. Als u het selectievakje Alleen lezen inschakelt, kan de gebruiker het veld niet wijzigen. Verplicht. Schakel dit vakje in als het veld moet worden ingevuld voordat de formuliergegevens worden verzonden. Geblokkeerd. Met dit selectievakje wordt een veld op de pagina verankerd. De eigenschappen van het veld kunnen dan bovendien niet worden gewijzigd. Als u de eigenschappen wilt wijzigen, moet u dit selectievakje eerst uitschakelen.
Vormgeving
l
Lettertypenaam. Het lettertype dat aan het veld wordt toegewezen, verschijnt uitsluitend als er tekst in een tekstveld wordt ingevoerd door een gebruiker. Tekstwijzigingen zijn niet van invloed op knopinfo en tekst in het dialoogvenster Formuliereigenschappen. Lettertypegrootte. Alle velden behalve handtekeningvelden accepteren wijziging van lettertypegrootte. De standaardgrootte is Automatisch. Als u een veldvak maakt, wordt de tekstgrootte automatisch aan de lengte van het vak aangepast. U kunt ook een vaste puntgrootte selecteren in een vervolgkeuzelijst, of een waarde in het tekstvak Lettertypegrootte typen. Lettertypekleur. Voor de kleur van het lettertype hebt u dezelfde opties als voor de vormgeving van het veld. Kaderkleur. U kunt ofwel geen kleur of een kleur uit het kleurenpalet toewijzen aan het kader van een rechthoek of cirkel. Kik op de optie Meer als u een van de in Windows ondersteunde kleuren wilt toewijzen. Lijndikte. Selecteer Dun, Middel of Dik in de vervolgkeuzelijst om de dikte van de lijn van de rechthoek of cirkel in te stellen. Lijnstijl. Selecteer Effen, Stippellijn, Afgeschuind, Ingelegd of Onderstreept in de vervolgkeuzelijst.
100
Nitro
Opvulkleur. De inhoud van de rechthoek (of cirkel) kan worden opgevuld met een kleur van hetzelfde kleurenpalet als u voor de kaderkleur hebt gebruikt.
Actie
Voor velden zijn dezelfde acties beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. De kenmerken van acties bestaan uit twee hoofdopties: de trigger en het actietype.
l
Trigger selecteren. De 'trigger' is de muisactie. Een actie wordt uitgevoerd bij een van de volgende bewegingen van de muis: l Muis loslaten (standaardinstelling): de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt losgelaten. l Muis indrukken: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de muisknop wordt ingedrukt. l Muis invoeren: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor in een bepaald veld wordt geplaatst. l Muis verlaten: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor uit een bepaald veld wordt verwijderd. l Bij tab in: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets in het veld wordt geplaatst. l Bij tab uit: de toegewezen actie wordt uitgevoerd wanneer de cursor met de tabtoets uit het veld wordt verwijderd. Actie selecteren. Voor formuliervelden zijn dezelfde actietypen beschikbaar als voor bladwijzers en koppelingen. Klik op de optie Actie selecteren en kies het type actie dat u wilt toewijzen.
Aan het vak Huidige acties wordt zo nodig een schuifbalk toegevoegd om de beschrijving van de toegewezen actie(s) weer te geven. In dit vak krijgt u een overzicht van de acties die aan formuliervelden zijn toegewezen. De inhoud van dit vak kan niet worden bewerkt, maar u kunt op een item dubbelklikken om de actie te wijzigen. Als u bijvoorbeeld de actie Webkoppeling openen gebruikt, kunt u dubbelklikken op de weergegeven webkoppeling in het vak Huidige acties om het dialoogvenster te openen waarin de URL voor de koppeling is ingevoerd. U kunt deze URL dan bewerken. De gewijzigde URL wordt in het vak getoond. Onder het vak Huidige acties ziet u knoppen waarmee de acties hoger of lager in het vak kunnen worden geplaatst. Met de knop Bewerken wordt er een dialoogvenster geopend voor een toegewezen actie. De knop Verwijderen wordt gebruikt om een geselecteerde actie uit het vak te verwijderen.
101
Nitro
5.
6. 7. 8. 9. 10. 11.
12. 13.
14.
102
Nitro
103
Nitro
104
Nitro
105
Nitro
5.
6.
7.
8. 9. 10.
11.
106
Nitro
5.
6.
7.
8.
107
Nitro
5.
6. 7. 8.
108
Nitro
109
Nitro
110
Nitro
Tabvolgorde instellen
Tijdens het werken met formuliervelden kunnen gebruikers van veld naar veld gaan met de tabtoets op het toetsenbord. Standaard is de tabvolgorde voor velden ingesteld op de volgorde waarin de velden zijn gemaakt. Afhankelijk van de volgorde waarin u de velden hebt toegevoegd, kan het gebeuren dat u de tabvolgorde moet wijzigen om te zorgen dat gebruikers gemakkelijker kunnen navigeren.
De tabvolgorde instellen
1. 2. 3. 4. Open de PDF in Nitro Pro 7. Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op Tabvolgorde. Klik op de formuliervelden in de volgorde waarin de tabtoets de velden moet doorlopen. Klik op een ander gereedschap om uw handeling te voltooien.
111
Nitro
112
Nitro
Rasterweergave aanpassen
1. Klik op Voorkeuren in het menu Bestand. 2. Selecteer Eenheden en raster in het deelvenster links. 3. Selecteer de gewenste opties en klik op OK.
Eenheden en rastervoorkeuren
De volgende opties zijn beschikbaar voor het instellen van eenheden en rastervoorkeuren:
l l l
Standaardeenheden. Hiermee worden de maateenheden voor het raster ingesteld. Rasterlijnkleur. Hiermee wordt de kleur van de rasterlijnen ingesteld. Hoogte tussen lijnen. Hiermee wordt de verticale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen. Breedte tussen lijnen. Hiermee wordt de horizontale tussenruimte tussen de rasterlijnen bepaald. U kunt een waarde van 0 t/m 1000 opgeven, inclusief decimalen. Rasterafstand linkerrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met deze instelling kunt u het horizontale beginpunt van het raster op de pagina instellen. Rasterafstand bovenrand. Standaard begint het raster in de linkerbovenhoek van de pagina. Met deze instelling kunt u het verticale beginpunt van het raster op de pagina instellen. Onderverdelingen. Hiermee stelt u het aantal rasterlijnen voor iedere rastersectie van het raster in.
113
Nitro
114
Nitro
115
Nitro
8.
116
Nitro
Formuliergegevens verzenden
U kunt een verzendknop in een PDF-formulier maken om gebruikers de mogelijkheid te geven de ingevoerde gegevens automatisch naar een specifieke URL of een specifiek e-mailadres te sturen. Het is uiterst eenvoudig om een verzendknop in uw formulieren te maken voor gebruikers. Als u gegevens naar een URL wilt sturen, is enige programmering aan de serverzijde vereist om de formuliergegevens te verzamelen en routeren. Als u de gegevens naar een e-mailadres wilt sturen, worden de formuliergegevens aan de berichttekst van de e-mail toegevoegd. U hebt verschillende opties om op te geven welke gegevens u wilt opnemen respectievelijk uitsluiten.
9.
117
Nitro
Velden tonen/verbergen
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Open de PDF in Nitro Pro 7. Klik in het tabblad Formulieren op Knop. Bepaal de positie van de knop op de pagina door te slepen met de aanwijzer. Open de Eigenschappen, geef een naam op en selecteer de gewenste opties op de tabbladen Algemeen en Vormgeving. Selecteer op het tabblad Opties de optie Indeling en selecteer Alleen label. Klik in het vak Label en typ Velden tonen/verbergen. Klik op het tabblad Acties op Actie selecteren en selecteer Velden tonen/verbergen in de vervolgkeuzelijst. Voer een van de volgende handelingen uit: l Klik op Tonen. l Klik op Verbergen. Klik op OK.
8.
118
Nitro
Veldgegevens berekenen
In Nitro Pro 7 kunnen veldberekeningen op verschillende manieren worden uitgevoerd. De integrale berekeningsformules bieden een eenvoudige methode voor het opstellen van simpele en vastomlijnde veldberekeningen. U kunt ook vereenvoudigde veldnotatie en JavaScripts gebruiken, hoewel deze methoden geavanceerder zijn en programmeerkennis vereisen. Als uw berekeningen beperkt zijn tot optellen of het bepalen van gemiddelden, kunt u de integrale formules gebruiken en hoeft u zich geen zorgen te maken over programmering. Voor berekeningen worden altijd tekstvelden gebruikt. Berekeningen kunnen in alle soorten velden worden uitgevoerd. Als het resultaat van een berekening echter in een formulier moet worden gerapporteerd, moet u een tekstveld hebben dat deze waarden berekent en het resultaat in het berekeningsveld op het formulier plaatst, of een ander type veld dat de waarden berekent en vervolgens naar een tekstveld verstuurt.
9. 10.
119
Nitro
JavaScript
Het valt buiten het bestek van deze handleiding om een gedetailleerde beschrijving van het gebruik van JavaScript met Nitro Pro 7 te geven. Als u wilt leren programmeren met JavaScript, verdient het aanbeveling op internet naar bronnen te zoeken. Tevens kunt u nagaan of uw plaatselijke bibliotheek of boekhandel boeken over JavaScript heeft. Er zijn ook veel voorbeelden van PDF-documenten met JavaScript op internet te vinden. JavaScript wordt veelal voor PDF-formulieren gebruikt. U kunt deze soorten documenten op internet opsporen, het JavaScript openen in de JavaScript-console, en de routines vervolgens kopiren en in uw eigen bestanden plakken. Door op onderzoek te gaan en programmacode uit te proberen komt u al snel aan de weet welke code u nodig hebt voor de taken die u wilt uitvoeren.
120
Nitro
JavaScripts zoeken
Of u nu scripts in uw eigen documenten schrijft, of door bestanden bladert om andere scripts te bekijken, u moet eerst weten waar u JavaScripts kunt vinden. In Nitro Pro 7 zijn JavaScripts op de volgende locaties te vinden:
Veldscripts
JavaScripts kunnen met alle veldtypen worden gebruikt. In alle velden kunnen scripts worden toegevoegd via de eigenschappen in Actie instellen. In handtekeningvelden kunnen JavaScripts zowel via de eigenschap Actie instellen als de eigenschap Ondertekend worden toegevoegd. Tekstvelden bieden verreweg de meeste mogelijkheden voor het toevoegen van scripts aan veldeigenschappen. In tekstvelden kunnen scripts worden toegevoegd aan:
l
Indeling. Open het tabblad Indeling in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast in het vervolgkeuzemenu Formaatcategorie selecteren. Voeg JavaScripts toe als u een Script aangepast formaat en een Script aangepaste toetsaanslagen wilt maken. Valideren. Open het tabblad Valideren in het eigenschappenvenster en selecteer Aangepast script voor validering gebruiken als u een JavaScript wilt toevoegen om veldgegevens te valideren. Berekenen. JavaScripts worden waarschijnlijk het meest gebruikt in combinatie met de Berekeneneigenschappen. U kunt scripts in twee gebieden schrijven. Als u op het keuzerondje Vereenvoudigde veldnotatie klikt, kunt u scripts schrijven die qua syntaxis op spreadsheetformules lijken. Klik op Aangepast berekeningsscript om JavaScripts te schrijven waarmee veldgegevens worden berekend. Actie instellen. Tekstvelden ondersteunen het actietype JavaScript uitvoeren, net als andere velden.
JavaScript-console
U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines en debug-code.
Documentacties
Documentacties zijn acties zoals het openen, opslaan en afdrukken van PDF's. U kunt JavaScripts schrijven die worden uitgevoerd als deze acties plaatsvinden. Als u een documentactie wilt toevoegen, gaat u naar het linttabblad Formulieren, klikt u in het groepsmenu Instellen op de pijl onder JavaScript en selecteert u Documentacties.
JavaScripts op documentniveau
Een JavaScript op documentniveau kan een functie zijn die wordt geactiveerd door andere scripts in subroutines. Deze scripts zijn op documentniveau opgenomen en kunnen worden uitgevoerd door een ander script of tijdens het openen van een bestand.
121
Nitro
JavaScripts op mapniveau
Een JavaScript op mapniveau bevindt zich buiten het PDF-bestand (in een JS-bestand) en kan door meerdere PDF's worden gebruikt. De scripts worden uitgevoerd wanneer Nitro Pro 7 wordt geopend.
122
Nitro
123
Nitro
124
Nitro
JavaScript op documentniveau
Met behulp van JavaScript kunt u een praktisch oneindig aantal interactieve functies toevoegen, complexe formules maken, en meer dynamische functies aan uw PDF's toevoegen. Met scripts op documentniveau worden functies toegevoegd, vanwaar andere scripts de routines in het hele PDF-bestand steeds opnieuw kunnen gebruiken. JavaScripts op documentniveau kunnen ook worden gebruikt om bepaalde acties te starten wanneer een bestand wordt geopend.
125
Nitro
126
Nitro
127
Nitro
De JavaScript-console gebruiken
U kunt de JavaScript-console openen en een script schrijven dat niet voor een bepaald veld of element is bedoeld. Scripts die in de JavaScript-console zijn geschreven, kunnen worden gebruikt voor testroutines en debug-code.
De JavaScript-console gebruiken
l
Klik in het tabblad Formulieren in het groepsmenu Instellen op JavaScript en selecteer Console.
