Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 31

iBlog

5.6 Communicatie
Naam: Jeroen Hut
Studentennummer: 306245
Onderwijseenheid: HTVH1COM1
Opleiding: Human Technology
Docent: Maria Prins
Datum: 09/10/2014

Mijn motto in de rol van adviseur: Wie genoeg zelfvertrouwen heeft, durft kwetsbaar te zijn.
Ik heb voor de naam iBlog gekozen omdat voor deze opdracht een blog gemaakt moest
worden. En omdat hij zo persoonlijk mogelijk moet worden heb ik er net zoals Apple een i
voor de naam gezet (i is het Engelse woord voor ik). Daardoor heet dit verslag iBlog.
2 | P a g i n a


3 | P a g i n a

Inhoudsopgave
1. Mindmap ....................................................................................................................................................................... 4
2. Opdrachten adviseren als tweede beroep .................................................................................................... 5
2.1 Het adviesmodel van Nathans ...................................................................................................................... 5
2.2 Persoonlijkheid .................................................................................................................................................... 6
2.3 Wat is een verbeteraar en wat is een vernieuwer? ................................................................................ 7
2.4 Overlevingsstrategien .................................................................................................................................... 8
2.5 Een adviseur kijkt naar zichzelf. Hij is proactief. ..................................................................................... 9
2.6 6 As ....................................................................................................................................................................... 11
2.7 Wat zijn volgens Peter Block de stappen in een adviestraject? ..................................................... 12
2.8 Organisatie en omgeving .............................................................................................................................. 13
2.9 Adviesstrategien om de A en de M te realiseren .............................................................................. 15
3. Gespreksstructuren ................................................................................................................................................ 19
3.1 Gespreksstructuur van het acquisitiegesprek ........................................................................................ 19
3.2 Gespreksstructuur van het contractering ................................................................................................ 20
3.3 Gespreksstructuur van het adviesgesprek .............................................................................................. 21
4. Reflectieopdracht contact met opdrachtgever ........................................................................................ 22
4.1 Kennismaking/begin samenwerking ......................................................................................................... 22
4.2 Contact na enige tijd....................................................................................................................................... 27
5. Slotconclusie ............................................................................................................................................................. 30


4 | P a g i n a

1. Mindmap
Mijn mindmap ten aanzien van een juiste grondhouding voor een goede adviseur






1.2 Beschrijf of teken een aantal persoonlijke voorbeelden die laten zien dat je kenmerken van
deze grondhouding toepast. Probeer te kijken, hoe je van nature reageert als je in een situatie zit
die je de nodige stress geeft.

- Een simpele grondhouding die ik wel heb is verantwoordelijkheid nemen voor mijn
adviezen. Als ik iemand een bepaald iets adviseer en hij er vervolgens achter komt dat dat advies
niet goed was, dan neem ik daar mijn verantwoordelijkheid voor. Echter vind ik wel dat als ik advies
uitbreng aan iemand, ik daar nooit helemaal verantwoordelijk voor moet zijn. Ik beng alleen advies
uit, het is aan diegene zelf of hij of zij ook daadwerkelijk iets met mijn advies doet.
- Een andere grondhouding die ik zelf wel herken is betrouwbaar zijn. Ik zal nooit iemand iets
adviseren tenzij ik zelf weet dat de informatie die ik geef correct en valide is. Als ik dat niet zou
doen wordt mijn betrouwbaarheid minder.
1.3 Waarin zou je willen groeien als het om deze grondhouding van een adviseur gaat?
Het oog hebben voor interne en externe signalen. Gelukkig merk ik steeds beter aan mijzelf hoe ik
over kom op mensen en hoe ik mezelf daar het beste aan kan aanpassen. Maar ik blijf het soms er
lastig vinden om bijvoorbeeld gezichtsuitdrukkingen van iemand te lezen. Ik kan daar heel veel
informatie uit halen door voor mij handig kan zijn maar ik let daar vaak niet op,. Daarbij vind ik het
sowieso lastig om iemand gezichtsuitdrukking te begrijpen. Er zijn natuurlijk meer externe signalen
die iemand uitstraalt maar dat is wel een voorbeeld die erg speelt bij mij.
Groundhouding
van de Adviseur
Betrouw
baar
Behulpz
aam
Eerlijk/O
precht
Flexibel
Verantw
oordelijk
heid
Oog
voor
externe
singalen
Oog
voor
interne
signalen
Afstem
men
opdrach
tgever
5 | P a g i n a

2. Opdrachten adviseren als tweede beroep
2.1 Het adviesmodel van Nathans

De relatie van A > G is als volgende: de adviseur is
belangrijk voor de geadviseerde want daar vraagt de
geadviseerde immens na.
De relatie van G > A is als volgende: de geadviseerde is
belangrijk voor de adviseur want omdat dat immers zijn
baan is. Hij krijgt betaald om advies te geven aan de
geadviseerde
De adviseur en de geadviseerde hebben doelen. En die
hebben betrekking tot de inhoud.
Effectief zijn volgens Nathans
Een effectieve adviseur is iemand die het volgende bewerkt:
E = Effect
K = Kwaliteit
A = Acceptatie
M = Management
Als ik een zo effectief mogelijke presentatie wil geven moet ik ervoor zorgen dat mijn kwaliteit,
acceptatie en management zo goed mogelijk is bij de groep. Ik kan nog zon kwalitatief
hoogstaand verhaal houden maar als er geen acceptatie van de groep is zal ik nooit een effectieve
presentatie kunnen geven.
Reflecteer op jezelf:
Mijn focus ligt wat dat aangaat naar mijn gevoel vooral op kwaliteit. Dat denk ik omdat ik altijd erg
veel aandacht besteed aan hoe informatie wordt verteld. Ik moet het niet hebben van een
prachtige zinsopbouw of goed geschreven teksten. Dat is iets waar ik nog erg in kan groeien. Ik
besteed op dit moment wel erg veel aandacht in hoe informatie wordt verteld, dat is iets wat ik wel
goed beheers.
Welke letter uit de formule wil je meer aandacht geven en waarom?
Ik wil graag meer aandacht besteden aan letter M. Dat wil ik gaan doen omdat ik van dat
vakgebied niet zoveel weet.

6 | P a g i n a

2.2 Persoonlijkheid

Hannah Nathans onderkent 5 soorten vaardigheden die een adviseur moet hebben. Peter Block
onderscheidt er 3. Zet de indeling behorend bij elke auteur.
Nathans Block
Zelfmanagement Expert vaardigheden
Communicatieve vaardigheden Interpersoonlijke vaardigheden
Creative vaardigheden Adviesvaardigheden
Organisatorische vaardigheden
Strategische vaardigheden

Geef overeenkomsten aan tussen beide indelingen.
Ik den dat ik samen met veel medestudenten geen goed idee wat hier nu eigenlijk ingevuld moet
worden. Daarom heb ik u gemaild. Ik heb de tabellen kunnen invullen door informatie van internet
en door u mail.
Als ik zelf naar de twee tabellen kijk probeer ik overeenkomsten te vinden. Als ik zo kijk kunne
misschien van Nathans: Creative en Organisatorische vaardigheden gebundeld worden tot
interpersoonlijke vaardigheden van Block. De strategische vaardigheid van Nathans kan misschien
vallen onder adviesvaardigheden van block.
Waar liggen verschillen?
Als ik verschillen probeer te vinden zie ik geen overeenkomst tussen de twee overgebleven
vaardigheden. De zelfmanagement van Nathans en de expert vaardigheden van Block. Dat zijn wee
verschillende vaardigheden die niet echt gekoppeld kunnen worden.
7 | P a g i n a

2.3 Wat is een verbeteraar en wat is een vernieuwer?
Er bestaan veel verschillende soorten adviseurs, iedereen heeft een ander karakter en daardoor
verschilt ook de stijl van adviseur per persoon. Er echter wel twee hoofdtypen. Dit is aan de een
kant de verbeteraar, en aan de andere kant de vernieuwer. Verbeteraars houden zich over het
algemeen vast aan erkende theorien, gedragspunten en/of standpunten. Ze zoeken over het
algemeen naar oplossing binnen een bepaalde kader. Vernieuwers zoeken naar oplossingen buiten
het probleemveld. Ik ben hier zelf een voorbeeld van. Het out of the box denken komt hier ook
vandaan.

