Intramuraal verblijvende personen hebben vaak te maken met een beperkt inkomen. Aangezien deze personen geen zelfstandige huishouding voeren, missen ze een aantal uitgavenposten waar zelfstandige huishoudens wel voor betalen.
Intramuraal verblijvende personen hebben vaak te maken met een beperkt inkomen. Aangezien deze personen geen zelfstandige huishouding voeren, missen ze een aantal uitgavenposten waar zelfstandige huishoudens wel voor betalen.
Intramuraal verblijvende personen hebben vaak te maken met een beperkt inkomen. Aangezien deze personen geen zelfstandige huishouding voeren, missen ze een aantal uitgavenposten waar zelfstandige huishoudens wel voor betalen.
Inkomsten en uitgaven van mensen die wonen in een AWBZ-instelling
3
Inhoud INHOUD .................................................................................................. 3 1. INLEIDING ........................................................................................... 4 BELANGRIJKSTE BEVINDINGEN .................................................................. 4 2. SYSTEMATIEK ..................................................................................... 6 3. INKOMSTEN ......................................................................................... 8 4. INDELING VAN DE UITGAVEN .................................................................. 9 5. UITKOMSTEN BASISPAKKET ................................................................. 15 6. UITKOMSTEN BASIS- EN RESTPAKKETTEN.............................................. 17 BIJLAGE 1: INKOMSTEN- EN UITGAVEN PER MAAND VAN BEIDE PERSONEN EN VERGELIJKING MET ZELFSTANDIG WONEND HUISHOUDEN MET MINIMUMINKOMEN ........................................................................................................... 19 BIJLAGE 2: BEREKENING BESTEEDBAAR INKOMEN VOOR BEIDE PERSONEN . 21 BIJLAGE 3: BEREKENING EIGEN BIJDRAGE .............................................. 22 BIJLAGE 4: INKOMSTEN EN UITGAVEN VAN EEN INTRAMURAAL WONENDE MET EEN BIJSTANDSUITKERING ...................................................................... 24
4 1. Inleiding
De CG-Raad en Platform VG willen graag inzicht hebben in het budget van intramuraal verblijvende personen. Intramuraal verblijvende personen hebben vaak te maken met een beperkt inkomen. Aangezien deze personen geen zelfstandige huishouding voeren, missen ze een aantal uitgavenposten waar zelfstandige huishoudens wel voor betalen. Aan de andere kant betalen intramuraal verblijvende personen een eigen bijdrage voor de AWBZ. Bovendien worden zij door hun handicap geconfronteerd met hogere uitgaven vanwege de hulp die zij nodig hebben. Voorbeelden hiervan zijn waskosten, kosten voor administratie en begeleiding bij vrijetijdsactiviteiten en vakanties.
Daarnaast hebben ze soms andere kosten dan zelfstandige huishoudens. Zo betalen intramuraal verblijvende personen voor het doen van een was, terwijl deze kosten bij zelfstandige personen verdeeld worden over posten als huishoudelijke uitgaven (voor het wasmiddel), inventaris (voor de wasmachine) en de energie- en waterrekening.
Zoals voor elk huishouden, zelfstandig of intramuraal, is het van belang om inzicht te hebben in het budget. Pas dan kunnen verstandige beslissingen over geldbesteding genomen worden. Om budgetvoorlichting voor deze personen of hun begeleiders te kunnen geven, is het voor het Nibud van belang deze informatie te hebben.
De hoofdvraag van dit onderzoek is: Voor welke uitgavenposten zien deze personen zich gesteld en kunnen zij deze uitgaven doen van hun inkomen?
Belangrijkste bevindingen 1. Zowel de wajonger als de persoon met WSW-inkomen die in een kleinschalige AWBZ-woonvorm woont, hebben een groter bedrag beschikbaar voor het restpakket dan de zelfstandig wonende alleenstaande in de bijstand (respectievelijk 164 euro, 444 euro en 102 euro). Voor mensen die zak- en kleedgeld hebben blijft een beduidend lager bedrag beschikbaar voor het restpakket, namelijk 26 euro.
2. Het inkomen dat uiteindelijk beschikbaar is voor een restpakket wordt in grote mate bepaald door de hoogte van kosten die instellingen aan de bewoners vragen. In dit onderzoek is zoveel mogelijk uitgegaan van mediane bedragen. Bedacht moet worden dat sommige instellingen hogere en sommige instellingen lagere kosten in rekening brengen. 5
3. Wanneer gekeken wordt naar de kosten van de restpakketten dan valt op dat de restpakketten voor mensen met een beperking hoger zijn dan het restpakket van een alleenstaande zonder beperking. De restpakketten bevatten een aantal uitgaven die sociale participatie mogelijk maken. Aangezien voor deze activiteiten vaak begeleiding nodig is, zijn de kosten van deze restpakketten hoger.
