Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 41

Voorwoord

1

Inhoud



Voorwoord 1 .................................................................................................
De school en beleid 3 ......................................................................................
De school 3 ................................................................................................
De sectie 4 ................................................................................................
Accommodatie en materiaal 4 .........................................................................
Visie op het vak bewegingsonderwijs 5 .................................................................
Inhoud van het programma 6 .............................................................................
Leerjaar 1 6 ...............................................................................................
Periode 1 6 .............................................................................................
Periode 2 8 .............................................................................................
Periode 3 10 ............................................................................................
Periode 4 12 ............................................................................................
Leerjaar 2 14 .............................................................................................
Periode 1 14 ............................................................................................
Periode 2 17 ............................................................................................
Periode 3 19 ............................................................................................
Periode 4 21 ............................................................................................
Leerjaar 3 23 .............................................................................................
Periode 1 23 ............................................................................................
Periode 2 25 ............................................................................................
Periode 3 27 ............................................................................................
Periode 4 27 ............................................................................................
Leerjaar 4 28 .............................................................................................
Periode 1 29 ............................................................................................
Periode 2 30 ............................................................................................
Periode 3 31 ............................................................................................
Periode 4 32 ............................................................................................
Leerjaar 5 33 .............................................................................................
Periode 1 33 ............................................................................................
Periode 2 34 ............................................................................................
Periode 3 35 ............................................................................................
Periode 4 36 ............................................................................................
Bewegen en regelen 37 ....................................................................................
Evaluatie en rapportage 38 ...............................................................................
Index beoordelingsformulieren en normen 39 .........................................................
Leerjaar 1 39 .............................................................................................
Leerjaar 2 39 .............................................................................................
Leerjaar 3 40 .............................................................................................
Leerjaar 4 40 .............................................................................................
Leerjaar 5 40 .............................................................................................
2

De school en beleid


De school

De Zeven Linden is een brede, kleine, openbare school voor voortgezet onderwijs in
Dedemsvaart. De school maakt deel uit van de Van der Capellen Scholengemeenschap.
We hebben een breed onderwijsaanbod. We verzorgen drie verschillende vmbo
beroepsgerichte opleidingen: elektro, bouw en techniek/handel/dienstverlening.
Daarnaast leiden we op voor de diploma's mavo en havo. Het vwo verzorgen we tot en met
het derde leerjaar.
Voor een zo brede school zijn we relatief klein en dat heeft zo zijn voordelen. Op onze
school kennen we elkaar en zorgen we voor elkaar. We staan bekend om onze prima sfeer
en goede onderwijsresultaten.
Als openbare school heten wij iedereen welkom, ongeacht levensbeschouwelijke, culturele
of maatschappelijke achtergrond. We vinden het belangrijk dat onze leerlingen zich in een
veilige en respectvolle sfeer kunnen ontplooien, dat zij hun talenten ontwikkelen en leren
keuzes te maken waarvoor zij verantwoordelijkheid nemen.
En er valt wat te kiezen op de Zeven Linden!

Keuzestromen: waarom doen we dat?
Keuzes worden gemaakt op grond van talent, vermogen en interesse. Kinderen zijn
bovendien creatief. Als ze iets niet weten, helpt de creativiteit hen verder en ze zijn niet
bang om het bij het verkeerde eind te hebben. We zeggen niet dat het bij het verkeerde
eind hebben hetzelfde is als creativiteit maar als je niet bereid bent tot het maken van
fouten ben je ook niet in staat tot iets origineels. Het is daarom helemaal niet erg als
leerlingen af en toe een verkeerde keuze maken. Daar leren ze ook van. Bovendien kiezen
kinderen vaak op andere gronden dan je zou je verwachten. Het onderwijssysteem is nog
te veel gericht op presteren en te weinig op leerlingen dat laten doen en ontdekken wat ze
goed kunnen. Natuurlijk moeten leerlingen presteren maar het onderwijs moet ook in het
teken staan van kiezen. In het MBO, bijvoorbeeld, is de uitval enorm.
Waarom? Omdat leerlingen op de verkeerde plek terechtkomen, iets doen wat ze eigenlijk
niet willen of niet leuk vinden, niet sectoraaldoorstromen etc. De verantwoordelijkheid
van De Zeven Linden gaat daarom verder dan de school zelf. De Zeven Linden wil dat
leerlingen ook na hun schooltijd in het voortgezet onderwijs op de juiste plek terecht
komen. De keuzestromen worden verbonden met de bovenbouw van alle vmbo-richtingen
en de Havo. We houden altijd de mogelijkheden open dat leerlingen van keuze kunnen
veranderen zodat leerlingen straks eindexamen kunnen doen in de vakken waar ze goed in
zijn. Het huidige onderwijssysteem is een groot selectieproces dat moet leiden naar de
poorten van de academische hemel. De consequentie van dat proces is dat er heel veel
hoog getalenteerde, briljante en creatieve mensen zijn, die denken dat ze het niet zijn
omdat datgene waar zij goed in waren op school, niet werd gewaardeerd. En veel van die
briljante kinderen zitten op De Zeven Linden. Die erkenning van het briljante kind zorgt
ervoor dat De Zeven Linden altijd meer uit een leerling weet te halen dan hij of zij zelf
soms denkt.

