Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 63

BASIS PNEUMATIEK

Inhoud:
1 Persluchtproductie
1.2 De n cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor
1.3 De aan/uit-regeling
1.4 De twee cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor in line.
1.5 De twee cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor V-type.
1.6 De tweetrapszuigercompressor in line.
1.7 De tweetrapszuigercompressor V-type.
1.8 De schroefcompressor.
1.9 De frequentie regeling.
1.10 Installatie met meerdere compressoren.
1.11 Interactieve GrassAir animaties.
1.12 De schoepencompressor.
1.13 Andere compressor types.
1.14 Het perslucht symbool.
1.15 De wet van Bolye - Gay Lussac.

2 Drogen van de lucht.
2.1 Absolute en relatieve vochtigheidsgraad van de lucht.
2.2 Berekening vrijkomend vocht in compressor installatie.
2.3 De koeldroger.
2.4 De Absorptiedroger.
2.5 Olie-waterfilter.

3 Het leidingnet.
3.1 Toegepaste materialen en eisen aan deze materialen.
3.2 Het eindigende pneumatische leidingnet.
3.3 De ringleiding.
3.4 Aandachtspunten montage.
3.5 Berekening van het leidingnet.
3.6 Koppelingen en slangmontage.

4 Persluchtconditionering.
4.1 Inleiding.
4.2 Filterwaterafscheider.
4.3 Reduceertoestel (drukregelaar).
4.4 Werking manometer.
4.5 Olievernevelaar (FluidSIM didactics no. 14 en 15).
4.6 Symbolen (FluidSIM didactics no. 8 en 9).
4.7 Verdieping luchtverzorging.

5 Cilinders. (FluidSIM didactics no. 22
t
/
m
35).
5.1 Krachten spel cilinders.
5.2 Uitvoeringsvormen en werking cilinders.
5.3 Anti rotatie cilinders.



Naam: Pagina 1 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

6 Ventielen (FluidSIM didactics no. 36
t
/
m
68).
6.1 Uitleg aanduiding.
6.2 Poortaanduidingen en principe werking ventielen.
6.3 Principe werking en uitvoeringsvormen Elektromagnetisch bediende ventielen.

7 Pneumatische besturingselementen.
(FluidSIM didactics no. 69
t
/
m
91).
7.1 Uitleg aanduiding.
7.2 Besturingselementen: EN-ventiel, OF-ventiel, Terugslagkleppen en
Snelontluchtingsventiel breder uitlegt en voorbeeldtoepassingen in schemas.
7.3 Snelheidsregeling (FluidSIM didactics no. 92
t
/
m
96).
7.4 Volgordeventiel drukgeregelde ventielen
(FluidSIM didactics no. 97
t
/
m
103).
7.5 Pneumatische opkomtimer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).
7.6 Pneumatische afvaltimer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).
7.7 Pneumatische pulsvormer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).
7.8 Pneumatische tweehandenbeveiliging.
7.9 Pneumatische- en logische- symbolen blad Festo.

8 Vacum.
8.1 Vacum.

9. Basisschakelingen.
9.1 Schakellogica.

10. Positioneren.
10.1 Nauwkeurig positioneren in de pneumatiek.

11 Het tekenen van pneumatische schemas.
11.1 Het tekenen van pneumatische schemas.
11.2 Uitvoeringsvormen van eindmelders/sensoren.
11.3 Weergeven van opnemer/sensor in het pneumatische schema.
11.4 Het elektropneumatische schema.

Naam: Pagina 2 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1 Persluchtproductie

Klik op de blauwe tekst voor een tweetal voorbeelden van automatisering
met perslucht.
Voor de inleiding in de pneumatiek van de Festo basis cursus klik hier.

Voor persluchtproductie worden compressoren gebruikt, die de lucht tot
de gewenste werkdruk comprimeren. Voor de uitleg van de verschillende
types compressoren maken we gebruik van de internetsite van GrassAir.
Op deze site www.grassair.nl staan onder het menu ANIMATIES een
aantal van de gebruikte figuren weergegeven. Je kunt op de site zelf
diverse instellingen veranderen.




Inhoud
1.2 De n cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor

Het nevenstaande figuur geeft het
werkingsprincipe van een enkelwerkende
zuigercompressor weer. Bekijk nu eerst
rustig de animatie op de website. Mocht het
internet niet werken klik dan hier.

Met behulp van de groene knop starten we
de compressor en met behulp van de rode
knop stoppen we de compressor.
De linker verticale schuifbalk is voor het instellen van het toerental. Met
de horizontale schuifbalk kunnen we het verbruik instellen.

De krukwang slaat in het carter door een oliebad en verzorgt op deze
manier een spatsmering.

We zien dat de zuiger bij de neergaande beweging lucht aanzuigt via het
luchtfilter. Tijdens de opgaande beweging van de zuiger wordt er lucht
samengeperst en geleverd aan het luchtvat.

Een drukregeling (pressostaat) zorgt ervoor dat de druk in het drukvat
tussen twee ingestelde waarden blijft. Als de druk de hoogst ingestelde
waarde bereikt zal een terugslagklep sluiten zodat het luchtvat niet leeg
kan lopen. Gelijktijdig zal het 2/2 ventiel openen om de lucht welke van
de compressor komt af te blazen en een elektrische drukschakelaar
(pressostaat) schakelt de elektromotor uit.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 47
t
/
m
48. Inhoud
Naam: Pagina 3 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.3 De aan/uit-regeling

De in paragraaf 1.2 omschreven regeling noemen we ook wel de aan-
uitregeling. Deze regeling komen we alleen bij kleine installaties tegen
(denk hierbij ook aan de in lesbrief Basis Krachtstroom omschreven
ster-drie-hoekschakeling en de aanloopstroom bij grote motoren).
In het onderstaande figuur wordt de aan-uitregeling schematisch met
behulp van symbolen weergegeven.



Belangrijk bij de aan-uitregeling is de keuze van de grootte van het
luchtvat. Kiezen we het luchtvat te klein of de afstand tussen de maximale
en minimale schakeldruk van het pressostaat te klein dan zal de
compressor installatie te vaak aan en uit schakelen. Hierdoor zal het
elektrische schakelmateriaal sneller slijten. Door het vele schakelen zal er
ook energie verlies optreden.

Bij grotere installatie komen we de doorloopregeling en frequentie
regeling tegen. De werking van deze regelingen worden verderop in deze
lesbrief beschreven.


Inhoud







Naam: Pagina 4 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.4 De twee cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor
in line.

De n cilinder enkelwerkende
zuigercompressor uit paragraaf
1.2 heeft een halve
omwenteling zuigslag en levert
de andere 180
o
perslucht. De
perslucht wordt dus met stoten
het luchtvat ingeblazen.
Het luchtvat vangt de van de
compressor komende
drukstoten op. Tevens dient
het luchtvat om de druk in het
gehele persluchtsysteem te
stabiliseren. Het levert aan het
net een voldoende reserve
voor plotselinge luchtafgifte. Door het grote oppervlakte van het drukvat
wordt de perslucht in het vat afgekoeld waardoor een gedeelte van de in
de warme lucht opgeloste waterdamp als condensaat afscheid.

Het voordeel van de twee cilinder enkelwerkende compressor is dat deze
twee keer per omwenteling perslucht levert. Hierdoor wordt de stotende
perslucht levering een stuk afgevlakt en is de opbrengst ook het dubbele.
Voor animatie ga naar de GrassAir site of klik hier. Het valt op dat beide
diameters van de zuigers even groot zijn.
Inhoud
1.5 De twee cilinder enkelwerkende (ntraps-) zuigercompressor
V-type.

Het gunstigste rendement voor
de ntrapszuigercompressor is
te behalen bij circa 4 bar
(400kPa).
De maximale druk van een
ntrapszuigercompressor is
circa 12 bar, dit is echter niet
economisch door het lage
rendement en de hoge
temperatuur welke dan tijdens
het comprimeren ontstaat.

Door de relatief lage druk is de
ntrapszuigercompressor maar voor kleine installaties geschikt.
Voor animatie ga naar de GrassAir site of klik hier. Inhoud
Naam: Pagina 5 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.6 De tweetrapszuigercompressor in line.

De tweetrapszuiger-
compressor in line werkt
met twee verschillende
diameters van de zuigers
achter elkaar.
Het slagvolume van de
eerste zuiger wordt in de
tweede kleinere trap geperst
waardoor de druk verhoging
in twee stappen verloopt.
Voor animatie ga naar de
GrassAir site of klik hier.


De leiding tussen de twee trappen in van koelribben voorzien.

Voor technische informatie over de DIXAIR compressor klik hier.
Inhoud
1.7 De tweetrapszuigercompressor V-type.


Ook bij de het V-type van de
tweetrapszuigercompressor
zijn de koelribben tussen de
eerste en tweede trap goed
zichtbaar.

Het gunstigste rendement
voor de tweetrapszuiger-
compressor is te behalen bij
circa 15 bar (1500kPa).
De maximale druk van de
tweetrapszuigercompressor
is circa 30 bar dit is echter
niet economisch door het lage rendement en de hoge temperatuur welke
dan tijdens het comprimeren ontstaat.

Voor animatie ga naar de GrassAir site of klik hier.

Voor technische informatie over de BLOCAIR compressor klik hier.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 49
t
/
m
51.
Inhoud

Naam: Pagina 6 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.8 De schroefcompressor.

De werking van de schroefcompressor
berust op twee schroefvormige rotoren
welke in elkaar grijpen. De lucht in de
tandholte wordt door de tandrug van de
andere rotor naar de perszijde gedrongen.
Deze compressor heeft het grote voordeel
constant lucht te leveren. Dus niet met
stoten zoals bij de zuigercompressoren het
het geval is.

In het nevenstaande
werkingsschema is goed te
zien dat deze compressor
een uitgedokterd smeer-
en regelsysteem heeft.
t
ediende
De olie en de perslucht
wordt doormiddel van een
ventilator gekoeld.
Hierdoor ontstaat in de
waterlozer (blauwe potje)
condensaat dat door he
elektrisch b
2/2 ventiel kan worden
afgelaten.
Deze schroefcompressor komen we veel in grotere installaties tegen.
De twee 3/2 ventielen (links bovenin) verzorgen een doorloopregeling.
Wanneer de ingestelde werkdruk is bereikt zullen deze 3/2 ventielen de
pers en zuigzijde onderling verbinden waardoor de compressor onbelast
door kan lopen. We hebben dan geen last van een stroompiek (denk aan
ster-driehoek schakeling) omdat de
elektromotor doorloopt en niet elke
keer een losrukkoppel hoeft te
overwinnen.