Reflecteer op jezelf:
Ben ik meer een verbeteraar of meer een vernieuwer? Noem als onderbouwing van je antwoord
welke van de 8 genoemde kenmerken vooral op jou van toepassing zijn. Noem er minimaal 3.
Ik ben zelf meer iemand van de vernieuwende stijl. Dat ben ik omdat ik erg graag buiten de box
denk als het gaat om oplossingen zoeken voor problemen. Vernieuwers zoeken naar oplossingen
buiten het gedefinieerde probleemveld.
Daarbij zijn die oplossingen vaak tegenstrijdig dan traditionele oplossingen. Daardoor ontstaat
nogal eens wat wrijving in een projectgroep. Achteraf blijkt meestal wel dat mijn ideen vaak de
beste oplossing was (geweest). Vernieuwende ideen zijn moeilijker aan de man te brengen omdat
er afgeweken wordt van de bestaande normen.
Een ander voorbeeld waarom ik een vernieuwer ben is omdat ik erg weinig geduld heb voor
protocollen. Ik ga altijd het liefst zo snel mogelijk aan de slag en heb weinig oog voor details.
Vernieuwers hebben meestal geen geduld voor stapsgewijze implementatie waarbij het op details
aankomt.
Kies iets uit het hoofdstuk dat je aanspreekt als het om jezelf in de rol van adviseur gaat. Geef aan
waarom deze informatie uit het hoofdstuk je aanspreekt.
Ik ben een adviseur die erg extravert is., Ik besteed veel aandacht aan hoe ik iets vertel en plaats
van wat ik precies vertel. Daarbij kan ik goed mijn eigen mening beargumenteren. Ik hou ervan als
er mensen om mij heen zijn en ik hou van snel actie ondernemen als er problemen gevonden
worden. Ik ben erg naar buiten toe gericht met mijn houding in plaats van naar binnen toe gericht.

8 | P a g i n a

2.4 Overlevingsstrategien

De auteur geeft 9 voorbeelden van overlevingsstrategien die we als kind onszelf hebben
aangeleerd. Maak eens een selectie, welke herken je bij jezelf?

De presteerder: Mensen met deze persoonlijkheidstype hebben de natuurlijke neiging om snel
en goed resultaat boeken
De observeerder: Mensen die deze persoonlijkheidstype hebben houden overzicht en controleren
de groep
De loyalist: Iemand die deze persoonlijkheidstype heeft offert zich op voor de groep en is trouw
aan zijn of haar gemaakte afspraken.
De helper: Mensen die deze persoonlijkheidstype zijn een betrouwbare ondersteuner voor
andere teamleden
De individualist: Als iemand deze persoonlijkheidstype heeft is hij of zij gericht op eigenbelang
De optimist: Deze mensen zijn opgewekt en houdt de sfeer er in
De perfectionist: Deze mensen zijn perfectionistisch, proberen alles zo goed mogelijk te doen.
Bemiddelaar: Deze mensen willen dat er geen ruzie ontstaan in de groep. Ook hebben ze snel
de neiging om compromissen te sluiten.
Leider: Mensen die leiders als persoonlijkheidstype hebben, hebben snel de neiging om een
overhand te hebben in de groep, en wil graag dat anderen hem of haar volgen.

Degene die ik erg bij mijzelf herken zijn de optimist en perfectionist. Ik kan in sommige gebieden
erg perfectionistisch zijn, een voorbeeld daarvan is opmaak. Ik kan erg lang bezig zijn met de
opmaak van een verslag en zeuren als er bepaalde dingen niet goed eruit zien. Dat is iets waar ik
erg perfectionistisch in ben. Een ander persoonlijkheidstype wat ik herken is optimist. Ik ben (bijna)
altijd vrolijk en probeer altijd de sfeer in de groep te houden.
Ga per strategie na welke invloed zou dit op je omgang met een opdrachtgever zou kunnen
hebben?

Perfectionistisch: Omdat ik soms erg perfectionistisch ben kan dat voor problemen leiden door
bijvoorbeeld tijdsgebrek. Daarbij kan het juist ook een positieve invloed hebben want omdat ik zo
perfectionistisch kan zijn, is het werk wat ik af lever meestal wel van hoge kwaliteit. Dat is natuurlijk
altijd een goede eigenschap.
Optimist: Omdat ik altijd wel optimistisch en vrolijk ben, straal ik dat hopelijk uit naar mijn
opdrachtgever. Hopelijk wil de opdrachtgever daardoor sneller met mij samenwerken dan iemand
die die eigenschap niet heeft.


9 | P a g i n a

2.5 Een adviseur kijkt naar zichzelf. Hij is proactief.
Beschrijf de 8 eigenschappen die hier volgens Nathans bij horen. Geef jezelf een cijfer op
elke eigenschap.
Eigenschappen cijfer
Zelf verantwoordelijk 8
Focus op kansen en mogelijkheden 8,5
Falen is mogelijkheid om te leren 7
Gericht op heden en toekomst 8
Open voor feedback, mogelijkheden zoeken om te leren 7
Realisme ten aanzien van omgeving en eigen sterkten en zwakten 6
Eigen doelen en strategisch handelen 8
Functioneel netwerken 7

Standvastig in doelen, flexibel in methoden.
Kun je een voorbeeld uit je eigen leven geven, waarin je standvastig in doelen bent en
flexibel in methoden?
Stel: ik ga met een paar vrienden naar een zwembad in Emmen. Ik wil daar graag met de trein of
bus heen omdat ik een studenten ov hebben waardoor ik snel en gratis naar de plaats van
bestemming kan komen. Maar als ik een paar vrienden heb die geen studenten ov hebben,
waardoor ze met de auto willen gaan , ben ik niet te beroert om met de auto te gaan en daar dan
iets aan mee te betalen. Zo is uiteindelijk iedereen gemiddeld goedkoper uit. Ik ben dan flexibel in
mn methode om het doel te bereiken (namelijk het zwembad in Emmen), maar standvastig in mijn
doel, omdat het uiteindelijke doel wel bereikt wordt. Want ik zeg niet, dan ga ik niet mee want ik
wil perse met de trein/bus.
Integriteit
Kun je een voorbeeld uit je eigen leven (liefst in een professionele setting zoals opleiding,
werk) geven waaruit je integriteit blijkt?
Integriteit is de persoonlijke eigenschap van een individu die inhoudt dat de persoon eerlijk en
oprecht is. De persoon zegt wat hij doet en doet wat hij zegt. De persoon heeft geen verborgen
agenda. Ik werk bijvoorbeeld in de afwas in een restaurant in assen. Als persoon mij iets vraagt om
te doen, en ik weet dat ik van persoon B een andere opdracht heb, zeg ik dat tegen persoon A. Zij
vechten dan onderling maar uit wat ik moet gaan doen. Ik ben niet gesloten over mijn taken wat ik
10 | P a g i n a

nog moet doen, waardoor ik alleen maar beloftes kan maken die ik ook daadwerkelijk na kan
komen.
Wilskracht
Kun je een voorbeeld uit je eigen leven geven (liefst in een professionele setting zoals opleiding,
werk) waaruit je wilskracht blijkt. Kun je aangeven hoe sterk je wilskracht is. Betrek hierin de
verschillende aspecten van de wil, zoals beschreven in Nathans.
Kracht, haha, daar moet ik toch wel even om lachen. Als ik aan wilskracht bij mezelf denk moet ik
gelijk denken aan het eind van periode twee van jaar n. Ik had in totaal vier studiepunten
behaald van de 30. Oftewel, ik zou nooit meer door kunnen gaan naar jaar twee. Dus ik had mijzelf
twee weken voor het einde van de deadlines om alle punten te halen van zowel periode n als
periode twee. Ik heb in die twee week tot de deadline bijna twee honderd uur aan school gewerkt,
waarna ik alle 30 studiepunten heb behaald. Ik heb van die 200 uur ruim 100 uur gewerkt in het
lokaal waar ik mij op dit moment in bevind. Dat is bijna 10 uur per dag aan de studie werken in dit
lokaal. In die twee weken heb ik voor mijzelf bewezen dat ik alles kan wat de opleiding van mij
vraagt, ik had ontzettend veel wilskracht getoond en bewezen dat ik HT aan kan.



