Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 21

Kinderliedjes

Een verzameling kinderliedjes uitgeschreven voor de trekharmonika in CF stemming

Wij danken Mark Sohngen voor zijn toestemming om liedjes uit zijn schoolconcertprogramma "Boter, Kaas en
Eieren" te mogen overnemen.

Verzameld en bewerkt door Dies Nicolai en Ivo van der Putten

Advokaatje ging op reis


Dit zijn mijn wangetjes
Opa Bakkebaard
Ik zag twee beren
Berend Botje
Visje, visje
Zagen, zagen
Twee handjes
Hansje pansje
Toen onze mop
Hannes loopt op klompen
Drie kleine kleutertjes
Boter kaas en eieren
Modder aan je handen
Op de boerderij
Een dik varken
Mieke muis

2
2
3
3
4
4
5
5
6
6
7
7
8
9
10
11
12

Een koetje en een kalfje


Het hondje zegt waf
Er zaten zeven kikkertjes
Boer wat zeg je
Oude vrouw op straat
Ietje Fietje
Ik heb mijn wagen volgeladen
Mosselman
Moet dwalen
Klein klein kleutertje
Hop Marjanneke
Huilend kaboutertje
Op een grote paddestoel
Herfst
Jan Huigen
Waar ben je dan geweest
Zeg Roodkapje

13
13
14
14
15
15
16
16
17
17
18
18
19
19
20
20
21

Advokaatje ging op reis

reis,

tie

re lie

re

lie

ging

je

kaat

vo

c b

&

Ad

op

C7

CF

C7

re.

reis,

tie

re

lie

re

lom

ging

je

kaat

vo

op

&

Ad

Met zijn hoedje op zijn arm, tiere etc


Voor een herberg bleef hij staan
Stokvis kreeg hij bij 't ontbijt
Graatje stak hem in zijn keel
Dokter werd erbij gehaald
Maar de dokter kwam te laat
Advokaat die ging toen dood

Dit zijn mijn wangetjes

Dit is mijn mondje met tand jes er

4
&
b
2

kin

Ditzijnmijn wang e tjes en dit is mijn

CF

in

Nu nog het

haar

neus je en

en mijn

mijn og

en

dan zijn we

Ditzijnmijn or

klaar

&

Opa Bakkebaard

huis

je

is het

goed

O pa

4
&
b
3

vloer

de

zo

de

veegt

veegt

Hij

be zem hij

doet

be zem met een

wat hij

&

&

vloer met een

11

wel

jij

en weet

'twer - ken

is aan

Bak ke baard

in dat

je

huis

Bak ke baard heeft een

O pa

CF

veegt hij de

vloer

Hij snijdt zijn brood met een zakmes, met een zakmes, hij snijdt zijn brood, zo snijdt hij zijn brood
Hij naait zijn broek met een spijker, met een spijker, hij naait zijn broek, zo naait hij zijn broek
Hij kookt zijn soep in een emmertje, in een emmertje, hij kookt zijn soep, zo kookt hij zijn soep
Hij drinkt zijn bier uit een feestneus, uit een feestneus, hij drinkt zijn bier, zo drinkt hij zijn bier
Hij wast zijn hemd in de badkuip, in de badkuip, hij wast zijn hemd, zo wast hij zijn hemd

