Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 5

Lesvoorbereidingsmodel

Student: Paul Godschalk Stageschool: Mentor: Karlijn Studieloopbaanbegeleider: Suzanne Raaijmakers Titel onderwijsactiviteit: Rekenen even en oneven getallen Paboklas: P13EhvD Groep: 3 Aantal kinderen: 16 Datum en tijdstip:

Beginsituatie van de leerlingen Wat hebben de leerlingen geleerd van eerdere onderwijsactiviteiten en ervaringen, wat kennen/weten/kunnen ze vanuit hun leef- en ervaringswereld, wat zijn hun interesses en gewoontes (dit alles in relatie tot onderstaande doelen)? Didactisch: De kinderen zijn bezig geweest met een getallentrap. Ze doen er steeds 1, 2 of 3 bij of eraf. Ook hebben ze net kennis gemaakt met de oneven getallen. De eerste oefening daarvan was dat ze de oneven getallen t/m 20 rood moesten kleuren en de even getallen groen. De getallen staan op volgorde in een balk. Kinderen hebben ook al gewerkt met centimeters. De even en de oneven getallen werden klassikaal opgenoemd. Kinderen konden deze cijfers tot en met 20 foutloos opnoemen. Cognitief: De kinderen pikken de leerstof heel snel op. Elk kind kan nu benoemen wat de even en wat de oneven getallen zijn. Er zijn ook een aantal kinderen bij die al deelsommen kunnen maken. T. kan al deelsommen maken. Sociaal emotioneel: T huilt vaak als hij niet mee komt met de groep. Waarom hij dit doet weten we niet. Hij zal iets harder moeten worden in de omgang met anderen. Door hem niet te veel aandacht te geven zal dit waarschijnlijk ook over gaan. J wil graag kinderen helpen terwijl ze zelf achter loopt. Ze wil graag dingen voor anderen doen. Doelstellingen voor de leerlingen (deze les en eventueel op de langere termijn) Wat kunnen leerlingen aan het eind van deze les(sen) beter uitvoeren, uitleggen en/of demonstreren dan op dit moment? Beschrijf het nieuwe gedrag zo concreet mogelijk. Aan het einde van de les hebben de kinderen met behulp van de sommen in het werkboek en Coperatieve werkvormen laten zien dat ze onderscheid kunnen maken tussen even en oneven getallen in een les van 1 uur. Beginsituatie van jezelf Wat is sterk of minder sterk aan je ontwikkelde kennis, vaardigheden en attitudes, in relatie tot wat nodig is in deze les? Didactisch: Ik heb in groep 8 eerder gewerkt met deze methode. De les over even en oneven getallen heb ik nog niet gegeven. Cognitief: Ik weet daarbij wel waar ik op moet letten. Ik weet dat ik veel voorbeelden moet

gebruiken. Ik schrijf het op het bord, gebruik het telraam + MAB-materiaal en de cijferlijn die aan de muur in de klas hangt.

Doelstellingen voor jezelf als leraar (deze les en eventueel op langere termijn) Wat kun je aan het eind van deze les(sen) beter dan op dit moment? Beschrijf het nieuwe gedrag zo concreet mogelijk. Ik wil aan het einde van de les, de les zo gegeven hebben als dat deze op het lesvoorbereidingsformulier is beschreven met uitzondering van onvoorspelbare gebeurtenissen tijdens deze les. Bronnen/theoretische verantwoording Literatuur, mentor, medestudenten, internet, opleiders, - Gesprek met de mentor - Handelingsplannen - Eigen observaties - methode Reken zeker 3d (Noordhoff Uitgevers, Groningen)

Tijd

De leerlingen Wat doen de leerlingen?

De leraar Wat doe jij, hoe en waar let je op?


De reconstructiedidactiek die ik in deze lesvoorbereiding toe pas zijn: Construeren en concretiseren en niveaus en modellen (model)

Beschrijf stap voor stap wat jij gaat doen in deze les.

INLEIDING
De lln kijken naar mij en denken actief mee met de vragen die ik ze stel.

De lln hebben niets in hun handen en kijken mee naar de opdracht.