11 | P a g i n a

2.6 6 As
Welke 6 As zijn belangrijk in een adviesgesprek volgens Nathans? Geef per A een korte
omschrijving

1. Aandacht voor de signalen van de opdrachtgever
Tijdens een gesprek met mijn opdrachtgever moet ik aandacht hebben voor de signalen
van hem of haar. Veel van die signalen zijn non-verbaal. Door die signalen op te pikken kan
ik beter inschatten wat hij of zij bedoelt met wat hij of zij zegt, en waarom hij of zij dat zegt.
2. Aandacht voor de signalen van jezelf
Wat ook voor mijzelf belangrijk is dat ik mijn eigen signalen juist interpreteer. Ik kan soms
erg druk en chaotisch zijn in mijn hoofd. En dat straal ik soms ook uit naar anderen. Die
vinden dat niet altijd even prettig. Door veel aandacht aan die signalen te geven hou ik
mijzelf beter onder controle.
3. Afstemmen golflengte
Wat ook belangrijk is dat ik mijn verhaal afstem op de opdrachtgever. We moeten als het
ware dezelfde taal praten. Hij moet snappen wat ik zeg en ik moet snappen wat hij zegt.
Daardoor zal zowel hij als ikzelf mij prettiger voelen tijdens het gesprek.
4. Aanvullen (maar niet overnemen)
Als rol van adviseur is het belangrijk dat ik de opdrachtgever aanvul in zijn meningen of
ideen. Ik moet advies uitbrengen en niet voor hem dingen gaan beslissen. Als ik in uw
schoenen stond zou ik het zo en zo doen. Iets wat ik niet moet gaan doen is beslissingen
nemen voor de opdrachtgever. De opdrachtgever moet zelf de beslissingen nemen maar
vraagt mij om advies daarover. Het geven en nemen moet in evenwicht blijven.
5. Assertiviteit
Als je assertief bent dan durf je voor jezelf op te komen. Als de opdrachtgever allemaal
ideen aan het voorstellen is waar ik zoiets van heb dat helemaal niet kan, moet ik dan
aangeven bij de opdrachtgever,. Of als ik vind dat hij onredelijk is over de vergoeding die ik
krijg moet ik voor mijzelf durven op te komen> dit is wel iets wat ik nog in kan groeien,
soms durf ik erg goed voor mezelf op te komen maar soms ook totaal niet.
6. Alternatieven
Het aanbieden van alternatieven voor de opdrachtgever is een belangrijk iets als rol van de
adviseur. Wanneer ik dit op een manier doe die de opdrachtgever niet aanstaat kan dit snel
voerkomen als dingen willen beslissen. Dat is iets wat ik door middel van punt n:
Aandacht voor de signalen van de opdrachtgever kan voorkomen.
12 | P a g i n a

Welke van de 6 gaat jou het beste af tot nu toe? Waarom is dat zo?
Ik vind dat afstemmen op de golflengte van de opdrachtgever mij altijd erg goed af gaat.
Als hij iets verteld wat mij interessant lijkt, kan ik snel op het niveau van hem daarover mee
praten. Als hij echter iets verteld wat mij niet interessant lijkt kan ik meestal wel doorheen
kijken en doen alsof ik het leuk vind, meestal bluf ik mij er wel doorheen. Ik kan ook goed
dezelfde toon aanslaan die hij op mij uitoefent.
Welke van de 6 is voor jou de grootste uitdaging?
Aandacht hebbe voor de signalen van de opdrachtgever. Ik kan soms erg moeilijk de
signalen lezen die iemand afgeeft. Bijvoorbeeld wanneer iemand gerriteerd is of iets
dergelijks. Dat is iets waar ik aan moet werken en wat ik ook al veel gedaan heb in het
verleden. Het is echter nog niet optimaal. Dat is absoluut een verbeterpunt waar ik nog veel
in kan groeien.
Hoe zou je hieraan kunnen werken?
Hier kunt je lang of kort over praten maar de uitdrukking: oefening baart kunst is hier een
goed voorbeeld van. De beste manier om de signalen van de opdrachtgever beter te
begrijpen is door het gewoon simpelweg vaak te doen. Daarbij kan een stukje
bewustwording ook helpen als ik beter bewust wordt van het feit dat ik minder goed ben in
dit punt kan ik juist bewust gaan letten op dat punt.
2.7 Wat zijn volgens Peter Block de stappen in een adviestraject?

Minuten Omschrijving
1-3 Contact maken met opdrachtgever. Kort aangeven wat mijn doelen zijn.
Er wordt gebruik gemaakt van zogenaamde smalltalk. Smalltalk is even
het ijs breken, wat heeft u mooie kleren aan ect.
4-12 Is deze fase moet ik melden waar ik aan heb gewerkt en laat de
opdrachtgever zien waar hij of zij aan heeft gewerkt en wat daarvan de
resultaten zijn. Het is vervolgens aan mij om te noteren wat de
opdrachtgever mij heeft verteld en wat ik daarmee ga doen.
13-30 Reflectie met de opdrachtgever, is dit wat u wilde? De opdrachtgever kan
vragen of reacties kwijt.
31-54 In deze fase kan het gesprek twee kanten opgaan. Het kan zijn dat de
opdrachtgever helemaal tevreden (of enigszins tevreden) is en dan is er
ruimte om dit te vieren. Het is belangrijk om dat te doen, daardoor wordt
de band versterkt tussen de opdrachtgever en mij. Het kan ook echter de
andere kant op gaan en dat gebeurd als de opdrachtgever niet tevreden
is met het werk of advies. Dan zal er juist veel overleg plaats vinden in
hou het beter kan in de toekomst en wat er gedaan moet worden om het
eerder gemaakte werk of advies te verbeteren of te verhelpen.
55-60 Afscheid, er wordt weer gebruik gemaakt van zogenaamde smalltalk.

13 | P a g i n a

2.8 Organisatie en omgeving

Het is belangrijk om als adviseur je
interne positie te analyseren om goed
om te gaan met verschillende
(organisatie)culturen en ongeschreven
regels. Je moet de kunst verstaan van
het netwerken. Zo probeert een
adviseur interne bedreigingen te
minimaliseren en kansen te benutten.
Geef een samenvatting van paragraaf
5.1-5.3, zodat je het hoofdstuk snel
weer mentaal voor ogen kan krijgen
bij het lezen van de samenvatting.
5.1 De interne positie
De positie van een interne adviseur is anders
dan die van een externe adviseur. De adviseur
en het adviestraject hebben een brede functie
in een organisatie en in de omgeving van de
organisatie. Kenmerkend voor de interne
adviseur hierbij is dat er een hirarchische
structuur in et bedrijf of organisatie zit, dat er
regels en beleid zijn, dat er een
communicatiestructuur is, dat de adviseur
soms met 2 petten op zit, dat de
opdrachtgever soms niet duidelijk
aanwijsbaar is of er helemaal geen lijkt te zijn
en dat mensen in de organisatie of de
adviseur zelf blind zijn voor wat niet (of juist
wel) goed gaat. Hoe beter hij met deze
kenmerken omgaat hoe beter hij of zij zijn
werk kan uitoefenen.
Een belangrijk onderscheid die ik moet
maken is als de adviseur in rol van slachtoffer
of als speler gaat zitten. De adviseur kan
zichzelf gaan zien als degene die onder het
probleem leidt, en dat is ook niet altijd
onterecht. Soms is de adviseur echter wel een
onderdeel van het probleem, of hij maakt er
zelf deel uit.

Verder is het voor een interne adviseur
belangrijk om de impact die hij of zij heeft in
een bedrijf of organisatie te vergroten. Dit
kan hij of zij doen door het zijn of haar kennis
te verbreden, waardoor hij of zij betere en
meer informatie beschikbaar kan stellen. Een
methode om dit te doen is door veel te
netwerken en het vertrouwen in hem of haar
op te bouwen bij anderen.
5.2 Omgaan met verschillende
culturen
In een organisatie of in een bedrijf heerst een
soort genaamde organisatiecultuur. Onder
organisatiecultuur verstaat het boek het
geheel van normen en waarden, ideen,
manieren van oplossen van problemen, ect
van het bedrijf of de organisatie die het
gedrag van individuen benvloed. Soms is
cultuur onder invloed van allerlei factoren en
kan daardoor soms spontaan veranderen.
Iedere organisatie is tot een zeker hoogte
uniek. De meeste interne adviseurs zullen niet
vanuit hun positie in staat zijn om de
organisatiecultuur te veranderen. Je zou het
ook de software van de organisatie kunnen
noemen. Volgens Harrison gaat het in een
organisatie om de strijdigheid van belangen
tussen werkgever en werknemer. Hij
onderscheidt in het boek vier typen cultuur:
1. De rolcultuur: De organisatie draait op
basis van de rollen die mensen spelen.
2. De machtscultuur: Een sterke
hirarchische cultuur waarin duidelijk is
wie er de dienst uitmaakt.
3. De taakcultuur: De uitvoering van de
taak staat centraal.
4. De persoonscultuur: De ontwikkeling
en ontplooiing van de persoon staan
centraal.
14 | P a g i n a


