Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Longen 14112013
Samenvatting Longen 14112013
Samenvatting Longen 14112013
Longen
Dru& in de circulatie
)r is oo& een groot verschil in !loed dru& !innen de verschillende compartimenten in de circulatie van het O2 en CO2 De !loeddru& uit de grote !loedsomloop op het moment dat het !loed net uit het hard &omt is heel erg hoog *n het veneu+e deel van de systemische !loedsomloop is de !loeddru& veel lager $dru&verschil arteri,n en venen% *n de pulmonaire circulatie $het longge!ied% is +owel in het veneu+e gedeelte wat terugloopt naar het hart als in het arteri,le gedeelte dat van het hart &omt is de dru& veel lager $dru&verschil grote en &leine circulatie% L)- O./ )en van de weinige ple&&en waar de arteri,n +uursto" arm !loed !evatten en de venen +uursto" ri(& !loed !evatten 0 lage dru&' maar hoge "low
.agina 2 1
Hoe dieper (e in de luchtweg &i(&t hoe minder &raa&!een er aanwe+ig is en onderaan is het laag(e &raa&!een +el"s helemaal a"we+ig Het aantal trilharen neemt oo& drastisch a" alleen het aantal gladde spiercellen neemt toe Oo& +i(n er in de wand van de luchtwegen elastische ve+els aanwe+ig On+e longen +i(n omringd door een du!!elwandige +a& 0 de pleura De+e pleura omsluiten de hele long De ene pleura is ver!onden met de long $vicerale pleura% en de andere met de !orst&as $parietale pleura% -ussen de vicerale en de parietale pleura !evindt +ich een &lein laag(e pleurale vloeisto" $gesynthetiseerd door de pleura +el"% De+e vloeisto" +orgt door middel van capilaire wer&ing dat de twee pleura op el&aar !li(ven' maar +orgt er oo& voor dat als ti(dens de ademhaling de !orst&as uit+et en weer terug gaat de longen automatisch mee !ewegen
Longcirculatie
Pulmonaire bloedsomloop. Longarteri,n vervoeren +uursto" arm !loed naar de longen De longarteri,n &omen uiteindeli(& met hele &leine haarvaat(es' oo& wel de capillaire' uit !i( de alveoli 3i( de alveoli vindt dan de daadwer&eli(&e uitwisseling van gassen plaats O2 wordt opgenomen en het +uursto"ri(&e !loed gaat via de longvenen terug naar de lin&er &ant van het hart )n CO2 wordt a"gegeven aan de longen' waarna het via de luchtpi(n weer naar !uiten wordt gewer&t Bronchiale bloedsomloop. De !ronchiale !loedsomloop is veel &leiner dan de pulmonaire !loedsomloop en !estaat uit een &leine arterie met +uursto"ri(&!loed die alle delen van de long voor+iet van +uursto" exclusie" de alveoli De alveoli he!!en nameli(& al voldoende +uursto" door de pulmonaire !loedsomloop De !ronchiale venen neemt het +uursto" arme !loed weer mee naar de rechter &ant van het hart Het +uursto" arme !loed &omt niet direct terecht in de rechter&ant van het hart' maar mondt eerst uit in de pulmonaire vene 4evolg: het net nieuwe +uursto"ri(&e !loed in de pulmonaire vene wordt n5t iets minder +uursto"ri(& De+e ver!inding noemen we oo& wel anastomosen $&ortsluitingen%
Cellen in de longen
*n de longen !evinden +ich een aantal verschillende celtypen Om de alveoli heen +itten de capillairt(es en alveolaire type * cellen $oo& wel pneumocyten * cellen% .neumocyten * en de capillaire wand van de capillairt(es $oo& wel endotheel% vormen samen de respiratoire mem!raan Oo& om de alveoli heen +it de alveolaire type ** cellen $pneumocyten ** cellen% die veel groter +i(n dan de type * cellen De pneumocyten ** cellen +i(n !etro&&en !i( het produceren van het longsur"actant Het longsur"actant wordt uitgescheiden door de type ** cellen en vormt een dun laag(e om de alveoli heen *n de longen +itten oo& een aantal immuuncellen' macro"agen De+e macro"agen ruimen alle !acteri,n en sto"(es die in de longen +i(n ge&omen op
.agina 2 2
sommige cellen CO2 produceren' waardoor de &ooldioxide hoeveelheid toeneemt Opvallend is oo& het dru&verschil Gaswisseling
@pirogram
Aetingen aan het longvolume &unnen worden gedaan met !ehulp van een spirometer )en aantal verschillende volumina en capaciteiten te !epalen met !ehulp van een spirogram Volumina -eugvolume' oo& wel ademvolume $-=%: gee"t aan hoe de rustige in> en uitademing verloopt *nspiratoir reservevolume $*B=%: is het stu&(e extra inademing !i( een hele diepe inademing )xpriatoir reservevolume $)B=%: is het stu&(e extra uitademing !i( hele diepe uitademing Bestvolume $B=%: oo& al adem (e +o diep mogeli(& uit er !li("t alti(d nog een !eet(e over C 1 liter )r is dus alti(d een !eet(e lucht over in de long' +odat de alveoli nooit helemaal dicht+itten $+ou heel moeili(& worden met inademen anders% Capaciteiten (ti dens practicum besproken! *nspiratoire capaciteit $*C% =itale capaciteit $=C% -otale longcapaciteit $-LC% 0 de som van het teugvolume' expiratoir reservevolum en het inspiratoir reservevolume Dunctionele restcapaciteit $DBC% 0 het punt vana" waar we eigenli(& ademen' dus het punt net !oven het restvolume 6ls we naar de standaarden &i(&en van !ovengenoemde waarde !li(&t dat er een verschil is tussen (ongens en meis(es Oo& +i(n er verschillen in waarden tussen (onge en oude mensen =oor +owel de mannen als de vrouwen is het -= het+el"de' maar +i(n de *B=' )B= en B= een stu&(e lager waardoor de totale longcapaciteit oo& een stu&(e &leiner is Eaarmate de mens ouder wordt !li("t het -= ongeveer geli(&' maar het *B= en )B= worden wat &leiner terwi(l het B= (uist toeneemt -oename van het B= is niet positie"' het B= is nameli(& lucht die uiteindeli(& wel ververst wordt maar "unctioneel &un (e hier ni&s mee De "unctionaliteit neemt dus a" !i( oudere personen Het restvolume is niet via een spirogram te !epalen' daarvoor +i(n andere technie&en nodig
Vt x !co2"t# = Va x !co2"a# + V x !co2" # *n de dode ruimte +it geen ademhalingsepitheel' waardoor !co2" # geli(& is aan 9
6lveolaire ventilatie
