Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 40

HInT

CHAOS!

Bouwput op Heyendaal

Arrivederci Berlusconi?

Zoeken naar Khalil

- Historisch Institutioneel Tijdschrift -


Nummer 5 - 2009
| HInT

HInTLeiding - Herfst Colofon


Jaargang 26, Nummer 5,
Oktober 2009.
Op de ruiten van mijn SSHN kamertje weerklinken de regendrup-
Het Historisch Institutioneel
pels van een grauwe herfstmorgen. Ik sla de wekker, die inmiddels
Tijdschrift (HInT) is het
al een keer of vijf de snooze-stand heeft moeten trotseren, kordaat
periodiek van GSV Excalibur.
uit en, de slaap nog uit mijn ogen wrijvend, stap ik onder de douch.
Tijdens het ontbijt check ik gauw mijn webmail - alweer een e-mail
van ene A.C.M. Khalil - en spring op de fiets naar de uni. De fiets- Redactiadres
tocht verloopt niet zonder problemen. Al op de Hatertseweg moet Erasmusplein 1
ik afstappen vanwege de bouwwerkzaamheden die heel Nijmegen kamer 1.60a/9.14
lijken te teisteren. Vanaf mijn kamer tot de universiteit lijkt het één 6525 HT Nijmegen
grote bouwput. hintredactie@gmail.com
Oplage: 350
Geërgerd, natgeregend en bovendien, te laat, betreed ik de college- ISSN: 0923-9375
banken. Tijdens colleges wordt gerefereerd aan het vallen van de © GSV Excalibur 2009
Muur, zo’n twintig jaar geleden en wordt door mijn medestudenten
aan het Oktoberfest van de GSV gememoreerd. Redactie:
Joost Ankone, Paul Bongers,
Na mijn college, de lunchpauze gedeeld met een - vooral uit man- Martijn van den Boom,
nen bestaand - gezelschap van de Master Politiek en Parlement, Dieuwertje ten Brinke, Martin
Buunk, Myrna van Deursen,
verwoed de plannen van Plasterk bekritiserend, besluit ik de weg
Bob van Dijk, Peter Kerris,
naar huis te beginnen. Dankzij de nieuwe flatscreens in de Refter
Gaard Kets, Aniek de Kort,
constateer ik dat het beter is om even te wachten - de buienradar
Arlette van Lint, Meike Lucas
vertelt mij dat het nog even regent - en ik besluit nog een kop kof-
Coen Pouls, Freke Remmers,
fie te kopen bij de steeds bekend wordende John.
Tim Riswick, Thomas Vries

Op die momenten, wachtend op het Met bijdragen van:


einde van de herfstbui, laat ik de on- Erik Cleijne, Roel Vossen
derwerpen van de dag nog even de
revue passeren. En ik hoop dat ik van- Eindredactie:
af dit moment niet de enige ben. Ik Paul Bongers, Remy Maessen,
wens de lezer veel plezier met het Coen Pouls, Freke Remmers
meebeleven van een aantal momenten
en impressies van de geschiedenisstu- Hoofdredacteur:
dent anno 2009. Remy Maessen

Foto Voorpagina:
Remy Maessen, Freke Remmers
hintredactie@gmail.com

|2
In dit HInT...
oktober 2009 |

5 8 12
In HInTerview dit keer een De universiteit transformeert Wilde jij ook altijd al weten
gesprek met oudheidkundige in rap tempo. Lees hier de wie de mysterieuze persoon
Nathalie de Haan. Zij spreekt opinie van Paul Bongers over achter de mails is? Thomas
over carrière, buitenland en de veranderingen. Vries ging op zoek naar de
de ‘eeuwige student’. identiteit van A.C.M. Khalil.

28 34 36

Hells angels maakten een bruut De plannen van Plasterk hou- De Refter is veranderd. Flats-
einde aan de ‘Summer of Love’ den het Nederlands studenten- creens en een campusshop
en aan de creativiteit van de leven in hun greep. Joost Anko- domineren het nieuwe beeld.
Rolling Stonen. Lees ne wilde er het fijne van weten. Coen en Myrna reageren.

Het reilen en zeilen der GSV 4 Geschiedenis in de Medenzeggenschap 20


HInTerview - Nathalie de Haan 5 Sympathy for the Hell’s Angels 22
Omdat je huis nooit af is 8 Vrouwen en politiek 25
CollegeCribs - Dirk Cornelissen 10 ViaVia Ronald Goorden 28
Dromen over Khalil 12 Minoordeel Amerikanistiek 30
Oost Europa na het communisme 14 “Investeer meer!” 32
Wilkommen zum Oktoberfest 16 De Nieuwe Refter 34
Filmrecensie 18 De seksschandalen van Silvio 36
Boekrecensie 19 De Cleijne Geschiedenis 39

3|
| HInT

Het reilen en zeilen der GSV


In deze rubriek een schets van het reilen en zeilen binnen de GSV. Welke
activiteiten zijn de afgelopen periode georganiseerd en wat ligt de komende
tijd in het verschiet?

Lees het hier en je weet wat er speelt!

Oktoberfest GSV’ers richting Alphen om er een legendarisch


Woensdag 30 september liet het jaarlijkse eerstejaarsweekend van te maken, en dat werd
Oktoberfest de Camelot weer schudden op haar het. Een heksenthema en een cantus maakten
grondvesten. Pullen echt Oktoberfest-bier, er een mooi weekend van, ochtendgymnastiek
Volksmusik en Bratwurst maakten er een Duits van Roger deed de rest.
festijn van wat zijn weerga niet kende. Voor
foto’s: kijk op de achterkant. Interne constitutieborrel
Woensdag 14 oktober zal het nieuwe GSV be-
Wissel ALV stuur zich officieel aan de leden presenteren.
Een dag later, op 1 oktober, een serieuze aange- Kom een pilsje drinken met je medestudenten
legenheid. Het bestuur 2009/2010, onder lei- in de Camelot.
ding van voorzitter Roger van der Hoeven werd
geïnstalleerd en Anouk Keune werd door de Kleine Reis
ALV goedgekeurd als bestuurslid Formele Za- Van 29 oktober tot en met 2 november zal een
ken. delegatie van ruim 30 GSV leden in het teken
van de Kleine Reis het Kanaal oversteken en
Eerstejaarsweekend Londen bezoeken. Een impressie van deze reis
Vrijdag 2 oktober vertrok een grote groep in het volgende nummer!

Voor meer info check de nieuwsbrief of kijk op http://gsv.ruhosting.nl

Het 26ste bestuur van de GSV Excalibur

Bovenste rij v.l.n.r. Roger van der Hoeven, Zorah


Blok, Remy Maessen en Karin Geerts;
Onderste rij v.l.n.r. Tamara van Lith, Anouk
Keune en Sjir Worms

|4
oktober 2009 |

HInTerview - Nathalie de Haan


Over carrière, het buitenland en de eeuwige student
Door Tim Riswick en Arlette van Lint

Studeer geschiedenis in Nij-


megen en je komt niet om
haar heen. Vanaf dag één krijg
je college van de enthousiaste
kennisbron Nathalie de Haan.
Reden genoeg om voor dit
HInTerview bij haar op be-
zoek te gaan. Waar zij alle
kennis vandaan haalt wordt al
snel duidelijk wanneer wij
haar kamer op de tiende ver-
dieping binnenstappen. Boe-
ken in de kast, op de kast, op
de tafel en op haar bureau.
Tacitus, Cicero en Plinius, het
is duidelijk dat we met een
docente Oude Geschiedenis te
maken hebben. En dit is nog
maar een deel van haar collec-
tie.

Geen geschiedenisstudent
De Haan, docente Oude Geschie-
denis, heeft verrassend genoeg
geen Geschiedenis gestudeerd,
maar is classica van huis uit. Op
de middelbare school twijfelde
zij tussen Nederlands, Geschiedenis en Klassieke Talen. Uiteindelijk koos zij voor een combinatie
van de literatuur, de cultuurhistorische vraagstukken en het romantische Indiana-Jones beeld. Het
werd dus klassieke archeologie. Maar hoe leuk veldwerk ook is, dit was niet het enige wat ze wilde
doen. “Ik ben niet iemand van de scherven, potjes en pannetjes, ik ben cultuurhistorisch geïnteres-
seerd. Het voordeel van klassieke archeologie is dat we ook met schriftelijke bronnen werken. Dit
spanningsveld tussen materiële en schriftelijke bronnen heb ik altijd interessant gevonden.”

5|
| HInT

Zij begon haar studentenleven hier in Nijmegen in 1986 met volle vreugde en inzet en is in 1992
afgestudeerd. “Wij hadden meer tijd voor verdieping en een programma dat meer ruimte bood voor
een langdurig buitenland verblijf.” Over haar studententijd is ze heel positief, maar de mooiste tijd
van haar leven noemt ze het niet. “Ik hoop altijd dat de mooiste tijd nog gaat komen.” Vooral de
hoeveelheid energie die ze had, is haar bijgebleven. “Een halve nacht doorhalen en de volgende
morgen in de collegezaal zitten en nog iets opsteken ook, dat kon toen nog.” Ze studeerde met hart
en ziel, maar had daarnaast ook een druk sociaal leven. Ze was actief lid van de studentenvereni-
ging Klassieken en bovendien deed ze bestuurswerk in de faculteitsraad. Hier heeft ze veel van
geleerd en De Haan raadt studenten dan ook aan om bestuurswerk te doen. Als mooiste herinne-
ring noemt zij haar eerste aanblik van een Griekse tempel in Paestum. “Toen viel ik zo ongeveer om
vanwege de enorme grootte van de goedbewaarde tempel. Het is toch een verschil of je het uit de
boeken leert of in de werkelijkheid ziet.” Dit gebeurde tijdens een van de opgravingscampagnes van
de afdeling archeologie in Italië.

Buitenland
De Haan ziet geschiedenis als een vak waarbij je er veel op uit moet. Welk tijdvak je ook bestudeert.
“Ga naar tentoonstellingen, naar musea, naar het buitenland. Pas dan ga je zelf samenhang zien die
je echt niet alleen uit de boeken kunt leren.” Als student voor haar doctoraalscriptie ging zij naar
Rome met een beurs van het Koninklijk Nederlands Instituut Rome (KNIR). Zij keerde vanaf haar
achttiende ieder jaar terug naar deze stad. Daarna heeft zij een onderzoeksaanstelling gekregen in
Nijmegen, maar in 2000 ging zij alweer terug naar de Eeuwige Stad. Zij kreeg een aanstelling bij het
KNIR, had de afdeling Oudheid onder haar hoede en begeleidde onder meer Nederlandse studenten
en promovendi die met een beurs op het Instituut verbleven. Kortom ze hield zich bezig met onder-
zoek en onderwijs. In Rome komen vele disciplines, zoals geschiedenis, kunstgeschiedenis en arche-
ologie bij elkaar. Over haar favoriete plek in Rome moet ze even nadenken. “Dat zijn er zoveel…!” In
ieder geval spreekt de sfeer van de grote markt bij Piazza Vittorio Emanuele op zaterdagmorgen
haar erg aan.