Verder kan cultuur worden ingedeeld naar
kleur. In organisaties met geel draait het
vooral om politiek en belangen. In een
blauwe organisatie gaat het om rationaliteit,
optimistisch en alles zo logisch mogelijk
proberen te regelen. In een organisatiecultuur
die rood is, staat de individuele werknemer
centraal en zijn ontplooiing. In de groene
cultuur draait het om dat de lerende
organisatie zelf centraal staat. Tot slot is er de
witte organisatiecultuur, waarin autonomie,
zelfbeschikking en zelfstandigheid centraal
staan. Welke kleur de organisatie heeft zal
invloed hebben op het werk als adviseur. Dat
kan zowel negatief als positief zijn.
Een ander onderscheid dat gemaakt wordt in
het boek is het verschil tussen vernieuwde en
niet vernieuwede organisaties. Microsoft was
een bedrijf die jaren lang nauwelijks
gennoveerd heeft en niet meegroeide met
de markt, ze waren immers toch
oppermachtig. Pas sinds enkele jaren worden
zij ook steeds vernieuwender, een voorbeeld
daarvan is het totaal opnieuw ontworpen
Windows 8.
Ook kan een bedrijfscultuur benvloed
worden door de nationale cultuur in dat land.
Hofstede onderscheidt 4 cultuurdimensies:
1. Onzekerheid vermijding
2. Machtsafstand
3. Mannelijk versus vrouwelijk
4. Samen of alleen.
Daarnaast bestaan er zogenaamde
subculturen. Een vrouw denkt bijvoorbeeld
anders over iets dan een man.
5.3 Omgaan met de
ongeschreven regels in de
organisatie
In een organisatie bestaan geschreven en
ongeschreven regels. De officieel vastgelegde
regels (gij zult niet stelen) worden vaak
verteld door een leidinggevende. Maar er zijn
ook informele, ongeschreven regels (normen
en waarden), deze hebben onder andere
betrekking tot hoe mensen met elkaar
omgaan en op welke manier. Volgens Scott-
Morgan zijn er drie soorten ongeschreven
regels, namelijk:
de dingen die mensen denken te
moeten doen om succesvol te zijn,
de uitoefening van macht in de
organisatie, zowel door benvloeding als
door belonen en straffen
de dingen die mensen motiveren om
iets te doen.
Het is aan de adviseur om achter de
informele regels te komen. Dit kan hij doen
door goed te observeren naar hoe mensen
met elkaar omgaan bijvoorbeeld. Een
voorbeeld hiervan herken ik uit mijn eigen
leven. Toen ik bij de V&D deed ik altijd erg
aardig tegen mijn leidinggevende en werd je
op een normale manier aangesproken. Terwijl
als ik nu naar kijk huidige baan inde horeca
kijk, hier schelt de leidinggevende net zo hard
als iemand die onder hem staat naar elkaar,
zonder daar echt wat mee te bedoelen. Ik ga
nu op een veel minder zakelijke manier met
mijn collegas om dan bij de V&D.
Alle tekst tussen aanhalingstekens komt uit een
samenvatting van het boek: Adviseren als tweede beroep.
Zie: https://www.studentsonly.nl/books/uittreksel/37854



15 | P a g i n a

2.9 Adviesstrategien om de A en de M te realiseren
We lezen hoofdstuk 6 Adviesstrategien uit het boek van Hannah Nathans. Het
gaat verder in op de A en M uit de formule bij opdracht 1.2 van deze blog. Geef
een samenvatting van dit hoofdstuk tot en met paragraaf 6.6, zodat je het
hoofdstuk snel weer mentaal voor ogen kan krijgen bij het lezen van de
samenvatting.
6.1 Acceptatiestrategien
In dit hoofdstuk gaat Hannah Nathans in op de A en op de M van de formule . De A
van acceptatie en de M van management. De a van acceptatie van een voorgestelde verandering in
een project is erg belangrijk. Om acceptatie te verkrijgen bij anderen kan een adviseur veel
verschillende strategien gebruiken. De strategien die Ezerman onderscheid zijn:
1. Ontwijken
2. Faciliteren
3. Ondersteunen
4. Informeren
5. Participatie
6. Educatieve strategien
7. Gemeenschappelijk visie
8. Onderhandelen
9. Overtuigen
10. Afdwingen
Je kan natuurlijk niet alle strategien tegelijk gebruiken, daar moeten keuzes in worden gemaakt. In
het boek wordt beschreven dat er geen standaard techniek is die je als adviseer kan gebruiken, je
moet altijd je strategien aanpassen op het moment. Factoren waar je rekening mee moet houden
tijden het kiezen van een strategie:
1. De omgeving
2. De organisatie
3. De inhoud van het advies
4. De relatie tussen mij als adviseur en mijn clint.
5. De (karakter) eigenschappen van de mensen die geadviseerd worden,
6. De (karakter) eigenschappen van mij (de adviseur) zelf.
6.2 Wie in welke volgorde
Het kan handig zijn om na te denken over wie een rol spelen in het adviseur traject en wat hun
positie en kenmerken zijn. Natahs heeft het in 6.2.1 over de snelle aanvaarders. Dat zijn de mensen
die het snelst met veranderingen om kunnen gaan en oppikken. Vooral als deze mensen een hoge
functie bekleden kan het handig zijn om deze mensen aandacht te geven. Er zijn ook mensen die
veranderen minder snel oppikken of omarmen. De
meerderheid zit zoals te zien valt in het midden. De
achterblijvers doen er het langst over om veranderingen
te omarmen en te accepteren.
16 | P a g i n a


De volgorde waarin een adviseur mensen voor zijn plannen en ideen wint kan met een top-
down/down-top strategie worden gemaakt. Een adviseur begint ofwel mensen te overtuigen die in
de top zitten, ofwel mensen die onderaan staan. Beide opties hebben voor en nadelen, een beste
methode is er helaas niet. Ik moet aan de hand van de situatie de strategie hanteren die het beste
is voor dat moment.
Top-down, voordelen
Zegen van topleiding
Afgeleide macht
Aansluitend bij beleid, consistentie van maatregelen
Top-down, nadelen
Illusie van de formele beslissing
De basis kan zich gemanipuleerd gaan voelen.
Inhoud kan achteraf aangepast worden
Top kan bijvoorbeeld al nee zeggen.

Down-top, voordelen
Gebruik van bij basis aanwezige kennis en gevoelens
Vertrouwen in de basis is makkelijker te kweken dan bij de top
Invoering te zijner tijd
Down-top, nadelen
Ontwikkeling kan dwars op beleid ingaan van top
Wildgroei
Top kan zich gemanipuleerd gaan voelen
Top kan achteraf nee zeggen. Verwachtingen kunnen dan niet waargemaakt worden
bij de basis.
Tot slot rest er de manieren waarop naar een organisatie gekeken kan worden. De adviseur moet
rekening houden met deze twee typisch omdat hij zich hiervoor moet aanpassen. Namelijk:
1. Als een stationair iets, een onveranderlijke entiteit.
2. Als levende en lerende entiteit.

17 | P a g i n a

6.3 Managen van het adviesproces
De derde letter uit is de M. De M staat voor management van het adviestraject.
Volgens het boek is het model van Schramade het beste passen bij het werk van een adviseur. Dat
vind het boek omdat er bij dit model de fasebenaderingen centraal staat:
1. Behoeftebepaling, doelbepaling, doelbijstelling
2. Beleidsvoorbereiding
3. Beleidsbepaling
4. Planning en programmering van uitvoering
5. Beleidsuitvoering
6. Evaluatie van beleidsuitvoering
7. Bijstelling van programma en/of uitvoering
8. Beleidsevaluatie

Ook laat Schramade zien dat er verschillende factoren zijn die ook invloed hebben op het proces.
Namelijk de kansen en bedreigingen in de omgeving van de organisatie. De sterkten en zwakten
van een organisatie, en andere beperkingen die van toepassing zijn op de organisatie. Iets wat het
boek ook beschrijft is dat de verschillende fasen niet per direct in elkaar overlopen. Het kan zijn dat
er soms een stap wordt overgeslagen of dat er juist n opnieuw moet worden gedaan.
6.4 Dilemmas in de adviespraktijk
Onder een dilemma verstaat het boek een keuze waarbij de keur voor het ene, het andere
compleet uitsluit. Vaak geven dilemmas problemen, omdat als het ene gekozen wordt, daarna
onmogelijk meer voor het andere gekozen kan worden. Het boek vind dat je de kunst van het
accepteren moet leren. Niet alle problemen kunnen opgelost worden en je kan de toekomst niet
vooraf voorspellen. Ik ga als adviseur nog vaak voor een dilemma komen te staan.
Er zijn verschillende manieren om om te gaan met dilemmas:
Bespreekbaar maken
Evenwicht creren
Van beide uitersten de positieve en negatieve kanten integreren
Assen in plaats van n dimensie
Sterke kant en uitdaging
Bron: Nathans, H. (2005). Adviseren als tweede beroep: Resultaat bereiken als adviseur. Deventer:
Kluwer.