)igenli(& ademen we dus el&e &eer een !eet(e verse lucht in' maar oo& een stu&(e oude lucht $0teugvolume' C:99 ml% Daarnaast ademen we oo& een aantal &eer per minuut $0adem"reFuentie' C12Lmin% A emminuutvolume = teugvolume x $re%uentie A emminuutvolume = Vt x $ *n het ademminuutvolume +it dus wel het stu&(e Hdode ruimteI in!egrepen' waar we ti(dens de gaswisseling ni&s aan he!!en De alveolaire ventilatie is dan oo& het luchtvolume waar we w5l wat aan he!!en' dus de dode ruimte De alveolaire ventilatie is dus alti(d minder dan het ademminuutvolume Alveolaire ventilatie = $re%uentie x "teugvolume & o e ruimte# Va = $ x "Vt & V # *n normale HrustI situaties he! (e ongeveer ?299 mlLmin alveolaire ventilatie nodig 3i( inspanning o" in andere situaties waar!i( meer lucht en +uursto" nodig is' +i(n er twee manieren om de alveolaire ventilatie te vergroten -en eerste &un (e de "reFuentie verhogen en ten tweede &un (e het teugvolume vergroten Het vergroten van het teugvolume gaat vaa& samen met een verlaging van de "reFuentie Je he!t immers meer ti(d nodig om meer lucht in en uit te &unnen ademen Het vergroten van het teugvolume is e""ici,nter dan een verhoging van de "reFuentie Dit &omt omdat !i( een vergroting van het teugvolume een a"namen van de dode ruimte $=d% plaatsvindt 3i( ?'2 LLmin is een stippelli(n te +ien De+e stippelli(n gee"t de !enodigde +uursto" !i( een normale situatie aan 6ls de alveolaire ventilatie toeneemt' neemt oo& de +uursto" dru& toe en de &ooldioxide dru& neemt a" Eormale situatie $rust% 2:9 mlLmin O2 299 mlLmin CO2
6lveolaire gasvergeli(&ing
)r is oo& een "ormule voor de relatie tussen de alveolaire ventilatievergeli(&ing en de CO2 Alveolaire ventilatie "'/min# = (oeveel(ei CO 2 / parti)le CO2 ru* x + Va = Vco2 / PaCO2 x + Eaast de relatie tussen de alveolaire ventilatie en het CO 2 gehalte is er oo& een relatie tussen de alveolaire O2 spanning' de hoeveelheid +uursto" die wordt .agina 2 :
opgenomen en de hoeveelheid CO2 die wordt a"gegeven 6l de+e waardes &omen voor in de alveolaire gasvergeli(&ing Bespiratoire Fuoti,nt gee"t aan hoeveel CO 2 er geproduceerd wordt !i( de ver!randing van wel& element in het lichaam Alveolaire ,uursto$ = ,uursto$ ru* van e ingea em e luc(t & "alveolaire CO2/respiratoire %uoti)nt# + correctie$actor PaO2 = PiO2 & "PaCO2/-# + ! "echanische eigenschappen
Krachten en eigenschappen
Longen +i(n ont+ettend elastisch doordat +e gemaa&t +i(n van elastische ve+els De+e ve+els he!!en als eigenschap dat +e eigenli(& het allerlie"st dicht&lappen als een soort !allon .evolg/ longen *lappen ic(t0 De longen +i(n via vlie+en ver!onden met de !orst&as *n tegenstelling tot de elasticiteit van de longen wil de elasticiteit van de !orst&as (uist naar !uiten .evolg/ 1orst*as 2il naar 1uiten0 De+e tegenstelling +orgt voor een onderdru& $>? mm Hg% tussen de pleura -en tweede !evind +ich tussen de longen een water"ilmp(e Dit water"ilmp(e !evat &rachten die de oppervla&tespanning van het water !epalen waardoor het water"ilmp(e heel graag wil samentre&&en .evolg/ longen *lappen ic(t0 Oo& is er spra&e van een luchtweerstand op het moment dat we in en uitademen De+e luchtweerstand moet oo& overwonnen worden -ot slot is er oo& nog +waarte&racht aanwe+ig' wel&e invloed hee"t op de respiratie 6ls we het he!!en over de long' +i(n er twee !elangri(&e mechanische eigenschappen: 3lasticiteit/ de neiging van een o!(ect om terug te &eren naar de oorspron&eli(&e vorm Compliantie/ het Hgema&I waarmee een o!(ect een de"ormatie$volume verandering% ondergaat Compliantie is een volumeverandering die (e &unt !erei&en door de dru& aan te passen C = 4V/4P0 Hoe groter het volume verschil die met een !epaalde dru& wordt !ehaald' hoe hoger de compliantie Eaast de elasticiteit en compliantie hee"t oo& +e&er de !orst&as een grote invloed op de longen De !orst&as +it door middel van de pleurale vlie+en aan de longen De !orst&as wil graag uit+etten en de longen $door de elasticiteit% willen graag naar !innen De+e twee &rachten tre&&en aan el&aar' waardoor !uiten en !innen de pleura in rust de dru& 9 is' maar de intra pleurale dru& ongeveer >? mm Hg is' een onderdru& dus 6ls iemand een &laplong &ri(gt' schieten de pleura los van el&aar en +et de !orst&as uit Door de elasticiteit van de long &lapt de long in 4evolg: intra pleurale dru& wordt oo& 9' omdat de pleurale vlie+en niet meer met el&aar ver!onden +i(n op dat moment
eigenschappen $vaa& een com!i van eiwitten en "os"olipiden% De+e longsur"actant moleculen gaan tussen de watermoleculen +itten en ver!re&en de oppervla&te spanning 5et van 'aPlace/ in2aartse ru* "P# = 2 x oppervla*tespanning/straal P = 2T/r Mit de wet van La.lace &an !eredeneerd worden dat in een &leine !ol $&leine straal% de inwaartse dru& groter is dan !i( een grote !ol Dit +ou !ete&enen dat lucht stroomt van een &leine alveoli $hoge dru&% naar grote alveoli $lage dru&% Dit is natuurli(& in ons lichaam niet het geval' want dat +ou !ete&enen dat het el&e &eer heel veel moeite &ost om de &leine alveoli oo& HopenI te ademen Door het longsur"actant wordt de oppervla&te spanning ver!ro&en en de invloed van de straal van de alveoli teniet gedaan De inwaartse dru& is dan geli(& in +owel de &leine als de grote alveoli 3i( normale personen is er alti(d genoeg longsur"actant 6lleen !i( sommige !a!yIs &an het +o +i(n dat er !i( de ge!oorte te weinig aanwe+ig is waardoor de &leine alveoli dicht&lappen .evolg/ ina emen gaat erg lastig6
Dru&>volume curve
*n een dru&>volume curve wordt de dru& opgevoerd $(e ademt in% en ge&e&en naar de volume verandering !innen de long =ervolgens laat (e het volume aan de !uiten&ant van de long toenemen' waardoor het longvolume weer a"neemt Je maa&t dus een inspiratie en een expiratie Het !egin van de inspiratie is lastig' den& aan een !allon Dan gaat het inademen een ti(d(e heel ma&&eli(&' totdat (e aan&omt !i( het einde en op de eigenschappen van het wee"sel aanloopt: het &an niet verder opre&&en #e spre&en dan van a"vla&&ing 6an de dru&>volume curve &un (e oo& !ere&eningen ma&en' +oals het !ere&enen van de compliantie
*n het rechter diagram &un (e dus de compliantie !ere&enen met: C = 4V/4P0 =oor het volume en de dru& ge!rui& (e het ge!ied waarin de respiratie ma&&eli(& gaat Dus van 9 tot ongeveer 79; *n het geval van een experimentele opstelling *n een dru&>volume curve &un (e oo& de invloed van het longsur"actant !e&i(&en Je hangt 1 long op in alleen een waterL+outoplossing .evolg/ a em(alingscurve 2or t veel sti7ler en er is 1i7na geen versc(il tussen e ina eming en e uita eming0 Het enige versc(il in in8 en uita eming is een *lein 1eet7e 2ee$sel*rac(t ie 7e moet over1ruggen0 *n de dru&>volume curve van de long met lucht +ie (e dat de curve veel minder sti(l is en er veel meer &racht nodig is om de long te vullen met lucht =ooral de uitademingscurve verloopt erg lang+aam' dit noemen we oo& wel: (9steresis Hysteresis is de vertraging !i( de expiratie en de+e ontstaat doordat de oppervla&tespanning een rol speelt en moet worden .agina 2 7