Ik zag twee beren

4&
4

CF

G7

'kZag twee be ren

G7

brood jes sme ren

o het was een

won

der

'twas een won der

bo ven won der

G7

&

3

sme ren kon den

Hi hi

hi

ha ha ha

dat die be ren

'kStond er bij en ik

keek er naar

Berend Botje

uit

c b

ging

va

ren

zijn

je

Bot

met

rend

&

Be

CF

scheep

je

nooit kwam Be rend

.
U

weg was krom

weg was recht, de

&

naar Zuid La ren de

Bot je weer om

1, 2, 3, 4, 5, 6 ,7 waar is Berend Botje gebleven


hij is niet hier hij is niet daar
hij is naar Amerika

Visje, visje

vis

je

ten

vis

kan niet pra

je

vis

je

je

je

vis

ter

draai je

4
&
b
4
b

vis

je

wa

vis

de kom

het

in

in

je

vis

B
4

je

Vis

CF

om

&

Zagen, zagen

4
&
b
4
b

Moe der is niet thuis

Piep zei de muis

&

Va der is niet thuis

bo ter ham te vra gen

Jan kwam thuis omeen

voor

in het

wie de die de wa gen

gen

za

B
5

gen

Za

CF

huis

Twee handjes

hand

hoofd

je

al

le

op't

ders

schou

twee

de

&

De duimpjes zijn de dikste, de pinkjes zijn heel klein


nu moeten die twee handjes op 't ruggetje weer zijn

zij

8
&
b
6

op

Nu maken wij twee vuistjes zo dik als het maar kan


en trommelen op de tafel van rombombom bombam

de

jes

De ene in de hoogte, de ander doet ook mee


en steek ze nu maar ver vooruit, die handjes alle twee

jes in

bei

twee

fel

ta

de

F
.

jes op

hand

B
6

hand

Twee

CF

C A

Hansje pansje kevertje

een

hek

8
&
b
6

die

spoel de al

les

gen

re

de

weg

Op

&

viel

Neer

kwam de

eens op

klom

die

ver tje

ke

je

je pans

Hans

CF

zon

die

11

klom toen weer om

ke ver tje die

Hans je pans je

droog

&

maak te al les

hoog

Toen onze mop

aar dig hem te

zien

4
&
b
2

Mop je was Was't

on ze Mop een

Nu

Toen

CF

bromt hij al le

woef waf woef waf

gen en

da

le

en

bijt nog bo ven

bromt hij al

woef waf woef

Nu

dien

bijt nog bo ven

Waf

dien

bijt nog bo ven

gen en

&

B
12

dien

&

Hannes loopt op klompen

der roept, Hans,

laat dat hoor!

Hij laat

door

per

zich

niet

dap

maar

Moe

4
&
b
2

nes trapt

Door de plas sen

wor den nat.

pe

kou sen

zom

pe zam pe

&

&

Han

B
11

Broek en

dat het spat

Zim

pen

klom

Han nes loop op

lom pen

Drie kleine kleutertjes

dag

in

&

&

't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw, korenbloemen blauw


't Was over krekeltjes en korenbloemen blauw, op een mooie zomerdag in september

mer

zo

za ten op

ie

die
C

Waarover spraken zij daar boven op dat hek, boven op dat hek
Waarover spraken zij daar bovenop dat hek op een mooie zomerdag in september

kleu ter tjes

een moo

ne

op

klei

Drie

hek

hek

een

za ten op

4
&
b
3

een

die

sep

tem

ber

10

hek

bo ven op

kleu ter tjes

ne

klei

Drie

CF

CF

een

Boter, kaas en eieren


Mark Shngen
F

4
&
b
4

Met je han den op je

CF

en je han den in je

knie en

zij
F

ren

blij
F

en je han den voo je

en

og

&

&

Met je han den voor je

B
9

zijn de boe

te

hoog

en je han den in de

mond

13

mond?

dat komt

uit

Bei

maar lek ker om je

ei

draai

rech ter been

ren

.
.

bier

ren

ei

en

&

4
&
b
2

.
.
b

ker been

&

Lin

B
21

ter kaas

Bo

B
17

en je han den voor je

en

or

4
2

met je han den voor je

gen heen

Met je voeten ver naar voren en je voeten naar opzij


met je voeten in de hoogte, zijn de boeren blij
Met je voeten uit elkaar, met je voeten bij elkaar
met je voeten in je handen, met je voeten in je haar.
Met je hoofd naar voren en met je hoofd opzij,
met je hoofd in de wolken, zijn de boeren blij
Met je handen in je zakken, met je benen uit elkaar
en met je buik naar voren, zijn de boeren klaar.