18 | P a g i n a

6.5 Invoeren van veranderingen
In het boek staat een checklist beschreven die handig kan zijn tijdens het doorvoeren van
veranderingen in een organisatie. De doelstellingen van de verandering moeten duidelijk zijn. De
checklist:
1. Duidelijke doelstellingen
2. Participatie
3. Informatie
4. Snelle invoering
5. En verandering tegelijk
6. Belonen van gewenst gedrag
7. Fasering
8. Middelen
Een belangrijk iets om te onthouden is dat een verandering in een organisatie niet in 1x meot
worden doorgevoerd (zoals met Osiris), maar dat de verandering geleidelijk aan moet worden
doorgevoerd in een organisatie.
6.6 Beindigen van een adviestraject
Het kan gebeuren dat soms het adviestraject afdrupt ten einde komt, soms stopt het gewoon
terwijl het traject nog loopt. In zon geval is reflectie cruciaal, dat zorgt ervoor dat er in de
toekomst de fouten worden vermeden die het afdrupte einde van het adviestraject hebben
veroorzaakt. Zorg dus altijd voor een afsluitend gesprek met je clint.

19 | P a g i n a

3. Gespreksstructuren
3.1 Gespreksstructuur van het acquisitiegesprek

De structuur van een acquisitiegesprek (combinatie van Peter Block en Hannah Nathans)

STAP/FASE DOEL en/of AANDACHTSPUNTEN PER STAP
Opening Groeten en contact maken. Kijk de opdrachtgever aan en laat zien dat je
in hem genteresseerd ben. Wat los gepraat over koetjes en kalfjes. Open
houding is belangrijk, probeer ervoor te zorgen dat er een klik ontstaat,
Signalen
opdrachtgever
Laat de opdrachtgever praten, zorg ervoor dat je afgestemd raakt aan de
signalen die hij afgeeft.
Jij HT en opdracht Leg uit wie je bent, wat Ht is, en vraag naar de opdracht
Opdracht Inventariseer naar wat de opdracht inhoud. Je moet met de informatie
die de opdrachtgever in dit gedeelte verteld een Plan van Aanpak
moeten kunnen schrijven.
Samenvatting Controleer of je alles goed begrepen hebt, vraag om rand voorwaarden.
Casus.
Voorstel Stel voor om een Plan van Aanpak te schrijven
Afsluiten Eindig een beetje hoe je begonnen bent, small talk over van alles en nog
wat en zorg ervoor dat je een goed indruk achter laat.

Mijn uitdagingen in een dergelijk gesprek zijn:
Dat ik tegen een opdrachtgever durf in te gaan. Ik ben erg bang om de leider van een gesprek te
worden omdat ik vind dat hij dat zou moeten doen. Daar hebben we in het college over gehad end
at is wel iets waar ik bang voor ben om te doen.

20 | P a g i n a

3.2 Gespreksstructuur van het contractering

De structuur van een contracterings gesprek (combinatie van Peter Block en Hannah Nathans)
STAP/FASE DOEL en/of AANDACHTSPUNTEN PER STAP
Open het gesprek Small talk/ contact maken met opdrachtgever / jezelf introduceren
Doel (probleem) We staan nu hier, we willen graag hier heen.
Werkwijze Hoe gaan we dat doel bereiken? Hoe denkt u over die methode?
Randvoorwaarden Voor het onderzoek moet ik het klantenbestand hebben, ook vertellen
dat ik voorzichtig en expliciet met het materiaal omgaat.
Geld Uitleg waarom wat iets zoveel kost. Als hij een methode wil schrappen
vanwege de kosten moet ik vertellen dat de betrouwbaarheid en/of de
vitaliteit van het onderzoek omlaag kan gaan.
Contact of afspraak


Afspraken maken met de opdrachtgever. Wanneer zien we elkaar weer?

Mijn uitdagingen in een dergelijk gesprek zijn:
Ik vind het lastig om over geld te beginnen, als hij een geld bedrag per uur voorstelt en ik vind dat
te weinig, vind ik het erg moeilijk om daar wat over te zeggen.






21 | P a g i n a

3.3 Gespreksstructuur van het adviesgesprek

De structuur van een adviesgesprek (Peter Block)

STAP/FASE DOEL en/of AANDACHTSPUNTEN PER STAP
Minuut 1 tot 3

Contact, small talk, doel
Minuut 4 tot 12

Advies geven
Minuut 13 tot 30

Is dat wat u wilde? Reactie vragen.
Minuut 31 tot 54

Vieren!! Als het advies lukt is het belangrijk om daar bij stil te staan. Dat
zorgt ervoor dat je een betere relatie met de geadviseerde krijgt. Als het
advies mislukt is het belangrijk te reflecteren.
Minuut 55 tot 60

Afsluiten met small talk. Afscheid nemen.

Mijn uitdagingen in een dergelijk gesprek zijn:
Het vieren, als het advies lukt en de geadviseerde heeft er wat aan is het belangrijk om daar goed
bij stil te staan. Ik denk dat ik het moeilijk vind om daar goed bij stil te staan.
22 | P a g i n a

4. Reflectieopdracht contact met opdrachtgever

Iedere persoon doet dit eerst voor zichzelf en daarna leg je observaties naast elkaar.
de opdrachtgever kan ook je coach zijn (mocht je anders het niet in kunnen vullen).
4.1 Kennismaking/begin samenwerking

Signalen bij de opdrachtgever
1. Hoe komt de opdrachtgever op je over (wie is deze persoon, welke signalen vang je op aan
eerste indruk, welke eigenschappen heeft hij/zij in jouw optiek)?
Ik ben contact persoon naar de opdrachtgever toe deze periode in mijn projectgroep.
Daarom ben ik van mening dat ik erg goed deze zelfreflectie kan invullen end aar ook erg
veel aan ga hebben. Hoe komt de opdrachtgever over op mij. Ik had het gevoel dat hij al
langer in het vak zit. Toen ik een soort mini interview met hem hield kwam hij erg relax over
en beantwoorde hij al mijn vragen erg rustig en nam hij tijd om na te denken. Ik kreeg gelijk
het gevoel dat hij dit veel vaker had gedaan en totaal niet zenuwachtig ofzo was, in
tegenstelling tot mij. Maar daarom zit ik natuurlijk ook op school, om te leren. Ik had voor
mijzelf een interview schema gemaakt, iets wat ik zelf geleerd heb bij het vak communicatie
in thema twee. Daar heb ik erg veel aan gehad, het zorgde ervoor dat ik een structuur aan
hield en niet in de wilde weg vragen ging stellen. Iets wat ik niet kon voorkomen tijdens ene
interview met de opdrachtgever van thema vier. Dat interview ging niet erg goed omdat ik
totaal de controle kwijt was. Het interview van deze periode verliep naar mijn mening veel
beter.
2. Hoe verliep het kennismaken? (formeel-informeel, klik of geen klik, stiltes of niet, makkelijk
of stroef)
Wat mij opviel was dat de kennismaking erg informeel verliep. Ik begon wat over mezelf te
vertellen, waar volgens ik de rest van groep liet zien aan hem door de laptop om te draaien.
ZO kon hij zien dat ik niet alleen in die ruimte was. Hij begroete iedereen, een beetje zoals
je met je oma doet als zij voor het eerst Skype gebruikt. Er waren nauwelijks stiltes en we
kletsen alsof we elkaar al jaren kenden.
3. Wie leidde het meest het gesprek tijdens deze kennismaking? Is dit wenselijk?
Ik leidde het gesprek voormanlijk. Dat vond ik erg prettig omdat dat juist in thema vier
volledig mis ging. Toen was alleen maar de opdrachtgever aan het woord en ik kon niet
mijn structuur en vragen aanhouden die ik van te voren had opgesteld. Deze keer ging het
interview via Skype in plaats van persoonlijk en ik weet niet wat dat voor invloed heeft op
het gespreksverloop. Dat is iets wat ik moet gaan zien zodra ik de opdrachtgever in het echt
ga ontmoeten. Er zijn plannen om met de gehele groep (of een gedeelte daarvan) af te
rijzen naar Utrecht om hem daar persoonlijk te ontmoeten.
23 | P a g i n a

