Lesbrief Vensterbanktuinieren

You might also like

Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 26

IVN Consulentschap Drenthe

Oostersingel 23-25
Assen

Postbus 125
9400 AC

ASSEN

Tips voor het kweken van kiemen en microgroenten.

tel. (0592) 371 740

Kiemen.

fax (0592) 343 725

Voor het kweken van kiemen is niet veel nodig, een pot met een zeef of
doek is genoeg. Wel moeten de kiemzaden elke dag 2 keer worden
gespoeld onder de kraan, als het warmer is moet het 3 keer. Het is dus
wel lastig om het weekend zonder zorg te overbruggen, dus het is
raadzaam om de kiemen in een pot over het weekend mee naar huis (te
laten) nemen en aldaar te verzorgen, want er zal altijd een weekend
tussen zitten voordat de kiemen kunnen worden gegeten met wortel en
al. De kiemen zitten boordevol vitamines. Helaas zijn de kiemen
vanwege de ehec bacterie contaminatie in Duitsland begin 2011 in een
kwaad daglicht komen te staan. De vervuiling ontstond echter van
buiten af, de ehec is immers een contaminatie die zijn oorsprong alleen
in vlees c.q. darmen kan vinden. Desalniettemin blijft hygine voorop
staan bij het kweken van de kiemgroentes door minimaal 2x per dag
met schoon leidingwater te spoelen. De kiemen zijn doorgaans klaar in
een tijdsbestek van 7 tot 10 dagen.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

email: consulentschap.drenthe@ivn.nl
internet: www.ivn.nl

Kweekpot met zeef, makkelijk om het water schuin uit te laten lekken.
De teelt in het kort:

Neem een jampot afgesloten met een linnen doek, of een zeef
ter afsluiting op maat Er zijn ook kant en klare potten met zeven
voor dit doel te koop.
Gebruik niet gewone zaden uit de handel, maar speciaal voor dit
doel geoogste kiemzaden (bijvoorbeeld: alfalfa, radijs, broccoli,
prei)
Laat de kiemzaden eerst een nacht onder water staan om vol te
laten zuigen
Het verdient aanbeveling de kiemen in het begin niet in de
vensterbank op te kweken, een beetje of geen daglicht is goed,
de laatste paar dagen kan de pot eventueel wel in de
vensterbank voor de vorming van wat extra vitamines, als de
temperatuur door de zon niet te veel gaat oplopen in de pot.
Spoel de zich ontkiemende zaden elke dag 2 of 3x grondig
onder de kraan, zet daarna de pot schuin onder een hoek van
45 graden in een afdruiprekje zodat ze goed kunnen uitlekken.
Als de kiemen eenmaal op grootte zijn, en dat verschilt per soort
zaad, dan kan de pot daarna beter in een koelkast bewaard,
want anders groeien de kiemen te snel door en dit is niet
bevorderlijk voor de smaak.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Voor het opeten is het raadzaam de kiemen nog weer te wassen


in een kommetje water, de meeste zaadpelletjes komen
bovendrijven en kunnen makkelijk worden afgegoten.

Voorbeelden van geschikte kiemgroentes:


Alfalfa of luzerne, broccoli, prei, radijs, taug, zonnebloem, linzen,
mierikswortel, rode kool
Microgroenten.
Belangrijk te weten is dat er een duidelijk verschil bestaat tussen
kiemen en microgroentes. In het eerste geval kun je het hele
kiemplantje opeten en worden niet de blaadjes van het plantje geknipt,
in het geval van microgroenten eet je in feite alleen de jonge blaadjes
en stengel op die je hebt afgeknipt. De zaadresten en wortels blijven
achter in het groeimedium wat kan bestaan uit grond, watten of
bijvoorbeeld keukenpapier. De microgroentes hoef je ook niet 2 of 3
keer per dag te spoelen. Soms kunnen de worteltjes van de
microgroenten na de eerste keer knippen gewoon weer aangroeien.
Teelt in het kort:

De microgroenten kunnen wel direkt in de vensterbank gezaaid


op een groeimedium van aarde, liefst gemengd met wat zand,
watten of keukenpapier
Water geven kan beter met vers water uit een plantenspuit in
plaats van met een gieter, tenzij het heel voorzichtig met broes
gebeurd
Om het groeiproces te versnellen is een kweekbak met kap als
mini-kasje ook geschikt, echter s zomers niet in de volle zon in
de vensterbank. Voordeel van een kweekbak met kap is vooral
ook een betere luchtvochtigheid
Draai de kweekbakken een paar keer per week, anders gaan de
plantjes te veel een richting opgroeien
Als de blaadjes groot genoeg zijn, knip ze voorzichtig iets boven
het groeimedium af, en spoel de blaadjes met vers water na
Voordeel van de teelt van microgroenten in de klas is dat bij de
verzorging het weekend kan worden overgeslagen

Voorbeelden van geschikte microgroentes die je knipt:


Tuinkers, rucola, mosterd, vlas, basilicum, peterselie, bieslook, dille.
Deze genoemde zaden zijn veelal niet geschikt als kiemen, want bij het
kiemproces ontwikkelen zich bij deze soorten een slijmerig laagje wat
wel weggespoeld zou kunnen worden, maar dit gaat toch nog vrij gauw
schimmelen in een afgesloten pot; op een groeimedium is dit geen
bezwaar.