3

De sectie

Accommodatie en materiaal

De Zeven Linden kan voor de lessen bewegingsonderwijs gebruik maken van de zalen in de
Citadel. Er kan gebruik gemaakt worden van een van beide zalen van ongeveer 25 bij 22
meter.
In een van beide zalen is een ophangsysteem met 6 ringenstellen aanwezig. In de andere
zaal zijn zwaaitouwen en een klimwand aanwezig. Verder beschikt iedere zaal over 2
baskets aan de muur, nog 2 verrijdbare baskets en een aantal korven. In totaal zijn er 5
valmatten, 4 kasten, 4 bokken, 2 bruggen, 4 minitrampolines en 18 turnmatjes die gedeeld
moeten worden over beide zalen. Ook mag er gebruik worden gemaakt van de 8
tafeltennistafels die aanwezig zijn. Daarnaast hebben we beschikking over zon 20
judopakken en mag er gebruik worden gemaakt van de judomatjes die gezamenlijk zon 20
bij 10 meter beslaan. Naast al het grote materiaal is er een heleboel klein materiaal
aanwezig.

Vr de herfstvakantie en na de meivakantie worden de gymlessen zoveel mogelijk buiten
gedaan. Als het mooi weer is gaan we naar het sportpark de Boekweit, het voetbalveld in
Dedemsvaart. Wij kunnen daar gebruik maken van de verschillende voetbalvelden en
voetbaldoeltjes. Daarnaast is er ook hier nog wat klein materiaal voor onder andere
hockey, softbal en verschillende atletiekonderdelen zoals speerwerpen, verspringen,
kogelstoten en balslingeren.


4

Visie op het vak bewegingsonderwijs





5

Inhoud van het programma

Leerjaar 1


Periode 1

Kotermeerloop

Activiteit: Hardlopen om de kotermeerstal. Dit is een rondje van ongeveer 2.5km.

Doel: Leerlingen leren hun eigen tempo in te schatten om op die manier zo min mogelijk
energie te verbruiken om een stuk hard te lopen.

Beoordelen:
NORM: Zie bijlage

Hoogspringen met behulp van een minitramp

Activiteit: Hoogspringen over een elastiek waarbij gebruik wordt gemaakt van een
minitrampoline.

Doel: Leerlingen leren met een grote boog in de minitramp te springen waardoor een zo
hoog mogelijke hurksprong gemaakt kan worden, waarna er geland wordt op de voeten.

Beoordelen:
NORM:

Klas 1/2: Jongens: Cijfer is hoogte min 1.05 (1m60 is 5.5)
Meisjes: Cijfer is hoogte min 1.00 (1m55 is 5.5)
Klas 3/4/5: Jongens: 1m65 = V, 1m85 = G
Meisjes: 1m60 = V, 1m80 = G



Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
Kotermeerloop Volleybal Bewegen op muziek Atletiek
Hoogspringen
m.b.v. Basketbal Jongleren Softbal
minitramp Hurkwendsprong Stoeien Voetbal
Handbalspelen Shuttle Run Test Terugslagspelen
Ringzwaaien Wandklimmen
6




Doelspelen

Activiteit: Handbalspelen zoals tienbal, eindvakbal, cirkelbal en uiteindelijk handbal.

Doel: Leerlingen leren een bal zo gooien en vangen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Dit betekent dat er vrijgelopen moet worden door medespelers en
gekeken moet worden naar wat de makkelijke passes zijn.

Beoordelen: Handbalspelen kunnen beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.


Ringzwaaien

Activiteit: strekhangzwaaien met een halve draai en afsprong achter.

Doel: Leerlingen leren zwaaien in strekhangzwaai aan de ringen waarbij onder het
ophangpunt van de ringen met beide voeten na elkaar wordt afgezet. Helemaal bovenaan
in zowel de voor- en achterzwaai worden de benen doorgezwaaid richting het plafond.
Leerlingen leren het dode punt in de zwaai in zowel de voor- en achterzwaai herkennen en
kunnen op dit moment draaien en afspringen.

Beoordelen: Ringzwaaien kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


7

Periode 2

Volleybal

Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje volleybal gespeeld waarbij ieder team 4
spelers in het veld heeft staan.

Doel: Leerlingen kunnen een volleybal van boven het hoofd weg spelen door met de vingers
een driehoekje te maken en door in de knien te veren op het moment van spelen.
Leerlingen kunnen onderhands serveren met een volleybal door deze van de hand te slaan
met een platte hand.

Beoordelen: Volleybal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Basketbal

Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje gespeeld waarbij ieder team 4 spelers in
het veld heeft staan. Er wordt gespeeld op een half basketbalveld waarbij er 1 basket
gebruikt wordt. Een team mag alleen scoren als dit team daarvoor recht van aanval heeft
gehaald bij de middenlijn van het basketbalveld.

Doel: Leerlingen leren overspelen, dribbelen en schieten met een basketbal.
Leerlingen begrijpen het principe van recht van aanval halen en kunnen dit toepassen in
een wedstrijdje basketbal.

Beoordelen: Basketbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Hurkwendsprong

Activiteit: Door middel van een minitramp wordt een wendsprong gemaakt over een kast.

Doel: Leerlingen springen met een grote boog in een minitramp waardoor de kast zo
makkelijk mogelijk gepasseerd kan worden. Leerlingen passeren de kast met een
hurkwendsprong waarbij op de voeten geland wordt met het gezicht in de richting van de
kast.
Leerlingen leren elkaar vangen bij het maken van een hurkwendsprong door middel van
een klemgreep om de dichtstbijzijnde bovenarm.