4. Na invulling van het restpakket ontstaat voor de wajonger in een instelling een tekort. Voor de intramuraal wonende zijn de restpakketten A en B niet haalbaar, terwijl voor de zelfstandig wonende met bijstand het meest uitgebreide pakket niet haalbaar is. Voor de semimurale persoon met WSW inkomen zijn de restpakketten wel haalbaar. Net als bij zelfstandig wonende personen met een inkomen boven het minimum zullen deze mensen ook meer wensen hebben dan het basispakket en het restpakket. Voor de persoon met zak- en kleedgeld is geen van de restpakketten haalbaar.
6 2. Systematiek
Elk individueel huishouden heeft zijn eigen wensen en daarmee zijn eigen, individuele uitgavenpatroon. Wanneer echter bepaalde keuzen gemaakt zijn, is het mogelijk een indeling van de uitgaven te maken naar noodzaak.
Het Nibud maakt onderscheid in de noodzaak van uitgaven die huishoudens kunnen hebben tussen drie soorten uitgaven: uitgaven aan het basispakket, persoonlijk onvermijdbare uitgaven en vrije bestedingen.
Het basispakket omvat alle uitgaven die voor iedereen als noodzakelijk kunnen worden beschouwd. In het basispakket zijn kosten opgenomen die een huishouden moet maken voor wonen, kleden, voeden, gezondheid, zekerheid (verzekeringen) en informatie (telefoon, internet en tv). Voor iedere kostenpost is een minimumprijs genomen.
Naast de noodzakelijke uitgaven van het basispakket zijn er in individuele gevallen moeilijk of niet-vermijdbare uitgaven. Dit zijn uitgaven die voor een bepaald huishouden onontkoombaar zijn. Voorbeelden hiervan zijn de afbetaling van een lening, hoge energiekosten door slechte isolatie of dieetkosten.
Wanneer de uitgaven aan het basispakket en de persoonlijk onvermijdbare uitgaven zijn gedaan, kan de rest van het inkomen besteed worden aan vrije bestedingen. Om te laten zien hoe groot de ruimte is voor vrije bestedingen, wordt gebruik gemaakt van restpakketten. Met deze restpakketten worden mogelijke keuzes van het huishouden gellustreerd.
Deze systematiek kan ook worden toegepast op intramuraal verblijvende personen, maar vergt wel enige aanpassingen. Zo zullen intramuraal verblijvende personen niet met alle uitgavenposten uit het basispakket geconfronteerd worden. Kosten aan huur of energie hebben zij immers niet. Een tweede verschil is dat zij voor een aantal uitgavenposten uit het basispakket geen keus hebben, bijvoorbeeld in het geval van een collectieve inboedelverzekering of een kabelaansluiting. Ten derde hebben deze personen te maken met persoonlijk onvermijdbare uitgaven. De eigen bijdrage AWBZ is daarvan de belangrijkste. Maar ook andere ziektekosten spelen ongetwijfeld een rol. Als gevolg van de beperkingen zal extra hulp nodig zij n. Dat leidt tot hogere uitgaven dan gebruikelijk, zoals voor waskosten of voor vervoerskosten.
7
Voor twee voorbeeldpersonen laten we zien over welk inkomen zij kunnen beschikken en wat voor kosten zij hebben aan het basispakket en aan de persoonlijk onvermijdbare uitgaven. Het gaat hierbij dus niet om echte personen, maar om geconstrueerde voorbeeldpersonen. Daarbij gaan we uit van een optimaal functionerend huishouden: alle mogelijke inkomensondersteuning wordt aangevraagd en er wordt heel goed met geld omgegaan.
De eerste voorbeeldpersoon betreft een alleenstaande met een Wajong-uitkering, die 24-uurszorg verkrijgt en verblijft in een intramurale instelling. We noemen dit in het vervolg de intramuraal wonende.
De tweede voorbeeldpersoon woont in een gezinsvervangend tehuis, werkt en ontvangt een WSW-inkomen. Dat betekent dat de gemeenschappelijke ruimte door de instelling wordt onderhouden, maar de eigen kamer voor rekening van de bewoner komt. De bewoner betaalt de hoge eigen bijdrage AWBZ. We noemen dit huishouden in het vervolg de semi-muraal wonende met WSW-inkomen.