128
Nitro
129
Nitro
Ondersteunde JavaScript-objecten
l l l l l l l l l l l l
App-object Doc-object Color-object Console-object Event-object Field-object Global-object Identity-object Link-object This-object Util-object OCG-object
130
Nitro
App-object
Een statisch object dat de PDF-viewerapplicatie vertegenwoordigt. Bevat methoden en eigenschappen voor het communiceren met de applicatie en voor het werken met actieve documenten. Voorbeeld: hiermee wordt het aantal geopende documenten weergegeven in een waarschuwingsbericht. var nDocs = app.activeDocs.length; app.alert("Er zijn " + nDocs + " documenten geopend."); Eigenschappen activeDocs formsVersion platform viewerType viewerVersion Methoden alert browseForDoc goBack goForward launchURL mailMsg newDoc openDoc response
131
Nitro
Doc-object
Gebruikt voor interactie met actieve documenten via JavaScript-code. Voorbeeld: hiermee wordt het volledige pad van het PDF-bestand opgehaald en opgeslagen in de variabele sPath. var sPath = doc.path; Eigenschappen dirty disclosed documentFileName filesize info layout numFields numPages path pageNum URL zoom zoomType Methoden addIcon addField addLink closeDoc deletePages extractPages exportAsFDF flattenPages getField getIcon getNthFieldName getPageBox getPageNthWord getPageNumWords
132
Nitro
Methoden importAnFdf importIcon insertPages mailDoc mailForm print removeIcon removeField resetForm saveAs selectPageNthWord submitForm
133
Nitro
Color-object
Een object waarmee een kleur kan worden ingesteld in andere JavaScript-methoden en eigenschappen. Voorbeeld: hiermee wordt de tekstkleur in het formulierveld Voornaam op rood ingesteld. this.getField("Voornaam").textColor = color.red; Eigenschappen en methoden Het color-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
134
Nitro
Console-object
Alle JavaScript-scripts worden geactiveerd door een bepaalde gebeurtenis. Voor elk van deze gebeurtenissen maakt JavaScript een event-object waarmee informatie over de huidige gebeurtenisstatus kan worden opgehaald en bijgewerkt. Voorbeeld: als dit JavaScript wordt uitgevoerd op de gebeurtenis keystroke (toetsaanslag), wordt alle tekst die de gebruiker heeft ingevoerd, omgezet in hoofdletters. event.change = event.change.toUpperCase(); Eigenschappen en methoden Het console-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
135
Nitro
Event-object
Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools voor formuliervelden doet). Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt. var oField = this.getField("hiddenFieldName"); oField.display = display.visible; Eigenschappen change changeEx commitKey fieldFull keyDown modifier name rc selEnd selStart shift source target targetName type value willCommit
136
Nitro
Field-object
Vertegenwoordigt een veld in een PDF-formulier. Dit object bevat de methoden en eigenschappen waarmee formuliervelden kunnen worden gewijzigd via JavaScript-code (zoals u dit visueel met de tools voor formuliervelden doet). Voorbeeld: hiermee wordt een verborgen veld zichtbaar gemaakt. var oField = this.getField("hiddenFieldName"); oField.display = display.visible; Eigenschappen alignment borderStyle buttonAlignX buttonAlignY buttonFitBounds buttonPosition buttonScaleHow buttonScaleWhen calcOrderIndex charLimit comb commitOnSelChange currentValueIndices defaultStyle defaultValue doNotScroll doNotSpellCheck display doc editable exportValues hidden fileSelect fillColor lineWidth highlight multiline
137
Nitro
Eigenschappen multipleSelection name numItems page password print radiosInUnison readonly rect required richText richValue rotation strokeColor style submitName textColor textFont textSize type userName value valueAsString Methoden browseForFileToSubmit buttonGetCaption buttonGetIcon buttonImportIcon buttonSetCaption buttonSetIcon checkThisBox clearItems defaultIsChecked getArray getItemAt getLock
138
Nitro
139
Nitro
Global-object
Hiermee kunt u gegevens delen in een instantie van de PDF-viewer (zodat gegevens vanuit elk geopend document kunnen worden opgeroepen). Voorbeeld: wanneer een gebruiker zijn/haar e-mailadres eenmaal heeft ingevoerd, wordt dit opgeslagen in een global-variabele en automatisch in de e-mailvelden van andere geopende documenten ingevoerd. global.userEmail = this.getField("email").value; Opmerking:de methoden setPersistent en subscribe worden momenteel niet ondersteund in Nitro Pro 7.
140
Nitro
Identity-object
Dit object bevat informatie over de huidige gebruiker, die is aangemeld op het apparaat met Nitro Pro 7. Deze informatie kan tevens in Voorkeuren worden bekeken. Voorbeeld: Dit JavaScript haalt de aanmeldnaam van de gebruiker op en slaat deze op in een globale variabele (met de naam login) die door ieder ander JavaScript kan worden gebruikt. Het identity-object is uitsluitend toegestaan tijdens console-, menu- en batch-gebeurtenissen en tijdens initialisatie van de applicatie, en is daarom ideaal geschikt voor een JavaScript-bestand (.js) op mapniveau dat wordt uitgevoerd wanneer de applicatie wordt gestart. global.login = identity.loginName; Eigenschappen corporation email loginName name
141
Nitro
Link-object
Met dit object kunt u de eigenschappen van een PDF-koppeling ophalen en instellen en kunt u de instellingen opgeven voor een JavaScript uitvoeren-actie. Eigenschappen en methoden Het link-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
142
Nitro
This-object
Dit is een speciaal trefwoord voor JavaScript dat naar het huidige object verwijst. Wanneer bijvoorbeeld een JavaScript wordt uitgevoerd als een document geopend is, heeft het trefwoord this hetzelfde effect als het trefwoord doc. Voorbeeld: this.getField("veldnaam"); komt overeen met: doc.fieldName("veldnaam"); Eigenschappen en methoden Het this-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
143
Nitro
Util-object
Bevat een aantal hulpmethoden waarmee tekenreeksen en datums gemakkelijk kunnen worden ingedeeld en geparseerd. Methoden printf printd printx scand
144
Nitro
OCG-object
Dit object biedt ondersteuning voor Optional Content Groups (optionele inhoudsgroepen). OCG's bevatten een verzameling grafische objecten en worden 'lagen' genoemd. U kunt de eigenschappen van lagen dynamisch omschakelen om ze zichtbaar of onzichtbaar te maken, voor navigatie in een PDFdocument. Raadpleeg Het deelvenster Lagen voor verdere informatie.
Eigenschappen en methoden
Het OCG-object ondersteunt alle eigenschappen en methoden in de Acrobat JavaScript-specificatie.
Voorbeeld:
Hiermee wordt een OCG met de naam 'Overlay' ingeschakeld (om de laag uit te schakelen verandert u true in false in de JavaScript-code).
function turnOverlayOCG(doc) { var ocgArray = doc.getOCGs(); for(var i=0; i<ocgArray.length){ if(ocgArray[i].name == Overlay){ ocgArray[i].state = true; } } }
Eigenschappen state initState locked name Methoden getIntent getAction setIntent
145
Nitro
Bewerken
Met de juiste functies voor het bewerken van PDF's bent u veel minder tijd kwijt aan het omschakelen tussen de verschillende programma's en bestandstypen. Nitro Pro 7 voorziet in een uitgebreide set functies om de tekst, afbeeldingen en pagina's in uw bestaande PDF's te bewerken en uw documenten perfect af te werken voor distributie.
Tekst
l l l l
Afbeeldingen
l l l l l l l l l
Afbeeldingen invoegen Afbeeldingen verwijderen Afbeeldingen rangschikken Afbeeldingen vergroten/verkleinen en bijsnijden De kleurruimte van afbeeldingen wijzigen Afbeeldingen vervangen Een afbeelding ophalen Alle afbeeldingen ophalen Watermerken en achtergronden
Bestanden
l l l l l l
Documentinformatie en metagegevens Documentbeveiliging Lettertypen Eigenschappen Eerste weergave PDF-bestanden optimaliseren Bestanden bijvoegen
Verwante informatie
l l
146
Nitro
Tekst toevoegen
1. Klik in het tabblad Home in de groep Gereedschappen op Tekst typen. 2. Klik op de pagina waar u tekst wilt invoeren. 3. Gebruik de tekstopties in het tabblad Indeling, zoals Lettertype en Grootte, om de tekst naar wens op te maken. 4. Voer de gewenste tekst in en druk op Escape of klik op Voltooien als u klaar bent. TIP:De tekst die u typt, wordt standaard in de laag voor aantekeningen ingevoegd. Als u de tekst in de laag voor inhoud wilt invoegen, drukt u op Ctrl en klikt u op de pagina waar u de tekst wilt invoeren. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.
147
Nitro
Tekst bewerken
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op Bewerken. 2. Dubbelklik op Tekst en zet de cursor waar u de tekst wilt invoegen of bewerken. Tijdens het typen wordt de grootte van het begrenzingsvak aan de tekst aangepast. 3. Als u klaar bent, drukt u op Escape, klikt u elders op de pagina, of klikt u op Voltooien. OPMERKING:Als u een teken invoert in een lettertype dat niet is genstalleerd, zal Nitro Pro 7 automatisch het lettertype selecteren dat er het meest op lijkt. U ziet dan tijdens het typen dat de naam van het lettertype wordt veranderd. Als Nitro Pro 7 geen gerelateerd lettertype kunt vinden, wordt een algemeen lettertype gebruikt. Het is raadzaam te controleren of geselecteerde lettertypen gelijksoortig zijn en zo nodig een ander lettertype toe te passen. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor verdere informatie.
Tekst verplaatsen
Als u tekst wilt verplaatsen, klikt u op de functie Bewerken en op een paragraaf of titel om deze tekst te selecteren en voert u een van de volgende handelingen uit: l Sleep het begrenzingsvak naar de nieuwe plaats. l Gebruik de pijltoetsen op uw toetsenbord om het begrenzingsvak in kleine stappen te verplaatsen.
Tekst afvlakken
Het verplaatsen van tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wordt 'afvlakken' genoemd. Voer een van de volgende handelingen uit om tekst af te vlakken: l Als u een geselecteerde tekstaantekening naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw rechtermuisknop op de aantekening en selecteert u Selectie afvlakken in het menu. l Als u alle tekst uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen, klikt u met uw rechtermuisknop op een aantekening en selecteert u Alles afvlakken in het menu. l Als u alle aantekeningen uit de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag wilt verplaatsen en tegelijkertijd de PDF wilt opslaan, selecteert u in het menu Bestand de optie Opslaan als en Afgevlakte PDF. Hiermee worden alle aantekeningen afgevlakt, inclusief velden, notities, koppelingen en andere markeringen. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie.
148
Nitro
Kop- en voettekst
Met de functie Kop- en voettekst kunt u tekst, afbeeldingen en PDF-bestanden in een of meer pagina's van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere kenmerken van uw kop- en voettekst naar wens instellen en deze instellingen opslaan om ze later opnieuw te gebruiken. Bovendien kunt u kop- en voettekstprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen. Kop- en voettekstprofielen kunnen een of meer kop- en voetteksten bevatten. Kop- en voetteksten worden vaak voor het volgende gebruikt: l Dynamische tekst: automatisch dynamische informatie aan uw document toevoegen, zoals paginanummers, auteur, titel van het document, datum en tijd. l Koptekst: de titel van het document of hoofdstukken en datuminformatie invoegen. l Voettekst: paginanummering, datum- en tijdinformatie invoegen.
149
Nitro
3. Configureer eigenschappen voor uw kop- of voettekst: o Typ in het veld Naam kop- en voettekst de naam die in Nitro Pro 7 moet worden gebruikt om de kop- of voettekst in de lijsten en menu's aan te duiden. Deze naam kan afwijken van de tekst die in de kop- of voettekst van uw PDF-document verschijnt. o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de inhoud van de pagina) moet zijn. o Geef de overige opties op, zoals de kleur, achtergrond en de plaatsing op de pagina. 4. Klik op Opslaan om de nieuwe kop- of voettekst in het geselecteerde profiel op te slaan. TIP:u kunt meerdere watermerk- of achtergrondobjecten aan een profiel toevoegen.
150
Nitro
Watermerken en achtergronden
Met de functie Watermerk kunt u tekst, afbeeldingen en andere PDF-bestanden in een of meer pagina's van een PDF-document invoegen. U kunt de positie, grootte, transparantie en andere eigenschappen van uw watermerken naar wens instellen en deze eigenschappen opslaan, zodat u ze later opnieuw kunt gebruiken. Tevens kunt u watermerkprofielen importeren en exporteren om ze met anderen te delen. Watermerkprofielen bevatten een of meer watermerken of achtergronden. Watermerken worden veel gebruikt voor: l Watermerken en achtergronden: u kunt bedrijfslogo's en andere merktekens invoegen om uw huisstijl te handhaven op alle pagina's en documenten. l Weergave van de documentstatus: u kunt een afbeelding toepassen als watermerk, bijvoorbeeld Gecontroleerd, Goedgekeurd en Concept, zodat alle ontvangers de status van het document kunnen zien.
151
Nitro
Tekst: geef de tekst op voor uw watermerk. Afbeelding: gebruik een afbeelding als watermerk of achtergrond op de pagina's van uw document. o PDF: importeer een PDF-bestand om als watermerk of achtergrond te gebruiken. 3. Configureer eigenschappen voor uw watermerk of achtergrond: o Typ in het veld Watermerknaam een naam voor gebruik in Nitro Pro 7-lijsten en -menu's. Deze naam hoeft niet overeen te komen met de tekst die in het watermerk in uw PDFdocument verschijnt. o Geef aan of het watermerk Overliggend of Onderliggend (op de achtergrond, onder de inhoud van de pagina) moet zijn. o Geef de overige opties op, zoals de kleur, de achtergrond en de plaatsing van het watermerk op de pagina. 4. Klik op Opslaan om het nieuwe watermerk in het geselecteerde profiel op te slaan.
o o
152
Nitro
TIP:als u alleen een bepaald watermerk of specifieke achtergrond wilt verwijderen, selecteert u dit item met het gereedschap Bewerken, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu.
