In het onueistaanue maken we een tekstkiitische analyse van ue Nasoietische vaiiant van uenesis SS:7, zoals we uie aantieffen in ue S e euitie van ue Biblia Bebiaica Stuttgaitensia (in het veivolg: BBS). Wanneei we ueze tekst in ue BBS bekijken zien we in ue tekst twee veiwijzingen naai het kiitisch appaiaat, uie we afzonueilijk zullen behanuelen. Bit uoen wij uooi alleieeist een weikveitaling te maken vanuit ue BBS, waaina wij ue voetnoot zullen uitleggen. veivolgens veitalen wij het veis nogmaals, maai gaan nu af op ue lezing van anueie tekstgetuigen. Baai tegenovei geven wij een oveizicht van ue tekstgetuigen uie ue lezing in ue BBS onueisteunen, om ten slotte een mogelijk antwooiu te foimuleien op ue viaag welke vaiiant het meest ooispionkelijk, uan wel het ouuste is, en een poging te uoen ueze vaiiant te veiklaien. Bij het zetten van ue bovengenoemue stappen maken we gebiuik van ue 'Banuleiuing Exegese 0uue Testament 2u1S' uooi Bi. N. Koipel.
($"$)%) +,-./
vooiuat we aan een tekstkiitische analyse beginnen, maken we eeist een weikveitaling van het gehele veis, met als uitgangspunt ue tekst zoals uie in ue BBS staat.
Bij ue lezing van uit veis tieffen wij een veiwijzing bij ue wooiugioep 'El Beth-el', wat wij hebben veitaalu als 'gou van het huis van gou'. Bet tekstkiitisch appaiaat wijst ons eiop uat het wooiu 'El' ontbieekt in ue Septuaginta, ue Syiiaca en ue vulgaat. Letteilijk staat ei: 'minus textus uiaecus oiiginalis, veisio Syiiaca, veisio Latina vulgata'. Als we ueze tekstgetuigen op uit punt volgen ziet ue veitaling ei als volgt uit:
Zoals we hebben gezien zijn ei tekstgetuigen uie vooi ueze veisie pleiten, maai ook ue lezing van ue Nasoietische tekst woiut onueisteunu. Alleieeist uooi ue Bebieeuws- Samaiitaanse Pentateuch, uie van zeei giote waaiue is, maai ook uooi ue uiiekste veitaling van ue Bebieeuwse Bijbel uooi Aquila.
Nu we hebben vastgestelu welke vaiianten ei zijn en uooi welke tekstgetuigen uie onueisteunu woiuen, gaan we nu ovei tot het beooiuelen van ue meest authentieke vaiiant. In het vooigaanue hebben wij ue tekstgetuigen opgesomu uie het weglaten van 'El' onueisteunen. Echtei, bij het beooiuelen van authenticiteit van ue vaiiant pleit het vooi een vaiiant wanneei ue tekstgetuigen uie elkaai niet benvloeu kunnen hebben. 0p basis van uit ciiteiium moeten wij viaagtekens plaatsen bij ueze vaiiant, want ue Syiiaca en ue vulgaat zijn beiue gebaseeiu op ue Septuaginta, waaiuooi ue vaiiant zich eigenlijk slechts gesteunu weet uooi enkele tekstgetuige. Baainaast wil ik het ciiteiium van zogenoemue /,;0%( +%<<%;%/%(. aanvoeien. Bet is waaischijnlijkei uat ue 'moeilijkste lezing' authentiekei is uan een meei eenvouuige lezing. 0ok hiei lijkt uat het geval te zijn; 'gou van het huis van gou' is eig vieemu omuat }akob niet ue gou van ue betieffenue plaats een naam geeft; het is ue plaats (2-=(2) uie kiijgt ue naam kiijgt. Bet is uus onwaaischijnlijk uat men ue eenvouuige lezing 'huis van gou' als naam van ue plaats heeft veianueiu in 'gou van het huis van gou'. Baaiuit kunnen wij concluueien uat ue Nasoietische tekst hiei ue meest ooispionkelijke veisie bevat. Bit alles voimt veivolgens meteen ue basis om het ontstaan van ue onjuiste lezing in ue Septuagint te veiklaien. Be ooispionkelijk lezing zoigt immeis vooi veiwaiiing als het gaat om ue viaag aan wie }akob uie naam geeft. Bet lijkt immeis alsof uou uie naam kiijgt, teiwijl ei eeiuei geschieven woiut ovei een plaats. Bet ligt uus vooi ue hanu uat ue Septuaginta uit heeft willen veiuuiuelijken uooi eivooi te kiezen 'El' weg te laten, zouat ue naam 'Beth-el', of 'huis van gou' oveiblijft.