Een kruidentuintje anders: een toren met kruiden.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Door kruidenplanten in potten te stapelen als een toren geeft een


grappig en speels effect, en neemt weinig ruimte in op de vensterbank.
Het is eigenlijk een mini terrassencultuur. Kies niet meer dan vijf
niveaus, anders valt de toren gauw om. Neem liefst aardenwerken
potten, want dan wordt de grond van binnen niet snel te nat. Zorg er
voor dat de potten minimaal 4 cm in diameter verschillen, anders blijft er
niet genoeg ruimte over om te poten, bijvoorbeeld 23 cm, 19 cm, 15 cm
en 11 cm. De onderste pot kan ook vervangen worden door een aarden
schaal. Om de toren wat meer stevigheid te geven is het raadzaam om
de toren te steunen met een (bamboe) stok aan de binnenzijde. Onder
aan de toren is het plaatsen van een platte schotel aan te bevelen,
anders kan de vensterbank waar de toren staat nogal vies worden.
Gebruik als aarde niet alleen potgrond, maar meng dit door met wat
zand om het geheel wat luchtiger te maken. Verdere tips:

Naar keuze plant de kruiden aan de randen van de pot, of als


experiment zaai de kruiden aan de randen. In het laatste geval
verdient het wel aanbeveling om de zaden eerst met zand te
mengen, dit redelijk vochtig te maken, te mengen, en de
aangemaakte zaden minimaal een dag voorafgaande het zaaien
te laten staan.
Ook kunnen de zaden van de kruiden natuurlijk gezaaid worden
onder een voorkweekbak met kap, en daarna voorzichtig
verspeend in de toren.
Maak de kiemende planten of de grotere planten dagelijks nat
met behulp van schoon water uit een plantenspuit, of geef heel
voorzichtig water met een kleine gieter.
In plaats van een toren met vijf potten kunnen natuurlijk ook
twee potten worden ingezet om wat meer variatie of volume in
de kruiden mogelijk te maken.
Draai de potten elke dag even een slag, om te sterke groei naar
het raam te verminderen.
Plant de kruiden die van nature wat droger en zonniger willen
staan boven in de toren, zoals tijm en salie.
Planten die wat meer vocht willen hebben kunnen naar de
onderste etage zoals munt
Kruiden die nogal fors van nature worden zoals lavas lijken niet
geschikt voor de toren, plant deze eventueel apart er naast in
een grotere pot.
Als er ook voor basilicum is gekozen, kan er als de bladeren
groot zijn geworden pesto met de leerlingen worden gemaakt.
Dit kan ook zonder keukenmachine in een vijzel met stamper.
Uiteraard kun je er ook voor kiezen om juist basilicum (ook)
apart voor dit doel op te kweken, voor een hele klas zijn heel wat
blaadjes nodig. Dit geldt ook voor de andere kruiden waar je iets
mee wil doen, zoals thee zetten van pepermunt of
citroenmelisse.
Opsomming van kruiden die geschikt zijn: pepermunt,
peterselie, basilicum, bieslook, tijm, dragon, anijs, salie,
marjolein, citroenmelisse, lavendel, dille, kamille.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Er zijn uiteraard talrijke manieren om de kruidentoren te


gebruiken bij zintuiglessen. Leer de leerlingen bijv. het verschil
tussen direkt ruiken aan de blaadjes, of door eerst aan de
blaadjes te wrijven en daarna te ruiken. Aardige oefening is ook
a;ls de leerlingen eenmaal de geuren hebben ervaren de
leerlingen vervolgens met blinddoek de kruiden te laten
herkennen als spel.
Als de klas de smaak te pakken heeft met de kruiden, valt te
overwegen een en ander buiten ook uit te voeren. Een aardig
model in aansluiting met de kruidentoren is een spiraaltuin
aangelegd voor kruiden, als basis hiervoor kan ook een
vierkante meterbak dienen. De omhooglopende spiraalstructuur
kan dan met stenen worden aangelegd. De droogteminnende
kruiden kunnen weer bovenaan geplaatst, de meer
vochtminnende kruiden onderaan de spiraal.

Basilicum om pesto van te maken in de klas.


Er zijn erg veel kruidenboeken verschenen, helaas zijn ook goede
boeken vaak uitverkocht en worden niet herdrukt, maar wellicht nog wel
op de tweedehands markt verkrijgbaar. Een voorbeeld hiervan is:
Praktische kruidengids, Y. Coenders, Spectrum (nog steeds een van de
betere kruidengidsen in compact formaat).
Momenteel is in ieder geval verkrijgbaar o.a.:
Kruiden kweken, Paul Seitz, Deltas 2012.
Een aanrader voor gebruik in de klas of buiten als je met kruiden aan de
slag gaat. Vele originele tips voor (kruiden) planten.
Basilicum, Peter Bauwens, Botanisch, praktisch en culinair, Terra
Lannoo.
Dit boek geeft een uitgebreide omschrijving van de soortenrijkdom van
de basilicum en wat je er allemaal mee kunt doen als keukenkruid of
microgroente.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Een tomatenplant in de klas opkweken: kostbaar als goud.


Tesamen met de aardappel (ook familie van de nachtschadeachtigen)
hebben de ontdekkingsreizigers rond 1500 de tomaat in Europa
geintroduceerd, pas rond 1700 werd de welbekende ronde rode tomaat
geselecteerd, en werd in eerste instantie alleen in de Italiaanse keuken
verwerkt. In de rest van Europa bleef men vooroordelen houden ten
opzichte van de vrucht, gezien de giftige eigenschappen van de
bladeren en stengel, gifstoffen die verdwijnen bij het afrijpen van de
vrucht. Pas in 1820 werd het taboe van de tomaat ook elders
doorbroken en begon spoedig de doormars in populariteit in NoordAmerika en Europa. Ook groeide de vraag snel door
verwerkingsmogelijkheden in populaire produkten als ketchup en
Campbell soep.
Je kunt bij het opkweken van een tomatenplant in de klas twee doelen
nastreven: of je kweekt de hele plant op in de klas volgroeid te laten
worden met als hoogtepunt de oogst van de tomaten, of je kweekt
binnen de plant voor met als doel om deze later buiten uit te planten op
een beschutte, wat warmere plek, bijv. tegen een buitenmuur op het
zuiden. Belangrijk verschil is de keuze van het tomatenras. Dit is geen
sinicure, want er zijn wel 14.000 tomatenrassen, allen met hun eigen
smaak en wensen. Voor de binnenkweek tot volgroeide plant komen
rassen in aanmerking die kleine cherry-achtige tomaten vormen. Hier
zijn ook weer vele soorten van. Vaak staat wel op de verpakking
aangegeven dat dit ras bijzonder geschikt voor kweek op bijv. het
balkon. Tomatenzaden zijn licht van gewicht, en de F1 selecties zijn
bijzonder kostbaar, vaak zitten er daarom maar een paar zaden in een

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

zakje. Per kilo zijn de zaden een stuk duurder dan goud, zon 50.000
euro per kg.!