153
Nitro
Bates-nummers
Bates-nummering wordt gebruikt voor wettelijke en soortgelijke verzamelingen van documenten waarin alle pagina's gelabeld, verantwoord en gemakkelijk terug te vinden moeten zijn. Met de functie voor Bates-nummering kunt u een uniek nummer aan iedere pagina toewijzen. De nummering kan op ieder willekeurig punt beginnen. Als er dan tegelijkertijd meerdere documenten worden verwerkt, wordt deze nummering door alle documenten vervolgd.
154
Nitro
Bestanden bijvoegen
PDF-documenten kunnen behalve tekst en afbeeldingen tevens bestandsbijlagen bevatten. Dit is een makkelijke en betrouwbare methode om reeksen documenten uit te wisselen. Het deelvenster Bijlagen is de centrale plaats waar u bijlagen kunt bekijken, invoegen, verwijderen en exporteren. Met Nitro Pro 7 kunt u bestanden op twee manieren bijvoegen: l Bijlagen op documentniveau. Als u een document samenstelt dat door anderen moet worden gecontroleerd, kan het handig zijn het bronbestand en eventueel referentiemateriaal (zoals spreadsheets en tekeningen) op documentniveau aan het document toe te voegen. Zo beschikken de andere gebruikers van het document over een compleet informatiepakket, dat zij op ieder gewenst moment tijdens het bekijken van de PDF-versie kunnen openen. l Bijlagen in de vorm van aantekeningen. Als u een document controleert dat door iemand anders is samengesteld, en u een apart bestand met feedback (bijvoorbeeld een herziene technische tekening of prijslijst) wilt verschaffen, kunt u een bijlage in de vorm van aantekeningen bijvoegen. Deze aantekeningen kunnen namelijk precies op de gewenste plaats in de PDF worden ingevoegd. Dergelijke bijlagen worden als paperclippictogram op de PDF-pagina weergegeven en kunnen worden geopend door op het pictogram te dubbelklikken.
155
Nitro
Afbeeldingen
Nitro Pro 7 is voorzien van een geavanceerde set functies waarmee afbeeldingen rechtstreeks kunnen worden bewerkt, zodat u niet telkens terug hoeft te gaan naar het brondocument als er iets moet worden veranderd. U kunt afbeeldingen bewerken met de functie Bewerken. Als u op een afbeelding dubbelklikt, verschijnt het nieuwe tabblad Indeling in het lint, met alle functies voor het bewerken van afbeeldingen.
156
Nitro
Afbeeldingen invoegen
Met de functie Afbeelding toevoegen kunt u afbeeldingen aan uw PDF toevoegen, zodat u niet terug hoeft te gaan naar uw brondocument om dit te bewerken.
157
Nitro
158
Nitro
Afbeeldingen verwijderen
Met de functie Bewerken kunt u afbeeldingen uit uw PDF-bestanden verwijderen.
159
Nitro
Afbeeldingen rangschikken
Met de functies voor het rangschikken van afbeeldingen kunt u beelden vr en achter andere objecten plaatsen, horizontaal en verticaal spiegelen, en draaien.
Afbeeldingen rangschikken
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Tekst/Afbeeldingen op de knop Bewerken. 2. Dubbelklik op de gewenste afbeelding. 3. Klik in het tabblad Indeling in het groepsmenu Rangschikken op Naar voorgrond, Naar achtergrond, Spiegelen of Draaien.
160
Nitro
161
Nitro
162
Nitro
Afbeeldingen vervangen
Met de functie Afbeelding vervangen kunt u n afbeelding verwijderen en er een andere voor in de plaats zetten. Wanneer de nieuwe afbeelding is ingevoegd, zijn alle bewerkgereedschappen beschikbaar om de afbeelding op de gewenste plaats te zetten en te bewerken.
163
Nitro
PDF-bestanden optimaliseren
Nitro Pro 7 beschikt over een krachtige set gereedschappen om ongewenste documentobjecten te verwijderen en afbeeldingen te comprimeren, waardoor uw bestanden aanzienlijk kleiner worden.
164
Nitro
Comprimeren
l
Verliesvrij. Hiermee wordt de grootte van een afbeeldingsbestand verkleind zonder gegevensverlies, door uitsluitend herhaalde informatie te verwijderen. De visuele kwaliteit van een afbeelding die verliesvrij is gecomprimeerd, is identiek aan het origineel. Deze methode is nuttig als de afbeelding moet worden opgehaald en op een later tijdstip moet worden bewerkt. Met verlies. Hiermee worden de 'overbodige' delen van de informatie uit de afbeelding verwijderd. Door het verwijderen van informatie ontstaat een kleiner bestand dan met compressie zonder verlies, maar dit is veelal niet geschikt voor kwalitatief hoogwaardige afdrukken, of wanneer de afbeelding later moet worden opgehaald om te worden bewerkt of elders te worden gebruikt.
Verkleinen
Bij verkleining wordt de beeldresolutie verlaagd door het aantal punten per inch (dots per inch of dpi) van de afbeelding te verlagen. Aangezien er dan minder informatie hoeft te worden opgeslagen, zijn de resulterende PDF-bestanden aanzienlijk kleiner. Over het algemeen is het een goed idee om afbeeldingen te verkleinen op basis van de resolutie van het apparaat waarnaar het bestand wordt verzonden. Zo hebben computerschermen bijvoorbeeld gewoonlijk een resolutie tussen 72 dpi en 96 dpi; dit is de hoogste resolutie van het beeldscherm.
Web
Hiermee ontstaan bestanden die zijn geoptimaliseerd voor weergave op het scherm. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 150 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als de bestanden zo klein mogelijk moeten zijn en wanneer de afdrukkwaliteit minder belangrijk is dan de grootte van het bestand, bijvoorbeeld voor PDF's die op internet moeten worden weergegeven.
Kantoorkwaliteit
Produceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een gewone thuis- of kantoorprinter. Afbeeldingen worden met verlies gecomprimeerd, en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 300 dpi worden verkleind. Gebruik deze instelling als uw bestand een redelijke afdrukkwaliteit moet hebben bij afdrukken op een standaardprinter, maar tegelijkertijd niet al te groot moet zijn, bijvoorbeeld voor PDF's die u per e-mail naar collega's wilt versturen.
165
Nitro
Professionele kwaliteit
Produceert een PDF die geoptimaliseerd is om te worden afgedrukt op een professionele printer. Afbeeldingen worden verliesvrij gecomprimeerd (er wordt geen pixelinformatie verwijderd), en afbeeldingen met een hogere resolutie dan 600 dpi worden verkleind. Met deze instelling worden kwalitatief hoogwaardige bestanden gemaakt waarvan de bestandsgrootte toch nog zoveel mogelijk wordt verkleind. Dit is de ideale instelling voor bestanden die bijvoorbeeld bij een drukkerij worden afgedrukt.
Aangepast
Hiermee kunt u specifieke instellingen selecteren voor de verschillende typen afbeeldingen in uw document, zoals kleuren- en grijswaardeafbeeldingen. Afhankelijk van de typen afbeeldingen in uw document zijn de volgende opties beschikbaar: l Verkleinen (dpi). Hiermee kunt u opgeven dat de originele dpi moet worden gehandhaafd of kunt u de dpi voor het renderen van iedere afbeelding kiezen. Als hier een lagere dpi wordt ingesteld, wordt de kwaliteit minder en het bestand kleiner. l Compressie. Hiermee wordt het type compressie voor afbeeldingen ingesteld. Als Automatisch wordt geselecteerd, selecteert Nitro PDF het type compressie dat het meest geschikt is voor het merendeel van de afbeeldingen in het document. U kunt de verschillende instellingen uitproberen om de beste balans tussen bestandsgrootte en beeldkwaliteit te bepalen. l Beeldkwaliteit. Als JPEG-compressie wordt geselecteerd, kunt u met deze instelling de gewenste beeldkwaliteit opgeven, afhankelijk van het beoogde gebruik van uw document. Hoe hoger de beeldkwaliteit, des te groter het bestand zal zijn.
166
Nitro
Documenteigenschappen
De velden met documentinformatie in Nitro Pro 7 zijn handig voor gebruikers die meer over een document willen weten, en komen vooral van pas als documenten moeten worden gendexeerd. Aan de hand van deze velden kunnen documenten in categorien worden ondergebracht en kunnen de zoekresultaten van zoekengines en andere indexen worden beperkt.
Documenteigenschappen weergeven
l
167
Nitro
Documentinformatie en metagegevens
In Nitro Pro 7 kunt u de velden met de documenttitel, de auteur, het onderwerp en de trefwoorden en tevens uw eigen metagegevensvelden bewerken. Tip: Niet alle documentinformatie kan worden bewerkt. Veel velden zijn ingesteld toen het document werd gemaakt of voor het laatst werd bijgewerkt. Bijvoorbeeld: datum gemaakt, maker, optimalisatie, PDF-versie, enzovoort.
168
Nitro
Documentbeveiliging
Het dialoogvenster Documenteigenschappen bevat informatie over de beveiliging en beperkingen die zijn ingesteld voor een PDF. Raadpleeg Instellingen voor bevoegdheden voor meer informatie over verschillende instellingen voor PDF-bevoegdheden.
169
Nitro
Lettertypen
In het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt informatie gegeven over de lettertypen die in een document zijn gebruikt. Raadpleeg Ingesloten lettertypen voor meer informatie over PDF-lettertypen.
170
Nitro
l l
Navigatie. Hiermee wordt ingesteld welk deelvenster standaard wordt weergegeven. De opties zijn Deelvenster Bladwijzers en pagina, Deelvenster Pagina's en pagina, en Alleen pagina (dus geen deelvenster). Paginaopmaak. Hiermee kunt u de weergavemodus voor pagina's instellen op Enkel, Doorlopend, Dubbel of Dubbel doorlopend. In-/uitzoomen. Hiermee stelt u het standaardniveau van vergroting in. Kies uit een lijst van vergrotingspercentages of selecteer de instelling Paginabreedte, Paginahoogte of Zichtbare inhoud. Document altijd openen op pagina. Hier kunt u opgeven op welke pagina de PDF moet worden geopend. Venster op grootte van document. Hiermee wordt de grootte van het venster aangepast aan de vergrotingswaarde die is ingesteld voor weergave van het document. Venster centreren op scherm. Hiermee wordt het applicatievenster gecentreerd op het scherm weergegeven. Volledig scherm. Hiermee wordt het document schermvullend geopend. Titelbalk van venster instellen op. Hier wordt ingesteld wat er in de titelbalk van de PDF-viewer wordt weergegeven. Dit kan de bestandsnaam zijn of de documenttitel. Menubalk verbergen. Hiermee worden de menu's verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend. Gereedschappen verbergen. Hiermee worden de werkbalken verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend. Vensterbesturingstoetsen verbergen. Hiermee worden het linkerdeelvenster en de statusbalk verborgen als de PDF in Adobe Reader of Acrobat wordt geopend.
171
Nitro
Redactie
Met de functie Redactie worden delen van tekst of afbeeldingen permanent uit een PDF verwijderd en vervangen door zwarte blokjes. Zo kunt u vertrouwelijke informatie uit een alinea, tabel, kop of bitmapafbeelding verwijderen. De rest van het document blijft intact en kan normaal worden bekeken en afgedrukt. Het proces voor redactie bestaat uit twee stappen: het markeren van de gebieden voor redactie en het toepassen van de redactie: 1. Selecteer afbeeldingen, woorden, alinea's of pagina's en pas redactiemarkeringen toe. Redactiemarkeringen voor tekst en afbeeldingen zijn niet-destructief. Deze markeringen geven alleen aan welke delen van het PDF-document geselecteerd zijn voor redactie. 2. Als u hebt gecontroleerd of alle redactiemarkeringen goed zijn geplaatst en u de gemarkeerde inhoud permanent wilt verwijderen, past u de redacties toe. OPMERKING:Zodra de redactie is toegepast, worden alle gemarkeerde afbeeldingen en (delen van) pagina's permanent verwijderd. Geredigeerde inhoud kan dan niet meer worden hersteld met Ongedaan maken (Ctrl + Z). Redacties worden pas in het PDF-document opgeslagen wanneer u het PDF-bestand opslaat. Als u ongewenste redacties hebt toegepast, sluit het bestand dan onmiddellijk zonder het op te slaan, en open het bestand vervolgens opnieuw. Als u een PDF-bestand met redacties opslaat, wordt u aanbevolen het bestand onder een andere naam op te slaan en aan te geven dat dit een geredigeerd bestand is. Nitro Pro 7 vraagt u om _redacted aan de bestandsnaam toe te voegen. Redactie is uitsluitend van invloed op tekst en afbeeldingen in de inhoudslaag van het document. Als u een aantekening of vectorafbeeldingen wilt verwijderen, klikt u erop met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen in het menu. Raadpleeg Aantekeningenlaag en inhoudslaag voor verdere informatie. Metagegevens worden niet uit uw PDF-document verwijderd met redactie. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Metagegevens verwijderen.