Bedacht moet worden dat er grote verschillen zijn tussen bewoners van intramurale instellingen. Sommige personen hebben veel zorg nodig, terwijl anderen op bepaalde terreinen zelfredzaam zijn. Deze verschillen uiten zich bijvoorbeeld in de arbeidsmarktsituatie, maar bijvoorbeeld ook in de huisvestingssituatie. Vele tussenvormen zijn daar in mogelijk. De gekozen voorbeeldpersonen liggen elk aan een andere kant van het spectrum. De ene persoon is weinig zelfredzaam, heeft 24- uurszorg nodig, verricht geen arbeid en heeft een Wajong-uitkering. De tweede persoon is meer zelfredzaam en verricht 40 uur per week arbeid. Een kleine groep personen (ca. 4300 huishouden) heeft geen recht op een Wajong- uitkering en krijgt alleen zak- en kleedgeld. In bijlage 4 staan de inkomsten en uitgaven van deze groep gespecificeerd.
De berekeningen zijn gemaakt voor de situatie van 2008. In 2009 zal de Wet Tegemoetkoming Chronisch Zieken en Gehandicapt en ingaan. Dit heeft grote gevolgen voor de indeling en hoogte van inkomsten en uitgaven voor deze groepen. In plaats van de belastingaftrek van de eigen bijdrage AWBZ voor buitengewone uitgaven komt er een korting op die eigen bijdrage en krijgen deze personen een forfaitair bedrag. Eerdere berekeningen hebben laten zien dat voor deze groepen een lichte koopkrachtstijging mogelijk is. Wanneer nu niet (volledig) gebruik gemaakt wordt van de belastingaftrek is een grotere koopkrachtvooruitgang mogelijk.
8 3. Inkomsten
Voor de twee voorbeeldpersonen zijn we van de volgende inkomensbronnen uitgegaan. De intramuraal wonende heeft een Wajong uitkering, inclusief een toeslag via de Toeslagenwet. De semi-muraal wonende met WSW-inkomen heeft een WSW-baan. Hij/zij zit in schaal B1-2 en werkt 40 uur per week. Het bruto salaris bedraagt 1.419 per maand. Volgens de CAO is er ook sprake van een eenmalige uitkering en een bijdrage in de reiskosten. Deze persoon betaalt pensioenpremie. Deze persoon komt met de baan boven het minimum uit. In veel gevallen werken mensen niet full -time en werken zij met behoud van uitkering.
Bij beide personen zien we dat er een grote belastingteruggaaf mogelijk is vanwege de buitengewone uitgaven. Dit komt natuurlijk doordat de eigen bijdrage voor de AWBZ op te voeren is als buitengewone uitgave. Daarnaast kan het arbeidsongeschiktheidsforfait dan wel het chronisch-ziekenforfait worden opgegeven, de premie voor de aanvullende verzekering en de huisapotheek. Het komt regelmatig voor dat aft rek mogelijk is vanwege extra kleding en beddengoed. We hebben deze aftrekmogelijkheid opgevoerd en tegelijkertijd de uitgave aan kleding verhoogd. Beide personen hebben recht op zorgtoeslag en op de gedeeltelijke teruggaaf van het eigen risico en kunnen gebruik maken van de jonggehandicaptenkorting.
Wellicht is het ook mogelijk voor deze personen om in aanmerking te komen voor gemeentelijke inkomensondersteuning. Bijvoorbeeld in de vorm van (categoriale) bijzondere bijstand. Gezien de grote verschillen t ussen gemeenten is het lastig hier richtbedragen voor te geven.
9
4. Indeling van de uitgaven
We maken onderscheid tussen het basispakket en restpakketten. In het basispakket zitten alleen de strikt noodzakelijke artikelen en diensten. Strikt noodzakelij k zijn zaken waarvan vrijwel iedereen vindt dat ze nodig zijn om te kunnen functioneren in de huidige maatschappij. Deze groep heeft te maken met een aantal persoonlijk onvermijdbare uitgaven, die voor de hele groep gelden, zoals de eigen bijdrage. We nemen deze persoonlijk onvermijdbare uitgaven die voor de hele groep gelden, op in het basispakket.
Naast deze basispakketten specificeren we restpakketten. Artikelen vinden een plaats in de restpakketten wanneer ze redelijk vaak voorkomen en als het een duidelijk keuze- element betreft. Het zijn artikelen en diensten waar discussie over kan zijn of ze noodzakelijk zijn of niet. Sommige mensen zullen dergelijke artikelen wel noodzakelijk vinden, anderen niet. Om er voor te zorgen dat de discussie gaat over de uitkomsten en niet over dit soort grensgevallen, zijn we redelijk streng bij het opstellen van het basispakket. In restpakketten worden vaak uitgaven opgenomen die te maken hebben met sociale participatie. Hoe geparticipeerd wordt, is een vrije keuze van het huishouden. Door specificatie van de restpakketten geven we een mogelijke invulling van deze sociale participatie.
