Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 29

27.03.

2014 - 1

Ontwerpbesluiten
Gemeenteraad
donderdag 27 maart 2014 1 Goedkeuring verslag vorige gemeenteraad De Gemeenteraad, Met ? Besluit : Enig artikel: Verleent goedkeuring aan het verslag van de gemeenteraad van 30 januari 2014.

2 Verzoekschrift om gehoord te worden. Actiecomit 'Red het speelplein Schutsboom' De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De OCMW-raad keurde haar meerjarenplan 2014-2019 goed waarin zij overweegt de gronden van het speelplein Schutsboom te verkopen ter financiering van een uitbreiding van het woon- en verzorgingstehuis met demente kamers. Feiten en context Op 12 maart 2014 diende Louis Wuyts namens actiecomit Red het speelplein Schutsboom een verzoekschrift in om gehoord te worden op de gemeenteraad van 27 maart 2014. Het actiecomit wenst tijdens deze zitting een petitie tegen de verkoop van het speelplein Schutsboom te overhandigen, alsook een korte toelichting te geven met betrekking tot deze petitie. Volgens deze petitie vragen de buurtbewoners om het speelpleintje op dezelfde plaats en in de huidige vorm te behouden en kunnen zij zich niet vinden in de aangeboden alternatieven. Zij wensen een antwoord op hun vraag voor het behoud van het speelplein vr 30 april 2014. Juridische grond Artikelen 201 tot 204 van het Gemeentedecreet verzoekschriften aan de organen van de gemeente. van 15 juli 2005 handelen over de

Artikelen 44 en 45 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad goedgekeurd in de zitting van 30 januari 2014 regelt praktisch het indienen van verzoekschriften aan de gemeenteraad. Argumentatie De heer Gust Adriaensen, voorzitter van de raad heeft geoordeeld dat het verzoekschrift ontvankelijk is. Hij legt voor aan de gemeenteraad de beslissing om de heer Louis Wuyts te horen tijdens de zitting. De heer Louis Wuyts mag zich volgens het huishoudelijk reglement laten bijstaan door een persoon naar keuze. En hij stelt voor het verzoekschrift te verwijzen naar het college van burgemeester en schepenen om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken zoals voorzien in artikel 45 2 van het huishoudelijk reglement. Het huishoudelijk reglement voorziet in artikel 45 4 dat de gemeenteraad, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker dient te verstrekken. De heer Gust Adriaensen, voorzitter van de raad geeft toelichting bij voorliggend agendapunt.

27.03.2014 - 2 Met ? Besluit : Artikel 1: Het verzoek om gehoord te worden ter zitting goed te keuren en de heer Louis Wuyts, al dan niet bijgestaan door een persoon naar keuze, het woord te geven wat betreft het verzoekschrift omtrent het behoud van het speelplein Schutsboom. Artikel 2: Het verzoekschrift ingediend door de heer Louis Wuyts namens actiecomit Red het speelplein Schutsboom naar het college van burgemeester en schepenen te verwijzen met het verzoek over de inhoud ervan uitleg te verstrekken teneinde binnen drie maanden na indiening van het verzoekschrift een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker en de gemeenteraad over te maken.

3 Ontsluiting Kanaalzone West. Toelichting door Wouter Dernau. De Gemeenteraad, Neemt kennis van de toelichting van de heer Wouter Dernau, trajectbegeleider wat betreft de ontsluiting van de Kanaalzone West.

4 AGB Beerse - kennisname ontslag G. Buys als lid van raad van bestuur De Gemeenteraad, Voorgeschiedenis De gemeenteraad benoemde in zitting van 30 mei 2013 de leden van de raad van bestuur en van het college van commissarissen van het AGB Beerse. Feiten en context De heer Gert Buys stuurde een aangetekend schrijven op 21 februari 2014 waarin hij zijn ontslag aanbiedt als lid van de raad van bestuur van het AGB Beerse. Juridische grond Artikel 236 2 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. Met ? Besluit : Artikel 1: De gemeenteraad neemt akte van het ontslag van de heer G. Buys als lid van de raad van bestuur van het AGB Beerse. Artikel 2: De gemeenteraad bedankt de heer Gert Buys voor zijn inzet.

5 AGB Beerse - vervanging lid raad van bestuur De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De heer Gert Buys stuurde een aangetekend schrijven op 21 februari 2014 waarin hij zijn ontslag aanbiedt als lid van de raad van bestuur van het AGB Beerse. De gemeenteraad heeft in zitting van heden kennis genomen van het ontslag van de heer Gert Buys.

27.03.2014 - 3 Feiten en context De gemeenteraad benoemt de leden van de raad van bestuur en van het college van commissarissen van het AGB Beerse. Juridische grond Artikel 236 2 van het Gemeentedecreet van 15 juli 2005. Argumentatie Het AGB Beerse wordt bestuurd door een raad van bestuur. De gemeenteraad benoemt de leden van de raad van bestuur. De bestuurders moeten geen gemeenteraadslid zijn. Fractie BEERSE+ draagt Maarten Diels voor als lid van de raad van bestuur van het AGB Beerse ter vervanging van de heer Gert Buys. Met, in geheime stemming, Besluit : Enig artikel: Duidt Maarten Diels, Merelstraat 6, 2340 Beerse aan als lid van de raad van bestuur van het AGB Beerse ter vervanging van de heer G. Buys namens fractie BEERSE+.

6 Aanpassing tijdelijke en statutaire formatie. De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis In de loop van 2009-2010 voerde BDO een stakeholdersbevraging en een doorlichting van de gemeentelijke diensten uit. Uit deze doorlichting bleken verschillende personeelsbehoeften. Vanwege beperkte financile middelen heeft de uitvoering van deze doorlichting op zich laten wachten. Feiten en context De nieuwe legislatuur wordt nog steeds gekenmerkt door beperkte financile middelen. De opdracht luidde dan ook om de personeelsbehoeften te bekijken en binnen de personeelsbegroting te kijken wat de mogelijkheden zijn om in te gaan op de verzuchtingen van het personeel. Daarnaast is de opzet van het bestuur om 400.000 euro besparing te realiseren op het personeelsbudget. Daartoe werkte de secretaris in samenspraak met het bestuur en het managementteam een voorstel uit in de bijgevoegde nota. Deze personeelsformatie is evenwel geen eindpunt. De dienst openbare werken moet nog verder doorgelicht worden. Dit plan zal in verschillende gevallen pas op middellange termijn zijn uitvoering kennen. Bepaalde functies kunnen pas ingevuld worden nadat andere functies vrij komen vanwege pensioneringen. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, zoals gewijzigd tot op heden. Het besluit van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 7 december 2007, zoals gewijzigd tot op heden. De rechtspositieregeling voor het gemeentepersoneel zoals goedgekeurd door de gemeenteraad van 25 juni 2009 en zoals gewijzigd door de gemeenteraad van 24 september 2009, 29 april 2010, 28 oktober 2010, 27 maart 2012 en 27 juni 2013 inzonderheid artikel 3. De tijdelijke en statutaire formatie van het gemeentepersoneel, laatst gewijzigd op 26 september 2013. Advies Tijdens de onderhandelingen in het bijzonder comit met de representatieve vakorganisatie op 3 maart 2014 werd een protocol van akkoord afgesloten over de bovengenoemde aanpassingen van de tijdelijke en statutaire formatie.

27.03.2014 - 4 Argumentatie 2 functies worden extra voorzien op het tijdelijk kader: 1 VTE GIS-medewerker en 1 VTE omgevingsambtenaar discipline milieu. Hiermee wordt in een personeelsbehoefte voorzien van taken die een bijzonder expertise vereisen. Deze argumentatie betreft beide bovenvermelde functies (art. 104 2 6 Gemeentedecreet). Het statutaire kader voorziet de volgende functies: 1 VTE cordinator burger en omgeving, 1 VTE verantwoordelijke burgerzaken, 1 VTE verantwoordelijke mobiliteit en economie, 1 VTE cordinator vrije tijd en ontwikkeling/cultuurbeleidscordinator en 1 VTE administratief bediende. Financile Weerslag budgetcijfers 2013 budgetcijfers 2014 Loonberekening nieuwe formatie 2014 loonsubsidie Jan Vaerten + Mina-werker netto kostprijs nieuwe formatie 2014 verschil tussen nieuwe formatie en budget 2013 langdurige zieken, pensioneringen en verloop Besparing Met ? Besluit : Artikel 1: De wijziging van de personeelsformatie van het tijdelijke kader als volgt goed te keuren: Functies Niveau Huidig kader Bezetting Nieuw in FTE kader Effectieve uitbreiding 6.858.893,78 6.678.815,99 6.618.998,07 -47.000,00 6.571.998,07 -286.895,71 -120.000,00 -406.895,71

1. Interne zaken Stafmedewerker Communicatiemedewerker Verantwoordelijke aankoopbeleid Administratief medewerker GIS-medewerker

A1a-A3a B1-B3 B1-B3 C1-C3 B1-B3

1 1 1 1 0

1 1 1 1 0

1 1 1 1 1

0 0 0 0 +1

2. Burger en omgeving 2.1. Administratie Duurzaamheidsambtenaar B1-B3 Omgevingsambtenaar discipline milieu A1-A3 Adm. Medewerker C1-C3 2.2. Buitendienst Cordinator poetsdienst Werkman/-vrouw poetsdienst Totaal 3. Vrije tijd en ontwikkeling 3.1. Cultuur Concirge Tempelhof Totaal 3.2. Bibliotheek Adm. Medewerker Totaal 3.3. IBO Cordinator kinderopvang Adm. Medewerker

1 0 3,5

1 0 3

0 1 3

-1 +1 -0,5

D4-D5 E1-E3

1 11,5 21

1 10,3 19,3

1 10,3 20,3

0 -1,2 -0,7

E1-E3

0,37 0,37

0,37 0,37

0,37 0,37

0 0

C1-C3

0,5 0,5

0,5 0,5

0,5 0,5

0 0

B1-B3 C1-C3

1 0,5

1 0,5

1 0,5

0 0

27.03.2014 - 5 Begeleidster kinderopvang Totaal 3.4. Sport Sportpromotor Sportcordinator Totaal Algemeen totaal Sociale maribel Begeleidster kinderopvang Adm. medewerker Adm. medewerker AMI Totaal D1-D3 3 4,5 3 4,5 3 4,5 0 0

B1-B3 B1-B3

1 1,9 2,9 29,27

1 1,9 2,9 27,57

1 1,9 2,9 28,57

0 0

-0,7

D1-D3 C1-C3 C1-C3

0 0 0 0

0 0 0 0

0,5 1 1 2,5

0,5 1 1 2,5

Verder voorziet de tijdelijke formatie nog de volgende ruimte voor een aantal tijdelijke of ondersteunende functies: Uren op jaarbasis 4095 640 3360 1456

Logistiek personeel Busbegeleidsters Hoofdtoezichter middagtoezicht Hulptoezichter middagtoezicht Gemachtigd opzichter Onderwijs Adm. Medewerker Receptiepersoneel Receptiepersoneel Studenten zwembad Redder-badmeester