Goud in de vensterbank.

De opkweek.
Voor oogst van een tomatenplant in de klas is een struikvormende
tomaat of pot tomaat het meest geschikt. Deze maakt kleine
smaakvolle tomaten, en de plant hoeft niet gediefd (dit is het periodiek
verwijderen van de okselscheuten uit de oksel van stengel en blad), een
simpele bamboestok of klimgeleider is genoeg als steun. Een geschikt
ras is bijv. Lycopersicon Donna F1 of Garden pearl.

Gebruik een kweekbak met kapje en ontluchting. Doe er een


mengsel van potgrond of compost in wat eerst gemengd is met
wat zand om het wat luchtiger te houden. Start niet te laat in het
jaar, bijv. eind maart of begin april.
Zaai de zaden een voor een in het kweekbakje, vier of vijf cm uit
elkaar. Hou het bakje met kap er op goed nat, maar niet
kletsnat, water geven met de plantenspuit is doorgaans
voldoende. Dek de zaden toe met een mengsel van half zand
half potgrond.
Als tweezaadlobbige maakt de plant eerst 2 ovale kiemblaadjes,
al spoedig volgen de andere bladeren. De steel is direkt al vrij
harig, en het plantje hoe klein ook geeft bij aanraking ook

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

snel de typische tomatenplant geur af (doet ook wel denken aan


een jonge sancerre wijn, dit voor de liefhebbers).
In de vensterbank moet de kweekbak dagelijks gedraaid om te
voorkomen dat de plantjes scheef gaan groeien.
De ideale opkweektemperatuur is 22 graden C. Als het te koud
is frustreert dit het groeiproces van de mediterrane plant.
Als het derde en vierde blaadje mooi ontwikkeld zijn is het tijd
om de plantjes te verspenen. Het is niet de bedoeling dat de
plantjes bij deze handeling uit de grond worden getrokken , dit
zal leiden tot kneuzing van de stengel met schimmelziektes als
gevolg, en wellicht beschadiging van het prille wortelgestel.
Verspenen doet met met behulp van een speciaal
verspeenstokje, maar met een houten etiketje of zelfs met een
potlood kan met het plantje ook zorgzaam verplaatsen op zijn
nieuwe plek: in een perspotje van 5 tot 7 cm grootte. Wip met de
stokjes als hulpmiddel de gehele plantjes voorzichtig omhoog,
en knijp daarbij niet in de plant. Plant de plantjes iets dieper het
potje in als dat ze boven de grond stonden. De perskluitjes
kunnen naast elkander ook weer onder de kweekbak met kapje.
Als de planten een stuk groter zijn geworden kunnen ze met het
doorwortelde perskluitje en al in een potje van ca. 10 cm.
worden verpot. Eventueel wordt het vorige stadium
overgeslagen, en worden de plantje direkt verspeend in deze
pot, echter gezien de ruimte die de planten dan individueel
innemen past dit niet meer in en onder het opkweekbakje.
Nog later kan de plant in grotere pot worden verplant, waarin de
plant kan gaan bloeien en vruchten vormen. Gebruik hiervoor
een emmer of grote pot van 40 of 50 cm. in doorsnede. De gele
bloemetjes van de tomaat zijn zelfbestuivend (zelffertiel), het
kan helpen door af en toe aan de plant te schudden het
stuifmeel te verspreiden.
Als de plant wat groter wordt verdient het aanbeveling om de
plant te steunen met een bamboestok, en aan te binden met
hoe kan het anders met jute tomatentouw. (dit is lekker zacht
touw wat de stengel niet zal beschadigen). Wat eventueel te
veel is voorgekweekt om verder voor binnen te gebruiken kan
natuurlijk ook goed overgeplant worden in de vierkante meter
bak buiten.

De opkweek van de meer traditionele klimmende tomatenrassen is in


feite identiek aan het bovenvermelde voor de struikvormen. Gezien hun
aard heb je er wel rekening mee te houden dat deze variaties steeds
maar blijven groeien, totdat ze getopt zijn door de teler. Het is wellicht
een leuk idee om ook een van deze klimmers in de klas te proberen op
te kweken, zaak is dat de stengel dan goed geleid wordt met
tomatentouw en bamboestokken tot misschien wel het plafond van de
klas, en weer terug. Of je onderbreekt de uitgroei door te toppen na de
ontwikkeling van de vijfde tros. De klimmende tomatenrassen hebben
wel een grotere pot nodig om uit te groeien. En zoals hierboven vermeld
moeten ze wel worden gediefd van tijd tot tijd.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Inspirerend boek over de tomaat:


Tomaten, pepers & aubergines, Peter Bauwens, Uitgeverij Tarra
Lannoo.
De nieuwe tuin Peter Bauwens Belgi www.denieuwetuin.be (veel leuke
en aparte zaden en tuiniertoebehoren; een absolute aanrader voor
speciale tomatenrassen met kleine tomaten voor in de klas en soorten
kiemgroentezaden)
Bij de meeste tuincentra elders genoemd zijn ook de nodige zaden van
struiktomaten te verkrijgen als balkontomaat.
Uiteraard kunnen er binnen in potten ook aubergines, pepers,
aardappels en paprikas worden geteeld.
Adressen leerkrachten:
Nuttige adressen:
Tuinland Groningen Peizerweg (in het seizoen ruime keus zaden en
tuintoebehoren, waaronder ook veel soorten tomaten voor in de pot)
Welkoop Groningen Peizerweg (in het seizoen ruime keus zaden en
tuintoebehoren) www.boerenbond-welkoop.nl
Douma Bergum www.doumazaden.nl (veel zaden keus per postorder)
De nieuwe tuin Peter Bauwens Belgi www.denieuwetuin.be (veel leuke
en aparte zaden en tuiniertoebehoren; een absolute aanrader voor
speciale tomatenrassen met kleine tomaten voor in de klas en soorten
kiemgroentezaden)
De Stadsakker, www.stadsakker.nl Oude Kijk int Jatstraat 38
Groningen (veel leuke en nuttige spullen voor het vensterbanktuinieren
zoals kiemgroente bakken en boeken over tuinieren met kinderen)
Poppetjes en groentes om zelf te maken:
www.catalogusnielsholgersson.nl (onder zoekterm moestuin, ook voor
uitgebreide seizoenstafel poppetjes en materialen)
Vreekens Zaden www.vreeken.nl (leuke selectie bijzondere zaden)