Bij de opstelling van de basispakketten zijn we bij de keuze wat noodzakelijk is zo veel mogelijk uitgegaan van de keuzes die we ook maken bij zelfstandig wonende personen.
Voor de specificatie van de hoogte van het bedrag per uitgavenpost sluiten we zo veel mogelijk aan bij de bedragen die het Nibud gebruikt bij het samenstellen van de minimumvoorbeeldbegrotingen. Een aantal uitgavenposten zijn echter specifiek voor intramuraal en semi-muraal wonenden, zoals bijvoorbeeld kosten van bewassing. Hiervoor zijn geen actuele representatieve cijfers beschikbaar. Het ministerie van VWS is op het ogenblik een dergelijk onderzoek aan het houden. Bij onderstaande invulling maken we gebruik van een steekproef die het platform VG heeft gehouden. Hieruit bleken grote verschillen in kosten en bijdragen tussen verschillende instellingen. Dit bleek ook al eerder uit een onderzoek uit 2005 van Research voor Beleid. Bij deze invulling is zoveel mogelijk gebruik gemaakt van mediane bedragen. Bedacht moet blijven worden dat er grote verschillen zijn: sommige personen in instellingen zullen lagere kosten hebben, andere zullen hogere kosten hebben.
10
Woonlasten Vaste lasten als huur/hypotheek, energie en heffingen hoeven deze personen niet te betalen. Wel betalen ze de eigen bijdrage voor de AWBZ.
Telefoon, kabel, internet Bij communicatie (telefoon, kabel, internet) gaan we er van uit dat beide personen een kabelaansluiting op de eigen kamer hebben en een prepaid-mobieltje. Dit is analoog aan de aanname bij een zelfstandig wonend huishouden. Voor zelfstandig wonende personen is ook een computer plus internet in het basispakket opgenomen. Door de toegenomen gebruikersvriendelijkheid van computers en het internet, is ook voor deze personen de behoefte aan een computer en internet aan het stijgen. We gaan er in dit onderzoek echter nog van uit dat de computer en het internet voor deze personen niet in het basispakket zijn opgenomen. In een aantal intramurale en semi-murale instellingen wordt computer en internet aangeboden in de gemeenschappelijke ruimte. Dan is deze zonder extra kosten te gebruiken. Een eigen computer op de kamer specificeren we wel als onderdeel van het restpakket.
Verzekeringen In vergelijking met zelfstandig wonende personen, zijn er slechts op twee terreinen verschillen. Deze personen hebben een lager bedrag aan inboedelverzekering nodig. Verder wordt de tandarts voor de intramuraal wonende vergoed. Een aparte tandartsverzekering is voor deze persoon dan ook niet noodzakelijk. Voor de aanvullende verzekering gaan we uit van een gemiddelde aanvullende verzekering: niet degene met het kleinste pakket, maar ook niet degene met het meest uitgebreide pakket.
Vervoer We gaan er van uit dat deze personen aangepast vervoer nodig hebben en daarvoor een WMO-indicatie krijgen. De kosten hiervan vallen uiteen in regionale kosten en bovenregionale kosten. Personen die aanspraak kunnen maken op aangepast vervoer moeten vaak een pasje kopen. We rekenen daar een bedrag van 10 per jaar voor.
Het regionale aangepaste vervoer wordt door de gemeente aangeboden onder namen als Regiotaxi of Deeltaxi. Verschillende gemeenten hanteren verschillende tarieven. 11
Net als bij de strippenkaart wordt er vaak gewerkt met een zonesysteem en een instaptarief. In sommige gemeenten zijn de tarieven gelijk aan de strippenkaart, maar soms zijn ze hoger. We gaan uit van een tarief van 0,50 per strip. Dat is iets hoger dan het tarief van regulier openbaar vervoer ( 0,45). Voor de semi-muraal wonende met WSW-inkomen gaan we uit van eenzelfde aantal zones als bij een zelfstandig wonend huishouden en het gebruik van een fiets. Voor de intramuraal wonende nemen we geen fiets op in het basispakket, maar het dubbele aantal zones. De semi-muraal wonende met WSW-inkomen heeft verder kosten van woon- werkverkeer. De instelling dient de kosten van vervoer naar dagbesteding op zich te nemen en bovendien is er de mogelijkheid van een reiskostenvergoeding volgens de CAO. We nemen geen extra kosten mee in deze opzet.
Het bovenregionale vervoer is opgenomen in het restpakket. We gaan hierbij uit van Valys-vervoer. Tot een limiet van 750 km per jaar geldt een bedrag van 0,16 per kilometer. We gaan er van uit dat deze 750 km per jaar gereisd wordt.