Docent en student
Sinds 2006 is De Haan weer in Nijmegen actief als docente Oude Geschiedenis. “Ik vind onderwijs
geven erg leuk. Dat doe ik met veel plezier. Ik probeer me wel te realiseren dat wij als docenten niet
moeten vergeten dat als je begint met studeren er veel tegelijk op je afkomt. Je moet mensen uitda-
gen en ik leg de lat graag hoog, want mijn taak als docent is het beste uit studenten te halen.” Ze
vindt het niet erg als je als student iets niet weet, daar kan immers aan gewerkt worden. “Ik ga er-
van uit, totdat het tegendeel bewezen is, dat mensen hier komen met voldoende intelligentie en met
een grote motivatie en interesse. Voor de rest valt alles te leren, als je maar nieuwsgierig bent.”
Grote missers zijn tijdens haar colleges eigenlijk niet voorgekomen. “De techniek blijft wel altijd
spannend. Ik ben geen ongelofelijke kluns met computers, maar soms gaat er wel eens iets mis met
de apparatuur. Toen dat gebeurde had ik gelukkig een hele ouderwetse stift bij me en hing er een
bord. Dat gaat eigenlijk ook.” Het geven van colleges is iets waar je volgens De Haan aan moet blij-

|6
oktober 2009 |

ven werken. Hierbij is de timing van een college wel lastig. “Ik vind het echt een sport om in twee
keer drie kwartier precies te vertellen wat je wilde vertellen, en dan ook geen minuut langer.” Van-
daar dat haar colleges bijna nooit uitlopen. Schroom niet om vragen te stellen tijdens haar colleges,
want respons uit de zaal vind De Haan juist fijn. “Een college moet geen statische monoloog wor-
den.” Kom echter niet te laat, want dat leidt toch af. “Mensen die te laat binnenkomen zullen dat niet
zo bedoelen en zich dat misschien niet realiseren. Maar je bent dan toch even van je lijn af.” Soms
maakt ze hier ook wel ironische opmerkingen over, waarbij de laatkomers de ironie misschien niet
altijd doorhebben.
Over de plannen van Plasterk is ze absoluut niet enthousiast. “Goed onderwijs, van kleuter-
school tot universiteit, vormt het fundament van onze samenleving. Maar de kwaliteit staat onder
druk als de middelen structureel onvoldoende zijn. Van een minister die zelf uit de wetenschap
komt had ik meer visie voor de langere termijn verwacht, nu regeert vooral de waan van de dag.
Studenten moeten zich op hun beurt realiseren dat ze aan hun eigen toekomst en de toekomst van
de samenleving bezig zijn.” De ideale student is volgens De Haan dan ook nieuwsgierig, breed geïn-
teresseerd en absoluut geen minimumlijder. “Een goede student is niet tevreden met een zes als er
een acht mogelijk is. En als student moet je veel lezen, zowel vakliteratuur als algemene literatuur
en vooral naar tentoonstellingen en films gaan.” Haar grootste tip voor studenten is om naar het
buitenland te gaan. Dit kan studie-gerelateerd zijn, maar ook in je zomervakantie kun je erop uit. “Je
kunt drie weken in de zon gaan liggen bakken, maar je kunt je tijd ook anders besteden.” Een waar-
deoordeel geeft ze hier verder niet over, maar haar voorkeur is duidelijk.

Zo blijf je scherp
In haar vrije tijd heeft De Haan een druk sociaal leven. Zij houdt dan ook erg van gezellig dineren
met vrienden. Een goed Italiaans restaurant in Nijmegen heeft ze helaas nog niet gevonden. Ook
houdt ze zich graag bezig met het lezen van literatuur, de krant en opiniebladen. Bovendien is zij
actief in een stichting voor kleinschalige hulp aan India. “Ik probeer ook de zaken in het heden bij te
houden en niet alleen met mijn hoofd in het verleden te leven. Ik voel mij betrokken bij de wereld
van nu en zeker ook bij andere delen van de wereld. Misschien komt dit ook wel doordat ik zes jaar
in het buitenland heb gewoond. Dan voel je dat de wereld groter is dan Nederland en verandert je
blik op de wereld.”
Hier in Nijmegen heeft ze het erg naar haar zin, maar in de toekomst zou ze graag nog een keer
naar het buitenland gaan. Bijvoorbeeld een jaartje naar de Verenigde Staten. “Zo blijf je scherp.” |

Commissielid worden?
Stuur een mail naar:
excalibur@let.ru.nl
7|
| HInT

Omdat je huis nooit af is


Door Paul Bongers

In voorgaande jaren vielen veranderingen binnen de universiteit nog wel mee. In de nazo-
mer was de Dictatencentrale weer elders te vinden, de hele afdeling Geschiedenis was
‘tijdelijk verhuisd’ naar de achttiende verdieping, en de entreehal van het Erasmusgebouw
was ineens drie keer zo groot. Het was allemaal even slikken, maar na een week vielen de
wijzigingen niet meer op. Inmiddels is de veranderingsdrift op een hoger niveau gekomen.
In ieder klein hoekje schuilt tegenwoordig niet alleen een ongelukje, maar ook een bouw-
vakker.

Ik ben inmiddels vergeten waar de


Dictatencentrale zich vroeger bevond.
Ik kan me wel herinneren dat zij in-
eens naar de tweede verdieping in het
Erasmusgebouw verhuisd was. Daar
waar nu alleen nog een leeg hok is.
Tegenwoordig, of zo heb ik begrepen,
hebben ze de hele centrale maar naar
het internet verhuisd. En ook daar kan
niemand het vinden. Mentoren krab-
den aan hun voorhoofden toen hun
ruwe diamantjes vroegen waar ze de
readers moeten halen. Ellenlange uit-
eenzettingen over waar de Dictaten-
centrale ‘was’ en hoe ‘vroeger alles
beter was’ waren het gevolg .

Verwarring en desillusie, woede en


onzekerheid is wat ik van gezichten
lees op het kruispunt van de Heyen-
daalseweg en de Erasmuslaan. Het is
ook wel te begrijpen. In plaats van de
jolige studentenmeisjes die daar normaliter in de ochtend te zien zijn, zijn het bouwvakkers met
hun nare inkijkjes die me begroeten. De studentenmeisjes zijn er wel, maar de frisse ochtendkop-
jes zoals ik me herinner van vroegere tijden hebben plaatsgemaakt voor chagrijn en evil-eyes. De
woorden die ik daar in de ochtend opvang zijn vaak groter dan de meisjes zelf. En waar de meisjes

|8
oktober 2009 |

chagrijnig zijn worden de jongetjes vanzelf ook chagrijnig. Ik durf daarom gerust te beweren dat
er een causaal verband is tussen de werkzaamheden aan dat kruispunt en het algemene studen-
tenhumeur.

Verandering houdt mensen scherp. En scherpere mensen zijn er op dit moment in Nederland niet
te vinden dan hier op de Campus. Natuurlijk bezitten studenten voldoende capaciteiten om nieu-
we situaties te analyseren, maar zo langzamerhand worden zij wel tot extremen gedwongen. Als
zij naar college gaan is hun grootste zorg niet het eventuele te laat komen, maar dat de collegezaal
überhaupt nog bestaat. Ook intellectuelen valt het zwaar vroeg in de ochtend zich bezig te houden
met dergelijke existentiële vraagstukken. Voorheen konden deze hersenkrakers nog opgelost wor-
den met een bak automatenkoffie met een cafeïnegehalte naar communistische maatstaven. Eer-
lijkheid gebied te zeggen dat Max Havelaer’s koffie zelfs corpsballen niet wakker houdt en dus
blijft er een wind van slecht humeur over de Campus waaien.

Begrijp me niet verkeerd, verandering is wel


degelijk goed. Mijn moeder heeft me echter
geleerd dat als je iets verandert, je dat in een
keer goed moet doen. Anders doe je hetzelf-
de werk twee keer. Stiekem heb ik medelij-
den met de universiteitsmedewerker die
voor de vierde keer in een paar jaar alle
dictaten mag inpakken en versjouwen naar
de andere kant van de campus. Het is dezelf-
de man die in de zomer de volledige Rad-
boud merchandising naar de Refter heeft
gesleept, om daar tussen die paar gipsen
schotten de Campusshop uit te stallen. Nog zieliger vind ik het voor de bouwvakkers die twee jaar
geleden de oprit naar de parkeerplaats naast het sportcentrum hebben gebouwd. Inmiddels is
datzelfde stukje vakmanschap door collega’s er weer uitgesloopt om plaats te maken voor een
rotonde.

Ik denk nog vaak aan de tijd dat de opleiding Geschiedenis nog op de achttiende verdieping zat, ik
Victoria, mijn fiets, nog tegen een boom op het Erasmusplein kon plaatsen en toen de Campus op
GoogleMaps nog echt op de Campus leek. Het is maar afwachten wat de volgende stappen zullen
zijn in de extreme make-over van de universiteit. Mij bekruipt het gevoel dat het arbeidsethos van
de bouwvakkers langzaam begint over te waaien. In het beleidsplan van de nieuwe hoofdredac-
teur van het HInT wordt gepleit voor een GSV-kamer die meer laagdrempelig is en achter de stu-
dentenkerk heeft studentenpastor John Hacking spontaan een graf gegraven. Waar het ook naar
toe gaat, ik krijg het nieuws wel mee via de fletse televisieschermen in de Refter. |

9|
| HInT

Dromen over Khalil


Ladies and gentlemen; we’ve got him
Door Thomas Vries
Ik schrik wakker met de afdruk van het toetsenbord in mijn gelaat
gegraveerd, en digitale tekens en betekenissen in mijn geest. Op het
beeldscherm: de inbox van mijn studentenemailaccount. Drie nieu-
we mails van A.C.M. Khalil, de brenger van het Woord. ‘Wie is deze
Alwetende verteller, deze brenger van het digitale Licht, deze Alpha
en Omega’, vraag ik me af. Wat is zijn voornaam, en wee gebeente, is
het – ja, deze jongen is gender-minded opgevoed! –misschien geen
vrouw? Astrid Khalil uit Staphorst, wie kent haar niet?

‘Bliep’, het stukje digitale realiteitsurrogaat verstomt mijn hard bevochten moment van stilte.
Weer een bericht van A.C.M. Khalil. ‘Shit, hij heeft me door’, schiet er door mijn hoofd, evenals
flarden geheugenschimmen van de vangst van Saddam Hussein door het Amerikaans kampioens-
team sportvissen: de ‘We done gonna catch us sum Iraqi terrorists’. Een chaotisch geheel, dat geef
ik ruiterlijk toe. Mijn kalmte hervonden dien ik van repliek, en zend de volgende boodschap naar
de krochten en het niemendal van het digitale niets-zijn: ‘Schobbejak’. Pak aan! Geen antwoord. Ik
laat het daarbij, houd ik mezelf voor. Basta.