Materialenlijst algemeen:
Potgrond
Zand om te mengen
Verspeenstokjes
Houten etiketjes
Kweekbak met kap
Plantenspuit

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Aardewerken potten of van ander materiaal (tegenwoordig een keur aan


milieuvriendelijke alternatieven ten opzichte van plastic, zoals gemaakt
van bamboe of rubber)
Bamboestok of plantgeleider
Tomatentouw

Boeken interessant in relatie met kweken en proefjes in de klas


Kiemen en microgroenten kweken, Peter Bauwens, Zuidnederlandse
uitgeverij/Deltas 2011 (omschrijving hoe groentezaden te kiemen, en
leuke proefjes met groentes)
Tomaten, pepers & aubergines, Peter Bauwens, Uitgeverij Tarra
Lannoo
Basilicum, Peter Bauwens, Uitgeverij Tarra Lannoo
Natuuractiviteiten voor kinderen van 5 8 jaar, Frederic Lisak et al,
uitgeverij Casterman
Natuur in eigen hand, Chris van Deursen et al, Cyclone, 2012
Kruiden kweken, Paul Seitz, Deltas uitgeverij, 2012 (een inspirerend
boek over dit onderwerp, deze uitgeverij heeft nog meer interessante
tuinboeken in portefeuille)

Algemeen met kinderen tuinieren:


Kindvriendelijke tuin, Renate Hagenouw, Rebo Productions
Makkelijke moestuin, Jelle Medema, Pumbo druk
www.makkelijkemoestuin.com
De Schooltuin, Gina Kranendonk, uitgeverij de Verbeelding
De Groene Hemel, kindertuinen, uitgeverij Kosmos
De moestuin van Michelle Obama, Karakter uitgevers

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Citroenbatterij
Maak een batterij van een citroen
Benodigdheden
Citroen
Zink
Koper (stuiver)
Keukenmesje
Led
Werkwijze
Snijd 2 sneden in de citroenen
Stop de metalen in de sneden
Verbind de led aan de metalen koper = + pool, zink = - pool
Toelichting
De werking van citroenen als batterij is eigenlijk heel eenvoudig. Het
zure karakter
van de citroen (electrolyt), in combinatie met het zink en koper
(elektrodes van
verschillende metalen) zorgen voor het ontstaan van een plus en min
pool. Bij de
aanwezigheid van een plus en min pool kan er energie worden
opgewekt.

Welke vruchtensap bevat de meeste vitamines?


Hoe kun je bepalen in welke vruchtensap de meeste vitamine C zit?
Benodigdheden:
4 verschillende vruchtensappen
(bijvoorbeeld appel-, sinaasappel-,
druiven- ananas- en multivitaminesap)
1 theelepel aardappelzetmeel
Water
Betadine (jodium)
4 medicijncupjes
Een glas
Druppelflesje (bijvoorbeeld van een leeg flesje oog- of neusdruppels)
Maatbeker
Theelepel
Werkwijze:
Meng 1 theelepel zetmeel met 100ml water in een groot glas.
Voeg 10 druppels betadine toe om hem donkerblauw te maken.
Roer de oplossing goed door.
Doe in elk glas 1 eetlepel van de donkerblauwe oplossing
Voeg 10 druppels vruchtensap per glas toe Noteer welke sap je in
welk glas
doet.
Het sap dat het lichtst is geworden na 5 minuten is het gezondst!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Toelichting:
1. De multivitamine zal waarschijnlijk het ligt kleuren. Een goede tweede
is vaak het
sinaasappelsap. Bij het appelsap ontkleurt de vloeistof het minste.
2. Sinaasappelsap is gezonder dan appelsap. Sinaasappelsap bevat
meer vitamine
C en E.
In de verschillende vruchtensappen zitten onder andere vitamines.
Vitamine C en E
zijn bekende anti-oxidanten. Anti-oxidanten zijn stoffen die oxidatie
tegengaan.
Bijvoorbeeld het bruin worden van een appel.
Het zetmeel en de betadine kleuren samen de vloeistof blauw. Doordat
de antioxidanten
reageren met de betadine, verdwijnt langzaam de blauwe kleur uit de
vloeistof. Dus hoe lichter de oplossing, hoe meer anti-oxidanten in het
vruchtensap
zitten.
Wat voor sap drink jij vanaf nu?
Bij deze proef heb je anti-oxidanten aangetoond. Belangrijke antioxidanten zijn
vitamines. Er zijn veel verschillende soorten vitamines die je nodig hebt
om gezond
te blijven. Als je te weinig voedsel met vitamine C eet, kun je ziek
worden. Dan krijg
je bijvoorbeeld scheurbuik. Deze ziekte kwam vroeger veel voor bij de
bemanning
van schepen. Zij waren soms maanden achter elkaar op zee. Waardoor
ze te weinig
vers fruit en groenten met vitamine C aten.