172
Nitro
173
Nitro
l l
Klik op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en druk op de toets Delete. Klik met de rechtermuisknop op een gebied dat gemarkeerd is voor redactie en selecteer Verwijderen in het menu.
Redacties toepassen
Ga als volgt te werk om een redactie op een afzonderlijke redactiemarkering toe te passen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de markering. 2. Selecteer Redactie toepassen in het contextmenu. Voer een van de volgende handelingen uit om redacties op alle gemarkeerde gebieden toe te passen: l Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redacties toepassen. l Druk op Ctrl+Shift+V. OPMERKING:als u uw PDF-bestand opslaat (met Opslaan of Opslaan als) nadat een redactie is toegepast, vraagt Nitro Pro 7 u om _redacted aan de bestandsnaam van het originele PDF-bestand toe te voegen, zodat dit bestand niet wordt overschreven.
Redactie-eigenschappen instellen
Ga als volgt te werk om standaardeigenschappen voor redactie in te stellen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef in het tabblad Vormgeving overlay de standaardeigenschappen voor redactie op, zoals de kleur van de markering, en klik op OK. Ga als volgt te werk om de redactie-eigenschappen voor een specifieke redactiemarkering in te stellen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Geef eigenschappen op (zoals kleur en redactiecodes) die afwijken van de standaardeigenschappen. Deze instellingen overschrijven de standaardinstellingen die in het tabblad Beveiligen zijn ingesteld, en worden alleen op de geselecteerde redactiemarkering toegepast. Als u de eigenschappen (inclusief de redactiecodes) van een bepaalde redactiemarkering wilt gebruiken als de standaardinstellingen voor alle volgende redacties, klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Huidige eigenschappen als standaard instellen.
Redactiecodes
Redactiecodes geven aan waarom bepaalde inhoud geredigeerd is. Nitro Pro 7 beschikt over een set veelgebruikte redactiecodes, ook wel Exemption Codes (vrijstellingscodes) genoemd, die van toepassing zijn op de Amerikaanse FOIA (wet op de vrijheid van informatie) en Privacy Act (privacywet), bijvoorbeeld (b)1A. TIP:U kunt standaardredactiecodes opgeven wanneer u redactiemarkeringen instelt. Redactiecodes kunnen tevens worden aangepast en u kunt uw eigen set aangepaste redactiecodes definiren. U kunt ook uw eigen tekst voor een redactiemarkering opgeven. Ga als volgt te werk om standaardredactiecodes aan redactiemarkeringen te koppelen:
174
Nitro
1. Klik in het tabblad Beveiligen op Redactie en selecteer Redactie-eigenschappen in het menu. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in. 3. Geef een opvulkleur, lettertype en grootte voor de overlaytekst op. 4. Selecteer een redactiecode uit een codeset in het tabblad Vormgeving overlay: a. Selecteer Redactiecode. b. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Codesets de gewenste codeset, bijvoorbeeld US FOIA. c. In de vervolgkeuzelijst Codes kunt u een code uit de geselecteerde Codeset selecteren. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst Codes. In het veld naast Redactiecode wordt een voorbeeld weergegeven van de codes die u gebruikt. Geselecteerde codes worden standaard aan alle nieuwe redactiemarkeringen toegevoegd. Als u deze standaardselectie van codes wilt stoppen, klikt u om de selectie van de code in de lijst op te heffen. 5. Klik op OKom de standaardredactiecodes voor redactiemarkeringen op te slaan. TIP:als u uw eigen tekst voor een redactiecode wilt opgeven in plaats van een keuze uit een codeset te maken, selecteert u Eigen tekst in het tabblad Vormgeving overlay (zie stap 4 hierboven) en typt u de tekst voor de aantekening. Ga als volgt te werk om redactiecodes aan een bestaande redactiemarkering te koppelen: 1. Klik met de rechtermuisknop op de markering en selecteer Eigenschappen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Volg de bovenstaande stappen 2 t/m 4. 3. Klik op Sluitenom de geselecteerde redactiecodes aan de redactiemarkering te koppelen. Ga als volgt te werk om codesets en redactiecodes aan te passen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen op Inhoud markeren en selecteer Eigenschappen redactiemarkeringen. Het dialoogvenster Redactie-eigenschappen wordt weergegeven. 2. Schakel het selectievakje Overlaytekst gebruiken in het tabblad Vormgeving overlay in. 3. Selecteer een codeset in het menu Codesets. In de lijst Codes worden de beschikbare redactiecodes weergegeven. 4. Klik op Codesets bewerken om redactiecodes aan te passen. Het dialoogvenster Redactiecodeeditor wordt weergegeven. Gebruik dit venster om codesets en de codes in iedere set te bewerken. 5. Selecteer een of meer redactiecodes in de lijst, pas de codes aan en klik op OK. OPMERKING:redactiecodesets zijn opgeslagen in een XML-bestand op de volgende locatie: %appdata%\Nitro PDF\Professional\7.0\Redaction\ Geavanceerde gebruikers en IT-beheerders kunnen dit bestand desgewenst rechtstreeks bewerken.
Zoeken en redigeren
Met Zoeken en redigeren kunt u zoeken naar trefwoorden of woordgroepen en kunt u de resultaten markeren voor redactie. 1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Zoeken en redigeren. 2. Voer een zoekterm in en klik op Zoeken. Er verschijnt een lijst met zoekresultaten. Klik op +om de lijst met zoekresultaten uit te vouwen. De resultaten van achtereenvolgende zoekbewerkingen worden aan de lijst zoekresultaten toegevoegd.
175
Nitro
3. Schakel de selectievakjes naast de zoekresultaten in om termen in de lijst te selecteren. Door de selectievakjes in te schakelen, wordt de bijbehorende tekst gemarkeerd. Schakel de selectievakjes uit als u de markering wilt verwijderen. 4. Klik op Redactie. De redactie wordt nu toegepast op alle redactiemarkeringen in het PDFdocument. TIP:Door op een zoekresultaat te klikken, gaat u rechtstreeks naar de plaats van de gevonden tekst in het PDF-document. De redactiemarkering wordt weergegeven als geselecteerde tekst.
176
Nitro
Metagegevens verwijderen
Metagegevens zijn ondersteunende gegevens over het PDF-document. Deze gegevens beschrijven eigenschappen zoals de auteurs, de datum waarop het document is gemaakt, referentienummers, informatie over ingesloten lettertypen, enzovoort. Metagegevens kunnen op twee plaatsen in een PDF-bestand voorkomen: l Woordenboek met documentinformatie. Als u deze velden in Nitro Pro 7 wilt zien, selecteert u Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het gaat hier om een set gedefinieerde metagegevensvelden (Titel, Auteur, Maker, Gemaakt, Gewijzigd) waarin specifieke informatietypen worden opgeslagen. l Metagegevensstream. Een metagegevensstream is een methode voor het opslaan van metagegevens in een PDF-bestand. Zolang de inhoud van de metagegevensstream in XMP (Extensible Metadata Platform) wordt weergegeven, kan alles in de metagegevensstream worden opgeslagen. Als het bijvoorbeeld via een applicatie voor fotobeheer mogelijk is om foto's naar een PDF-bestand te exporteren, kan aan iedere foto een metagegevensstream worden gekoppeld met de naam van de persoon die de foto heeft gemaakt. OPMERKING:metagegevens van documenten kunnen in Nitro Pro 7 niet worden weergegeven.
Metagegevens verwijderen
Met de functie Metagegevens verwijderen worden alle exemplaren van beide typen metagegevens uit het PDF-document verwijderd. Ga als volgt te werk om metagegevens te verwijderen: 1. Klik in het tabblad Beveiligen in de groep Redactie op Metagegevens verwijderen. 2. Er verschijnt een dialoogvenster waarin u moet bevestigen dat u alle metagegevens wilt verwijderen. Klik op OK.
177
Nitro
Koppelingen
l l l l l
Een koppeling toevoegen Koppelingen bewerken Automatische paginakoppelingen Webkoppelingen van URL's maken Automatisch trefwoordkoppelingen maken
178
Nitro
179
Nitro
Koppelingen bewerken
U kunt bepalen hoe koppelingen worden weergegeven, inclusief welke kleur ze hebben en hoe ze eruitzien wanneer gebruikers erop klikken. Desgewenst kunt u uw koppelingen ook verankeren, zodat iedere koppeling de oorspronkelijke plaats en eigenschappen behoudt. Als u een set koppelingen in een PDF hebt gemaakt en deze nauwkeurig op een pagina moeten worden geplaatst (bijvoorbeeld als u navigatiekoppelingen in de kop- of voettekst van een pagina hebt gemaakt) kunt u hiervoor de uitlijningsfuncties voor koppelingen in het groepsmenu Koppelingengereedschap gebruiken.
180
Nitro
Koppelingen verwijderen
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling en klik vervolgens op Koppelingen bewerken. 2. Selecteer de koppeling door erop te klikken. 3. Voer een van de volgende handelingen uit: l Druk op de toets Delete op het toetsenbord. l Kik met de rechtermuisknop op de koppeling, klik op Bewerken en vervolgens op Verwijderen.
181
Nitro
Automatische paginakoppelingen
Met de functie voor automatische paginakoppelingen kunt u alle nummers in een gebied op de pagina omzetten in actieve hyperlinks, waardoor elk nummer aan de corresponderende pagina in het document wordt gekoppeld. Dit is de ideale manier om bepaalde delen van uw document, zoals een inhoudsopgave of index, intelligenter en gebruiksvriendelijker te maken. Selecteer eenvoudig het gewenste deel van de pagina of de gewenste reeks pagina's en start de functie om de nummers in actieve koppelingen om te zetten.
Paginakoppelingen maken
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling. 2. Klik op Automatische paginakoppelingen. 3. Specificeer het deel van de pagina of de reeks pagina's op een van de volgende manieren: l Als u slechts een gedeelte van de pagina wilt doorzoeken, selecteert u dit door te klikken en te slepen, en geeft u op welke pagina's moeten worden doorzocht. l Als u de hele pagina of een reeks volledige pagina's wilt doorzoeken, selecteert u de optie Pagina's en geeft u de gewenste pagina('s) op. 4. Klik op de opties om te bepalen hoe de koppelingen moeten worden weergegeven. 5. Klik op de knop Maken om de koppelingen te genereren.
182
Nitro
183
Nitro
Trefwoordkoppelingen maken
1. 2. 3. 4. 5. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Navigatie op de pijl onder Koppeling. Klik op Automatische trefwoordkoppelingen. Typ het woord of de woordgroep waarvan u een actieve koppeling wilt maken, in het vak Zoeken. Klik op de pijl naast de lijst Actietype en selecteer de actie die moet worden uitgevoerd. Klik in het vak Koppelingseigenschappen op de gewenste opties voor de weergave van de koppelingen. 6. Voer een van de volgende handelingen uit om de koppelingen te maken: l Als u alle trefwoorden in hyperlinks wilt omzetten, klikt u op de knop Alle maken. l Als u elk exemplaar van het trefwoord wilt controleren voordat het wordt omgezet, klikt u op Volgende zoeken. Vervolgens klikt u op Maken als u het gevonden trefwoord in een koppeling wilt omzetten. 7. Klik op Sluiten.
184
Nitro
Bladwijzers
Bladwijzers in Nitro Pro 7 werken ongeveer zoals een gewone boekenlegger. Ze voorzien in een koppeling naar bepaalde pagina's in een document, zodat u deze sneller terug kunt vinden, en bieden tevens enkele andere functies, waaronder: l Naar een pagina in het huidige PDF-document gaan l Naar een pagina in een ander PDF-document gaan l Naar een webpagina gaan l Een ander bestand openen l Een formulier opnieuw instellen l Een formulier verzenden l JavaScript uitvoeren Met elektronische bladwijzers kunt u deze koppelingen groeperen in hirarchien, exacte tekstlabels voor de bladwijzers opgeven en uw document zo instellen dat de bladwijzers worden weergegeven of verborgen wanneer het document voor het eerst wordt geopend. Een set goed ingedeelde bladwijzers geeft de gebruiker inzicht in de structuur van lange documenten. Bovendien kunt u gebruikers door het toevoegen van bladwijzers stimuleren om documenten online te lezen in plaats van papier te verspillen door ze af te drukken. Bladwijzers worden meestal gebruikt als koppelingen naar andere pagina's in uw PDF en bieden een van de eenvoudigste manieren om uw documenten gebruiksvriendelijker te maken.
Een PDF-document zodanig configureren dat het met het deelvenster Bladwijzers wordt geopend
U kunt een document zodanig instellen dat het deelvenster Bladwijzers wordt weergegeven wanneer u het document opent. Dit doet u als volgt: 1. Klik op Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. 2. Selecteer in het tabblad Eerste weergave in het menu Navigatie de optie Deelvenster Bladwijzers en pagina. Verdere informatie hierover kunt u vinden in: l Bladwijzers bekijken en gebruiken l Een bladwijzer maken l Automatisch bladwijzers maken l Een bladwijzer bewerken
185
Nitro
186
Nitro
187
Nitro
Bladwijzerkenmerken selecteren
U kunt vijf teksteigenschappen gebruiken wanneer u de eigenschappen selecteert op basis waarvan de bladwijzers worden gemaakt. Door de verschillende eigenschappen te combineren, worden alleen bladwijzers gemaakt wanneer wordt voldaan aan de criteria van die eigenschappencombinatie. Als de tekst in het document niet aan de criteria voldoet, worden er geen bladwijzers gemaakt. l Lettertypenaam. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van het geselecteerde lettertype. As u op de knop Vernieuwen naast Lettertypenaam klikt, wordt de lettertypelijst bijgewerkt met de namen van alle lettertypen die in het document zijn gebruikt. Ingesloten lettertypen worden hierin niet opgenomen. l Lettertypegrootte. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven grootte. l Lettertypekleur. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst met de opgegeven kleur. l Links inspringen. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die met de opgegeven afstand inspringt ten opzichte van de linkerrand van de pagina. Een voorbeeld hiervan zijn koppen met opsommingstekens. Door deze links ingesprongen koppen met opsommingstekens te selecteren en de eigenschap Lettertypenaam in te schakelen, worden bladwijzers gemaakt van de koppen met opsommingstekens: Lettertypenaam, Lettertypegrootte, Lettertypekleur, Links inspringen en Tekstmasker (als de eigenschap Lettertypenaam niet is ingeschakeld, wordt alle tekst met dezelfde inspringing als de opsommingstekens, omgezet in een bladwijzer).