De volgende dag vergeet ik mijn standvastigheid, wanneer ik me ongedwongen gedwongen naar


de negende etage van de Erasmus-toren laat voeren. ‘Daar, hoog in de toren, zetelt de Kennis’,
vermaak ik mezelf met archaïsch stijlgebruik. Liftmomenten zijn immers nutteloos en saai, niet-
waar? De medewerksters van het secretariaat kunnen me niet helpen zeggen ze, en een voor een
kijken ze me met partiële bezorgdheid aan, alsof te zeggen; ‘Kind, waar begin je toch aan’! Ik frons,
mijn misbaar kloek verhullend. Halverwege de gang, nadat ik het secretariaat heb verlaten, ge-
baart een schaduw mij te volgen. De mysterieuze persoon blijft anoniem, hoewel de weelderige
baardgroei mij vaag bekend voorkomt. Ik besluit mijn oor te luister te leggen, en luister; ‘onder de
zetel van de Kennis, vind je wat het is, dat je hart wil kennen, maar je geest niet kan zien… Ik, met
stomheid geslagen, word nogmaals verrast door mijn in nevelen gehulde gespreksevenknie. Een
bulderlach: ‘hahaha.’ De schaduw is weg.

Ik weet me geen raad met de mysterieuze raad, en tracht te raden, wat het is, dat niet te raden valt.
Ik ben radeloos. Maar niet reddeloos! GNK-informanten doen uit de doeken wat het is dat ik zoek,
nadat ik hen lichtelijk chaotisch heb overvallen met het verhaal van de voorgevallen ontmoeting
met de schaduw. Zij spreken van gangen onder het universiteitscomplex, ongewis in getal, en
waarvan niets bekend is over de lengte of het licht aan het einde van de spreekwoordelijke tunnel.
Ik besluit het er toch op te wagen, en daal af in het mysterie, en in algehele onderaardsheid.
In de vochtige gangen hangt een oud ruikende damp als een vernis over de muren. Bedwelmd

| 12
oktober 2009 |

door het idee van dreigend gevaar merk ik nauwelijks dat het dak steeds dichter bij komt. Opge-
schrikt door geritsel in de verte, en verlost van door angst gevoede apathie, voorkom ik op het
laatste moment dat ik mijn hoofd stoot aan het nu niet meer dan anderhalve meter van de grond
hangende plafond. Kruipend ga ik verder. Ik kom aan het einde van de gang en zie het licht. Een
lift.

De lift brengt me in razend tempo omhoog. Verdieping –2, -1, 0, 1 schieten voorbij, rap gevolgd
door 2 tot en met 9. Plotsklaps komt de razende woede van de luid klagende lift ten einde, en ver-
schijnt op het display een omineus teken. Verdieping 14 2/3. De deuren gaan open; ik ben er.

Aangekomen op deze tussenverdieping, besluit ik eens en voor altijd de identiteit van de brenger
van het Woord, van de Boodschapper – deze contemporaine Hermes – te onthullen. Niet meer
tegengehouden door futiliteiten als gezond verstand, instinct en angst, dring ik het hol van de
leeuw binnen, en boek rap voortgang in een gang vol deuren. Ik weet welke deur ik moet hebben.
Noem het een voorgevoel, noem het ‘ik voel het aan mijn water’, wellicht had het bordje met
‘A.C.M. Khalil’ er iets mee te maken. Wie weet! Maar potverdikkie ik weet welke deur ik moet heb-
ben. Ik open de deur en zie dat die leidt naar een ronde kamer, de muren geheel voorzien van
naadloos in elkaar overgaande spiegels. Een fel licht verblindt mij tijdelijk, maar als de sluier van
verdwaasdheid en beperkt zicht opgeheven wordt, brandt het beeld van het object van mijn
queeste op mijn netvliezen. Ik geloof mijn ogen niet!
Dáár, voor me, op de tafel in het midden van de kamer staat een pc. Op het beeldscherm staat een
conceptmail, met de hele faculteit als geadresseerde. Terwijl ik steeds dichter de pc nader, om het
geheel goed in me op te nemen, kijk ik zijdelings in een van de spiegels en zie mezelf terwijl mijn
hand oncontroleerbaar naar de cursor beweegt; met een ferme druk voltrekt mijn spiegelbeeld
het vonnis. ‘Send’.

Ik begrijp het. De pc, Khalil, digitaliteit, de spiegels; alles valt op zijn plaats. Ik kan u, immer aan-
dachtige lezer, niet zeggen wie of wat Khalil is, hoe hij eruit ziet, of het een zij is, en wat de voor-
naam is die achter die geweldig geabrevieerde A. schuilgaat. Anton, Achmed, Astrid; doet het er
toe? Khalil is iedereen en niemand, alles en niets, zin en onzin. Maar voel u geroepen het zelf uit te
zoeken, zelf de ‘aha-erlebnis’ te ondergaan, en dit verhaal zal u als handboek op uw reis vergezel-
len. Beloofd! |

Zelf een plek in de HInT redactie?


Stuur een mail naar:
hintredactie@gmail.com

13 |
| HInT

Oost Europa na het communisme


Door Martin Buunk
Op 9 november 1989 wordt in Berlijn de muur neergehaald die jarenlang de stad in tweeën
deelde. De Val van de Muur is het symbool van het revolutiejaar 1989. In veel Oost-
Europese landen worden voor het eerst sinds lange tijd weer democratische verkiezingen
gehouden. De vrije markteconomie wordt omarmd. Euforie overheerst. Nooit meer zouden
de communisten de macht krijgen in hun land. Eindelijk kunnen de communistische macht-
hebbers gestraft worden voor de begane misdaden tegen de eigen bevolking. Maar deze
berechting blijft uit. Sterker nog, de ex-communisten blijven hoge politieke en maatschap-
pelijke functies bekleden in de nieuwe democratieën.

Bekering tot de sociaal-democratie


Met de invoering van hervormingen in de Oost-Europese landen en het ontstaan van meerpartij-
enstelsels vindt er een massale ‘bekering’ van communisten
plaats voor de sociaal-democratie. Zo vindt een groot deel
van de Hongaarse communisten op 7 oktober 1989 onderdak
bij de Hongaarse Socialistische partij. In februari 1990 be-
sluit de communistische partij in Polen om als sociaal demo-
cratische partij verder te gaan, onder de naam Sociaal Demo-
cratie in de Republiek Polen.
Het is de vraag in hoeverre bij deze overstap idealistische
motieven een rol spelen. In de jaren ’80 was binnen de ver-
schillende communistische partijen in het Oostblok een
groeiende groep leden die meer economische en politieke
vrijheid wensen. Zij behoren tot de reformistische vleugel die
in een democratische vorm van socialisme nastreven.
Echter, voor het grootste deel van de ex-communisten is
het behouden van een machtspositie het belangrijkste mo-
tief. In het communistische regime hadden zij macht, status
en aanzien en zij zijn niet van plan dit zomaar op te geven.
Hun gunstige uitgangspositie in 1989 maakt een behoud van deze machtspositie ook mogelijk. Zij
kennen immers de weg in het bestuursapparaat. Zij kennen de weg naar de financiële middelen
om een nieuwe partij op te richten.

Positie van ex-communisten in de nieuwe staten


Toch lijkt het aanvankelijk of de rol van deze ‘nieuwe sociaal democraten’ in het politieke bestel
marginaal zou worden. In Polen gaat de Solidariteit regeren, in Tsjechoslowakije komt het Burger-
forum aan de macht, in Hongarije vormt het Democratische Forum een regering: allemaal groepe-

| 14
oktober 2009 |

ringen die zijn voortgekomen uit het anticommunistisch verzet. Bovendien wordt de roep vanuit
de bevolking om de communistische machthebbers te straffen voor hun misdaden steeds sterker.
Deze berechting komt er echter niet. Ten eerste heerste er in de politiek van veel voormalige
Oostbloklanden de opvatting om niet met het verleden bezig te zijn, maar zich op de toekomst te
richten, een opvatting die gesteund wordt door het Westen. Ten tweede is de positie van de ex-
communisten in het nieuwe politieke bestel zo sterk dat het moeilijk is om tot wetten te komen
die de berechting van de voormalige communisten mogelijk zouden maken. De pogingen om tot
een bestraffing van oud-communisten te komen lopen op niets uit. Zo neemt het parlement van
Tsjechoslowakije de beruchte lustratiewet aan. Iedereen met een hoge maatschappelijke functie
zou tegen het licht gehouden worden. Het loopt uit op een drama. Het leidt tot valse beschuldigin-
gen, terwijl de belangrijke mensen van het communistische regime buiten schot blijven.

Ex-communisten in de regering
Na de eerste euforie over het vertrek van de communisten volgt de pijn van de abrupte overgang
na een vrije markteconomie. Grote groepen arbeiders raken werkloos. Ouderen kunnen vaak niet
rondkomen van hun pensioen. Door de sterk stijgende huurprijzen kunnen veel mensen zich geen
huis meer veroorloven. Het sociale vangnet dat het communisme bood, verdwijnt. Mensen verlan-
gen terug naar de tijd dat de staat nog bestaanszekerheid verstrekte.
Deze nostalgie naar het communisme zorgt ervoor dat in Polen al in 1993 ex-communisten
terug in de regering komen. In 1995 kiezen de Polen zelfs voormalig communist Aleksander Kwa-
’sniewski tot president. In Hongarije keren de communisten in 1994 terug in het centrum van de
macht. Gyuala Horn wordt de president. Hij was nota bene één van de belangrijke figuren in het
neerslaan van de anti-communistische opstand in Praag in 1956.

Tot de dag van vandaag


spelen ex-communisten
een grote rol in het politie-
ke bestel van Oost-
Europese landen. Echter,
de laatste jaren vindt er in
Oost-Europa een zekere
kentering plaats in de hou-
ding ten opzichte van het
communistische verleden,
gestimuleerd door de toe-
treding tot de Europese Unie. In veel landen in Oost Europa zijn de dossiers van de communisti-
sche geheime dienst openbaar gemaakt, zoals Slowakije en Roemenië. In Polen voert Lech
Kaczynski (een van de conservatieve tweelingbroers) een beleid dat erop gericht is het politieke
systeem te zuiveren van communistische invloeden. Maar het populistische nationalisme waar-
door dit beleid voortgedreven wordt, is dan weer weinig bemoedigend. |

15 |
| HInT

Wilkommen zum Oktoberfest!


Door Dieuwertje ten Brinke
Liters bier worden achterovergeslagen, meters worst belanden op brood met Senf en niet te
vergeten de Hendl die doorkliefd worden na een uur braadtijd. Een feest voor de carnivoor
en bierliefhebber, een drama voor de sensitieve cultuurfanaat maar bovenal een hele bele-
venis: Oktoberfest 2009, verslag van een wazige dag.