4. Hoe is zijn/haar houding in het gesprek? (neemt voortouw, meer afwachtend)
Naar mijn mening nam hij niet erg het voortouw, Hij stelde wel vragen aan mij over ons
project en wat wij al hadden gedaan. Hij kwam erg genteresseerd over en dat vond ik erg
leuk. Hij nam niet erg het voortouw qua structuur. Volgens mij merkte hij dat ik mijzelf had
voorbereid wen gaf mij daardoor de ruimte om te vragen wat ik wilde. Dat vond ik prettig
want daardoor heb ik erg goed het introductie gesprek kunnen oefenen. Ik weet nu
bijvoorbeeld dat het handig is om de groepsleden vlak voor het interview nog te vragen of
zij nog vragen hebben. In dit geval had ik dat een week van te voren gedaan en toen
winsten ze nog niets, maar tijdens het interview hadden zij ook nog vragen aan de
opdrachtgever. Dat kwam misschien een beetje rommelig over naar de opdrachtgever toe.
Ik kreeg alleen niet de indruk dat hij zich daaraan stoorde.
5. Veranderde zijn/haar houding tijdens het gesprek? Zo ja, waarom denk je?
Nee, dat viel eigenlijk best mee. Hij kwam in het begin erg sociaal en professioneel over, en
dat is eigenlijk in het hele gesprek niet veranderd. Dat vond ik fijn want daardoor wist ik ook
waar ik aan toe was. Ik schatte bijvoorbeeld goed in dat hij het niet erg vind om af en toe
ook in formeel te zijn, zoals bijvoorbeeld de computer om te draaien om de andere
groepsleden voor te stellen. We hadden een goede mix gevonden tussen een zakelijk
gesprek en een losse introductie.
6. Hoe is zijn/haar verwachting van het project?
Hij verwacht van ons dat wij een mobiele website of applicatie ontwerpen voor de huidige
website van Studiekeuze123. Wij hoeven ons niet aan de huisstijl van het bedrijf te houden
omdat die misschien over een paar jaar op de schop gaat,. Wij zouden dus zelf een eigen
huisstijl kunnen creren, zolang wij maar kunnen beargumenteren waarom wij voor
bepaalde elementen en kleurgebruik gekozen hebben,. Zolang wij dat maar kunnen doen
vond hij alles prima. Omdat wij natuurlijk Human Technology studeren moet de website ook
erg gebruiksvriendelijk zijn. Da tis iets waar hij zelf niet op aandrong maar dat is een eis die
wij zelf hebben gesteld.
7. Hoe is zijn/haar beeld van jullie denk je?
Dat is natuurlijk iets wat best moeilijk in te schatten valt. Doordat wij nog niet erg veel
contact met hem hebben gehad vind ik zoiets moeilijk te zeggen. Ik heb wel de indruk dat
hij ons serieus neemt. Anders was hij niet zo professionele ingegaan op onze vragen en
beantwoorde hij onze mailtjes niet op die manier. Als hij ons zinloos ahd gevonden en niet
nuttig had hij niet op deze manier gewerkt. Ik heb absoluut in de indruk dat hij denkt dat
wij nuttig voor hem kunnen gaan zijn,
8. Waarover heeft de opdrachtgever tijdens het gesprek enthousiasme laten merken?
Op het feit dat wij erg genterneerd in hem waren,. Ik vroeg erg veel naar wie hij was en wie
vindt het niet leuk om iets over zichzelf en het bedrijf waar je voor werkt te vertellen. Wat is
24 | P a g i n a

precies zijn functie in het bedrijf en dat soort vragen. Ik merkte dat hij het leuk vind om
daarover te vertellen omdat hij begon te glimlachen toen ik dat soort vragen stelde, terwijl
hij niet glimlachte als ik hem vragen stelde over bijvoorbeeld een inhoudelijke vraag over
de opdracht.
9. Wat is voor jullie opdrachtgever belangrijk?
Dat is een erg moeilijke vraag omdat ik die rvaaga niet zo expliciet gevraagd heb,. Ik heb
hem wel gevraagd wat hij een belangrijk onderdeel vind in de opdracht. Hij vind het
belangrijk dat wij goed onderzoeken hoeveel mobiele gebruikers de website heeft, en hoe
zij anders op de website navigeren dan normale gebruikers. Dat is iets waar wij in de
mobiele website of applicatie erg rekening mee moeten houden. Een mobiele website moet
alleen de informatie beschikken die de gebruiker echt nodig heeft, dat komt omdat een
mobiele gebruiker vaak op een veel kleiner scherm werkt dan een desktop gebruiker.

Signalen bij mijzelf
10. Hoe voel je je in het bijzijn van de opdrachtgever? (wat merk je aan jezelf?)
Ik merk dat ik gespannen ben. Dat komt natuurlijk omdat ik nog niet zo vaak een dergelijk
interview heb gedaan. Naarmate ik het vaker doe wordt ik er vanzelf rustiger en beter in.
Maar daarvoor zitten we ook op school, om te leren. Vroeger was ik ook altijd erg
gespannen voor presentaties, met name in het eerste van de middelbare school. Maar
omdat ik juist zoveel heb moeten presenteren ben ik het steeds leuker gaan vinden en
mijzelf steeds hogere eisen gaan toekennen. Daarom vind ik het tegenwoordig zo leuk om
te doen en ben ik er (vind ik zelf) best goed in.0020
11. Hoe is jouw grondhouding naar deze opdrachtgever toe?
Een grondhouding die ik zelf wel herken is betrouwbaar zijn. Ik zal nooit de opdrachtgever
iets adviseren tenzij ik zelf weet dat de informatie die ik geef correct en valide is. Als ik dat
niet zou doen wordt mijn betrouwbaarheid minder. Ik probeerde de opdrachtgever alleen
maar informatie te geven waarvan ik wist dat we dat zeker al gedaan hadden. Ik ging niet
vertellen dat wij het onderzoeksvoorstel al klaar hadden terwijl wij dat nog niet hadden.
Daarbij probeer ik altijd zo snel mogelijk te antwoorden op zijn mailtjes, hierdoor merkt ik
dat ik altijd bereikbaar ben voor hem.
12. Ben je gemotiveerd en laat je dit merken? Geef een voorbeeld.
Ik ben wel gemotiveerd om dit project te doen en om het contact met de opdrachtgever te
verzorgen. Dat ben ik omdat ik een verantwoordelijkheid draag die ik niet wil misbruiken.
De groep vertrouwd op mij en aangezien ik net heb aangeven dat een grondhouding van
mij betrouwbaar is ben ik daar erg toe gemotiveerd. Een voorbeeld daarvan is dat ik gelijk
25 | P a g i n a

het contact met opdrachtgever wilde regelen toen we dat gingen bespreken in de groep. Ik
wil leren hoe dat gaat en hoe ik dat moet doen.
13. Ben je eerlijk en open? Geef een voorbeeld
Ik ben van mening dat ik bijna altijd eerlijk en open ben. Als ik een keer mijn werk niet heb
kunnen doen zal ik dat altijd zeggen tegen mijn groepsleden of opdrachtgever. Ik zal niet
snel met smoesjes of excuses aankomen waarom ik het niet heb kunnen doen. Als ik het
hele weekend niets hebben kunnen doen omdat ik bij mijn vriendin as zal ik dat wel op die
manier zeggen. Dat is misschien niet leuk voor de rest van mijn groepsleden maar dat is wel
het eerlijkste naar hun toe.
14. Ben je behulpzaam en laat je dit merken? Geef een voorbeeld.
Ben ik behulpzaam, dat is een goede vraag. Ik denk van wel. Dat denk ik omdat ik dat net
nog heb gedaan. Op het moment dat ik dit type is het bijna negen uur s avonds. Joery en ik
zitten al sinds twaalf uur vanmiddag in dit lokaal en ik heb hem net he dingen zitten
uitleggen over Photoshop. Op zon moment leg ik dit werk aan de kant en vind ik het leren
van een competentie bij iemand anders belangrijker. Tegelijkertijd kan ik even mijn hoofd
van deze blog af zetten waardoor ik mijn hersenen ook niet overbelast door ze tien uur aan
hetzelfde te laten werken.
15. Ben je flexibel en laat je dit merken? Geef een voorbeeld.
Ik ben op zich wel flexibel. Maar soms ook totaal niet. Als we eenmaal een beluit heb
genomen hou ik er niet van als dat besluit een paar uur later weer wordt veranderd of iets
dergelijks. Daar kan ik erg slecht tegen. Ik ben opzich wel flexibel qua werktijden. Als we om
een bepaald tijdstip zal ik net zo lang wachten totdat we kunne vergaderen. Ik zal opzich
ook wel voor alleen een vergadering naar school komen, ondanks dat ik een grote afstand
moet afleggen vanaf mijn huis naar de hanze.