E1-E3 B1-B3 E1-E3 E1-E3

C1-C3

1820

E1-E3

300

D1-D3

850

Artikel 2: De wijziging van de personeelsformatie van het statutaire kader als volgt goed te keuren: Functies 1. Interne zaken Secretaris Financieel beheerder Verantwoordelijke personeel Verantwoordelijke communicatie Verantwoordelijke financin Boekhouder Adm. medewerker Totaal 2. Burger en omgeving Cordinator burger en omgeving 2.1. Burgerzaken Verantwoordelijke burgerzaken Adm. medewerker 2.2. Omgeving Niveau Huidig Bezetting Nieuw kader in FTE kader 1 1 1 1 1 1 2 8 1 1 1 1 1 1 2 8 1 1 1 1 1 1 2 8 Effectieve uitbreiding 0 0 0 0 0 0 0 0

KL16 KL16 B1-B3 B1-B3 C4-C5 B1-B3 C1-C3

A4a-A4b

+1

C4-C5 C1-C3

0 4

0 3,6

1 3

+1 -1

27.03.2014 - 6 Diensthoofd grondgebiedzaken Milieuambtenaar Verantwoordelijke stedenbouw Verantwoordelijke mobiliteit economie Adm. medewerker 2.3. Buitendienst Verantwoordelijke openbare werken Deskundige veiligheid en techniek Technisch medewerker Technisch cordinator Ploegbaas Geschoold werkman/werkvrouw Totaal 3. Vrije tijd en ontwikkeling Cordinator vrije tijd en ontwikkeling/cultuurbeleidscordinator A4a-A4b 3.1. Cultuur Cultuurbeleidscordinator Cultuurfunctionaris Adm. Medewerker 3.2. Sport Sportfunctionaris Beheerder sportinfrastructuur Redder-badmeester Administratief bediende Technieker 3.3. Bibliotheek Bibliothecaris Assistent-dienstleider Bibliotheekassistent Totaal 4. Brandweer Luitenant-dienstchef Totaal Algemeen totaal PBA1PBA2 1 1 51,5 1 1 50,53 1 1 48,53 0 0 -2,97 A1a-A3a B1-B3 C4-C5 en B1-B3 C1-C3 0 1 0 1 1 0 +1 -1 1 1 1 1 0,5 1 0 0,5 1 -1 -0,5 0

A1a-A3a C4-C5 C1-C3 C1-C3 D4-D5 D1-D3

1 1 1 1 3 13 28

1 1 1 1 3 12 26,1

1 1 1 1 3 11 25,5

0 0 0 0 0 -2 -2,5

+1

A1a-A3a B1-B3 C1-C3

1 1 1

1 1 1

0 1 1

-1 0 0

B4-B5 B1-B3 D1-D3 D1-D3 D1-D3

1 1 5 0 1

1 1 5 0 1

1 1 4 1 1

0 0 -1 +1 0

B4-B5 B1-B3 C1-C3

1 1 1,5 14,5

1 1 1,03 14,03

1 1 1,03 14,03

0 0 -0,47 -0,47

7 Cultuurraad - hervorming statuten De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context Doel van cultuurraad is adviezen verlenen aan gemeentebestuur over cultuurbeleid en culturele zaken (straatnamen, subsidiereglement, gebruik infrastructuur, projecten, gezamenlijke events, ) Huidige situatie: Algemene vergadering is bevoegd voor het verlenen van deze adviezen, maar we merken dat 1. Er een groot absentesme is, waardoor de adviezen niet rechtsgeldig kunnen gegeven worden 2. Het moeilijk is om echt feedback te geven in zon grote groep

27.03.2014 - 7 3. Niet iedereen genteresseerd is in adviesverlening, maar wel in het krijgen van informatie en netwerking. Daarom willen we de cultuurraad hervormen. waarbij we de sterke punten van de algemene vergadering behouden en in een cultuurnetwerk steken waarbij we een beperkte groep genteresseerden bijeenbrengen voor adviesverlening Cultuurnetwerk = bijeenkomst van 2 3 keer per jaar van alle erkende culturele verenigingen en culturele organisaties in Beerse Doel: netwerking en informatie-uitwisseling Cultuurraad = adviesraad met bijeenkomsten van 5 6 keer per jaar samengesteld uit - afvaardiging vanuit cultuurnetwerk - elke werksoort (erfgoed, podiumkunsten, hobby, socio-cultureel) een afvaardiging - deskundigen op vlak van cultuur - afvaardiging van jeugdraad, seniorenraad, De Schakel - niet-stemgerechtigde leden: schepen voor cultuur, cultuurambtenaar Binnen de cultuurraad (aangevuld met genteresseerden uit cultuurnetwerk) kunnen werkgroepen opgericht worden bv over subsidiereglement, bestendig gebruik, cultuurbeleid, Feest van de Vlaamse Gemeenschap, samenwerkingsevenementen, Juridische grond Cultuurpactwet van 16 juli 1973, waarbij de gemeentebesturen een beroep moeten doen op bestaande of op te richten organen en structuren met het oog op inspraak en advies van de gebruiksgroeperingen en de ideologische en filosofische strekkingen bij de voorbereiding en de uitvoering van het cultuurbeleid Decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal cultuurbeleid, waardoor het gemeentebestuur met het oog op de organisatie van het overleg en de inspraak bij de voorbereiding en de evaluatie van het cultuurbeleid, in het bijzonder bij de opmaak en de uitvoering van een gemeentelijk cultuurbeleidsplan, een of meerdere adviesorganen voor cultuur moet oprichten De bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen Het gemeentedecreet van 15 juli 2005. Advies Gunstig advies uitgebracht door de bestaande gemeentelijke cultuurraad op 4/11/2013 met unanimiteit van de stemmen. Met ? Besluit : Artikel 1: De gemeentelijke cultuurraad (verder cultuurraad genoemd) wordt erkend als gemeentelijk adviesorgaan voor cultuurbeleid in uitvoering van het decreet van 13 juli 2001, volgens de nadere voorwaarden bepaald in dit gemeenteraadsbesluit. Artikel 2: Een vereniging in de sector cultuur wordt erkend door het gemeentebestuur als erkende vereniging van Beerse als ze voldoet aan volgende voorwaarden: a) b) c) ze is een feitelijke vereniging of vzw; ze ontplooit een werking op het grondgebied van de gemeente Beerse; ze werkt uitsluitend met vrijwilligers.

De gemeente kan de erkenning van een vereniging, organisatie of instelling intrekken wanneer deze niet meer beantwoordt aan de gestelde criteria. Ook verenigingen die werken met professionele beroepskrachten kunnen erkend worden door de gemeente indien ze dit aanvragen en voldoen aan de eerste twee voorwaarden. Indien verder in dit besluit gesproken wordt over erkende vereniging dan worden alle hoger beschreven vormen bedoeld. Artikel 3:

27.03.2014 - 8 Erkende verenigingen in de sector cultuur worden opgenomen in het cultuurnetwerk (verder ook gewoon netwerk genoemd). Dit netwerk is een forum voor informatieoverdracht vanuit het gemeentebestuur of de gemeentelijke diensten naar de verenigingen en/of omgekeerd en het stimuleert netwerking van de verenigingen tot onderlinge informatie-uitwisseling of samenwerking. Dit netwerk komt 2 tot 3 maal per jaar samen. Artikel 4: Elke culturele vereniging duidt een afgevaardigde aan, die zal aangeschreven worden voor de bijeenkomsten van het netwerk. De afgevaardigde mag zich op een bijeenkomst van het netwerk door een ander lid van de vereniging laten vergezellen of vervangen. Artikel 5: De erkende verenigingen van het netwerk worden gegroepeerd in volgende groepen: a) verenigingen voor podiumkunsten; b) socio-culturele verenigingen; c) hobbyverenigingen;

d) erfgoedverenigingen. Artikel 6: Elke groep van verenigingen en organisaties kan een eigen netwerkwerking voorzien om de gemeenschappelijk behoeften van de deelnemende verenigingen binnen de groep in kaart te brengen. Het gemeentebestuur, de gemeentelijke diensten en de cultuurraad (zie artikel 7) zullen deze werking maximaal ondersteunen en de nodige inspanningen doen om deze met middelen afgestemd op de groep te ondersteunen. Artikel 7: Naast dit netwerk wordt ook een cultuurraad opgericht, die is samengesteld als beschreven in artikel 15. De cultuurraad wordt tweemaal per legislatuur van de gemeenteraad samengesteld, volgens volgende procedure: a) uit alle afgevaardigden in het netwerk worden vijf vertegenwoordigers gekozen die zullen zetelen in de cultuurraad. Deze verkiezing gebeurt op de eerste bijeenkomst van het cultuurnetwerk na het aantreden van de gemeenteraad en de eerste bijeenkomst na 3 jaar. De verontschuldigden op deze netwerkbijeenkomst kunnen vooraf hun stem uitbrengen bij de voorzitter van de cultuurraad. De verkozen afgevaardigden en hun plaatsvervangers moeten voldoen aan de verder gestelde voorwaarden; b) de genteresseerde deskundigen die wensen deel uit te maken van de cultuurraad kunnen zich kandidaat stellen via verschillende informatiekanalen die hiervoor door de gemeente worden aangeboden. In de kandidaatstelling dient hij zijn deskundigheid en motivatie aan te tonen. Het gemeentebestuur legt de aanvragen voor aan het dagelijks bestuur van de cultuurraad die het lidmaatschap aanvaardt of verwerpt. Hierop volgend zal de deskundige uitgenodigd worden op de volgende vergadering van de cultuurraad. De deskundigen moeten verder voldoen aan de verder geformuleerde voorwaarden; c) de overige afgevaardigden zoals vermeld in artikel 15 worden door de organisatie die ze vertegenwoordigen aangeduid. Artikel 8: De Gemeenteraad en het College van Burgemeester en Schepenen zal de bovengenoemde cultuurraad betrekken bij de voorbereiding en de uitvoering van het gemeentelijk cultuurbeleid. De cultuurraad zal bijgevolg in het kader van de beleidsvoorbereiding en evaluatie om advies gevraagd worden over alle aangelegenheden, bedoeld in artikel 4, 1 tot en met 10 van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van de instellingen zoals opgenomen in artikel 31, met uitzondering van 7 (jeugdbeleid) en 9 (sport), voor zover het geen impact heeft op het cultuurbeleid. De cultuurraad zal tevens om advies worden gevraagd bij de opmaak en de uitvoering van het strategisch meerjarenplan. Het gemeentebestuur moet geen advies vragen over de opmaak van het gemeentelijk budget maar geeft wel toelichting over het voorgestelde en goedgekeurde budget. Daarnaast heeft de cultuurraad de mogelijkheid om over alle hierboven genoemde aangelegenheden en over alle andere beleidsdossiers, waarvan zij vindt dat er culturele belangen