Beoordelen: Het maken van een hurkwendsprong kan beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.



Shuttle Run Test

Activiteit: Er wordt zo lang mogelijk hardgelopen op het tempo van een cd van de shuttle
run test. Tussen twee piepjes wordt een volleybalveld overbrugd (18 meter).
8

Doel: Leerlingen leren hun looptempo aan te passen zodat ze zo lang mogelijk kunnen
blijven lopen. De piepjes zijn ondersteunend aan dit tempo.

Beoordelen:
NORM??


Wandklimmen

Activiteit: Er zijn drie actieve rollen binnen het klimmen:
- Klimmer: Leerlingen klimmen tot minstens halverwege de wand. Leerlingen die
beter kunnen klimmen gebruiken 1 kleur en gaan dus routes klimmen.
- Zekeraar: Leerlingen kunnen een klimmer zekeren waarbij het zekerapparaat aan
de wand is bevestigd.
- Back-up: Een tweede zekeraar die zorgt dat het touw met een klein boogje naar de
eerste zekeraar hangt. Mocht de eerste zekeraar even niet opletten dan is er altijd
nog een tweede zekeraar.

Doel: Leerlingen leren op een juiste en veilige manier te zekeren, waarbij er altijd een
back-up wordt gebruikt.
Leerlingen gaan klimmen aan een klimwand waarbij grepen van verschillende of van van
tevoren vastgestelde kleuren worden gebruikt.
Leerlingen kunnen minstens tot halverwege de wand klimmen. Eenmaal daar kunnen ze na
gebruik van de juiste termen achterover aan het touw gaan hangen en rustig naar beneden
lopen.
Leerlingen kunnen samen op een veilige manier bezig zijn met het klimmen.

Beoordelen: Wandklimmen kan beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.

9

Periode 3

Bewegen op muziek

Activiteit: Leerlingen krijgen een dansje van 32 tellen aangeleerd en leren daarbij de maat
in de muziek herkennen. Daarna ontwerpen ze in groepjes een dansje van minstens 32
tellen dat op de maat van de muziek uitgevoerd moet worden.

Doel: Leerlingen leren de maat in de muziek herkennen en kunnen een simpel dansje
uitvoeren op de maat van de muziek.

Beoordelen: Bewegen op muziek kan worden beoordeeld met het volgende
beoordelingsformulier.


Jongleren

Activiteit: Jongleren met 1 balletje door deze schuin over te gooien naar de andere hand.
Vervolgens: Jongleren met 2 balletjes door deze na elkaar schuin over te gooien naar de
andere hand.
Vervolgens: Jongleren met 3 balletjes door deze na elkaar over te gooien naar de andere
hand. Vervolgens: Jongleren met 3 balletjes door middel van de cascade.
Eventueel: Er zijn veel trucjes te verzinnen bij het jongleren met 3 balletjes.

Doel: Leerlingen leren jongleren met 3 balletjes. De balletjes moeten goed gegooid
worden zodat ze makkelijk te vangen zijn. Het goed gooien is dus erg belangrijk, het
vangen wordt hierdoor makkelijker.

Beoordelen: Jongleren kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.


Stoeien

Activiteit: Leerlingen doen judo op een judomat of op een valmat. Hierbij hebben de
leerlingen een judopak aan. De uiteindelijke vorm is een wedstrijdje judo op de grond,
waarbij de twee judokas elkaar in een houdgreep proberen te krijgen.

Doel: Leerlingen weten wat een houdgreep is, hoe ze iemand in een houdgreep kunnen
leggen en hoe ze een houdgreep kunnen opheffen. Daarnaast weet iedereen hoe je kunt
afkloppen en wat dit in houdt.
Iedereen leert rekening te houden met anderen. Wees voorzichtig met werpen en als
iemand afklopt stop je meteen.

Beoordelen: Judo kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Terugslagspelen

Activiteit: Er wordt badminton gespeeld. We spelen 1 tegen 1 op een verkleind veld.
10

Doel: Leerlingen leren een shuttle slaan met een badminton racket. Iedereen kan
onderhands serveren. Daarnaast kan iedereen een shuttle ontvangen en terugspelen, zowel
onderhands als bovenhands.

Beoordelen: Badminton kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.

11

Periode 4

Atletiek

Activiteit: Er worden 5 verschillende activiteiten gedaan binnen het onderdeel atletiek,
namelijk:
Verspringen. In de zaal wordt gesprongen met een reutherplank, op het veld wordt
gesprongen in de zandbak.
Kogelstoten. Er wordt gestoten vanuit een zijwaartse aansluitpas.
Speerwerpen. Er wordt geworpen vanuit een zijwaartse kruispas.
60 meter sprinten. Er wordt gestart met een startblok.
Balslingeren. De bal wordt weggeslingerd vanuit een halve draai.