verlaagd door het longsur"actant De+e verlaging en dus vertraging vind niet plaats in de long met alleen water )r is hier nameli(& alleen spra&e van een waterLwater oppervla& *n het geval van de !a!yIt(es met te weinig longsur"actant +al de curve veel vla&&er en veel meer naar rechts lopen )r is veel meer dru& nodig om in volume toe te nemen *n ons lichaam 6ls we een dru&>volume curve van de wer&eli(&e situatie ma&en' noemen we dit een dynamische dru&>volume curve Oo& hier op de x>as: de dru& en op de y>as: het longvolume Hier is te +ien dat het teugvolume $-=% eigenli(& maar een heel &lein ge!ied is' maar wel in het gunstigste deel van de respiratie 6ls we de inspanning verhogen $meer +uursto" nodig%' wordt het verschil tussen in> en uitademen groter en dus is er wel een !eet(e spra&e van hysterese Miteindeli(& plat de curve a" aange+ien de long tegen !eper&ingen aan&omt als !i(voor!eeld het "eit dat het wee"sel niet meer verder &an uitre&&en en de oppervla&tespanning die niet meer verder verlaagd &an worden
Het groene cir&elt(e is !i( normale respiratie en het rode cir&elt(e !i( een grotere inspanning DBC is het restvolume en -= het teugvolume
Luchtweerstand en luchtwegcompressie
!lo2 = ru*versc(il/2eerstan #et van .oiseuille is een "ormule waarmee de "low &an worden !ere&end De+e wet +egt eigenli(& dat de weerstand a"han&eli(& is van het dru&verschilL"low )n dit is dan weer geli(& aan de lengte van de !uis x de viscositeit $verwaarloos!aar in het geval van de longen%LstraalN? D:;< CONC':;=3/ hoe groter de straal' hoe groter de weerstand Logische' want naarmate de diameter van een !loedvat &leiner wordt' wordt de dru& in dat !loedvat groter Je +ou dus verwachten dat de dru& hoe verder in de luchtwegen alleen maar toeneemt' nameli(& van grote luchtwegen naar !ronchi,n en uiteindeli(& naar mini vaat(es )chter' dit is niet het geval/ De hoogste weerstand is rond verta&&ing : tot 7 en hoe dieper (e de !ronchi,n in gaat' hoe &leiner de weerstand wordt )en ver&laring voor dit verschi(nsel is het "eit dat hoe meer verta&&ingen' hoe meer !uis(es Dus heel veel &leine !uis(es met een &leine straal he!!en !i( el&aar opgeteld een lage weerstand $!i(na 9 +el"s% De luchtweerstand wordt !eOnvloed door het longvolume en door de luchtwegcompressie 6ls we in en uitademen verandert de long van volume' maar niet alleen de long Oo& de trachea' !ronchi,n en !ronchiolen +etten een !eet(e $&raa&!eenringen en wee"sel &an niet oneindig uit+etten% mee uit als de long +ich vult met lucht 6ls het longvolume toeneemt' neemt de straal van de !ui+en oo& een !eet(e toe en vindt er een verlaging van de luchtweerstand plaats 3i( astma pati,nten +i(n de luchtwegen vernauwd door spiercontractie o" door een grote hoeveelheid sli(mophoping waardoor de luchtweerstand toeneemt Eaast het longvolume speelt oo& de luchtwegcompressie een rol Lucht gaat alti(d van een hoge naar een lage dru& *n het geval van de longen .agina 2 P
!ete&ent dit dat !i( een inademing de dru& !uiten hoger is dan in de long en dus lucht naar !innen stroomt Hoe dieper de lucht in de longen &omt' hoe lager het dru&gradi,nt wordt 3i( uitademing is in eerste instantie de dru& in de longen hoger dan !uiten Oo& wordt er van !uiten a" dru& ge+et op de longen waardoor de long +e&er aan de !oven&ant $vla& voordat het lucht de long verlaat% vernauwd en dus gaat er lucht naar !uiten De vernauwing !li("t !eper&t doordat de &raa&!eenringen ervoor +orgen dat de long niet helemaal in &an &lappen 3i( ge"orceerde uitademing +et (e heel veel dru& van !uiten op de long +odat er veel lucht naar !uiten gaat #e spre&en dan van een: 9namisc(e luc(t2eg compressie0
Dlow>volumecurve en +ie&te!eelden
3i( een "low>volume curve staat op de x>as de vitale capaciteit en op de y>as de "low 3oven de 9 wordt de expiratie weergegeven en onder de 9 de inspiratie =erder is nog aangegeven de "unctionele rest capaciteit $wat we normaal ge!rui&en%' totale longvolume en het restvolume 3i( normale in en uitademing &ri(g (e een mooi rond(e 0 het teugvolume 3i( ge"orceerde ademhaling: de inademing is !est groot en mooi rond' maar de uitademing is niet +o mooi rond en a"geplat Dit verteld ons dat we in het !egin nog goed &unnen uitademen' maar op een gegeven moment &ri(gen we last van de dynamische luchtweg compressie Door de+e compressie $extra dru& van !uiten% +i(n de luchtwegen vernauwd $niet helemaal door de &raa&!eenringen% en daarom neemt de weerstand toe en de "low a" Het deel van de curve die schuin naar !eneden loopt noemen we het D)=
3i( em"yseem vindt a"!raa& van ge+ond longwee"sel plaats en smelten verschillende alveoli samen Dit hee"t +e&er e""ect op de "unctionaliteit van de longen )""ecten van +ie&te!eelden op de "unctionaliteit van de longen (e in &aart !rengen door een dru&>volume curve )m"yseem $!oterham+a&(e%: 3i( een &lein !eet(e dru&' neemt het volume al heel erg toe 0 hoge compliantie Hoge compliantie gee"t aan dat de long ma&&eli(& te vullen is met lucht De elasticiteit is echter wel heel laag waardoor uitademen een stu& moeili(&er verloopt Aensen met long em"yseem moeten heel ge"orceerd ademen' maar wel heel lang+aam anders wordt de luchtpi(p dichtge&nepen $dynamische luchtwegcompressie% Long"i!rose: long"i!rose &omt vaa& voor !i( mi(nwer&ers Heel veel !indwee"selvorming Door !indwee"sel: long heel sti("' er is heel veel dru& nodig om een veel &leiner volume in de long te &unnen &ri(gen Lage compliantie Hoge elasticiteit $moeili(& van vorm te veranderen% 6stma: redeli(& normale compliantie Aaar curve !egint op andere hoogte' door vernauwing van de luchtwegen $overproductie mucus o" contractie van de gladde spiert(es%' dus de+e pati,nten ademen vaa& op hoog longvolume Aaar ademen nooit volledig uit' dan +ouden de luchtwegen helemaal vernauwen: !enauwdheid .agina 2 <
*n het lin&er plaat(e: groen 0 em"yseem' paars is "i!rose en licht!lauw is BD@ 3i( BD@ &lappen de alveoli dicht door te weinig longsur"actant waardoor het inademen moeili(& gaat en het uitademen ma&&eli(&
.agina 2 19
Practicum *n de onderstaande gevallen is er iets mis gegaan met de meting voor de D=> curve
'in*s1oven/ er is ti7 ens e expiratie gestopt met uita emen< it *an ,i7n veroor,aa*t oor een lac(1ui0 -ec(ts1oven/ niet *rac(tig genoeg uitgea em 'in*son er/ te vroeg gestopt met uita emen -ec(tson er/ even gestopt met uita emen en vervolgens 2eer (ervat0 Onderstaande diagrammen horen !i( twee verschillende pati,nten Het lin&er plaat(e hee"t een restrictieve longa$2i7*ing en het rechter plaat(e hee"t een o1structieve longa$2i7*ing0
.agina 2 11
Dru& $"low>regulatie%