Zie ook het kenteq moduul
Pneumatiek 1 (510-3636-10)
bladzijde 52.

Voor animatie ga naar de GrassAir
site of klik hier.

Voor technische informatie GrassAir
schroefcompressor met droger klik
hier.
Inhoud
Naam: Pagina 7 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.9 De frequentie regeling. 1.9 De frequentie regeling.




















In de praktijk komen we bij de grotere installaties steeds meer de
frequentie geregelde compressor tegen. Het grote voordeel van deze
regeling is dat het opgenomen vermogen van de elektromotor direct
reageert op het luchtverbruik.
In de praktijk komen we bij de grotere installaties steeds meer de
frequentie geregelde compressor tegen. Het grote voordeel van deze
regeling is dat het opgenomen vermogen van de elektromotor direct
reageert op het luchtverbruik.

In de animatie zien we dat een lager luchtverbruik direct wordt omgezet in
een lager toerental van de compressor, terwijl de ingestelde luchtdruk zijn
waarde behoudt. Alleen wanneer we met het luchtverbruik onder een
bepaalde minimale waarde komen valt het toerental van de compressor af
en toe stil. Als er geen perslucht verbruikers werken wordt door deze
regeling eventuele lekkage gecompenseerd. Bij een groter luchtverbruik
dan de capaciteit van de compressor aan kan valt de luchtdruk weg. Dit is
ook logisch want we verbruiken dan meer dan de compressor kan leveren.
In de animatie zien we dat een lager luchtverbruik direct wordt omgezet in
een lager toerental van de compressor, terwijl de ingestelde luchtdruk zijn
waarde behoudt. Alleen wanneer we met het luchtverbruik onder een
bepaalde minimale waarde komen valt het toerental van de compressor af
en toe stil. Als er geen perslucht verbruikers werken wordt door deze
regeling eventuele lekkage gecompenseerd. Bij een groter luchtverbruik
dan de capaciteit van de compressor aan kan valt de luchtdruk weg. Dit is
ook logisch want we verbruiken dan meer dan de compressor kan leveren.

Voor animatie ga naar de GrassAir site of klik hier. Voor animatie ga naar de GrassAir site of
0-10-2008
klik hier.


Voor technische informatie over de frequentie geregelde ROLLAIR V
compressor klik hier.


Inhoud
Naam: Pagina 8 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.10 Installatie met meerdere compressoren. 1.10 Installatie met meerdere compressoren.




















In bedrijven met continue productie zal men veelal kiezen voor een
perslucht installatie met meerdere compressoren. Hierdoor kan men
onderhoud aan een compressor plegen terwijl de andere compressoren de
perslucht levering garanderen.
In bedrijven met continue productie zal men veelal kiezen voor een
perslucht installatie met meerdere compressoren. Hierdoor kan men
onderhoud aan een compressor plegen terwijl de andere compressoren de
perslucht levering garanderen.

De bovenstaande installatie bestaat uit twee normale compressoren en
een frequentie geregelde compressor.
De bovenstaande installatie bestaat uit twee normale compressoren en
een frequentie geregelde compressor.
De twee normale compressoren leveren een vaste capaciteit (zie
schuifbalk) aan het persluchtnet. De frequentie geregelde compressor
levert afhankelijk van het perslucht verbruik een capaciteit welke tussen
een maximale en minimale waarde ligt (zie de twee schuifbalken). Verder
zorgt de frequentie geregelde compressor ervoor dat de druk in het
systeem de minimaal ingestelde pressostaat waarde (zie rode lijn en
display) heeft. De druk in het systeem kan alleen maar lager worden als
het persluchtverbruik groter wordt dan de drie compressoren samen
leveren.
De twee normale compressoren leveren een vaste capaciteit (zie
schuifbalk) aan het persluchtnet. De frequentie geregelde compressor
levert afhankelijk van het perslucht verbruik een capaciteit welke tussen
een maximale en minimale waarde ligt (zie de twee schuifbalken). Verder
zorgt de frequentie geregelde compressor ervoor dat de druk in het
systeem de minimaal ingestelde pressostaat waarde (zie rode lijn en
display) heeft. De druk in het systeem kan alleen maar lager worden als
het persluchtverbruik groter wordt dan de drie compressoren samen
leveren.

We zien dat bij een lager persluchtverbruik eerst de twee normale
compressoren geen perslucht meer leveren (verticale kolom) de
frequentie geregelde compressor neemt de levering dan over. Als het
persluchtverbruik onder de minimale capaciteit instelling van de frequentie
geregelde compressor uitkomt zal deze gaan reageren als een
We zien dat bij een lager persluchtverbruik eerst de twee normale
compressoren geen perslucht meer leveren (verticale kolom) de
frequentie geregelde compressor neemt de levering dan over. Als het
persluchtverbruik onder de minimale capaciteit instelling van de frequentie
geregelde compressor uitkomt zal deze gaan reageren als een
aan/uitregeling, we zien de druk dan sterk variren tussen de twee
pressostaat instellingen van de frequentie regeling.
aan/uitregeling, we zien de druk dan sterk variren tussen de twee
pressostaat instellingen van de frequentie regeling.

Voor animatie ga naar de GrassAir site of klik hier. Voor animatie ga naar de GrassAir site of
Naam: Pagina 9 10-10-2008 0-10-2008
klik hier. Inhoud
BASIS PNEUMATIEK
1.11 Interactieve GrassAir animaties.

Als je de animaties uit
de paragraven 1.1 tot
en met 1.9 niet op
internet hebt kunnen
bekijken en dus ook
niet met de knoppen
de invloed van diverse
situaties zelf hebt
kunnen benvloeden
kun je dit door hier te
klikken als nog doen.
In het bovenstaande
figuur wordt
weergegeven waar je
moet klikken om de
diverse animaties
terug te vinden. Verder zullen bedienbare knoppen oplichten of
schuifbalken aanwezig zijn. Probeer het maar eens uit.
De bijschriften bij deze interactieve animaties is in het Frans de vertaling
kun je op de afbeeldingen in de lesbrief vinden.
Inhoud

1.12 De schottencompressor.

Op de site www.pneumatica.be kunnen we uitleg en animaties over
pneumatiek vinden. Deze site kun je bijvoorbeeld ook rustig thuis in je
eigen omgeving bestuderen.
De schottencompressor wordt hier schoepencompressor genoemd.
Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 53
t
/
m
54.


Inhoud
Naam: Pagina 10 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.13 Andere compressor types.

Rootscompressoren worden gebruikt als er grote hoeveelheden perslucht
van niet al te hoge druk wordt vereist. Bijvoorbeeld bij een bulkwagen
waarbij het meel of het graan door middel van lucht door slangen wordt
getransporteerd.
Zie paragraaf 1.12 klik ook op zuigercompressor, schroefcompressor en
rootscompressor.


Verder kunnen we nog de axiale en radiale turbocompressor tegen komen.
De nevenstaande foto geeft de radiale turbocompressor van Stork-
DeLaval weer.


Inhoud


Naam: Pagina 11 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
1.14 Het perslucht symbool.

In de besturingstechniek maken we gebruik van schemas om duidelijk te
maken hoe we bepaalde componenten moeten aansluiten. In deze
schemas maken we weer gebruik van genormaliseerde symbolen.


Tip: Schemas zoals in de bovenstaande figuur worden later in
deze lesbrief behandeld. Volg deze lesbrief en laat je niet
verleiden om in de sites te verdwalen.

Het gaat hier om het symbool van de perslucht aansluiting voer
bovenstaande stappen uit op www.pneumatica.be.

Inhoud
1.15 De wet van Bolye - Gay Lussac.

Klik hier voor de Festo basis cursus video: Natuurkundige principes.



Voor extra uitleg over de algemene gaswet klik
op www.pneumatica.be en voer de stappen 1 en 2
uit.


Naam: Pagina 12 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

In de compressor wordt de perslucht gecomprimeerd volgens de wet van
Bolye/Gay Lussac.
p1 x V1 = p2 x V2
T1 T2
Hierin is:
- p1 de druk van de aangezogen lucht in N/m
2
, Pa of kPa;
- V1 het volume van de aangezogen lucht in m
3
;
- T1 de temperatuur van de aangezogen lucht in Kelvin;
- p2 de druk van de gecomprimeerde lucht in N/m
2
, Pa of
kPa;
- V2 het volume van de gecomprimeerde lucht in m
3
;
- T2 de temperatuur van de gecomprimeerde lucht in Kelvin;
- 1
o
C = 273 K en 100
o
C = 373 K, dus steeds 273 bij het
aantal graden Celsius optellen.
In de praktijk wordt nog veel de bar gebruikt als eenheid van druk, we
kunnen de bar op de volgende manier omrekenen:
- 1 bar = 100 k Pa;
- 1 bar = 100.000 Pa;
- 1 bar = 100.000 N/m
2
.
We gaan nu een voorbeeld uitrekenen aan de hand van onderstaande
technische gegevens.

Gegeven:
De DIXAIR zuiger compressor type DNX PRO 6500.
Zie onderstaande technische informatie of klik hier.



Naam: Pagina 13 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Werkdruk: p2 = 11 bar = 1100.000 N/m
2
.
Slagvolume: V2 = 50 m
3
/h.
Temperatuur na compressie: t2 = 100
o
C.
T2 = 100 + 273 = 373 K.
Aanzuigdruk: p1 = 1 bar = 100.000 N/m
2
.
Aanzuigtemperatuur: t1 = 20
o
C.
T1 = 20 + 273 = 293 K. T1 = 20 + 273 = 293 K.

Gevraagd: Gevraagd:
Hoeveel m
3
/h (V1) lucht zuigen we aan? Hoeveel m
3
/h (V1) lucht zuigen we aan?

Oplossing: Oplossing:
p1 x V1 p1 x V1 = p2 x V2
T1 T2

100.000 N/m
2
x V1 = 1100.000 N/m
2
x 50 m
3
/h
293 K 373 K

Kruislings vermenigvuldigen geeft:

V1 = (1100.000 N/m
2
x 50 m
3
/h x 293 K)
(100.000 N/m
2
x 373 K

V1 = 432 m
3
/h.

Om 50 m
3
/h perslucht met een druk van 11 bar te fabriceren moeten we
dus 432 m
3
lucht aanzuigen met een druk van 1 bar.