Voordat ik begin aan een beschrijving van het festijn der waanzin
is een beetje geschiedenis op zijn plaats. Het Oktoberfest vindt
sinds 1810 in München plaats en is begonnen als een bruilofts-
feest ter gelegenheid van het huwelijk van prinses Theresia van
Saksen-Hildburghausen en kroonprins Lodewijk van Beieren. Het
feest werd gehouden op de Theresienwiese alwaar het zich nog
steeds jaarlijks bevindt. De, inmiddels volledig geasfalteerde,
weide is 42 hectare groot en wordt ook voor andere grote festi-
vals en feesten gebruikt. Traditioneel hullen de Beierse mannen
en vrouwen zich in Lederhosen en Dirndl, hoewel er ook vrouwen
met Lederhosen-hotpants en tijgerprint-Dirndl gesignaleerd zijn.
Het Oktoberfest duurt elk jaar ongeveer een halve maand: het
begint op de eerste zaterdag na 15 september en is afgelopen op
de eerste zondag van oktober. Tijdens het feest worden alleen bieren geschonken die in München
zelf zijn gebrouwen, al vallen de grootste merken daarvan onder het Belgische bierconcern InBev.
Tot zover is het klip en klaar en kom je met je vriend Wikipedia een heel eind. Wat je je er bij
voor moet stellen, voordat je getuige hebt mogen zijn, is daarentegen vrij onduidelijk. Om hoeveel
bier gaat het precies, en moet ik denken aan partybier? Ben je verplicht om alle Duitse Schlagers
mee te zingen, en op welk volume? Als je niet van braadworst houdt, mag je dan wel meedoen? Om
antwoord te krijgen op deze vragen zul je naar Zuid-Duitsland af moeten reizen, en dat is dan ook
wat ik gedaan heb.
Voor een autoreis naar München vanuit Nijmegen moet je een dag uittrekken. Dat betekent dat
je ’s avonds brak van het gebrek aan frisse lucht en het scheef zitten - want achterin wil je ook de
verkeersborden kunnen lezen - aankomt en wil gaan slapen. Maar niet als het aan je Duitse gast-
heer ligt: “Een biertje (in Duitsland betekent dat meteen een halve liter) voor het slapengaan zal je
goeddoen en oja, we moeten morgen om half zeven opstaan.” Een powernap dan maar, en voor je
het weet zit je alweer aan het ontbijt. Ironisch genoeg was ik voordat ik überhaupt bier had gezien
die ochtend al misselijk en werkte ik met moeite een krentenbol naar binnen die we nog over had-
den van de reis.
Een uur later stonden we – drie Nederlanders en twee Duitse studenten in Lederhosen - in de
metro op weg naar de Theresienwiese. In de treintjes zelf was het nog redelijk rustig, het was im-
mers half acht ’s ochtends. Op het station werden we echter de trappen opgedreven door een hor-

| 16
oktober 2009 |

de Lederhosen en Dirndl, want blijkbaar waren we niet de enigen die er op tijd bij wilden zijn. Als
je op het immense terrein aankomt is het zaak snel een Bierzelt uit te zoeken en in de rij te gaan
staan. Vanaf dat moment is het wachten tot de tenten opengaan om negen uur. Veel mensen gre-
pen dit rustmoment aan om alvast in te drinken, waarom ook niet. Mijn misselijkheid werd onder-
tussen aangewakkerd door de weeïge bierlucht en het gebrek aan een goed ontbijt. Gelukkig be-
gon de mensenmassa vanaf een uur of negen te schuifelen en kwamen we beetje bij beetje dichter
bij de ingang. Na een uur schuifelen realiseerden de mensen achter ons dat ze wel haast mochten
maken als ze nog een plekje in de tent wilden bemachtigen. Dit resulteerde in een enorme druk-
en duwpartij en helaas stonden we al dicht bij de deur waardoor we al snel deel uitmaakten van
een flinke mensenstapel. Wat de mensen achter ons niet wisten was dat de tent net was gesloten,
en dat er binnen geen plaats meer voor ons zou zijn. Gelukkig konden we in de Biergarten nog wel
een plek bemachtigen en bestelden we om half elf onze eerste liters bier.
Tot mijn grote verbazing viel dit drankgelag in de ochtend niet slecht in mijn amper gevulde
maag. Je bent in zo’n geval na één pul al wel redelijk van de kaart, maar dat is alleen maar goed
voor de portemonnee. Gelukkig werd het water ook in pullen geserveerd. Terwijl mensen om mij
heen zonder al te veel moeite aan hun derde of vierde pul begonnen deed ik mijn best rechtop te
blijven zitten en op te letten, zodat de lieve lezertjes van HInT nog wat zouden hebben aan mijn
nog te schrijven artikel over het Oktoberfest. Rond half één kregen mijn bierbroeders en ik wel
een beetje trek en werd er voor de hele tafel een stapel halve hennen besteld.
We hebben het nog tot ongeveer half drie volgehouden aan de biertafels, maar toen vonden we
het tijd om toch nog wat meer van het geheel te zien. De route liep dientengevolge rechtstreeks
naar een kraam waar ze halve meters braadworst verkochten en daarna trokken we richting het
grote beeld van Bavaria. De heuvel waarop het beeld staat was inmiddels omgetoverd in een soort
Friedhof met overal verspreide lichamen
van half bewusteloze en bleek weggetrokken
mensen. Eén van onze Duitse gastheren, die
we in het korte stukje van de tent naar de
heuvel kwijt waren geraakt, was ondertus-
sen gewond geraakt: bij het proosten was de
bodem uit z’n pul geslagen en als aandenken
aan deze wonderbaarlijke gebeurtenis had
hij de bodem in zijn broek gestopt waarna,
zonder dat hij het merkte – logisch, na vier
liter bier – het stuk glas naar z’n knie gleed
alwaar het een flinke snee achterliet. Begrij-
pelijk. Nadat hij het grootste gedeelte van
voorgenoemde vier liter weer naar buiten had gewerkt, bracht de andere Duitser de gewonde
naar huis.

Om bij te komen en even te recapituleren vertrokken we als doodnormale Nederlandse toeristen


naar het centrum van de stad en deden we alsof er niets gebeurd was…|

17 |
| HInT

Film: Berlin Calling


Door Paul Bongers
De Berlijnse DJ Ickarus (Paul Kalkbrenner) gaat de wereld rond met zijn technomuziek. Dat
succes zijn tol eist bemerkt hij op de avond van zijn albumrelease. Hij slaat volledig door
vanwege overmatig cocaïnegebruik en wordt opgepakt als hij ‘s ochtends in zijn onder-
broek hyperactief zit te ontbijten in een chique restaurant. De daaropvolgende weken
brengt hij door in een kliniek, maar hij blijft verwoed aan zijn nieuwe technoalbum wer-
ken. Natuurlijk is de door muziek bezeten Ickarus niet te remmen en hij laat zich niet zo-
maar opsluiten. De drang zich tegoed te doen aan drugs, techno en vrouwen blijkt sterker
dan het hekwerk rondom de kliniek.

Regisseur Hannes Stöhr portretteert DJ Ickarus als een ware Jim Morisson. “In plaats van sex,
drugs en rock ’n roll draait het om sex, drugs en techno”, verklaart hij in een interview voor het
Brusselse filmfestival. Het lied ‘London Calling’ van de Clash was punkmuziek, en gaf de tijdgeest
van de late zeventiger jaren weer. Berlin Calling zet techno neer als de ‘Zeitgeist’ van nu.

“De overstap van acid house” - de scene die aan het einde van de tachtiger jaren vanuit Chicago
naar Londen overvloog - “naar technomuziek was per toeval het vallen van de Berlijnse muur”,
aldus Stöhr. Het werd de muziek van de herverenigde jonge generatie, soundtrack van een geza-
menlijk Duitsland. Het was een tijd van verandering, en technomuziek paste daarbij. “Het heeft
alles wat de hippietijd had, zoals sex en drugs, maar dan met een grotere rol voor electronica.” Met
Berlin Calling heeft hij een impressie van de Berlijnse technoscene gemaakt. Het resultaat is na-
tuurlijk een fictief verhaal, maar naar mijn mening heeft het een sterk documentairegehalte.

De film geniet inmiddels van aardig wat succes op de Europese filmfestivals en DJ Paul Kalkbren-
ner gaat de wereld over om de door hem geschreven soundtrack te promoten. Ook in Nederland,
waar hij op Lowlands 2009 zijn set draaide en in de weken omtrent het festival met de hit ‘Sky and
Sand’ een twaalfde plaats bereikte in de hitnotering Top40.

Techno is een erkende muziekstroming geworden en dat wordt


nogmaals bevestigd met het uitbrengen van een film. Erkenning
zoekt altijd naar bevestiging, en daarom is in Berlijn is de interesse
voor de wortelen van technomuziek met het uitkomen van Berlin
Calling sterk toegenomen. Dientengevolge verscheen in het voor-
jaar van 2009 is er biografie over techno: “Lost and Sound: Berlin,
Techno und der Easyjetset”, geschreven door Tobias Rapp. Dit boek
is in combinatie met de film een absolute aanrader om een idee te
krijgen van wat hip is in de ‘grote stad’. |

| 18
oktober 2009 |

Boek: Godverdomse dagen op een godverdomse bol


Een ongebreidelde geschiedenis der mensheid
Door Freke Remmers
Christelijke boekhandelaars waren er niet blij mee. “Ik heb altijd geleerd dat vloeken een
gebrek aan woorden is”, was één van de reacties. Sommige winkels vernietigden al het pro-
motiemateriaal waarop het boek werd aangeprezen. Anderen verkochten het werk über-
haupt niet. Toch had een andere titel nooit zo goed gepast bij de rest van het werk.
‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’ van Dimitri Verhulst, daar hebben we het
over.

