PRAKTIJKMANAGEMENT

Enqute Nederland

Telemonitoring lost verwachtingen (nog) niet in

Het opvolgen van patinten na hartfalen gebeurt nog weinig n heeft minder effect op de kwaliteit van zorg en het zelfmanagement van patinten dan artsen en verpleegkundigen oorspronkelijk verwachtten. Dat is de conclusie van een enqute bij 86 Nederlandse hartfalenpoliklinieken.
an de 86 poliklinieken hartfalen die deelnamen aan de rondvraag, volgen er 31 (36%) momenteel al patinten via telemonitoring(1). Nog eens 12 polis (14%) zeiden hier binnen het jaar mee te zullen beginnen. Dat staat te lezen in de Journal of Medical Internet Research. De polis die het systeem al toepassen, doen dit bovendien bijlange niet voor al hun patinten; meestal gaat het om een kleine groep van niet meer dan 10 50, terwijl er een pak meer in aanmerking komen voor teleopvolging. Opvallend is verder dat 20 van die 31 polis overwegen om van monitoringssysteem

te veranderen omdat ze twijfels hebben over het huidige systeem dat ze gebruiken. De betrokken zorgverstrekkers geven dan weer aan dat hun verwachtingen over telemonitoring verre van volledig worden ingelost: zelf ervaren ze geen verminderde werkdruk. En ze zien ook minder impact op het zelfmanagement van patinten en op de kwaliteit ervan dan ze vooraf hadden gehoopt, klinkt het.

Imageglobe

Is de teleurstelling van de zorgverstrekkers het gevolg van een falend monitoringsysteem of van het gebrek aan een georganiseerde inzet ervan?

Onderzoeksbasis?
Vraag is of de teleurstelling van de zorgverstrekkers het gevolg is van een falend monitoringsysteem of van het gebrek aan een georganiseerde inzet ervan, zo werpen de auteurs van de studie op. Momenteel is de onderzoeksbasis over dit onderwerp immers nog gering en ontbreken naast solide bewijzen voor de bruikbaarheid van de toepassing ook de nodige richtlijnen en protocollen. Met de resultaten van de rondvraag willen Arjen de Vries (UMCG) en zijn collegaonderzoekers het onderzoek naar dit thema aanzwengelen. Telemonitoring is geen zaak van one size fits all, stellen ze, en het optimale profiel van patinten die er baat bij hebben, moet dringend verder gexploreerd worden. Tijs Ruysschaert
1. Voor deze enqute focusten de auteurs louter op telemonitoring via het internet, omwille van de actieve participatie van de patint die daarvoor nodig is. Health Professionals Expectations Versus Experiences of Internet-Based Telemonitoring: Survey Among Heart Failure Clinics, J Med Internet Res 2013; 15(1): e4.

Maar: Belgisch onderzoek bewijst effectiviteit

Telemonitoring werkt wel degelijk, maar dan moet het systeem correct worden ingezet, nuanceert Dr. Paul Dendale de conclusie van het Nederlandse onderzoek. Met daarbij ook een rol voor huisartsen en verpleegkundigen. Dr. Paul Dendale is diensthoofd cardiologie van het Jessa Ziekenhuis en docent aan de UHasselt, specialist ter zake en auteur van meerdere studies over telemonitoring. Zijn laatste onderzoek(1), in zeven ziekenhuizen over heel Belgi (waaronder UZ Brussel, ZOL en Middelheim), lijkt alvast een overtuigend bewijs te leveren van de positieve effecten van de opvolging van hartpatinten vanop afstand. In die studie stelden we vast dat het volgen van hartfalenpatinten via telemonitoring, de kans op overlijden n op opname in een ziekenhuis drastisch doet verlagen, legt hij uit. Specifiek in dat onderzoek was wel dat iedereen betrokken was bij het gebeuren: niet enkel specialisten en patinten, maar ook huisartsen en zelfs gespecialiseerde hartfalenverpleegsters. Zij vervullen een cruciale rol omdat ze zo kort op de bal kunnen spelen. telemonitoringsysteem. Voor een positieve uitkomst in dit verhaal is een goede taakverdeling tussen de verschillende partijen immers essentieel. Het volstaat niet om de relevante parameters enkel op te volgen. Als er iets fout loopt, moet er ook wat met het alarmsignaal gebeuren. En daarvoor moet iedereen op dezelfde lijn zitten. Vergelijk het met een rookdetector thuis. Als het alarm afgaat bij een brand maar niemand doet wat met dat signaal, blijf je uiteindelijk over met stof en as. T.R.
1. Dendale P, De Keulenaer G, Troisfontaines P, Weytjens C, Mullens W, Elegeert I, Ector B, Houbrechts M, Willekens K, Hansen D, Eur J Heart Fail. 2012 Mar; 14 (3): 333-40.

Crucial rol van huisarts

De Nederlandse onderzoekers nemen dat samenwerkingsverband dus best nog eens onder de loep, vindt Dendale, in plaats van louter te focussen op het

Imageglobe

ARTSENKRANT Dinsdag 5 maart 2013 Nr. 2303

17