27.03.2014 - 9 in het geding zijn, advies uit te brengen aan de Gemeenteraad of het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 9: Om de adviesfunctie van de cultuurraad mogelijk te maken zal het College van Burgemeester en Schepenen aan de cultuurraad de agenda van de Gemeenteraad bezorgen. De schepen bevoegd voor cultuur zal aan de cultuurraad mededeling geven van de agendapunten van de vergaderingen van het College van Burgemeester en Schepenen die te maken hebben met de beleidsmateries waarover de cultuurraad adviesbevoegdheid heeft. Artikel 10: Wanneer het gemeentebestuur de cultuurraad om advies vraagt, zal zij bij de adviesvraag de nodige informatie voegen. Tevens hebben de leden van de cultuurraad het recht om inzage te nemen in alle documenten en dossiers die betrekking hebben op het dossier, tenzij er wettelijke bezwaren zijn. Dit inzagerecht kan uitgeoefend worden via de gemeentelijke ambtenaar die toegewezen wordt aan de adviesraad of via de gemeentesecretaris. Wanneer de cultuurraad op eigen initiatief een advies wenst uit te brengen, kan hij steeds informatie opvragen aan het College van Burgemeester en Schepenen, die deze informatie zal ter beschikking stellen tenzij er wettelijke bezwaren zijn. De schriftelijke verzoeken om informatie vanwege de cultuurraad zullen binnen de tien dagen beantwoord worden door de gevraagde informatie ter beschikking te stellen, ofwel door de wettelijke bezwaren tegen de informatieverstrekking mee te delen. Artikel 11: Het gemeentebestuur zal de vragen om advies steeds schriftelijk stellen, met: a) een duidelijke omschrijving van de concrete vraag; b) opgave van de wettelijke en financile randvoorwaarden waarmee de adviesgever moet rekening houden; c) opgaven van de uiterste datum van inlevering van het advies bij het gemeentebestuur. Het gemeentebestuur zal de cultuurraad minimaal een termijn van zes weken geven te rekenen vanaf de datum van aankomst van de adviesvraag bij de cultuurraad. Slechts om uitzonderlijke redenen en omwille van hoge dringendheid, kan het gemeentebestuur deze termijn gemotiveerd inkorten. In onderlinge afspraak tussen cultuurraad en gemeentebestuur kan de termijn ook verlengd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten. Artikel 12: De cultuurraad zal de adviezen die ze uitbrengt steeds gemeentebestuur en in de adviezen melding maken van: schriftelijk bezorgen aan het

a) de wijze waarop het advies tot stand kwam met een duidelijke opgave van welke betrokkenen op welke manier geconsulteerd werden; b) de argumentatie die geleid heeft tot de standpuntbepaling in het advies; c) een duidelijke weergave van het standpunt van de cultuurraad, met vermelding van afwijkende meningen of van minderheidsstandpunten. De tekst van de adviezen maakt steeds deel uit van het desbetreffende dossier dat wordt voorgelegd aan het College van Burgemeester en Schepenen, de Gemeenteraad of de hogere overheid. Een tekst van de adviezen wordt ook bezorgd aan de fractieleiders van de Gemeenteraad. Indien de cultuurraad geen advies uitbrengt binnen de afgesproken termijn mag het advies als gunstig worden beschouwd. Artikel 13: Het gemeentebestuur zal binnen een termijn van zes weken te rekenen vanaf de datum dat het advies bij het gemeentebestuur toekwam, een schriftelijk gemotiveerd antwoord op het advies bezorgen aan de cultuurraad. Het gemeentebestuur volgt verplicht het advies van de cultuurraad, tenzij een grondige motivering dwingt tot andere maatregelen. Indien de verdere behandeling van het dossier langere tijd vraagt, zal het gemeentebestuur binnen de zes weken een antwoord bezorgen met melding van de procedure die het dossier nog verder moet volgen en de opgave van de datum dat een definitief antwoord aan de cultuurraad zal bezorgd worden. De maanden juli en augustus worden bij het berekenen van de termijn buiten beschouwing gelaten. Artikel 14:

27.03.2014 - 10 Het gemeentebestuur zal de cultuurraad ondersteunen door: a) op het gemeentelijk budget jaarlijks een budget voor de financiering van de werking op te nemen. De controle op de aanwending van het budget zal gebeuren door een jaarlijks bij het gemeentebestuur in te dienen rekening; b) het ter beschikking ondersteuning; stellen van een medewerker voor administratieve en logistieke

c) het ter dekking van de risicos burgerlijke aansprakelijkheid, rechtsbijstand, en lichamelijke ongevallen tijdens de uitoefening van hun functie de nodige verzekeringspolissen af te sluiten voor de afgevaardigden van de verenigingen in het cultuurnetwerk en diens afgevaardigden en de deskundigen in de cultuurraad. Artikel 15: De cultuurraad wordt samengesteld met stemgerechtigde leden en waarnemers. De stemgerechtigde leden zijn: a) vijf afgevaardigden van erkende verenigingen die werken met vrijwilligers. Het liefst weerspiegelen deze afgevaardigden de verhoudingen tussen de verschillende soorten verenigingen zoals beschreven in artikel 5. b) een afgevaardigde beroepskrachten; c) van alle erkende verenigingen, die werken met professionele

de deskundigen op het gebied van cultuur;

d) een afgevaardigde van de jeugdraad; e) een afgevaardigde van de seniorenraad; f) een afgevaardigde van de wijkraad;

g) een afgevaardigde van de vereniging voor mensen in armoede.

De waarnemers, die lid zijn omwille van hun functie, zijn: a) de schepen bevoegd voor cultuur; b) de cultuurbeleidscordinator; c) de medewerker aangeduid door de gemeente ter ondersteuning van de cultuurraad;

d) de diensthoofden van de gemeentelijke culturele instellingen (bibliotheek, cultuurdienst,) e) De cultuurraad kan beroep doen op externe deskundigen in het kader van de adviesverlening indien men dit relevant vindt. Artikel 16: Binnen de cultuurraad worden volgende functie aangeduid: een voorzitter, een ondervoorzitter, een secretaris en een penningmeester Artikel 17: De voorzitter zit de vergaderingen voor en beslist wanneer geen duidelijke meerderheid gevonden wordt voor het ene of andere advies. De ondervoorzitter vervangt de voorzitter en neemt diens verantwoordelijkheden op bij afwezigheid van de voorzitter. De secretaris is verantwoordelijk voor het administratief werk van de cultuurraad, in afspraak met de gemeentelijke ambtenaar die door het college van burgemeester en schepenen ter beschikking wordt gesteld van de cultuurraad. De functie van secretaris kan toegekend worden aan de gemeentelijke ambtenaar. De penningmeester zorgt voor de bewaring van de gelden van de cultuurraad op een bankrekening, die in opdracht van het dagelijks bestuur (zie artikel 28) dienen te gebeuren. Hij houdt tevens een regelmatig ingevuld kasboek. Artikel 18: Een afgevaardigde of hun plaatsvervanger(s) worden in volle vrijheid aangeduid door de betrokken erkende verenigingen en moeten voldoen aan volgende voorwaarden: a) b) minimum 16 jaar oud zijn; actief betrokken zijn bij de werking van minstens een erkende vereniging waardoor ze zijn afgevaardigd;

27.03.2014 - 11 c) d) e) bereid zijn zich actief te engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren; in de mate van het mogelijke alle erkende verenigingen van de groep van erkende verenigingen te vertegenwoordigen; geen politiek mandaat bekleden.

Artikel 19: Aan het mandaat van een afgevaardigde/plaatsvervanger komt een einde door: a) b) c) d) e) het ontslag uit de cultuurraad of uit de erkende vereniging die men vertegenwoordigt; de intrekking van de vertegenwoordigingsopdracht door een meerderheid van de erkende verenigingen binnen de groep die men vertegenwoordigt; overlijden of rechtsonbekwaamheid; de intrekking door het gemeentebestuur van de erkende vereniging omdat deze niet meer beantwoordt aan de gestelde criteria wanneer de betrokken afgevaardigde/plaatsvervanger hogervermelde voorwaarden. niet meer voldoet aan de

Wanneer aan het mandaat van een afgevaardigde van een groep van erkende verenigingen een einde komt, dient de groep binnen de drie maanden in de vervanging te voorzien. Artikel 20: De kandidaat deskundigen moeten voldoen aan volgende voorwaarden: a) b) d) e) f) vanuit zijn werkervaring en/of zijn engagement in de culturele sector een bepaalde deskundigheid bezitten; zich bereid verklaren zich actief te engageren om de doelstellingen van de cultuurraad te realiseren; geen politiek mandaat bekleden; in de gemeente Beerse wonen; minimum 16 jaar oud zijn.

Aan het lidmaatschap van een deskundige komt een einde door: a) b) c) het ontslag uit de cultuurraad overlijden of rechtsonbekwaamheid wanneer hij niet meer voldoet aan de gestelde criteria

Artikel 21: Alle stemgerechtigde leden: a) onderschrijven de doelstellingen van de cultuurraad en verbinden zich er toe om actief mee te werken aan de realisering ervan. b) wonen de vergaderingen van de cultuurraad bij. Indien dit onmogelijk is, is het lid gebonden zich uitdrukkelijk te verontschuldigen. De afgevaardigde kan zich laten vertegenwoordigen door een plaatsvervanger, als deze voldoende op de hoogte is van het mandaat en het engagement van het effectieve lid. Het stemgerechtigde lid treft hiervoor zelf de nodige schikkingen. c) Hebben spreek- en stemrecht op alle vergaderingen van de cultuurraad en de werkgroepen waar het lid deel van uitmaakt

d) hebben inzagerecht in alle documenten en dossiers die het gemeentebestuur ter beschikking stelt aan de cultuurraad. Artikel 22: De cultuurraad komt minstens vijfmaal per jaar samen. De vergaderingen van de cultuurraad worden voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de ondervoorzitter. Is deze ook afwezig, wordt de vergadering voorgezeten door secretaris of penningmeester. De oproepingsbrieven worden ondertekend door de voorzitter (of bij ontstentenis door de ondervoorzitter) en door de secretaris (of bij ontstentenis door een ander bestuurslid). De uitnodiging wordt minstens acht dagen voor de bijeenkomst verstuurd naar de stemgerechtigde leden en naar de waarnemers. De agenda wordt bij de uitnodiging gevoegd. De cultuurraad bepaalt tijdens haar bijeenkomst de voorlopige datum voor de volgende vergadering en haar voorlopige agenda. De definitieve agenda wordt samengesteld door het