Afgelopen mei wees de jury van de Libris Literatuurprijs tot ieders verbazing het boek
‘Godverdomse dagen op een godverdomse bol’ als winnaar aan. Favoriet Charlotte Mutsaers werd
gepasseerd en in plaats daarvan ging een Vlaming er met de prijs vandoor.
Oncontroversieel was de keuze zeker niet. Zoals gezegd protesteerden christelijke boekhande-
laars al tegen de titel, waarin twee keer gevloekt wordt. Anderen waren van mening dat een boek
waarin zulke grove taal wordt gehanteerd, überhaupt niet genomineerd had mogen worden. Ook de
jury was aanvankelijk tot op het bot verdeeld, maar kwam uiteindelijk toch met een unaniem oor-
deel.
In de woorden van de jury heeft Verhulst het Nederlands ‘tot een kunsttaal opgepimpt’. In onge-
censureerde taal en met zwarte humor geeft hij, tot in de onsmakelijke details toe, in 186 pagina’s
zijn visie op de geschiedenis van de mensheid: van hoe de mens uit het water voortkwam tot hoe
Hiroshima tot stof vergaat. “Beneden, waar men gelooft dat het vouwen van duizend papieren
kraanvogels geluk brengt, heeft men nog 46 seconden de tijd om te vouwen’, zo beschrijft hij het
Hiroshima-bombardement. De mens als een ‘deerniswekkende ellendeling”. Een ongebreidelde
versie, waarin ‘’t’, zoals de mensheid steevast wordt aangeduid, er maar zeer bekaaid vanaf komt.
Bijzonder, en wat de historicus nog het meest zal waarderen, is de manier waarop Verhulst de
geschiedenis beschrijft zonder daadwerkelijk iets te benoemen. De wereld van de Romeinen wordt
levendig beschreven zonder daadwerkelijk het Romeinse Rijk te noemen.
De berekeningen van Galileo Galilei worden gepresenteerd zonder de we-
tenschapper een naam te geven. Ook de woorden ‘Holocaust’, ‘Hitler’ of
‘Tweede Wereldoorlog’ zal je niet in het boek terugvinden. Wellicht een
prima oefening voor de ouderejaars om te zien hoeveel ze nog weten van de
propedeuse (en voor de eerstejaars aan de vooravond van een tentamen)?
Zoals gezegd werd de stijlkeuze niet door iedereen gewaardeerd. Het is
nog het best te vergelijken met de stijl van Erik Cleijne, maar dan met een
minder fantasierijke verhaallijn. “Een weergaloze stijloefening” werd het
toch genoemd. Inderdaad is het taalgebruik een lust voor de lezer. Daar
kunnen al die saaie geschiedenisboeken nog een puntje aan zuigen. |

19 |
| HInT

Sympathy for the Hell’s Angels


Hoe de ‘summer love’ vermoord werd in Altamont
Door Gaard Kets en Martijn van den Boom
Als Woodstock het begin was van de lang ‘Summer of Love’ in de jaren zestig, dan was het
openlucht concert in Altamont (1969) het brute einde. “It’s creating a sort of microcosmic
society… it sets a example to the rest of America, as to how one can behave at nice gathe-
rings,” sprak bandleider Mick Jagger. In dit nummer gaan we kijken naar deze dag en hoe
het kon uitlopen op een groot fiasco.

De jaren ‘60
De jaren ’60 staan in de muziek wereld bekend als een tijd van ongekende mogelijkheden. Bands
als The Beatles, The Beach Boys en The Rolling Stones verrijkten de muziekwereld met een nieuw
geluid. In navolging van hun grote voorbeel-
den wisten andere bands ook tot grote ‘ Summer of love’
hoogten te komen. Onder de jeugd, de baby-
boomers, ontstond een ware subcultuur.
Massabijeenkomsten als gratis concerten
maakten deze tijd tot een utopie waar hip-
pies heden ten dage nog steeds naar terug
willen keren. Met een joint in de linkerhand
en een blik bier in de rechter stond men een
dag lang te luisteren naar een dag lang lek-
kere muziek. In de jaren 1967-69 leek het niet meer stuk te kunnen, een ongekende positiviteit
had zich meester gemaakt van de jongere muziekliefhebbers.
Middenin deze periode vinden we de Londense band The Rolling Stones. De Stones waren iets
rauwer, ruiger en harder dan hun tegenhangers uit Liverpool, de Beatles. Samen behoorden zij tot
de top van de wereld op muziekgebied: samen waren ze goed voor een ongekend aantal nummer 1
hits en zeer sterke platen. In 1969 vertrokken de Stones naar Amerika voor een grote tour, die zou
eindigen in met een gratis openluchtconcert in Altamont, waar zij samen met Satana, The Grateful
Dead, Jefferson Airplane, Crosby, Stills, Nash & Young en The Flying Burrito Brothers zouden op-
treden. Alle kosten kwamen voor de rekening van The Rolling Stones.

Altamont
Vier maanden voor het openluchtconcert in Altamont was er een fantastisch verlopen editie van
Woodstock geweest. Het leek alsof dit de toekomst zou gaan worden voor rockfestivals: iedereen
kwam rustig samen, zonder elkaar te hinderen en mensen genoten van de muziek en van elkaar.
The Rolling Stones waren niet uitgenodigd op Woodstock, terwijl ze wel bezig waren met een
Amerikaanse tour. Daarom organiseerden ze het gratis concert in Altamont bij San Francisco.

| 22
oktober 2009 |

De organisatie van het concert ver- The Rolling Stones op Altamont


liep niet soepel. Er waren problemen
met betrekking tot de locatie van het
concert, dat eerst in het centrum van
San Francisco zou plaatsvinden.
Twintig uur voor aanvang werd het
concert naar buiten de stad ver-
plaatst, omdat er grote stromen
mensen vanuit heel de VS naar het
concert wilden komen. Een ander
probleem was de beveliging. Tijdens
een gratis concert in Hyde Park in
Londen hadden de Stones de Londense Hell’s Angles gebruikt. Dit was de band goed bevallen,
want ze waren een soort Mick Jagger look-a-likes en ongewelddadig. The Grateful Dead waren
bevriend met de Amerikaanse Hell’s Angels en dus werden deze uitgenodigd om het concert te
beveiligen. Er was echter niet rekening gehouden met de gewelddadige natuur van ‘The American
Angels’ en hun excessieve drugsgebruik: alcohol, marihuana en LSD werden gebruikt. Doordat zij
zelf zoveel drugs gebruikten werd ook het publiek aangespoord drugs tot zich te nemen.
De drukte en de drug leidden tot een gespannen sfeer. Tijdens Santana’s optreden ontstonden
er al kleine relletjes. Om dit tegen te gaan gebruikten de Angels volle bierpullen en biljartkeus. Dit
gooide echter olie op het zwaar gedrogeerde vuur. De organisatie zag in dat het fout ging en zette
de biertent direct naast het podium, zodat de Angels constant in de buurt bleven van het podium
en niet verder het publiek ingingen. Ook tijdens de set van Jefferson Airplane ontstonden er relle-
tjes. Door het lage podium was er weinig onderscheid tussen het publiek en de optredende band.
De zanger van Jefferson Airplane, Marty Balin, werd knock-out geslagen door een Angel.

Jagger kijkt verschrikt toe Moordenaar


Na Jefferson Airplane was het de beurt
aan The Rolling Stones. De hoofdact liet
echter het publiek lang wachten, zoals ze
altijd deden, om de verwachting en de
spanning in de zaal op te voeren. Boven-
dien werden alle lichten in de zaal ge-
doofd. Terwijl ze speelden braken er, we-
derom, overal kleine relletjes uit. Merdith
Hunter, een achttien jaar oude zwarte
man, stond vlakbij het podium gewapend
met een mes en een geweer. Toen de Angels erachter kwamen dat deze jongeman gewapend was
vielen ze hem aan met de biljartkeus. Terwijl Mick Jagger zong over zijn sympathieën voor de dui-
vel, werd Hunter voor zijn ogen doodgeslagen.

23 |
| HInT

Toen Jagger door had wat er gebeurde stopte hij met zingen en probeerde hij het publiek tot kalm-
te te manen. Tevergeefs, het publiek werd alleen maar agressiever toen ze stopten met spelen. The
Rolling Stones maakten hun show af. Gedurende de rest van het concert werden nog twee mensen
doodgetrapt en verdronk een ander.

Met het concert in Altamont stierf de onschuld van de flower power generatie. Het werd een sym-
bool voor het einde van de jaren ’60, op muziekgebied. Het concert zou als tegenbeeld gelden voor
het goed verlopen Woodstock, een paar maanden eerder. Ook voor de bands waren er gevolgen.
De drummer van Jefferson Airplane verliet de band enkele weken later, nadat hij gedesillusio-
neerd was geraakt. The Rolling Stones herpakten zich ook niet meer, de band heeft daarna nooit
meer “muziek gemaakt die onze tijd karakteriseerde, die ons hielp of pijn deed. Ze zouden nooit
meer muziek maken die van belang was buiten de behoeftes en context van hun carrière”, aldus
rockcriticus Mikal Gilmore. Het concert in Altamont was niet alleen de moordenaar van de vier
slachtoffers, maar ook van de jaren ’60 en de creativiteit van The Rolling Stones. |

| 24
oktober 2009 |

Vrouwen en politiek
Een gelukkig huwelijk?
Door Meike Lucas

In september ben ik begonnen aan de master


Femke Halsema
Politiek en Parlement. Deze relatief nieuwe
master, bestaande uit een combinatie van ge-
schiedenis-, politicologie- en rechtenvakken,
bereidt de student voor op de werkzaamheden
binnen de politiek. Ik zal niet ingaan op de in-
houd van de master, maar op een ander aspect
dat mij erg heeft verbaasd.

Toen ik op de eerste collegedag de zaal binnenstap-


te, ging zitten en eens om me heen keek, zag ik man-
nen; een overschot aan mannen! Niks mis mee, hoor ik andere vrouwen denken, maar wel iets dat
bij mij voor verbazing zorgde. De politiek is toch geen stereotype mannenwereld meer ? Of heb ik
een vertekend beeld van de werkelijkheid? Naar aanleiding van het grote aantal mannen bij P&P
(misschien wel onze nieuwe Kamerleden, (top)ambtenaren, staatssecretarissen en ministers in
spe?) ben ik de politieke praktijk gaan bekijken.
De regering streeft naar een evenredige verdeling van mannen en vrouwen in zowel de Eerste
en Tweede Kamer als het kabinet. Op de eerste vrouwelijke minister-president zullen we mis-
schien nog wel even moeten wachten, maar in de huidige samenstelling bestaat de Tweede Kamer
uit 63 vrouwen tegenover 87 mannen. In het kabinet zitten op dit moment 11 vrouwen en 16 man-
nen. Een redelijke verdeling in mijn ogen.
Voor 1918 was er geen sprake van vrouwen in de politiek.. Op
3 juli 1918 werd Suze Groeneweg van de SDAP het eerste
vrouwelijke lid van de Tweede Kamer. In de zestig jaar die
hierop volgden, steeg het aantal vrouwen in de Tweede Kamer
geleidelijk, met een paar nieuwe leden per jaar, tot 18 vrouwe-
lijke Kamerleden in 1977. Vanaf dit moment, tot aan het begin
van de jaren tachtig, was er onder invloed van de tweede femi-
nistische golf een sterke toename te zien. Het aantal vrouwelij-
ke Kamerleden steeg van 18 naar 27 in de periode van 1977
tot 1981 en zou vanaf dat moment groeien.
In 1953 betrad de eerste vrouw het kabinet, staatssecretaris
van Onderwijs, Kunsten en de Wetenschappen, Anna de Waal,
Marga
lid van de KVP. Ook de eerste vrouwelijke minister, Marga
Klompé

25 |
| HInT

Klompé werd in 1956 door deze partij geleverd. Vanaf het kabinet Van Agt I was er een stijging
van het aantal vrouwelijke ministers te zien. Tot die tijd varieerde het aantal vrouwen binnen de
verschillende kabinetten van nul tot één bewindslied. Van Agts eerste kabinet bevatte maar liefst
drie vrouwelijke staatssecretarissen en één vrouwelijke minister.
Vanaf de jaren tachtig was ook in de andere kabinetten een toename van vrouwelijke bewinds-
lieden te zien. Uitschieter was het kabinet Lubbers III. Waren er tijdens Lubbers II slechts 4 vrou-
welijke bewindslieden, in het kabinet Lubbers III nam het aantal vrouwen toe tot 9.