Inhoud
Naam: Pagina 14 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
2 Drogen van de lucht.

2.1 Absolute en relatieve vochtigheidsgraad van de lucht.
Klik hier voor de Festo video: compressoren waarin ook het onderwerp
vocht in de lucht besproken wordt.
Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 55
t
/
m

60.

Tijdens oppompen van onze
fietsband merken we dat de
aansluiting van de slang aan de
pomp warm wordt. In de
compressor gebeurt hetzelfde.
Hoe hoger het druk verschil is
tijdens het comprimeren des te warmer
wordt de compressor en hiermee ook de
perslucht. De temperatuur van de
gecomprimeerde lucht kan onder slechte
omstandigheden (bijvoorbeeld in ntrap tot zeer hoge druk
comprimeren) tot ver boven de 100
o
C oplopen. Hierdoor kan de smering
zijn werk niet goed meer doen en kleppen verbranden.

Een ander nadeel van de hoge perslucht temperatuur zien we in de grafiek
op de volgende bladzijde.
Namelijk:
Bij een hoge temperatuur kan er meer waterdamp in de lucht opgelost
blijven. De maximale hoeveelheid waterdamp dat bij een bepaalde
temperatuur in de lucht opgelost kan blijven noemen we de absolute
vochtigheidsgraad ofwel het dauwpunt.

Voorbeeld:
De maximale hoeveelheid waterdamp bij 50
o
C is volgens de grafiek
82,26 gr/m
3
.
Bij 20
o
C kan er nog maximaal 17,15 gr/m
3
opgelost zijn.
Bij 0
o
C is dit nog maximaal 4,87 gr/m
3
.

We kunnen ons 1 m
3
buitenlucht met een absolute
vochtigheidsgraad en een temperatuur van 50
o
C voor
stellen als een spons van 1 m
3
welke geen druppeltje
water meer kan opnemen. Wordt de spons nu kouder dan
druipt het water er vanzelf uit, omdat bij de lagere
temperatuur minder waterdamp kan blijven opgelost.
Conclusie door afkoeling van de perslucht in het luchtvat en leidingnet kan
er water in de installatie ontstaan. Water in de installatie zal veel
storingen (zoals roesten, bevriezing, wegspoelen smeermiddel, enz.)
veroorzaken.
Naam: Pagina 15 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Naam: Pagina 16 10-10-2008
De lucht om ons heen heeft nooit de absolute vochtigheidsgraad. We
spreken van de relatieve vochtigheid dit is de werkelijk opgeloste
hoeveelheid waterdamp gedeeld door wat maximaal bij die betreffende
temperatuur opgelost kan zijn in procenten.

Dus:
Relatieve vochtigheid = Werkelijk aanwezige waterdamp x 100%
Absolute vochtigheidsgraad bij die temp.


Op het weerstation zien we dat de relatieve vochtigheid
buiten 64% is bij 14,3
o
C.
We rekenen nu uit hoeveel waterdamp in 1 m
3
buitenlucht zit opgelost. We gaan hierbij voor het
gemak uit van 15
o
C.
Bij 15
o
C kan maximaal 12,74 gr/ m
3
opgelost zijn
(Absolute vochtigheidsgraad) zie bovenstaande
grafiek.
De werkelijke hoeveelheid waterdamp in 1 m
3
is
64% van 12,74 gr/ m
3
=

0,64 x 12,74 gr/ m
3
= 8,15 gr/ m
3
.
BASIS PNEUMATIEK
Gegeven:
Het weerstation op de vorige bladzijde.
Voor binnen geldt.
Relatieve vochtigheid = 46%
Temperatuur = 21
o
C.

Gevraagd:
a. Absolute vochtigheidsgraad;
b. De werkelijke hoeveelheid waterdamp in 1 m
3
.

Oplossing:
a. Abs. vochtigheidsgr. = (22,83 gr/ m
3
- 17,15 gr/ m
3
) + 17,15 gr/ m
3

5

Absolute vochtigheidsgraad = 18,29 gr/ m
3
.

Oplossing:
c. De werkelijke hoeveelheid waterdamp =
46% van 18,29 gr/ m
3
=
18,29 gr/ m
3
x 0,46
De werkelijke hoeveelheid waterdamp = 8,41 gr/ m
3
.

Thuis komen we ook vaak een combinatie
van een thermometer, barometer en
hygrometer tegen.
De hygrometer geeft hierin de relatieve
vochtigheid weer.





Inhoud















Naam: Pagina 17 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
2.2 Berekening vrijkomend vocht in compressor installatie.

Hieronder zie je de uitwerking van bladzijde elf nog een keer.
Gegeven:
De DIXAIR zuiger compressor type DNX PRO 6500.
Voor technische informatie of klik hier.

Werkdruk: p2 = 11 bar = 1100.000 N/m
2
.
Slagvolume: V2 = 50 m
3
/h.
Temperatuur na compressie: t2 = 100
o
C.
T2 = 100 + 273 = 373 K.
Aanzuigdruk: p1 = 1 bar = 100.000 N/m
2
.
Aanzuigtemperatuur: t1 = 20
o
C.
T1 = 20 + 273 = 293 K.

Gevraagd:
Hoeveel m
3
/h (V1) lucht zuigen we aan?

Oplossing:
p1 x V1 = p2 x V2
T1 T2

100.000 N/m
2
x V1 = 1100.000 N/m
2
x 50 m
3
/h
293 K 373 K

Kruislings vermenigvuldigen geeft:

V1 = (1100.000 N/m
2
x 50 m
3
/h x 293 K)
(100.000 N/m
2
x 373 K)

V1 = 432 m
3
/h.

We gaan nu uitrekenen hoeveel water er per uur in de compressor
ontstaat in het bovenstaande voorbeeld.

De 432 m
3
aangezogen lucht kunnen we ons
voorstellen als een vochtige spons. Deze spons is
voor 70% verzadigd met water. De spons kan dus in
deze toestand zelf nog 30% water opnemen. Zolang
we het volume van de spons niet veranderen blijft de
70% water netjes opgelost.

Nu gaan we de spons samendrukken (comprimeren)
tot 50 m
3
waardoor een groot gedeelte van het
water uit de spons stroomt. In de compressor
gebeurt in feite hetzelfde met de perslucht.
Naam: Pagina 18 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Voorbeeld berekening water in installatie.
Gegeven:

Slagvolume na compressie: V2 = 50 m
3
/h.
Temperatuur na compressie: t2 = 100
o
C.
Temperatuur in leidingnet: t
lei.
= 20
o
C.
Aanzuigtemperatuur: t1 = 20
o
C.
Aanzuigvolume: V1 = 432 m
3
/h.
Rel. vochtigheid aangezogen lucht: 70%.

Gevraagd:
a. Hoeveel waterdamp wordt er per m
3
aangezogen?
b. Hoeveel m
3
waterdamp wordt totaal per uur door de compressor
aangezogen?
c. Stel dat de perslucht in het leidingnet afkoelt naar 20
o
C hoeveel
waterdamp kan er dan maximaal in 1 m
3
perslucht zijn opgelost?
d. Hoeveel waterdamp kan er per uur bij 20
o
C in de perslucht van
onze compressor opgelost blijven?
e. Hoeveel water komt er in ons voorbeeld per uur vrij?

Oplossing:
a. Bij t1 = 20
o
C kan er maximaal 17,15 g/m
3
waterdamp opgelost
zijn(zie grafiek bladzijde 13).
Dit is de absolute vochtigheidsgraad (100%) bij 20
o
C.
Wij zuigen een relatieve vochtigheid van 70% aan dus:

17,15 g/m
3
x 70% = 12,01 g/m
3
.

b. We zuigen 432 m
3
/h lucht van 1 bar aan.
In het totaal zuigen we dus:

12,01 g/m
3
x 432 m
3
/h = 5188,32 gram waterdamp per uur
aan.


c. Bij 20
o
C kan er maximaal 17,15 g/m
3
waterdamp opgelost zijn
(zie grafiek bladzijde 13).
Dit is de absolute vochtigheidsgraad (100%) bij 20
o
C.

d. Na het comprimeren hebben we nog 50 m
3
/h (V2) perslucht over.
In deze 50 m
3
kan bij 20
o
C nog maximaal:
50 m
3
x 17,15 g/m
3
= 857,5 gram waterdamp opgelost zijn.

e. In ons voorbeeld ontstaat er per uur:
5188,32 gram - 857,5 gram = 4330,82 gram water
in het leidingnet.
Dit is afgerond gelijk aan 4,3 liter water per uur.
Naam: Pagina 19 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Conclusie door het comprimeren van de perslucht zal in het luchtvat en
het leidingnet water ontstaan. Water in de installatie zal veel storingen
veroorzaken zoals roesten, bevriezing, wegspoelen van het
smeermiddel, enz. Zorg ervoor dat de compressor op een koele plaats
staat, want hoe lager de temperatuur, hoe minder waterdamp de lucht
kan bevatten.
Inhoud
2.3 De koeldroger.

In de praktijk wordt het water na compressie uit de perslucht gehaald met
behulp van een absorptiedroger of koeldroger.

In de koeldroger maken we de
temperatuur van de perslucht zo laag
dat er nauwelijks nog waterdamp in
opgelost kan blijven. De temperatuur
van de perslucht welke uit een
koeldroger komt is circa 3C.


Lees ook de technische uitleg van het
www.persluchtadvies.nl. Door op de blauwe
onderstreepte tekst te klikken krijg je nadere
informatie.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-
3636-10) bladzijde 59.
Of klik hier voor de uitleg van firma Mobikit.
Voor technische informatie over de GrassAir
koeldroger klik hier.

De invloed van de koeldroger op onze voorbeeld berekening van bladzijde
16, is:
f. Bij 3
o
C kan er max. {((6,79 4,87) : 5) x 3}+ 4,87 = 6,02
g/m
3
waterdamp opgelost zijn (zie grafiek bladzijde 13).
Dit is de absolute vochtigheidsgraad (100%) bij 3
o
C.

g. Na het comprimeren hebben we nog 50 m
3
/h (V2) perslucht over.
In deze 50 m
3
kan bij 3
o
C nog maximaal:
50 m
3
x 6,02 g/m
3
= 301 gram waterdamp opgelost zijn.

h. In ons voorbeeld ontstaat er per uur:
5188,32 gram 301 gram = 4887,32 gram water
in de koeldroger.
Dit is afgerond gelijk aan 5 liter water per uur.