Doel:
Verspringen; iedereen kan vanuit een aanloop met een een-benige afzet springen waarbij
de landing wordt uitgesteld door de benen naar voren te schoppen.
Kogelstoten; iedereen kan de kogel vanuit de hals stoten waarbij gebruik wordt gemaakt
van een zijwaartse aansluitpas om de snelheid te vergroten.
Speerwerpen; iedereen kan de speer werpen waarbij de speer zo goed als altijd met de
punt in de grond komt. Betere speerwerpers gebruiken een zijwaartse kruispas om de
snelheid te vergroten.
60 meter sprinten; iedereen kan starten met behulp van een startblok. De eerste passen
zijn klein, waarna de passen steeds groter worden naarmate de snelheid ook groter wordt.
Baslingeren; iedereen kan de bal na een paar keer zwaaien over het hoofd vanuit een
halve draai in de juiste richting weg slingeren.

Beoordelen: De normen van de verschillende onderdelen zijn hier te vinden:
Verspringen
Kogelstoten
Speerwerpen
60 meter sprinten
Balslingeren ------- NORM??



12

Softbal

Activiteit: Er worden verschillende voorbereidende activiteiten gedaan om te oefenen met
het gooien, vangen en slaan van een softbal. Als dit allemaal voldoende onder controle is
wordt er een wedstrijdje gespeeld. Hierbij liggen de honken 15 tot 20 meter uit elkaar.

Doel: Iedereen kan een softbal gooien over een afstand van zon 15 meter zodat deze over
het algemeen goed aan komt bij een medespeler. Deze medespeler kan de bal dan ook
vangen. Daarnaast leert iedereen om een softbal weg te slaan en om zo het spel op gang
te brengen.
Iedereen is bekend met de meest belangrijke regels van softbal. Iedereen weet hoe er
punten gescoord kunnen worden en hoe dit verhinderd kan worden. Daarnaast weet
iedereen wat de termen slag en wijd in houden en wat er moet gebeuren bij een
vangbal.

Beoordelen: Softbal kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.


Voetbal

Activiteit: Als eindvorm wordt een wedstrijdje gespeeld waarbij de teams uit 4 tot 7
leerlingen bestaan.

Doel: Leerlingen leren een bal aannemen en zo spelen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Hiervoor zullen medespelers zo moeten lopen dat ze de bal makkelijk
kunnen ontvangen en zal er gekeken moeten worden naar wat de makkelijkste passes zijn.

Beoordelen: Voetbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


13

Leerjaar 2


Periode 1

Kotermeerloop

Activiteit: Hardlopen om de kotermeerstal. Dit is een rondje van ongeveer 2.5km.

Doel: Leerlingen leren hun eigen tempo in te schatten om op die manier zo min mogelijk
energie te verbruiken om een stuk hard te lopen.

Beoordelen:
NORM??


Hoogspringen met behulp van een minitramp

Activiteit: Hoogspringen over een elastiek waarbij gebruik wordt gemaakt van een
minitrampoline.

Doel: Leerlingen leren met een grote boog in de minitramp te springen waardoor een zo
hoog mogelijke hurksprong gemaakt kan worden, waarna er geland wordt op de voeten.

Beoordelen:
NORM??


Doelspelen

Activiteit: Handbalspelen zoals tienbal, eindvakbal, cirkelbal en uiteindelijk handbal.

Doel: Leerlingen leren een bal zo gooien en vangen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Dit betekent dat er vrijgelopen moet worden door medespelers en
gekeken moet worden naar wat de makkelijke passes zijn.

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
Kotermeerloop Volleybal Atletiek
Hoogspringen
m.b.v. Basketbal Acro-bom Softbal
minitramp Handstandoverslag Stoeien Voetbal
Handbalspelen Shuttle Run Test Terugslagspelen
Steunzwaaien Wandklimmen Tipsalto
Bewegen en regelen
Bewegen en
Regelen Bewegen en regelen Bewegen en regelen
14
Beoordelen: Handbalspelen kunnen beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.


15

Steunzwaaien

Activiteit: steunzwaaien op een trapeze waarbij in de zwaai wordt gekomen van een
verhoogd vlak en waarbij uit de zwaai wordt gekomen door middel van een rechtstandige
afsprong, koprol of buikoverslag.

Doel: Leerlingen leren steunzwaaien op een trapeze waarbij in de zwaai wordt gekomen
vanaf een verhoogd vlak en waarbij op verschillende manieren uit de zwaai kan worden
gekomen. Leerlingen leren het dode punt in de zwaai herkennen en kunnen rechtstandig
afspringen op het dode punt in de voorzwaai. Daarnaast kunnen leerlingen door middel van
een koprol of buikoverslag uit de zwaai komen.

Beoordelen: Steunzwaaien kan beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.



16

Periode 2

Volleybal

Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje volleybal gespeeld waarbij ieder team 4
spelers in het veld heeft staan.

Doel: Leerlingen kunnen een volleybal van boven het hoofd weg spelen door met de vingers
een driehoekje te maken en door in de knien te veren op het moment van spelen.
Leerlingen kunnen een volleybal onderhands spelen door met hun onderarmen een plat
vlak te maken.
Leerlingen kunnen onderhands serveren met een volleybal door deze van de hand te slaan
met een platte hand.

Beoordelen: Volleybal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Basketbal

Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje gespeeld waarbij ieder team 4 spelers in
het veld heeft staan. Er wordt gespeeld op een half basketbalveld waarbij er 1 basket
gebruikt wordt. Een team mag alleen scoren als dit team daarvoor recht van aanval heeft
gehaald bij de middenlijn van het basketbalveld.

Doel: Leerlingen leren overspelen, dribbelen en schieten met een basketbal.
Leerlingen begrijpen het principe van recht van aanval halen en kunnen dit toepassen in
een wedstrijdje basketbal.