Als ik kijk naar de cijfers in de politiek en het aantal vrouwen in de master, kan ik slechts conclu-
deren dat er dit jaar geen overeenstemming bestaat. Jammer, maar voor mij weer een klein stapje
dichterbij dat felbegeerde eerste vrouwelijke minister-presidentschap! Mocht je de strijd met mij
willen aangaan of natuurlijk gewoon interesse hebben in de master Politiek en Parlement, kijk dan
eens op http://www.ru.nl/geschiedenis/politiek_parlement. |

- advertentie -

| 26
| HInT

ViaVia - Ronald Goorden


Door Aniek de Kort en Remy Maessen
“Ja er is leven na je studie” kopt geschiedenis-alumnikring Dr. Huijbers op hun gedeelte van
de website van de opleiding Geschiedenis. Na je studententijd ga je reizen, je gaat promove-
ren of je gaat werken en begint een carrière. In deze rubriek gaan we op zoek naar de ar-
beidsperspectieven van een historicus. Ditmaal een interview met hoofd bureau examens,
secretaris van de examencommissie Geneeskunde, hoofd van het Rode Kruis Nijmegen en
wat allemaal niet meer: Ronald Goorden.

Een bekende naam


Ronald Goorden is een bekende naam in het Nijmeegse leven. Bij de geschiedenisstudenten ver-
maard om zijn begenadigde optredens bij de Arbeidsmarktoriëntatiedag, bij anderen vanwege zijn
talloze bestuursfuncties in het Nijmeegse (studenten)leven. We ontmoeten hem in het gebouw
van een van zijn grootste liefdes: het Rode Kruis.
“De directeur ging destijds weg en mij werd gevraagd zijn taken waar te nemen, nu ben ik
twintig a dertig uur per week aan het werk in dit gebouw,” antwoordt hij als we hem vragen naar
de functie die hij in dit Rode Kruisgebouw uitoefent. Het gebouw dat overigens niet meer lang
dezelfde rol zal vertolken. “Of we verkopen dit gebouw, of we kunnen minder voor de Nijmegena-
ren doen. Dan kies je uiteraard niet voor het laatste.”

Geen geneeskunde
Ronald Goorden begon zijn studententijd in 1996. Hij koos destijds voor geschiedenis ‘ omdat hij
geen geneeskunde ging studeren.’ “Ik wilde altijd al geneeskunde gaan studeren, ik wist op de
middelbare school zeker dat ik arts wilde worden, totdat mensen tegen mij zeiden: je bent veel te
zachtaardig voor geneeskunde, je neemt alle problemen mee naar huis.” Dat bleek inderdaad toen
hij voor zeven weken in een ziekenhuis ging werken als verpleeghulp, het werk bleek niets voor
hem. “ Toen moest ik switchen, ik dacht, ik ga doen wat ik echt leuk vind en dat was geschiedenis.”
Geschiedenis beviel hem prima en na een propedeusejaar dat niet anders was dan het huidige,
koos Goorden voor de richting ‘bestuur en beleid’. “Nu is dat een aparte studie, maar destijds was
dat een specialisatierichting binnen de opleiding geschiedenis.”
Binnen de opleiding werd Goorden actief in het verenigingsleven. Hij zat twee jaar in het GSV-
bestuur, eerst als secretaris, later als voorzitter - onder andere samen met Jasper Oorthuys, be-
kend van het college in het eerste jaar over het Romeinse leger. “We hebben destijds de automati-
sche machtigingen ingevoerd, waardoor de GSV een enorme ledengroei kende.”

Na de studie
Blijft de vraag hoe hij alsnog bij geneeskunde terechtkwam. “Ik wilde vooral graag in een grote
organisatie werken en toen zich de kans voordeed solliciteerde ik op een vacature voor commissie-
verslagschrijver , een soort klerk, in het ziekenhuis.

| 28
oktober 2009 |

Daarna werd mij gevraagd of ik dit wilde combineren als hoofd studievoortgang administratie
en dat alles werd vaster zodat ik nu ben doorgegroeid naar het hoofd van het bureau examens.
Verder ben ik secretaris van de examencommissie geneeskunde. Ik begeleid studenten en mijn rol
binnen het UMC is dat ik verantwoordelijk ben voor alle academische plechtigheden met betrek-
king tot geneeskunde. “
Behalve de voornoemde functies is Ronald Goorden ook nog eens bestuurslid van de geschie-
denis-alumnikring Dr. Huijbers.

Politiek
“Been there, done that” lacht Goorden als hem wordt gevraagd naar politieke ambities. Hij houdt
niet van de “egotipperij” en de dominantie van de korte termijn in de politiek,” aldus ondervond
hij tijdens zijn periode in de jongerenorganisatie Vrijheid en Democratie. “Het gaat erom wat IK
kan bereiken in de politiek, terwijl ik graag met andere mensen samen iets wil bereiken. Ik hou
van het politieke proces, niet van de hele lobby. Daarom geef ik jongeren politieke voorlichting.
Dat bevalt beter dan de ‘egotripperij in de politiek.’ Hou mij maar lekker bij het Rode Kruis, samen
met mensen anderen helpen.”

Tenslotte richt Goorden zich nog tot de studenten. “In mijn tijd werd je aan je lot overgelaten, do-
centen zaten ver weg in hun kamers en je moest gewoon voor jezelf zorgen. Nu is het een en ander
veranderd, studenten lijken vaak de schuld bij anderen te zoeken, maar onthoud: je studententijd
blijft de mooiste tijd van je leven!” |

29 |
| HInT

Minoordeel - Amerikanistiek
Door Roel Vossen

Om na afronding van de master Politiek en Parlement gelijk door


te kunnen stromen naar de master Amerikanistiek, heb ik in het
derde jaar besloten alle vrije ruimte in te vullen met vakken die
aan Amerika gerelateerd zijn. Het eerste semester heb ik de
minor Amerikanistiek gevolgd, zoals die in de studiegids ver-
meld staat. Het tweede semester heb ik een vrije minor
samengesteld met als thema ‘American Studies’. Deze vrije mi-
nor bestond uit vijf vakken die tezamen 25 ECTS opleverden.

Introduction to American Studies is een eerstejaars vak voor


studenten Engelse Taal en Cultuur dat het hele jaar doorloopt.
Deel een wordt in januari met een schriftelijk tentamen en een
‘take-home exam’ afgesloten. Deel twee start het tweede semes-
ter en duurt tot juli. Het feit dat het een eerstejaars vak betreft,
wordt na het eerste college al snel duidelijk. Hoewel de colleges
helemaal op Amerika toegespitst zijn, zal de ouderejaars histori-
cus verschillende onderwerpen al kennen uit het eerste en
tweede jaar geschiedenis. In de wekelijkse – slechts driekwartier
durende – hoorcolleges wordt de geschiedenis van Amerika in
grote lijnen besproken. De werkcolleges dienen als verdieping
van de stof en bespreken veelal belangrijke gebeurtenissen aan
de hand van bronteksten (bijvoorbeeld: de Harlem Renaissance
en het Isolationisme tot de Tweede Wereldoorlog). Hoewel de
stof niet bijzonder moeilijk is –het handboek is vergelijkbaar met McKay – is het voor mensen die
geïnteresseerd zijn in Amerika toch interessant om de geschiedenis eens vanuit een Amerikaans
perspectief te bekijken. Naar verluidt is het vak met ingang van het collegejaar 2009/2010 echter
volledig heringericht, waarbij alle geschiedeniscolleges zijn geschrapt en het zwaartepunt bij de
bespreking van literatuur is komen te liggen.

De naam 19th Century American Literature geeft al precies aan waar dit vak over gaat: het bespre-
ken van de grote schrijvers en dichters uit de 19e eeuw. Hoewel literatuurvakken door de meeste
mensen (waaronder ondergetekende) niet gezien worden als de meest boeiende manier van
tijdverdrijf, was het vak toch verrassend interessant. Dat was vooral te danken aan de docent. Dan
Morris was een ‘visiting Fulbright professor’ uit Indiana die een half jaar colleges kwam geven op
de Radboud Universiteit. Deze enigszins chaotische professor wist door zijn enthousiaste manier
van vertellen toch interesse te wekken bij veel studenten. Het is sowieso een aanrader om colleges

| 30
oktober 2009 |

bij te wonen die door een ‘native speaker’ gegeven worden, omdat deze mensen ook daadwerke-
lijk denken (en vertellen) vanuit een Amerikaans perspectief.

American Foreign Policy is een veertiendelige collegereeks die de buitenlandse politiek van
Amerika bespreekt. Nadat in de eerste colleges kort de eerste honderd jaar voorbijkomen (Monroe
doctrine, Spanish-American War), gaat de aandacht toch vooral uit naar de twintigste eeuw. Wan-
neer dit vak gelijktijdig met Introduction to American Studies wordt gevolgd, is het een beetje veel
van hetzelfde. Hoewel het vak uitgaat van de buitenlandse politiek, is het in de praktijk vaak
slechts een verdieping van de colleges die (soms zelfs hetzelfde onderwerp in dezelfde week!) bij
IAS gegeven worden. Het tentamen daarentegen was vooral op het handbook gebaseerd, wat
zorgde voor een drukbezocht hertentamen.

Multiculturalism in North America werd het tweede semester in twee delen gegeven. Beide delen
werden afgesloten met een take-home exam (deel een in april, deel twee in juni). Het vak bestond
uit een wekelijks college waarin de docent de voor die week gelezen teksten besprak. Hoewel het
onderwerp –contact tussen culturen en de rol van immigranten in Amerika – op zichzelf tot inter-
essante discussies had kunnen leiden, werden het voornamelijk saaie hoorcolleges waarin de do-
cent weinig respons van de studenten kreeg. Daarbij droeg het vooruitzicht van een take-home
exam nog eens extra bij aan het beeld dat de cursus ook kon worden afgesloten zonder er veel
moeite voor te doen. Wanneer het vak in een andere setting gegeven zou worden (denk aan
kleinere werkgroepen) worden de studenten veel meer verplicht om zelf een actieve bijdrage te
leveren aan de discussies.