)r is spra&e van +owel een systemische $vanuit de lin&er &ant van het hart naar de verschillende onderdelen van het lichaam% als een pulmonaire !loedsomloop $vanuit de rechter&ant van het hart naar de longen' neemt +uursto" ri(& !loed mee% -ussen de+e twee !loedsomlopen is er een dru& verschil *n de lin&er &ant van het hart is er een hoge !loeddru& $!loed gaat met redeli(&e snelheid door de systemische !loedsomloop%' maar uiteindeli(& &omt het veneu+e !loed met een lage dru& aan in de rechter &ant van het hart Het !loeddru&verloop van de pulmonaire circulatie is vri( constant' maar wel erg laag De pulmonaire circulatie &ri(gt te ma&en met een vri( &lein dru& verschil: van 2: naar P en de systemische circulatie hee"t te ma&en met een veel groter dru& verschil: 129 naar 1 *n het hele longcapillaire netwer& $79 m2% !evindt +ich ongeveer 7: ml !loed De di&te van het !loed is dus heel erg &lein *n de gehele !loedsomloop in de longen +it ongeveer :99 mlLti(dseenheid Het dru&verschil tussen de systemische en de pulmonaire !loedsomloop is heel erg groot' maar +e pompen alle!ei toch evenveel !loed per ti(dseenheid er door heen Hoe &an datG Hoe &an het dat ondan&s dat de dru& in de longvenen en longarteri,n laag is er toch met een grote "low dru& doorheen stroomt Dit &an worden ver&laard door het "eit dat de weerstand in de vaten van de pulmonaire !loedsomloop heel laag is De+e vaten +i(n dunwandig met weinig glad spierwee"sel Doordat de longen in de !uurt van het hart liggen &an dit systeem "unctioneren met +oIn lage dru& en weerstand Het hoogste punt dat het !loed nameli(& moet !erei&en is de longtop waardoor een vri( lage dru& wel wer&t )chter' !i( inspanning neemt het hartvolume toe en is er meer +uursto" nodig in de longen waardoor er meer !loed naar de longen moet worden gepompt 6ls de weerstand geli(& !li("t +ou er een enorme dru& toename plaatsvinden in de pulmonaire !loedsomloop en long oedeemvorming ontstaan' maar gelu&&ig is dat niet het geval De weerstand in de pulmonaire circulatie gaat omlaag' waardoor de dru& geli(& !li("t
!loed &omt nameli(& !innen in het midden van de long en (e &unt (e voorstellen dat er meer &racht nodig is om het !loed naar !oven te pompen dan om de +waarte&racht gewoon +i(n wer& te laten doen +odat het !loed in de !asis van de long terecht &omt Je &unt de long opdelen in drie verschillende +ones: Qone 1 $de longtop%: het !loed moet omhoog worden gepompt' tegen de +waarte&racht in *n +onde 1 staan de alveoli oo& iets meer open' omdat er aan de long getro&&en wordt en dus de intrapleurale dru& een !eet(e meehelpt )r &an worden ge+egd: de alveolaire dru& is hoger dan de arteri,le dru& 5n de arteri,le dru& is hoger dan de veneu+e dru& . 6 R .a R .v de !loeddoorstroming in de top is iets minder Qone 2 $het midden % Het midden van de long ligt net iets !oven het hart en hier staan de alveoli iets minder ver open waardoor de dru& op de arteri,n oo& iets minder is .a R .6 R .v )r is wel spra&e van een !etere door!loeding' maar in het veneu+e deel is er een lagere "low Qone 1 $de !asis% Onderin de longen staan de alveoli iets meer dicht' omdat de inhoud van de hele long daar een !eet(e op dru&t $+waarte&racht% De +waarte&racht helpt oo& mee om het !loed naar !eneden' naar de !asis van de long te duwen . a R .v R .6 )r is hier dus een hele goede !loeddoorstroming
*n de pra&ti(& !li(&t dat we eigenli(& alleen +one 2 en +one 1 ge!rui&en voor de ademhaling
=entilatieverdeling
Eiet alleen de !loedstroming in de longen is a"han&eli(& van het long deel Oo& de ventilatie is verschillen in de verschillende long+ones )r &an worden gespro&en van regionale verschillen en lo&alen verschillen Begionale verschillen *nvloed van de +waarte&racht o *ntrapleurale dru& hoger aan de !asis $>2': cm Hg% dan aan de top van de long $>19 cm Hg%' hoe hoger in de long hoe meer open de alveoli staan 6lveoli in de !asis he!!en een &leiner uitgangsvolume $staan een !eet(e dicht door de +waarte&racht%' maar he!!en wel een grotere volumetoename De alveoli in de top staan al verder open en &unnen dus minder veel toenemen
6lveoli die meer open staan he!!en dus een groter uitgangsvolume' maar een &leinere volumetoename waardoor er minder ventilatie plaatsvindt 3i( alveoli die al een !eet(e open staan he! (e nameli(& oo& meer dru& nodig om de+e alveoli toch nog een !eet(e uit te laten +etten Lo&alen verschillen $he!!en !etre&&ing op &leine deelt(es in de long% *nvloed van compliantie en luchtweerstand o 3i( een verlaagde compliantie $cellen die niet goed wer&en' minder longsur"actant aanwe+ig !i(voor!eeld% worden de longen minder gevuld met lucht *n de+el"de ti(dseenheid veel minder lucht in de long
.agina 2 11
3i( een verhoogde weerstand $!i(voor!eeld veel mucus op een !epaalde ple& o" vernauwde luchtwegen% &omt er minder snel lucht in de longen $a"name van de "low%
=entilatie>per"usie ratio
Het is natuurli(& heel erg !elangri(& dat op de ple& waar de luchtdoorstroming het !este is oo& het meeste !loed naartoe wordt gepompt )r +i(n ple&&en in de long waar +owel de ventilatie als de per"usie optimaal "unctioneert Ventilatie/per$usie = ventilatie8per$usie ratio Duideli(& te +ien in het gra"ie&(e is dat +owel de ventilatie als de !loeddoorstroming !eter is richting de !asis )n dat er ongeveer in het midden $ri! nummer 1% een optimum wordt !erei&t De ideale ratio is tussen de 9'P en 1'9 -i(dens inspanning neemt (e +uursto" ge!rui&t toe en oo& de ventilatie Hierdoor wordt de vertilatie>per"usieratio hoger $rond de 1'?% Ondan&s dat dit eigenli(& veel te hoog is' !li(&t het toch nog net te &unnen *n sommige situatie wordt de ratio nog veel meer verstoord )r &an !i(voor!eeld verspil e ventilatie optreden in het geval van een em!olie $!loedprop(e in een !epaald vat% Door de+e em!olie stroomt er naar 55n long geen !loed meer waardoor in de+e long die wel ventileert geen opnameLa"gi"te van +uursto" en &ooldioxide plaats &an vinden 4evolg: hele hoge ratio $hoge ventilatie' lage per"usie% 6ls dit op +ou treden in ons lichaam +ullen er geli(& compensatiemechanismen van start gaan -egenover de verspilde ventilatie &an er oo& spra&e +i(n van verspil e per$usie Dit treedt !i(voor!eeld op als 55n van de twee !ronchi,n verstopt $o!structie% +itten' waardoor er geen ventilatie plaats vindt 4evolg: hele lage ratio $lage ventilatie' hoge per"usie% Oo& hier +al ons lichaam compensatiemechanismen in de stri(d gooien
.agina 2 1?
