Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 11

BIBLIOGRAFISCHE CONVENTIES TAKEN

afb.1

1- CITEREN, BRONVERMELDING EN BIBLIOGRAFIE: BASIS

Hier volgen een aantal uiterst belangrijke richtlijnen voor een goede bronvermelding. Dit schooljaar maak je veel taken waarbij je een beroep zal doen op bronnen (zoals boeken, tijdschriften, het

internet, cd-rom, dvd en video). Je leerkrachten hechten veel belang aan het correct hanteren van deze bronnen. Het is een vaardigheid die je later nog vaak van pas zal komen; zeker en vast in het hoger onderwijs: bij het schrijven van scripties, het voorbereiden van een presentatie, en het schrijven van je eindverhandeling.

1.1 Vermeld je bronnen!

Wanneer je woorden of ideen gebruikt van anderen, moet je altijd helder aangeven wie wat heeft gezegd. Het maakt ook niet uit of een tekst uit een boek of tijdschrift of een werkstuk van een medestudent komt, van een wetenschappelijk artikel of van een document van het internet. Als je teksten en ideen van anderen gebruikt, moet je dit vermelden.

Voorkom plagiaat door je te houden aan enkele grondregels: Een letterlijke tekst mag je alleen gebruiken als het citaat niet te lang is, het citaat tussen aanhalingstekens staat en bronvermelding op adequate wijze geschiedt. Je mag teksten van anderen niet aanpassen en presenteren als je eigen werk. Ideen van anderen mag je nooit, ook niet in je eigen woorden, toeschrijven als afkomstig van jezelf.

1.2 Wat is citeren?

Citeren is het letterlijk aanhalen van wat iemand schreef. Je citaat staat tussen aanhalingstekens (citaat). Als er in je fragment al aanhalingstekens zouden staan, verdubbel je deze (citaat: ander citaat, vervolg citaat). Wanneer het fragment lang is (langer dan twee regels), laat je de aanhalingstekens weg, en pas je inspringen toe. Je doet dit bijvoorbeeld als volgt:

Citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat citaat. (p. ) Je kan uit een lang citaat ook delen weglaten. Dit doe je door [] in te v oegen. Uiteraard moet je uiteindelijke citaat nog steeds grammaticaal correct zijn en trouw aan de originele betekenis. Je kan

deze vierkante haakjes ook gebruiken om eigen toelichting toe te voegen. Zo verander je niets aan het citaat, maar blijft alles toch duidelijk voor de lezer. Bijvoorbeeld: Hij [Klein Duimpje] trok zijn zevenmijlslaarzen aan.

1.3 Wat is parafraseren?

Niet enkel bij het letterlijk overnemen, maar ook bij het overnemen van gegevens of van ideen van iemand anders ben je verplicht om je bronnen duidelijk weer te geven. Wanneer je een gedachtegang van een auteur aanhaalt, maar niet letterlijk weergeeft, parafraseer je. Ook hier moet je je bron weergeven, maar werk je niet met aanhalingstekens. Je voegt wel, net als bij een citaat, een voetnoot toe. Daarover meer in de volgende paragraaf.

1.4 Voetnoten

Het is belangrijk dat de lezer meteen weet welke info je waar vandaan haalt. Daarom voegen we in de tekst voetnoten toe met daarin de verkorte bibliografische beschrijving van de bron. Op het einde komen al deze bronnen volledig uitgeschreven voor in je literatuurlijst. Al de bronnen uit je literatuurlijst moeten met andere woorden voorkomen in een voetnoot en al de bronnen in je voetnoten moeten volledig beschreven staan in je literatuurlijst.

Noten zijn onopvallende cijferverwijzingen in de tekst. Ze worden gebruikt voor mededelingen die onontbeerlijk zijn, maar die storend zouden werken als ze in de lopende tekst worden opgenomen. Dat geldt vooral voor literatuurverwijzingen.

