Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Religie samenvatting Jodendom

Deze woordenlijst is een hulpmiddel bij het leren van de aantekeningen van de religielessen. Tora Tenach Genesis Exodus Leviticus Numeri Deuteronomium Synagoge Sjoel Heilige Ark Godslamp Bima Jad Chazan Rabbijn Minjan Mezoeza Sjema onderwijzing, eerste 5 boeken van de Tenach joodse heilige schrift 1e boek Tora over de wording van de wereld 2e boek Tora over de uittocht van het joodse volk uit Egypte 3e boek Tora met de wetten van de joodse cultus 4e boek Tora over het verblijf van het joodse volk in de woestijn 5e boek Tora met een herhaling van de joodse wet plaats van samenkomst, joods gebeds- en studiehuis het Jiddische woord voor synagoge kast met torarollen in de synagoge (in de richting van Jeruzalem) eeuwig brandende lamp als teken van aanwezigheid van God plaats in de synagoge waar de tora wordt voorgelezen betekent hand en is een aanwijsstokje voor het lezen van de tora voorzanger, zingt de gebeden in de synagoge leraar, tora-expert en de spirituele leider van een joodse gemeente minimum van 10 joodse mannen om een gebedsdienst te houden deurpostkokertje met een tekst uit de tora Belangrijk gebed in de joodse religie Je moet de Heer je God liefhebben met heel je hart, heel je ziel en met heel je verstand. Hoofddeksel voor joodse mannen in de synagoge Gebedsmantel voor joodse mannen in de synagoge Gebedsriemen voor joodse mannen in de synagoge Naam van God in de Tenach; wordt uit eerbied nooit uitgesproken Mijn Heer: zo wordt de naam van JHWH uitgesproken Rustdag in het jodendom: begint vrijdag na zonsondergang en duurt tot na zonsondergang op zaterdag Gevlochten broden die tijdens de sabbatsmaaltijd worden gegeten Commentaar /encyclopedie bij de Tenach; Na de Tenach het belangrijkste boek in jodendom Geheel van spijswetten: wat je wel of niet mag eten in het jodendom In orde: joodse term voor goedgekeurd voedsel Joodse jongen wordt op de 8e dag na de geboorte besneden als teken dat hij bij het Verbond van God hoort (Genesis 17:9-12). Op die dag krijgt hij ook zijn naam. Meisjes worden niet besneden. Zoon van Gebod: joodse jongen wordt op 13-jarige leeftijd verantwoordelijk voor de joodse wet. Hij telt nu mee als volwassen man voor het minjan en mag voorlezen uit de Tora 1

Kippa/Keppeltje Talliet Tefillien JHWH (Jahweh) Adonai Sabbat Challe Talmoed Kasjroet Koosjer Besnijdenis

Bar-mitswa

Bat-mitswa

Mazzel tov

Kaddisj Pesach

Sjawoeot Soekot

Rosj Hasjana Sjofar Jom Kipoer Chanoeka

Chanoekia Poerim

Dochter van Gebod: joods meisje wordt op 12-jarige leeftijd verantwoordelijk voor de joodse wet. Vrouwen mogen niet voorlezen uit de Tora. Veel geluk! Wordt geroepen op joodse bruiloft als de bruidegom het glas kapot trapt nadat het bruidspaar wijn gedronken heeft. Het glas staat voor de breekbaarheid van het leven en de wereld waaraan je altijd moet denken ondanks alle liefde en geluk in je leven. Gebed van de rouwenden nadat iemand is overleden. Joden geloven dat de ziel terugkeert naar God. Pasen: het joodse Paasfeest als herinnering aan de bevrijding van het joodse volk uit de ballingschap van Egypte. Ook Feest van de ongezuurde broden genoemd, vanwege het overhaaste vertrek uit Egypte zodat het brood met gist niet kon rijzen. Weken: tijdens dit feest gedenken de joden dat God het joodse volk op de berg Sina de Tien Woorden/Geboden heeft gegeven Loofhutten: dit feest duurt zeven dagen en de joden gedenken dat het joodse volk na de bevrijding uit Egypte een lange reis door de woestijn moest maken. Ze woonden toen in loofhutten. Hoofd van het jaar: het joodse Nieuwjaarsfeest. Joden bezinnen zich op het leven. Een ramshoorn waarop tijdens Rosj Hasjana en Jom Kippoer geblazen wordt om de joden tot bezinning op te roepen. Grote Verzoendag: feest op de 10e dag na Nieuwjaar. Dan belijden de joden hun fouten tegenover God en elkaar. Het is een vastendag. Toewijding of Lichtfeest. De joden gedenken dat de tempel in Jeruzalem is heringewijd nadat deze was ontheiligd. Het feest wordt gehouden om de eigen identiteit van het joodse volk te vieren. 9-armige kandelaar voor het Lichtfeest Chanoeka. 8 kaarsjes voor iedere feestdag en 1 kaarsje om de anderen mee aan te steken. Loten: dit feest herinnert aan het verhaal van Ester, de (geheime) joodse koningin die door haar heldhaftig optreden de vernietiging van het joodse volk wist te voorkomen. Het is een vrolijk kinderfeest.