Eetbare Verf
Groenten en fruit vind je in verschillende kleuren. Deze natuurlijke
kleurstof kun je
gebruiken om mee te verven.
Wanneer je het sap van een groente mengt met zetmeel krijg je een
gekleurd papje
of te wel: eetbare verf!
Zetmeel heeft een plakkende eigenschap. Wanneer je een penseeltje,
in heet water
gedoopt, dan zal het gekleurde zetmeelmengsel aan je kwastje komen.
Daarmee kun
je verven. Het nadeel is dat je vooral lichte kleuren krijgt omdat het
zetmeel veel wit
in zich heeft. Voor rood kun je daarom ook gepureerde en gezeefde
gekookte rode
bieten gebruiken. Voor zwart kun je het inkt van een inktvis gebruiken.
Dit is te
bestellen bij de horecagroothandel of bij de plaatselijke ambachtelijke
visboer. Lukt
het niet, geen probleem. Er zijn genoeg andere kleuren!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Benodigdheden
Benodigdheden
Algemeen
Bakjes om verf in te maken
Kleine garde
Weegschaal
Maatbeker
Keukenmachine
Zeef
Tekenpapier
Kwastjes

Geel
20 gram donkergeel multifruit vruchtensap (pak of fles)
20 gram zetmeel
Groen
50 gram spinazie (of peterselie, of schil van courgette of komkommer)
25 ml koud water
20 gram zetmeel
Oranje
20 gram wortelsap (pak, fles of zelfgemaakt)
20 gram zetmeel
Rood
100 gram stukjes rode paprika
40 gram koud water

Bruin
20 gram cacao
20 gram koud water
25 gram zetmeel
Werkwijze
Geel
Voeg het zetmeel al roerende bij het koude sap.
Als het goed is heeft het mengsel de kleur van dikke yoghurt. Mocht
dit niet
zo zijn voeg dan extra zetmeel toe.
Groen
Pureer de spinazie met het water in de keukenmachine.
Zeef de spinazie met een bolzeef.
Het gezeefde sap gebruiken.
Het zetmeel al roerende bij het spinazievocht voegen
Als het goed is heeft het mengsel de kleur van dikke yoghurt. Mocht
dit niet
zo zijn voeg dan extra zetmeel toe.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Oranje
Voeg het zetmeel al roerende bij het koude sap toe.
Als het goed is, heft het mengsel de dikte van yoghurt. Mocht dit niet
zo zijn,
dan al roerende meer zetmeel toevoegen tot dat wel het geval is.
Rood
Pureer de stukjes rode paprika in de keukenmachine.
Zeef de paprika met een bolzeef.
Het gezeefde sap gebruiken.
Bruin
Vermeng de cacao en het water.
Dan het zetmeel al roerende toevoegen.
Als het goed is, heft het mengsel de dikte van yoghurt. Mocht dit niet
zo zijn,
dan al roerende meer zetmeel toevoegen tot dat wel het geval is.
Verven maar!

Garneren
Maak dan de leukste figuurtjes van groenten en fruit.
Komkommerbloemen
Benodigdheden:
Komkommer
Cherry tomaatje
Dille
Coctailprikker
Werkwijze:
Komkommer wassen en met een kaasschaaf in de lengte 12 gelijke
repen
komkommer afschaven
Reep komkommer oprollen. Zo nog 11 rolletjes maken.
Bovenkant van rolletjes iets buigen, zodat roosjes ontstaan
Komkommer kun je bij elkaar houden d.m.v. een cocktailprikker
Stop een Cherry tomaatje in het midden.
Garneren met de dille
Groentenfiguurtjes
Benodigdheden:
Allerlei soorten groenten (paprikas, wortel, rode kool, venkel, rode
biet)
Steekvormpje van koekjes
Preichrysant
Benodigdheden:
Prei
Scherp mesje
(ijswater)

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Werkwijze:
Snijd het kontje van de prei er zuinig af. Snijd dus vlak tegen het
kontje, want
dat gedeelte is direct ook de houvast voor de chrysant.
Snijd een stronk van ongeveer 8 cm lang.
Snijd de gele prei, van rechts naar links, in zoveel mogelijk dunne
plakjes
naast elkaar. Maar: snijd niet door! Snijd tot maximaal 1 cm van de
onderkant
af.
Draai de stronk een kwartslag en snijd de prei weer volledig van
rechts naar
links, in dunne plakjes. Snijd wederom tot maximaal 1 cm van de
onderkant.
Klaar.
Voor een nog mooier resultaat; ondersteboven minimaal een half uur
bak met
ijswater. Nu gaan de preireepjes kriskras krukken. Hoe dunner de
preireepjes, hoe mooier ze krullen.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Tomatenvlinder
Benodigdheden:
Harde hele tomaat
Scherp mesje
Werkwijze:
1. Snij de tomaat in vier kleine plakjes.
2. Zet het mesje bij de punt van het tomatenpartje. Snijd zo dicht
mogelijk op de
schil (vanaf de binnenzijde) tot aan halverwege het partje.
3. Zet het punt van het mes in het midden van de schil, op het punt
waar je in
stap 2 bent geindigd. Haal het mes, al snijdende naar het puntje toe.
4. Leg het partje met de schilzijde op de snijplank. Zet het mes op de
tapse rand
van het vruchtvlees. Snijd tot aan de schil. Pas op: snijd de schil niet
door,
maar snijd zo dicht mogelijk tot de schil.
5. Klap het partje voorzichtig open, zodat de schilzijdes elkaar raken.
De helften
moeten nog wel aan elkaar blijven zitten.
6. Klaar. Doe nu eventueel de resterende partjes.
Knolselderijfiguurtjes
Benodigdheden:
1 Knolselderij
Citroensap
Olie om in te bakken
Werkwijze:
Snijd de knol doormidden en schil elke helft. Snijd elke helft in plakken
van +/- 1,5
cm dik. Besprekel de plakken met citroensap tegen verkleuren.
Met vormpjes (zoals gebruikt voor het maken van deegfiguurtjes) drukt
u allerlei
figuurtjes uit de plakken: sterren, hartjes, circels..
Verhit de olie in een grote koekenpan en bak de figuurtjes aan
weerszijden
goudbruin.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

In deze
bonen
zit
muziek
Agnes Bakker, IVN Consulentschap Drenthe

NME-project voor groep 1-2, waarbij natuuronderwijs, muziek en drama


worden gecombineerd tot een bonenspektakel. Over besef en waardering. Met
bonenontdekhoek en afsluitende presentatie.
"Juf, juf, kom eens gauw!" "Kijk, hij heeft al blaadjes!" Dergelijke kreten hoor
je vaak s ochtends in de klas van juffrouw Hilly, als de kinderen het lokaal
binnenstromen. Als je je neus om de hoek van de deur steekt, dan zie je dat er
in deze klas iets bijzonders aan de hand is. Er staan twintig potjes op een rij,
met daarin witte watten en een boon. En boven deze potjes hangen kinderen
vol verbazing, om te zien wat er vannacht met hun eigen boon is gebeurd...