27.03.2014 - 12 dagelijks bestuur (zie artikel 29). Op de agenda moet elk voorstel worden ingeschreven dat minstens n maand voor de vergadering schriftelijk door een lid werd ingediend bij de voorzitter. Enkel onderwerpen die op de agenda staan kunnen geldig worden besproken en afgehandeld. Wanneer twee derde van de aanwezige stemgerechtigde leden akkoord zijn kan een punt geldig worden toegevoegd aan de agenda. Dit punt wordt dan door de aanbrenger vooraf grondig uitgewerkt en op de vergadering toegelicht. Als een bepaald punt niet (volledig) kan afgehandeld worden, wordt het automatisch geplaatst op de agenda van de volgende bijeenkomst en dan bij prioriteit behandeld. Artikel 23: De cultuurraad wordt betrokken bij het proces van opmaak en uitvoering van het strategisch meerjarenplan. Voorts beslist de cultuurraad over alle belangrijke aangelegenheden, die de goede werking van de cultuurraad mogelijk maken. Zij spreekt zich uit over de rekeningen van de raad van het afgelopen boekjaar, legt het budget voor het volgend jaar vast en aanvaardt het jaarlijks werkingsverslag. Verder behoren tot de bevoegdheid van de cultuurraad de aanstelling van de stemgerechtigde leden van het dagelijks bestuur en het aanvaarden van de ontslagname van een dagelijks bestuurslid. De namen van dagelijks bestuursleden verbonden aan de functies van voorzitter, ondervoorzitter, secretaris en penningmeester worden bij besluit van de cultuurraad meegedeeld aan het college van burgemeester en schepenen en de gemeenteraad. Alle beslissingen worden met een gewone meerderheid van de aanwezige stemgerechtigde leden genomen. Artikel 24: De vergaderingen van de cultuurraad zijn openbaar. De agenda en vergaderdatum en plaats worden daarom ruim bekend gemaakt in de gemeente. Alle inwoners van de gemeente hebben spreekrecht op de vergaderingen van de cultuurraad. Het stemrecht blijft nochtans voorbehouden aan de stemgerechtigde leden. Artikel 25: Van elke zitting van de cultuurraad wordt een verslag opgesteld. De besluiten en gemotiveerde adviezen van de cultuurraad worden binnen de vastgestelde termijn en volgens de voorgeschreven procedure overgemaakt aan de desbetreffende instanties. Op vraag van een stemgerechtigd lid, kan een minderheidsnota aan de adviezen worden toegevoegd. Minderheidsnotas maken een onafscheidelijk deel uit van de adviezen. Elke inwoner van de gemeente kan inzage nemen in de verslagen en de documenten van de cultuurraad via de ambtenaar door de gemeente aangeduid ter ondersteuning van de cultuurraad. Artikel 26: De cultuurraad kan in haar midden werkgroepen per groep van erkende verenigingen, per beleidsthema of per territoriale geleding oprichten, voor het onderzoek van bepaalde aspecten van het cultuurbeleid. De waarnemers kunnen op de vergaderingen van deze werkgroepen uitgenodigd worden. Externe deskundigen kunnen gehoord worden in het kader van de adviesverlening over een specifiek onderwerp. De commissies vergaderen afzonderlijk om te beraadslagen over problemen eigen aan de hen toegewezen opdracht. De commissies brengen verslag uit op de cultuurraad. Daar wordt het definitieve advies geformuleerd en ondertekend door voorzitter en secretaris. Zij geven dit door aan het college van burgemeester en schepenen. Artikel 27: Omwille van een vlotte dagelijkse werking heeft de cultuurraad een dagelijks bestuur. Artikel 28: Het dagelijks bestuur bestaat minstens uit de voorzitter, de ondervoorzitter, de secretaris (voor zover deze functie niet werd toegekend aan de cultuurbeleidscordinator), de penningmeester en de cultuurbeleidscordinator. Artikel 29: Het dagelijks bestuur vergadert in voorbereiding van de bijeenkomsten van de cultuurraad en bij noodzaak. De vergaderingen van het dagelijks bestuur zijn niet openbaar. Het dagelijks bestuur voert het dagelijks beheer van de cultuurraad.

27.03.2014 - 13 Het dagelijks bestuur bereidt de vergaderingen van de cultuurraad en cultuurnetwerk voor, stelt de agenda ervan samen en bepaalt de datum van de buitengewone vergaderingen. Het voert de beslissingen van de cultuurraad en de werkgroepen uit. Het dagelijks bestuur neemt kennis van de binnengekomen briefwisseling en zorgt ervoor dat daar het nodige gevolg wordt gegeven. Het dagelijks bestuur stelt het ontwerp van begroting en rekeningen en het ontwerp van jaarprogramma en jaarverslag op en legt deze ter goedkeuring voor aan de cultuurraad. Het college van burgemeester en schepenen houdt toezicht op de rekeningen en kan een ambtenaar belasten met de controle op de financile verrichtingen. Het dagelijks bestuur is bevoegd over alle aangelegenheden die niet aan de cultuurraad of werkgroepen zijn toevertrouwd. Het dagelijks bestuur kan buitengewone cultuurraad beleggen telkens als hij dit nodig acht. Het dagelijks bestuur moet daartoe overgaan wanneer n tiende van de stemgerechtigde leden daarom schriftelijk verzoekt bij de voorzitter met een opgave van de te bespreken agenda. De gevraagde vergadering dient plaats te vinden binnen de maand na het indienen van het verzoek. Artikel 30: Het beknopt verslag van de vergaderingen van het dagelijks bestuur wordt aan alle leden van de cultuurraad bezorgd. De oproepingsbrief met de dagorde van de volgende vergadering wordt minstens vijf dagen op voorhand verstuurd naar alle dagelijks bestuursleden. Artikel 31: De culturele aangelegenheden bedoeld in artikel 59bis, 2, 1, van de Grondwet zijn: 1. De bescherming en de luister van de taal; 2. De aanmoediging van de vorming van navorsers; 3. De schone kunsten; 4. Het cultureel patrimonium, de musea en de andere wetenschappelijk-culturele instellingen (met uitzondering van de monumenten en landschappen;) 5. De bibliotheken, discotheken en soortgelijke diensten; 6. De radio-omroep en de televisie, het uitzenden van mededelingen van de Nationale Regering (...) uitgezonderd; 7. Het jeugdbeleid; 8. De permanente opvoeding en de culturele animatie; 9. De lichamelijke opvoeding, de sport en het openluchtleven; 10. De vrijetijdsbesteding en het toerisme; 11. De voorschoolse vorming in de peutertuinen; 12. De post- en parascolaire vorming; 13. De artistieke vorming; 14. De intellectuele, morele en sociale vorming; 15. De sociale promotie; 16. De beroepsomscholing en -bijscholing, met uitzondering van de regeling van de tegemoetkoming in de uitgaven inherent aan de selectie, de beroepsopleiding en de nieuwe installatie van het personeel door een werkgever in dienst genomen met het oog op de oprichting van een onderneming, de uitbreiding of de overschakeling van zijn onderneming.

8 Beleidscontract VCLB gemeentelijke basisscholen De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context Een schoolbestuur moet voor elk van zijn scholen die behoren tot het gewoon of buitengewoon basisonderwijs een beleidscontract met een centrum voor leerlingbegeleiding hebben.

27.03.2014 - 14 Het beleidscontract met het centrum voor leerlingenbegeleiding CLB Kempen, goedgekeurd bij het besluit van de gemeenteraad van 27 april 2006 werd opgezegd op 27 november 2013 en er dient bijgevolg een nieuw contract te worden afgesloten. Het overleg tussen het directiecollege van de scholengemeenschap en het centrum voor leerlingenbegeleiding heeft geleid tot een ontwerptekst van beleidscontract met VCLB Kempen, Rubensstraat 170, 2300 Turnhout. Juridische grond Het gemeentedecreet, artikel 42. De nieuwe gemeentewet, artikel 117. Het decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingbegeleiding, inzonderheid hoofdstuk V, afdeling 2, artikel 38. Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997. Het besluit van de Vlaamse regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de operationele doelstellingen voor de centra voor leerlingenbegeleiding. Het besluit van de Vlaamse regering van 12 september 2008 betreffende het multidisciplinaire dossier in de centra voor leerlingenbegeleiding. Advies De schoolraad gaf een gunstig advies over het beleidscontract op 17 maart 2014. Op voorstel van het directiecollege van de scholengemeenschap. Met ? Besluit : Artikel 1: Het hierbij gevoegd protocol van beleidscontract goed te keuren. Ter concretisering van het beleidscontract wordt een afsprakennota uitgewerkt die jaarlijks kan worden bijgestuurd. Artikel 2: Het beleidscontract vanaf 1 september 2014 voor de duur van 6 jaar van toepassing te maken op de hierna opgesomde instellingen: Giblo, Schransdriesstraat 47, 2340 Beerse, instellingsnummer 025701 Giblo De Schrieken, Antwerpseweg 48, 2340 Beerse, instellingsnummer 128579 GBS Albertstraat, Albertstraat 1, 2340 Beerse, instellingsnummer 008789 GBS Schransdries, Schransdriesstraat 45, 2340 Beerse, instellingsnummer 046268 GBS De Singel, Schoolstraat 4, 2340 Beerse, instellingsnummer 008771 Artikel 3: Een afschrift van het goedgekeurde beleidscontract per school over te maken aan de afdeling VCLB Kempen en OVSG.

9 Capaciteitsbepaling GIBLO 1 en GIBLO 2 schooljaar 2014-2015 De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De gemeenteraadsbeslissing van 28 juni 2012 betreffende de goedkeuring capaciteitsbepaling en inschrijvingsbeleid binnen de Scholengemeenschap Beerse. De gemeenteraadsbeslissing van 31 oktober 2013 betreffende schoolreglementen van de Scholengemeenschap Beerse (SGB). de aanpassing van de

De beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 24 februari 2014 betreffende de capaciteitsbepaling GIBLO 1 en GIBLO 2 voor schooljaar 2014-2015.

27.03.2014 - 15 Feiten en context De Scholengemeenschap Beerse, afgekort SGB, werd opgericht bij gemeenteraadsbesluit van 25 november 2004, gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 29 januari 2009 en tenslotte vernieuwd en uitbreid door het gemeenteraadsbesluit van 28 april 2011. De onderwijsstructuur van Scholengemeenschap Beerse bestaat uit 5 scholen, met name de Gemeentelijke Basisschool Schransdries (Schransdriesstraat 45 te 2340 Beerse), de Gemeentelijke Basisschool Schoolstraat (Schoolstraat 4 te 2340 Beerse), de Gemeentelijke Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs (GIBLO 1) (Schransdriesstraat 47 te 2340 Beerse), de Gemeentelijke Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs 2 De Schrieken (GIBLO 2) (Antwerpseweg 48 te 2340 Beerse) en de Gemeentelijke Basisschool Albertstraat Beerse (Albertstraat 1 te 2340 Beerse), elk waarvan de gemeente Beerse het schoolbestuur is. Juridische grond Het gemeentedecreet, artikel 42 inzake de aan de gemeenteraad toekomende bevoegdheden; Het decreet van 30 mei 2012 houdende technische en praktische aanpassingen aan het decreet van 25 november 2011 betreffende het inschrijvingsrecht. Het decreet van 25 november 2011 betreffende het inschrijvingsrecht. Het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 de artikelen 3, 15, 18, 21, 22, 25, 26, 27, 28, 29, 32, 37, hoofdstuk I V afdeling 3. Recht op inschrijving de artikelen 37bis-37 duodevicies en afdeling 4. Aanmeldingsprocedures art.37undevicies-art.37vicies septies Het decreet van 2 april 2004 betreffende participatie op school en de Vlaamse Onderwijsraad, artikel 21; Advies Het overleg in de schoolraad dd. 24 februari 2014. Argumentatie Zoals decretaal voorgeschreven, dient ieder schoolbestuur de capaciteit voor diens school, onderwijsniveau, vestigingsplaats en type te bepalen. Dat de capaciteit van de school, het niveau, de vestigingsplaats en het type maximaal vastgelegd moet worden, houdt hoofdzakelijk verband met het niet in gedrang komen van de veiligheid van de kinderen, veeleer dan pedagogisch luxe; Voor het buitengewoon basisonderwijs hanteren we volgend criterium ter motivering van de maximum bepaalde aantallen: aantal lokalen beschikbaar voor klasgroepen vermenigvuldigen met een algemeen niet-afdwingbaar criterium van 13 leerlingen per lokaal voor het onderwijs van het type 1 en 8 en een algemeen niet-afdwingbaar criterium van 8 kinderen voor het type 3; Conform het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997 art.37novies 5, kan het schoolbestuur in kwestie, ondanks het bereiken van de capaciteit, bepaalde leerlingen alsnog inschrijven. Voorts is het zo dat scholen, die niet gelegen zijn in een werkingsgebied van een LOP, kunnen kiezen om niet met de dubbele contingentering te werken op voorwaarde dat ze geen leerlingen weigeren. Tenslotte kunnen scholen buiten het LOP, die absoluut geen enkel capaciteitsprobleem hebben, inschrijven vanaf de eerste schooldag van september op voorwaarde dat er geen leerlingen geweigerd worden. Dit geldt zo voor alle gesubsidieerde gemeentelijke scholen van de Scholengemeenschap Beerse (SGB), met uitzondering van de Gemeentelijke Basisschool Albertstraat Beerse in de Albertstraat 1 te 2340 Beerse. Met ? Besluit : Artikel 1: Capaciteitsbepaling 1 De capaciteit wordt vanaf (1 september 2014 tot anders bepaald), beperkt tot volgende maximum-aantallen; 1) Gemeentelijke Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs (GIBLO 1); School: 178 leerlingen