Verder: Leer de woorden van de woordenlijst De drie stromingen van het Jodendom (blz. 6 en 7) Orthodoxe Joden: Zij houden zich zo stipt mogelijk aan de regels van de tora.

Ze bidden zoals voorgeschreven, rusten op sabbat, vieren joodse feesten volgens strikte richtlijnen en houden zich nauwgezet aan de voedsel- en reinheidsvoorschriften. Liberale joden: Zij houden zich niet zo strak aan de voorgeschreven regels van de Thora.

Modernere levenswijze dan de orthodoxen, meer aangepast op de cultuur in het land waar ze wonen. Soepeler met sabbat, voedsel- en reinheidswetten en kledingvoorschriften. Niet-godsdienstige joden: Zij volgen de ontwikkelingen binnen het Jodendom op afstand en geloven niet (meer) in God.

Ze voelen zich wel verbonden met joden, maar zijn niet actief godsdienstig, sommigen houden nog wel bepaalde rituelen in ere omdat ze die belangrijk vinden, maar anderen voelen zich niet meer aangesproken door het joodse geloof. De synagoge ( blz. 10 en 11) wat is dat, wat tref je aan?

1 - Ark 2 - Podium 3 - Lessenaar 4 - Preekstoel 5 - Menora 6 - Banken

De plaats waar de joden samenkomen om te bidden, of speciale dagen te vieren, heet de synagoge, of de sjoel, de school, het gebedshuis waar mensen leren over god en hem gedenken. Er zijn een paar dingen binnen die belangrijk zijn voor het goed laten verlopen van een dienst Er is een aantal banken binnen. In orthodoxe synagogen zijn er aparte banken voor vrouwen en mannen. Dan wordt je niet afgeleid om steeds naar elkaar te kijken. In veel moderne synagogen kunnen vrouwen en mannen naast elkaar zitten en staan de banken
3

ook anders. De banken zijn gericht naar een lessenaar, een plank waar de Thora op gelegd kan worden om uit voor te lezen. Het lijkt meer op zingen, iemand die dat doet noem je chazzan, een voorzanger. Deze leidt ook de sjoeldienst, of soms doet de rabbijn dat. De rabbijn is de leidende persoon van de sjoel en de mensen die daar komen. Het leiden van de dienst gebeurt op een andere plek dan bij de lessenaar, daar mag alleen de heilige Thora voorgelezen worden. De rabbijn en de chazzan hebben een eigen stoel, die naast de ark staan. De ark is een nis in de muur, bijna altijd naar het oosten. De ark is afgesloten door een gordijn en vaak ook nog een hek. Want daarachter liggen de belangrijkste stukken van de synagoge, de Thorarollen. Deze zijn soms al honderden jaren oud. Door ze heel voorzichtig te gebruiken, gaan ze lang mee. Als er toch een rol echt versleten is, wordt deze niet vernietigd, maar begraven. Veel is er niet nodig om een synagoge te maken, maar joden geloven dan ook dat hun geloof in het lichaam zit, en niet in de bezittingen die iemand heeft. Joods onderwijs (blz. 18)