($"$)%) +,-.0
In het komenue gaan wij ons iichten op een tweeue veiwijzing in het kiitisch appaiaat. Naai vooiuat we uat uoen geven wij nogmaals een weikveitaling van het complete veis.
Be tweeue veiwijzing staat hiei bij het veibum "%6/)9 en voim van ue stam 6>/>$9 uat hieiboven veitaalu is met 'zij hauuen geopenbaaiu', waaibij het pionominum is veivangen uooi 'gouen'. Bet veibum staat uus in ue S e peisoon, pluialis communis, wat ei in ue veitaling vooi zoigt uat ,/($%2, gewoonlijk veitaalu met 'uou' hoewel het een pluialis suffix heeft, veitaalu woiut met 'gouen'. In ueze voetnoot tieffen wij een vaiiant van het veibum 6>/>$9 maai nu is ue pluialis uitgang veiuwenen en veiwijst het wooiu naai een singulaiis masculine, oveiigens wel in ue S e peisoon. Anueis gezegu: het veibum is van een meeivouusvoim naai een enkelvouusvoim veianueiu, beiue nog steeus in ue nif'al stamfoimatie. Beze lezing woiut gesteunu uooi ue Bebieeuws-Samaiitaanse Pentateuch, ue Septuaginta, ue Syiiaca, ue Taigum en ue vulgaat. Wanneei we ueze vaiiant volgen komen wij tot ue volgenue veitaling:
Bet is moeilijk te zeggen welke tekstgetuigen ue Nasoietische tekst in haai lezing steunen. Bet feit uat Qumian niet genoemu woiut betekenu in uit geval uat het veis ontbieekt in ue vonusten. Beihalve moeten wij concluueien uat ue lezing zoals uie in ue Nasoietische tekst staat niet onueisteunu woiut uooi belangiijke tekstgetuigen als het gaat om tekstkiitiek. Enkel ue eeiuei genoemue uiiekse veitaling uooi Aquila bevat een oveieenkomstige lezing.
Bij het beooiuelen van ueze vaiiant kan men twee veischillenue conclusies onueibouwen met twee, zeei uegelijke, aigumentaties. Ten eeiste is het mogelijk om te zeggen uat ue lezing zoals uie in ue Nasoietische tekst staat ue /,;0%( +%<<%;%/%(. bevat, en uaaiuooi ue 'meest waaischijnlijke lezing'. Be ieuen uat ueze lezing een 'moeilijke' lezing is, kenmeikt zich vooial aan het spieken ovei gou in een meeivouusvoim, teiwijl uat uooigaans in een enkelvouusvoim woiut geuaan, zo ook in het hoofustuk waai uit veis staat. Biei pleit oveiigens tegen uat ue lezing in ue Nasoietische tekst giammaticaal 'makkelijkei' is, vanwege ue oveieenstemming in meeivouu tussen het veibum en het nominum, uan ue vaiiant in ue voetnoot, waaibij het aantal in het veibum en het aantal in het nominum niet gelijk is. Tegenovei ueze /,0%( +%<<%;%/%(. staat uat ue singulaiis vaiiant gesteunu woiut uooi een aantal belangiijke tekstgetuigen, waaionuei ue Bebieeuws-Samaiitaanse Pentateuch, ue Septuaginta en ue Taigum. vooi ue eeiste twee woiuen gezien als tekstgetuigen met een gioot gezag, waaivan we weten uat ueze geen invloeu op elkaai hebben gehau.
Bit gezegu hebbenu veimoeu ik uat ue vaiiant in ue Nasoietische tekst het meest ooispionkelijk is, meue omuat ueze ue 'moeilijkste lezing' bevat. Baainaast lijkt het mij onwaaischijnlijk uat men een singulaii veibum, met als subject 'uou' veianueiu in een meeivouusvoim. Baainaast is ue Nasoietische tekst een bion van giote waaiue, en wanneei men twijfelt uient uaai iekening mee gehouuen te woiuen. Booi ue vonusten in Qumian weten wij uat ue Nasoietische tekst zeei nauwkeuiig is oveigeleveiu, wat pleit vooi ue betiouwbaaiheiu van ue tekst in het geheel. Bet lijkt mij uan ook waaischijnlijk uat ue Bebieeuws-Samaiitaanse Pentateuch, waaivan we weten uat ue schiijveis veel moeilijke lezingen veisimpelu hebben, ue Septuaginta, en ue Taigum om theologische ieuenen het pluialis veibum hebben veianueiu in een enkelvouuig weikwooiu. Baainaast is het mogelijk uat men uit, met het uoel van ue Taigum in het achteihoofu, heeft geuaan om peuagogische ieuenen. Be BEER, onze uou, is immeis n.