Iedereen die geïnteresseerd is in Amerika kan zijn hart ophalen in Nijmegen. Er is sowieso de
mogelijkheid om de minor Amerikanistiek te volgen. Deze wordt elk jaar in het eerste semester
gegeven. Wanneer je je dan nog verder wil specialiseren in de Verenigde Staten, kun je een vrije
minor samenstellen met verschillende vakken die met Amerika te maken hebben. Het viel me
persoonlijk wel op dat er nogal wat niveauverschil zat binnen mijn vrije minor. Zo was Introduc-
tion to American Studies erg eenvoudig, terwijl 19th Century American Literature relatief veel
leeswerk met zich meebracht. Een extra voor-
deel is overigens het feit dat je Engels behoor-
lijk verbetert gedurende het collegejaar,
aangezien (vanzelfsprekend) alle colleges en
werkcolleges in het Engels worden gegeven.
Wanneer je interesse uitgaat naar de Verenigde
Staten is het zonder meer een aanrader om
enkele vakken te volgen die je kennis laten
maken met deze ‘melting pot’ vol idealen, iden-
titeiten en tegenstrijdigheden. |

31 |
| HInT

Investeer meer!
Overleeft de student de economische crisis?
Door Joost Ankone
Nederland zit in een crisis. Een economische crisis. En iedereen moet in tijden van crisis
een stapje terug doen, ook studenten. Minister Plasterk heeft daarom tal van maatregelen
aangekondigd die de gemiddelde student zwaar zullen gaan vallen. Om deze reden was er
dinsdag 22 september in Den Haag een demonstratie waarbij bijna duizend studenten hun
ongenoegen lieten blijken. Het motto van deze dag was: ‘’Investeer meer!’’

De begroting die op prinsjesdag werd gepresenteerd heeft als een van de doelstellingen voor 2010
‘Groei van kennis’. Het beleid van onze minister van
Onderwijs gaat echter rechtstreeks tegen deze doel-
stelling in. Wat er precies gaat gebeuren in het Hoger
Onderwijs op het gebied van bezuinigingen is alleen
nog niet helemaal duidelijk.

Er is tot nu toe één maatregel afgekondigd: ‘De harde


knip’. Vanaf het jaar 2012 – 2013 moet iedere student
zijn bachelorvakken gehaald hebben voordat deze aan Minister Plasterk
zijn master mag beginnen. Het idee van Plasterk ach-
ter deze maatregel is dat studenten gemotiveerder zijn om eerst alle vakken van de bachelor te
halen. Voordelen die hij nog meer noemt: studenten kunnen makkelijker een studie in het buiten-
land beginnen, aangezien ze hun gehele bachelor hebben afgerond. Studenten zullen bewuster
gaan kiezen of ze na hun bachelor gaan werken of een master gaan volgen. Of dat in de praktijk
ook zo zal werken is nog maar de vraag. Bob van Dijk, voorzitter van de Universitaire Studenten-
Raad, heeft zo zijn twijfels. ‘’Ik heb twijfels bij de werking van deze regeling in de praktijk. Het
grote bezwaar dat wij als USR daar bij hebben is, dat het zo kan zijn dat een student bijvoorbeeld
nog maar een enkel vak moet halen maar vervolgens wellicht studievertraging oploopt. Hij kan
immers maar op een paar momenten in het jaar aan de master beginnen.
Plasterks doel met deze maatregel is het belang van het op tijd halen van je
bachelor te vergroten in de hoop dat studenten hun studiepad dan ook zul-
len aanscherpen, wat o.a. het rendement zou verhogen.’’

Andere maatregelen zijn er nog niet genomen al liggen er wel enkele voor-
stellen. Studenten zullen, als het aan de minister ligt, zelf een tweede studie
of master moeten gaan betalen. Daarnaast wordt de studiefinanciering
bevroren in 2011 en Wouter Bos opperde recentelijk plannen de gehele
studiefinanciering af te schaffen en om te vormen tot een lening.
Bob van Dijk
| 32
oktober 2009 |

De voorstellen die de minister doet zijn voorstellen om het rendement van de student te verhogen.
Aangezien studenten met belastinggeld worden ‘gesponsord’ is het maatschappelijk gezien belang-
rijk dat ze zo snel mogelijk afstuderen. Daarnaast is het met het oog op de economische crisis niet
meer dan logisch dat iedereen moet inleveren en elke belastingcent goed moet worden besteed.
Alleen het plan dat studenten zelf hun tweede studie, en wellicht master, mogen betalen benadeeld
de gemotiveerde student. Duurder hoger onderwijs is theoretisch gezien niets mis mee. Studeren
is nu ‘relatief’ goedkoop. Voor een luttele 1600 euro per jaar kun je deelnemen aan de hoogste
vorm van onderwijs. Door de toegankelijke prijs, in werkelijkheid kost een student om en nabij
6000 euro, wordt het studeren onderschat. Dit resulteert in lakse studenten en slecht overwogen
studiekeuzes. Op het moment dat het collegegeld omhoog zou gaan, wordt studeren meer op waar-
de geschat. Hoe meer je betaalt, hoe meer je verwacht van je opleiding, en hoe meer je bereidt bent
te investeren in je toekomst. In de praktijk zal dit echter anders gaan werken. Onderwijs wordt
door de hogere kosten minder toegankelijk en hierdoor zal op de lange termijn de kwaliteit afne-
men. De verhoging van het collegegeld zal ook niet veel motiverender werken.

De overheid kijkt met deze voorstellen niet naar de lange termijn. Nederland heeft het altijd de
vruchten geplukt van zijn kenniseconomie. Door studenten zelf te laten betalen voor hun tweede
studie of master ontmoedig je ze en verminder je de groei van kennis. Daarnaast wordt het geld
dat wordt geïnvesteerd in studenten later terugverdiend in de vorm van de hogere belastingen die
ze moeten betalen. Met dit in het achterhoofd gehouden is het juist zaak om in deze tijden van
crisis niet te bezuinigen op het onderwijs maar te investeren.
‘’Investeer meer!’’ Laten we hopen dat de minister de leus ter harte neemt. |

- advertentie -

33 |
| HInT

De nieuwe Refter: een goed idee?

Een verfrissende metamorfose


Door Myrna van Deursen
Niemand zal het zijn ontgaan: de Refter heeft sinds het zomerreces een verfrissende meta-
morfose ondergaan. Verschillende spreken uit dat dit zorgt voor nog meer ruimtegebrek,
maar dit is toch echt te kort door de bocht?!

Op donderdagochtend stap ik om 10.00 nog duf de Refter binnen waar ik al meteen op de hoogte
wordt gebracht van het laatste wereldnieuws via de flatscreens. Ik moet toegeven dat de actuali-
teit ook volop gossip bevat, maar welke student kijkt niet een keer stiekem RTL Boulevard? Ik
word op de hoogte gebracht dat Yolanthe en Wesley in Italië zijn gezien. Zo ben ik ook weer up to
date als mijn oma— een Jan Smit fan in hart en nieren—hierover begint. Nippend aan mijn te hete
thee volg ik het laatste nieuws, wat voor een geschiedenisstudent niet onbelangrijk is. Ineens kom
ik tot de conclusie dat ik een dierbare vriend, die de trotse eigenaar van een huis is geworden, nog
een kaartje moet sturen. Een kaart in de bus bij speciale gelegenheden blijft immers nostalgie.
Echter, de gemiddelde student is liever lui dan moe en eerlijkheidshalve behoor ik ook daartoe,
dus ook de verhuizing van de campusshop valt meteen bij mij in goede aarde. Niet op de fiets naar
de binnenstad en binnen 10 minuten ben ik een wenskaart inclusief postzegel rijker. Hier valt mij
meteen op dat ik niet de enige ben die binnenloopt. Ik besluit bij de campusshop eens te vragen
om te vragen hoe zij de verhuizing vanaf de TvA-straat hebben ervaren en of de nieuwe locatie
bevalt. Ik word te woord gestaan door de vriendelijke verkoopster genaamd Ans. Mijn vermoedens
blijken inderdaad te kloppen en vooral de RU truien gaan als warme broodjes over de toonbank.
Als ik vraag wat haar verklaring hiervoor is dan antwoordt ze: “De campusshop is nu meer in
beeld en zo ook onze collectie”. De student blijkt dus wel degelijk de universiteitswinkel te waar-
deren.

Er gaan geluiden rond dat de Refter volledig aan het commercialiseren is, maar is dit niet een
beetje voorbarig? Uiteraard zijn de prijzen de afgelopen tijd verhoogd, maar is hier niet eerder
sprake van de gevolgen van de kredietcrisis? Ook de Refter moet in deze barre tijden het hoofd
boven water houden. Al hoor je weinig studenten over de prijsverhoging en is het nog iedere pau-
ze dringen geblazen bij de kassa’s die op volle bezetting draaien.

Als Coen dan toch wil klagen over het ruimtegebrek, dan loopt hij maar iets verder door naar de
verborgen zaal achterin de Refter waar een oase van rust heerst. Zonder al die flatscreens.

Er is niemand die John achter de kassa wil missen vanwege een gedwongen ontslag naar aanlei-
ding van de kredietcrisis. Terwijl ik dit stuk schrijf krijg ik een sms waarin staat: “Ik kom thuis en
zie een hele leuke kaart van jou, echt leuk!”. Ik ben blij met de metamorfose en ik sta morgen weer
bij John aan de kassa.

| 34
oktober 2009 |

De oude Refter was nieuw genoeg


Door Coen Pouls
Het is nu drie jaar geleden (ik noem dat voor het gemak vroeger) dat ik begon met studeren
en toch is alles anders. Ofja, in de Refter dan. Ik kon mijn ogen nauwelijks geloven toen ik
na de zomer de ‘nieuwe’ Refter betrad. Qua uiterlijk had de kantine een metamorfose on-
dergaan: ongelofelijk veel flatscreen televisies en naast de draaideur een flitsende campus-
shop. Bovendien bleken de prijzen van drank en eten verhoogd.

Vroeger kostte een kopje koffie nog 38 cent. Ik herhaal, 38 cent. Tegenwoordig betaal ik maarliefst
55 cent, als ik een keer niet tien seconden met mijn collegekaart sta te zwaaien. Alleen bij de alom
geliefde John krijg je automatisch de studentenkorting van maarliefst drie cent. Nee vroeger, toen
alles beter was, kon je zelfs bij die vreselijke rode oma je studentenkorting krijgen zonder dat je je
kaart hoefde te laten zien. Ieder jaar opnieuw heb ik de prijzen zien stijgen; van 38 naar 42, naar
48, naar 52. In drie jaar tijd een prijsstijging van bijna veertig procent, absurd! Hetzelfde geldt
voor de rest van het assortiment, luxe belegde broodjes, broodjes kroket, saucijzenbroodjes, een
warme maaltijd. Onder het mom van een of andere crisis schijnt dat allemaal normaal te zijn.
Myrna toch…

Vroeger kon je tijdens een pauzeuur nog gewoon rustig een tafeltje zoeken om daar je voer te nut-
tigen. Nee nu, hebben we een überhippe, en daardoor totaal niet meer hippe, campusshop midden
in de Refter. Alsof de Refter te groot was, alsof het aantal studenten de afgelopen jaren niet is toe-
genomen, alsof er aan de overkant een nieuwe kantine is gebouwd. Nee, niets van dat alles, liever
een paar geverfde plaatjes hout waar je ogen van pijn doen met belachelijke slogans, dan een zit-
plaats voor hard studerende studenten. Bovendien is in die glazen kooi alles veel te duur, van mar-
keerstift tot collegeblok en van Radboudtrui tot wenskaart.
Myrna toch…

Vroeger. Ik herhaal vroeger, toen hadden we nog geen last van het ontelbare aantal LG flat screen
televisies, met nieuwsberichten zoals je ze iedere dag in SP!TS kan lezen, alleen dan vier keer zo
kort. Het lijkt erop dat de RU het vooral belangrijk vindt om te laten zien dat ze modern is. Echter
nieuwe technologie introduceren om ‘hip’ te doen is geldverkwisting. Investeer dan in fatsoenlijke
en snelle computers in het MMS. Daar zijn studenten pas mee geholpen!