Contributies en abonnementen Net als bij zelfstandige huishoudens zijn geen contributies of abonnementen in het basispakket opgenomen. In het restpakket gaan we uit van het l idmaatschap van een hobbyclub. Veel mensen kunnen niet zelfstandig participeren en zijn hierbij afhankelijk van ondersteunende begeleiding. Voor de intramuraal en semi-muraal wonenden betekent het lidmaatschap van een dergelijke club ook dat deze begeleiding nodig is. We gaan uit van drie uur begeleiding per maand. Het gemiddelde tarief hiervoor is 22,50 per uur.
Kleding De intramuraal en semi-muraal wonenden hebben waarschijnlijk te maken met extra kledingkosten. Door ongelukjes wordt de kleding vaker vuil en moeten de kledingstukken vaker gewassen geworden. We gaan uit van 1,5 keer de kleding voor een zelfstandig wonend huishouden. Overigens wordt ook een bedrag (300 euro per jaar) voor de extra kosten opgevoerd als buitengewone uitgave.
Inventaris en onderhoud Het bedrag voor inventaris en onderhoud ligt voor intramuraal en semi-muraal wonenden lager dan voor zelfstandig wonende personen. Niet alleen is de eigen ruimte voor de intramuraal en semi-muraal wonenden kleiner, ook worden sommige
12 onderdelen van het inventarispakket door de instelling verzorgd. Bij de semi-muraal wonende met WSW-inkomen gaan we er van uit dat de eigen kamer volledig zelf wordt ingericht. In een intramurale setting dient de instelling een eenvoudige standaardinrichting te leveren als hierom gevraagd wordt. In de praktijk wordt daar weinig gebruik van gemaakt. We gaan er van uit dat de intramuraal wonende ook zelf de inrichting van de kamer verzorgt.
Niet-vergoede ziektekosten Beide personen betalen een eigen bijdrage voor de AWBZ. We gaan er van uit dat beide personen ook het eigen risico van de zorgverzekering volmaken. Tevens gaan we er van uit dat deze personen geen kosten hebben aan de huisapotheek, omdat dit via de instelling verloopt.
Recreatie Net als bij zelfstandig wonende personen specificeren we hier geen basispakket voor. Bij het restpakket nemen we voor zelfstandig wonende personen het vakantiegeld als richtlijn voor de kosten van recreatie. Voor de intramuraal en semi-muraal wonenden gaan we uit van een midweek-vakantie. Dit zal duurder uitvallen dan bij zelfstandig wonende personen door de noodzaak van extra begeleiding. Door de kosten van de begeleiding te delen en met hulp van vrijwilligers is het volgens het Platform VG mogelijk een dergelijke midweek voor 1000 euro aan te bieden.
Voeding Dagelijkse voeding (drie maaltijden plus noodzakelijke tussendoortjes) wordt verstrekt door de instelling. Wel blijkt uit een steekproef van het Platform VG dat steeds meer instellingen aparte kosten in rekening brengen voor tussendoortjes of versnaperingen. Dit gaat bijvoorbeeld in de vorm van een gezamenlijke pot. In dat geval wordt het voor een individuele bewoner lastig om daar niet aan mee te doen. We nemen een bedrag van 20 euro per maand op in het basispakket. Dit is het mediane bedrag uit dezelfde steekproef. Dat biedt ook de mogelijkheid om eens af te wijken van het standaardmenu.
Reiniging Er wordt van uitgegaan dat de personen zelf hun kamer schoonhouden. Voor de berekening gaan we er van uit dat ze hier n uur in de maand hulp voor krijgen 10 euro per uur.
13
Een extra kostenpost voor deze personen zijn de kosten van bewassing. Een klein onderzoek onder een aantal instellingen toont aan dat het mediane bedrag voor bewassing 35 euro per maand is. Bij zelfstandig wonende personen zijn deze kosten onderverdeeld in een aantal onderdelen. Zo zijn er afschrij vingskosten voor de wasmachine, energiekosten voor water en elektriciteit en huishoudelijke uitgaven voor het wasmiddel. Bovendien zullen zelfstandig wonende personen wellicht minder wassen (zie kleding). De totale kosten van een was bedragen voor zelfstandige personen tussen de 0,90 en 1,25, afhankelijk van de temperatuur, uitgaande van afschrijvingskosten gebaseerd op twee wassen per week.
Persoonlijke verzorging We gaan er van uit dat de kosten voor deze personen niet afwijken van de kosten voor zelfstandig wonende personen.