27.03.2014 - 16 Vestigingsplaats: Schransdriesstraat 47 te 2340 Beerse: 138 leerlingen Vestigingsplaats: Antwerpseweg 48 te 2340 Beerse: 54 leerlingen Kleuteronderwijs: 0 leerlingen Lager onderwijs: 178 leerlingen Type 1: 26 leerlingen Type 3: 24 leerlingen Type 8: 144 leerlingen

2) Gemeentelijke Basisschool voor Buitengewoon Onderwijs 2 De Schrieken (GIBLO 2); School: 96 leerlingen Vestigingsplaats: Antwerpseweg 48 te 2340 Beerse: 96 leerlingen Kleuteronderwijs: 0 leerlingen Lager onderwijs: 96 leerlingen Type 1: 36 leerlingen Type 3 (ASS): 60 leerlingen Totaal 2 scholen: max. 274 leerlingen 2 Artikel 2: Inschrijvingsperiode en voorrangsperiode 1 Voor de scholen voor Buitengewoon Onderwijs uit de Scholengemeenschap Beerse (SGB) geldt dat de inschrijvingsperiode ten vroegste start vanaf de eerste schooldag van september van het voorgaande schooljaar. De directeur bepaalt de inschrijvingsperiodes rekening houdend met art. 2 1 van dit besluit. De inschrijvingsperiodes worden bekend gemaakt via de informatiebrochure of afsprakennota van elke school. De capaciteitsbepaling wordt bekend gemaakt via de informatiebrochure of afsprakennota van elke school.

2 3

Artikel 3: De directeur kan in bepaalde situaties leerlingen toch inschrijven als de maximum capaciteit bereikt is.

10 Principile goedkeuring gedeeltelijke afschaffing voetweg nr. 44 De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context Een gedeelte van de voetweg nr. 44 loopt dwars over het perceel 1e afd., sie A, nr. 277f2, tussen de woning en een bijgebouw. Deze buurtweg sluit verder aan op een priv-tuin van een woning binnen de verkaveling Koolwitjesstraat. De eigenaar van het betrokken perceel, de heer Filip Lauwers, vraagt de gedeeltelijke afschaffing van voetweg nr. 44., en dit vanaf zijn priv-eigendom. Het gaat om een strook met een breedte van 3,56 m en een lengte varirend tussen 6,30 m en 9,50 m, volgens een opmetingsplan van Klaus Raeymakers. De aanvrager steunt daarbij op volgende overwegingen: door de uitvoering van de verkaveling Koolwitjesstraat is deze buurtweg doodlopend geworden. In deze verkaveling is geen uitweg via de voetweg nr. 44 voorzien. alleen de laatste aanpalenden van deze buurtweg hebben er op dit ogenblik nog nut en gebruik van. de afschaffing veroorzaakt geen problemen en/of schade aan aanpalende eigendommen; de afschaffing geeft een betere benuttingsmogelijkheid van het eigendom van de heer Lauwers

27.03.2014 - 17 door de afschaffing worden de onderhouds- en bewakingskosten voor de gemeente Beerse beperkt.

Juridische grond Wet van 10 april 1841 op de buurtwegen. Argumentatie De gedeeltelijke afschaffing wordt ter principile goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad, waarna een openbaar onderzoek gevoerd zal worden. Tot slot zal het dossier ter definitieve goedkeuring voorgelegd worden aan de gemeenteraad om daarna voorgelegd te worden aan de deputatie van de provincie Antwerpen. Financile Weerslag / Met? Besluit : Artikel 1: Principile goedkeuring wordt verleend aan de kosteloze gedeeltelijke afschaffing van de voetweg nr. 44 op het perceel 1e afd., sie A, nr. 277f2, zoals aangeduid op het opmetingsplan van Klaus Raeymaekers. Artikel 2: Er zal een openbaar onderzoek gevoerd worden, waarna het dossier ter definitieve goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.

11 Verkavelingsaanvraag Asterstraat (tweede fase)-Aanvaarding wegtrac De Gemeenteraad, MOTIVERING Beknopte omschrijving van de aanvraag Op 18/12/2013 ontving het college van burgemeester en schepenen een aanvraag tot verkaveling vergunning uitgaande van Dhr. Klaus Raeymaekers voor Studiebureel Raeymaekers bvba, p/a. Pastoriestraat 14 te 2340 Beerse inzake het verkavelen van grond gelegen te 2340 Beerse, Asterstraat, kadastraal bekend als zijnde (afd. 1), sectie B, nrs. 196/y, 196 b/02 en 196 p/02. Het ontvankelijkheids- en volledigheidsbewijs van deze aanvraag werd afgeleverd op 06/01/2014. Het betreft een aanvraag tot realisatie van acht bouwkavels voor halfopen bebouwing langsheen een nieuw aan te leggen weg. Beschrijving van de omgeving en de aanvraag De percelen waarop de aanvraag betrekking hebben, betreffen een gebied in het verlengde van de recent aangelegde Asterstraat. In de onmiddellijke omgeving geeft het wonen de toon aan. De aanvraag voorziet in de verlenging van de Asterstraat. Langsheen deze nieuwe wegenis worden acht loten voor halfopen eengezinswoningen aangevraagd. Daar de woonfunctie inherent is aan het woongebied, beoogt het de verderzetting van reeds gerealiseerde projecten in dit gebeid. Door de aanvraag wordt een woondichtheid van 22 W/ha bereikt, wat aanvaardbaar is rekening houdende met de hedendaagse stedenbouwkundige en ruimtelijke doelstellingen. Met de voorliggende aanvraag wordt de huidige, reeds gerealiseerde, Asterstraat verlengd en beoogt daarmee de verderzetting van verkavelingsvergunningen 5.00/13004/60387.2 en 5.00/13004/60387.3. De omgeving van de aanvraag kan omschreven worden als een residentile woonomgeving met voornamelijk open en halfopen bebouwing. De in onderhavige aanvraag voorziene wegenis sluit ook aan op het openbaar domein horende bij de recent in functie van de naastliggende aangelegde wegenis. Het voorliggend ontwerp kadert in de principes van zorgvuldig ruimtegebruik in de woonkernen en is derhalve stedenbouwkundig en ruimtelijk aanvaardbaar.

27.03.2014 - 18 De aanvraag kadert in een groter geheel, waarvan het totaalconcept aan het dossier werd gevoegd. De verdere ontwikkeling van het restgebied, zal door latere verkavelingsaanvragen kunnen doorgevoerd worden. De voorstelling beoogt een kwalitatieve inbreiding van een binnengebied begrepen tussen de Beukenlaan enerzijds en de Boterbloem- en Daliastraat anderzijds. Qua verkeersafwikkeling zijn er geen verdere negatieve invloeden te verwachten, gelet op de kleinschaligheid van de verkaveling. Watertoets Overeenkomstig artikel 8 van het decreet van 18 juli 2003 en latere wijzigingen betreffende het integraal waterbeleid dient de aanvraag onderworpen te worden aan de watertoets. Het Besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 (BS 31/10/2006) en latere wijzigingen stelt nadere regels vast voor de toepassing van de watertoets, aan de doelstellingen van artikel 5 van het decreet integraal waterbeleid, en aan de bindende bepalingen van het bekkenbeheersplan. Het voorliggende project heeft geen omvangrijke oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat het schadelijk effect beperkt is. Enkel wordt door de toename van de verharde oppervlakte de infiltratie van het hemelwater in de bodem plaatselijk beperkt. Dit wordt gecompenseerd door de plaatsing van hemelwaterputten of infiltratievoorzieningen, overeenkomstig de normen vastgelegd in de geldende gewestelijke verordening. Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen: De heer Stefan Poortmans, schepen van werken, wonen en cultuur geeft toelichting bij voorliggend agendapunt. Met ? Besluit : Artikel 1: Het wegtrac zoals aangeduid op het bijgevoegd verkavelingsplan wordt goedgekeurd. Artikel 2: De vergunninghouder gaat de verbintenis aan alle kosten te dragen voor de wegeniswerken die voorzien moeten worden met betrekking tot het bouwproject, inclusief alle kosten die verband houden met het ontwerp. Met wegeniswerken worden alle werken en technische voorzieningen bedoeld, met inbegrip van: - de aanleg van gescheiden rioleringen met inbegrip van de bezoekkamers en alle toebehoren evenals de verbindingen naar het bestaand openbaar rioleringsnet; - de aanleg en slokgaten met inbindingen op het riool en alle bijkomende werken noodzakelijk voor een goede voorlopige afwerking en verbinding op het bestaand wegennet; - de aanleg en herstelling van de wegenis; - de aanleg van voetpaden; - de aanleg van de waterleidingen met alle toebehoren met inbegrip van de door de plaatselijke brandweer noodzakelijk geachte brandmonden, e.d.m. - de aanleg van distributieleidingen voor de elektriciteit met alle toebehoren; - de aanleg van gasleidingen met alle toebehoren; - de aanleg van openbare verlichting met alle toebehoren; - de aanleg van TV-distributie - de aanleg van universele telefoonleidingen; - de aanleg van groenvoorzieningen. Deze groenvoorzieningen dienen te bestaan uit een combinatie van struiken, laan- en/of straatbomen van streekeigen soorten in ieder geval na voorafgaandelijke bespreking met en goedkeuring van de gemeentelijke dienst openbare werken. Artikel 3: Voor de aanleg van de nutsvoorzieningen langs de ontworpen wegenis zal de vergunninghouder een raming van de werken aanvragen bij de betrokken nutsbedrijven en onmiddellijk overmaken aan de gemeente. De vergunninghouder behoudt zich het recht om vooraf met de concessiehoudende maatschappijen voor elektriciteit, water, gas, TV-distributie en telefoon, de modaliteiten van uitvoering te bespreken. De plannen voor deze werken, inclusief raming, dienen voorafgaand de goedkeuring weg te dragen van het College van Burgemeester en Schepenen. Artikel 4: De vergunninghouder neemt onmiddellijk de nodige stappen om via een erkende financile instelling van Belgi, een onherroepelijke bankwaarborg te laten stellen voor de financiering van de