Noten hebben over het algemeen twee functies: A. een explicatieve functie: in de noot worden zaken vermeld die de lopende tekst zouden storen, maar die toch noodzakelijk zijn voor de meningsvorming. Een explicatieve noot kan je gebruiken om bijvoorbeeld extra informatie te geven of een vertaling te geven. B. een verwijzende functie: de noot verwijst naar de gebruikte literatuur of bronnen. Dit is noodzakelijk wanneer je citeert of parafraseert of een specifieke opvatting ontleent aan een schrijver of een document. Kortom, je moet aangeven op welke literatuur het betoog is gebaseerd. Noten worden

Gebaseerd op: Bibliografische conventies Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen, Universiteit van

Amsterdam, internet, geraadpleegd op 26 augustus 2011.

niet gegeven bij feiten waarvan men mag aannemen dat die behoren tot de algemene ontwikkeling van de lezers.

Een nootcijfer in de tekst bevindt zich over het algemeen aan het einde van de zin, dus n het punt. Indien een bepaalde term in de tekst genoemd wordt die meteen om uitleg vraagt, kan het nootcijfer ook direct na de term volgen. Indien je je in een volledig hoofdstuk baseert op gegevens van een bepaalde site, zet je de voetnoot best vlak na de titel van dit hoofdstuk, eventueel met de woorden gebaseerd op: .

Voorbeeld: Zoals Janssens schrijft in zijn studie, is parafraseren niet eenvoudig.

Het is niet nodig de volledige bibliografische gegevens in de voetnoot te vermelden. De volgende gegevens volstaan: achternaam, gevolgd door een komma, een spatie en de eerste letter van de voornaam van de auteur gevolgd door een punt, opnieuw een komma, een spatie, het jaar van uitgave gevolgd door een komma, de p. voor paginaverwijzing, opnieuw een spatie, en dan het paginanummer (voor voorbeeld zie voetnoot).

Ongeveer hetzelfde geldt voor een letterlijk citaat: Bv. Janssens schrijft in zijn studie: Citeren is niet eenvoudig.
3

Geen voetnoten bij primaire literatuur Vaak zal je schrijven over een roman of een ander werk dat centraal staat, zoals bijvoorbeeld in een lectuurtaak. Het ligt voor de hand dat je daar vaak uit zal citeren of zal parafraseren. Bij deze werken gebruik je geen voetnoten (om een overvloed hieraan te voorkomen). Je voegt gewoon het paginanummer tussen haakjes toe:

Voorbeeld: Deze passage uit Zwellend fruit is een prachtig voorbeeld van hoe Verhelst gebruik maakt van een sfeerscheppende ruimte: Het was een zachte avond. Iemand injecteerde de hemel met zwarte inkt tot die zo zwaar was geworden dat het ook op de boomtoppen begon te druppelen (p. 35 ).

De bron (de roman Zwellend fruit, waarover je werk gaat) beschrijf je volledig in de primaire literatuurlijst achteraan.
2 3

JANSSENS, J., Citeren en parafraseren, p. 124. idem.

1.5 Literatuurlijst

Achteraan je werkstuk maak je een alfabetische lijst op van alle bronnen die je raadpleegde. Dit noemen we een literatuurlijst. Er bestaan twee soorten: primaire en secundaire literatuurlijst. In de primaire literatuurlijst plaats je het werk (of de werken) waarover je schrijft, zoals de roman De aanslag uit het voorbeeld. De secundaire literatuurlijst bevat een lijst van bronnen die over dat werk gaan, zoals recensies, essays, studies, interviews met de auteur. Vermeld beide lijsten dus apart!

In het geval dat je niet echt over een bepaald werk schrijft (bv. over een thema), volstaat de vermelding Literatuurlijst, en hoef je het onderscheid tussen primair en secundair niet te maken.

