Hoofdstuk 19.

Afwerking

9.Welke van onderstaande verfsystemen is niet geschikt voor pleister- en metselwerken?

a.Chloorrubberverf.
b.Poly-urethaanverf.
c.Silicaatacrylverf.

10.Welk onderstaande verfsoort bevat de minst schadelijke bestanddelen voor het milieu?
a.Acrylaatverf.
b.Alkydverf.
c.Poly-urethaanverf.

11.Alkydharsverf heeft ten opzichte van acrylaatdispersieverf voor- en nadelen. Welke bewering is
juist?
a.Alkydharsverf droogt sneller dan acrylaatdispersieverf.
b.Alkydharsverf is milieuvriendelijker dan acrylaatdispersieverf.
c.Alkydharsverf laat minder waterdamp door dan acrylaatdispersieverf.

12.De eigenaar van een woning wil de kozijnen van een andere kleur voorzien. De bestaande
verflaag is nog geheel intact. Welke van de onderstaande werkwijzen is het beste?
a.Het houtwerk licht schuren, gronden en lakken.
b.Het houtwerk ontvetten met terpentine, licht schuren en lakken in de gewenste kleur.
c.Het houtwerk ontvetten met ammonia, licht schuren, gronden, licht schuren en lakken in de
gewenste kleur.

13.Welke van onderstaande transparante materialen wordt in het algemeen toegepast bij beperkte
glasopeningen in puien, deuren en kozijnen wanneer hieraan brandwerende eisen worden
gesteld?
a.Floatglass.
b.Polycarbonaat.
c.Spiegeldraadglas.

14.Tegenwoordig worden voor het schilderen vaak 'high solid lakken' toegepast.
Wat is het specifieke kenmerk van deze laksoort?
a.Kortere droogtijd dan traditionele lakken.
b.Hogere krasvastheid dan traditionele lakken.
c.Minder uitstoot van oplosmiddelen dan bij traditionele lakken.

15.Sinds 1 januari 2000 mag volgens de ARBO-wetgeving voor binnenschilderwerk geen

oplosmiddelhoudende verf meer worden toegepast. Als alternatief wordt watergedragen verf
toegepast. Dit is verf waarin het bindmiddel in water is verdeeld.
Bij welke van de volgende verfsoorten is dit het geval?
a.Alkydhars verf.
b.High solid verf
c.Acrylaat dispersie verf.

16.Welke zogenoemde latexverf wordt in het algemeen gebruik voor het sauzen van
binnenmuren?
a.Celluloselak.
b.Acrylaatverf.
c.Alkydharsverf.

80 Werkboek 2006 Bouwkunde

Hoofdstuk 19. Afwerking BESTEK EN TEKENING
Deze vragen hebben betrekking op bijgeleverd bestek en tekeningen

1.Welke primaire functie heeft de plafondafwerking in de berging op de begane grond?

a.Een thermische functie.
b.Een akoestische functie.
c.Een brandwerende functie.

2.Wat wordt toegepast door de stukadoor bij de overgang van ongelijke materiaalsoorten ter plaatse
van inwendige, horizontale hoeken?
a.Insnijdingen.
b.Hoekbeschermers.
c.Stucstopprofielen.

3.Hoe dik dient de verflaag te zijn van het grondsysteem beschreven in paragraaf 46.31.1 O?
a.30 mu.
b.35 mu.
c.40 mu.

4.Wat betekent "afmessen" (40.00.1 O)?

a.Een dunne raaplaag aanbrengen.
b.Beschadigingen repareren en vervolgens een zeer dunne laag mortel aanbrengen.
c.Het wegwerken van leidingen en gaten.

5.Wat is de afwerking van de muren in de hal?

a.Spuitpleisterwerk.
b.Witpleisterwerk.
c.Schuurwerk.

6.Hoe worden in het binnenmilieu de niet in het zicht komende stalen onderdelen bewerkt?
a.Eén laag grondverf.
b.Twee lagen grondverf en één laag dekverf.
c.Twee lagen corrosiewerende primer.

7.Welke voegvulling dient, volgens het bestek, te worden toegepast bij wandtegels aansluitend op
vloertegels en wandtegels aansluitend op kozijnen/aftimmeringen e.d.?
a.Compressieband.
b.Elastische kit.
c.Verstijvende kit.

8.In detail 19 is sprake van mineraal gebonden houtwolplaat. Wanneer wordt dit aangebracht? (zie
bestek)
a.Bij het storten van de betonvloer.
b.Bij het timmerwerk.
c.Gelijktijdig met de plaatsing van de isolatieplaten op het platte dak.

Bouwkunde Werkboek 2006 81