4asdru&&en en oplos!aarheid
De concentratie van een !epaald gas hangt a" van twee varia!elen' nameli(&: de dru& en de oplos!aarheidsco,""ici,nt van het des!etre""ende gas Concentratie = ru* x oplos1aar(ei sco)$$ici)nt >? = P x @ )l& gas hee"t een eigen oplos!aarheidsco,""ici,nt en hoe lager die is' hoe meer dru& (e nodig he!t om toch een !epaalde concentratie te ver&ri(gen De oplos!aarheidsco,""ici,nt wordt alti(d gegeven in ml gas in 199 ml vloeisto" !i( een dru& van 1 atmos"eer De oplos!aarheid van &ooldioxide is veel groter dan die van +uursto" De oplos!aarheid van +uursto" is dus eigenli(& heel laag en als on+e +uursto" opname hier alleen van a"han&eli(& +ou +i(n +ouden we veel te weinig +uursto" in ons !loed &ri(gen Miteraard hee"t ons lichaam hier oo& een oplossing voor !edacht' nameli(& een +uursto"!indend molecuul: hemoglo!ine
CO2>transport
Koolsto"dioxide hee"t dus een vri( hoge oplos!aarheid en &an dus ma&&eli(& in waterige omgeving worden vervoerd CO2 &omt op : verschillende manieren voor in het !loed: 1 7; opgelost 2 *n de vorm van HCO1> $car!onaat% in het plasma 1 )en &lein deel is als car!aminaat ge!onden aan plasma eiwitten $al!umine% ? 21; ge!onden aan hemoglo!ine : 79; in de vorm van HCO1> in erythrocyt Qoals (e +iet &omt CO2 op twee manieren voor als HCO1>' +owel in het plasma als ge!onden aan een rode !loedcel *n het !loedplasma vindt de volgende reactie plaats: CO2 S H2O TR H2CO1 TR HS S HCO1> De+e reactie vindt plaats in het !loedplasma $vandaar de 7;%' maar verloopt heel lang+aam )chter' de+el"de reactie vindt oo& plaats in de erythrocyt De reactie hier gaat vele malen sneller door de aanwe+igheid van een en+ym: *ool,uuran(9 rase Kool+uuranhydrase +orgt voor een verschuiving van het evenwicht naar rechts 4evolg: veel car!onaat en protonen &omen vri(
O2>transport
Qoals eerder ontde&t is alleen de oplos!aarheid van het +uursto" niet genoeg om van te leven =andaar dat het molecuul hemoglo!ine nodig is in ons lichaam om +uursto" te vervoeren Hemoglo!ine !estaat uit vier glo!ineIs $eiwit&etens% met per glo!ine oo& een heem groep 3innen de+e heemgroep +it een i(+ermolecuul waar het +uursto" aan !indt De !inding van +uursto" aan een hemoglo!ine molecuul &an in &aart worden ge!racht door middel van een @>vormige +uursto"!indingscurve De+e curve gee"t aan dat !i( een !epaalde +uursto" dru& spra&e is van !i(na 199; ver+adiging De curve is niet lineair maar @>vormige De+e @>vorm &omt door het "eit dat er spra&e is van coUperatie" !inden van +uursto" aan hemoglo!ine $1 molecuul ge!onden con"iguratie verandering volgende moleculen !inden ma&&eli(&er% *s er meer +uursto" nodig' !i( !i(voor!eeld inspanning +al het hemoglo!ine het O2 loslaten en het +uursto" a"geven aan de cellen die het nodig he!!en
Dissociatiecurve: 3ohr>e""ect
Oo& de a"gi"te van +uursto" &an in &aart worden ge!racht Dit ge!eurt met !ehulp van een +uursto">dissociatiecurve Oo& de+e curve is @>vormig De ver+adigingscurve hangt a" van een aantal varia!elen: pH' .co 2' VD.4W $anaero!e .agina 2 1:
meta!olisme +orgt voor een sti(ging van de D.4 concentratie% en - Bode !loedcellen he!!en geen mitochondri,n en dus +al hier alleen anaero!e meta!olisme plaatsvinden wat leidt tot de synthese van het meta!oliet D.4 3i( weinig activiteit $concentraties !i( a % +al !i( de+el"de dru& meer +uursto" aan hemoglo!ine ge!onden +i(n *s er spra&e van een extra inspanning $concentraties !i( situatie c % dan +al er (uist minder +uursto" ge!onden +i(n' want het +uursto" is dan a"gegeven aan de Hhard wer&ende cellenI De verschuiving van de dissociatiecurve naar een situatie waar!i( het +uursto" ma&&eli(&er loslaat van het hemoglo!ine noemen we oo& wel het 3ohr>e""ect
#aarom he!!en de pH' .co2' VD.4W en de temperatuur eigenli(& invloed op de dissociatiecurveG pH: lage pH' !ete&ent veel HS ionen De+e protonen &unnen !inden aan hemoglo!ine waardoor er +uursto" wordt vri(gemaa&t en H S !indt aan hemoglo!ine .co2: hoge &ooldioxide dru& +orgt ten eerste voor het ontstaan van protonen $+ie eerder genoemde reactie% en dus een verlaging van de pH -en tweede &an &oolsto"dioxide +el" oo& !inden aan hemoglo!ine waardoor er oo& meer +uursto" wordt vri(gemaa&t VD.4WLVdi"os"oglycerine+uurW: &an oo& !inden aan H!' waardoor meer +uursto" vri(&omt -emperatuur: !i( verhoging van de temperatuur wordt O 2 ma&&eli(&er vri(gemaa&t
L)- O./ -i(dens inspanning &an de +uursto" a"gi"te wel 29 x verhoogd worden door aan de ene &ant het !ohr>e""ect en aan de andere &ant de cardiale output Eaast hemoglo!ine he!!en we oo& nog myoglo!ine Ayoglo!ine is een +uursto" !indend molecuul wat slechts uit 55n heem&eten !estaat en voor&omt in de spieren Ayoglo!ine hee"t in vergeli(&ing met H! een veel grotere a""initeit met +uursto"' maar &an maar 55n +uursto" molecuul !inden .as !i( een hele lage dru& $hele hoge inspanning% +al myoglo!ine +uursto" a"geven Eaast +uursto" &an oo& &oolsto"monoxide !inden aan H!' &oolsto"monoxide is gevaarli(& omdat dit molecuul een hele hoge a""initeit voor H! hee"t en dus geli(& +al !inden