Beoordelen: Basketbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Handstandoverslag

Activiteit: Door middel van een minitramp wordt een handstandoverslag gemaakt over een
kast.

Doel: Leerlingen springen met een grote boog in een minitramp waardoor de kast zo
makkelijk mogelijk gepasseerd kan worden. Leerlingen passeren de kast met een
handstandoverslag waarbij zowel naar de kast toe als van de kast af een zweefmoment
bestaat.
Leerlingen leren elkaar vangen bij het maken van een handstandoverslag door met de
dichtstbijzijnde hand de dichtstbijzijnde schouder te ondersteunen. De andere hand
ondersteunt de rug van de springer.

Beoordelen: Het maken van een handstandoverslag kan beoordeeld worden met het
volgende beoordelingsformulier.

Shuttle Run Test

17
Activiteit: Er wordt zo lang mogelijk hardgelopen op het tempo van een cd van de shuttle
run test. Tussen twee piepjes wordt een volleybalveld overbrugd (18 meter).

Doel: Leerlingen leren hun looptempo aan te passen zodat ze zo lang mogelijk kunnen
blijven lopen. De piepjes zijn ondersteunend aan dit tempo.

Beoordelen:
NORM??


Wandklimmen

Activiteit: Er zijn drie actieve rollen binnen het klimmen:
- Klimmer: Leerlingen klimmen tot minstens halverwege de wand. Leerlingen die
beter kunnen klimmen gebruiken 1 kleur en gaan dus routes klimmen.
- Zekeraar: Leerlingen kunnen een klimmer zekeren waarbij het zekerapparaat aan
de wand is bevestigd.
- Back-up: Een tweede zekeraar die zorgt dat het touw met een klein boogje naar de
eerste zekeraar hangt. Mocht de eerste zekeraar even niet opletten dan is er altijd
nog een tweede zekeraar.

Doel: Leerlingen leren op een juiste en veilige manier te zekeren, waarbij er altijd een
back-up wordt gebruikt.
Leerlingen gaan klimmen aan een klimwand waarbij grepen van verschillende of van van
tevoren vastgestelde kleuren worden gebruikt.
Leerlingen kunnen minstens tot halverwege de wand klimmen. Eenmaal daar kunnen ze na
gebruik van de juiste termen achterover aan het touw gaan hangen en rustig naar beneden
lopen.
Leerlingen kunnen samen op een veilige manier bezig zijn met het klimmen.

Beoordelen: Wandklimmen kan beoordeeld worden met het volgende
beoordelingsformulier.


18

Periode 3

Bewegen op muziek

Activiteit: Leerlingen krijgen een dansje van 32 tellen aangeleerd en leren daarbij de maat
in de muziek herkennen. Daarna ontwerpen ze in groepjes een dansje van minstens 32
tellen dat op de maat van de muziek uitgevoerd moet worden.

Doel: Leerlingen leren de maat in de muziek herkennen en kunnen een simpel dansje
uitvoeren op de maat van de muziek.

Beoordelen: Bewegen op muziek kan worden beoordeeld met het volgende
beoordelingsformulier.


Acrogym

Activiteit: Op welke manier wordt acro aangeboden?? Leren van leskaarten? Zelf
ontwerpen? I.c.m. bewegen op muziek?

Doel:

Beoordelen:


Stoeien

Activiteit: Leerlingen doen judo op een judomat of op een valmat. Hierbij hebben de
leerlingen een judopak aan. De uiteindelijke vorm is een wedstrijdje judo op de grond,
waarbij de twee judokas elkaar in een houdgreep proberen te krijgen.

Doel: Leerlingen weten wat een houdgreep is, hoe ze iemand in een houdgreep kunnen
leggen en hoe ze een houdgreep kunnen opheffen. Daarnaast weet iedereen hoe je kunt
afkloppen en wat dit in houdt.
Iedereen leert rekening te houden met anderen. Wees voorzichtig met werpen en als
iemand afklopt stop je meteen.

Beoordelen: Judo kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.







Terugslagspelen

Activiteit: Er wordt badminton gespeeld. We spelen 1 tegen 1 op een verkleind veld.

19
Doel: Leerlingen leren een shuttle slaan met een badminton racket. Iedereen kan
onderhands serveren. Daarnaast kan iedereen een shuttle ontvangen en terugspelen, zowel
onderhands als bovenhands.

Beoordelen: Badminton kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.


(Tip-)Salto

Activiteit: Door middel van een minitramp wordt een (tip-)salto gemaakt naar een schuin
aflopend landingsvlak.

Doel: Leerlingen springen met een grote boog in een minitramp waardoor er zo makkelijk
mogelijk hoogte voor de salto gemaakt kan worden. Door met de handen even de mat aan
te tikken wordt nog meer hoogte gemaakt. Vervolgens moet een leerling zich klein maken
zodat er snel rond gedraaid kan worden, waarna er uitgestrekt wordt en op de voeten
geland wordt op het schuin aflopende vlak.

Beoordelen: Het maken van een (tip-)salto naar een schuin aflopend vlak kan beoordeeld
worden met het volgende beoordelingsformulier.


