Oogstdag 2012. Verslag.

You might also like

Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 4

Publiekssamenvatting Oogstdag Deltaprogramma

Waddengebied 2012


Woensdag 18 januari 2012 organiseerde het deltaprogramma Waddengebied voor
de eerste keer een oogstdag. De eerste onderzoeksresultaten van het
programma werden hier gedeeld met een breed publiek. Tegelijk werd volop
gediscussieerd over de veiligheidsopgaven en mogelijke oplossingen. De opkomst
was hoog, met bijna 170 belangstellenden uit allerlei geledingen. Naast
overheden, stakeholders en bedrijfsleven waren er ook belangstellende burgers.

Het Deltaprogramma Waddengebied wil in dit stadium van zoeken naar
innovatieve oplossingen graag input van alle partijen. Kees van Es,
programmadirecteur van Deltaprogramma Waddengebied, en Jaap Verhulst,
ministerie van EL&I en gedelegeerd opdrachtgever voor dit deelprogramma,
riepen in hun toelichting op het programma op tot vrijdenken en het verbinden
van de veiligheidsopgaven met de agendas in het gebied.

Verlanden of verdrinken?
De Waddenzee reageert op de zeespiegelstijging door zoveel mogelijk sediment
in te vangen. Dit wordt ook wel de zandhonger genoemd. Bij een bepaalde
kritische grens, die bepaald wordt door de beschikbaarheid van zand en het
tempo van zeespiegelstijging zouden wadplaten kunnen gaan verdrinken. De
eerste resultaten van onderzoek in opdracht van Deltaprogramma Waddengebied
maken echter aannemelijk dat in de komende eeuw het Waddengebied
aanvankelijk de neiging zal hebben om te gaan verlanden. Dit kan zich uiten in
een tijdelijke toename van het oppervlak aan ondiepe (en deels droogvallende)
platen. Verder in de tijd gezien, als er een versnelling van de zeespiegelstijging
optreedt, zou een omslagpunt kunnen ontstaan waarbij wadplaten op termijn
kunnen gaan verdrinken. Wat de gevolgen zijn voor de eilanden, en welke
ontwikkelingen bij specifieke geulen en platen te verwachten zijn, wordt verder
onderzocht. Er zijn aanwijzingen dat de hoeveelheid zand in de buitendeltas
(gebieden zeewaarts van de zeegaten tussen de eilanden in) aan het afnemen is.
Ook dit is onderwerp van verdere studie.

Veiligheidsopgave en de ontwikkeling van strategien
Op de oogstdag werd uitleg gegeven over de effecten van klimaatverandering op
de Noordzeekust en de dijken. Deltaprogramma Waddengebied wil op basis van
de nieuwste technische inzichten kunnen inschatten wat er in de toekomst zou
moeten gebeuren aan de waterkeringen. Ook de effecten van bodemdaling (door
inklinking en door gaswinning) worden hierin meegenomen. Bij de ontwikkeling
van strategien wordt naast de huidige strategie van preventie ook onderzocht
wat mogelijke alternatieve veiligheidsstrategien kunnen zijn. Allereerst kan
worden geprobeerd om investeringen in waterveiligheid en in natuur zoveel
mogelijk te koppelen. Verder liggen er mogelijk kansen in innovatieve
(multifunctionele) dijkontwerpen, overslagbestendige waterkeringen en opvang
gevolgschade. Ook kunnen moderne meettechnieken worden ingezet, waardoor
een betere/tijdige signalering van dijkverzwakking mogelijk wordt en waardoor
bovendien regulier dijkonderhoud efficinter kan worden uitgevoerd. Tenslotte
moet de rampenbeheersing goed op orde zijn (voorlichting/waarschuwingen,
evacueren, noodvoorzieningen, herstelmaatregelen).

Meer dan veiligheid
De panelleden beantwoordden in de discussie ter afsluiting van het
ochtendgedeelte direct de oproep om de veiligheidsopgave te verbinden met
andere agendas. Paul van Erkelens, dijkgraaf Wetterskip Frysln, gaf aan dat de
problematiek van de verwachte bodemdaling in de komende eeuw op sommige
plekken veel groter is dan de opgave door zeespiegelstijging. Wil van den Berg,
burgemeester van Ferwerderadiel, pleitte voor het op orde houden van de dijken
en meer aandacht voor de kansen voor de recreatie buitendijks. Daarnaast is het
de vraag of het belang van de energievoorziening in het noorden voldoende is
mee is genomen in de veiligheidsopgave, aldus Mark Boumans, gedeputeerde van
provincie Groningen. De aansporing van Peter Herman van de Waddenacademie
om bestuurlijk meer samen te werken en integraler naar de Wadden te kijken,
riep direct reacties op. Zeker de buitendijkse gebieden bij de eilanden vragen
volgens Arjen Kok om een integrale benadering. Hoe dit bestuurlijk zijn beslag
moet krijgen versterking huidige samenwerking, een Waddenwaterschap, een
noordelijke landsdeel daar verschillen de meningen over. Het panel wees er op
dat het Deltaprogramma kansen biedt voor het versterken van het unieke
karakter van het Waddengebied. Een ander punt van discussie was of we ook niet
af en toe moeten leren leven met wateroverlast. Gedeputeerd Boumans gaf aan
dat een terechte vraag is, maar dat dat natuurlijk makkelijker gezegd is in een
zaal vol betrokkenen bij het Deltaprogramma, dan in een zaal vol burgers in die
een week eerder hun huis tijdelijk hebben moeten verlaten.