27.03.2014 - 19 werken, ten voordele van het gemeentebestuur. Deze bankwaarborg is gelijk aan de geraamde kostprijs van de werken (kostprijs nutsleidingen inbegrepen) + BTW, verhoogd met een marge van twintig procent (20%). De raming van de totale kostprijs, inclusief alle nutsvoorzieningen, dient voorafgaand aan de bankwaarborgstelling, de goedkeuring van het gemeentebestuur te dragen. Zodra het College van Burgemeester en Schepenen in het bezit is van de financile waarborg geeft het de concessiehoudende maatschappijen opdracht hun installaties aan te brengen. De financieringsinstelling zal borg staan voor de betaling van de werken binnen de perken van de verleende waarborg en zal de financiering ervan ten laste nemen, invorderbaar op louter vertoon van een besluit van het College van Burgemeester en Schepenen, waarin wordt vastgesteld dat de vergunninghouder in gebreke blijft zijn verplichtingen na te komen. De bankgarantie wordt verminderd naargelang de vordering van de werken en dit op voorlegging van facturen en betalingsbewijzen van aannemers en nutsmaatschappijen. Na betaling van de laatste factuur wordt de bankgarantie volledig vrijgegeven. Artikel 5: Er zal een voorlopige en definitieve aanvaarding der werken plaatsvinden volgens de bepalingen van het bijzondere lastenkohier. Het toezicht op de goede uitvoering der werken blijft voorbehouden aan de gemeente, dienst openbare werken. Artikel 6: De gemeente kan niet betrokken worden in eventuele geschillen tussen de verkavelaar of rechthebbenden en de aannemer(s) der werken, aangaande de betaling, de uitvoeringstermijn, de werkwijzigingen of dergelijke meer. De gemeente kan evenmin betrokken worden in eventuele geschillen tussen de vergunninghouder en derden aangaande de bouwwerken. Artikel 7: Stedenbouwkundige vergunningen zullen slechts afgeleverd worden langs voldoende uitgeruste wegen, waarbij de voorlopige aanvaarding van de weg als voldoende uitgerust beschouwd wordt. De verdere volledige afwerking en aanvaarding blijft gelden als voorwaarde. Artikel 8: In geval van niet-naleving van de opgelegde voorwaarden en/of niet voltooien van de bouwwerken met definitieve oplevering binnen de termijnen decretaal voorzien, kan het gemeentebestuur in de plaats treden van de vergunninghouder. Daartoe kan het gemeentebestuur hetzij de waarborg aanwenden om de voorziene werken uit te voeren, hetzij een boete opleggen gelijk aan 10% van de vastgestelde prijs van de niet-uitgevoerde werken per kalenderjaar vertraging. Deze schikking schaadt geenszins het recht van het gemeentebestuur de vergunninghouder voor de bevoegde rechter te dagen, teneinde hem te dwingen te voldoen aan alle verplichtingen. De boetes zijn van rechtswege invorderbaar door de enkele vervaldag van het tijdstip, zonder voorafgaande aanmaning. De ingebrekestelling gebeurt door een eenvoudig schrijven aan de vergunninghouder.

12 Burgemeestersconvenant De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis Op 16 september 2013 besliste het schepencollege principieel om de Burgemeestersconvenant te ondertekenen. Feiten en context Het Burgemeestersconvenant is een oproep naar de lokale besturen om zich te engageren om tegen 2020 de 20% CO2-reductiedoelstelling van de EU minstens te behalen of zelfs te overtreffen op lokaal niveau. Argumentatie Het Intergouvernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) heeft bevestigd dat de klimaatverandering een feit is en dat het energiegebruik door de mens daar in aanzienlijke mate debet aan is. De Europese Unie heeft op 9 maart 2007 het pakket Energie voor een Veranderende Wereld goedgekeurd, waarmee zij zich eenzijdig ertoe heeft verbonden haar CO 2-uitstoot tussen nu en

27.03.2014 - 20 2020 met 20% te verminderen door de energie-efficintie met 20% te verhogen en het aandeel van duurzame energiebronnen in de totale energiemix tot 20% te verhogen. En van de prioriteiten van het communautaire Actieplan voor energie-efficintie is Het potentieel realiseren, de oprichting van een burgemeestersconvenant. Het Comit van de Regios van de Europese Unie is de overtuiging toegedaan dat lokale en regionale overheden hun krachten dienen te bundelen omdat multilevel governance een effectief middel is om de efficintie van maatregelen tegen klimaatverandering te vergroten, en er daarom voor pleit om ook regionale overheden bij het Burgemeestersconvenant te betrekken. Wij zijn bereid gehoor te geven aan de in het Handvest van Leipzig betreffende Duurzame Europese Steden geformuleerde aanbevelingen met betrekking tot het verhogen van de energieefficintie. Wij zijn op de hoogte van het bestaan van de Aalborg Commitments, die aan de basis liggen van vele stedelijke duurzaamheidsprojecten en vele initiatieven in het kader van Lokaal Agenda 21. Wij zijn ons ervan bewust dat de lokale en regionale overheden samen met de nationale overheden de verantwoordelijkheid dragen voor het bestrijden van de opwarming van de aarde en zich dan ook actief daarvoor moeten inzetten, ongeacht wat de andere partijen doen. Steden zijn direct en indirect (via de door de burgers gebruikte producten en diensten) verantwoordelijk voor meer dan de helft van de broeikasgasemissies als gevolg van het gebruik van energie in het kader van menselijke activiteiten. De Europese Unie kan de in het vooruitzicht gestelde emissiereductie alleen realiseren als ook de lokale stakeholders n de burgers n hun organisaties daartoe een bijdrage leveren. De lokale en regionale overheden, als bestuurslagen die het dichtst bij de burgers staan, dienen het voortouw te nemen en moeten het voorbeeld geven. Veel van de maatregelen ter vermindering van de vraag naar energie, ter bevordering van het gebruik van duurzame energie en ter bestrijding van de klimaatverandering vallen onder de bevoegdheden van de lokale overheden of zouden zonder de politieke steun van de lokale overheden niet kunnen worden uitgevoerd. Effectieve maatregelen op lokaal niveau stellen de EU-lidstaten beter in staat hun verplichtingen op het vlak van de vermindering van broeikasgasemissies na te komen. Lokale en regionale overheden in heel Europa helpen de broeikasgasemissies verminderen door het opzetten van energie-efficintieprogrammas, incl. programmas op het vlak van duurzame stedelijke mobiliteit, en door het stimuleren van het gebruik van duurzame energie. Met ? Besluit : Artikel 1: Wij, het gemeentebestuur, verbinden ons ertoe om de lat nog hoger te leggen dan de EU en de CO2-uitstoot op ons grondgebied tussen nu en 2020 met ten minste 20% terug te dringen; om dat doel te bereiken zijn wij bereid ons te committeren aan een Actieplan betreffende duurzame energie voor die gebieden die onder onze bevoegdheid vallen; deze verbintenis en het actieplan zullen volgens onze respectievelijke procedures worden geratificeerd; een emissieberekening uit te voeren die als uitgangspunt voor de tenuitvoerlegging van het actieplan moet dienen; het actieplan binnen een jaar Burgemeestersconvenant in te dienen; na de formele ondertekening van het

onze structuren aan te passen en het nodige personeel in te zetten om de vereiste acties te kunnen ondernemen;

27.03.2014 - 21 het maatschappelijk middenveld op ons grondgebied actief te betrekken bij het opstellen van het actieplan, d.w.z. bij het uitwerken van de noodzakelijke beleidsmaatregelen om de doelstellingen ervan te kunnen verwezenlijken; in alle in het Convenant vertegenwoordigde gemeenschappen zal een actieplan worden opgesteld, dat uiterlijk een jaar na de ondertekening van het Convenant bij het secretariaat zal worden ingediend; na de indiening van het actieplan minstens om de twee jaar een voortgangsrapport in te dienen voor evaluatie-, toezicht- en controledoeleinden; onze ervaringen en knowhow met andere territoriale gemeenschappen te delen; in samenwerking met de Europese Commissie en andere stakeholders energiedagen of stedenconvenantdagen te organiseren om de burgers rechtstreeks te laten profiteren van de voordelen en mogelijkheden die een verstandiger energiegebruik biedt, en de lokale media regelmatig over de uitvoering van het actieplan te informeren; actief deel te nemen en bij te dragen, aan de jaarlijkse EU-Conferentie van Burgemeesters voor een Energieduurzaam Europa; de boodschap van het Convenant in de geijkte fora onder de aandacht te brengen en andere burgemeesters aan te sporen om bij het Convenant aan te sluiten; de beindiging van ons lidmaatschap van het Convenant te aanvaarden als het secretariaat van te voren schriftelijk heeft laten weten dat: i) een jaar na de formele ondertekening van het Convenant nog steeds geen actieplan is ingediend; ii) de in het actie plan aangegeven algemene CO 2-reductiedoelstelling niet werd gehaald vanwege het niet uitvoeren of onvoldoende uitvoeren van het Actieplan; iii) in twee opeenvolgende verslagleggingsperioden geen voortgangsrapport werd ingediend;

Artikel 2: Wij, het gemeentebestuur, scharen ons achter het besluit van de Europese Commissie om een mechanisme voor technische en promotionele ondersteuning in het leven te roepen en te financieren, incl. evaluatie- en monitoringsmechanismen en mechanismen ter bevordering van de uitwisseling van knowhow en de verspreiding van succesvolle maatregelen, een en ander binnen de grenzen van onze financile mogelijkheden; de rol van de Europese Commissie om de cordinatie van de EU-Conferentie van Burgemeesters voor een Energieduurzaam Europa op zich te nemen ; het voornemen van de Europese Commissie om de uitwisseling van ervaringen tussen de deelnemende gebieden te vergemakkelijken en om richtsnoeren en een lijst van referentievoorbeelden op te stellen, en met bestaande activiteiten en netwerken die de rol van lokale overheden op het gebied van klimaatbescherming ondersteunen, te combineren. Wij dringen erop aan dat deze referentievoorbeelden een integrerend deel van dit Convenant vormen en in de bijlage moeten worden vermeld ; het voornemen van de Europese Commissie om de deelnemende steden te erkennen als energieduurzame Europese stad en allerlei initiatieven te nemen om deze steden in de schijnwerpers te zetten, zoals b.v. het ontwerpen van een speciaal logo; de krachtige steun van het Comit van de Regios, en daarmee ook van de Europese lokale en regionale overheden, voor dit Convenant en de doelstellingen ervan; de hulp die vele lidstaten, regios, provincies, grote steden en andere institutionele pleitbezorgers van dit Convenant aanbieden om kleinere steden en gemeenten te helpen aan de bepalingen van het Convenant te voldoen;

Artikel 3: Wij, gemeentebestuur, verzoeken de Europese Commissie en de nationale overheden coherente ondersteunings- en samenwerkingsstructuren opzetten om de ondertekenaars van dit Convenant te helpen bij de uitvoering van hun actieplannen;

27.03.2014 - 22 de Europese Commissie en de nationale overheden in hun respectieve begeleidende programmas een centrale plaats in te ruimen voor de in dit Convenant genoemde activiteiten en de steden te informeren over en betrekken bij de voorbereiding van beleidsmaatregelen en financile regelingen ten behoeve van het lokale bestuursniveau voorzover die binnen de werkingssfeer van dit Convenant liggen; de Europese Commissie met de financile sector te onderhandelen over de invoering van financile regelingen die de uitvoering van de actieplannen mogelijk helpen maken; de nationale overheden om de lokale en regionale overheden te betrekken bij de voorbereiding en uitvoering van de nationale actieplannen ter bevordering van de energieefficintie en het gebruik van duurzame energie; de Europese Commissie en de nationale overheden om ons de nodige ondersteuning te geven bij de uitvoering van onze actieplannen, conform de reeds overeengekomen beginselen, regels en procedures en eventuele toekomstige wereldwijde afspraken, met name in het kader van het Raamverdrag klimaatverandering van de Verenigde Naties; onze actieve bijdrage aan het terugdringen van de CO 2-uitstoot kan uiteindelijk resulteren in een ambitieuzere mondiale doelstelling.