Je vindt een overzicht van de wijze waarop je zon literatuurlijst opstelt verder in deze bundel. Gebruik deze informatie telkens wanneer je een taak maakt. Een verzorgde en degelijke literatuurlijst geeft blijk van nauwgezet denk- n opzoekwerk!

1.6 Tot slot Bij het citeren van bronnen kom je hoe dan ook telkens opnieuw voor verrassingen en probleempjes te staan (geen auteursnaam, geen datum,). Gebruik dan gewoon je gezond verstand en vermeld wat je vermelden kunt. Wat telt is dat je er voor zorgt dat de genteresseerde lezer je bron makkelijk terug kan vinden, n dat je consequent bent in je systeem.

In het OLC kan je ook het boekje Rapporteren: voorschriften en nuttige wenken raadplegen. Daarin staan de BIN-normen ook beschreven, en kan je een oplossing vinden voor eventuele problemen.

2- HET OPMAKEN VAN EEN LITERATUURLIJST

Bronnen ordenen doe je volgens een vast systeem.

In diverse handleidingen worden afwijkende

methoden beschreven. Belangrijk is dat de lezer de oorspronkelijke bron gemakkelijk kan terugvinden en dat je een gekozen methode consequent toepast. Wij kozen hier voor de BIN-normering.
4

2.1 Volgorde In de literatuurlijst staan bronnen alfabetisch geordend op de achternaam van de (eerste) auteur. Als er geen auteur bekend is (anonieme werken, publicaties van instellingen, andere dan persoonlijke websites) wordt alfabetisch geordend op het eerste hoofdwoord van de titel. Als verschillende publicaties van dezelfde auteur in de lijst voorkomen, worden ze geordend op jaar van publicatie. 2.2 Vorm

De exacte vorm van de literatuurverwijzing verschilt per medium. Hieronder worden de meest voorkomende opgelijst en gellustreerd aan de hand van een voorbeeld.

Bij een boek AUTEUR, eerste letter van de voornamen (INITIALEN), Titel en ondertitel (cursief), druk (indien aanwezig), uitgeverij, plaats van uitgave, jaartal.

Is er meer dan n auteur, dan kun je alle personen vermelden, of na de eerste auteur e.a. (en andere) toevoegen. Bij meerdere voornamen gebruik je de verschillende initialen.

DE COSTER, M., Woordenboek van populaire uitdrukkingen, clichs, kreten en slogans (cursief), SU/Standaard, Den Haag/Antwerpen, 1998.

JANSSEN, D.H., VAN DEN BOGAARD, I.L. en VAN DEN HURK, J.G., Zakelijke communicatie, een leergang communicatieve vaardigheden voor het HBO (cursief), Wolters-Noordhoff BV, Groningen, 1989.

Rapporteren: voorschriften en nuttige wenken, LICAP, 2007.

Bij een tijdschrift/weekblad AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, Titel tijdschrift/weekblad (cursief), jaargang (jaartal), maand, nummer, paginaverwijzing.

SIMONART, S., 'Een feest van tranen. Op bedevaart naar Dianaland', Humo, 31 augustus 1999, nr. 36/3078, p. 136-153.

Bij een rapport, cursus, eindwerk AUTEUR, INITIALEN, Titel en ondertitel (cursief), niet-gepubliceerd + type document (rapport, cursus,), plaats, naam van de instelling, jaar.

DECLERCK, K. en VAN HOLM, B., De programmeerbare besturing. PLC, niet-gepubliceerd eindwerk, Brugge, VTI Brugge 6IW, 1998.

Een voorbeeld van een niet-gepubliceerde cursus is je cursus van Nederlands. Je mag uiteraard informatie uit je cursus gebruiken, maar het is geen officieel gepubliceerd werk.

Bij een krantenartikel AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, Naam krant (cursief), volledige datum.

RUYS, M. Het oude Belgi hindert Vlaanderen, De Standaard, 23 september 1999.