Administratie en bewindvoering We gaan er van uit dat deze personen iemand nodig hebben om hun administratie te kunnen voeren. Uit onderzoek van het SCP 1 blijkt dat 87% van deze groep daar behoefte aan heeft. Bij sommige instellingen is het mogelijk dit in te huren tegen een bedrag van ca. 10 euro per maand. Meer en meer komen er ook andere personen en instanties op de markt die naast administratie ook bewindvoering aanbieden, wel tegen hogere prijzen. Volgens richtlijnen van de kantonrechter kan een niet-professionele bewindvoerder (bijvoorbeeld een ouder) maximaal 500 euro per jaar aan kosten in rekening brengen. In het basispakket nemen we dit bedrag (42 euro) op.
Diversen Dit zijn kosten voor cadeautjes, postzegels, bloemen. We specificeren hier hetzelfde bedrag als voor zelfstandig wonende personen. In sommige instellingen worden andere, meer ongespecificeerde bijdragen gevraagd (bijvoorbeeld voor verjaardagen of voor Sinterklaasvieringen). Deze zijn niet apart opgenomen.
In onderstaande tabel is de samenstelling van het basispakket en de persoonlijk onvermijdbare uitgaven samengevat:
1 Meedoen en gelukkig zijn, SCP, augustus 2008
14
Tabel 1: Samenstelling basispakket en persoonlijk onvermijdbare uitgaven Zelfstandig Intramuraal Semi-muraal met WSW- inkomen Flat Instellingsterrein GVT, kleinschalig wonen, wonen in een groep. Bijstandsinkomen Niet-werkend Werkend Huur/ hypotheek Minimumnormhuur niet niet Gas, elektriciteit, water 90% van gemiddeld verbruik voor flat niet niet Heffingen niet; kwijtschelding niet niet Telefoon, kabel, internet Mobiele telefoon prepaid kabelaansluiting, internet Mobiele telefoon prepaid kabelaansluiting eigen kamer Mobiele telefoon prepaid kabelaansluiting eigen kamer Verzekeringen Basis ziektekosten- verzekering Gemiddelde aanvullende ziektekosten-verzekering Beperkte tandartsverzekering Aansprakelijkheids- verzekering Inboedelverzekering Begrafenisverzekering Basis ziektekosten- verzekering Gemiddelde aanvullende ziektekosten-verzekering Aansprakelijkheids- verzekering Inboedelverzekering Begrafenisverzekering Basis ziektekosten- verzekering Gemiddelde aanvullende ziektekosten-verzekering Beperkte tandartsverzekering Aansprakelijkheids- verzekering Inboedelverzekering Begrafenisverzekering Contributies en abonnementen * * * Vervoer 15 strippenkaart + fiets Naar dagactiviteiten niet (via instelling) 30 strippen via regionaal aangepast vervoer Naar dagactiviteiten niet (via instelling); 15 strippen via regionaal aangepast vervoer + fiets Kleding standaardpakket 1,5 x standaardpakket; wel belastingteruggaaf mogelijk 1,5 x standaardpakket wel belastingteruggaaf mogelijk Inventaris en onderhoud Pakket voor flat Pakket voor een kamer Pakket voor een kamer Niet-vergoede ziektekosten huisapotheek Eigen bijdrage AWBZ Eigen risico Eigen bijdrage AWBZ Eigen risico Recreatie * * * Voeding Standaardbedrag voor voeding Extra bedrag voor versnaperingen Extra bedrag voor versnaperingen Reiniging Schoonmaakmiddelen Waskosten Hulp bij schoonmaak (1 uur per maand) Waskosten Hulp bij schoonmaak (1 uur per maand) Persoonlijke verzorging Standaardpakket Standaardpakket Standaardpakket Kosten administratie Geen Kosten voor bijhouden administratie en bewindvoering Kosten voor bijhouden administratie en bewindvoering Diversen Standaardbedrag Standaardbedrag Standaardbedrag
15
5. Uitkomsten basispakket In bijlage 1 staat het uitgebreide inkomsten- en uitgavenplaatje vermeld. Onderstaande tabel geeft de totalen weer. Als vergelijking laten we de kosten zien van een alleenstaande met een bijstandsuitkering. Deze vergelijking is puur ter illustratie. Het wil niet zeggen dat het rechtvaardig zou zijn om deze personen op het niveau van het sociaal minimum te plaatsen. Het is waarschijnlijker dat personen met een bijstandsuitkering hun positie eerder kunnen verbeteren dan de intramurale personen.
Tabel 2: Inkomsten en uitgaven van de personen
Alleenstaande Persoon 1
Persoon 2
Flat Intramuraal
Semi- muraal
Bijstand Wajong
WSW
Besteedbaar inkomen 939 1122
1515 Totaal uitgaven basispakket 837 940
1048 Beschikbaar voor restpakket 102 181
467
We zien dat huishouden 1 een hoger besteedbaar inkomen heeft dan een alleenstaande met een bijstandsuitkering. Dit komt vooral door de hogere belastingteruggaaf als gevolg van het opvoeren van buitengewone uitgaven. Het besteedbaar inkomen van huishouden 2 is nog hoger. Dit huishouden heeft een volledige baan en houdt daarom meer over.
