Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Wiskunde Vwo Deel 3B Hoofdstuk 8 Vwo 3

Extra Oefenopgaven

1.
Los de volgende vergelijkingen op:
a. 8(s + 5) + 12 = 76 d. 7(3a + 14) = 56
1 1
b. 2 /2 + /2(x + 2) = 7 e. 15 = 2/5(q + 3) + 5

c. f.

2.
Los de volgende vergelijkingen op:
a. 3w - 12 = 7w + 6 d. 2 + 8p = 23 -3(p - 4)
1
b. /5(24 - 3x) = -3x + 8 e. -4v - 13 = 5(3 + 2v)
c. -6s + 6 = -9s + 12 f. 16t - 6(3t + 12) = 6t

3.
Gegeven de functies f(x) = 31/3x + 4, g(x) = -2/3x + 2 en h(x) = -21/2(x - 3).
a. Bereken de coördinaten van het snijpunt van de grafieken bij de functies f en g.
b. Bereken ook de coördinaten van het snijpunt van de grafieken van g en h en van f en h.

4.
Los de volgende kwadratische vergelijkingen op:
a. n2 + 12n + 11 = 0 d. -7x2 + 3x + 6 = -2
b. 3q2 + 4q = 5 e. 1
/8b2 - 1/2b = 23/4
1
c. r(r - 4) = 5 f. /3w2 + 5w = 0

5.
a. Bereken de coördinaten van de snijpunten van de parabool f(x) = -2x2 - 4x + 5 met de lijn g(x) = 4x - 5
b. Bereken de coördinaten van de snijpunten van de parabool f(x) = 1/3x2 - 2x + 4 met de lijn g(x) = x - 2
6.
Los de volgende vergelijkingen op:
a. s2 + 4 = s - 5 e. w2 + 3w - 5 = w + 5
b. -b2 + 12 = 4b f. (p + 4)(p - 3) = 6p
2 1
c. 0,3x = 0,5x + 0,7 g. /10y2 + 2/5 = 3/5y
d. 2d(d + 4) = 5d + 5 h. t2 - 9t + 5 = t - 4

7.
Gegeven zijn de functies f(x) = x2 - 4x en g(x) = x - 4
a. Teken in één figuur de grafieken van f en g.
b. Bereken de coördinaten van de snijpunten van f en g.
c. Teken in dezelfde figuur ook de grafiek van de functie h(x) = x - 61/4
d. Ga met een berekening na dat de grafieken van f en h elkaar raken.
e. Teken in dezelfde figuur ook de grafiek van de functie k(x) = -x - 4
f. Ga met een berekening na dat de grafieken van f en k geen snijpunten hebben.

8.
Ga in elk van de volgende gevallen na of de grafieken elkaar snijden,
raken of geen punt gemeenschappelijk hebben.
a. f(x) = x2 + 4x - 5 en g(x) = 3x + 5
2
b. f(x) = -x + 4x - 3 en g(x) = -2x + 51/2
c. f(x) = 2x2 - 3x + 4 en g(x) = 1/2x2 - 21/4
d. f(x) = 2x2 - x + 3 en g(x) = x2 - 3x + 2

9.

In de grafiek hierboven zie je de grafiek van de functie f(x) = -x2 - 6x en de lijn


uit de familie van evenwijdige lijnen kp: y = -2x + p die bij p = -5 hoort. (dat is dus k-5 )
a. Bereken de coördinaten van de lijn k-5 met de parabool
b. Bereken de coördinaten van de lijn k3 met de parabool.
c. Teken in hetzelfde assenstelsel een lijn kp die raakt aan de parabool.
d. Welke waarde van p hoort bij deze lijn.
e. Controleer je antwoord met een berekening.
f. Voor welke waarden van p hebben de lijn kp en de parabool geen punt gemeenschappelijk.

10.
Gegeven de functie f(x) = x2 - 4x - 5 en een familie lijnen kq: y = qx - 6
a. Bereken de coördinaten van de parabool met de x-as.
b. Bereken de coördinaten van de top van de parabool.
c. Teken in één figuur de grafieken van de parabool en k2.
d. Laat door middel van een berekening zien deze lijn de parabool snijdt.
e. Laat door middel van een berekening zien dat de parabool en de lijn k-3 geen punt gemeenschappelijk hebben.
f. Teken in hetzelfde assenstelsel een lijn k die raakt aan de parabool.
g. Welke waarde van q hoort bij deze lijn.
h. Controleer je antwoord met een berekening.
i. Laat door middel van een berekening zien dat ook k-6 de parabool raakt.
j. Voor welke waarden van q hebben de lijn kq en de parabool geen punt gemeenschappelijk.

11.
Gegeven zijn de functies f(x) = x2 + 5x, g(x) = -x2 + 4x en hp(x) = x + p
a. Bereken voor welke waarden van p de grafiek van f de grafiek van hp raakt.
b. Bereken de coördinaten van het raakpunt van de grafieken.
c. Dezelfde opdrachten voor de grafiek van g en de grafiek van hp

12.
Gegeven zijn de functies fp(x) = px2 + 3, g(x) = 2x + 4 en h(x) = -4x + 8
a. Bereken voor welke waarden van p de grafiek van fp de grafiek van g raakt.
b. Bereken voor welke waarden van p de grafiek van fp de grafiek van h raakt.

13.
Gegeven zijn de functies fp(x) = 1/2x2 + px + 8
a. Bereken voor welke waarden van p de grafiek van fp de x-as raakt.
b. Voor welke waarden van p heeft de grafiek van fp geen punt gemeenschappelijk met de x-as?
14. (plusopgave)

Hierboven staat een grafiek die is opgebouwd uit verschillende stukken.


Voor negatieve waarden van x geldt de formule y = 0,25x2 + 2x
Voor waarden van x van 0 tot en met 4 geldt de formule y = -0,1x3 + 1,6x
Voor x groter dan 4 geldt de formule y = 0,5x2 - 6x + 16

a. Beantwoord de volgende vragen. Kijk eerst welke formules je moet gebruiken.


Geef als dat kan de exacte waarden. Benader de rest in één decimaal.
1. Bij welke x-waarden hoort de uitkomst -3
2. Bij welke x-waarden hoort de uitkomst -1
3. Bij welke x-waarden hoort de uitkomst 2

b. Benader de top die tussen x = 2 en x = 3 ligt in twee decimalen nauwkeurig.


c. Voor welke waarden van p snijdt de lijn y = p de getekende grafiek in vier punten.
En voor welke waarden in drie punten? En twee, één, nul?

©A. Gottemaker

You might also like