Als het artikel anoniem is, mag je de naam van de krant ook invullen in plaats van de auteur:

De Morgen, Boekenverkoop krabbelt recht, 16 augustus 2011.

Bij een online krantenartikel. Als je het artikel online gevonden hebt, dan vermeld je dit ook. AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, Naam online krant (cursief), internet, volledige datum.

RUYS, M., Het oude Belgi hindert Vlaanderen, De Standaard Online, internet, 23 september 1999.

Bij een brochure AUTEUR, INITIALEN, Titel brochure (cursief), organisatie of instelling, plaats, jaar.

VANNESTE , D., Informatiebrochure, Tele-Onthaal, 1998.

Als de brochure anoniem is, mag je de naam van de instelling of organisatie vermelden in plaats van de auteur.

INSTITUUT ENGELBEWAARDER, Onthaalbrochure, Aartrijke, 1998.

Bij een interview NAAM GENTERVIEWDE, INITIALEN, Titel Interview (cursief), locatie, datum. (interview met door .)

VANDELANOTTE, J., Aanpak van de gemengde samenleving, Antwerpen, 20 september 1997. (interview met de heer Vandelanotte door S. Vanacker)

Bij een toespraak / lezing NAAM SPREKER, INITIALEN, Titel lezing of toespraak, plaats lezing, datum. (toespraak door naar aanleiding van/bij )

PATFOORT, P., Geweldloze opvoeding, De Werf, Brugge, 20 september 1998. (toespraak door mevrouw P. Patfoort bij de opening van het nieuwe werkjaar CMBV Brugge)

Bij een video AUTEUR, INITIALEN, Titel (cursief), video, productiehuis, plaats, jaar.

Als auteur kan je hier de naam van de regisseur of scenarist vermelden (meestal op de hoes terug te vinden).

OFFECIERS, W., Jacob van Maerlant. Omdat ic Vlaeminc ben, video, Electrabel/Toerisme Damme/KUB, 1996. (video over Jacob van Maerlant in regie van W. Offeciers)

Bij een elektronische bron AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, Naam site (cursief), internet, datum artikel / geraadpleegd op datum. (hyperlink)>> tussen haakjes en hyperlink verwijderen (verzorgde lay-out)

Of bij een naamloze bron: Naam site (cursief), Titel artikel, internet, datum artikel / geraadpleegd op datum.

(hyperlink)

Wie een elektronische bron citeert, moet naast de klassieke gegevens ook internet/'cd'/'cd-rom' vermelden. Voor een cd vermeld je de zanger/muzikant; voor een cd-rom de redacteur (red.). Als er geen namen voorkomen, geef je direct de titel van de cd-rom. Voor internet volgt na de klassieke gegevens de datum van de laatste updating of de datum tussen haakjes waarop jij internet raadpleegde. We eindigen trouwens met het volledige internetadres tussen haakjes. Verwijder ook even de hyperlink, zodat je niet met verschillende kleurtjes komt te zitten in je uiteindelijke document (rechtermuisknop, hyperlink verwijderen).

KAPADIA, A., (ed.), Mahatma Gandhi, internet, 17 april 1998. (http://amerisoft.net/india/gandhi.htm)

UNICEF, About the convention, internet, geraadpleegd op 10 april 2011. (http://www.unicef.org/crc/conven.htm)

BOS, S., Breek de stilte, cd, Hans Kuster Music, Belgi, 1991.

BROEKX, T., en LEFEVER, C., (red.), De positieve syndicale vrijheid, Personeel, lonen en sociale wetten. Commentaar bij de sociale wetgeving, cd-rom, Ced. Samsom, Belgi, maart 1998.

Uittreksel Top-100. Aan de slag met je boekverslag!!!, cd-rom, Topware, 1999.

Bij een film Titel (cursief), reg. naam regisseur, initialen, productiemaatschappij, jaar van premire.