188
Nitro
l l
Tekstmasker. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van tekst die overeenkomt met de tekens die in het tekstvak Tekstmasker zijn ingevoerd. Tekstmaskers zijn een handige methode als er geen specifieke bladwijzereigenschappen zijn, of als u bepaalde tekst, die anders als bladwijzer zou worden gebruikt, wilt uitsluiten. Raadpleeg het gedeelte over tekstmaskers voor verdere informatie over het gebruik van deze speciale tekens. Trefwoordenlijst. Met dit kenmerk kunt u bepaalde bladwijzers opnemen en uitsluiten op basis van tekstlabels. Het trefwoordenbestand is een gewoon tekstbestand met een lijst woorden. Als u Inclusief inschakelt, worden alleen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat. Als u Exclusief inschakelt, worden er geen bladwijzers gemaakt van tekst die een of meer van de trefwoorden in die lijst bevat. Herhaalde koppen negeren. Hiermee wordt alleen een bladwijzer gemaakt voor het eerste exemplaar van een herhaalde bladwijzernaam. Koppen met meerdere regels. Hiermee worden bladwijzers gemaakt van meerdere regels tekst. Voorloopnummers. Met dit kenmerk kunt u voorloopnummers verwijderen uit of toevoegen aan bladwijzers. Dit is bijvoorbeeld handig voor koppen en hoofdstukken die genummerd zijn. Deze nummers worden dan weggelaten in de bladwijzerlabels die automatisch worden gegenereerd. Tekstmaskers. Hiermee wordt inhoud opgenomen of weggelaten uit bladwijzers op basis van door u opgegeven wildcards. In plaats van een PDF-bestand af te zoeken naar kenmerken (lettertypenaam, -grootte en -kleur) en indeling (inspringing) kunt u met de functie Tekstmasker de tekst van de bestanden doorzoeken om tekst op te nemen of weg te laten als bladwijzers. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
Tekstmaskers
Tekstmaskers bieden geavanceerdere functies voor het opnemen of weglaten van bladwijzers op basis van de wildcards die u opgeeft. Tekstmaskers worden vooral gebruikt als de bestanden weinig specifieke bladwijzerkenmerken bezitten (als het PDF-bestand niet goed of inconsistent gestructureerd is) of als u bepaalde bladwijzers wilt weglaten op basis van hun tekstuele inhoud.
.
De punt (.) komt overeen met n instantie van een willekeurig teken. Voorbeeld: als P.F in het veld Tekstmasker wordt ingevoerd, wordt er een bladwijzer gemaakt van iedere tekstregel die PDF, PeF, PdF, enz. bevat.
^
Met het accent circonflexe (^) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het begin van de regel staat. Voorbeeld: Door de tekst ^abc op te geven, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de regel begint met abc. Begint de regel met 1.0 abc, dan wordt er geen bladwijzer gemaakt.
189
Nitro
$
Met het dollarteken ($) wordt er alleen een bladwijzer gemaakt als de opgegeven tekst aan het einde van de regel staat. Als u alleen bladwijzers wilt maken van regels die precies overeenkomen met de tekst die u opgeeft, dient u zowel ^ als $ te gebruiken. Voorbeeld: Als u de tekst "abc$" invoert, wordt er alleen een bladwijzer gemaakt van tekst met regels die eindigen met "abc". Voor regels die eindigen met "...xyzabc" wordt dus een een bladwijzer gegenereerd, maar voor regels die eindigen met "abcxyz" niet.
[]
Voor alle regels die tekens tussen de vierkante haken ([ ]) bevatten, wordt een bladwijzer gegenereerd. De tekens kunnen afzonderlijk of als een reeks tekens worden opgegeven. Voorbeeld: Met [abc] worden bladwijzers gegenereerd van alle regels die de tekens a, b of c bevatten. Dit in tegenstelling tot "abc", waarbij alleen bladwijzers worden gegenereerd van regels die de letterreeks abc bevatten. Met [a-dA-D] worden bladwijzers gemaakt van regels die kleine of hoofdletters tussen a en d (dus a, b, c, d, A, B, C en D) bevatten.
[^]
Tekst met tekens tussen de vierkante haken ([ ]) en na het accent circonflexe (^) wordt niet omgezet in een bladwijzer. Deze functie is vooral nuttig in combinatie met andere bladwijzerkenmerken om te voorkomen dat er ongewenste bladwijzers worden gegenereerd. Dit betekent wel dat alle andere tekst die niet tussen vierkante haken staat, potentieel materiaal is om als bladwijzer gegenereerd te worden. U kunt dit kenmerk daarom het beste in combinatie met een andere bladwijzerselectie gebruiken. Als u bijvoorbeeld waarden zoals 1.0 wilt uitsluiten, dient u dit te wijzigen in [^0-9\.]. De backslash (\) wordt hieronder toegelicht en is nodig omdat de punt (.) als een speciaal teken wordt beschouwd in tekstmaskers. Voorbeeld: Wanneer u [^0-9] opgeeft, worden er nog altijd bladwijzers met cijfers gegenereerd als de tekstregel ook een ander teken bevat. Zo wordt 1.0 in een bladwijzer omgezet omdat er een punt in voorkomt.
\
De backslash (\) wordt gebruikt als u wilt zoeken naar een speciaal teken zoals een punt (.) of dollarteken ($). Deze speciale tekens worden in het veld Tekstmasker gebruikt om speciale tekstovereenkomsten te zoeken. Voorbeeld: Voer \$ in om tekst in het document te zoeken die het dollarteken bevat en deze tekst om te zetten in een bladwijzer. Zo wordt de opdracht die gewoonlijk met "$" in het tekstmasker wordt uitgevoerd, dus genegeerd.
*
Gebruik het sterretje (*) als u bladwijzers wilt genereren van meer dan n set tekens.
190
Nitro
Voorbeeld: voer a*b in om bladwijzers te genereren van regels die a en/of b bevatten.
+
Gebruik het plusteken (+) als u bladwijzers wilt genereren van n set tekens in een bepaalde volgorde. Er kunnen bladwijzers worden gegenereerd van het eerste teken of de eerste paar tekens vr het plusteken. Er kunnen echter alleen bladwijzers worden gegenereerd van tekens na het plusteken als de tekens vr het plusteken ook aanwezig zijn. Voorbeeld: Voer a+b in om bladwijzers te maken van iedere tekstregel die ab, aab, aaab enzovoort bevat. Tekst zoals ba, of cb wordt genegeerd.
?
Net als het plusteken dient het vraagteken (?) voor het maken van een bladwijzer van een set tekens in een bepaalde volgorde. In dit geval kunnen echter alleen bladwijzers worden gemaakt van de tekens vr het vraagteken als de tekens erna ook aanwezig zijn. De tekens na het vraagteken kunnen voor bladwijzers worden gebruikt, ongeacht of de tekens ervr aanwezig zijn. Voorbeeld: voer a?b in om bladwijzers te genereren van tekstregels met ab, abb of alleen b.
()
Hiermee kunnen tekens worden gegroepeerd en met andere speciale tekens worden gecombineerd. Voorbeeld: voer (a*b)$ in om bladwijzers te maken van tekstregels met a en/of b, maar alleen als deze regels eindigen met a of b.
|
Hiermee worden bladwijzers gemaakt van een van de twee opgegeven tekenreeksen. Voorbeeld: voer a | b in het veld Tekstmasker in om bladwijzers te maken van tekstregels die a of b bevatten.
191
Nitro
Bladwijzers bewerken
Nitro Pro 7 biedt alle functies die u nodig hebt om de bladwijzers in uw PDF-documenten te bewerken, rangschikken, groeperen of verwijderen, of om de weergave ervan te wijzigen. Tip:U kunt meerdere bladwijzers tegelijk bewerken. Als u een reeks gerangschikte bladwijzers wilt bewerken, klikt u op de eerste in de reeks, houdt u de Shift-toets ingedrukt en klikt u op de laatste. Als u meerdere niet-aaneengesloten bladwijzers wilt selecteren, houdt u Ctrl ingedrukt terwijl u ze selecteert.
192
Nitro
Bladwijzers groeperen
1. Klik op de bladwijzer en sleep deze naar de gewenste plaats. 2. Plaats de aanwijzer op het tekstlabel van de bladwijzer die erboven moet verschijnen en zet de bladwijzer hier neer.
193
Nitro
Beveiliging
Met Nitro Pro 7 kunt u twee verschillende soorten beveiliging toepassen om te bepalen wie toegang heeft tot uw bestanden en welke bewerkingen ze kunnen uitvoeren wanneer ze de bestanden ontvangen: wachtwoordbeveiliging en certificaatbeveiliging.
Wachtwoordbeveiliging
Met wachtwoorden kunt u de toegang tot en het gebruik van uw inhoud beperken tot personen die op de hoogte zijn van het wachtwoord waarmee het PDF-bestand is beveiligd. Afhankelijk van uw behoeften en de doelgroep kunt u kiezen uit de volgende typen codering: 40-bits RC4, 128-bits RC4, 128-bits AES en 256-bits AES.
l
Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen. Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat ontvangers uw document wijzigen of afdrukken.
Certificaatbeveiliging
Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiren van digitale id's is moeilijk, en n document kan voor individuele ontvangers verschillende beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan n persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven.
194
Nitro
Afdrukken. Stel in of de gebruiker het document kan afdrukken en met welke resolutie. Document wijzigen. Stel in of de gebruiker het document kan bewerken. Inhoud kopiren/ophalen. Stel in of de gebruiker de inhoud van het document kan kopiren. Inhoud ophalen voor schermlezer. Stel in of de gebruiker toegankelijkheidsfuncties kan gebruiken om toegang tot het PDF-document te krijgen. Commentaar invoeren. Stel in of de gebruiker notities kan invoeren, tekst kan markeren en tekeningen kan toevoegen. Formuliervelden invullen of ondertekenen. Stel in of de gebruiker formulieren kan invullen en documenten digitaal kan ondertekenen. Documentopbouw . Stel in of de gebruiker pagina's kan invoegen en pagina's uit PDF-documenten kan ophalen. Toegang voor schermleesapparaten. Stel in of de tekst toegankelijk is voor schermleessoftware. Dit soort software wordt gebruikt door visueel gehandicapten.
195
Nitro
Wachtwoordbeveiliging
U kunt uw PDF-bestand beveiligen met een van de volgende typen wachtwoorden om de toegang tot en het gebruik van uw inhoud te beperken: l Wachtwoorden voor openen. Hiermee worden uw bestanden vergrendeld, zodat deze alleen toegankelijk zijn voor personen die het wachtwoord kennen. l Wachtwoorden voor bevoegdheden. Met deze wachtwoorden worden bepaalde functies vergrendeld wanneer een gebruiker uw bestand opent. Zo kunt u bijvoorbeeld verhinderen dat ontvangers tekst uit uw PDF-document kopiren of het document afdrukken.
Wachtwoordbeveiliging beheren
1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Wachtwoordbeveiliging. o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Wachtwoordbeveiliging. 2. Als het PDF-document al met een wachtwoord is beveiligd, wordt u door Nitro Pro 7 gevraagd het documentwachtwoord in te voeren voordat u de wachtwoordbeveiliging bijwerkt. 3. Voer een van de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Wachtwoordbeveiliging: o Als u wilt dat gebruikers een wachtwoord invoeren om uw document te openen, schakelt u het selectievakje Het openen van documenten beveiligen met een wachtwoord in en geeft u een wachtwoord op. o Als u de de bevoegdheden voor geopende bestanden wilt beperken, schakelt u het selectievakje Beveiliging instellen en de toegang tot functies met wachtwoorden beveiligen in en geeft u een wachtwoord op. Geef beperkingen op voor afdrukken, het aanbrengen van wijzigingen, het kopiren van tekst en afbeeldingen, en teksttoegang voor schermleesapparaten van visueel gehandicapten. 4. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits AESwordt als het veiligste algoritme beschouwd. 5. Klik op OK of Voltooien. 6. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
196
Nitro
voordat u verder gaat. Verdere informatie hierover kunt u vinden in Beveiligingsprofielen. 2. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op de pijl onder Wachtwoordbeveiliging. 3. Selecteer een beveiligingsprofiel in de lijst en bevestig dat u het document wilt beveiligen. 4. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
197
Nitro
Certificaatbeveiliging
Met een digitale id kunt u bestanden coderen, zodat deze alleen kunnen worden geopend en gebruikt door mensen met wie u certificaten hebt uitgewisseld. Beveiliging middels certificaten heeft veel voordelen in vergelijking met wachtwoordbeveiliging: documenten kunnen worden geopend zonder een wachtwoord te hoeven onthouden, het delen of kopiren van digitale id's is moeilijk, en n document kan voor iedere ontvanger andere beveiligingsinstellingen bevatten. Zo kan n persoon bijvoorbeeld bevoegdheid voor bewerken en afdrukken hebben, terwijl een andere persoon het document alleen kan weergeven. Voordat u bestanden kunt ontvangen die voor uw digitale id zijn gecodeerd, moet u deze digitale id eerst aanmaken en het bijbehorende certificaat uitwisselen met de mensen met wie u deze beveiligde bestanden wilt delen. Voordat u gecodeerde bestanden aan bepaalde personen kunt sturen, moet u tevens hun certificaat hebben ontvangen en gemporteerd. OPMERKING: Bij gebruik van certificaatbeveiliging moet u uw eigen certificaat toevoegen als een geplande ontvanger. Als u dit niet doet, hebt u geen toegang tot het PDF-bestand wanneer het is beveiligd.
