Essentie Van Beroepsgeheim Terug Centraal'

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 1

!

!"#$"%&'(")*&

Essentie van beroepsgeheim terug centraal


Meestal wordt over de gevolgen van het beroepsgeheim gesproken, en niet over de essentie zelf, stelt rechter Frederic Blockx. Nochtans is die essentie uitermate belangrijk: het beroepsgeheim moet patinten garanderen dat de informatie die ze geven aan hun arts opdat die hen zou kunnen verzorgen, vertrouwelijk blijft. Zo moet iedereen die nood heeft aan medische hulp, die met een gerust gemoed kunnen zoeken.
ok al zijn er bibliotheken volgeschreven over het medisch beroepsgeheim en bestaat er een overvloedige rechtspraak, toch wordt het niet altijd goed begrepen en toegepast. Voor de Antwerpse rechter Frederic Blockx vormde dat de aanleiding voor een doctoraat bij prof. medisch recht Thierry Vansweevelt (UA). De interesse bij de magistraat voor dit onderwerp kwam overigens niet uit de lucht gevallen: zijn beide ouders zijn arts, net als zijn zus, en zijn grootvader was raadsheer in het hof van beroep in Antwerpen. Gezondheidsrecht brengt die twee domeinen netjes bij elkaar. In juni van vorig jaar verdedigde Blockx zijn proefschrift Het medisch beroepsgeheim succesvol aan de Universiteit Antwerpen, om het vervolgens in een boek te gieten, waarin hij ook de situatie voor niet-medische beroepen onder de loep neemt. onder, aldus Blockx. Een apotheker moet zich bijvoorbeeld aan het beroepsgeheim houden als het gaat over de geregistreerde medicijnen die hij verkoopt. Maar bij de verkoop van andere producten die je ook vrij in de winkel kan kopen, zoals bijvoorbeeld cosmetica, geldt die verplichting niet. ting met zich mee langs de kant van de arts, zegt hij. In sommige gevallen hebben ook derden recht op informatie over de patint. Die laatste kan de informatie uiteraard zelf meedelen, maar als dat niet gebeurt, kan de arts ze in zijn belang doorgeven aan zijn naasten, zelfs aan zijn nabestaanden, aan andere behandelende artsen of aan zijn advocaat. Doet hij dit niet, dan kan je dit opvatten als onnodig zwijgen.

correct te zijn en verwittigde meteen de politie. Maar die tip zal waarschijnlijk onbruikbaar zijn. Waarom? Omdat zowel de instelling als het personeel gebonden was door het medisch beroepsgeheim.

Privacy geen hoofddoel


Een veelvoorkomende misvatting over het beroepsgeheim is dat de privacybescherming van de patint en ruimer, de geheimgerechtigde de hoofddoelstelling is. Maar dat klopt niet. Hoofdzaak is de garantie dat mensen geheimplichtigen kunnen vertrouwen, en dus ongehinderd hun hulp kunnen inroepen. De bescherming van de privacy vloeit daar logisch uit voort, argumenteert Blockx. De hele regeling van het medisch beroepsgeheim kan eigenlijk op artikel 23 van de Grondwet gent worden, dat het recht op geneeskundige verzorging waarborgt. (Datzelfde artikel waarborgt overigens ook het recht op juridische bijstand, zodat hetzelfde geldt voor het beroepsgeheim van de advocaat.) Op die manier zouden we tot een grondwetconforme interpretatie komen van zowel art. 458 Sw. als van de andere regels en beginselen waaruit het beroepsgeheim is opgebouwd. De huidige lezing van art. 458 volstaat grotendeels, maar dan moet het belang van de patient centraal geplaatst worden. De patint moet nooit verwachten dat zijn of haar eigen arts opduikt als spookrijder (*), niet enkel door te spreken, maar ook niet door onnodig te zwijgen. Een voorbeeld van onnodig zwijgen vindt Blockx in de Wet Patintenrechten, die patinten een wettelijk subjectief recht op informatie over hun gezondheidstoestand geeft. Dat recht voor patinten brengt tegelijkertijd een informatieverplich-