Een bonenspektakel
In het voorjaar begint alles uit te lopen, te groeien en te bloeien. Alle leerkrachten in de
onderbouw besteden hier al aandacht aan. Voor kinderen is het niet vanzelfsprekend dat
ze weten waar hun eigen voedsel vandaan komt. Het laten ontkiemen van een boon is
een mooi middel om kinderen besef en waardering bij te brengen voor hun eigen
voedsel.
Maar bonen hebben nog veel meer te
bieden. Ze kunnen voor een
bonenspektakel zorgen in uw eigen
klas!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Bonen in de kring
Wanneer de kinderen van groep 1 op maandagmorgen het klaslokaal binnenkomen, ziet
dat lokaal er heel anders uit dan toen ze het vrijdagmiddag verlieten. Er staan
kweekbakjes, er liggen zakken met aarde, zakken met watten, keukenrollen en overal
liggen bonen...
Alle kinderen gaan in de kring zitten, samen met het glazen potje, dat ze van de juf
vandaag van thuis moesten meenemen. De kinderen zijn er stil van. Wat zal er gaan
gebeuren vandaag? Wat heeft de juf allemaal bedacht?
Als alle kinderen in de kring zitten, laat juf Hilly iets zien. "Wie weet wat dit is?" vraagt
ze. Juf Hilly laat een boon zien aan de kinderen. Kevin steekt zijn vinger op. "Ik denk dat
het een zaadje is, juf."
"Waarvan is het een zaadje?" vraagt de juf. Twintig gezichten kijken juf Hilly vragend
aan. Maar de juf wacht rustig af of iemand van de groep het antwoord weet. Dan roept
Lisa: "Juf, ik denk dat het een boon is!"
Juf Hilly geeft iedereen in de kring een boon. De kinderen kijken, ruiken en voelen aan
de boon. Dan vertelt de juf een verhaal: "Deze bonen heb ik gekregen van mijn moeder.
Vorige week was ik bij haar aan het theedrinken en toen gaf ze mij een zakje, met
daarin deze bonen. Ze vertelde mij dat er plantjes uit zouden komen. Maar er gebeurt
niks. Dus ik dacht: ik neem de bonen mee naar school. Want misschien weten jullie wel
hoe we ervoor kunnen zorgen dat er plantjes uit deze bonen komen."
Samen met de kinderen achterhaalt juf Hilly hoe ze van deze bonen plantjes kunnen
maken. Ze komen tot de conclusie dat ze hiervoor grond, water en licht nodig hebben.
En misschien helpt elke dag een liedje zingen ook wel. Juf Hilly zingt het lied Ik ben een
boon.

Bonen in beeld
s Middags laat juf Hilly een filmpje zien over het ontkiemen van een
boon. De kinderen aanschouwen vol verbazing dit bijzondere proces van
het ontstaan van leven.
Na het laten zien van het filmpje stelt juf Hilly voor om allemaal zlf een
boon te poten in het glazen potje, dat ieder kind van thuis heeft
meegenomen. Maar voordat ze aan de slag gaan, zingen de kinderen
eerst nog het liedje Ik ben een boon.

Iedereen zijn (of haar) eigen boon


Verwondering
De kinderen gaan snel aan de gang. Overal in de klas zie je kinderen
druk hun eigen, glazen potje inrichten, zodat ze straks het ontkiemen
van hun eigen boon kunnen volgen. Elke dag kijken de kinderen even
hoe het met hun boon is.
Sommige kinderen zijn zelfs zo gehecht geraakt aan hun eigen boon, dat ze die een
naam hebben gegeven!
Elke dag staat er s ochtends in de kring n glazen potje centraal. Zo raakt iedereen
betrokken bij de groei van de bonen van elkaar. Maar het is het allermooist om s

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

ochtends telkens weer die verwondering van de gezichten van de kinderen af te lezen, als
hun eigen boon weer is veranderd.
Tips
Voordat u met bonen in de klas aan de gang gaat, is het belangrijk om de bonen eerst
een dag in het water te zetten, dus om ze te laten wellen. Gewelde bonen ontkiemen
namelijk sneller dan bonen die niet in het water hebben gelegen.
En zaadje per kind kan soms leiden tot teleurstellingen, omdat niet alle bonen even
goed ontkiemen. Geef daarom de kinderen meerdere bonen. Als de bonen worteltjes
hebben, moeten ze worden overgeplant in een bloempot (of in een plantenbak). Als de
plantjes iets groter zijn geworden, kunnen ze ook in de schooltuin (of in de tuin van een
kind) geplant worden. (Dit kan vanzelfsprekend pas gebeuren na de vorst!) Maar een
vensterbank is ook een prima plek voor een bonenkwekerij!

Een bonenwedstrijd
"Zie je wel, ik zei toch dat die grote, rode boon zou winnen." "Dat heet een kidneyboon,
hoor!" "En ik denk dat de sojaboon gaat winnen." De kinderen hebben het ontzettend
druk met de bonenwedstrijd, die gisteren van start is gegaan.
Woensdagochtend in de kring heeft juf Hilly die bonenwedstrijd gelanceerd. Samen met
de kinderen heeft ze verschillende soorten bonen in een glas met vochtig keukenpapier
gestopt. Welke boon zal het snelst groeien? In een kringgesprek heeft ze aandacht
besteed aan de verschillende bonen. En de kinderen hebben ieder voor zich aangegeven
welke boon de wedstrijd zal gaan winnen. Het schema hiervan hangt nu in de klas.
Daarop wordt ook aangegeven welke boon er op een bepaald moment aan kop ligt. En
nu maar afwachten wie er gaat winnen!