Workshop Toekomstige veiligheidsopgave
In vier workshops zijn een aantal onderwerpen verder uitgediept. In de workshop
Toekomstige Veiligheidsopgave is allereerst een beeld geschetst van de stand van
zaken van de waterkeringen. De 3
e
toetsing van de waterkeringen geeft een goed
vertrekpunt voor de toekomstige veiligheidsopgave. Zon 100 kilometer van de
ruim 250 kilometer aan primaire waterkeringen moeten worden aangepakt om
aan de huidige veiligheidseisen te voldoen. Een onvoldoende in de toetsing
betekent niet dat er direct gevaar op overstroming is in het gebied. Wel is het
van belang omdat er meekoppelkansen kunnen zijn met gebiedsambities: er gaat
immers op die plaatsen hoe dan ook aan de waterkering gewerkt worden.

Opvallend in de discussie over de veiligheidsopgave was de vraag of kwelders wel
of niet effectief zijn als het gaat om bescherming tegen overstromen onder
extreme condities (maatgevend hoogwater). Een helder antwoord op deze vraag
kon nog niet worden gegeven (zie ook workshop Pilots en Projecten), maar is van
groot belang voor het verbinden van de veiligheidsopgave met de natuurambities
in het gebied. Andere opvallende vraag: is de bodemdaling door de winning van
zout en gas niet een groter probleem dan zeespiegelstijging? En de oproep om
vooral ook de samenwerking met de Duitse buren te zoeken, die ook dijken langs
de Waddenzee hebben maar soms op grond van andere keuzes werken.
Daarnaast werd aandacht gevraagd voor de moeilijkheden bij het zoeken naar
combinaties van veiligheid- en gebiedsopgave. De financiering van de kant van
waterveiligheid biedt meekoppelkansen, maar je ziet in de praktijk vaak
vrijblijvendheid in het organiseren van co-financiering voor andere doelen. Dit is
genoemd als belangrijk aandachtspunt.

Workshop oplossingsstrategien
Het Deltaprogramma Waddengebied werkt de komende jaren een aantal
oplossingsstrategien uit. In de workshop Oplossingsstrategien hebben de
deelnemers aan de hand van een aantal casussen de aandachtspunten per
strategie besproken. Bij aanvang van de workshop wordt meteen gepleit om goed
te kijken hoe de kennis, ervaring en middelen van andere
(overheids)programmas gebruik kan worden. Daarnaast ligt volgens de
deelnemers de nadruk te sterk op de veiligheidsopgave en moet er meer
aandacht zijn voor de veiligheid mt behoud van natuurlijke en landschappelijke
kwaliteit!

Naast de strategien gericht op preventie (2 varianten), fysieke en
maatschappelijke knikpunten wijzen de deelnemers op een vijfde strategie: leren
leven met water. Bij deze strategie staat de perceptie van waterveiligheid
centraal; kunnen we als inwoners van het gebied leren accepteren dat we niet
altijd droge voeten kunnen houden? En hiermee moeten we het gesprek aangaan
over de kosten versus de opbrengsten van 100% droge voeten. Met deze
strategie kan snel gestart worden.

De strategie preventie - waarbij de nadruk op 1
e
laags veiligheid ligt - is in feite
het doortrekken van de huidige aanpak. De deelnemers geven als belangrijke
aandachtspunt mee om te onderzoeken hoe het toepassen van integraal
natuurbeheer de functies veiligheid en natuur kan combineren. Hierbij vraagt de
onduidelijkheid over de verantwoordelijkheden van de betrokken partijen om
aandacht.

De strategie preventie plus - waarbij ook 2
e
en 3
e
laags veiligheid meegenomen
zijn vraagt om een visie waarbij ook het binnendijkse gebied in beeld is. Met
aandacht voor veiligheid, recreatie, natuurontwikkeling en landbouw, waarbij ook
gekeken wordt naar kansen voor ruimtelijke kwaliteit.