Op een joodse school wordt naast regulier onderwijs, ook nog joods onderwijs gegeven. Omdat het veel studie en training vraagt om alle 613 Thoravoorschriften te begrijpen en toe te passen in het persoonlijke leven. Kosjer eten (blz. 20 en 21): drie voorwaarden

1e voorwaarde. Er mogen alleen reine dieren gegeten worden. Vlees van dieren die herkauwen en gespleten hoeven hebben, zoals koeien en schapen. Geen varkens. Vissen zijn kosjer, wanneer ze schubben en vinnen hebben. Paling en schelpdieren dus niet. Vogels mogen worden gegeten als ze leven van graan en/of planten. Eieren en melkproducten zijn alleen toegestaan als ze afkomstig zijn van reine dieren. 2e voorwaarde. Er mag niets gegeten worden waar bloed in zit. Het vlees moet op de juiste manier zijn geslacht. Dit gebeurd bij een kosjere slachter. Thuis wordt het in water gelegd, gezouten en in een vergiet of doek weggelegd om het laatste spoortje bloed te laten verdwijnen. 3e voorwaarde. Vlees en zuivelproducten mogen niet samen bereid of gegeten worden. Een vleesgerecht kan nooit worden besloten met een zuiveldessert. Een orthodox joods huishouden heeft daardoor een gedeelde keuken en vaak ook dubbel keukengerei. Rituelen bij het leven ( blz. 22 t/m 25) Geboorte en besnijdenis: een jongetje wordt, op de achtste dag na de geboorte, besneden. Tijdens het weghalen van de voorhuid spreekt de besnijder een zegenspreuk uit die betrekking heeft op het verbond met God. Bovendien wordt dan de naam van de baby bekent gemaakt. Voor meisjes vindt er een feestelijke ceremonie in de synagoge plaats, waar hun naam bekent wordt gemaakt. Bar Mitswa (zoon van het gebod): op 13 jarige leeftijd wordt de jongen als een volwaardig lid in de geloofsgemeenschap opgenomen. De jongen wordt dan een man, die geacht wordt zijn religieuze taken te volbrengen. Bij de Bar Mitswa ceremonie leest de jongen voor het eerst in het openbaar uit de Thora voor. Bovendien mag hij voor het
4

eerst de tefilien gebruiken. Dit is een gebedsriem die tegen het voorhoofd of om de linkerarm wordt gehouden. In liberale Joodse gemeenschappen wordt er tegenwoordig een vergelijkbaar feest voor meisjes gehouden, de zogenaamde Bat Mitswa (dochter van het gebod) , dit gebeurd op twaalfjarige leeftijd. Het huwelijk: de huwelijksceremonie kan in de open lucht of in de synagoge worden gehouden. Het bruidspaar staat hierbij onder een choepa, een versiert dak dat het nieuwe huis van het echtpaar moet symboliseren. Tijdens de ceremonie schuift de bruidegom een gouden ring aan de vinger van de bruid en wordt het huwelijkscontract (de Ketoeba) voorgelezen. Hierna spreekt de rabbijn zeven zegenspreuken uit over het huwelijk. Tot slot trapt de bruidegom een wijnglas kapot. Het idee hierachter is dat de herinnering aan de verwoesting van de tempel in Jeruzalem levend blijft. Hierbij roepen de aanwezigen: mazzeltov (veel geluk). Dood en begravenis: de dode moet binnen 24 uur na het overlijden in gewijde Joodse grond worden begraven. Het lichaam wordt gewassen, gezalfd met kruiden en gewikkeld in een wit doodskleed. In de week na het overlijden nemen de nabestaanden geen deel aan het gewone leven en blijven thuis. Familieleden, vrienden en bekenden zijn verplicht om hen te bezoeken, eten te geven en hen bij te staan. In het eerste jaar wordt de overledene iedere dag in de synagoge met een gebed herdacht. Na het eerste sterfjaar wordt de overledene jaarlijks herdacht.

Feest- en gedenkdagen (blz. 26 t/ m 29)

You might also like