Professional Documents
Culture Documents
Belgische Wetenschappers Volop Geciteerd
Belgische Wetenschappers Volop Geciteerd
m de kwaliteit van wetenschappelijk onderzoek uit verschillende landen met elkaar te vergelijken, ging Prof. Michel Gevers op zoek in de database van Scopus naar het aantal keren dat een werk werd geciteerd door collegas over de hele wereld. Uiteraard produceren grote landen meer documenten. Daarom
nam hij het gemiddeld aantal citaties per document als ijkpunt. Voor de periode 1996-2010 nam Gevers de prestaties van 17 landen onder de loep. En in dat klassement prijkt Belgi op de negende plaats. Als we enkel naar 2009 en 2010 kijken, stijgen we naar de vijfde plaats, aldus Gevers. En in de subdomeinen
neurowetenschappen en tandheelkunde waren we zelfs de primus in 2010. Professor Gevers stelde ook een ranking samen die rekening houdt met de R&Dbudgetten in hogere opleidingen. Daar staat ons land tweede, na Zwitserland; landen als Frankrijk, de VS en China komen ver achter. Dat kleine landen als Zwitserland en Belgi het goed doen, is op het eerste gezicht verrassend. Maar volgens Gevers is die kleinschaligheid net een troef. Net als Zwitserland zijn wij een klein land met relatief veel universiteiten; wetenschappers zitten hier op een kluitje. En dat biedt veel mogelijkheden om samen te werken. Uiteraard zijn er ook verschillen binnen de landen zelf. Zo scoren Leuvense weten-
schappers het best, gevolgd door onderzoekers van de UCL. Op de derde plaats volgt het ITG uit Antwerpen. Onderaan staan de VUB en de Universiteit van Luik. Maar dat betekent allerminst dat die laatste het slecht doen. Ik zie trouwens niet graag dat men Belgische universiteiten klasseert als slecht of slechter, benadrukt Gevers. Uit een nieuwe Spaanse studie die de prestaties van universiteiten vergelijkt, blijkt dat de best scorende Belgische universiteit 64% boven het wereldgemiddelde zit, maar dat ook onze slechtst scorende universiteit het nog 34% beter doet dan dat gemiddelde. Al onze universiteiten zitten dus, wat dat criterium betreft, ver boven het gemiddelde en ze zijn heel dicht bij elkaar.
Het is ver gekomen dat het Capaciteitsorgaan, de overheidscommissie die in Nederland het medisch aanbod plant, de aanhoudende, exclusief Franstalige verhalen over een vermeende Belgische pnurie de mdecins zonder enige nuance voor waar aanneemt. Heel vermakelijk in dat verband is de uitleg van Guus Schrijvers over de varkenscyclus van artsen. De overeenkomst tussen artsen en varkens is dat het jaren duurt om er meer of minder van te produceren. Bij een tekort worden er meer van geproduceerd, maar tegen de tijd dat die op de markt komen is er weer een overschot.
voorbeeld Emmen, Den Helder of Twente krijgt dat aandacht van de massamedia. Die wijzen dan naar de overheid, die daaraan iets moet doen. Dan volgen Kamervragen aan de minister. Een ambtelijke commissie gaat aan de slag en lost het probleem op. Wij vinden kennelijk de toegang tot de zorg een overheidsprobleem. Dat is minder het geval in andere landen. Waarvan akte.
Rechtzetting
In het artikel 300 toekomstige artsen proeven van succesvolle Startersdag in de vorige Artsenkrant schreven we dat 85% van de specialisten en 48% van de huisartsen aangesloten is bij de Bvas. Dat is echter kort door de bocht. Het gaat wel degelijk over 85% gesyndiceerde specialisten en 48% gesyndiceerde huisartsen. Waarvoor onze excuses.
Een staatszaak
Recentelijk boog het Capaciteitsorgaan zich over de vraag waarom Nederland geen artsentekort heeft en andere landen wel. Het antwoord is het volgende: Indien in Nederland een artsentekort ontstaat in bij-