20

Periode 4

Atletiek

Activiteit: Er worden 5 verschillende activiteiten gedaan binnen het onderdeel atletiek,
namelijk:
Verspringen. In de zaal wordt gesprongen met een reutherplank, op het veld wordt
gesprongen in de zandbak.
Kogelstoten. Er wordt gestoten vanuit een zijwaartse aansluitpas.
Speerwerpen. Er wordt geworpen vanuit een zijwaartse kruispas.
60 meter sprinten. Er wordt gestart met een startblok.
Balslingeren. De bal wordt weggeslingerd vanuit een halve draai.

Doel:
Verspringen; iedereen kan vanuit een aanloop met een een-benige afzet springen waarbij
de landing wordt uitgesteld door de benen naar voren te schoppen.
Kogelstoten; iedereen kan de kogel vanuit de hals stoten waarbij gebruik wordt gemaakt
van een zijwaartse aansluitpas om de snelheid te vergroten.
Speerwerpen; iedereen kan de speer werpen waarbij de speer zo goed als altijd met de
punt in de grond komt. Betere speerwerpers gebruiken een zijwaartse kruispas om de
snelheid te vergroten.
60 meter sprinten; iedereen kan starten met behulp van een startblok. De eerste passen
zijn klein, waarna de passen steeds groter worden naarmate de snelheid ook groter wordt.
Baslingeren; iedereen kan de bal na een paar keer zwaaien over het hoofd vanuit een
halve draai in de juiste richting weg slingeren.

Beoordelen: De normen van de verschillende onderdelen zijn hier te vinden:
Verspringen
Kogelstoten
Speerwerpen
60 meter sprinten
Balslingeren ------- NORM??



21

Softbal

Activiteit: Er worden verschillende voorbereidende activiteiten gedaan om te oefenen met
het gooien, vangen en slaan van een softbal. Als dit allemaal voldoende onder controle is
wordt er een wedstrijdje gespeeld. Hierbij liggen de honken 15 tot 20 meter uit elkaar.

Doel: Iedereen kan een softbal gooien over een afstand van zon 15 meter zodat deze over
het algemeen goed aan komt bij een medespeler. Deze medespeler kan de bal dan ook
vangen. Daarnaast leert iedereen om een softbal weg te slaan en om zo het spel op gang
te brengen.
Iedereen is bekend met de meest belangrijke regels van softbal. Iedereen weet hoe er
punten gescoord kunnen worden en hoe dit verhinderd kan worden. Daarnaast weet
iedereen wat de termen slag en wijd in houden en wat er moet gebeuren bij een
vangbal.

Beoordelen: Softbal kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.


Voetbal

Activiteit: Als eindvorm wordt een wedstrijdje gespeeld waarbij de teams uit 4 tot 7
leerlingen bestaan.

Doel: Leerlingen leren een bal aannemen en zo spelen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Hiervoor zullen medespelers zo moeten lopen dat ze de bal makkelijk
kunnen ontvangen en zal er gekeken moeten worden naar wat de makkelijkste passes zijn.

Beoordelen: Voetbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.

22

Leerjaar 3


Periode 1

Spel

Handbal
Activiteit: Als eindvorm wordt handbal gespeeld met teams van ongeveer 4 a 5 leerlingen.
Er wordt gebruik gemaakt van voetbaldoeltjes met een halve cirkel als doelgebied waar
alleen de keeper mag komen.

Doel: Leerlingen leren een bal zo gooien en vangen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Dit betekent dat er vrijgelopen moet worden door medespelers en
gekeken moet worden naar wat de makkelijke passes zijn.
Leerlingen leren dribbelen met een handbal en kunnen vanuit een dribbel, loop of sprong
schieten op het doel.

Beoordelen: Handbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.

Atletiek

Kotermeerloop
Activiteit: Hardlopen om de kotermeerstal. Dit is een rondje van ongeveer 2.5km.

Doel: Leerlingen leren hun eigen tempo in te schatten om op die manier zo min mogelijk
energie te verbruiken om een stuk hard te lopen.

Beoordelen:
NORM??

Hoogspringen met behulp van een minitramp
Activiteit: Hoogspringen over een elastiek waarbij gebruik wordt gemaakt van een
minitrampoline.

Doel: Leerlingen leren met een grote boog in de minitramp te springen waardoor een zo
hoog mogelijke hurksprong gemaakt kan worden, waarna er geland wordt op de voeten.

Beoordelen:
NORM??
Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
Kotermeerloop Volleybal Bewegen op muziek Atletiek
Hoogspringen
m.b.v. Basketbal Judo Softbal
minitramp Handstandoverslag Tipsalto
Handbalspelen Shuttle Run Test
23

24

Periode 2

Turnen

Handstandoverslag
Activiteit: Door middel van een minitramp wordt een handstandoverslag gemaakt over een
kast.

Doel: Leerlingen springen met een grote boog in een minitramp waardoor de kast zo
makkelijk mogelijk gepasseerd kan worden. Leerlingen passeren de kast met een
handstandoverslag waarbij zowel naar de kast toe als van de kast af een zweefmoment
bestaat.
Leerlingen leren elkaar vangen bij het maken van een handstandoverslag door met de
dichtstbijzijnde hand de dichtstbijzijnde schouder te ondersteunen. De andere hand
ondersteunt de rug van de springer.

Beoordelen: Het maken van een handstandoverslag kan beoordeeld worden met het
volgende beoordelingsformulier.


Spel

Volleybal
Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje volleybal gespeeld waarbij ieder team 4
spelers in het veld heeft staan.