Little Miss Sunshine, reg. Dayton J. en Faris, N., Fox Searchlight Pictures, 2006.

Bij een toneelstuk Titel (cursief), door naam auteur, reg. Achternaam, initialen, productiehuis, locatie, datum van voorstelling.

Titus Andronicus, door William Shakespeare, reg. Olympique Dramatique, Toneelhuis, Bourla Schouwburg, 27 juni 2012.

Bij een afbeelding Ook van afbeeldingen moet de bron vermeld worden. Je zet deze in een aparte lijst, Afbeeldingen genaamd. Benoem je afbeeldingen ook, zodat je duidelijk kan verwijzen.

NAAM MAKER, INITIALEN, Titel foto of cartoon, soort afbeelding, bron (cursief), datum. Niet bij alle fotos is dit even evident.

Bijvoorbeeld: afb. 1: GRIZELDA, Report on Plagiarism, cartoon, Cartoonstock, internet, geraadpleegd op 26 augustus 2011. (http://www.cartoonstock.com/cartoonview.asp?start=&search=main&catref=grin388&MA_Ar tist=&MA_Category=&ANDkeyword=plagiarism&ORkeyword=&TITLEkeyword=&NEGATIVEke yword=) afb.2: DE WIT, P., Sigmund, cartoon, De Volkskrant, 21 september 1999. afb.3: Zonsondergang bij de Schelde, foto Mitte Schroeven, 2008.

3- NOTATIE VAN VOETNOTEN

Je noteert steeds een verkorte vorm. De volledige bibliografische beschrijving staat immers achteraan in de alfabetische lectuurlijst. Ook bij de notatie van voetnoten zijn er verschillende systemen mogelijk. Het belangrijkste is ook hier weer consequent te zijn, en ook inzicht in de bron te verschaffen: het is voor de lezer belangrijk om te weten waar je je info vandaan hebt.

Bij een boek AUTEUR, INITIALEN, Titel boek (cursief, zonder ondertitel), jaartal, pagina van citaat.

Bij een lectuurtaak citeer je vaak uit hetzelfde werk. Hier volstaat het om gewoon tussen haakjes het paginanummer te vermelden. Het is immers duidelijk over welk boek je het hebt. Bij een literatuurproject heb je het over meerdere romans. Hier volstaat het om achter je citaat tussen haakjes auteur en paginanummer te vermelden. Je gebruikt hier dus geen voetnoot.

Het waren ontwortelde families, ergens geboren en nergens getogen (Verhelst p.119).

Bij een artikel NAAM AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, naam krant (cursief) , datum. Of, indien er geen auteur vermeld wordt: Titel artikel, naam krant (cursief), datum.

Bij een elektronische bron NAAM AUTEUR, INITIALEN, Titel artikel, naam site (cursief), internet, datum/geraadpleegd op datum. Titel artikel, naam site, internet, datum/geraadpleegd op datum.

Samuel Beckett, The Samuel Beckett Endpage, Universiteit Antwerpen, internet, geraadpleegd op 9 april 2010.

Je zet hier zeker niet gewoon een hyperlink. De naam van de site is belangrijk voor de lezer om betrouwbaarheid en objectiviteit in te schatten.

Bij andere bronnen Vermeld steeds de belangrijkste informatie en probeer vooral consequent te blijven: Auteur (indien aanwezig) of redacteur / regisseur / Titel artikel of hoofdstuk Bron (site, krant, titel boek, cursus, ) Exacte pagina Eventueel jaartal (zeker indien meerdere werken van zelfde auteur)

5- LITERATUURLIJST

Bibliografische

conventies

Kunst-,

religie-

en

cultuurwetenschappen,

Universiteit

van

Amsterdam, internet, januari 2007. (http://cf.hum.uva.nl/bookmaster/bibliografische_conventies_krc.htm) Rapporteren: voorschriften en nuttige wenken, LICAP, Brussel, 2007.

10

You might also like