Modder aan je handen

Muziek Mark Shngen


Tekst Mark Shngen/Mart Heijmans
F

C7

Refrein

wat

te

doen

je

pet

'sa

staan

vonds

laat

naar

aan

C7

op

&

&

&

vroeg

heel

der

mod

den

'smor gens

tijd

C7

han

13

je

schoen

aan

je

Al

ken

der

aan

C7

wer

Mod

der

4
&
b
4

ten

B
9

moe

en

mod

en

boer

hand

je

aan

B
5

der

Mod

CF

bed

C7

17

Boer

en

moe

ten

paar

dje

rij

den

boe

ren

moe

ten

prei

en

snij

en

ten

bo

men

za

gen

boe

ren

moe

ten

&

Boeren moeten armen strekken, boeren moeten bekken trekken


boeren moeten tonnen tillen, boeren moeten heel hard gillen
Refrein
Boeren moeten altijd bukken, boeren moeten appels plukken
boeren moeten koren zaaien, boeren moeten varkens aaien
Refrein
Boeren moeten bord leeg eten, tanden poetsen niet vergeten,
boeren moeten 's avonds gapen, boeren moeten 's nachts gaan slapen

moe

ren

spree wen

Boe

&

B
21

ja

gen

Op de boerderij
Tekst en muziek: Mark Shngen

rij

de

4
&
b
4

Op de boer

de

op de boer

CF

C7

Fine

rij

F
5

koe

er

met 'n kalf

'n

staat

&

daar

bij

C7
9

op de boer

rij

de

de

&

op de boer

rij

F
13

koe

er

met een kalf

'n

staat

&

daar

bij

C7

17

kalf

zegt

boe

C7

b
n

op de boer

rij

de

rij

de

D.C. al Fine
.
.

.
.

&

B
21

&

op de boer

en het

boe

zegt

En de koe

.
.

1.

2. en het schaap zegt meh en het lam zegt meh


3. en het paard zegt hihi en het veulen zegt hihi
4. en het varken zegt knor en de big zegt knor
5. en de kip zegt tok en het kuiken zegt tok

10

En dik varken
Tekst en muziek: Mark Shngen

4&
4
dik

var

speel de

ken

in

de mod

CF

der,

dik

var

ken

&
leen,

bel

al

de z'n vriend tje

"kan

je

ko men?"

heel

dik ke var

kens, toen


4
4 4 &
4 4
6
4
6
wa ren er

2!

(3

6)

dik ke vet te var kens

C7

(3

6)

12

4 4 4 4&
4
6
6
4
dik ke vet te var kens

(3

6)

dik ke vet te var kens

(3

6)

2 dikke varkens klommen in de bomen, een dik varken brak zijn knie moest de varkens dokter komen, 3 dikke varkens, toen waren er 3!
1,2,3 dikke vette varkens, 1,2,3 dikke vette varkens 1,2,3 dikke vetten varkens: 1,2,3
3 dikke varkens dronken drankjes, dronken dikke varkensbier, moest de varkens-ober komen, 4 dikke varkens, toen waren er 4!
1,2,3,4 dikke vette varkens, 1,2,3,4 dikke vette varkens 1,2,3,4 dikke vetten varkens: 1,2,3,4
4 dikke varkens hadden honger, in hun dikke varkenslijf, moest de varkens-bakker komen, 5 dikke varkens, toen waren er 5!
1,2,3,4,5 dikke vette varkens, 1,2,3,4,5 dikke vette varkens 1,2,3,4,5 dikke vette varkens: 1,2,3,4,5
5 dikke varkens leerden tellen, in de varkensrekenles, moest de varkens-juffrouw komen, 6 dikke varkens, toen waren er 6!
1,2,3,4,5,6 dikke vette varkens, 1,2,3,4,5,6 dikke vette varkens 1,2,3,4,5,6 dikke vetten varkens: 1,2,3,4,5,6
6 dikke varkens zongen liedjes, toen zei de dikste: Luister even, ik hoor 'n heel klein varkentje huilen, 7 dikke varkens, toen waren er 7!
1,2,3,4,5,6,7 dikke vette varkens, 1,2,3,4,5,6,7 dikke vette varkens 1,2,3,4,5,6,7 dikke vetten varkens: 1,2,3,4,5,6,7