Naam: Pagina 20 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
De relatieve vochtigheid van de perslucht in het leidingnet na koeldroging
is:
Relatieve vochtigheid = Werkelijk aanwezige waterdamp x 100%
Absolute vochtigheidsgraad bij die temp.

Relatieve vochtigheid in leidingnet = 6,02 x 100%
17,15

Relatieve vochtigheid in leidingnet = 35,1 %

Conclusie:
Zonder koeldroger ontstaat 4,3 liter water per uur in het leidingnet de
perslucht is dan bij 20
o
C, 100% verzadigd met waterdamp.
De koeldroger haalt ca. 5 liter water per uur uit de perslucht.
Dit is zelf nog 0,7 liter meer dan zonder koeldroger in de installatie zou
ontstaan.

Een lekkende perslucht leiding voelt vaak koud en vochtig aan. Dit kom
omdat de perslucht droger is (relatieve vochtigheid perslucht is lager) dan
de buitenlucht. De droge lekkende perslucht trekt het vocht uit de
omgevingslucht aan.
Inhoud
2.4 De Absorptiedroger.

In vochtige ruimtes komen we de vochtvreter tegen.
De korrels in deze vochtvreter hebben een grote affiniteit
(aantrekkingskracht) tot vocht en trekken zo het vocht uit de
lucht.
Hetzelfde principe wordt bij de absorptiedroger toegepast.

Met de absorptiedroger kunnen
zeer lage dauwpunten worden
bereikt van -20
o
C tot -70
o
C.
Hierdoor zijn absorptiedrogers
geschikt voor het drogen van
instrumentenlucht. Aan
instrumentenlucht worden hoge
eisen gesteld, omdat die voor
precisie apparatuur wordt
gebruikt.
Bijvoorbeeld beademingslucht.
Voor de dauwpunt waarde tabel
klik hier.

De natte perslucht wordt door vloeistof absorberende korrels geblazen. Als
absorberende korrels kunnen silicagel (SiO
2
) of actief aluminium (Al
2
O
3
)
worden gebruikt.
Naam: Pagina 21 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
De werking van de absorptiedroger.
1. natte perslucht komt via filters in het droge vat A;
2. de korrels nemen het vocht uit de lucht op en de droge lucht gaat via
filter D/D naar het luchtvat en leidingnet;
3. een klein gedeelte van de droge lucht wordt gebruikt om van B te
drogen (dit noemen we regenereren);
4. als vat A verzadigd is en dus geen vocht meer kan opnemen is vat B
droog en draait het proces om.

Met de absortiedroger kunnen
we perslucht verkrijgen waar
hoge eisen aan worden
gesteld.
Bijvoorbeeld:
beademingslucht.

Voor animatie ga naar de
GrassAir site of klik hier.

Voor technische informatie
over de GrassAir
absortiedroger klik hier.
Inhoud
2.5 Olie-waterfilter.

Uit milieu technisch
oogpunt is het
belangrijk dat we het
water uit de perslucht
zo schoon mogelijk
afvoeren.
In nevenstaande
figuur wordt de
werking van een olie-
waterfilter uitgelegd.

Voor het starten van de animatie ga naar de GrassAir site of klik hier.
Kies voor de Belgische vlag en het WERKINGSPRINCIPE. Als de animatie
automatisch door de tekst loopt zet deze dan stil met behulp van de
ANIMATIE knoppen. Versleep nu met ingedrukte muisknop het blauwe
pijltje boven de tijdlijn. Je kunt nu de werking stap voor stap volgen.

Als je het werkingsprincipe snapt kies dan ook eens voor KENMERKEN
en loop deze stap voor stap door.
Voor technische informatie over het GrassAir olie-waterfilter klik hier.

Inhoud
Naam: Pagina 22 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
3 Het leidingnet.

3.1 Toegepaste materialen en eisen aan deze materialen.

Om een inzicht te krijgen welke eisen aan een persluchtleidingnet worden
gesteld en welke materialen hiervoor gebruikt worden gaan we naar de
website van het Perslucht advies centrum. Op deze site kun je heel veel
informatie over de perslucht productie vinden.
Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 72
t
/
m

74.


TIP: BEKIJK DE ONDERWERPEN OP DE DIVERSE WEBSITES NIET
EERDER DAN DAT ER IN DE LESBRIEF NAAR WORDT
VERWEZEN OF ALS HET IN DE LESBRIEF IS BEHANDELD!
DIT OM TE VOORKOMEN DAT JE DOOR DE BOMEN HET BOS
KWIJT RAAKT!

We gaan nu naar de site van het Perslucht advies centrum.


Klik op producten

Klik nu op de bovenste keuze
Persluchtleiding.

Lees nu het verhaal over de
eisen welke men aan het
persluchtnet stelt en de
materialen die worden toegepast.










Wanneer je nog iets meer informatie nodig hebt ga je naar
het onderdeel Praktijk en klikt op Persluchtdistributie.


Inhoud
Naam: Pagina 23 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
3.2 Het eindigende pneumatische leidingnet.

Hiernaast zien we een
voorbeeld van een eindigend
(ofwel doodlopend)
pneumatisch leidingnet.
Hierin is:
1 de compressor
2 de hoofdafsluiter
3 het voorraadvat
4 de condensaat aftap
5 het veiligheidsventiel
6 de persluchtdroger
7 de hoofdleiding
8 de eindigende leiding
9 een snelkoppeling vaak
voorzien van een conditioneringeenheid.

Het grote nadeel van een eindigend pneumatisch leidingnet is dat bij
onderhoud of storing aan de hoofdleiding het hele leidingnet drukloos is.
Dus de hele fabriek heeft dan geen perslucht meer. Een ander nadeel is
dat de druk aan het eind van het net door leiding en appendage
weerstanden lager is dan aan het begin van het net. Dit verschil noemen
we de drukval delta p ( p ).
Inhoud

3.3 De ringleiding.
De ringleiding heeft
bovenstaande nadeel niet.
Door tactisch plaatsen van
afsluiters kunnen we een deel
van het persluchtnet afsluiten
voor onderhoud terwijl de
rest van het net op druk
blijft.
Onnodige stilstand en
productie verlies worden
hierdoor tot een minimum
beperkt. Doordat de
perslucht van twee kanten
komt is de druk in het
leidingnet vrijwel overal
gelijk. Kleine p.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 79
t
/
m

83.
Inhoud
Naam: Pagina 24 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
3.4 Aandachtspunten montage.

In verband met uitzetting en
krimp moeten we bij lange
leidingen expansiebochten
toepassen en zorgen dat de leiding
in de ophangbeugels kan
bewegen.
Om te voorkomen dat vocht en
vuil bij de verbruiker komen wordt
de werkleiding met een boog van
de hoofdleiding afgetakt. Dit wordt
ook wel de wandelstok aftakking
genoemd.
Verder leggen we de hoofdleiding
onder een hoek van ca. 2
o
van de
compressor af om vuil en vocht op een
laagste punt af te voeren. Klik op
www.pnematica.be en voer de twee
stappen uit.
Inhoud
3.5 Berekening van het leidingnet.

Uit de elektriciteitsleer weten we dat elke leiding en elk component een
bepaalde weerstand (R in ) heeft. Deze weerstanden in het schema
vreten een stuk spanning (U in Volt) op.
Hetzelfde natuurkundige principe vindt ook in het pneumatieknetwerk
plaats. De druk welke door de compressor wordt geleverd ondervindt in
het pneumatische netwerk weerstand van leidingen, bochten en
appendages. Hierdoor moeten we in het leidingnet rekening houden met
drukverlies ( p ) ten gevolge van de diverse weerstanden.

Vergelijk: Elektriciteit Pneumatiek
Spanning/Druk U in Volt p in bar, Pa, N/m
2

Weerstand R in
(R1, R2, enz.)
Leidingen,
Bochten
Appendages
(in m leidinglengte)
Stroom/Volume I in Amp. V in m3

Verlies uit zich in U1,U2,enz. p

Om het drukverlies p zo klein mogelijk te houden moeten we de
leidingdoorlaat aanpassen aan het persluchtverbruik. De weerstand van de
toegepaste appendages zoals afsluiters, bochten, enz. worden in meter
leidinglengte weergegeven.
Naam: Pagina 25 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
De DN waarde zie tabel geeft de binnendiameter van de leiding aan
waarop de appendages zijn aangesloten.
De weerstand komt overeen met rechte pijplengte in meter
bij een pijp- of appendage-nennwaarde
(DN = binnendiameterleiding in mm.)
Appendage
of
fitting
DN 25 DN 40 DN 50 DN 80 DN 100 DN 125 DN 150
Afsluitventiel 8,0 10 15 25 30 50 60
Membraanventiel 1,2 2 3 4,5 6 8 10
Afsluitschuif 0,3 0,5 0,7 1 1,5 2 2,5
Kniestuk 90
o
1,5 2,5 3,5 5 7 10 15
Bocht 90
o
, R = d 0,3 0,5 0,6 1 1,5 2 2,5
Ruime bocht 90
o

R = 2d
0,15 0,25 0,3 0,5 0,8 1 1,5
T-stuk 2 3 4 7 10 15 20
Verloopstuk D = 2d 0,5 0,7 1 2 2,5 3,5 4

De hoofdletters DN geeft de doorlaat ofwel binnendiameter van de pijp
aan. Let op er is ook een aanduiding met de kleine letters dn hiermee
wordt de buitendiameter van thermoplastische buis aangegeven. Zie ook
onderstaande tabel.



Overeenkomst tussen de nominale
diameter dn van de thermoplasten
en de nominale diameter DN voor
andere materialen.
Thermoplasten
dn = uitwendige
diameter in mm.
Andere materialen
DN = inwendige
Diameter in mm.
dn 25 25 mm DN 20 20 mm
dn 32 32 mm DN 25 25 mm
dn 40 40 mm DN 30 30 mm
dn 50 50 mm DN 40 40 mm
dn 63 63 mm DN 50 50 mm
dn 75 75 mm DN 60 60 mm
Voor berekening van de binnendiameter van de hoofdleiding van een
pneumatische installatie hebben we de volgende gegevens nodig:
- de maximale volumestroom in het leidingnet;
- de werkdruk;
- de toelaatbare drukval p;
- de leidinglengte;
- de weerstand van de appendages uitgedrukt in meters.
Naam: Pagina 26 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

Voorbeeld:
Gegeven:
De DIXAIR zuiger compressor type DNX PRO 6500 (zie bladzijde 10).
Werkdruk: p = 11 bar.
Slagvolume: V = 50 m
3
/h = 50 m
3
/h : 60 min. = 0,83 m
3
/min.
Toelaatbare drukval: p = 0,2 bar.
Leidinglengte: l = 375 m. (hal 150 x 50 meter)
Weerstand appendages: is in eerste instantie het geplande aantal
appendages bij een geschatte doorsnede.