Duideli(& was al dat het water"ilmp(e $!loed% in het capillairt(e en de di""usiemem!raan heel erg dun +i(n' +odat de di""usie goed &an optreden De !eper&ende "actor in de di""usie is de oplos!aarheid van het +uursto" aange+ien er een water"ilmp(e aanwe+ig is in de alveoli De +uursto" moet eerst oplossen in het water"ilmp(e om gedi""undeerd te &unnen worden De +uursto" dru& in de alveoli is ongeveer 199 en in de capillairen ongeveer ?9 Door dit grote dru& verschil &an +uursto" wel oplossing in het water"ilmp(e ondan&s dat de oplos!aarheid erg slecht is Op 1L1e van de ti(d dat het !loed langs de alveoli stroomt is het al ver+adigd met +uursto" Dit is positie" aange+ien !i( inspanning het !loed iets sneller gaat stromen' maar er dan dus nog steeds meer dan genoeg ti(d is om genoeg +uursto" op te nemen 3i( inspanning gaan natuurli(& oo& meer capillairt(es open staan en degene die al openstaan gaan ver!reden' +odat er meer !loed langs de alveoli stroomt en dus meer O2 op &an nemen
Hoe vindt de gaswisseling nou eigenli(& plaatsG ;ituatie 1/ uit2isseling O2 en CO2 tussen alveoli en 1loe De rode !loedcel neemt HCO1> op in ruil voor chloride Dit wordt samen met protonen omge+et tot CO2 Daarnaast wordt het CO2 dat ge!onden +at aan hemoglo!ine vri(gemaa&t Het CO2 wordt a"gegeven samen met het opgeloste CO2 uit het !loed aan de alveoli $door het !ohr e""ect gaat dit: van hoge dru& naar lage dru&% 6an de andere &ant wordt er +uursto" opgenomen $van hoge dru& naar lage dru&% van uit de alveoli en ge!onden aan de vri(e hemoglo!ine moleculen ;ituatie 2/ uit2isseling O2 en CO2 tussen 1loe en 2ee$sel0 De CO2 concentratie in het wee"sel is hoog waar!i( een deel van het &oolsto"dioxide oplost in plasma en een deel in de rode !loedcel -egeli(&erti(d wordt er +uursto" losge&oppeld van het hemoglo!ine en a"gegeven aan de wee"sels De losse hemoglo!ine moleculen !inden aan een deel van het CO 2 in de rode !loedcel en het deel dat over!li("t van het &oolsto"dioxide reageert met water tot HCO1> en protonen )en deel van de protonen reageert met hemoglo!ine: H!H )n er ontstaat een overschot watersto"car!onaat die in ruil voor chloride $de chloride shi"t% de rode !loedcel verlaat
Begulatie pH
De pH in ons lichaam moet vri( constant !li(ven' tussen de 7'1P en 7'?2 Om dit te !ewer&stelligen +i(n er een aantal !u""ers: HCO1>' eiwitten' hemoglo!ine' ammonia& )r +i(n twee verschillende manieren waarop er meer H S het lichaam in &omt en dus de pH omlaag gaat in het lichaam 6an de ene &ant &an dit via een !epaald .agina 2 17
dieet $meer vet+uren en amino+uren% en aan de andere &ant door het meta!olisme $CO2' lactaat en &eto+uur productie% )en verlaging van de pH &an op twee manieren worden opgelost Eameli(&: door meer protonen a" te voeren Aeer protonen &unnen het lichaam verlaten door het uitademen van meer CO 2 $protonen gaan automatisch mee het lichaam uit% en aan de andere &ant &unnen de nieren meer HS a"voeren )r &unnen een aantal "ysiologische e""ecten optreden met !etre&&ing tot de pH homeostase in het lichaam: Bespiratoire acidose $verlaging%: een ver+uring van het !loed met als oor+aa& een respiratoir pro!leemX o Hypoventilatie: te weinig ventilatie' +orgt voor te weinig a"voer van CO2 en dus teveel protonen in het !loed
Aeta!ole acidose $verlaging%: ver+uring door toedoen van het meta!olisme' &an ontstaan !i( overmatige productie van meta!ole +uren $dia!etes% o Diarree' het laatste deel van de darmen hee"t een vri( hoge pH 3i( diarree wordt een groot deel van het laatste deel a"gevoerd en dit verlaagd dus de pH Bespiratoire al&alose $verhoging% o Hyperventilatie: teveel CO2 en dus teveel protonen verlaten het !loed' waardoor pH sti(ging optreed
Aeta!ole al&alose $verhoging% Overmatig overgeven: heel veel HS worden dan vanuit de maag a"gevoerd 4evolg: pH verhoging o Overmatige inname van HCO1> houdende medici(nen L)- O./ #ordt het pro!leem veroor+aa&t door de longenG De nieren gaan het oplossen/ #ordt het pro!leem veroor+aa&t door het meta!olismeG De nieren en de longen gaan het samen oplossen/ %egulatie van ademhaling
Eaast de on!ewuste route is er oo& spra&e van een corticospinale route $!ewuste controle% De+e !ewuste controle loopt van de hersenschors direct naar de motorneuronen De corticospinale route maa&t praten' +ingen en hoesten mogeli(&
6lle centra die !etro&&en +i(n !i( de regulatie liggen in de hersenstam !estaande uit: de pons $!ovenste di&&ere gedeelte% en de medulla $onderste gedeelte% 3innen de+e hersenstam +i(n een aantal centra die verschillende delen van de ademhaling reguleren .B4 $respiratoire groep van de pons%: !epaald het ritme van de ademhaling De .B4 gee"t voortdurend signalen door naar twee centra van de medulla: =B4 $ventrale groep neuronen% en DB4 $dorsale groep neuronen% DB4 $dorsale groep neuronen% gee"t signalen door naar de inspiratie> spieren Qorgt dus voor de start van de inspiratie =B4 $ventrale groep neuronen% gee"t signalen door aan de expiratie> spieren en een &lein !eet(e aan de inspiratie>spieren
=anuit de peri"erie &unnen oo& signalen !innen&omen !i( de medulla om iets aan de ademhaling te veranderen CCB: signalen van de centrale chemoreceptoren $liggen centraal !i( de medulla% .CB: signalen van de peri"ere chemoreceptoren $liggen in de peri"erie van het lichaam% De+e signalen worden doorgegeven via de nervus vagus $19e hersen+enuw% en de nervus chloso"arinciusG/G/ De+e hersen+enuwen .agina 2 1<
&ri(gen dus signaal van de peri"ere chemoreceptoren en geven de signalen door aan de dorsale groep van de medulla HHC: signalen vanuit de hersenschors' naar de pons en vervolgens naar de medulla
Chemoreceptoren