11

Mieke Muis
Tekst en muziek: Mark Shngen

4&
4
j

er lag 'n

drol

Er lag 'n

1 t/m 4
5

drol

er lag 'n

CF

drol

op 't hoofd van

en Mieke zei . .

boos

&

en Mie ke

en Mie ke

boos

ke Muis en Mie ke

Mie

boos liep naar

't

en wie z'n

drol

is dat

en wie z'n

&

is dit

drol

En wie z'n

var kens huis

drol mag dat

wel

13

4
2

&

de ze

is van

kijk

mij ne niet,

Mie ke 't is de

4
4

Och

zijn?

mij!

19

kens

poe

pen zo


j
de

kens,

var

j
de

var

kens

poe

pen zo.


j

j
poe pen

var

de

4&
4

4&
4
zo

kens

A Varkens
B Koeien
C Paarden
D Honden
E Muizen

var

de

4
2

poe pen

23

Zo

4
4

5 en Mieke zei en Mieke zei ik leg 'n drol op 't hoofd van Harrie Hond en Mieke blij en Mieke blij
want Harrie's hoofd zat vol met muizenstront

12

Een koetje en een kalfje

koet je en eenkalf je die lie pen in dewei. Toen kwamdaar 'n heel dik varken tjevoorbij. Dat

boe, boe, boe

Nee, zei de koe,

&

zei dat zei:geefdat kalf je maaraan mij.

Nee zei de koe:

B
6

boe boe boe

Het hondje zegt waf

duif

er niets!

Dat

is

zegt

wie

Het

de

slak

zegt roe koe

Maar

zegt kwak.

c b

&

&

13

je

eend

de

Dm

en

zegt waf

A7

je

hond

Het

CF

4
&
b
4

Een

CF

Er zaten zeven kikkertjes

8
&
b
6

dood

&

lef

ki ker tjes hal

ze

de

ren

kwek ten niet

vro

sloot was toe ge

de

sloot

in een boe re

kik ker tjes al

za ten ze ven

Er

kwaak ten niet

ze

van

12

kik ker tjes al

za ten ze ven

er

driet

&

hon ger en ver

in een boe re

sloot

Boer wat zeg je

of

staat

mijn

ren

van

ve

je

zeg

jou

de

ie

wat

moo

Boer

4
&
b
3

geen

&

dan

heb ben ze

haan

pen

kip

mijn

van

je

zeg

wat

Boer

CF

kleur

niet

16

pen

kip

Boer wat

mijn

zeg

van

je

je

van

zeg

mijn

Boer wat

aan

haan

14

&

Oude vrouw op straat

4&
4

ou

vrouw op straat wie de

de

liep een

Daar

kei wie de kei wie de

gat

ze haar rode

vrouw ook liep ver

de

die ou

waar

.
j

en

&

sa

sa

kei

muts je niet wie de

10


wie de

&

sa

sa

kei

wie de

wie de kei

kei

sa

sa

kei

Ietje Fietje

4&
4
Mooi

Iet

je

bal jurk aan dan

Fiet je trek je
F

zul len wij sa men naar het

me neer

nee

dank

&

zeer

toe gaan

bal

pol

ka

is

geen

mo

de meer
C

10

&

dien

heb ik een

man

15

ven

die

mij de pol

ka

bo

le

ren

kan

'K heb m'n wagen volgeladen

wij

4
2

4
&
b
3

&

kij ven

te

van mijn le vens

nooit wil ik

zij

ven toen ze

de

vol met

ou

den

la

kwa men begon nen

op de mar rekt

vol ge

gen

A
6

wa

'Kheb m'n

12

hop

hop paard je

hop

gen

wa

wij ven op mijn

meer ou de

gen

&

da

paard je hop

Mosselman

woont in Sche ve

de

die

man

mos sel man

sel

ning

de

mos

jij

zeg ken

&

mos sel man

de

man

4
&
b
4

sel

mos

de

jij

ken

Zeg

en

Ja ik ken de mosselman de mosselman de mosselman


Ja ik ken de mosselman die woont in Scheveningen
Samen kennen we de mosselman de mosselman de mosselman
Samen kennen we de mosselman die woont in Scheveningen

