Professional Documents
Culture Documents
De Da Vinci Code
De Da Vinci Code
De Da Vinci Code
wereld veroverd. Van het boek dat voor het eerst gepubliceerd werd in 2003, werden
40 miljoen stuks verkocht, en van de film van de Sony filmmaatschappij, met in de
hoofdrol Tom Hanks, die uitkomt op 19 mei 2006, wordt een megasucces verwacht.
Integraal verweven in de verhaallijn van deze roman zit er een wilde theorie dat
Jezus louter een man was die met Maria Magdalena huwde en een kind bij haar had.
Zij was niet enkel zijn vrouw maar de hoofdapostel en het recipiënt van de “waarheid”
van de godinreligie als het “heilige vrouwelijke”. Een van de belangrijkste karakters in
de Da Vinci Code zegt: “Jezus was de eerste feminist; Hij nam zich voor dat de
toekomst van Zijn Kerk in handen zou komen van Maria Magdalena” (p. 248 - Eng.
Versie). Na Jezus’ dood vluchtten Maria Magdalena en het kind naar Europa en
trouwde, en haar bloedlijn bestaat nog steeds. Maria Magdalena en haar bloedlijn
komen voor in de zeer oude “Holy Grail” folklore (de kwestie van de Holy Grail of
Heilige Graal, verscheen voor het eerst in een 12de eeuwse roman). Browns roman
beweert dat de Rooms-katholieke kerk de doctrine van Jezus’ Godheid in de 4de
eeuw uitvond en de waarheid “onderdrukte” over Maria Magdalena en dat doorheen
de eeuwen verborgen hield. Deze “waarheid” werd generaties lang onderdrukt door
een geheim genootschap dat bekend staat als de “Priorij van Sion” waartoe
beroemde personen zouden behoord hebben, zoals Isaac Newton en Leonardo Da
Vinci. Deze mensen zouden dan de “waarheid” hebben doorgegeven door middel
van geheime codes, waarvan de geheimste het beweerde symbolisme zou zijn in Da
Vinci’s schilderij Het Laatste Avondmaal. Volgens Brown is de discipel die rechts van
Jezus zit niet de apostel Johannes maar Maria Magdalena.
Het Laatste Avondmaal, 1498, Tempera op (droge) pleister, 460 x 880 cm, Klooster
Milaan, na recente reiniging.
• Paulus citeert het Evangelie van Lucas en refereert hiernaar als zijnde de
Heilige Schrift.
• Petrus refereert naar de geschriften van Paulus als zijnde Heilige Schrift. (2
Petrus 3:16)
• 70-150 na Christus. De Apostolische Vaderen. Sommigen kenden de
apostelen (Petrus en Johannes). De apostolische vaderen citeren specifiek uit
tenminste 17 boeken en brieven van het Nieuwe Testament.
• 125 na Christus. Polycarp citeert Efeziërs twee maal en refereert hiernaar als
een deel van de “Heilige Schrift”.
• 140 na Christus. Marcion stelde een Canon samen met één evangelie daarin
(een groot deel van Lucas dat erg was veranderd) en 10 van de brieven van
Paulus.
• 180 na Christus. Muratorian Canon bestaat uit 23 boeken en brieven.
• 185 na Christus. Irenaeus erkent 22 boeken en brieven.
• 200 na Christus. Tertullian erkent 22 boeken en brieven.
• 225 na Christus. Hippolytus erkent 22 boeken en brieven.
• 230 na Christus. Origen erkende 24 boeken en brieven.
• 325 na Christus. Eusebius maakte een lijst van 22 boeken en brieven die
erkend warden als canoniek.
• 367 na Christus. Athanasius, de bisschop van Alexandrië, maakt een lijst met
de 27 boeken en brieven uit het Nieuwe testament zoals we vandaag de dag
hebben. (dit is de eerste lijst van de 27 zoals we die vandaag de dag hebben,
merk op dat deze van na het concilie van Nicea is.)
• 380 na Christus. Amphilocus van Iconium maakt een lijst van 22 boeken en
brieven.
• 382 na Christus. Synode in Rome. Paus Damascus; dezelfde 27.
• 1442 na Christus. De Raad van Florence; dezelfde 27.
• 1546 na Christus. De Raad van Trent herbevestigt 27 boeken en brieven.
Origen (185-254 voor Christus): “Ik ken een bepaald evangelie dat het Thomas
evangelie heet en een Mattias evangel, en vele anderen hebben we gelezen…
niettemin hebben wij alleen goed gekeurd wat de kerk heeft erkend, namelijk dat
alleen de 4 evangeliën goedgekeurd zouden moeten worden.”
Het enige boek waarvan aangenomen wordt dat het al vóór het midden van de 2e
eeuw bestond is het evangelie van Tomas. Alle anderen werden meer dan 100 jaar
na Jezus geschreven.
• Geen bewijs dat de andere Evangeliën bestonden vóór het midden van de
tweede eeuw. (Met als enige uitzondering het Evangelie van Thomas), terwijl
alle vier de Nieuwtestamentische Evangeliën geschreven werden in de eerste
eeuw.
• De vier Evangeliën & de brieven van Paulus werden erkend sinds de 2e eeuw:
100-150 jaar eerder als het Concilie van Nicea.
• De discussie over de andere boeken en brieven was niet klaar met
Constantijn in Nicea. Het ging zelfs nog verscheidene eeuwen door.
De Bijbel heeft zich “ontwikkeld door talloze vertalingen, toevoegingen en
revisies.”
Er zijn vele feiten en afwegingen die verzekeren dat dit niet gebeurd is.
Bijbelse manuscripten,
De basis van onze Bijbelse Tekst.
• Masoretische tekst
• De Samaritaanse Pentateuch
• LXX
• Dode Zee rollen
• Citaten uit het Oude Testament in het Nieuwe Testament
• Het klopt dat er relazen bestaan van heidense goden die opstonden uit de
dood.
• Geen van deze goden is van vóór Jezus.
• Geen van deze goden is van dezelfde tijd als Jezus.
• Al deze goden zijn van minstens 100 jaar na Christus.
• Wie kopieert wie?
Zelfs de christelijke heilige dag is geleend van de heidense religies.
Als u van samenzweringscomplotten houdt zult u De Da Vinci Code leuk vinden. Als
u naar iets zoekt wat Jezus bekritiseerd zonder de waarheid in acht te nemen, zult u
De Da Vinci Code vervullend vinden. Echter als een historisch verslag van Jezus en
de vroege kerk is het onverkoopbaar.