We vullen de gegevens in de
velgele kolommen waarbij
Invullen staat in
nevenstaande tabel in om de
totale weerstandslengte van
het leidingnet te bepalen. Klik
hier om de tabel zelf in te
vullen.

In ons voorbeeld komen we
uit op een weerstandslengte
van 403,2 meter.

Deze waarde en de andere
gegevens vullen we in het
rekenprogramma Berechnung
des Innendurchmessers der
Rohrleitung zie volgende
bladzijde. Alhoewel dit een
Duits programma is spreken
de invulwaarden voor zich.
Naam: Pagina 27 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

Klik hier om het programma te openen.

Het blijkt dat we aan een binnendiameter van
25,4441 mm genoeg hebben. We waren
uitgegaan van een geschatte DN 25 deze
doorlaat is ons geval net iets te klein.

Nb. Geen komma gebruiken maar in plaats daarvan een punt.

We kunnen nu twee wegen
bewandelen:
- 1 kies de eerst volgende
DN-waarde en
controleer met deze
waarde het leiding net;
- 2 kies voor de
DN-waarde 25 en
controleer of het
drukverlies binnen
redelijke grenzen blijft.
Oplossing 1:
Klik hier en vul bij de Geschatte DN-waarde: 40 in.

De totale weerstandslengte wordt
nu 420,1 meter. De drukval in het
leidingnet bij deze definitieve
waarden kunnen we bepalen met
het programma Berechnung des
Druckabfalls.
Klik hier om het programma te
openen.
De drukval p wordt bij een
binnendiameter van 40 mm,
0,0217 bar.

Wanneer een maximale drukval p
van 0,2 bar toegestaan wordt,
kunnen we met het programma
Berechnung der Nennlnge
bekijken hoe lang het leidingnet
maximaal mag worden.
Klik hier om het programma te
openen.

Het blijkt dat we de weerstandslengte tot 3871,5779 meter kunnen
uitbreiden voordat p 0,2 bar is.
Naam: Pagina 28 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

We moeten bij deze weerstandslengte er wel rekening mee houden dat
eventuele weerstanden van extra appendages binnen deze waarde vallen.
Bij de keuze van DN 40 kan het leidingnet in de toekomst zonder
problemen worden uitgebreid.

Oplossing 2:



Kiezen we voor een DN 25
leiding dan is de drukval p
0,2184 bar (zie nevenstaande
figuur). Klik hier om het
programma te openen.



Het verschil met de toegestane drukval p van 0,2 bar is zo gering dat
men kan overwegen de leiding DN 25 toe te passen. Wel moeten we ons
dan realiseren dat eventuele uitbreidingen in de toekomst een grotere
drukval tot gevolg zullen hebben.

Met behulp van bovenstaande programmas kunnen we dus een nieuw
leidingnet uitrekenen of een bestaand leidingnet controleren. Verder
kunnen we de invloed van eventuele aanpassingen van een bestaand
leidingnet bekijken.
Inhoud
3.6 Koppelingen en slangmontage.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 75
t
/
m

78 en bladzijde 83
t
/
m
84.

Nu we de hoofdleiding hebben berekend gaan we ons bezig houden met
de diverse aansluitingen op deze leiding.

Op de site http://www.legris.com komen we diverse animaties van
leidingsystemen tegen.
Door bij het kopje
LOW PRESSURE
Learning space te
kiezen kunnen we
diverse voorbeelden
bekijken.



Naam: Pagina 29 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
We gaan nu een aantal
animaties van de legris site
bekijken. Als de site niet werkt
kun je op de tekst: Klik hier om
de animatie te openen klikken.

De hiernaast staande
snelkoppeling sluit de lucht
toevoer af wanneer de
insteekkoppeling wordt
losgenomen. Het insteek
gedeelte noemt men in de
praktijk het mannetje en het
gedeelte deze insteek-koppeling
in komt het vrouwtje.


Gebruik bij het ontkoppelen van
luchtslangen altijd twee handen
omdat een losschietende
luchtslang gevaarlijk rond kan
zwiepen. We zien dat de
koppeling hiernaast eerst
ontlucht en dan pas kan
worden losgenomen. Toch blijft
het raadzaam om tijdens het
draaien van de koppeling de
slang met de andere hand vast
te houden.
Klik hier om de animatie te openen.



De hiernaast staande stalen
snelkoppeling schiet los als we
de rozet naar achteren
schuiven.
Ook hier moeten we met twee
handen werken om ongelukken
te voorkomen.
Klik hier om animatie te openen.






Naam: Pagina 30 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
De hiernaast afgebeelde
slangmontage komen we in ons
practicum bij de ventielen tegen.
Om los te koppelen moeten we het
rozetje in drukken en gelijktijdig
met de andere hand de slang vast
houden. We zien dat de afdichting
door een o-ring wordt gerealiseerd.
Klik hier om de animatie te
openen.




Het slangrozetje is eenvoudig in
een ventiel of verdeelblok te
monteren.
Klik hier om de animatie te openen.








Hiernaast de slangmontage
nogmaals maar nu met
schroefdraad uitvoering. De
afdichting berust weer op de
vervorming van o-ringen.
Klik hier om de animatie te
openen.





Hetzelfde slangmontage principe is
ook in T-stuk uitvoering
verkrijgbaar. Ook hier zorgt de
groene de vervorming van de
groene o-ring voor de afdichting.
Klik hier om de animatie te openen.



Naam: Pagina 31 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK


De hier afgebeelde slangmontage is
geschikt voor zware fabricage
omstandigheden, zoals
rondvliegende snijbrandvonken en
hete spanen.
Klik hier om de animatie te openen.






De in de slang opgenomen
terugslagklep laat van links
(groene rozetje) naar rechts (rode
rozetje) de perslucht gewoon
door.
Maar de doorstroming van rechts
naar links wordt geblokkeerd.
Klik hier om de animatie te
openen.


Deze pneumatisch gestuurde
afsluiter sluit de persluchtdoorvoer
af wanneer de groene leiding op
druk komt. Druk op de rode leiding
zorgt voor openen van de door laat.
We spreken hier ook wel van een
2/2 ventiel (twee hoofdaansluitingen
en twee schakelstanden namelijk
open en dicht). De rode en groene
stuurleiding worden in deze
codering vermeld als pneumatisch
bediend.
De aanduiding is dus 2/2 ventiel pneumatisch bediend. We komen hier
later bij het hoofdstuk ventielen op terug. Klik hier om de animatie te
openen.







Naam: Pagina 32 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK


Op ons practicum bord komen we
bij het verdeelblok de volgende
schuif afsluiter tegen. We zien dat
bij het sluiten van de afsluiter het
systeem wordt ontlucht.
Klik hier om de animatie te
openen.





Nog een handbediende afsluiter.
Deze afsluiter ontlucht door de
bedieningskop.
Klik hier om de animatie te openen.





De kogelafsluiter werkt met
verschillende kanaaltjes welke in
een kogel zijn geboord. Deze
afsluiter heeft dezelfde twee
schakel standen als de twee
hiervoor getoonde afsluiters,
namelijk:
- 1 open;
- 2 dicht met
ontluchting.
Klik hier om de animatie te openen.

De pneumatisch bediende afsluiter
is normaalgesloten dit wil zeggen
dat wanneer de groene stuurleiding
niet opdruk is de rode werkleiding
automatisch (door veerdruk) is
afgesloten. Ook hier zijn de
afdichtende o-ringen duidelijk
weergegeven.
Klik hier om de animatie te
openen.

Inhoud
Naam: Pagina 33 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
4 Persluchtconditionering.

4.1 Inleiding.

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp:
luchtverzorging.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 85
t
/
m

99.

Persluchtconditionering bestaat uit de volgende stappen:
- 1 perslucht filteren en van eventueel water ontdoen;
- 2 perslucht op gewenste werkdruk brengen en houden;
- 3 eventueel een toevoeging bijvoorbeeld olienevel
toevoegen.

We hebben in hoofdstuk 2 gezien dat de perslucht direct na de productie
gedroogd en gefilterd wordt. Toch kan in het leidingnet vervuiling en vocht
ontstaan. Om te voorkomen dat onze apparaten en machines door deze
verontreiniging storingen oplopen zullen we voor elk aftakpunt van het
pneumatische leidingnet een conditioneringseenheid plaatsen.
Deze conditioneringseenheid bestaat altijd uit een luchtfilter gecombineerd
met een waterlozer en een reduceerventiel. Afhankelijk van de toepassing
kan hier nog een olievernevelaar worden toegevoegd.

Inhoud

4.2 Filterwaterafscheider.

Stap 1:
Bij deze eerste stap van
conditionering wordt het vuil gefilterd
en het vocht afgescheiden.

1) De perslucht zuiver maken (vrij van
water, olie, stofdeeltjes).

Pneumatische apparaten worden in
schemas door middel van symbolen
weergegeven. Het symbool van de
filter/waterlozer staat in
nevenstaande figuur rechtsboven weergegeven. Een symbool geeft niet de
constructieve uitvoering van het apparaat weer, maar we kunnen er wel
de werking van het apparaat uit afleiden.
Inhoud
Naam: Pagina 34 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
4.3 Reduceertoestel (drukregelaar).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: ventielen
drukregeling.

Stap 2:
Nadat de lucht gezuiverd is gaan we de hoge
druk uit het leidingnet terugbrengen
(reduceren) na een werkdruk welke voor onze
afnemers nog net voldoende is om goed te
werken. Hierdoor sparen we perslucht en
kunnen we met dezelfde hoeveelheid lucht
meer werkzaamheden uitvoeren. Dit blijkt ook
uit de volgende formule:

p1 x V1 = p2 x V2
T1 T2
Hierin is:
- p1 de druk in het leidingnet;
- V1 het door de compressor
geleverde volume;
- p2 de lagere instelling van het
reduceerventiel;
- V2 het grotere beschikbare
volume tegen een lagere druk;
- T1 en T2 blijven hier onderling
gelijk en hebben dus verder geen
invloed.