26 | P a g i n a

16. Stel je vragen? Schrijf een paar wezenlijke vragen op die je gesteld hebt.
1. Hoe aanspreken?
2. Kunt u vertellen wie u bent?
3. Vertellen wat studiekeuze123 is?
4. Wat verwacht u van ons? Mag ook via mail
5. Waarom wilt u een mobiele versie van de website?
6. Waarom denken jullie dat er behoefte is aan mobiele website?
7. Wie is uw doelgroep? En in de toekomst?
8. Wat voor vooronderzoek heeft u al gedaan?
9. Voorkeur voor app of mobiele website?
10. Mobiele app/website juist herkenbaar of juist anders?
11. Hoe contact ingevolg houden?
17. Vat je dingen samen? Geef een voorbeeld.
Aan het einde van zijn antwoord op een vraag aan mij probeer ik altijd kort samen te vatten
wat hij heeft gezegd. Daardoor krijgt hij de indruk dat ik luister en krijg ik feedback of ik
hem goed verstaan heb. Soms zelfs tegen het papagaaien aan.
18. Beschrijf (teken) je eigen non-verbale gesprekshouding.
Naar mijn mening heb ik een open en actieve houding gehad richting mijn gesprekpartner.
Ik had soms een houding kunnen aannemen die iets meer open had moeten zijn. Zoals mijn
benen minder kruizen en meer open zitten. Ik heb mijn opdrachtgever welkom geheten bij
het interview en heb hem bedankt voor het meewerken van het interview. Ik heb aandachtig
naar mijn opdrachtgever geluisterd. Daardoor kreeg hij volgens mij de indruk dat ik goed
naar hem luisterde en respecteerde en genteresseerd was naar hun verhaal.
19. Ben je enthousiaster na contact met de opdrachtgever of juist niet? Waar ligt dit aan?
Tja, ben ik echt veel enthousiaster geworden over het project nu ik de opdrachtgever heb
gesproken. Wat ik wel erg sterk ehb ik dat ik het leuk vind dat er een gezicht bij de mailtjes
is gekomen. Ik heb nu een beter idd voor wie ik die werk doe. Dat is o[zich wel prettig om
te hebben. Maar of ik nu veel; enthousiaster ben geworden, dat niet.
20. Peerfeedback op jouw grondhouding in de rol van adviseur tijdens het gesprek.
Noteer feedback die je van medestudenten krijgt op je functioneren t.a.v. de opdrachtgever:
Jeen: Je kwam af en toe een beetje druk over, in het begin en beetje zenuwachtig maar
later in het gesprek ging het beter,. Je hield goed de volgorde van de vragen aan die je
eerder in je interview schema had gemaakt. Het as een half open interview en we hebben er
veel aan gehad.
Inge: In het begin een beetje chaotisch, later beter. Interview schema gaf je naar mijn idee
veel houvast en je hebt alle vragen kunnen stellen. Je deed het opzich best netjes voor een
eerste keer. Maar volgende keer rustiger beginnen.
27 | P a g i n a

4.2 Contact na enige tijd
Signalen bij de opdrachtgever
1. Hoe heeft de relatie met de opdrachtgever zich ontwikkeld?
Wat ik zelf merk is dat de opdrachtgever steeds uitgebreider en sneller op mijn mailtjes is
gaan reageren. Eerst duurde het altijd wel een paar dagen kreeg ik een paar zinnen terug.
Nu reageert hij binnen uren en krijg ik bijna een volledig boekwerk terug qua hoeveelheid
tekst,. Okey, misschien is dat een beetje overdreven maar je snapt wat ik bedoel. Naar mijn
gevoel begint hij te realiseren dat wij opzich best nuttig kunnen zijn voor hem. Daardoor
denk ik dat wij een hoge prioriteit hebben momenteel en dat wij in het begin van het
project hadden. Dat is natuurlijk altijd een vooruitgang.
2. Wie leidt momenteel het meest het gesprek? Is dit wenselijk?
Aangezien we tot nu toe na het interview alleen nog maar mail contact hebben gehad is
deze vraag moeilijk te beantwoorden. Als ik vragen stel beantwoord hij en die als hij mij
vragen stelt beantwoord ik die. Ik heb wel de indruk dat het initiatief van mij moet komen,.
Hij heeft mij nog nooit een mailtje gestuurd uit zichzelf.
3. Op welke punten merk je tevredenheid bij de opdrachtgever?
Het geleverde werk. Dat schrijft hij ook in zijn mails. Voorbeeldje:
Beste Jeroen,
Dank voor het doorsturen van het PvA. Een uitgebreid stuk waar jullie volgens mij de belangrijkste
zaken duidelijk hebben omschreven.
De door jullie gehanteerde hoofdvraag en deelvragen sluiten wat ons betreft goed aan bij wat we in
eerste instantie in gedachten hadden. Ik zie alleen wel dat de vragen in het PvA en de vragen in de mail
hieronder nog licht van elkaar afwijken? Welke vragen zijn het meest actueel?
Wat betreft de doelgroep, het is geen probleem als jullie alleen de studiekiezers als doelgroep nemen.
Let daarbij wel op dat wij studiekiezers (5 Havo, 6 Vwo) weer als een andere doelgroep zien dan
studenten. De eerste hebben nog nooit een studiekeuze gemaakt en zijn dus nieuwe klanten, de
andere groep heeft het proces van studiekeuze al een keer doorlopen. Willen jullie je gaan richten op
studiekiezers of op studenten?
Daarnaast hebben we het tijdens ons vorige skype-overleg ook gehad over een eventuele meeting op
ons kantoor in Utrecht. Hebben jullie een datum waarop jullie zouden kunnen?
Met vriendelijke groet,
Joeri Nortier

28 | P a g i n a

4. Is er soms weerstand ook bij de opdrachtgever te merken? Zo ja, op welke punten?
Tjaaa, weerstand. Echt weerstand kun je het niet noemen. Zoals ik het mailtje te elzen valt
kun je zien dat hij wel op duidelijkheid vraagt als iets niet duidelijk is voor hem. Weerstand
kun je het niet noemen, maar het komt in de buurt.
5. Is de opdrachtgever goed op de hoogte van jullie vorderingen?
Absolut, ik mail hem altijd als er iets af is of als er iets gedaan wordt.
6. Laat de opdrachtgever nog steeds enthousiasme merken? Zo ja, waarover?
Ja, hij beantwoord mijn mailtjes uitgebreid en hij neemt er echt de tijd voor. Daardoor denk
ik dat hij wel enthousiast is, Ook wil hij graag dat we bij hem langs komen in Utrecht. Ook
daaruit kan ik opmaken dat hij nog steeds enthousiast is.
7. Wat is voor jullie opdrachtgever op dit punt in het proces belangrijk?
Dat de onderzoeksvraag die wij hanteren goed is. Dat vind hij belangrijk omdat dat een erg
belangrijk gedeelte is van het onderzoeksvoorstel. Als wij een vraag proberen te
beantwoorden die vosor hem niet belangrijk is heeft hij weinig aan ons onderzoek.
Signalen bij mijzelf:
8. Hoe voel je je in het bijzijn van de opdrachtgever? (wat merk je aan jezelf?)
Aangezien we alleen nog mail contact gehad hebben sinds de Skype conferentie is deze
vraag lastig te beantwoorden.
9. Behaal je de door jouw gestelde doelen voor het gesprek? Waarom wel/niet?
Absoluut, als ik heb een vraag stel in de mail beantwoord hij daar altijd op. Op die manier
krijg je wel een vertrouwensband. Belangrijk is om die niet te beschadigen, de
opdrachtgever moet ook zeker weten dat ik er ook altijd ben voor hem.
10. Wat merk je van de grondhouding als adviseur? Geef 2 voorbeelden waaruit blijkt hoe je
grondhouding is.
Een grondhouding die ik nog steeds hij mijzelf herken is betrouwbaar zijn. Ik zal nooit de
opdrachtgever iets adviseren tenzij ik zelf weet dat de informatie die ik geef correct en
valide is. Ik reageer nog steeds zo snel mogelijk op mailtjes, en zover ik weet vind hij dat
fijn. Een ander iets waar ik aan merk dat ik betrouwbaar belangrijk vind is dat ik hem vaak
op de hoogte hou wat er is gebeurd en daarbij gelijk documenten mee stuur waaruit blijkt
dat dat ook zo is.