De bonenontdekhoek
Om kinderen allerlei ontdekkingen bij bonen te laten doen, heeft juf Hilly een
bonenontdekhoek ingericht. In de ontdekhoek liggen een heleboel verschillende bonen.
Grote, kleine, dikke en dunne. In alle mogelijke kleuren en vormen. Kinderen gaan aan
de gang met allerlei proefjes. Ze ontdekken het verschil tussen een gewelde en een droge
boon. Ze snijden bonen door om te zien hoe ze er vanbinnen uitzien. En ze verbazen zich
over de wonderen van de boon.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Bonen in drama en muziek


Afsluiting
Als afsluiting van het bonenproject hebben de kinderen van groep 1 de hele school
uitgenodigd in de centrale ruimte. Enkele kinderen vertellen wat ze de afgelopen weken
allemaal gedaan hebben in de klas. Alle gekweekte bonen staan uitgestald. En de
kinderen laten zien hoe ze deze bonen hebben gekweekt.
Daarna is het spannende moment aangebroken om het lied Ik ben een boon te laten
horen en uit te beelden. Gisteren hebben de kinderen samen met de juf geoefend. Drama
en muziek in n. Per couplet komen er steeds meer kinderen bij.
Werkwijze
Couplet 1: de boon
En boon (n kind) ligt opgerold op een speelmat. Alle kinderen zingen het eerste
couplet.
Couplet 2: de grond
Vijf kinderen spelen de grond. Ze zitten op de grond, met hun gezicht richting de boon.
Alle kinderen zingen het tweede couplet.
Couplet 3: de regen
Drie kinderen lopen om de groep heen en laten met hun handen regen op de boon en de
grond vallen. Alle kinderen zingen het derde couplet.
Couplet 4: de zon
En kind loopt langzaam rond de hele groep,
klimt op een stoel en straalt warmte en licht
naar de boon. Alle kinderen zingen het vierde
couplet.
Boontje, groei maar tot je groot bent
Bij de regels Boontje, groei maar tot je groot
bent gaat het kind dat de boon uitbeeldt heel
langzaam groeien. De armen vormen de
blaadjes. Deze regel van het lied wordt
herhaald tot de hele "plant" is uitgevouwen en
zich heel groot heeft gemaakt.
De toeschouwers geven de kinderen van groep
1 een groot applaus! En reken maar dat geen
enkel kind na dit project tegen oma zegt dat het
geen bruinebonensoep lust. Want wat zal
bruinebonensoep nu goed smaken, zeg!
Ik wens u veel plezier met het bonenproject!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Lied "Ik ben een boon"


Liedtekst

1 Ik ben een boon.


Twee blaadjes en een worteltje bij
elkaar.
Ik ben nu om te groeien bijna klaar.
Kwamen mijn vriendjes maar.
2 Ik ben de grond.
Wel honderdduizend korreltjes bij
elkaar.
Een bedje voor een boon heb ik al
klaar.
Kwam nu de regen maar.
3 Ik ben een wolk.
De regendruppels spetteren uit elkaar.
Word wakker, boontje! Ben jij ervoor
klaar?
Kwam nu de zon nog maar.
4 Ik ben de zon.
Een boontje in de aarde ligt voor me
klaar.
Mijn stralen geven warmte, reken
maar!
k Zou zeggen: groei nu maar!
Boontje, groei maar, tot je groot bent!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Notenschrift
Swing, 105 bpm

Tekst en muziek: Simon Olbertijn, IVN


Illustratie: Carla Gerritzen

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Bonen kweken
Een stap-voor-stapuitleg.
Benodigdheden:

stokbonen of stambonen (stokbonen zijn echte klimmers; ze hebben stokken of draden nodig om tegenop
te klimmen; stambonen blijven lager bij de grond);

voor ieder kind een glazen potje;

watten;

keukenrol;

kweekbakjes of potjes;
potgrond (voor als de bonen straks groot genoeg zijn om overgeplant te worden)

Tip: leg de bonen, voordat de kinderen ze gaan planten, eerst een dag in het water om te wellen. De bonen zullen
dan sneller ontkiemen.
De glazen potten inrichten
Laat de kinderen keukenpapier plat tegen de zijkant van hun glazen pot leggen. In het
midden stoppen ze watten of een prop keukenpapier. Alle kinderen plaatsen drie of vier
bonen tussen de glaswand en het papier. Zorg dat zij de bonen verdelen over het potje.
Hoe de boon ligt, maakt niet uit. Het ontkiemende plantje zoekt zich vanzelf wel een weg naar boven.
Nu gieten de kinderen ongeveer 1 cm water in de pot. Het papier moet steeds vochtig blijven. Ze zetten de potjes
op een warme plaats.
Na ongeveer vijf dagen zal er een piepklein worteltje door de schil van de boon heen komen. De boon bevat al het
voedsel dat het nieuwe plantje nodig heeft om te groeien.
De jonge plant groeit heel hard. Na ongeveer tien dagen is de boon een stengel met blaadjes geworden.
Vragen
U kunt de volgende vragen aan de kinderen stellen tijdens het groeien van de bonen:

Wat groeit er eerst?

Waar zitten de wortels, de stengel, de bladeren?

Welke kleuren zie je?

Hoeveel bladeren heeft jouw boon?


Hoe groeit de boon? Naar beneden of naar boven?