Certificaatbeveiliging beheren
1. Voer een van de volgende handelingen uit: o Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Certificaatbeveiliging. o Selecteer Documenteigenschappen in het menu Bestand. Het dialoogvenster Documenteigenschappen wordt weergegeven. Open het tabblad Beveiliging en klik in de vervolgkeuzelijst Beveiligingsmethode op Certificaatbeveiliging. 2. Selecteer in het dialoogvenster Certificaatbeveiliging de contactpersonen die u toegang tot uw beveiligde bestanden wilt geven, en klik op Toevoegen. Als u het gebruik voor een ontvanger wilt beperken, selecteert u de optie Beperkte bevoegdheden en geeft u op in hoeverre die persoon wijzigingen mag aanbrengen en mag afdrukken. 3. Klik op Meer. Geef in het vak Beveiligingsniveau een Algoritme voor codering op. 256-bits AESwordt als het veiligste algoritme beschouwd. 4. Klik op OK of Voltooien. 5. Sla uw PDF-document op om de nieuwe beveiligingsinstellingen toe te passen.
198
Nitro
199
Nitro
Beveiligingsprofielen
Beveiligingsprofielen dienen voor het opslaan van uw beveiligingsinstellingen, kunnen meermaals worden gebruikt, en helpen u sneller te werken. U hoeft dus niet steeds opnieuw wachtwoorden op te geven of namen van ontvangers toe te voegen wanneer u documentbeveiliging gebruikt; in plaats daarvan opent u het bestand in Nitro Pro 7 en selecteert u het gewenste beveiligingsprofiel in een lijst. Als u certificaatbeveiliging gebruikt en regelmatig bestanden naar dezelfde mensen stuurt, kunt u met beveiligingsprofielen een hoop tijd besparen.
Uw beveiligingsprofielen weergeven
1. Klik in het tabblad Beveiligen in het groepsmenu Document beveiligen op Profielen beheren. Het dialoogvenster Beveiligingsprofielen wordt weergegeven. 2. Klik op een profiel in het vak Beveiligingsprofielen om de profielgegevens te bekijken.
200
Nitro
JavaScript-beveiliging
Ingesloten JavaScript in PDF-documenten kan in bepaalde gevallen beveiligingsproblemen veroorzaken. Er zijn daarom gebruikers die JavaScript om beveiligingsredenen willen uitschakelen. Systeembeheerders moeten JavaScript soms uitschakelen om te voldoen aan het geldende IT-beleid.
JavaScript uitschakelen
1. Klik op de menuknop Bestand en klik vervolgens op Voorkeuren. 2. Klik in het dialoogvenster Voorkeuren op JavaScript. 3. Selecteer JavaScript uitschakelen.
201
Nitro
Digitale id's
Een digitale id lijkt in veel opzichten op een papieren identiteitsbewijs zoals een paspoort. U kunt zich hiermee legitimeren en u krijgt specifieke rechten om bepaalde dingen te doen. In Nitro Pro 7 gebruikt u uw digitale id om uw PDF-bestanden te beveiligen tegen onbevoegd gebruik en om toegang te krijgen tot bepaalde bestanden van gebruikers die uw digitale id hebben geaccepteerd. Als u op deze wijze een document beveiligt, kunt u de toegangs- en gebruiksrechten per gebruiker instellen. Digitale id's hebben een openbare en een persoonlijke sleutel. De openbare sleutel bevat een certificaat en identificatiegegevens, en dit zijn de gegevens die u met andere gebruikers uitwisselt. Als andere gebruikers uw openbare sleutel hebben, kunnen zij documenten beveiligen (coderen) en kunt u deze documenten openen en gebruiken. De persoonlijke sleutel is het deel van de digitale id dat nooit met anderen wordt gedeeld en dat wordt gebruikt voor het ontgrendelen (decoderen) van de bestanden waarvoor u toegangsrechten hebt. Nitro Pro 7 biedt ondersteuning voor de volgende typen digitale id's: l PKCS#12 digitaal id-bestand. Dit type digitale id geeft u meer flexibiliteit, omdat u op meerdere computers dezelfde id kunt gebruiken. Als u bijvoorbeeld op kantoor een werkstation hebt maar ook een notebook gebruikt waarop hetzelfde certificaat is genstalleerd, kunt u hetzelfde beveiligde PDF-bestand op beide computers openen. De digitale id blijft bij verplaatsing tussen twee computers beveiligd, aangezien u een wachtwoord moet opgeven wanneer u de id in Mijn digitale id's importeert. l Windows certificaatarchief. Dit type digitale certificaat koppelt de id onlosmakelijk aan een gebruiker op een bepaalde computer en kan niet worden gekopieerd en op een andere computer worden gemporteerd.
202
Nitro
Digitale id maken
1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Klik op Nieuw. Het dialoogvenster Nieuwe digitale id wordt weergegeven. 3. Voer uw identiteitsgegevens in. 4. Klik op het type beveiliging dat u wilt gebruiken in de lijst Gepland gebruik en klik op Volgende. 5. Klik op Bladeren en selecteer een locatie waar u de digitale id wilt opslaan en geef een naam op voor het id-bestand. 6. Voer een wachtwoord in en klik op OK om de handeling te voltooien. TIP: als u een digitale id wilt verwijderen, selecteert u deze in het dialoogvenster Mijn digitale id's en klikt u op Verwijderen.
Digitale id importeren
1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Klik op Importeren. 3. Ga naar de digitale id op uw vaste schijf of netwerk en klik op Openen. 4. Klik op Sluiten om de handeling te voltooien.
Digitale id exporteren
1. Plaats uw muis in het menu Bestand op Digitale id's en klik op Mijn digitale id's. Het dialoogvenster Mijn digitale id's wordt weergegeven. 2. Selecteer een digitale idin de lijst en klik op Exporteren. Het dialoogvenster Certificaat exporteren wordt weergegeven. 3. Klik op Gegevens naar bestand opslaan en selecteer Volgende om een locatie voor het bestand te kiezen. 4. Klik op Opslaan om de handeling te voltooien.
203
Nitro
5. Er wordt een e-mailbericht opgesteld in uw standaard e-mailclient en uw digitale id wordt als een bijlage aan dit bericht gekoppeld. Klik op Verzenden.
204
Nitro
205
Nitro
Digitale handtekeningen
Digitale handtekeningen zijn veel krachtiger dan normale geschreven handtekeningen. Met een digitale handtekening kunt u aantonen dat een specifiek document op een bepaald tijdstip door een bepaalde persoon is ondertekend en kunt u waarborgen dat na ondertekening niet met de documentinhoud is geknoeid. Bovendien kunnen de ontvangers in het versie-overzicht van het document zien wanneer het document is ondertekend en wanneer er wijzigingen in zijn aangebracht. Het versie-overzicht is gecodeerd en opgeslagen in de PDF en kan worden bekeken via het deelvenster Handtekeningen. U kunt een PDF-document alleen digitaal ondertekenen als u een digitale id hebt. Om de handtekening van een ander te kunnen controleren, moet u eerst digitale id's met elkaar uitwisselen en elkaar aan de lijst Vertrouwde contacten toevoegen. Verdere informatie over digitale handtekeningen kunt u vinden in: l Documenten digitaal ondertekenen l Certificaten en handtekeningen bekijken en valideren l PDF-bestanden certificeren l Handtekening met digitale tijdstempel Verwante informatie kunt u vinden in: l Handtekeningvelden maken l Digitale id's l Digitale id's beheren l Vertrouwde contacten beheren
206
Nitro
207
Nitro
208
Nitro
Deelvenster Handtekeningen
In het deelvenster Handtekeningen worden alle handtekeningen uit het PDF-document weergegeven, met daarbij de status van hun geldigheid en een korte samenvatting van iedere handtekening. Als uw PDF-bestand handtekeningen bevat, verschijnt links van het venster het tabblad Handtekeningen. Klik op het tabblad Handtekeningen om het deelvenster Handtekeningen te openen. TIP:als u rechtstreeks naar de locatie van een handtekening in het document wilt gaan, klikt u op de betreffende handtekening in het deelvenster Handtekening. De geselecteerde handtekening wordt weergegeven in een gele rechthoek.
209
Nitro
op basis van de klok op de computer van de ondertekenaar een tijdstempel die niet gecontroleerd kan worden o tijdstempel gecontroleerd via een tijdstempelserver Certificaat bekijken:toont informatie over de persoon die het document heeft ondertekend, de vervaldatum van het certificaat en wie het certificaat heeft afgegeven. Tevens worden de encryptienorm en de digitale 'vingerafdrukken' van encryptie weergegeven. Toevoegen aan vertrouwde contacten: hiermee voegt u de persoon die het PDF-bestand heeft ondertekend toe aan uw lijst vertrouwde contacten Raadpleeg Vertrouwde contacten beheren voor verdere informatie.
o o
210
Nitro
PDF-bestanden certificeren
Wanneer u een door u geschreven document certificeert, bevestigt u de inhoud ervan en bepaalt u welke bewerkingen erop mogen worden uitgevoerd zonder de gecertificeerde status te schenden. Indien er wijzigingen aan het document worden gemaakt die u niet hebt toegestaan, raakt het document ongeldig en wordt het certificaat ingetrokken. Als u de auteur van een PDF-bestand bent en u de integriteit van dit bestand wilt handhaven, past u een handtekening voor certificering toe met de functie Certificeren. Wanneer u een document certificeert (in plaats van er een digitale handtekening aan toe te voegen) kunt u het gebruik van het document controleren met de volgende toegestane acties: l Geen wijzigingen toestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, zoals bewerken, commentaar toevoegen, formulieren invullen en ondertekenen. Als er wijzigingen worden aangebracht nadat het bestand is gecertificeerd, wordt het certificaat ongeldig. l Alleen formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren en ondertekenen. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt als u gegevens wilt verzamelen met een officieel formulier dat personen moeten invullen zonder het formulierontwerp te mogen wijzigen. l Alleen commentaar invoeren en formulieren invullen toegestaan. Hiermee worden alle functies uitgeschakeld waarmee een bestand kan worden gewijzigd, behalve het invullen van formulieren, ondertekenen en invoeren van commentaar. Deze optie wordt bijvoorbeeld gebruikt voor het controleren van een contract, waarbij commentaar kan worden ingevoerd en dat moet worden ondertekend.
l l l
Om te zorgen dat mensen een document kunnen ondertekenen, een formulier kunnen invullen, of aantekeningen in een PDF-bestand kunnen invoeren zonder dat het certificaat hierdoor ongeldig wordt Om te bevestigen dat u de auteur van het document bent Om de inhoud van het document te garanderen Om op te geven welke wijzigingen mogen worden aangebracht zonder het certificaat ongeldig te maken Om bepaalde functies automatisch uit te schakelen, zoals het invoegen van pagina's, wijzigen van tekst en bewerken van de eigenschappen van formuliervelden
TIP:PDF-bestanden kunnen slechts eenmaal worden gecertificeerd maar kunnen ettelijke malen digitaal worden ondertekend indien de bevoegdheden dit toestaan. Dit is het voordeel van het certificeren in plaats van digitaal ondertekenen van bestanden die u hebt geschreven.
211
Nitro
4. Selecteer de digitale id die u voor certificering wilt gebruiken, en kies of het certificaat zichtbaar moet zijn. 5. Klik op Volgende. 6. Als u het certificaat zichtbaar hebt gemaakt, klik dan op de pagina waar dit moet worden weergegeven. 7. Voer de volgende handelingen uit in het dialoogvenster Document fcertificeren: l Selecteer een reden voor het ondertekenen van het bestand in de lijst Reden voor ondertekenen van document, of geef uw eigen reden op. l Sla de certificering op in het huidige document of als een nieuw document. l Geef op hoe het certificaat eruit moet komen te zien. 8. Klik op Voltooien. OPMERKING:Wanneer u gecertificeerde PDF-bestanden met anderen deelt, moet de functie voor certificering en handtekeningen worden ondersteund door de PDF-viewer van deze personen. Gecertificeerde en ondertekende PDF-bestanden kunnen worden gedeeld tussen Nitro Pro 7, Adobe Acrobat en Adobe Reader.
212
Nitro
213
Nitro
214
Nitro
Evernote
De invoegtoepassing Evernote is in Nitro Pro 7 gentegreerd. Evernote biedt u de functies voor het online opslaan en binnenhalen van informatie in de vorm van notities. Notities kunnen kleine stukjes tekst, kladbriefjes, fotos, webpaginas en zelfs hele PDF-documenten bevatten. Verdere informatie hierover kunt u vinden op http://www.evernote.com.