29 | P a g i n a



11. Hoe is je non-verbale gesprekshouding?
Aangezien we sinds de laatste Skype conferentie geen contactmeer hebben gehad anders
dan mail kan ik deze vraag niet beantwoorden richting de opdrachtgever toe. Wat ik wel
kan beantwoorden is mijn non verbale gesprekshouding tijdens de coaching uren. Ik ben
vaak ziek geweest tijdens die uren, maar toch heb ik tot nu toe niet 1 gemist, als enige van
de groep zelfs. Daarin merkte ik wel dat ik erg moe was tijdens die uren. Wij hebben die
uren om half 9 s ochtends, en dat is nou niet bepaald de populairste uren onder studenten.
Ik let meestal wel op wat er gebeurd met het scrum board en stel ook vragen, maar ik geef
toe dat dit wel beter kan van mijzelf.
12. Reflecteer je ook informatie richting de opdrachtgever (verwoorden hoe iets voor de
opdrachtgever moet zijn)?
Ik hou de opdrachtgever op de hoogste als er ontwikkelingen zijn gebeurd in de groep of
als er werk is afgekomen. Ik mail dat gelijk naar hem met een korte begeleidende tekst.
13. Ben je enthousiaster na contact met de opdrachtgever of juist niet? Waar ligt dit aan?
Aangezien we sinds de laatste Skype conferentie geen contactmeer hebben gehad anders
dan mail kan ik deze vraag niet beantwoorden richting de opdrachtgever toe. Als ik deze
vraag moet beantwoorden puur op basis van het mailcontact zeg ik dat mijn enthousiasme
eigenlijk niet s veranderd sinds de Skype conferentie.
14. Peerfeedback op jouw grondhouding in de rol van adviseur tijdens het gesprek.
Noteer feedback die je van medestudenten krijgt op je functioneren t.a.v. de opdrachtgever:
Aangezien we sinds de laatste Skype conferentie geen contactmeer hebben gehad anders
dan mail kan ik deze vraag niet beantwoorden richting de opdrachtgever toe. Dus dan doe
ik dat maar ten behoeve van de coaching uren. Volgens mijn groep ben ik weinig veranderd
in de coaching uren. Ze kunnen wel waarderen at ik als enige tot nu toe alle coaching uren
heb bijgewoond. Soms hebben ze de indruk dat ik niet altijd met mijn volle concentratie
gefocust ben op de coach en daar hebben ze ook gelijk in.





5. Slotconclusie
Kijk nog eens door je blog. Pak alle dingen die
je over jezelf hebt geschreven aan ervaringen
en ontwikkelpunten en feedback er eens bij.
Probeer ze met elkaar te verbinden. Welke
lijken op elkaar of versterken elkaar? Spreken
sommige bevindingen elkaar tegen?
Trek een slotconclusie op basis van de hele
blog en afgelopen periode dat je bezig bent
geweest in de rol van adviseur:
1. Waar sta je? Wat zou je nog willen
leren? En hoe wil je dat leren?
Ik sta in het begin van het begin naar mijn
gevoel. Ik heb veel geleerd over adveis
gevend eze periode. Ook heb ik competenties
uit het voorgaande jaar geoefend. Een simpel
voorbeeld daarvan is het interviewen. Toen ik
een soort mini interview met hem hield kwam
hij erg relax over en beantwoorde hij al mijn
vragen erg rustig en nam hij tijd om na te
denken. () Ik had voor mijzelf een interview
schema gemaakt, iets wat ik zelf geleerd heb
bij het vak communicatie in thema twee. Daar
heb ik erg veel aan gehad, het zorgde ervoor
dat ik een structuur aan hield en niet in de
wilde weg vragen ging stellen. Iets wat ik niet
kon voorkomen tijdens ene interview met de
opdrachtgever van thema vier. Dat interview
ging niet erg goed omdat ik totaal de controle
kwijt was. Het interview van deze periode
verliep naar mijn mening veel beter. (zie blz.
21). Het was fijn om dat onder andere te
oefenen. Het contact met de opdrachtgever is
ook iets waar ik deze periode voor het eerst
bewust op heb zitten letten.
Wat ik nog wel leren is het tijdens het
acquisitiegesprek om tegen de opdrachtgever
in te gaan. Ik ben erg bang om de leider van
een gesprek te worden omdat ik vind dat hij
dat zou moeten doen. De beste manier om
dat te leren is om het gewoon te doen, kijken
hoe hij of zij reageert.
Een ander punt wat ik moeilijk vind komt uit
het contractering gesprek. Ik vind het lastig
om over geld te beginnen, als hij een geld
bedrag per uur voorstelt en ik vind dat te
weinig, vind ik het erg moeilijk om daar wat
over te zeggen. De beste manier om dat te
leren is om het gewoon te doen, kijken hoe
hij of zij reageert.
Een ander punt heb ik ontdekt tijdens het
invullen van het schema voor het
adviesgesprek. Het vieren, als het advies lukt
en de geadviseerde heeft er wat aan is het
belangrijk om daar goed bij stil te staan. Ik
denk dat ik het moeilijk vind om daar goed
bij stil te staan. Ook hier denk ik dat oefening
kunst baard.
Een ander punt is achter de informele regels
van een bedrijf komen. Een voorbeeldje die ik
in de tekst noemde: (blz 14) Het is aan de
adviseur om achter de informele regels te
komen. Dit kan hij doen door goed te
observeren naar hoe mensen met elkaar
omgaan bijvoorbeeld. Een voorbeeld hiervan
herken ik uit mijn eigen leven. Toen ik bij de
V&D deed ik altijd erg aardig tegen mijn
leidinggevende en werd je op een normale
manier aangesproken. Terwijl als ik nu naar
kijk huidige baan in de horeca kijk, hier schelt
de leidinggevende net zo hard als iemand die
onder hem staat naar elkaar, zonder daar echt
wat mee te bedoelen. Ik ga nu op een veel
minder zakelijke manier met mijn collegas om
dan bij de V&D.
Een ander iets waar ik in kan groeien is het
oppikken van signalen van iemand waar ik
een gesprek mee hou. Voorbeeld uit de tekst:
Gelukkig merk ik steeds beter aan mijzelf hoe
ik over kom op mensen en hoe ik mezelf daar
31 | P a g i n a

het beste aan kan aanpassen. Maar ik blijf het
soms er lastig vinden om bijvoorbeeld
gezichtsuitdrukkingen van iemand te lezen. Ik
kan daar heel veel informatie uit halen door
voor mij handig kan zijn maar ik let daar vaak
niet op,. Daarbij vind ik het sowieso lastig om
iemand gezichtsuitdrukking te begrijpen. Er
zijn natuurlijk meer externe signalen die
iemand uitstraalt maar dat is wel een
voorbeeld die erg speelt bij mij. (blz.4) Ik kan
dit verbeteren door mij bewust zijn van het
feit dat ik dit nu eenmaal heb, daardoor kan
ik die signalen beter oppikken.
2. Schrijf je conclusie en leerpunten op
de achterkant van deze bladzijde.
Ik ben contact persoon naar de
opdrachtgever toe deze periode in mijn
projectgroep. Daarom ben ik van mening dat
ik erg goed deze zelfreflectie erg goed kon
invullen en daar ook erg veel aan ga hebben
in de toekomst. Het is belangrijk dat ik goed
vertel hoe ik die doelen wil bereiken.
Daardoor kan ik vanaf nu actief aan die
doelen gaan werken.
Conclusie: dit verslag heeft mij inzicht
gegeven in wat een adviseur eigenlijk
betekend en he hij of zij moet en/of kan
gedragen in bepaalde situaties. ook heeft het
mij inzicht gegeven in punten waar ik nog in
kan en met groeien. Het verslag begon met
mijn uitleg over de grondhouding van de
adviseur. Vervolgens heb ik geleerd hoe ik
effectief kan zijn. Dat kan ik zijn als ik het
management, de acceptatie en de kwaliteit zo
goed mogelijk heb. Vervolgens heb ik
verschillende vaardigheden geleerd die ik
moet beheersen wil ik een goede adviseur
zijn. Er bestaan twee typen adviseurs, de
verbeteraar en de vernieuwer. Ik ben erachter
gekomen dat ik een vernieuwer ben.
Vervolgens heb ik het gehad over de
overlevingsstrategien, ik gebuikt de
strategien perfectionistisch en optimist.
Vervolgens heb ik op mijn eigen proactiviteit
gereflecteerd. De zes as hebben betrekking
tot het advies gesprek. Vervolgens heb ik het
over de organisatie en zijn omgeving gehad.
Om af te sluiten met de advies strategien.
Hoofdstuk drie bestaat over de structuur waar
ik me het beste aan kan houden tijdens een
gesprek. Het laatste hoofdstuk, hoofdstuk vier
is zelfreflectie.
Dat was een korte samenvatting van dit
verslag, ik heb over al de hiervoor benoemde
punten veel geleerd. Ik had erg weinig
voorkennis over de stof en ik ben bij nu meer
te weten over het mijn rol als adviseur. Een
beroep die ik volgens mijn docent later als
tweede beroep ga krijgen. Het is dus heel
handig om over dat beroep veel te leren.
Leerpunten
Rustig praten bij de start van interviews
of gesprekken
Tegen opdrachtgever in proberen te
gaan
Over geld beginnen bij contractering
gesprek
Vieren van succes bij adviesgesprek
Informele regels in een bedrijf

You might also like