In drie regels verneem je nu het laatste nieuws over Thomas Berge en Wolter Kroes, maak je ken-
nis met de nieuwste aankopen van AGOVV of FC Twente of word je opgeroepen om maar vooral
reclame te maken via deze Life’s Good flatscreen schermen. Ook de weersvoorspelling komt gere-
geld voorbij, ik geef toe, handig, alleen gaat het irriteren als dat vier keer per minuut voorbij ge-
beurt. Kan ik het helpen dat de RU denkt dat de gemiddelde student zo is als Myrna.

RU toch… Myrna toch…


Arme meid… Of word ik oud? Arme ik.
35 |
| HInT

De seksschandalen van Silvio


Door Freke Remmers

In ieder ander democratisch land had hij allang af moeten treden, maar Silvio Berlusconi
zit nog altijd stevig in het zadel. De schandalen stapelen zich op, en toch weet hij van geen
ophouden. De laatste aflevering in de Berlusconi-soap betreft een seksschandaal en juist
dát zou nog wel eens het einde van een tijdperk kunnen inluiden.

Het twintigjarige huwelijk tussen Berlusconi en Veronica Lario sneuvelde toen in april 2009 be-
kend werd dat hij aanwezig was geweest bij het achttiende verjaardagsfeest van ene Noemi Letizia
(foto beneden). “Hij heeft nog nooit een achttiende verjaardag van zijn kinderen bijgewoond”,
reageerde Lario woedend. Want wat deed haar echtgenoot op het feest van dit nog maar net meer-
derjarige lingeriemodel? Het hield de Italiaanse gemoederen lang bezig.
Al snel volgden meer onthullingen over de seksuele escapades van de Italiaanse premier.
Noemi Letizia verklaarde dat Berlusconi haar regelmatig bezocht en dat ze hem liefkozend ‘papi’
mocht noemen. Bovendien zou ‘il Cavaliere’ (de Ridder) feestjes hebben bijgewoond op Sardinië
waar schaars geklede mannen en vrouwen rondliepen. Daar aanwezige escortgirls zouden betaald
zijn om met hem de nacht door te brengen. Zijn zwak voor
het andere geslacht bewoog hem er zelfs toe enkele veline
– “veelal blonde, mooie jongedames, die tijdens Italiaanse
tv-shows schaars gekleed naast de presentator staan en
voortdurend glimlachen, maar intellectueel weinig inbren-
gen” – op de kieslijst van zijn partij voor de Europese ver-
kiezingen te zetten.
En Berlusconi? Die zag in dit alles een links complot. Zijn
Letitzia toont trots een vrouw zou zijn misleid door de linkse media die hem uit
foto van haar ‘papi’ de weg zouden willen ruimen. Noemi Letizia was gewoon
de dochter van één van zijn zakenpartners, punt.

Hij zou ook nooit betalen voor seks, want verleiden is veel leuker.

Het is niet de eerste keer dat Berlusconi in de negatieve publiciteit staat. Zijn opmerking daags na
9/11 dat de Westerse wereld superieur was aan de islamitische, kwam hem op stevige internatio-
nale kritiek te staan. Op zijn minst ongelukkig te noemen was ook het ‘compliment’ aan het adres
van de kersverse president Barack Obama over diens “jonge, mooie en ook nog zongebruinde”
uiterlijk. Ernstiger zijn de beschuldigingen van corruptie. Hij weet echter een rechtzaak al jaren-
lang te vermijden met een vrijwel speciaal voor hem ontworpen wet die de premier immuun
maakt voor vervolging. En sinds mei dit jaar staat Italië te boek als een land met slechts gedeelte-
lijke persvrijheid. Zelfs Zuid-Afrika, Ghana, Suriname en Mali doen het beter.

| 36
oktober 2009 |

Het is dan ook niet voor niets dat de persvrijheid in Italië ter discussie staat. Berlusconi bezit
het merendeel van de commerciële televisiekanalen en oefent daarnaast als premier invloed uit op
de nationale zenders. Tv-journalist Michele Santoro werd door Berlusconi live tot orde geroepen
(“jij bent een werknemer van de overheid!”) als Santoro hem wil onderbreken omdat de premier
weigert kritische vragen te beantwoorden. Enkele maanden later verschijnt Santoro niet langer op
tv.
Negatieve geluiden in de krant blijven ook niet zonder gevolgen. Dino Boffo, hoofdredacteur
van l’Avvenire, een krant van het Vaticaan, zette een kritische noot bij Berlusconi’s gedrag, waarop
Il Giornale, de krant van broer Paolo Berlusconi, hem prompt afschilderde als een homo die vrou-
wen lastig valt.
Zoals gezegd, in ieder ander democratisch
land zou Berlusconi allang van het toneel ver-
dreven zijn. Is er dan echt geen protest?
“Geruchten en wensdromen over het einde van
Berlusconi waren dit jaar nooit zo sterk als afge-
lopen week”, meldde NRC Handelsblad 19 sep-
tember hoopvol. Emma Bonino, een Italiaanse
ex-eurocommissaris en ex-minister, schatte de
kans dat Berlusconi valt op 50 procent, een
opmerking die bijna juichend werd ontvangen door de Italiaanse oppositionele pers.
Ondertussen heeft de premier namelijk met bijna iedereen ruzie: de kerk, de magistratuur, de
pers, de oppositie en nu ook met zijn partijgenoot Gianfranco Fini (voormalig ‘neofascistische’
leider van de Alleanza Nazionale die recent fuseerde met Berlusconi’s Forza Italia). Fini is al 15
jaar lang Berlusconi’s tweede man, dus dat zegt wat.
Ook de steun van het Italiaanse volk valt weg. Voor het eerst is de waardering voor Berlusconi
gezakt tot 47 procent, in tegenstelling tot 62 procent in oktober 2008, volgens cijfers van een op-
positionele krant. Slechts 3,4 van de 60 miljoen Italianen keken naar Berlusconi’s meest recente
reddingspoging: een propagandafilmpje waarin hij de eerste 94 houten appartementen voor de
slachtoffers van de aardbeving in de Abruzzan presenteerde. Hij verloor van de maffiaserie ‘Eer en
respect’, waar dubbel zoveel Italianen naar keken.

Men moet ervoor waken te vroeg te juichen. “Il Cavaliere, zo weten de Italianen, is op zijn best als
hij moet terugvechten vanuit een voor een normaal mens onhoudbare positie”. Toch kan een
beetje hoop geen kwaad. In een land waar de familiewaarden hoog in het vaandel staan, zou het
aanhoudende seksschandaal wel eens de nagel aan zijn doodskist kunnen zijn. Bovendien doet het
Constitutionele Hof 6 oktober 2009 (helaas te laat om de uitslag in deze HInT te verwerken) uit-
spraak over de vraag of de immuniteitswet, die Berlusconi moet vrijwaren van vervolging, wel of
niet in overeenstemming is met de grondwet.

Arrivederci Berlusconi?

37 |
oktober 2009 |

De Cleijne Geschiedenis
Door Erik Cleijne
En wéér een presentatie. Ze blijven maar komen. Ja, ik heb de teksten óók gelezen voor de ve-
randering. Nee, niet goed, maar naar jouw geleuter luister ik liever niet. Waarom niet? "Het is
saai! Saaier nog dan saai. Deze tijd is überhaupt nauwelijks overbrugbaar, en dan ga jij met je
dikke reet mij saaie dingen vertellen met saaie saaihoofd, dik dikke dik dik!

De furie waarmee ze zich op mij stortte verraste me volkomen, maar nét niet volkomen genoeg!
"I'll show you fits of rage!" En pakte haar vast bij haar dikke armpjes. 'We're going to talk about
chapters eight and nine!' – DIT! En zo scheurde ik pardoes haar bolle armpjes van haar bolle
lichaampje. Ik slaakte een kreet van razernij en sprong met ferme zwier op het hoofd van de be-
baarde professor, en begon met de losgerukte armpjes tegen zijn zwellende hoofd te slaan.

"Je bent ontslagen!" Riep ik, en schopte de beamer van het plafond, die het hoofd van de betweter
kende (I beg to differ!). De ratten vlogen alle kanten op, uiteengeperst door stralen licht, lasterend,
luisterend, overbrengend de beelden zoals zovelen voor hem, zoals deze dwangbuis vrije wil
dorsend mijn vrije dag doordrenkt met saai!

En dat was nog maar het eerste kwartier! "Wat are heroes?" WAT? Ik haalde mijn hoofd ui mijn
spiegelende kom, waarin aftands lijkende college's slechts hun falen zien, hun toekomst, hoe
schier onmogelijk kort deze ook zal zijn, een toekomst zonder toekomst, waarin iedereen zal zien
wat Letteren precies inhoudt. Volslagen onmogelijk schoonmaken, ploegen op de helpdesk, dingen
waar je mongolen op zou zetten. Nee hoor, hier heb je een masterdiploma, ga maar lekker in een
magazijn werken. Of anders bij de gemeente, lekker in dienst! Het kan intellectueler. Deze tekst
trouwens ook.

Helden worden niet geboren! Ze worden niet gemaakt! Ze zijn er al! "IK!" Wasemde ik met mijn
strakke, door blokken spieren omgeven middenrif tegen de blozende wangetjes van het mooiste
meisje van de klas, en begon haar haar, haar haar haar. Strelen. Aaien. Zoenen. Lieve woordjes in
haar oor, oor oor oor. Met een tang trok ik haar oorlel van haar gelaat en deed hem door mijn
pastasaus. "Wil je er nou crême freche doorheen of niet? Dat maakt de saus wel iets frisser." Ze
was mijn gezeur meer dan zat en menstrueerde over de saus heen. Ik roerde stug door, zoals ik
immer en elke keer stug door roer in de donkere getijden van de maand. "Ik vind het vervelend
voor je dat je rugpijn en kramp hebt, liefje." Zeg ik. "Da's lief van je, het doet dan ook wel pijn..."

"PIJN? I'll show you pijn!"

39 |
WILKOMMEN
IM BIERGARTEN

You might also like