Evernote instellen:
1. Vraag een gratis account voor toegang tot Evernote aan op https://www.evernote.com/Registration.action 2. Als uw account is ingesteld, downloadt u de Evernote-desktopclient voor uw computer via http://www.evernote.com/about/download/ 3. Volg de instructies op het scherm om de client te installeren en koppel deze aan uw Evernoteaccount. 4. Wanneer de Evernote-client is ingesteld met uw account, kunt u de invoegtoepassing in Nitro Pro 7 gaan gebruiken. OPMERKING:de invoegtoepassing voor Evernote wordt pas in het menu Bestand weergegeven als de desktopclient is genstalleerd.
215
Nitro
De gebruikersinterface aanpassen
De interface van Nitro Pro 7 kan optimaal op uw werkprocessen worden afgestemd. In de volgende onderwerpen vindt u verdere informatie over het maken van koppelingen naar uw favoriete gereedschappen en het rangschikken van de indeling van uw werkbalk: l De werkbalk Snelle toegang l Het lint minimaliseren
216
Nitro
217
Nitro
4. 5. 6. 7.
Hiermee worden de gereedschappen gefilterd die beschikbaar zijn in de lijst Opdrachten. Selecteer de gewenste gereedschappen in de lijst Opdrachten en klik op Toevoegen om ze aan de werkbalk Snelle toegang vast te maken. Rangschik de gereedschappen in de kolom aan de rechterkant. Selecteer een gereedschap en gebruik de pijltoets Op of Neer om deze te verplaatsen. Klik op Beginwaarden als u de werkbalk Snelle toegang weer terug wilt zetten op de standaardinstellingen. Druk op de knop OK om uw wijzigingen op te slaan.
218
Nitro
219
Nitro
Daarnaast beschikt u met Nitro Pro 7 over een complete set gereedschappen voor het opstellen en rangschikken van pagina's in PDF-bestanden, waaronder:
l l l l l l l
Pagina's bijsnijden of vergroten/verkleinen Pagina's draaien Pagina's ophalen Pagina's verwijderen Pagina's verplaatsen, rangschikken of in een andere volgorde zetten Pagina's invoegen Pagina's splitsen
220
Nitro
221
Nitro
Pagina's opstellen
Het deelvenster Pagina's kan het rangschikken van pagina's in uw PDF-documenten een stuk gemakkelijker maken. Wanneer u dit deelvenster opent, ziet u een miniatuur van elke pagina, zodat u snel de gewenste pagina's kunt vinden en selecteren. Het deelvenster wordt links van het applicatievenster weergegeven.
U kunt op een van de volgende manieren toegang krijgen tot de functies voor het rangschikken van pagina's:
1. Ga op het tabblad Bewerken naar het groepsmenu Pagina's. 2. Klik op de tab Pagina's (een van de navigatietabs aan de linkerkant van het applicatievenster) en klik vervolgens met de rechtermuisknop op een willekeurige pagina in het deelvenster Pagina's.
222
Nitro
223
Nitro
Pagina's draaien
U hebt de functie voor het draaien van pagina's in de regel nodig wanneer een document staande en liggende pagina's bevat en de tekst op het scherm dus zowel in verticale als horizontale richting wordt weergegeven. Een PDF-document kan bijvoorbeeld verschillende pagina's met tekst bevatten, gevolgd door een tabel of grafiek waarin de tekst niet van links naar rechts maar van boven naar beneden loopt. Met Nitro Pro 7 kunt u elke pagina draaien in stappen van 90. U kunt pagina's op twee manieren draaien:
l l
Draaien tijdens weergave: om alle pagina's in de weergegeven PDF tijdelijk te draaien Permanent draaien: om de richting van een of meer pagina's in een document te wijzigen en uw wijzigingen op te slaan
224
Nitro
Pagina's ophalen
Met Nitro Pro 7 kunt u een of meer pagina's uit een PDF-document ophalen en snel een nieuw document met deze pagina's maken. Wanneer u de pagina's hebt opgehaald, kunt u ze desgewenst verwijderen uit het originele PDF-bestand.
Pagina's ophalen
1. 2. 3. 4. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Ophalen. Selecteer het gewenste paginabereik in het dialoogvenster Pagina's ophalen. Schakel desgewenst het selectievakje Opgehaalde pagina's verwijderen in. Klik op Ophalen.
225
Nitro
Pagina's verwijderen
In Nitro Pro 7 kunt u snel een of meer pagina's uit uw PDF-document verwijderen. Hiervoor gebruikt u het deelvenster Pagina's of de functie Pagina's verwijderen.
226
Nitro
227
Nitro
Pagina's invoegen
Met Nitro Pro 7 kunt u pagina's uit meerdere PDF's in n bestand samenvoegen. Tijdens het invoegproces kunt u kiezen of u een heel document of alleen een reeks pagina's wilt invoegen.
228
Nitro
Pagina's splitsen
De functie voor het splitsen van pagina's voorziet in geavanceerde hulpmiddelen waarmee u pagina's in bestaande PDF-bestanden kunt kopiren en tot nieuwe PDF-bestanden kunt samenvoegen. De functie omvat de volgende opties:
l l l
Navigatieproblemen voorkomen
Een veelvoorkomend probleem bij het splitsen van PDF-bestanden is dat de verbinding tussen de koppelingen en hun eindpunt wordt verbroken, omdat de koppelingen niet meer in het oorspronkelijke PDF-bestand staan of omdat de pagina's anders gerangschikt zijn. Met de geavanceerde functie voor het bijwerken van de navigatie-elementen worden alle bladwijzers, koppelingen en bestemmingen bijgewerkt om te zorgen dat deze goed blijven werken.
229
Nitro
230
Nitro
Splitsen op bladwijzers
U kunt n PDF in meerdere bestanden splitsen op basis van de bladwijzerhirarchie en bladwijzerniveaus. Dit is vooral handig als uw bladwijzers gebaseerd zijn op de hoofdstukken en paragrafen en de structuur van uw PDF's. Opmerking:als er geen bestandsnaam is ingesteld wanneer u op bladwijzers splitst, worden de bestandsnamen van de resulterende PDF's afgeleid van de bladwijzertekst.
Splitsen op bladwijzers
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen. 2. Klik op de methode Op bladwijzers en voer het bladwijzerniveau (of de bladwijzerniveaus) in waarop het bestand moet worden gesplitst. 3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties: l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave inschakelen. l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken. l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden ondersteunen. l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel bijwerken met naam uitvoerbestand. l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend. 4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam: l Als u de bladwijzernaam als bestandsnaam voor elk gesplitst bestand wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken. l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam. 5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren. 6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap: l Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op Zelfde als bronmap. l Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren. 7. Klik op Splitsen.
231
Nitro
Splitsen op paginabereik
De methode voor splitsen op paginabereik biedt extra flexibiliteit bij het splitsen van pagina's. Zo beschikt u over de volgende mogelijkheden:
l l l l l l l l
Afzonderlijke pagina's splitsen in een of meer nieuwe bestanden Een paginabereik splitsen in een of meer nieuwe bestanden Pagina's en paginabereiken samenvoegen Paginabereiken scheiden in afzonderlijke uitvoerbestanden Ongewenste pagina's verwijderen Overlappende paginabereiken gebruiken om meerdere bestanden te maken Splitsen in even en oneven pagina's Paginavolgorde omkeren
Door paginanummers te combineren met eenvoudige parameters (komma's, streepjes, puntkomma's, 'odd' en 'even'), kunt u opgeven welke pagina's moeten worden samengevoegd tot een nieuwe PDF en welke pagina's moeten worden gesplitst om een andere PDF te vormen. Parameter Functie , ; even odd paginascheidingsteken van/tot bestandsscheidingsteken even pagina's oneven pagina's Voorbeeld Met 1-20, 30-40 wordt n PDF gemaakt, bestaande uit pagina 120 en 30-40. 1-5 plaatst pagina 1 t/m 5 in een nieuwe PDF. Met 1-20; 21-40 worden twee nieuwe PDF's gemaakt, een met pagina 1-20 en de andere met pagina 21-40. Met 1-20 even wordt n PDF gemaakt met de even pagina's uit het paginabereik 1-20. Met 1-20 odd wordt n PDF gemaakt met de oneven pagina's uit het paginabereik 1-20.
Splitsen op paginabereik
1. Klik in het tabblad Bewerken in de groep Pagina's op Splitsen. 2. Klik op de optie Op paginabereik en voer het gewenste paginabereik in. 3. Voer een of meer van de volgende handelingen uit in het vak Algemene opties: l Als het document bestemd is voor weergave op internet, selecteert u Snelle webweergave inschakelen. l Als u navigatie-elementen (zoals bladwijzers en hyperlinks) wilt omleiden naar de nieuwe locatie, selecteert u Navigatie-elementen bijwerken. l Als u identieke formuliervelden wilt ondersteunen, selecteert u Identieke formuliervelden ondersteunen. l Als u de PDF-titel wilt bijwerken met de naam van het uitvoerbestand, selecteert u Titel bijwerken met naam uitvoerbestand. l Selecteer een optie in de lijst Bladwijzers om op te geven hoe bladwijzers moeten worden weergegeven wanneer het nieuwe bestand wordt geopend.
232
Nitro
4. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Uitvoerbestemming en -bestandsnaam: l Als u de oorspronkelijke bestandsnaam als basisbestandsnaam voor de gesplitste bestanden wilt gebruiken, selecteert u Bestandsnaam gebruiken. l Om een nieuwe basisbestandsnaam op te geven, schakelt u het selectievakje Bestandsnaam gebruiken uit en typt u een nieuwe naam in het vak Basisbestandsnaam. 5. Geef op hoe de bestandsnaam moet worden samengesteld door een optie in de lijst Toevoeging voor naam bestemmingsbestand te selecteren en zo nodig een beginnummer in te voeren. 6. Voer een van de volgende handelingen uit in het vak Doelmap: 1. Als u de gesplitste PDF's in dezelfde map als het originele bestand wilt plaatsen, klikt u op Zelfde als bronmap. 2. Als u een nieuwe map voor de gesplitste PDF's wilt opgeven, selecteert u het keuzerondje In en klikt u op de knop Bladeren om een map te selecteren. 7. Klik op Splitsen.
233
Nitro
PDF-documenten afdrukken
Als u een papieren exemplaar van uw PDF-document nodig hebt, kunt u het document vanuit Nitro Pro 7 afdrukken.
234
Nitro
235
Nitro
236
Nitro
Voorkeuren
Nitro Pro 7 kan naar wens worden geconfigureerd om de instellingen van weergave, functies, updates en conversie op uw werkproces af te stemmen.
De voorkeuren openen:
1. Selecteer Voorkeuren in het tabblad Bestand. 2. Stel de opties in de twee delen van het dialoogvenster Voorkeuren naar wens in: o De optiecategorien staan in de kolom aan de linkerkant. Druk op de knop +om de lijst uit te vouwen en de subcategorien weer te geven. o De opties voor iedere categorie staan in het rechterdeel van het venster.
Kleurbeheer
Met de opties voor kleurbeheer kan Nitro Reader 2 PDF-bestanden weergeven overeenkomstig de kleurruimte die gebruikt is door de applicatie waarin ze zijn gemaakt of bewerkt. Een kleurruimte definieert de kleurenreeks (of gamma) die wordt verwerkt door een beeldscherm of printer. Voorbeeld: als een foto is gemaakt met een digitale camera en met gebruik van de kleurruimte Adobe RGB1998, wordt u aanbevolen dezelfde RGB-kleurruimte in Nitro Reader 2 te activeren, om te zorgen dat de kleuren overeenkomen met de bron (in dit geval dus de camera).
l l l l
RGB: specificeer de kleurruimte voor alle afbeeldingen die het RGB-kleurmodel gebruiken. CMYK: specificeer de kleurruimte voor alle afbeeldingen die het CMYK-kleurmodel gebruiken. Grijsschaal: de kleurruimte staat standaard op Uit. Engine: specificeer Little CMS of ICM als uw engine voor kleurbeheer, in overeenstemming met het kleurbeheer van uw grafische applicatie.
Lettertype: hiermee wordt het standaardlettertype voor pop-upnotities en antwoorden ingesteld. Lettertypegrootte: hiermee wordt de lettertypegrootte van de tekst op pop-upnotities vergroot of verkleind. Transparantie: hiermee stelt u de mate van transparantheid van pop-upnotities in.
Kleurenafbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde kleurenafbeeldingen in de opgegeven bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte indeling op te slaan. Zwart/wit-afbeeldingen ophalen als: sla opgehaalde zwart/wit-afbeeldingen in de opgegeven bestandsindeling op, of selecteer Optimaal om de afbeeldingen automatisch in de meest geschikte indeling op te slaan.
237
Nitro
Onbewerkte tekst: houd tekst in dezelfde alineastructuur als in het oorspronkelijke document, of verwijder de structuur en exporteer tekst in regels van een aantal tekens, dat u hier kunt opgeven. Kop- en voettekst: hiermee kunt u bepalen of de kop- en voetregels in de originele PDF wel dan niet worden geconverteerd.
Alle tekst: hiermee wordt alle tekst geconverteerd met gebruik van optisch tekstherstel. Alleen probleemtekst: optisch tekstherstel wordt hiermee alleen op probleemtekst toegepast. Geen hiermee wordt probleemtekst genegeerd.