In het eerste figuur wordt de netleidingdruk (1) gereduceerd naar een
werkleidingdruk (2). In de tweede figuur is de werkdruk hoger opgelopen
dan de ingestelde druk. Nu sluit de onderste klep de perslucht toevoer af.
Het membraan onder de grote veer bolt door en de te hoge druk blaast af
via de correctie uitlaat.
De druk kan bij (2) zo hoog oplopen door externe warmte bronnen en
door extra onverwachte belasting van het werktuig.

Bovenstaande figuren staan in het menu Didactics material - nummer
16: Pressure regulator with vent hole in het programma FluidSIM-
P. In FluidSIM kunnen we pneumatische componenten bestuderen en
simuleren, schemas tekenen en testen.

Klik hier om in de basis handleiding van FluidSIM-P de onderwerpen:
openen, didactics en simullatie te bestuderen.

Naam: Pagina 35 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Ga nu met behulp van de handleiding van FluidSIM-P in het menu
didactics het reduceertoestel no. 16 te simuleren om een beter inzicht in
de werking van dit component te krijgen.


Hiernaast een andere toepassing van
reduceren.
Klik hier om de animatie te openen.

Op de site pneumatica.be vinden we de
volgende uitleg.
2) De perslucht op de juist druk brengen.

Opmerking: Doordat in stap 1 de verontreinigingen zijn verwijderd kan
hierdoor in het reduceertoestel geen storing meer optreden.
Inhoud
4.4 Werking manometer.

Op de site pneumatica.be vinden we de volgende uitleg.

4) De druk meten
Inhoud

4.5 Olievernevelaar (FluidSIM didactics no. 14 en 15).


Stap 3:
Wanneer we de bewegende delen welke door de
perslucht worden aangedreven willen smeren
passen we de olievernevelaar toe.

De persdruk staat via het
terugslagklepje (kogeltje)
op het oliebad en drukt de
olie op in de stijgbuis.

Door een venturi werking ontstaat onderdruk in
het kijkglaasje. Door deze onderdruk wordt een
olienevel mee gezogen. Deze nevel smeert onze
onderdelen. We moeten er wel rekening mee houden dat deze nevel na
een aantal meters neerslaat in het leidingnet. Dus de olievernevelaar zo
dicht mogelijk bij de verbruiker plaatsen.

Op de site pneumatica.be vinden we de volgende uitleg.
3) Soms gaan we aan de perslucht nog olie toevoegen.
Inhoud

Naam: Pagina 36 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
4.6 Symbolen (FluidSIM didactics no. 8 en 9).

Meestal is de conditioneringseenheid een apparaat waar
alle functies in zitten.

Het uitgebreide symbool
wordt hier rechts
weergegeven.


Links staat het vereenvoudigde symbool voor
een conditioneringseenheid.

Inhoud
4.7 Verdieping luchtverzorging.

Klik hier voor de uitleg van Festo over luchtverzorging.

In deze Festo lesbrief wordt de werking en aandachtspunten van de
volgende apparaten uitgelegd:
- inleiding eisen aan perslucht;
- filterwaterafscheider;
- diverse soorten filters;
- automatische waterafscheider;
- reduceertoestel ook wel drukregelaar genoemd;
- olievernevelaar.

Het slowstartventiel voorkomt dat een pneumatische installatie met te
grote snelheden opstart. Door de bewegingen langzaam op te starten
kunnen we gevaarlijke situaties voorkomen.

Voor uitleg van het Festo slowstartventiel klik hier.

Inhoud
Naam: Pagina 37 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

5. Cilinders. (FluidSIM didactics no. 22
t
/
m
35).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 5-
aandrijfelementen.

5.1 Krachten spel cilinders.

Klik hier voor uitleg hoe je de krachten van een
pneumatische cilinder kunt berekenen.

Klik op bovenstaande site op het gekleurde
onderstreepte woordje Pascal of bar te klikken wordt
de omrekening van deze eenheden weergegeven.
Verder kun je ook een aantal uitgewerkte voorbeelden
bekijken.

De hier uitgelegde berekening houdt geen rekening
met wrijvingsverliezen. Op bladzijde 19 van de hier
onderstaande Festo omschrijving zien we dat in de
praktijk wel rekening met de wrijving moeten houden.
Deze wrijving is namelijk afhankelijk van de werkdruk. Bij normale
bedrijfsomstandigheden (werkdruk 4 tot 8 bar) bedraagt de
wrijvingskracht 5 tot 15 % van de theoretische zuigerkracht.

Wij rekenen in de les altijd de theoretische zuigerkracht uit. In de praktijk
moeten we daar dan 5 tot 15 % van deze kracht aftrekken

Inhoud
5.2 Uitvoeringsvormen en werking cilinders.

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 6-
aandrijfelementen draaicilinder.
Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 100
t
/
m

123.
Klik hier om de Festo lesbrief over cilinders te openen.
In deze lesbrief worden diverse cilinder uitvoeringen omschreven.

Klik hier voor een Festo animatie van een enkelwerkende cilinder.

Klik hier voor een Festo animatie van een dubbelwerkende cilinder.


Inhoud



Naam: Pagina 38 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

5.3 Anti rotatie cilinders.

















De anti rotatie cilinder is een speciaal
uitgevoerde cilinder waarbij de zuigerstang
niet kan verdraaien.

Klik hier om de Festo lesbrief te openen.








Inhoud











Naam: Pagina 39 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
6. Ventielen (FluidSIM didactics no. 36
t
/
m
68).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 7-
ventielen.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 124
t
/
m

141.
Klik hier voor een animatie van een 3/2 ventiel van Festo.

6.1 Uitleg aanduiding.
Klik hier voor de video uit de
Festo basis cursus, onderwerp:
8-stuur ventielen.

In onderstaande link wordt het
begrip schakelstanden en
aansluitingen omschreven.

Klik hier voor algemene uitleg
aanduiding.

In nevenstaande figuur zien we
een overzicht van de meest
voorkomende ventielen. Door op
de gekleurde woorden te klikken
krijgen we een korte
omschrijving of animatie te zien.
Open onderstaande link en klik in
het Overzicht ventielen op het
woordje Monostabiel als je de uitleg en animatie hebt
begrepen klik je op het blauwe pijltje links
boven in het scherm je komt dan terug in het
overzicht.
Loop op de hierboven omschreven manier alle
gekleurde onderstreepte woordjes af. Als je dit
consequent doet zul je op het eind de ventiel
aanduiding begrijpen.

Klik hier om het Overzicht ventielen te openen.

Inhoud
Naam: Pagina 40 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

6.2 Poortaanduidingen en principe werking ventielen.

In de vorige paragraaf heb je geleerd hoe een pneumatisch ventiel wordt
aangeduid (deze aanduiding geldt ook voor hydraulische stuurschuiven).
De volgende lesbrief gaat iets verder. Je leert nu ook de poort
aanduidingen en de principe werking van diverse ventielen.

Klik hier om de lesbrief ventielen te openen.
Inhoud

6.3 Principe werking en uitvoeringsvormen Elektromagnetisch
bediende ventielen.

In onderstaande lesbrief leren we hoe een elektroventiel werkt en in welke
uitvoeringsvormen we deze ventielen in de praktijk tegen komen.

Klik hier om de lesbrief elektroventielen te openen.

Hieronder een aantal fotos van elektroventielen uit ons practicum.

5/2 Indirect bediend
elektromagnetisch ventiel monosabiel
met extra handbediening.
Indirect bediend betekend: De
elektromagneet schakelt een klein
schuifje open
waarna de
perslucht de
hoofdschuif
schakelt.
Onbediend hebben we een doorlaat in
het ventiel van 1 naar 2 (stuurpoort 12). Tijdens bediening wordt
stuurpoort 14 actief hierdoor ontstaat een doorlaat in het ventiel van 1
naar 4.
Klik hier voor een Festo simulatie van het elektromagnetische indirect
bediende 3/2 ventiel.

Hiernaast het indirect
bediend elektromagnetisch
ventiel bi-sabiel met extra
handbediening.




Inhoud
Naam: Pagina 41 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
7. Pneumatische besturingselementen.
(FluidSIM didactics no. 69
t
/
m
91).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 9 - ventielen
blokeer.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 142
t
/
m

154.

7.1 Uitleg aanduiding.

Voor uitleg en animatie van de speciale
ventielen klik je op onderstaande link.
Daarna klikken op onderstreepte woorden.
Er ontstaat nu een nieuw scherm. Om terug
te keren naar het scherm Speciale
ventielen klik je na het EN- en Of-ventiel
op het rode kruisje rechts boven.
Bij het Snelontluchtingsventiel
en Snelheidsregelventiel klik je weer op het
blauwe pijltje.

Klik hier om de Speciale ventielen te openen.

Inhoud
7.2 Besturingselementen: EN-ventiel, OF-ventiel,
Terugslagkleppen en Snelontluchtingsventiel breder uitlegt
en voorbeeldtoepassingen in schemas.

Klik hier voor meer inzicht in het doel, de toepassing en werking van
besturingselementen.

Een En-functie is geen
tweehandenbeveiliging!
De tweehandenbeveiliging
bespreken we in paragraaf 7.8.

Een En-functie wordt in de
schakelformule weergegeven door
middel van een punt (), zie rode
schakel formule in het schema.
A
+
= S1 S2 betekend dat S1 en
S2 bediend moeten worden om op
stuurpoort A
+
een signaal te
krijgen.
Naam: Pagina 42 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

Wanneer we alleen S1 bedienen slaat
het EN-ventiel dicht.
Manometer M1 geeft een druk van 8 bar
aan.
Manometer M5 blijft echter op 0 bar.







Wanneer we alleen S2 bedienen slaat
het EN-ventiel aan de andere kant
dicht.
Manometer M2 geeft een druk van 8
bar aan.
Manometer M5 blijft echter op 0 bar.


Alleen het bedienen van S1 S2 levert
bij manometer M5 een druk van 8 bar
op.
Deze 8 bar geeft een signaal op
stuurpoort A
+
waardoor het
5/2 hoofdstuurventiel omschakelt en de
cilinder A uitloopt.
Het ventiel met de EN-functie wordt ook
wel tweedrukventiel genoemd.

Een OF-functie wordt in de
schakelformule weergegeven door
middel van een plusteken (+), zie blauwe
schakelformule in het schema.
A
-
= S3 + S4 betekend dat S3 of S4
bediend moeten worden om op stuurpoort
A
-
een signaal te krijgen.
Wanneer we alleen S3 bedienen slaat het
OF-ventiel aan de andere kant dicht.
Manometer M3 en M6 geven een druk van 8
bar aan waardoor een signaal op stuurpoort
A
-
ontstaat en het 5/2 hoofdstuurventiel
omschakelt en de cilinder A inloopt.