Eaast de centrale chemorecptoren !estaan er oo& peri"ere chemoreceptoren De peri"ere chemoreceptoren !evinden +ich in de glomus caroticum "(alsslaga er# en op de glomus aorticum "aorta1oog#0 Centrale chemoreceptoren reageren op veranderingen van de &oolsto"dioxide dru& .eri"ere chemoreceptoren &unnen op drie verschillende varia!elen reageren: een te hoge .co2' een extreem lage .o2 en op een te lage pH 6ls een van de+e drie signalen wordt waargenomen geven de peri"eren chemoreceptoren via de hersen+enuwen een signaal door naar de medulla De situatie 1i7 e centrale c(emoreceptoren L)- O./ 3i( een hoge CO2 concentratie ontstaan er oo& veel HSen Aaar: de+e &unnen niet door de !loed>hersen !arriYre Het enige wat &an ge!euren is het doorgeven van een signaal )r +it nameli(& op de wand van de medulla een receptor die reageert op HS )n het is dus niet de hoge &oolsto"dioxide waarde maar de grote hoeveelheid protonen die een signaal innerveert De protonen +etten door middel van de receptor het respiratoire centra aan en de+e stimuleren de ademhalingsspieren waardoor een toename van ventilatie plaatsvindt
L)- O./ De centrale chemoreceptoren &unnen nooit op +uursto" reageren De situatie 1i7 e peri$ere c(emoreceptoren .eri"ere chemoreceptoren &unnen wel reageren op een +uursto" gehalte' maar pas als het +uursto" gehalte onder de 89 mm Hg +a&t in dus de aorta!oog o" de halsslagader $dit ge!eurt !i(na nooit' alleen hoog in de !ergen% De lage +uursto" dru& wordt waargenomen door de 4lomus' waardoor er een &alium&anaal sluit Het gevolg hiervan is een depolarisatie van de cel waardoor er een calcium &anaal opengaat en calcium de glomus cel instroomt Door de toename van calcium in de glomus cel vindt er exocytose van dopamine plaats naar !uiten de glomus cel De dopamine is dan oo& de daadwer&eli(&e pri&&el die &an !inden op de receptor van de sensorische +enuw *s het de glomus aorticus wordt de nervus vagus geOnnerveerd *s het vanuit de halsslagader vindt innervatie van de nervus ZZ plaats Door de !inding van dopamine gaat er een signaal naar de medulla die op +i(n !eurt +al pro!eren de ventilatie te verhogen' +odat er meer +uursto" het lichaam in &omt
.agina 2 29
.agina 2 21
6natomie ademhaling
Voorcollege
*nleiding en pleura
De !orstholte' oo& wel cavitas thoracica' vinden we drie verschillende compartimenten: in het midden het mediastinum $!estaat uit !indwee"sel met daarin een aantal !elangri(&e structuren%' cavitas pleuralis $oo& wel' de pleuraholte%: +owel lin&s als rechts van het mediastinum De pleuraholte wordt omgeven door twee vlie+en: pleura visceralis $het longvlies' ligt op de long +el"% en pleura parietalis $het !orstvlies% 6ls de long ontstaat in de em!ryonale "ase dru&t de long +ich+el" de pleuraholte in Hierdoor ontstaat er een laag(e pleura op de long $pleura visceralis% en een laag(e pleura langs de wand van het dia"ragma' de ri!!en en het mediastinum aan $pleura parietalis% De ruimte tussen pleura visceralis en pleura parietalis noemen we oo& wel de pleuraholte )r is een ple& waar +owel de pleura aan de long vast +it' als aan het mediastinum: +owel visceralis als parietalis Dit punt noemen we oo& wel: ligamentum pulmonale 3innen de pleuraholte $cavitas pleuralis% +i(n er oo& gedeeltes $recessus% te onderscheiden Becessus +i(n plaatsen in de pleuraholte waar !i( een normale in en uitademing eigenli(& geen long terecht &omt #e he!!en twee verschillende recessus in de cavitas pleuralis: recessus costodia#ragmaticus $in de !uurt van de ri!!en en het dia"ragma% en recessus costomediastinalis $in de !uurt van de ri!!en en het mediastinum% De rand van de longen &an verschuiven en dus de recessus opvullen' maar de recessus +el" &unnen niet verschuiven De longtop !evindt +ich !i( het !ovenste stu&(e van de pleuraholte' oo& wel de pleura&oepel De+e pleura&oepel noemen we cupula plearae en !evindt +ich !oven het sleutel!een )en !elangri(&e +enuw die !elangri(& is voor de innervatie van het dia"ragma is de nervus phrenicus De nervus phrenicus !egint in de ne& en loopt door het mediastinum tot aan het dia"ragma Heel de+e route +it de +enuw tussen de pleura parietalis en het pericardium #ibrosum in
Longen en luchtwegen
6ls we het over longen he!!en +i(n er eigenli(& twee !elangri(&e termen die vaa& door el&aar worden gehaald %adi' (wortel! pulmonis 0 de !undel van structuren die de long in en uit gaan Dus: de !loedvaten en de luchtwegen (ilus (poort! pulmonis 0 de ple&Lplaats in de long waar alle structuren $!loedvaten en luchtwegen% de long in en uit gaan De long hee"t verschillende +i(den: #acies costalis) #acies dia#ragmatica en #acies medialis. De #acies costalis ligt toege&eerd naar de ri!!en De dia#ragmatica is het deel van de long dat op het dia"ragma +it *acies medialis ligt naar de middenli(n toege&eerd &an worden onderverdeeld in twee stu&&en: pars vertebralis $smaller gedeelte aan de achter&ant' tegen de wervels aan% en pars mediastinalis $grootste gedeelte aan de voor&ant' tegen het mediastinum aan% L)- O./ @peci"ie& voor de lin&er long is er: incisure cardiaca *ncisura cardiaca is de inham in de lin&er long op de ple& van het hart Door de+e uitstulping is er een raar hoe&(e onderin de lin&er long die op een tong li(&t: de lingula. De longen he!!en oo& een aantal groeven' #issuren Qo hee"t de rechter long: #issura obli+ua $loopt een !eet(e schuin% en #issura hori,ontalis $loopt iets .agina 2 22