Klassikaal: Ik vraag aan de groep wie mij een aantal even getallen kan opnoemen. Ze mogen deze aanwijzen op het digibord Wat doe je bij even en oneven getallen? Uitleg som 2 nog niet maken

Beschrijf de werkvormen / groeperingsvormen die je gaat gebruiken. Klassikale instructie.

Beschrijf de materialen en leermiddelen die je inzet

Beschrijf je aandachtspunten

-Op het digibord Ook de leerlingen die geen Projecteer ik opdr. 1 vinger op steken wil ik actief van het werboek. bij de les betrekken. Ik geef ook aan hen de beurt.

KERN

Klassikaal: De leerlingen doen mee met Instructie Som 3. Invullen van de oefening. een Lineaal.

Klassikale instructie.

-Ik gebruik de getallenlijn op het bord.

Ik stel vragen zoals: Met welk getal begin je? Wat komt erbij? Vul eerst aan tot 10 Wat moet er nu nog bij? De kinderen mogen alles gebruiken maar wel alles wat kleiner of even lang is als de lineaal van 20 blokjes (cm) lang. (ieder kind dus 1 materiaal!!!!!)

De kinderen blijven bij elkaar in het groepje en lopen door de klas. Als ze vragen hebben komen ze naar mij toe. Ze leggen de gevonden materialen op de tafel neer in het groepje.

Ik maak groepjes van 4 of 3 Coperatieve kinderen. Ze gaan in de klas met werkvorm: hun groepje op zoek naar brainstorm materialen die ze kunnen opmeten met MAB materiaal. (20 blokjes) Ze gaan met een lineaal van 20 blokjes lang (cm) aan de

-MAB-Materiaal -Materialen uit de klas.

De lln maken gebruik van het MAB-materiaal en schrijven een paar sommen op die ze bedacht hebben. De lln leggen zo snel mogelijk de materialen die ze uit de klas hebben gepakt weer op hun plek. De lln hebben niets in hun handen en kijken mee met de instructie die ik geef tijdens de oefeningen.

gang. Dit mogen kleine dingen zijn maar ook grote dingen van 20 cm. Ze krijgen hier ongeveer 5 minuten de tijd voor. Ze verzamelen de materialen (MINIMAAL 4) op hun tafel Daarna vraag ik de kinderen of ze 2 materialen bij elkaar op kunnen tellen met MABmateriaal. De materialen worden binnen 1 minuut weer terug gelegd op de plek waar het lag. Ik zet de klok op het digibord aan.

Klassikale instructie. Groepjes van 4

Duidelijk erbij zeggen dat het MINIMAAL 4 materialen mogen zijn. Groepjes van 4 zijn de kinderen van het groepje waarbij je aan tafel zit. Lineaal weg leggen en opmeten met blokjes. De materialen van de klas Ik maak er een spel van. Eens kijken hoe snel jullie dit kunnen als groep!

Ik leg de lln de oefeningen uit Instructie + van het werkboek en daarna opdrachtvorm maken ze die zelfstandig. Ik zet de minder sterke rekenaars samen met de sterke rekenaars achteraan de instructietafel.

Het werkboek blok 7, les 2: som 2,5 en 6

Ik let ook op de groep zelf. Als het niet goed gaat grijp ik in.

AFSLUITING De lln luisteren actief mee


naar het verhaaltje dat ik vertel. Ze mogen de som meteen mee opschrijven en dus een potlood in hun handen hebben.

Som 7 Klasikale instructie Wat zie je op het plaatje? Luister goed! Amalia heeft een heleboel ballonnen. In tweetallen Ze heeft 5 rode ballonnen, 4 gele en 4 blauwe. Hoeveel ballonnen heeft Amalia samen? Ik geef de beurt aan iemand.

Werkboek blok 7, les 2: som7

Terugblik Even oneven: start: terugpak van de vorige les. Opdracht met meten. Regels over samenwerken en stemgebruik: voor je gaat beginnen de regels laten herhalen door de kinderen. Betrokkenheid is groot Zorg er wel voor dat ze centraal opletten. Goed stil leggen Echt wachten tot het stil is. Daarna doen ze grappig. Meteen aangeven dat dat niet de bedoeling is. Zelfstandig werken: Duidelijk startsignaal. Regels herhalen Complimenten geven. Ook al is dit voor je gevoel overdreven.

You might also like