In de aarde
Wanneer de bonen worteltjes hebben en al groter beginnen te worden, is het verstandig om de plantjes in aarde te
zetten. Dit kunt u ieder kind in een eigen potje laten doen of meerdere bonenplanten bij elkaar in een kweekbakje.
Eventueel kunnen de kinderen de bonenplanten ook buiten in de schooltuin of in hun eigen tuin planten.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Bonen in de schooltuin
Schooltuin
In de schooltuin komt natuuronderwijs in al zijn facetten tot zijn recht. Sommige scholen hebben een schooltuin
op een schooltuincomplex. Voor een kleutergroep is het meestal niet weggelegd om hiervan ook gebruik te maken,
omdat de afstand van de school naar de schooltuin vaak te groot is. Maar iedere school heeft een schoolterrein
waarvan een deel gebruikt kan worden voor het ontwikkelen van een schooltuin. Door kinderen te laten tuinieren
bij de school wordt die tuin een onderdeel van hun belevingswereld.
In de schooltuin kan van alles komen te staan, maar voor kleuters passen bloemen en groenten het best bij hun
belevingswereld. Hierdoor leren zij iets over de oorsprong van hun voedsel en hoe je ervoor zorgt dat deze
gewassen goed kunnen groeien. Daarnaast zullen de kinderen ook allerlei andere ontmoetingen hebben met bv.
beestjes in de schooltuin.
Daarnaast leren de kinderen gewassen bij naam, wat je kunt eten van een gewas, hoe ze
de tuingereedschappen moeten gebruiken, dat je in het voorjaar zaait en in het najaar
oogst en de begrippen planten, zaaien, onkruid wieden, begieten en oogsten; ze kunnen
die activiteiten ook uitvoeren.
Bonen in de schooltuin
U kunt natuurlijk de bonen natuurlijk direct laten poten in de schooltuin, maar u kunt er ook voor kiezen om de
bonen eerst te laten ontkiemen in de klas tot een redelijk plantje (zie hierboven) en ze daarna pas in de tuin te
plaatsen. Of u laat een aantal bonen in de grond poten en later ook nog de opgekweekte plantjes uit de klas in de
tuin zetten.
Om gegarandeerd te zijn van succes kunt u de bonen het best half april in de klas opkweken en dan half mei buiten
in de schooltuin planten. (Maar de periode is ook afhankelijk van de bonen die u poot; kijk hiervoor op het pakje.)
Stokbonen (stokslabonen, pronkbonen, spekbonen of stoksnijbonen) zijn zeer geschikt voor in de schooltuin. Het
is een leuke extra activiteit om, in de periode dat de bonen in de klas ontkiemen, de schooltuin alvast in te richten
voor de stokbonen.
Tip: Als u maar een heel kleine schooltuin ter beschikking hebt en u ook nog andere gewassen wilt telen, is het
handiger om struikbonen (snijbonen, sperziebonen, Chinese bonen, prinsessenbonen) te planten.
Steunmateriaal bij stokbonen
Er zijn heel veel mogelijkheden voor het bouwen van het steunmateriaal bij stokbonen. De hoogte van de staken of
stokken voor de stokbonen moet minimaal 2,5 meter zijn voor slabonen en 3 meter voor snijbonen. De meest
gebruikelijke wijze is om op een bed met een breedte van 1 meter aan beide zijden een rij stokken in de grond te
steken, steeds tegenover elkaar geplaatst, met de top schuin naar het midden. De stokken staan dan op een
afstand van ongeveer 60 cm. Op de rij elkaar kruisende stokken wordt op een hoogte van 2 meter een dwarsligger
gelegd.
Op alle kruispunten worden de stokken aan elkaar gebonden.
Het is ook mogelijk een wigwamvorm te maken, waarbij drie tot zes stokken bovenaan verbonden worden.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Een andere manier is een fietswiel horizontaal bovenop een paal vastzetten. Daaraan kunnen dan een twaalftal
touwen geknoopt worden die met metalen haken in de grond vastgezet worden. Bij gebruik van touwen is er wel
meer kans dat de planten afzakken.
Oogsten
De bonen zijn het lekkerst, als ze zo jong mogelijk geoogst worden. U kunt de bonen natuurlijk laten gebruiken
voor onderzoekjes in de bonenontdekhoek of om ermee te koken. De kinderen kunnen ze natuurlijk ook mee naar
huis nemen.
Organisatie
Wanneer de schooltuin op het schoolplein ligt, kunt u tijdens het buitenspelen groepjes kinderen in de schooltuin
aan het werk zetten. Wanneer de schooltuin zich elders bevindt, kunt u er het best met de hele groep naartoe gaan
en zult u de taken goed moeten verdelen. Hierbij kan hulp van ouders of kinderen uit de bovenbouw van pas
komen. Een schooltuin op het schoolplein is voor kleuters makkelijker te organiseren.
U kunt de groep ook opdelen in groepjes die elk verantwoordelijk zijn voor een bepaald
gewas in de tuin. Dit worden dan echte specialisten. Deze kinderen kunnen de andere
groepjes van alles vertellen over het gewas waarin zij specialist zijn geworden.
Over het inrichten van een schooltuin, de gewassen en de organisatie eromheen zijn veel
boeken geschreven en is ook veel te vinden op het internet. Misschien is er ook een ouder die zelf een groentetuin
heeft en kan helpen met de opbouw van en begeleiding rondom de schooltuin.
Veel s ucces!
Tip: in het boek Groene vingers, tuinieren voor kinderen van Maarten de Jongh en Guida Joseph staan bijzonder
leuke activiteiten om met de kinderen in en rondom de schooltuin te doen.

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

Opdrachten voor de bonenontdekhoek


Hieronder vindt u een aantal voorbeeldopdrachten, die u kunt gebruiken om een bonenontdekhoek in te richten.
In natuuronderwijs is een belangrijke vaardigheid "ontdekkend leren". Dit geldt zowel voor de leerlingen als voor
de leerkracht. Zorg ervoor dat u uw lessen zo inricht, dat "ontdekkend leren" mogelijk wordt voor de kinderen in
uw klas. Creer een omgeving waarin materiaal staat dat kinderen uitnodigt om zelfstandig onderzoek te doen.
Wen uzelf aan dat u in de begeleiding van de kinderen niet te snel het antwoord geeft. Laat de kinderen het zelf
ontdekken door hen te begeleiden in het omzetten van hun vraag in een onderzoekje. Bv.: een kind vraagt of de
boon ook zal groeien wanneer je hem in de koelkast zet. U gaat dan samen met het kind na, wat je kunt doen om
dit te onderzoeken. U biedt de middelen aan, het kind vindt zelf het antwoord.
De kinderen kunnen het best in tweetallen aan de opdrachten werken. Leg in de hoek naast de opdrachten allerlei
materialen rondom bonen:

boeken over bonen,

verschillende blikken bonen,

al wat grotere bonenplanten,

peulen,

verschillende bonen,

een weegschaal (de kinderen kunnen dan ook bonen wegen),

tekenpapier,
kleurpotloden, enz.

Het is ook leuk wanneer u er witte laboratoriumjassen bij legt. De kinderen kunnen deze aandoen; ze zijn dan
echte bonenspecialisten!

Het IVN draagt bij aan een duurzame samenleving door mensen te betrekken bij natuur, milieu, landschap en leefomgeving.

You might also like