meer hori+ontaal% Door de+e twee "issuren ontstaan er drie delen in de rechter long' oo& wel long&wa!!enLlonglo!!en: lobus superior) lobus medius en lobus in#erior De lin&er long hee"t dan logische wi(s maar 55n "issuur: #issura obli+ua $loopt schuin% en door dit "issuur is er spra&e van twee longlo!!en: lobus superior en lobus in#erior 3innen de lo!!en van de longen vindt nog een verdere verdeling plaats De+e verdeling !estaat meestal uit tien verschillende segmenten' maar dit &an een !eet(e vari,ren De luchtwegen +i(n als volgt opge!ouwd: om te !eginnen de hoo"dta&' de trachea De trachea splitst in twee ta&&en: een bronchus principalis lin&s en een bronchus principalis rechts 6lle!ei de !ronchus principalis splitsen op richting de long&wa!!en' dus - bronchus lobaris naar rechts en & bronchus lobaris naar lin&s De !ronchus lo!aris splitsen tot slot in +owel 19 bronchus segmentalis lin&s $soms iets minder% als 19 rechts Ea de !ronchus segmentalis &omen nog een oneindig veel verta&&ingen' maar die hoeven we niet te &ennen
Longimpressies
Eadat de longen verwi(derd +i(n uit het lichaam en ge!alsemd +i(n er indeu&ingen te +ien De+e indeu&ingen +i(n normaal niet aanwe+ig in een leven lichaam waar alles constant !eweegt Practicum Het &an voor&omen dat er teveel vocht in de pleuraholte +it' door !i(voor!eeld hart"alen Hierdoor +ou een pati,nt last &unnen he!!en van !enauwdheid doordat de long niet &an uit+etten in de recessus costadia"ragmaticus )en oplossing hiervoor is het a"tappen van de vloeisto" De longaanleg ontstaat uit de oerdarm *n de longradix +i(n ont+ettend veel !ruinL+wart ge&leurde lym"e&lieren te +ien De+e !ruinige &leur &omt door &oolsto" =erder !evinden +ich in de longradix een aantal vaten: arterie pulmonales $+uursto" arm !loed van hart naar longen%< 2 x vena pulmonales $+uursto"ri(&!loed van longen naar het hart% en een 1ronc(i pulmonales0
Aicroscopie ademhaling
Voorcollege
-rachea
De tracheawand is onder te verdelen in verschillende lagen )pitheel laag $)%' daaronder een laag(e !indwee"selLlamina propria $L.% met elastineve+els en !loedvaten' de volgende laag is de su!mucosa $@A% met &lierwee"sel' onder de @A laag vindt (e ve+elig !indwee"sel en tot slot de onderste laag !estaat uit &raa&!een Kraa&!een in de trachea voor&omt dat de trachea helemaal +ou &unnen dicht&lappen $+ie plaat(e 6 voor de verschillende lagen%
.agina 2 21
6ls (e de epitheellaag uitvergroot vindt (e een aantal structuren' nameli(&: de cilia aan de luminale+i(de' de witte structuren is het sli(m van de sli(m!e&ercellen $+ie plaat(e 3% Het epitheel dat +owel de trachea als de !ronchus !e&leed is een pseudomeerlagig trilhaar epitheel 6lle cellen in dit epitheel he!!en dus hun !asis op de !asale lamina en lopen helemaal door tot het lumen -ussen de cellen van het epitheel +itten een soort van stamcellen en de+e lopen niet helemaal van !oven naar !eneden
3ronchus
De trachea verta&t +ich als we verder in de luchtpi(p gaan in de !ronchi,n De wand van de !ronchi,n li(&t heel erg op de wand van de trachea 6lleen vindt (e !i( de !ronchi,n tussen de lamina propria $L.% en de su!mucosa $@% laag vindt (e glad spierwee"sel $A% Oo& is er in de su!mucosa laag minder &lierwee"sel aanwe+ig dan !i( de trachea
Op !ovenstaande "oto is wel een laag(e &raa&!een te +ien $C% Het epitheel van de !ronchus is dus oo& pseudomeerlagig trilhaar epitheel *n het plaat(e rechts!oven +i(n met C de cilia aangegeven en met 4 de sli(m!e&ercellen L)O./ @li(m!e&ercellen he!!en geen cilia aan hun oppervla&
3ronchiolus
Ea de !ronchiolen vinden er verdere verta&&ingen plaats' de !ronchiolus Oo& hier is de !innenste !e&ledinglaag epitheel met trilharen' alleen nu is het een cilindrische trilhaardragende epitheellaag Om de+e laag +it een laag gladde spiercellen $A% die de diameter van de !ronchiolus reguleren
.agina 2 2?
De = op het plaat(e staat in een !loedvat $ her&en!aar aan de rode structuur% Oo& &un (e in het wee"sel van de !ronchiolus al een aantal alveoli structuren her&ennen Het longwee"sel !estaat uit twee verschillende typen !ronchiolen: terminale en respiratoire !ronchiolus De terminale !ronchiolen is een !uis waar nog geen gaswisseling mogeli(& is De respiratoire !ronchiolen is een structuur waar wel gaswisseling plaats &an vinden' omdat hier al een aantal alveoli op uit&omen $6% Eadat (e verder vana" de !ronchiolen de luchtwegen in gaat &om (e een aantal structuren tegen: alveolaire duct $6D%' alveolaire +a& $6@% en een doodlopend einde: de uiteindeli(&e alveoli
Hoe dieper (e in de luchtweg &i(&t hoe dunner de wanden worden Oo& verandert het epitheel: van pseudomeerlagig' naar cilindrisch' naar &u!isch epitheel en uiteindeli(& in de alveoli plat epitheel +onder trilharen
*n de .2 cellen vindt (e lege vacuolen *n de+e vacuolen +at het longsur"actant' maar ti(dens het ma&en van de preparaten is de+e sto" opgelost @ommige vacuolen +i(n niet leeg' maar +itten vol met laminair achtige structuur' oo& wel laminair !odyIs genoemd *n de alveolaire ruimte +i(n de twee lamina ge"useerd tot 1 !asale mem!raan *n de alveolaire septa' dus tussen de pneumocyt cellen 1 !evind +ich elastine en collageen De+e twee structuren +orgen voor een ver!inding van de verschillende alveoli wanden Op de+e ple&&en is de wand dus iets di&&er Miteraard +i(n er dus oo& "i!ro!lasten aanwe+ig voor de synthese van het elastine Practicum De &raa&!eenringen in de trachea +orgen ervoor dat de luchtpi(p niet helemaal &an worden dichtge&nepen door de dynamische luchtweg compressie 3en immo1iel cili)ns9n room: de trilharen &unnen niet goed !ewegen waardoor het vuil de longen niet goed uit &an en de &ans op in"ecties toeneemt De +aadcellen !ewegen +ich oo& voort met !ehulp van de trilharen en dus &an het immo!iel cili,nsyndroom oo& leiden tot onvrucht!aarheid
.agina 2 28