Doel: Leerlingen kunnen een volleybal van boven het hoofd weg spelen door met de vingers
een driehoekje te maken en door in de knien te veren op het moment van spelen.
Leerlingen kunnen een volleybal onderhands spelen door met hun onderarmen een plat
vlak te maken.
Leerlingen kunnen onderhands serveren met een volleybal door deze van de hand te slaan
met een platte hand.

Beoordelen: Volleybal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.


Basketbal
Activiteit: Als eindvorm wordt er een wedstrijdje gespeeld waarbij ieder team 4 spelers in
het veld heeft staan. Er wordt gespeeld op een half basketbalveld waarbij er 1 basket
gebruikt wordt. Een team mag alleen scoren als dit team daarvoor recht van aanval heeft
gehaald bij de middenlijn van het basketbalveld.

Doel: Leerlingen leren overspelen, dribbelen en schieten met een basketbal.
Leerlingen begrijpen het principe van recht van aanval halen en kunnen dit toepassen in
een wedstrijdje basketbal.

Beoordelen: Basketbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.
Atletiek

25
Shuttle Run Test
Activiteit: Er wordt zo lang mogelijk hardgelopen op het tempo van een cd van de shuttle
run test. Tussen twee piepjes wordt een volleybalveld overbrugd (18 meter).

Doel: Leerlingen leren hun looptempo aan te passen zodat ze zo lang mogelijk kunnen
blijven lopen. De piepjes zijn ondersteunend aan dit tempo.

Beoordelen:
NORM??


26

Periode 3

Turnen

(Tip-)Salto
Activiteit: Door middel van een minitramp wordt een (tip-)salto gemaakt over een kast of
naar een schuin aflopen vlak.

Doel: Leerlingen springen met een grote boog in een minitramp waardoor er zo makkelijk
mogelijk hoogte voor de salto gemaakt kan worden. Door met de handen even de mat of
kast aan te tikken wordt nog meer hoogte gemaakt. Vervolgens moet een leerling zich
klein maken zodat er snel rond gedraaid kan worden, waarna er uitgestrekt wordt en op de
voeten geland wordt op het schuin aflopende vlak of op de mat.

Beoordelen: Het maken van een (tip-)salto naar een schuin aflopend vlak of over een kast
kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.

Zelfverdediging

Judo
Activiteit: Leerlingen doen judo op een judomat of op een valmat. Hierbij hebben de
leerlingen een judopak aan. De uiteindelijke vorm is een wedstrijdje judo op de grond,
waarbij de twee judokas elkaar in een houdgreep proberen te krijgen. Daarnaast leren de
leerlingen een aantal simpele been-, heup- en eventueel schouderworpen.

Doel: Leerlingen weten wat een houdgreep is, hoe ze iemand in een houdgreep kunnen
leggen en hoe ze een houdgreep kunnen opheffen. Daarnaast weet iedereen hoe je kunt
afkloppen en wat dit in houdt.
Iedereen leert rekening te houden met anderen. Wees voorzichtig met werpen en als
iemand afklopt stop je meteen.

Beoordelen: Judo kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.


Bewegen op muziek

Activiteit: Leerlingen krijgen een dansje van 32 tellen aangeleerd en leren daarbij de maat
in de muziek herkennen. Daarna ontwerpen ze in groepjes een dansje van minstens 32
tellen dat op de maat van de muziek uitgevoerd moet worden.

Doel: Leerlingen leren de maat in de muziek herkennen en kunnen een simpel dansje
uitvoeren op de maat van de muziek.

Beoordelen: Bewegen op muziek kan worden beoordeeld met het volgende
beoordelingsformulier.

Periode 4

27
Spel

Activiteit: Er worden verschillende voorbereidende activiteiten gedaan om te oefenen met
het gooien, vangen en slaan van een softbal. Als dit allemaal voldoende onder controle is
wordt er een wedstrijdje gespeeld. Hierbij liggen de honken 15 tot 20 meter uit elkaar.

Doel: Iedereen kan een softbal gooien over een afstand van zon 15 meter zodat deze over
het algemeen goed aan komt bij een medespeler. Deze medespeler kan de bal dan ook
vangen. Daarnaast leert iedereen om een softbal weg te slaan en om zo het spel op gang
te brengen.
Iedereen is bekend met de meest belangrijke regels van softbal. Iedereen weet hoe er
punten gescoord kunnen worden en hoe dit verhinderd kan worden. Daarnaast weet
iedereen wat de termen slag en wijd in houden en wat er moet gebeuren bij een
vangbal.

Beoordelen: Softbal kan worden beoordeeld met het volgende beoordelingsformulier.

Atletiek

Activiteit: Er worden 5 verschillende activiteiten gedaan binnen het onderdeel atletiek,
namelijk:
Verspringen. In de zaal wordt gesprongen met een reutherplank, op het veld wordt
gesprongen in de zandbak.
Kogelstoten. Er wordt gestoten vanuit een zijwaartse aansluitpas.
Speerwerpen. Er wordt geworpen vanuit een zijwaartse kruispas.
60 meter sprinten. Er wordt gestart met een startblok.
Balslingeren. De bal wordt geslingerd vanuit een halve draai.

