Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 3

Filosofie- mensbeelden Aristoteles ( 384-322 v. Chr.

.) Studeerde twintig jaar lang aan de universiteit van Plato Hij was in zijn werk sterk benvloed door zijn leermester Wat zijn werk van Plato onderscheidt, is zijn aandacht voor de natuur en natuurwetten. Hij bestudeerde planten en dieren (Charles Darwin noemde hem daarom een groot bioloog) Volgens Aristoteles is de essentie van alle levende wezens doelgerichtheid Ieder levend wezen bestaat met een bepaald doel Ook de levenloze natuur is op deze manier doelgericht of theologisch (naar het Griekse woord telos voor doel). Vb.: het regent omdat anders de grond zou verdrogen en planten zouden doodgaan Op vergelijkbare wijze heeft het bestaan van mensen volgens Aristoteles een doel. Wat mensen wezenlijk onderscheidt van dieren is hun rationele vermogen Daar moet het doel van het menselijke bestaan wel zijn: zo goed mogelijk je verstand gebruiken.

Plato en Aristoteles Ze typeren allebei de menselijke natuur aan de hand van wat de mens onderscheidt van ander leven in de natuur - Dit is volgens hen de ratio Plato en Aristoteles noemen deze ratio het goddelijke aspect van de menselijke natuur Binnen het Christendom werd het goddelijke aspect van de menselijke natuur uitgelegd als een op God gericht en op God gelijken aspect - God zou de wereld hebben geschapen zoals zij is en de mens naar Zijn evenbeeld. - Daaruit volgt dat de mens de hoogste plaats inneemt in de schepping. Volgens sommige geloofsopvattingen geld, net als bij Plato, dat er onder de mensen een hirarchie bestaat. - De hoogste plaats wordt ingenomen door een selecte groep mensen - Zij zijn voorbestemd om uiteindelijk door God gered te worden Kerkvader Augustinus (354-430) Benadrukt in zijn leer dat de mens zelf op deze indeling geen invloed heeft In principe zijn alle mensen verdoemd God kiest uit deze massa damnata (verdoemde massa) degenen die gered zullen worden. - Mensen kunnen daar zelf niets aan veranderen - Het verdoemd-zijn is in deze opvatting typerend voor de menselijke natuur. Overeenkomst Aristoteles: Augustinus zag ook het menselijk bestaan als doelgericht - De mens is volgens Augustinus niet geschapen naar Gods evenbeeld, maar heeft het doel zich naar Gods evenbeeld te vormen ook al weet hij niet of hij daarvoor beloond wordt en God hem van zijn ondermaanse ketenen zal bevrijden Andere geloofsinterpretaties In plaats van predestinatie wordt meer de nadruk gelegd op de vrije keuze Ieder mens kan in principe kiezen tussen het goede en het kwade Afhankelijk van de keuzes die je maakt, leidt je al dan niet een goed leven en ben je een goed mens. Essentieel aan mens-zijn is in deze opvatting de keuze die men heeft tot het goede, ook wel aangeduid met de vrije wil. Alleen doordat mensen kunnen kiezen, kunnen zij ook zonden begaan

Overeenkomst Plato: de opvatting van de vrije wil heeft wil weg van de wagenmenner van Plato. Ook in de christelijke traditie wordt gepleit voor beheersing en controle van emoties en lusten. (de twee paarden in Platos metafoor) Of je nu het accent legt op predestinatie of op de vrije wil, in beide gevallen werd de mens wezenlijk anders dan dieren beschouwd. Dieren zijn niet naar Gods evenbeeld geschapen, kunnen zich ook niet ontwikkelen tot zijn evenbeeld en hebben niet zoiets als een vrije wil.

Aantekeningen Volgens Aristoteles was de ziel verdeeld in: 1. Rede 2. Plantaardige 3. Dierlijke Hij vond dat het lichaam en de ziel n waren Essentialisme: het zoeken naar wat wezenlijk is aan het mens-zijn sofia v.s. prudentia theoretisch inzicht tegenover praktische wijsheid (het juiste midden) Je bent gelukt als mens, wanneer je in staat bent om in uiteenlopende situaties het juiste midden te vinden. Eudamonia: het geslaagde leven De mens is van nature gericht op het goede De mens heeft van nature wat nodig is om het goede te doen (karakterdeugden en verstandsdeugden) Ieder mens kan door oefening leren het juiste midden te vinden. De karakterdeugden (matigheid, moed, rechtvaardigheid, vriendschap) vertellen je dat je in die situatie een keuze moet maken

Verschillen Plato en Aristoteles Verdeelde ziel - Rede - Begeerte - emotie

Verdeelde ziel - rede - plantachtige (eten en voeding tot ons nemen, we zijn gelijk aan planten) - dierlijke (instinct) Lichaam en ziel zijn n, als het lichaam sterft, verdwijnt de ziel ook Er is maar n wereld (veel biologischer, eenvoudiger) Kenmerkende eigenschappen van dingen: je leert een kind wat een kip is door hem/haar er een te laten zien Geslaagde leven (eudaimonia): kijkt hoe mensen naar geluk, naar het goede streven Deugdenethiek: juiste midden (exces = tekort) filosofie van het onderscheiden van het goed handelen en slecht handelen

Lichaam en ziel zijn verschillend Ideenwereld versus gewone wereld Vormen versus schaduwen

De ziel zit gevangen in het lichaam Kardinale (centrale, essentile) deugden

Vragen Aristoteles 1. ben je het eens met het uitganspunt van Aristoteles dat alle mensen van nature verlangen te weten omdat dat nu eenmaal hun doel als mens het meest optimaal realisee

You might also like