Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 2

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESVOORBEREIDINGSFORMULIER
NAAM STUDENT Roline den Ouden STUDENTNUMMER 1650676
KLAS 1E STAGESCHOOL Cammningha School Bunnik
STAGEBEGELEIDER Tineke Vrij Peerdeman STAGEGROEP 5
DATUM 29-10-2014 VAK / ONDERWERP Muziek, lied aanleren

VOORBEREIDING
Omcirkelen: Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les.
Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les.
DOELEN VOOR DE LEERLINGEN
DOEL(EN)
+ Welk type doel; kennis en inzicht,
vaardigheid of attitude gerelateerd?
+ Wat moet deze les opleveren (product,
specifiek en meetbaar)?
+ Welk gedrag wil ik oproepen/ wat
moeten de ll tijdens de les oefenen of
ervaren (procesdoel)?
- Aan het einde van de les kunnen de leerlingen uitleggen/vertellen waar de tekst van het lied over gaat
(vaardigheidsdoel).
- De leerlingen kunnen aan het einde van de les het lied zelfstandig zingen zonder begeleiding/hulp van de leerkracht.
- De leerlingen kunnen tijdens de les zelf bewegingen bedenken die aansluiten op de tekst van het lied. Deze
bewegingen (die dus het lied eigenlijk uitbeelden) kunnen de leerlingen dan ook (zelfstandig) uitvoeren.
LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN+ Wat weten
en/of kunnen de leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke theorie,
didactiek, leerlijnen maak ik gebruik?
Op mijn stageschool wordt er eigenlijk bijna nooit liedjes aangeleerd aan de leerlingen. Natuurlijk zingen de leerlingen
wel liedjes als ze weekafsluiting hebben of natuurlijk als het Sinterklaas of Kerst is.
De leerlingen kunnen allemaal lezen en kunnen dus ook liedjes meezingen die passen bij de bovenbouw.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en didactische
onderwijsbehoeften van de groep?
+Indien van toepassing: Wat zijn specifieke
individuele onderwijsbehoeften?
De leerlingen hebben een duidelijke uitleg en een goede structuur nodig om dit lied goed te kunnen zingen. Verder is
het belangrijk dat er een fijne werksfeer aanwezig is zodat de leerlingen niet bang zijn om enthousiast mee te zingen en
dansen met het lied dat ze aangeleerd krijgen.
Als laatste is het van belang om bij deze werkvorm bepaalde leerlingen uit elkaar te halen, want die leerlingen zijn wat
drukker en gaan anders alleen maar met de vriendjes en vriendinnetjes kletsen die naast hen staan tijdens de
muziekles.
BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid
Eigenlijk sluit het lied niet aan op de belevingswereld van de kinderen. Wellicht dat de kinderen het alleen grappig
vinden, omdat een banaan kan dansen.
Ik sluit aan op de fantasie van de leerlingen.
MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen, welke
leermiddelen gebruik ik?
+ Op welke manier laat ik de materialen de
lesinhoud ondersteunen
* Welke methoden, bronnen gebruik ik.
(APA)?
Voor dat de les gaat beginnen zal ik op het digibord het lied klaarzetten. Dit doe ik zodat de kinderen de tekst een keer
kunnen meelezen/zien terwijl ik het voorzing.
Natuur moet ik ook een oplossing hebben voor als het digibord het niet doet. Daarom print ik ook de tekst van het lied
uit, zodat de kinderen altijd nog de tekst op papier kunnen meelezen/zingen.
Het lied staat op het digibord, dus kan ik zo aanklikken. Verder staat de tekst ook volledig /met karaoke versie op
youtube. https://www.youtube.com/watch?v=tTB3G4MfHPQ

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESOPBOUW

TIJD--
Min
ACTIVITEIT
Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?
Vorm
ISK
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken
5 min Aan het begin van de les vertel ik aan de leerlingen welk lied we gaan zingen. Ik vertel aan
de leerlingen dat het een lied is dat niet echt waar is, maar dat je maar je fantasie moet
gebruiken.
Natuurlijk vertel ik de leerlingen ook de doelen die ik aan het eind van de les behaald wil
hebben. Dit doe ik zodat de leerlingen ook weten wat er van ze verwacht gaat worden.
Verder laat ik de leerlingen in spanning over hoe de les verder gaat verlopen.