Doel:
Verspringen; iedereen kan vanuit een aanloop met een een-benige afzet springen waarbij
de landing wordt uitgesteld door de benen naar voren te schoppen.
Kogelstoten; iedereen kan de kogel vanuit de hals stoten waarbij gebruik wordt gemaakt
van een zijwaartse aansluitpas om de snelheid te vergroten.
Speerwerpen; iedereen kan de speer werpen waarbij de speer zo goed als altijd met de
punt in de grond komt. Betere speerwerpers gebruiken een zijwaartse kruispas om de
snelheid te vergroten.
60 meter sprinten; iedereen kan starten met behulp van een startblok. De eerste passen
zijn klein, waarna de passen steeds groter worden naarmate de snelheid ook groter wordt.
Baslingeren; iedereen kan de bal na een paar keer zwaaien over het hoofd vanuit een
halve draai in de juiste richting weg slingeren.

Beoordelen: De normen van de verschillende onderdelen zijn hier te vinden:
Verspringen
Kogelstoten
Speerwerpen
60 meter sprinten
Balslingeren ------ NORM??
Leerjaar 4

28

Periode 1

Spel

Handbal
Activiteit: Als eindvorm wordt handbal gespeeld met teams van ongeveer 4 a 5 leerlingen.
Er wordt gebruik gemaakt van voetbaldoeltjes met een halve cirkel als doelgebied waar
alleen de keeper mag komen.

Doel: Leerlingen leren een bal zo gooien en vangen dat een tegenstander deze niet kan
onderscheppen. Dit betekent dat er vrijgelopen moet worden door medespelers en
gekeken moet worden naar wat de makkelijke passes zijn.
Leerlingen leren dribbelen met een handbal en kunnen vanuit een dribbel, loop of sprong
schieten op het doel.

Beoordelen: Handbal kan beoordeeld worden met het volgende beoordelingsformulier.

Atletiek

Kotermeerloop
Activiteit: Hardlopen om de kotermeerstal. Dit is een rondje van ongeveer 2.5km.

Doel: Leerlingen leren hun eigen tempo in te schatten om op die manier zo min mogelijk
energie te verbruiken om een stuk hard te lopen.

Beoordelen:
NORM??

Hoogspringen met behulp van een minitramp
Activiteit: Hoogspringen over een elastiek waarbij gebruik wordt gemaakt van een
minitrampoline.

Doel: Leerlingen leren met een grote boog in de minitramp te springen waardoor een zo
hoog mogelijke hurksprong gemaakt kan worden, waarna er geland wordt op de voeten.

Beoordelen:
NORM??

Periode 1 Periode 2 Periode 3 Periode 4
Handbal Bewegen en regelen Bewegen en regelen Bewegen en regelen
Kotermeerloop
Hoogspringen m.b.v
minitramp
29

Periode 2

In deze periode wordt bewegen en regelen gedaan.
30

Periode 3

In deze periode wordt bewegen en regelen gedaan.
31

Periode 4

In deze periode wordt bewegen en regelen gedaan.
32

Leerjaar 5

Periode 1



33

Periode 2


34

Periode 3


35

Periode 4



36

Bewegen en regelen

Bewegen en regelen wordt in het 2
e
en in het 4
e
leerjaar gedaan. Het houdt in dat
leerlingen in tweetallen zelf een les voorbereiden, uitvoeren en evalueren. Leerlingen
geven dus les aan hun klasgenoten.

Hier zijn de voorbereidingsformulieren te vinden voor leerjaar 2 en leerjaar 4.

Hier zijn de evaluatieformulieren te vinden voor leerjaar 2 en leerjaar 4.

Hier zijn de beoordelingsformulieren te vinden voor leerjaar 2 en leerjaar 4.

37

Evaluatie en rapportage
38

Index beoordelingsformulieren en normen

Deze index is gesorteerd op leerjaar en daarbinnen op alfabetische volgorde.

Leerjaar 1
Atletiek
- 60 meter sprinten
- Balslingeren
- Kogelstoten
- Speerwerpen
- Verspringen
Basketbal
Bewegen op muziek
Doelspelen (handbalspelen)
Hoogspringen met behulp van een minitramp
Hurkwendsprong
Jongleren
Kotermeerloop
Ringzwaaien
Shuttle Run Test
Softbal
Stoeien (judo)
Terugslagspelen (badminton)
Voetbal
Volleybal
Wandklimmen

Leerjaar 2
Acrogym
Atletiek
- 60 meter sprinten
- Balslingeren
- Kogelstoten
- Speerwerpen
- Verspringen
Basketbal
Bewegen en regelen
Bewegen op muziek
Doelspelen (handbalspelen)
Handstandoverslag
Hoogspringen met behulp van een minitramp
Kotermeerloop
Shuttle Run Test
Softbal
Steunzwaaien
Stoeien (judo)
Terugslagspelen (badminton)
39
Tipsalto
Voetbal
Volleybal
Wandklimmen

Leerjaar 3
Atletiek
- 60 meter sprinten
- Balslingeren
- Kogelstoten
- Speerwerpen
- Verspringen
Basketbal
Bewegen op muziek
Handbal
Handstandoverslag
Hoogspringen met behulp van een minitramp
Judo
Kotermeerloop
Shuttle Run Test
Softbal
Tipsalto
Volleybal

Leerjaar 4
Bewegen en regelen
Handbal
Hoogspringen met behulp van een minitramp
Kotermeerloop

Leerjaar 5
40

You might also like