De uitgaven aan het basispakket zijn voor beide personen echter ook hoger dan voor het zelfstandig wonende huishouden met een bijstandsuitkering. Dit komt grotendeels door de kosten die extra ondersteuning met zich meebrengt. Voor het semi-murale huishouden met WSW-inkomen liggen de kosten nog iets hoger. Dit huishouden heeft een hoger inkomen en dient daarom een hogere eigen bijdrage voor de AWBZ te betalen. Deze stijging van de eigen bijdrage is echter niet zo hoog als de stijging van het besteedbaar inkomen.
Voor beide personen geldt dat de kosten van het basispakket uit de inkomsten betaald kunnen worden. Dit geldt ook voor de alleenstaande in de bijstand. Dat wil niet zeggen dat het inkomen voor alle soortgelijke personen hoog genoeg is. Als het inkomen gelijk zou zijn aan de kosten van het basispakket, is er immers geen enkele keuze meer mogelijk, is er geen ruimte voor andere persoonlijk onvermijdbare uitgaven (zoals extra
16 niet-vergoede ziektekosten of hogere tarieven dan gemiddeld voor waskosten etc.) en moet er extreem goed met geld omgegaan worden.
Met deze invulling hebben zowel het intra-murale als het semi-murale huishouden met WSW-inkomen meer ruimte voor het restpakket dan de alleenstaande met een bijstandsuitkering. Voor een alleenstaande in de bijstand is de ruimte voor het restpakket 102 euro in de maand, voor het intramurale huishouden 181 euro.
In het volgende hoofdstuk bekijken we voorbeelden van een invulling van deze ruimte door het specificeren van restpakketten.
17
6. Uitkomsten basis- en restpakketten
Het basispakket omvat alleen de producten en diensten die strikt noodzakelijk geacht worden. De manier van sociale participatie is een vrije keuze van het huishouden. Door middel van specificatie van restpakketten geven we voorbeelden van invulling daarvan.
Bij de restpakketten maken we onderscheid tussen drie pakketten A, B en C. Bij onderstaande artikelen en diensten staat weergegeven in welk pakket ze zitten. C is het kleinste pakket, A het meest uitgebreide. De artikelen en diensten die het dichtst tegen het noodzakelijke aanzitten staan in pakket C, de artikelen en diensten die het controversieelst zijn, staan alleen in pakket A.
We hebben voorbeelden gespecificeerd die passen bij semi -murale en intramurale personen. Als vergelijking berekenen we wat een dergelijk restpakket kost voor zelfstandig wonende personen. Maar bedacht moet worden dat zelfstandig wonende personen ook andere keuzes kunnen maken voor sociale participatie dan de hier genoemde. Keuzes die voor personen in een intramurale of semi-murale setting veel minder passend zijn, zoals het hebben van een eigen abonnement op een krant of het houden van een hond. De samenstelling van de restpakketten is te vinden in tabel 3.
Tabel 3: Samenstelling restpakketten Intramuraal met Wajong- inkomen Semi-muraal met WSW- inkomen Zelfstandig wonend huishouden Internet (ABC) Internet (ABC) (in basispakket) Computer (ABC) Computer (ABC) (in basispakket) Extra vervoer (750 km Valys- vervoer per jaar) (ABC) Extra vervoer (750 km Valys- vervoer per jaar) (ABC) Kosten NS 750 km per jaar (ABC) Lidmaatschap sport- of hobbyclub (ABC) incl. 3 uur begeleiding per maand Lidmaatschap sport- of hobbyclub (ABC) incl. incl. 3 uur begeleiding per maand Lidmaatschap sport- of hobbyclub (ABC) Midweek incl. begeleiding (AB) Midweek incl. begeleiding (AB) Midweek (AB) Roken (A) Roken (A) Roken (A)
18 Wanneer we de kosten van deze restpakketten vergelijken met de bedragen die daarvoor beschikbaar zijn (zie tabel 2), komen we op de resultaten die gepresenteerd worden in tabel 4.
Tabel 4: Inkomsten en uitgaven van de personen
Alleenstaande Persoon 1
Persoon 2
Flat Intramuraal
Semi- muraal
Bijstand Wajong
WSW
Beschikbaar voor restpakket 102 181
467
Kosten restpakket A 110 241
241 Beschikbaar na restpakket A -8 -59
226
Kosten restpakket B 70 201
201 Beschikbaar na restpakket B 32 -19
266
Kosten restpakket C 20 118
118 Beschikbaar na restpakket C 82 64
349
Na invulling van de restpakketten zijn er wel tekorten. Voor het intramurale huishouden zijn de restpakketten A en B bijvoorbeeld niet haalbaar, terwijl voor de zelfstandig wonende alleen het meest uitgebreide pakket niet haalbaar is.