Naam: Pagina 43 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK


Wanneer we alleen S4 bedienen slaat
het OF-ventiel aan de andere kant dicht.
Manometer M4 en M6 geven een druk
van 8 bar aan waardoor een signaal op
stuurpoort A
-
ontstaat en het
5/2 hoofdstuurventiel omschakelt en de
cilinder A inloopt.

Een ventiel met de OF-functie wordt ook
wel wisselventiel genoemd.



Ook als we S3 en S4 gelijktijdig
bedienen zal het OF-ventiel het signaal
doorgeven.
Waardoor een signaal op stuurpoort A
-

ontstaat en het 5/2 hoofdstuurventiel
omschakelt en de cilinder A inloopt







De signaal combinatie welke het eerst
de stuurpoort van het
5/2 hoofdstuurventiel bereikt zorgt voor
het schakelen van het ventiel.
In nevenstaande schema was
schakelformule A
+
= S1 S2 al
aanwezig voordat A
-
= S3 + S4 via S3
optrad.
Op beide stuurpoorten van het
5/2 hoofdstuurventiel staat nu een
stuurdruk van 8 bar (het ventiel blijft
dus in de geschakelde stand staan).



Klik hier om een simulatie van de EN-functie gecombineerd met de OF-
functie te bestuderen.

Inhoud
Naam: Pagina 44 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK


7.3 Snelheidsregeling (FluidSIM didactics no. 92
t
/
m
96).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 11 -
ventielen stroomregel.

Klik hier om de lesbrief snelheidsregeling te openen.


Inhoud


7.4 Volgordeventiel drukgeregelde ventielen
(FluidSIM didactics no. 97
t
/
m
103).

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 12
ventielen combinaties.


Een reduceerventiel staat in de
ruststand open (zie symbool 1 en
2). De druk informatie wordt achter
het ventiel gemeten met behulp
van een stuurleiding (stippellijn).

Een volgorde- of veiligheidsventiel
staat in de ruststand gesloten (zie
symbool 3
t
/
m
5). Als de ingestelde
druk wordt bereikt opent het
ventiel de doorlaat.
Wordt de lucht gebruikt om een
ander component aan te sturen
spreken we van een volgorde-
ventiel.
Blazen we de lucht af naar de omgeving dan spreken we van een
veiligheidsventiel. Dus beide symbolen zien er hetzelfde uit alleen wat we
met de lucht uit het ventiel doen bepaald de naam van het ventiel.

Een stippellijn welke onder 45
o
van het symbool wegloopt (zie symbool
1,2 en 4) geeft aan dat het om een interne stuurleiding gaat.

Inhoud
Naam: Pagina 45 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

7.5 Pneumatische opkomtimer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).


In het FluidSIM
programma komen we
bij didactics no. 105 de
nevenstaande simulatie
van een opkomtimer
tegen.
Als op stuurpoort 12
druk staat zal het
buffervat zich via de
smoring langzaam
vullen. Na een bepaalde
tijd zal de druk in het
buffervat sterker zijn dan de veerkracht onder de klep (zie rechter figuur).
De schuif wordt geopend en er ontstaat een doorlaat in het ventiel van
poort 1 naar poort 2. Stuurpoort 12 betekend dus dat er een doorlaat in
het ventiel ontstaat van persluchtpoort 1 naar werkpoort 2!

Klik hier voor de Festo powerpoint presentatie over de timer.

Het pneumatische schema van een
opkomtimer zien we hiernaast
getekend.

Merk op dat manometer M1, M2 en
M3 in de ruststand allemaal op 0
bar staan.

De doorlaat van het snelheidsregel-
ventiel staat op 9,9% ingesteld. Let
tijdens de simulatie ook op het
kogeltje en de zitting van het
snelheidsregelventiel.









Naam: Pagina 46 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK




In nevenstaande schema is het
3/2 drukknop bediende
normaalgesloten monostabiele
ventiel met arretering geschakeld.
Door de smoring van het
snelheidsregelventiel kan het
buffervat zich maar langzaam
vullen met perslucht. M1 is 5,94 bar
terwijl M2 1,18 bar is. Bij ca. 2 bar
schakelt het monostabiele
luchtbediende normaalgesloten
3/2- ventiel waardoor de
enkelwerkende cilinder uitloopt.





Als het stuursignaal van het
drukknop bediende 3/2 ventiel
wegvalt, zal het buffervat snel
leeglopen (kogeltje van de zitting).
Het 3/2 monostabiele luchtbediende
ventiel zal door de veer vrijwel
direct terug schakelen.

Klik hier voor een simulatie van dit
pneumatische schema met
opkomtimer.




We zien in de simulatie dat we de opkomtijd kunnen benvloeden door het
snelheidsregelventiel een andere instelling te geven. Is de tijd bij de
kleinste smoring nog te kort dan zullen we het buffervat moeten
vergroten.

Inhoud




Naam: Pagina 47 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
7.6 Pneumatische afvaltimer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).







Bij de afvaltimer is het
snelheidsregelventiel omgedraaid (zie
kogeltje en zitting).









Het stuursignaal van het 3/2 drukknop
bediende ventiel vult nu vrijwel direct het
buffervat en schakelt dus ook het
3/2 luchtbediende ventiel vrijwel direct.







Als het stuursignaal van het drukknop
bediende 3/2 ventiel wegvalt, zal het
buffervat langzaam leeglopen (kogeltje op
de zitting).
Het 3/2 monostabiele luchtbediende ventiel
zal door de druk in het buffervat nog een
tijdje geschakeld blijven terwijl het
stuursignaal al weg is.

Klik hier voor een simulatie van dit
pneumatische schema met afvaltimer.


Naam: Pagina 48 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
We zien in de simulatie dat we de afvaltijd kunnen benvloeden door het
snelheidsregelventiel een andere instelling te geven. Is de tijd bij de
kleinste smoring nog te kort dan zullen we het buffervat moeten
vergroten.
Inhoud

7.7 Pneumatische pulsvormer.
(FluidSIM didactics no. 104
t
/
m
112).





Al een bepaalde signaal combinatie
te lang duurt kunnen we dit signaal
inkorten met een pulsvormer (zie
nevenstaande schema).













Als het drukknopbediende
3/2 ventiel geschakeld wordt loopt
de cilinder meteen uit.
Gelijktijdig gaat een opkomtimer
lopen welke we op een bepaalde
pulstijd hebben ingesteld.










Naam: Pagina 49 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK



Als de ingestelde tijd (pulstijd) van
de opkomtimer verstreken is wordt
het 3/2 monostabiele luchtbediende
ventiel geschakeld.

We zien dat ondanks dat het signaal
nog aanwezig is (dikke blauwe lijn)
de voeding naar de cilinder wordt
afgepulst.


Klik hier voor een simulatie van dit
pneumatische schema van de
pulsvormer.




In nevenstaande schema is
duidelijk te zien dan het ontluchten
van de opkomtimer (pulsvormer)
via de by-pass in het
snelheidsregenventiel loopt
(kogeltje van de zitting) en niet of
nauwelijks door de smoring.


Inhoud
Naam: Pagina 50 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

7.8 Pneumatische tweehandenbeveiliging.



In een tweehandenbeveiliging is altijd een timer opgenomen waarmee de
schakeltijd tussen S1 en S2 wordt ingesteld. In de praktijk moeten we
beide knoppen meestal tussen de 0,5 1 seconde samen indrukken.

Schakelformules:
- To = S1 + S2 (timer gaat lopen als S1 of S2 wordt
bedient);
- A+ = S1 S2 (tweehandenbeveiliging wordt actief als
S1 en S2 gelijktijdig worden bedient
binnen de ingestelde tijd van de timer).


In nevenstaande schema is S1
alleen ingedrukt.
via het OF-ventiel is de timer
geschakeld.
Het schakelen van S2 zal nu geen
effect meer hebben omdat
stuurpoort 14 van het 5/2 ventiel
al onder druk staat.

Naam: Pagina 51 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK



In nevenstaande schema is S2
alleen ingedrukt.
Via het OF-ventiel is de timer
geschakeld.
Het schakelen van S1 zal nu geen
effect meer hebben omdat
stuurpoort 14 van het 5/2 ventiel
al onder druk staat.




De tijd tussen het bedienen van
S1 en S2 heeft langer geduurd
dan de ingestelde tijd van de
timer. Stuurpoort 14 had dus
eerder druk dan stuurpoort 12 van
het 5/2 ventiel. Met behulp van de
pneumatisch/elektrische
signaalomvormer laten we nu in
een elektrisch schema een rode
lamp branden. Deze rode lamp
geeft aan dat er te laat gedrukt is.



De signaalcombinatie S1 en S2 was
hier binnen de ingestelde tijd van
de timer aanwezig. Stuurpoort 12
had dus eerder druk dan
stuurpoort 14 van het 5/2 ventiel.
Met behulp van de pneumatisch/
elektrische signaalomvormer laten
we nu in een elektrisch schema een
groene lamp branden. Deze groene
lamp geeft aan dat de
tweehandenbeveiliging actief is.

Klik hier voor simulatie van de tweehandenbeveiliging.

Inhoud
Naam: Pagina 52 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
7.9 Pneumatische- en logische- symbolen blad Festo.

Klik hier om het overzichtsblad van pneumatische- en logische- symbolen
te opnenen.

Inhoud


8. Vacum.

Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-
3636-10) bladzijde 155
t
/
m

160.

8.1 Vacum.

In de automatisering worden zuignappen waarmee
producten worden verplaatst steeds meer toegepast.
Deze zuignappen werken met vacum.

Klik hier om de lesbrief over vacum te openen.

Lang niet alle informatie uit deze lesbrief is voor ons van belang. We
zullen dan ook bij eventuele vragen gericht naar de bladzijden verwijzen.

Inhoud




9. Basisschakelingen.

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 14
opbouw pneumatische besturing.
Zie ook het kenteq moduul Pneumatiek 1 (510-3636-10) bladzijde 190
t
/
m

197.

9.1 Schakellogica.

In deze lesbrief worden de NIET-, JA-, EN- en OF-FUNCTIE besproken aan
de hand van pneumatische en logische schemas.
Ook wordt de WAARHEIDSTABEL van deze besturingen getoond.

Klik hier om de lesbrief schakellogica te openen.