OPMERKING: voor gebruik van geavanceerd tekstherstel moet MODI zijn genstalleerd. Deze procedure wordt beschreven in de Nitro PDF Knowledge Base. Verdere informatie hierover kunt u vinden op http://www.nitropdf.com/kb/Article.aspx?id=10261
Formulieren
l
l l
Veldwaarden automatisch berekenen: als een PDF-formulier veel complexe en onderling afhankelijke berekeningen bevat, kan dit invloed uitoefenen op de werking van een PDF-viewer. Als u dit soort formulieren vaak gebruikt, of een soortgelijk formulier gaat invullen, wordt u aanbevolen deze voorkeursinstelling uit te schakelen. Formuliervelden markeren: hiermee worden formuliervelden automatisch gemarkeerd, zodat ze duidelijk zichtbaar zijn. Markeringskleur: selecteer de kleur voor de markering van de formuliervelden. Kleur Verplicht veld: verplichte formuliervelden worden in deze kleur weergegeven.
Algemeen
l
l l
Instellen als standaard PDF-viewer: hiermee wordt Nitro Pro 7 ingesteld als de applicatie die standaard wordt geopend als u een PDF-document opent. Melden als... Nitro Reader 2 geeft een bericht weer als er een ander programma als standaard PDF-viewer wordt ingesteld. Standaardpag.weergave: selecteer de paginaweergave voor het lezen van PDF-documenten. Standaard zoom: selecteer hier de standaardvergroting/verkleining voor het lezen van PDFdocumenten. Handje kan tekst en afbeeldingen selecteren: hiermee kunt u het handje gebruiken om alle typen inhoud van het document te selecteren. Afbeeldingen vr tekst selecteren...: als het document tekst en afbeeldingen bevat die elkaar overlappen, wordt de afbeelding het eerst geselecteerd. Tekst zonder opmaak kopiren: hiermee wordt tekst zonder de aanwezige opmaak naar het klembord gekopieerd. Tekst met opmaak kopiren: tekst wordt met de aanwezige opmaak naar het klembord gekopieerd.
Identiteit
l
Sla uw persoonlijke gegevens op, zodat ze gebruikt kunnen worden om automatisch bepaalde velden in te vullen, zoals de aantekeningsgegevens.
238
Nitro
Interface
l
Uitgebreide knopinfo tonen: toont gedetailleerde informatie over een gereedschap wanneer u de muis op de bijbehorende knop plaatst. Toelichting tonen boven dialoogvensters: hiermee wordt de samenvatting met de beschrijving van de functie van een dialoogvenster getoond of verborgen. WebDav-gerelateerde infobalkberichten tonen: toont een bericht in de infobalk als netwerkproblemen van invloed zijn op het openen en verwerken van het PDF-bestand. Informatiebalk tonen als document formuliervelden bevat: toont een bericht in de infobalk wanneer u een PDF-document met interactieve formuliervelden opent. Informatiebalk tonen als JavaScript wordt gedetecteerd, maar is uitgeschakeld in Voorkeuren: toont een bericht in de infobalk om u te helpen herinneren JavaScript in te schakelen om het scriptonderdeel van een PDF-bestand te openen. Informatiebalk tonen als document is gecertificeerd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een gecertificeerd PDF-document opent. Informatiebalk tonen als document is beveiligd: toont een bericht in de infobalk wanneer u een PDF-document met beveiligingsbeperkingen opent. Knop Doe meer met Pro tonen in het tabblad Home:schakel dit selectievakje in om de knop Doe meer met Pro uit het tabblad Help ook weer te geven in het tabblad Home. Kleurenschema: selecteer Blauw, Zwart of Zilver voor het kleurenschema van de vensters, menu's en dialoogvensters in Nitro Reader 2 Tekstgrootte bladwijzers: hiermee kunt u de grootte van bladwijzerlabels in het deelvenster Bladwijzers instellen. Laatste weergave-instellingen herstellen als documenten opnieuw worden geopend: als u een PDF-document opnieuw opent, gaat u automatisch meteen naar de laatste pagina die u de vorige keer bekeek en wordt tevens het gebruikte zoomniveau hersteld. Deze instelling is standaard uitgeschakeld en onderdrukt de instelling Paginaweergave in het PDF-bestand, waarmee de openingspagina wordt gespecificeerd. Maximumaantal documenten in geschiedenislijst: geef op voor hoeveel recent geopende bestanden het paginanummer en zoomniveau moet worden geregistreerd; het maximum is 25. Maximumaantal documenten in de lijst Laatst gebruikt: geef het aantal documenten op (max. 10) dat in het menu Bestand onder Laatst gebruikte documenten moet worden getoond.
Internettoegang
l
l l
Ik wil een lijst vertrouwde sites opgeven: geef een PDF-bestand wel of geen toestemming om verbinding te maken met het internet. Alle websites toestaan: alle PDF-bestanden krijgen onbeperkt toegang tot het internet. Alle websites blokkeren: toegang tot het internet wordt geblokkeerd wanneer een PDF-bestand verbinding probeert te maken. Toegang tot de volgende websites...: typ het adres van een website in het tekstveld en klik op Toestaan om hier onbeperkte toegang aan toe te wijzen. Bewerken: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Bewerken om dit adres te wijzigen. Verwijderen: klik op het adres van een website in de uitzonderingenlijst en klik dan op Verwijderen om dit adres uit de lijst te verwijderen. Altijd vragen: hiermee hebben alle PDF-bestanden die verbinding proberen te maken met het internet, maar die niet op de uitzonderingenlijst staan, uw toestemming nodig.
239
Nitro
Toegang blokkeren: hiermee wordt de toegang van PDF-bestanden tot alle websites die niet in de uitzonderingenlijst staan, geblokkeerd.
JavaScript
l
JavaScript uitschakelen: sommige PDF-documenten bevatten ingesloten JavaScript dat gevaren voor de beveiliging veroorzaakt. Schakel het selectievakje JavaScript uitschakelen in om JavaScript om beveiligingsredenen uit te schakelen of om aan het ICT-beleid van uw bedrijf te voldoen.
Invoegtoepassingsbeheer
l
Invoegtoepassingsbeheer: geeft een lijst van invoegtoepassingen weer die u kunt in- of uitschakelen voor Nitro Reader 2
Eenheden en raster
l
l l
l l
Standaardeenheden: geef de standaardmaateenheden, zoals paginamarges, op die in de gereedschappen moet worden gebruikt. Raster tonen: hiermee toont of verbergt u het raster in het documentvenster. Uitlijnen op raster: als u de plaats van voorwerpen zoals plakbriefjes en tekst verandert, zullen ze met deze functie automatisch op de dichtstbijliggende rasterlijn worden uitgelijnd. Rasterlijnkleur: hiermee stelt u de kleur van de rasterlijnen in. Rasterafmetingen: geef de verschillende afmetingen voor het raster op.
TIP: u kunt de maateenheden voor de rasterwaarden wijzigen door de instelling Standaardeenheden in het gedeelte Eenheden en raster te veranderen.
240
Nitro
Bijlage
In de volgende onderwerpen wordt achtergrondinformatie gegeven over Nitro Pro 7 en tevens enige technische informatie over PDF-bestanden: l Aantekeningenlaag en inhoudslaag l Ingesloten lettertypen
241
Nitro
Aantekeningenlaag en inhoudslaag
In een PDF-bestand ligt de aantekeningenlaag boven de inhoudslaag, te vergelijken met een glasplaat op een gedrukt vel papier. De inhoudslaag bevat afbeeldingen, formuliervelden en het grootste deel van de tekst. Als u een Worddocument naar PDF converteert, bevat de inhoudslaag de inhoud die de oorspronkelijke auteur heeft geschreven. Veel PDF-bestanden bevatten uitsluitend een inhoudslaag. Commentaar en markeringen worden hier in een aparte laag, de aantekeningenlaag, overheen gelegd. Aantekeningen zijn gescheiden van de hoofdinhoud van de pagina in het PDF-bestand. Ze kunnen worden bewerkt, verplaatst of verwijderd zonder dat dit van invloed is op de inhoud van de inhoudslaag. Wanneer een PDF-bestand wordt opgeslagen, worden de aantekeningenlaag en de inhoudslaag in hetzelfde bestand opgeslagen, maar als afzonderlijke objecten. Zo kan iedereen de aantekeningen op eenvoudige wijze veranderen zonder hiermee de inhoud te veranderen. OPMERKING:aantekeningen omvatten de volgende objecten, die u via het tabblad Controleren kunt beheren: l Notities l Vormen: pijl, rechthoek, ovaal, lijn, wolk, veelhoek, veelhoekslijn l Tekeningen l Tekstvakken l Toelichtingen l Stempels l Getypte tekst met de functie Tekst typen l Formuliervelden l Koppelingen
Voorbeelden
l l
Wijzigingen aan een briefhoofd veranderen de inhoudslaag van het document. Functies zoals het invullen van informatie in formulieren en uw handtekening toevoegen worden in de aantekeningenlaag uitgevoerd. Het formulier zelf, bijvoorbeeld onderdelen zoals 'Naam' en 'Adres', wordt hiermee niet permanent gewijzigd.
TIP:u kunt in een oogopslag zien welke delen van een PDF-document in de aantekeningenlaag zitten: l Als u het Handje of het selectiegereedschap over een aantekening beweegt, verandert de vorm van de cursor in een zwarte pijl. l Als u op een aantekening klikt, worden de randen van de aantekening aangegeven met een begrenzingsvak met rode selectiegrepen. l Klik en sleep de aantekening als u deze wilt verplaatsen.
242
Nitro
l l
Selectie afvlakken: de geselecteerde tekst wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst Alles afvlakken: alle inhoud wordt van de aantekeningenlaag naar de inhoudslaag verplaatst Opslaan als --> Afgevlakte PDF: hiermee worden alle aantekeningen in het document naar de inhoudslaag verplaatst en wordt de PDF in n enkele stap afgevlakt en opgeslagen in het opgegeven bestand
Afdrukopties
Als u een PDF-bestand afdrukt, wordt standaard de inhoudslaag afgedrukt. Het afdrukken van de aantekeningenlaag is optioneel. U kunt selecteren of u alleen het document wilt afdrukken, het document met de tekstmarkeringen, of het document en de stempels. Verdere informatie over het beheren van tekst in de aantekeningenlaag en in de inhoudslaag kunt u vinden in Tekst toevoegen of bewerken.
243
Nitro
Ingesloten lettertypen
Lettertypen insluiten
Afhankelijk van de instellingen die tijdens het maken van een PDF-bestand zijn gebruikt, kunnen de eigenschappen van lettertypen sterk variren. Dit kan uw mogelijkheid om met tekst in het PDF-bestand te werken, sterk benvloeden. Vooral PDF's met subset-lettertypen kunnen problemen veroorzaken wanneer er nog enkele laatste correcties nodig zijn. Door lettertypen in te sluiten, kan het PDF-bestand nauwkeurig op het scherm worden weergegeven en worden afgedrukt. Als u bij het bewerken van een PDF-bestand een bepaald lettertype wilt gebruiken, moet dit op uw systeem zijn genstalleerd. In PDF-bestanden kunnen drie niveaus van insluiting worden gebruikt: l Geen insluiting. Zonder ingesloten lettertypen ontstaan de kleinste bestanden, aangezien er geen lettertypen in de PDF zijn opgeslagen. Het nadeel is echter dat de PDF er op andere schermen totaal anders uit kan zien, afhankelijk van de gebruikte lettertypen. Wanneer populaire lettertypen in een PDF zijn gebruikt (zoals Times New Roman, Arial, Times, Courier en Symbol), zal de PDF er ongeveer hetzelfde uitzien als het origineel, aangezien deze lettertypen op praktisch elke computer zijn genstalleerd. Gebruikt u echter een speciaal lettertype dat uw ontvangers niet op hun systeem hebben, dan zal uw document er heel anders uitzien dan het bestand dat u hebt samengesteld. l Subset insluiten. Hiermee wordt alleen het deel van ieder lettertype ingesloten dat in het brondocument is gebruikt, dus alleen die tekens die nodig zijn om het origineel te reproduceren. Aangezien slechts een deel van het hele lettertype in de PDF is ingesloten, kunnen tekens die niet in de originele PDF zijn ingesloten, niet worden getypt. Als u bijvoorbeeld probeert de letter X in te voeren terwijl deze letter niet in het originele document voorkomt, wordt deze letter niet ingevoegd. De reden waarom gebruik wordt gemaakt van ingesloten subsets, is dat gebruikers willen dat hun bestanden er precies zo uitzien als ze zijn ontworpen en tegelijkertijd zo klein mogelijk blijven; een volledig ingesloten lettertype maakt het bestand aanzienlijk groter. l Lettertype insluiten. Het hele lettertype wordt in de PDF ingesloten. Dit vergroot het PDFbestand, maar het is wel de beste optie als de tekst rechtstreeks in de PDF moet kunnen worden bewerkt, aangezien alle lettertype-informatie beschikbaar is. TIP: Als u een overzicht van alle lettertypen in een PDF en de methoden van insluiting wilt weergeven, drukt u op Ctrl+D of klikt u met de rechtermuisknop (met het Handje) op een willekeurige plaats in het document en selecteert u Documenteigenschappen. Selecteer het tabblad Lettertypen in het dialoogvenster Documenteigenschappen. Als u de lettertype-eigenschappen van geselecteerde tekst in een PDF wilt bekijken, klikt u met de rechtermuisknop op de tekst terwijl het gereedschap Bewerken actief is, en selecteert u Eigenschappen bewerken. Het dialoogvenster Teksteigenschappen wordt weergegeven. Onder aan het venster wordt informatie over ingesloten lettertypen weergegeven.
244
Nitro