Commissie Seksueel Misbruik


Het spreekrecht dat de commissieDutroux invoerde en de Commissie Seksueel Misbruik in de Kerk uitbreidde voor hulpverleners die misbruik vaststellen bij kwetsbare personen, vindt Blockx contraproductief. Deze uitzondering had nooit in de wet ingeschreven moeten worden, want ze bestond reeds via de rechtspraak, en zelfs ruimer, stelt hij. Bij een ernstig en onmiddellijk gevaar voor een persoon de noodtoestand kunnen hulpverleners immers beslissen om hun zwijgplicht te doorbreken. De maatregel van de commissie was dan ook overbodig. Daarenboven zorgt hij voor verwarring: artsen en andere hulpverleners denken dat deze aangifte alleen mogelijk is in de (beperktere) gevallen opgesomd in de uitzondering. En tot slot ontstaat een fout beeld: men heeft het over een spreekrecht voor hulpverleners, wat de indruk wekt dat het beroepsgeheim een recht is voor hen, en niet voor de burgers. Maar de uitzondering nu afschaffen is niet aangewezen, dat zou voor een tegenstrijdig signaal zorgen.

Onbruikbare info
Het ziekenhuis mocht dan wel beweren dat het de politie had verwittigd vanwege een noodtoestand, dat klopte hoegenaamd niet. De slachtoffers betekenden immers geen gevaar voor de andere burgers, gaat Frederic Blockx verder. Net voor dergelijke voorvallen is het medisch beroepsgeheim cruciaal. Het moet verhinderen dat wie (dringend) zorg nodig heeft, niet naar een arts of een ziekenhuis durft te stappen uit vrees om verklikt te worden. Trouwens, niet enkel de artsen uit dat ziekenhuis waren gebonden door het beroepsgeheim, ook het andere personeel: verpleegkundigen, mensen van de schoonmaakploeg, receptionisten, Als zij de politie hadden ingelicht, waren ze misschien niet aangeklaagd wegens een schending van het beroepsgeheim aangezien ze geen wettelijk monopolie genieten maar hun info was wel onbruikbaar geweest: de patint mag verwachten dat de gegevens die hij of zij aan het ziekenhuis geeft, veilig zijn. Let wel: niet elke handeling van wie principieel onder een beroepsgeheimverplichting kn vallen, valt er effectief

Vertrouwensfunctie?
In Het beroepsgeheim ontleedt Blockx de manier waarop het beroepsgeheim vandaag de dag functioneert. We mogen de invulling van het beroepsgeheim niet ingewikkelder maken dan nodig, vindt hij. In de loop der jaren heeft de wetgever honderden beroepen en functies onder de geheimhoudingsverplichting van art. 458 Sw. geplaatst, terwijl dat in feite overbodig was. Het beroepsgeheim is van toepassing voor die beroepsgroepen die een wettelijk monopolie hebben. Al wie bijstand nodig heeft van iemand uit een van deze categorien, mag niet afgeschrikt worden om diens hulp in te roepen uit vrees dat zijn vertrouwelijke informatie tegen hem gebruikt zou kunnen worden. Die toets volstaat om uit te maken wie onder de geheimhoudingsverplichting valt en wie niet. De toepassing van het medisch beroepsgeheim hoeft zich dan ook niet te beperken tot louter artsen, waarschuwt Blockx. Ik geef hier graag volgend voorbeeld: enkele koperdieven wilden kabels stelen op een spoor dat nog onder stroom stond en kregen daarbij een schok van 10.000 volt door hun lichaam. Een van hun kompanen kon de spoedgevallendienst opbellen, en de gelektrocuteerde dieven belandden uiteindelijk in een ziekenhuis uit de buurt. Het personeel van dat ziekenhuis dacht

Tijs Ruysschaert
(*) Vred. Roeselare 10 maart 1999, R.W. 1999-2000, 567 met noot H. Nys; Vred. Roeselare 29 november 2005, R.W. 2006-07, 487 en Vred. Roeselare 19 december 2007, T. Vred. 2009, 96 met noot H. Nys.

Meer weten over dit onderwerp? 15% korting


Uitgeverij Intersentia biedt de lezers van Medi-Sfeer de mogelijkheid om dit boek aan te kopen tegen 84,15 in plaats van 99 euro.

Wilt u proteren van deze korting van 15%, surf dan naar http://medisfeer. intersentia.be. Daar vindt u de antwoordcoupon terug, die u moet invullen en terugsturen naar de uitgeverij, per post, per fax of per e-mail. Het aanbod loopt tot 31 mei. Meer info? Bel naar 03/680.15.50.

Beroepsgeheim, Frederic Blockx, Uitgeverij Intersentia, januari 2014, ISBN 978-94-0000-459-7, xxiv+510 blz., 99

MS8497N

Medi-Sfeer 442 30 april 2014

You might also like