Naam: Pagina 53 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

Klik hier om een Festo simulatie van de JA-functie te openen op de
website te openen.

Of klik hier!

Alternatief:
Klik hier voor een andere Festo simulatie van de JA-functie.


Klik hier om een Festo simulatie van de NIET-functie te openen op de
website.

Of klik hier!

Alternatief:
- NIET-functie lamp Festo;

- NIET-functie logisch symbool Festo;

- NIET-functie waarheidstabel Festo.


Klik hier om een Festo simulatie van de EN-functie te openen op de
website.

Of klik hier!

Alternatief:
- EN-functie lamp Festo;

- EN-functie logisch symbool Festo;

- EN-functie waarheidstabel Festo.


Klik hier om een Festo simulatie van de OF-functie te openen op de
website.

Of klik hier!

Alternatief:
- OF-functie lamp Festo;

- OF-functie logisch symbool Festo;

- OF-functie waarheidstabel Festo.
Naam: Pagina 54 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

Inhoud


10. Positioneren.

10.1 Nauwkeurig positioneren in de pneumatiek.

De nauwkeurigheid waarmee we een pneumatische installatie kunnen
positioneren wordt in deze lesbrief besproken.

Klik hier om de lesbrief positioneren te openen.

Inhoud


Naam: Pagina 55 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK

11. Het tekenen van pneumatische schemas.

11.1 Het tekenen van pneumatische schemas.

Het pneumatische schema moet aan een aantal voorwaarden voldoen,
zoals:
- de perslucht moet van beneden naar boven lopen;
- de verschillende componenten worden in horizontale lagen
gerangschikt (zie onderstaande figuren);
- het schema wordt altijd in rusttoestand getekend (is begin
stand zonder bediening van signalen);
- het schema wordt drukloos (spanningsloos) getekend.

Aandrijf elementen
(cilinders en motoren)

Regelventielen
(bijv. snelheidsregelventiel)

Hoofdstuurventielen


Signaalverwerkende
elementen
(En-functie, Of-functie, enz.)

Opnemers/Sensoren
signaalgevers

Luchtverzorging,
afsluiters

Zoals we in schema op de vorige bladzijde zien is het linker rolbediende
monostabiele 3/2 ventiel bediend getekend. Dit komt omdat deze signaal
opnemer in werkelijkheid het dichts bij de cilinder is gemonteerd en in
ruststand (begin stand) bediend is. Zie linker streepje bij de cilinder.
Het rechter rolbediende monostabiele 3/2 ventiel is in ruststand niet
bediend en wordt dan ook onbediend in het schema getekend.

Inhoud



Naam: Pagina 56 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
11.2 Uitvoeringsvormen van eindmelders/sensoren.

Wanneer we een geautomatiseerd proces
bekijken zien we veel bewegingen met
eindstanden. Denk maar aan de cilinder welke
een in- en uitstand heeft. Van deze eindstanden
maken we gebruik om een volgorde besturing
te realiseren.
Voor Festo overzicht van de
eindmelders/sensoren klik hier.
Voor het waarnemen van deze eindstanden gebruiken we
bijvoorbeeld pneumatische eindmelders, meestal een rolbediend of
tasterbediend 3/2 ventiel.

We kunnen ook rolbediende elektrische contacten
toepassen.
Van 1 naar 2 is een verbreek contact.
Van 1 naar 4 is een maak contact.

Klik hier voor een Festo simulatie van de
rolbediende eindmelder op de website.

Of klik hier! Alternatief:Rolbediende eindmelder Festo.

De eindstanden van een cilinder kunnen we ook met reedcontacten
waarnemen deze contacten worden op de cilinderbuis gemonteerd.

Klik hier voor de Festo simulatie van het reedcontact op de website.

Of klik hier!
Alternatief: Reedcontact Festo.

In de automatiseringstechniek komen we steeds vaker de capacitieve en
inductieve sensor tegen.

De capacitieve sensor kan alle
materialen waarnemen.
We hebben drie aansluitkabels:
- rood is de plus 24 V;
- blauw is de min 0 V;
- zwart is de schakeldraad.

Klik hier voor een Festo simulatie
van de capacitieve sensor op de website.

Of klik hier!
Naam: Pagina 57 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
De optische sensor werkt met infrarode stalen.
De hier afgebeelde sensor heeft de zender en
ontvanger in een huis.
Klik hier voor een Festo
simulatie.

Er zijn ook optische
sensoren waarbij we
een zendunit en
ontvangunit moeten
monteren (Klik hier).

Of een reflectorsensor (Klik hier).


De druksensor zet een mechanische vervorming om in een
elektrisch uitgangssignaal.
Klik hier voor een Festo simulatie van de druksensor op de
website.

Of klik hier!

De inductieve sensor kan alleen
elektrisch goed geleidende
materialen (metalen en grafiet)
waarnemen.
Het aansluiten doe je hetzelfde als
bij de capacitieve sensor. Als je de
plus en de min verwisseld zal een
diode (elektrische terugslagklep) de
gelijkstroom blokkeren de sensor krijgt dan geen voeding en zal dus
niet werken.
We maken bij een inductieve sensor gebruik van het feit dat om een
elektische spoel een magneetveld ontstaat. (Klik hier voor Festo
animatie van het magneetveld op de website).

Of klik hier!

Klik hier voor een Festo simulatie van de inductieve sensor op de website.

Of klik hier!

Alternatief: Inductieve sensor Festo.

Voor toepassingsvoorbeeld inductieve sensor (Festo) klik hier.
Hieronder zie je de belangrijkste onderdelen van de inductieve sensor.
Naam: Pagina 58 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK







































Wanneer een magnetiseerbaar materiaal het magnetische veld
doorkruist schakelt de inductieve sensor.
Klik hier om te testen welke materialen door de sensoren worden
waargenomen:
- eerste video sensoren test FESTO;

- vervolgvideo sensoren test FESTO.
Naam: Pagina 59 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Voor verdere uitleg van elektronische sensoren zie het Moeller
schakelschemaboek.


Klik hier om het Moeller
schakelschemaboek te openen.

Open de geel markeerde tekst
en bestudeer de werking en
eigenschappen van de
Inductieve naderingsschakelaar.

Bestudeer ook de Optische
naderingsschakelaar en de Capacitieve
naderingsschakelaar.

Voor overzicht sensoren klik hier.

Voor pneumatische sensoren klik hier.

Voor wrijvingsloze signaal overbrenging klik
hier.





Hier onder nog een paar interessante links:

http://www.induteq.nl/induteq/bestanden/les1/index.html

http://proto5.thinkquest.nl/~bge0047/informatie.php?page=aandrijf&id=
24&taal=nlhttp://proto5.thinkquest.nl/~bge0047/informatie.php?page=aa
ndrijf&id=24&taal=nl

http://nl.wikipedia.org/wiki/Inductieve_nabijheidssensor

Inhoud
Naam: Pagina 60 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
11.3 Weergeven van opnemer/sensor in het pneumatische
schema.

Klik hier voor de video uit de Festo basis cursus, onderwerp: 13 -
signaalgevers.

In het pneumatische schema wordt door letter (bijv. a
0
en a
1
) of
cijferaanduiding (bijv. 1B1 en 1B2) duidelijk bij welke cilinder de
opnemer/sensor hoort.











De schakelformules voor bovenstaande schema zijn:
A
+
= s
t
. a
0
. b
0

A
-
= B
-
= c
0
. b
1

B
+
= C
+
= a
1
. b
0

C
-
= c
1
. b
1

Kijk of je deze formules ook zelf in het schema kunt terug vinden.
Lukt dit niet vraag dan je docent om uitleg. Inhoud
Naam: Pagina 61 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
11.4 Het elektropneumatische schema.

Zoals in een pneumatische leiding lucht stroomt, stromen er in een
elektrische leiding elektronen.

Klik hier voor een Festo simulatie van de elektronenstroom op de
website.

Of klik hier!

Merk op dat de elektronenstroom van naar + loopt.
Ook bij een gelijkstroomschema geldt de wet van Ohm.

Klik hier voor een Festo simulatie van de wet van Ohm op de website.

Of klik hier!

De elektropneumatiek maakt dankbaar gebruik van elektromagnetisme.
Denk aan het reedcontact, de inductieve sensor en de elektormagnetisch
geschakelde ventielen.

Klik hier voor een Festo simulatie van het elektromagnetische veld op
de website.

Of klik hier!

Klik hier voor een Festo simulatie van elektrische drukknop op de
website.

Of klik hier!

De werking en simulatie van het elektropneumatische schema wordt
uitgebreid behandeld in de handleiding van FluidSIM.
Hieronder volgen een aantal basis simulaties van de Festo.

Bij een direct gestuurd elektropneumatisch schema stuurt de signaalgever
de elektromagneet van het ventiel rechtstreeks aan.

Klik hier voor een Festo simulatie basis schema 1 (direct gestuurd) op de
website.

Of klik hier!




Naam: Pagina 62 10-10-2008
BASIS PNEUMATIEK
Naam: Pagina 63 10-10-2008
Bij een indirect gestuurd elektropneumatisch schema wordt gebruik
gemaakt van een relais om het elektromagnetische ventiel te bedienen.

Klik hier voor een Festo simulatie basis schema 2 (indirect gestuurd met
behulp van relais K1) op de website.

Of klik hier!

Ook een geheugenschakeling maakt gebruik van een relais.
In onderstaande simulatie wordt het Set signaal (S1) overgenomen door
het relais K1.
Door op S2 te drukken onderbreken we de stroomkring. S2 noemen we
het Reset signaal.

Klik hier voor een Festo simulatie van een geheugen schakeling.

Een afvaltimer houdt het commando nog een bepaalde tijd vast terwijl de
signaalgever (S1) niet meer bedient is. Zie onderstaande simulatie.

Klik hier voor de Festo simulatie van een afvaltimer.

Maak de vragen van de Deeltaak basis Pneumatiek en lever deze in
voordat je aan het practicum begint!

Bestudeer de lessen 3/6 in de FluidSIM handleiding alvorens je aan het
practicum begint!


Inhoud

Met dank aan:

www.pneumatica.be
www.GrassAir.nl
www.legris.com
www.persluchtadvies.nl
www.denk-drucklufttechnik.de
www.mobikit.nl
www.festo-didactic.com/be-nl/services/missinglink/missing-link.htm
http://www.festo-
didactic.com/didactic/Demos/festo_ep_cd_demo/index.html


Inhoud

You might also like