Deze restpakketten bevatten een aantal uitgaven die sociale participatie mogelijk maken. Voor deze activiteiten is echter vaak begeleiding nodig. Deze extra kosten van de begeleiding leiden tot een hoger bedrag voor de restpakketten dan voor een zelfstandig wonend huishouden. Personen 1 en 2 kunnen dus een aantal keuzes niet maken bij gebrek aan financile middelen, wat hun mogelijkheden tot sociale participatie beperkt.
Voor de semi-muraal wonende met WSW-inkomen zijn deze restpakketten overigens wel haalbaar. Deze heeft door zijn inkomen uit arbeid een hoger inkomen. Net als bij zelfstandig wonende personen met een inkomen boven het minimum, zal deze ook meer wensen hebben dan het basispakket en deze restpakketten.
19
Bijlage 1: Inkomsten- en uitgaven per maand van beide personen en vergelijking met zelfstandig wonend huishouden met minimuminkomen
Persoon 1
Persoon 2
minimumvoorbeeld Intramuraal
Semi- muraal
alleenstaande Wajong
WSW
Inkomsten
Netto inkomen 891 881
1246 Categoriale bijstand PM PM
PM Heffingskortingen niet-werkgever (Wajong) 0 56
56 Belastingteruggaaf ziektekosten/TBU 2 135
163 Zorgtoeslag 46 46
46 Vergoeding eigen risico 0 4
4 TOTAAL INKOMSTEN 939 1122
1515
Uitgaven basispakket
Vaste lasten basispakket
Eigen bijdrage AWBZ 0 533
633 Huur/hypotheek 204 0
0 Energie
Gas 48 0
0 Elektriciteit 25 0
0 Water 8 0
0 Heffingen
Totaal gemeentelijke heffingen 0 0
0 Waterschapsbelastingen 0 0
0 Telefoon, kabel en internet
Internet 20
Prepaid mobiel 10 10
10 Kabel 16 16
16 Verzekeringen
Basispremie zk-verzekering 91 91
91 Aanvullende zk-verzekering 23 13
23 Aansprakelijkheidsverzekering 3 3
3 Inboedelverzekering 6 5
5 Begrafenis/crematieverzekering 7 7
7 Schoolkosten/kinderopvang 0 0 0 Contributies en abonnementen * *
24 Bijlage 4: Inkomsten en uitgaven van een intramuraal wonende met een bijstandsuitkering
In onderstaande tabel zijn de berekeningen opgenomen voor een intramuraal wonende met een bijstandsuitkering. Dit huishouden betaalt geen eigen bijdrage AWBZ, maar heeft daardoor ook minder belastingaftrek. Mits alle inkomensondersteuning wordt aangevraagd, is het basispakket haalbaar voor deze personen.
Inkomsten Netto inkomen 336 bijstandsbedrag + vergoeding zorgkosten Categoriale bijstand PM Langdurigheidstoeslag 28 Heffingskortingen niet-werkgever (Wajong) 0 Belastingteruggaaf ziektekosten/TBU 20 Uitgaand van aanvullende ziektekostenverzekering, huisapotheek en extra kleding. Hierbij blijft men net onder de drempel voor het chronisch- ziekenforfait. Bij 2 euro per jaar meer specifieke ziektekosten of bij toepasselijkheid van het arbeidsongeschiktheidsforfait, zou de TBU 43 euro per maand bedragen. Zorgtoeslag 46 Vergoeding eigen risico 4 TOTAAL INKOMSTEN 434
Uitgaven basispakket Vaste lasten basispakket Eigen bijdrage AWBZ 0 Huur/hypotheek 0 Energie Gas 0 Elektriciteit 0 Water 0 Heffingen Totaal gemeentelijke heffingen 0 Waterschapsbelastingen 0 Telefoon, kabel en internet Internet Prepaid mobiel 10 Kabel 16 Verzekeringen Basispremie zk-verzekering 91 Aanvullende zk-verzekering 13 Aansprakelijkheidsverzekering 3 Inboedelverzekering 6 Begrafenis/crematieverzekering 7 Schoolkosten/kinderopvang 0 Contributies en abonnementen * Vervoer (CVV) 16 25
TOTAAL VASTE LASTEN BASISPAKKET 161
Reserveringsuitgaven basispakket Kleding en schoeisel 72 Inventaris en onderhoud 18 Extra ziektekosten 0 Eigen risico 13 Recreatie * TOTAAL RESERVERINGSUITGAVEN BASISPAKKET 103