13 Oprichting van het administratief centrum: aanstelling Goedkeuring lastvoorwaarden en gunningswijze. De Gemeenteraad, MOTIVERING

traject

begeleider

Voorgeschiedenis De gemeentelijke administratieve diensten zijn aan een (ver)nieuwde huisvesting toe. Feiten en context De gemeente plant de bouw van een nieuw administratief centrum waarin rekening wordt gehouden met de nieuwe tendensen op het gebied van organisatieontwikkeling en op het gebied van samenwerking tussen de gemeente en het OCMW, maar ook met andere organisaties. Het is de bedoeling om de bouw uit te besteden via een design, build and maintence-procedure waarbij een priv-partner verantwoordelijk is voor de hele bouw. Daarnaast is een veranderingstraject binnen de organisatie noodzakelijk om een verbeterde dienstverlening aan te bieden en de samenwerking tussen de gemeente en het OCMW uit te bouwen. Om dit project tot een goed einde te brengen is het noodzakelijk een trajectbegeleider aan te stellen die de organisatie begeleidt bij dit programma. Juridische grond Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad. De wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen. Het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur. Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, meer bepaald artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht. De wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 25. De wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het koninklijk besluit van 15 juli 2011 betreffende plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren, en latere wijzigingen.

27.03.2014 - 23 Het koninklijk besluit van 14 januari 2013 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, meer bepaald artikel 5, 2. Advies In het kader van de opdracht Oprichting van het administratief centrum: aanstelling traject begeleider werd een bijzonder bestek met nr. 2014-850 opgesteld door Gemeente Beerse. De uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 195.000,00 excl. btw of 235.950,00 incl. 21% btw. Er wordt voorgesteld de opdracht te gunnen bij wijze van de open offerteaanvraag. Deze raming overschrijdt bijna de limieten van de Europese bekendmaking. Financile Weerslag De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014-2016-2017-2018, op budgetcode GEM/22100007/0190 (actie 1419/001/001/004/001) en de financiering gebeurt met eigen middelen. Besluit : Artikel 1 : Het bijzonder bestek met nr. 2014-850 en de raming voor de opdracht Oprichting van het administratief centrum: aanstelling traject begeleider, opgesteld door Gemeente Beerse worden goedgekeurd. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 195.000,00 excl. btw of 235.950,00 incl. 21% btw. Artikel 2 : Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de open offerteaanvraag. Artikel 3 : De opdracht zal Europees bekend gemaakt worden. Artikel 4 : Het standaard publicatieformulier wordt ingevuld en bekendgemaakt op nationaal en Europees niveau. Artikel 5 : De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het investeringsbudget van 2014-2016-2017-2018, op budgetcode GEM/22100007/0190 (actie 1419/001/001/004/001).

14 Retributiereglement kiezerslijsten op papier of op CD-rom. 2014-2019 De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context De begrotingsnoodwendigheden van de gemeente moeten in overweging genomen worden. Om de continuteit van de regelgeving te garanderen. Juridische grond Bepalingen van het gemeentedecreet. Artikel 17 van het algemeen kieswetboek. Deze moeten bij aangetekend schrijven aangevraagd worden aan de burgemeester. Deze mogen enkel voor verkiezingsdoeleinden en op hun beurt niet meedelen aan derden, ook niet na de verkiezingen, op straffe van de in artikel 197bis vastgestelde strafsancties. Argumentatie Elke politieke partij kan kosteloos twee exemplaren van de kiezerslijst krijgen, voor zover zij een kandidatenlijst indient.

27.03.2014 - 24 Bijkomende exemplaren of afschriften geschieden tegen betaling van de kostprijs Met ? Besluit : Artikel 1: Met ingang van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 wordt een retributie geheven op het leveren van bijkomende exemplaren van de kiezerslijsten op papier of op CD-rom. Artikel 2: De retributie bedraagt 40,00 euro per kiezerslijst zowel op papier als op CD-rom. Artikel 3: De retributie is verschuldigd door de persoon of organisatie die een bijkomend exemplaar van de kiezerslijst op papier of op CD-rom tijdig per aangetekend schrijven heeft aangevraagd. Artikel 4: De retributie wordt gend op het ogenblik van de aflevering van de kiezerslijst op papier of op CDrom. Artikel 5: De kiezerslijst op papier of op CD-rom worden enkel afgeleverd aan de politieke partijen en/of kandidaten die voorkomt op een voordracht ingediend met het oog op de verkiezingen. Artikel 6: Indien bij het onderzoek de commodo et incommodo geen bezwaren worden ingediend zal dit reglement als definitief aanzien worden en voor het nodige gevolg worden doorgezonden aan de bevoegde overheid.

15 Subsidieverdeling 2014 (2) De Gemeenteraad, MOTIVERING Feiten en context In het budget 2014 zijn diverse subsidies ingeschreven voor verenigingen die zich nuttig maken op sociaal, sportief en cultureel gebied. De gemeenteraad moet hiervoor verdeelsleutels goedkeuren. Vanwege de invoering van de BBC moeten de oude codenummers omgezet worden naar nieuwe registratiesleutels. Juridische grond De wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige subsidies. Met ? Besluit : Artikel 1: Verleent goedkeuring aan de verdeling van volgende subsidies, opgenomen in het budget 2014, als volgt: 1) Actiecode 008.001.003 BC 0440 AR 64930000 a. Rode Kruis afdeling Beerse-Merksplas: 100 euro b. Ambulancedienst Beerse 500 euro 2) Actiecode 008.001.003 BC 0470 AR 64930000 a. Dierenbescherming: vzw De Heyde in Ravels max bedrag van 1.800 euro Jaarlijkse bijdrage in de werkingskosten van 0.10 euro/inwoner op 31.12.13 omdat zij instaan voor de opvang van dieren in de gemeente Beerse. 3) Actiecode 008.001.003 BC 0440 AR 64950000 a. Ambulancedienst Beerse: tussenkomst in de loonkosten ambulanciers tot max. 35.000 euro. Uitbetaling op voorlegging van werkelijk uitbetaalde personeelskosten door sociaal secretariaat.

27.03.2014 - 25 4) Actiecode 008.001.004 BC 0521 AR 64930000 a. Raad voor toerisme: 2.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten b. Sinterklaasfeest: max. 3.000 euro. Uitbetaling op voorlegging van bewijsstukken van gemaakte kosten. 5) Actiecode 008.001.004 BC 0521 AR 64990000 a. Toeristische kantonniers: max. bedrag 5.000 euro als tussenkomst in de kosten. Uitbetaling op voorlegging van prestatiestaten voor werken op grondgebied Beerse. 6) Actiecode 008.001.003 BC 0530 AR 64930000 a. Landbouwvereniging onderlinge bedrijfshulp Beerse: 140 euro b. Landbouwvereniging onderlinge bedrijfshulp Vlimmeren: 140 euro 7) Actiecode 008.001.004 BC 0800-00 AR 64910000 a. Diverse oudercomits : te verdelen bedrag 1.120 euro. b. Verdeling tussen de oudercomits van de diverse scholen op het grondgebied Beerse-Vlimmeren in verhouding tot het aantal leerlingen woonachtig in de gemeente. c. De toelage is bedoeld als tussenkomst in de werkingskosten van het oudercomit. 8) Actiecode 004.006.002 BC 0750 AR 64930000 a. Subsidies aan jeugdraad en jeugdverenigingen: 30.500 euro. Dit bedrag wordt verdeeld onder de jeugdverenigingen die tijdig een aanvraag indienen en volgens de voorwaarden van het gemeenteraadsbesluiten van 30/09/2010 en 19/12/2013 en het jeugdwerkbeleidsplan 2010-2013. b. Speelplein Don Bosco: 10.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten. c. Speel-o-theek: 3.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten d. Securitydiensten voor jeugdverenigingen: maximaal 5.000 euro, na voorlegging van bewijsstukken. 9) Actiecode 004.006.002 BC 0709 AR 64930000 a. Subsidies aan de culturele verenigingen en de cultuurraad: 26.000 euro. Dit bedrag wordt verdeeld onder de culturele verenigingen die tijdig een aanvraag indienen en volgens de voorwaarden van het gemeenteraadsbesluit van 26.01.2006. 10) Actiecode 008.001.004 BC 0709 AR 64930000 a. Tempelhof vzw : 1.240 euro als tussenkomst in de werkingskosten. b. Vriendenkring gemeentepersoneel: 2.480 euro als tussenkomst in de werkingskosten. c. Duivenmaatschappij Den Hout: 3.850 euro als tussenkomst in de huurkosten van het lokaal. d. Gepensioneerden Den Hout: 150 euro als tussenkomst in de huurkosten van het lokaal. e. Wijkverenigingen: tussenkomst van max. 400 euro per wijkvereniging als tussenkomst in de huur van een tent of lokaal voor hun wijkfeest. f. Bevrijdingscomit Den Hout: 250 euro als tussenkomst in de kosten van de herdenkingsplechtigheid. g. Fanfare Het Werk der Toekomst Beerse: 1.860 euro als tussenkomst in de werkingskosten. h. Fanfare-Brassband Kempengalm, Vlimmeren: 1.860 euro als tussenkomst in de werkingskosten. 11) Actiecode 005.002.004 BC 0709 AR 64930000 a. Museum Jan Vaerten vzw : 2.480 euro als tussenkomst in de werkingskosten van de vzw. b. Beeldentrinale 2014: 15.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten voor de organisatie van de tentoonstelling 2014. c. Schakelklasje: 1.500 euro als tussenkomst in de werkingskosten. Uitbetaling op voorlegging van bewijsstukken. 12) Actiecode 004.006.002 BC 0739 AR 64930000 a. 1-euro subsidie volgens cultuurbeleidsplan voor vernieuwende en gemeenschapsvormde projecten: max. 3.000 euro. Voor deze projectsubsidies zal een apart bedrag vastgesteld worden in functie van de binnengebrachte aanvragen en onkostennotas volgens de voorwaarden van de gemeenteraadsbesluiten 26.11.2009 en 30.06.2011.