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt aan bod,
in welke volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen wat ik
met deze les wil bereiken?
+ Pendelen tussen leerstof,
leerling en leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies ik en
voor wie?
+ Hoe zorg ik voor voldoende
variatie in werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve kenmerken zijn
er en hoe speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?
+ Hoe cluster ik de kinderen in
groepen.
+ Hoe stimuleer ik de motivatie
van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback aan
leerlingen?



Op het digibord zet ik het lied aan, zodat de leerlingen weten hoe het lied in elkaar zit en
ze weten wat hopelijk aan het einde van de les het resultaat is/gaat worden.
Daarna zet ik het lied op de karaoke versie en zing ik daarmee mee. Natuurlijk mogen de
leerlingen als ze het lied al een beetje kennen meezingen, maar niet te hard, want dan
kunnen de leerlingen die het nog niet kennen de tekst niet meer horen.
Hierna laat ik de tekst op het bord staan en ga ik met de leerlingen alleen het refrein even
doornemen. Dit doen we minimaal twee keer, omdat de leerlingen die het nog niet
kennen het dan hopelijk na een aantal keer wel kennen.
Daarna gaan we alleen naar het couplet luisteren. Deze zing ik dan voor en hierna mogen
de leerlingen het ook proberen. Natuurlijk herhalen we het couplet ook een aantal keer.
Als deze er een beetje in zit plakken we het eerste couplet aan het refrein.
Hierna laat ik de leerlingen het refrein geheel zelfstandig zingen. Ik laat ze met de muziek
meezingen, maar ook natuurlijk met de karaoke versie.
Als het lied er bij iedereen een beetje in zet en ze het eerste couplet en het refrein
kennen vraag ik aan de leerlingen of ze bewegingen bij het lied kunnen bedenken, ik kies
zelf de leerlingen uit die het voor mogen doen. Daarna bedenken weer andere leerlingen
bewegingen en deze bewegingen plakken we tot n geheel aan elkaar.
Als de leerlingen samen met mij het lied hebben gezongen gaan ze het zonder mij doen,
ze mogen het eerst zonder de bedachte bewegingen doen maar daarna moeten ze het
met doen. Daarna zal ik als afsluiting een applausje geven voor de leerlingen en ik zeg ook
applaus voor jezelf. Daarna vraag ik of ze weten waar de tekst precies over ging, wat er
zeg maar gebeurde.
Alle leerlingen zijn tegelijk klaar, omdat we deze les klassikaal aan het werk zijn.

Songtekst.
De grote banaan uit Afrika die danste de hele dag van je bi boe ba ba nanana.
En iedereen die het zag zei; h waar komt die banaan vandaan h waar gaat ie naar toe?
We dansen die banaan achterna van je bie boe ba la loe.(refrein)
De grote banaan uit afrika die keek toen heel verwonderd.
De mensen zongen bi boe ba
Het waren er wel honderd ze dansten naar het warme strand
en riepen met z'n allen lang leve het bananen land
En trap niet op de kwallen bi boe banana loe.
(refrein)De grote banaan uit afrika begon opeens te rennen.
Hij wilde naar het water toe om lekker te gaan zwemmen,
hij trok zijn gele jasje uit en sprong toen in de golven.
daar werd hij door een hoge zee haast helemaal bedolven bi boe banana loe. Die blote banaan uit afrika die zwom toen de hele dag,
want hij ging terug naar afrika en iedereen die het zag zei;
h waar zou die banaan heen gaan h waar gaat ie naar toe?
Hij zwemt terug naar Afrika van je bie boe ba la loe.

You might also like