16

Moet dwalen

moet

dwa

ha

len

langs

dwam op

eens

daar

ha len

da

langs

en

4
&
b
4

gen

ber

len

ha

B
4

dwa

Moet

sprin ger in 't veld

een

hij

&
8

z'n

te met

voet

stamp

hij

&

hoed

z'n

de met

zwaai

kom

10

an dren moe ten

blij

dan sen gaan en de

sen gaan

dan

ten wij nu

&

la

ven staan

Klein klein kleutertje

in m'n

hof

je

4
&
b
2

ma

m'n lie ve ma
F

tje

en de bloeme tjes

school toe gaan

ik zal zoet naar

tje

pa

&

zeg 't niet tegen pa

&

oh

grof

11

17

maakt het veel te

le

en

al

bloem pjes af

plukt er

doe je

kleu ter tje wat

klein

Klein

la ten staan

Hop Marjanneke

ke

laat

die ka

Fran

le

nu

prins in't land en

de

er

8
&
b
6

was

C

j

de pop pe tjes

sen eerst

&

dan

in't kan ne

stroop

ke

mar jan ne

Hop

sen

Hop Marjanneke, stroop in't kanneke,


hop Marjanneke Jansen.
Hij wiegt het kind, hij roert de pap
en laat zijn hondje dansen.

Huilend Kaboutertje

heel de dag al leen

kies er een tje uit de kring die

droog je traan tjes af

c b

op ka bou ter tje

&

sta

hui lend hui lend

hui len op een steen

Zat een klein ka bou ter tje te

CF

dan sen mag

18

&

Op een grote paddenstoel

zat

c b

&

wip

te

pen

heen en weer

been

le

Spil

pad

krak zei toen de

&

ka bou ter

pen

stip

rood met wit te

pad de stoel

te

Op een gro

CF

de stoel

11

been

tjes

hoep la

in

de

de

bei

le

al

zucht

&

met een die pe

lucht

Maar kabouter Spillebeen hield niet op met wippen


Op die grote paddestoel rood met witte stippen
Daar kwam vader Langbaard aan en die riep toen luid
moet dat stoeltje ook kapot, Spillebeen schei uit

Herfst

lo

bla

dren

'kweet niet of jij dat

ja mijn kind

aar dig vindt

c b

&

&

Dikke zwarte wolken op een hoop


Alles in de stad gooi ik nat.
Koop je van mij zo'n regen bad?

Zak ken vol met wind

Paddestoelen, honderd op een hoop


'k Zet ze voor je nner, heus meneer,
dat doe ik alle jaren weer.

19

Dui zend ki

te koop

je

F
4

op een hoop

heb

wat

herfst

Herfst

CF

Jan Huigen in de ton

met

een

hoe

ton

de

pel tje

gen in

c b

Hui

&

Jan

er om,

CF

Jan

ton

die

viel

En de

in

dui

gen.

gen.

Hui

Jan

gen,

&

Hui

te

Waar ben je dan geweest

4&
4


dan

je

ben

weest

ge

bij

Waar

tan

bij


dan

ge

je

weest

ben

bij

waar

tan

te

op

het

te

feest

&

tan

Wat heb je daar gehad


een koekje, een koekje
Wat heb je daar gehad
Een koekje met een gat.

20

Zeg Roodkapje

je waar ga

je

he

kap

4
&
b
4

rood

Zeg

zo

ne
A

al
F

&

Laat eens zien dat jij niet bang bent, laat eens zien laat eens zien
laat eens zien dat jij niet bang bent laat eens zien

21

je

he

'K ben niet bang voor de wilde dieren, in het bos in het bos
'k ben niet bang voor de wilde dieren in het bos

je waar ga

In het bos zijn de wilde dieren, in het bos in het bos


in het bos zijn de wilde dieren in het bos

'K ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos in het bos


'k ga naar grootmoeder koekjes brengen in het bos

kap

zeg rood

leen

ne

al

zo

leen

zo

al

leen

You might also like