Een strategie gericht op fysieke knikpunten in het waddensysteem vraagt volgens
de deelnemers vooral om onderzoek naar de effecten van zeespiegelstijging op
de kwelders (kunnen die voldoende meegroeien?) en onderzoek naar verzilting
(vooral ook in relatie tot bodemdaling binnendijks). Het verschil met de strategie
gericht op maatschappelijke knikpunten is dat deze laatste strategie nog meer
vraagt om visie en regie om de afweging tussen algemeen belang en veiligheid te
kunnen maken.

Workshop Klimaatadaptatie Buitendijks Gebied
In de workshop Klimaatadaptatie Buitendijks Gebied is gekeken naar de vraag die
in de ochtend en in andere workshops een aantal keren naar boven is gekomen:
Wie neemt de verantwoordelijkheid voor het buitendijkse gebied?

In het geval van de havens waren de deelnemers het er over eens dat de
verantwoordelijkheid voor het buitendijkse gebied bij de gebruikers ligt. De
overheid betaalt in de praktijk overigens wel mee aan het bouwen van veilige
havens vanwege het economisch belang. De gebruikers weten echter niet altijd
waar ze aan toe zijn vanuit de overheid. De suggestie is om een
gebiedsprogramma voor buitendijks gebied te koppelen aan een fonds voor
maatregelen.

Ook in deze workshop komt de vraag welke rol kwelders kunnen spelen in de
hoogwaterbescherming en in het onderhoud van de keringen nadrukkelijk naar
voren. Vanuit deze gedachte zou het waterschap een rol in het onderhoud van de
kwelders kunnen krijgen en daaraan meebetalen. Het beheer kan blijven liggen
bij de huidige beheerders (particulieren, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en
It Fryske Gea), maar onder verantwoordelijkheid van de waterbeheerder.

Bij de discussie over de eilanden ligt de focus op de formele ligging van de
dijkring. De deelnemers zijn van mening dat hierbij onderscheid gemaakt moet
worden tussen oude kernen en nieuwbouw en dit vraagt om aanpassingen van de
dijkringen door het rijk.

Workshop Pilots en Projecten
Een mix van enthousiasme om praktisch aan de slag te gaan met concepten van
bouwen met de natuur en bezinning op hoe je met de natuurlijke dynamiek van
de wadden omgaat. Zo laat de workshop Pilots en Projecten zich het beste
samenvatten. Een eerste verkenning van WUR/Deltares bevestigt het beeld dat
kwelders een positieve bijdrage kunnen leveren aan de waterveiligheid. De
resultaten zijn dusdanig veelbelovend dat een vervolgstudie naar de meerwaarde
van de kwelders voor veiligheid gerechtvaardigd lijkt. Nader onderzoek moet met
name uitwijzen in hoeverre kwelders bijdragen aan dijkstabiliteit en/of
golfdemping in hoogwatersituaties.

Het Building with Nature programma (Ecoshape) geeft de deelnemers een keur
aan voorbeelden hoe natuurlijke processen gebruikt kunnen worden om aan
veiligheid te bouwen. Ook de voorbeelden van de Prins Hendrikdijk op Texel en
het project klimaatbuffer Fugelpolle laten zien op welke manier natuurlijke
beschermingsmaatregelen van kwelders te nemen zijn.

Dit levert direct ideen op om elders in het waddengebied deze ideen toe te
passen. Bij Harlingen is het idee om de buitenkant te versterken met kwelders en
zo meteen het gebied aantrekkelijker te maken voor bewoners en bezoekers. Ook
bij Lauwersoog is er interesse om kwelders te combineren met de dammen.
Vanuit het perspectief van hoogwaterbescherming richt de discussie zich op de
vraag hoe effectief kwelders zijn als het water echt hoog staat.
Het gesprek over deze natuurlijke alternatieven roept financile en fundamentele
vragen op. De natuurlijke varianten zijn in eerste instantie duurdere dan de
traditionele ontwerpen en zijn vooralsnog onzekerder in het beheer. Daarnaast is
de fundamentele vraag hoe het ingrijpen in het natuurlijke systeem zich verhoudt
tot de natuurlijke dynamiek van het waddensysteem.

Omgeving blijven betrekken
Aan het eind van de dag nam Tineke Schokker, gedeputeerde van de provincie
Friesland en voorzitter van de regionale stuurgroep Deltaprogramma
Waddengebied, de oogst officieel in ontvangst. Het is belangrijk om de tijd te
nemen om alle kennis en modellen te verzamelen die nodig zijn voor goede
keuzes. Ook de ervaringen van burgers horen daarbij, eilanders en bewoners van
de kustgemeenten hebben veel ervaring met het dynamische gedrag van de
Waddenzee. De oogst van de dag was volgens Schokker groot, vanwege de
grote waarde voor het leggen van verbindingen en het uitwisselen van kennis en
ideen.

You might also like