27.03.2014 - 26 13) Actiecode 008.001.003 BC 0500 AR 64930000 a. Marktcommissie : 1.750 euro als tussenkomst in de werkingskosten. b. Unizo Beerse en Vlimmeren: Max. 12.000 euro als tussenkomst in de kosten voor de kerstverlichting. Uitbetaling op voorlegging van bewijsstukken. 14) Actiecode 008.001.004 BC 0710 AR 64930000 a. Kermiscommissie: 1.250 euro als tussenkomst in de werkingskosten. 15) Actiecode 004.006.002 BC 074002 AR 64990000 a. Sportregio Noorderkempen : max. 4.000 euro. b. Bedrag van 0,225 euro/inwoner op 31.12.2013 16) Actiecode 004.006.002 BC 074002 AR 64930000 a. Sportverenigingen en sportraad: 37.400 euro. Dit bedrag wordt verdeeld onder de verenigingen die tijdig een aanvraag indienen en voldoen aan de voorwaarden van het subsidiereglement van de sport, goedgekeurd door de gemeenteraad van 27.11.2008. b. Subsidie voor vaste gebruikers van de overdekte sportinfrastructuur zonder cafetaria : 7.000 euro. Dit bedrag wordt verdeeld volgens de voorwaarden van het gemeenteraadsbesluit van 31.10.2013. 17) Actiecode 004.002.003 BC074002 AR 64930000 a. Subsidie aan verenigingen die integratie van minder-validen promoten: 3.000 euro verdeling volgens de voorwaarden van het gemeenteraadsbesluit van 24.06.2010. 18) Actiecode 004.006.003 BC 074002 AR 64930000 a. Sportverenigingen: impulssubsidie kwaliteitsverbetering jeugdsportbegeleider: 15.000 euro te verdelen volgens de voorwaarden van het impulssubsidiereglement, goedgekeurd door de gemeenteraad van 18.12.2008. 19) Actiecode 008.001.005 BC 0909 AR 64930000 a. Verenigingen minder-validenwerking: 6.500 euro. Plaatselijke K.V.G. : 5.5 euro/lid Amival, MPIs, dagcentrum CM, centra voor gehoor- en spraakgestoorden, centra voor blindenbegeleiding, Het Giels Bos, autistenwerking, Zwart Goor, en andere opvangcentra voor minder-validen: 38 euro/inwoner van de gemeente aldaar werkzaam, verblijvend of in begeleiding. Markdal vzw 2.500 euro als tussenkomst in de kosten voor vakantieopvang Boemerang van minder-validen schoolgaande kinderen. Vereniging voor thuisbegeleiding: 0.025 euro/inwoner op 31.12.2013 met een maximum van 440 euro. Solidariteitscomit: 6.415 euro als tussenkomst in de werkingskosten, projectensteun en noodhulp. De raad zal jaarlijks een verslag voorlegging over de aanwending van de toelage. Wereldwinkel Oxfam: 2.000 euro als tussenkomst in de werkingskosten. Missiezorg: 500 euro als tussenkomst in de werkingskosten 11.11.11-actie: 500 euro als projectensteun. Isphahan: 1.200 euro als tussenkomst in de werkingskosten. 20) Actiecode 008.001.004 BC 0985 AR 61930000 Ziekenzorg Beerse Centrum: 500 euro Ziekenzorg Beerse Den Hout: 500 euro Ziekenzorg Vlimmeren: 500 euro 21) Actiecode 008.001.004 BC 0985 AR 64990000 LOGO Kempen vzw: 0.05 euro/inwoner op 31.12.2013 met een maximum van 900 euro. 22) Actiecode 002.004.002 BC 0390 AR 64930000 Milieuraad: 930 euro als tussenkomst in de werkingskosten Natuurpunt De Kievit: 930 euro als tussenkomst in de werkingskosten Bond Beter Leefmilieu: 0.05 euro/inwoner op 31.12.2013 met een maximum van 900 euro. Stichting Kempens Landschap: 0.20 euro/inwoner op 31.12.2013 met een maximum van 3.540 euro. 23) Actiecode 002.004.002 BC0390 AR 64910000

27.03.2014 - 27 Subsidie aan gezinnen voor zwaluwenproject: max 700 euro te verdelen overeenkomst met het Regionaal Landschap kleine en grote Nete voor het in stand houden van zwaluwnesten van huiszwaluw, boerenzwaluw en gierzwaluw. De toelage wordt uitbetaald aan de eigenaar van het gebouw waar de nesten zijn. Aanvragen worden ingediend op het daarvoor bestemde formulier en na controle door het Regionaal Landschap uitbetaald. Minder dan 3 nesten: 20 euro/jaar 3 tot 10 nesten: 35 euro/jaar Meer dan 10 nesten: 50 euro/jaar. Artikel 2: Verleent vrijstelling, van de door de wet van 14.11.1983, betreffende de controle op de toekenning en aanwending van sommige subsidies, voorgeschreven verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financile toestand, aan de verenigingen die 1.240 euro of meer krijgen, met een maximum van 25.000 euro. De verenigingen blijven echter onderworpen aan de verplichtingen volgend uit de bepalingen van art. 3 en 7, eerste lid, van deze wet. Deze artikelen bepalen dat de toelage moet gebruikt worden voor het doel waarvoor zij is toegekend en dat de vereniging dit moet kunnen rechtvaardigen. Artikel 3: Volgende vereniging wordt niet vrijgesteld, zoals vermeld in artikel 2, omdat het subsidiebedrag boven de 25.000 euro is: De vzw Ambulancedienst blijft onderworpen aan de verplichtingen inzake voorlegging balans, rekeningen, verslag over beheer en financile toestand zoals vermeld in de wet van 14.11.1983.

16 Kerkfabriek Sint-Quirinus, Vlimmeren - jaarrekening 2013 De Gemeenteraad, MOTIVERING Voorgeschiedenis De rekening van de kerkfabriek Sint-Quirinus Vlimmeren is toegekomen op 27 januari 2014. Het gemeentebestuur maakt een advies over aan de provinciegouverneur, die binnen de 200 dagen de rekening voor goedkeuring nakijkt. Juridische grond Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materile organisatie en werking van de erkende erediensten en latere wijzigingen. Decreet van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en latere wijzigingen. Ministerieel besluit van 27 november 2006 met de vastlegging van de modellen. Advies De toelichting en de rekening werden nagekeken op de opgelegde elementen: bewijsstukken kastoestand: er is overeenstemming tussen cijfers boekhouding en de saldi van de werkingsrekeningen. Investeringen: nihil Inventaris: geen wijzigingen. Openstaande schulden: nihil, openstaande vorderingen: nihil, lijst oninbare bedragen: nihil. Staat vermogen: Het bedrag vermeld onder patrimoniumrekening is niet juist: 25.958,89 euro moet zijn 25.777,08 euro. Verdeelsleutels/waarderingsregels: niet van toepassing. Financile Weerslag De kerkfabriek beschikt over voldoende financile middelen en vraagt geen gemeentelijke tussenkomst. Met ? Besluit : Artikel 1: Verleent gunstig advies aan de rekening 2013 van de kerkfabriek Sint-Quirinus, mits aanpassing van de staat vermogen: patrimoniumrekening: 25.777,08 euro in plaats van 25.958,89 euro.

27.03.2014 - 28 De liquiditeiten blijven vastgesteld op 29.653,72 euro. Artikel 2: Zal dit besluit overmaken aan de kerkfabriek, het bisdom en het provinciebestuur.

17 Kerkfabriek Onze-Lieve-Vrouw van Altijddurende Bijstand, Den Hout - rekening 2013 De Gemeenteraad, MOTIVERING De rekening van de kerkfabriek van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, Den Hout is toegekomen op 5 maart 2014. Het gemeentebestuur maakt een advies over aan de provinciegouverneur, die binnen de 200 dagen de rekening voor goedkeuring nakijkt. Juridische grond Decreet van 7 mei 2004 betreffende de materile organisatie en werking van de erkende erediensten en latere wijzigingen. Decreet van 13 oktober 2006 betreffende het algemeen reglement op de boekhouding van de erkende erediensten en latere wijzigingen. Ministerieel besluit van 27 november 2006 met de vastlegging van de modellen. Advies De toelichting en de rekening werden nagekeken op de opgelegde elementen: bewijsstukken kastoestand: er is overeenstemming tussen cijfers boekhouding en de saldi van de werkingsrekeningen. Investeringen: overzicht werd bijgevoegd Inventaris: werd bijgevoegd Openstaande schulden: nihil, openstaande vorderingen: nihil, lijst oninbare bedragen: nihil. Staat vermogen: bijgevoegd Verdeelsleutels/waarderingsregels: niet van toepassing. Financile Weerslag De kerkfabriek beschikt over voldoende financile middelen en vraagt geen gemeentelijke tussenkomst. Met ? Besluit : Artikel 1: Verleent gunstig advies aan de rekening 2013 van de kerkfabriek Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand, Den Hout. Artikel 2: Zal dit besluit overmaken aan de kerkfabriek, het bisdom en het provinciebestuur.

18 Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete - vervanging bestuurder De Gemeenteraad, Voorgeschiedenis Op 29 januari 2009 gaat de gemeenteraad akkoord met de toetreding van de gemeente Beerse tot Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete vzw en diens rol als mede-oprichter. Op 31 januari 2013 draagt de gemeenteraad de heer Willy Bollanse voor als kandidaat-bestuurder van de vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete. Op 30 mei 2013 neemt de gemeenteraad akte van het ontslag van de heer Willy Bollanse als gemeenteraadslid.

27.03.2014 - 29 Conform de statuten werd het bestuur samengesteld op de Algemene Vergadering van 18 februari 2013 in de Warande in Turnhout. Juridische grond De statuten van de vzw Regionaal landschap Kleine en Grote Nete; Het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Argumentatie Als lokaal gedragen organisatie heeft de gemeente Beerse recht op twee vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering (een effectief en een plaatsvervangend lid) en een vertegenwoordiger in de Raad van Bestuur. De gemeente dient een nieuwe kandidaat-bestuurder voor te dragen van de vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete. Daartoe werden kandidaturen opgevraagd. Besluit : Artikel 1: Met, in geheime stemming, .., gemeenteraadslid, . namens de gemeente voor te dragen als kandidaat-bestuurder van de vzw Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete.

19 Vragen en mededelingen De Gemeenteraad, Neemt kennis van de volgende mededelingen: Neemt akte van de vragen van de raadsleden bij toepassing van art. 11 1 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad. Neemt akte van de vragen van het publiek in het kader van artikel 199 van het Gemeentedecreet. Aldus gedaan in zitting op datum als voren Secretaris Tinneke Claeys Voorzitter Gust Adriaensen

You might also like