Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Hoofdstuk 4 en 5 Economie
Samenvatting Hoofdstuk 4 en 5 Economie
Hoofdstuk 5 de consument
5.1 Betalingsbereidheid en consumentensurplus.
Als een consument een product wil aanschaffen, heeft hij/zij doorgaans wel enig idee
hoe hoog de prijs van het product is. Zeker als de consument enige informatie heeft
ingewonnen. Op grond hiervan zal de consument voor zichzelf vaststellen welk
maximumbedrag hij/zij voor het product over heeft.
De betalingsbereidheid is het maximale bedrag dat een consument voor een eenheid van een
bepaald product over heeft.
Het consumentensurplus is het verschil tussen de betalingsbereidheid en de marktprijs.
Gegeven het merk, type en dergelijke van het beoogde product, is de marktprijs voor elke
consument dezelfde. Maar de betalingsbereidheid zal in de meeste gevallen verschillen,
consumenten verschillen nu eenmaal als het gaat om persoonlijke voorkeur en financile
draagkracht.
Het consumentensurplus geeft een aanwijzing over de welvaart van de gezamenlijke
consumenten. Het surplus is immers een voordeel. Veel consumenten hadden meer willen
betalen dan de marktprijs, maar hoeven dat nu niet te doen, als de marktprijs daalt, neemt het
consumentensurplus en daarmee het voordeel van de gezamenlijke consumenten toe.
Aangenomen dat de behoefte van de consument gelijk blijven, neemt de welvaart van de
betrokken consumenten toe.
5.2 De vraagcurve nader bekeken.
De gevraagde hoeveelheid van een bepaald product hangt van een aantal factoren af:
De prijs van het betreffende product.
De prijzen van andere producten.
Het budget van de consument.
De voorkeuren of preferenties.
Het aantal consumenten.
Een stijgende prijs zal de vraag naar het betreffende product ontmoedigen, een dalende prijs
zal de vraag naar het betreffende product stimuleren. Maar ook de prijzen van andere
goederen kunnen invloed hebben op de gevraagde hoeveelheid van een bepaald product.
Meestal reageert de vraag naar een willekeurig product overigens niet of nauwelijks op de
prijs van een willekeurig product.
Volgens de consument kunnen substitutiegoederen elkaar vervangen.
Complementaire goederen worden altijd samen met andere goederen gebruikt. Natuurlijk
speelt ook het budget van de consument een ril; als de gezamenlijke consumenten meer te
besteden hebben, neemt de vraag naar de meeste goederen toe. De voorkeuren of preferenties
van de consument zijn uiteraard eveneens van belang. De voorkeuren kunnen ook benvloed
worden door de scholing die iemand heeft gehad. Overigens kunnen de aanbieders via
reclame proberen voorkeuren te benvloeden. Ten slotte is het aantal vragers, meestal
consumenten, van belang. Bevolkingsgroei of het openen van nieuwe afzetmarkten zal de
vraag naar de meeste producten doen toenemen, daarbij speelt ook de samenstelling van de
bevolking een rol.
De vraagvergelijking.
Hoe reageert de gevraagde hoeveelheid van een product op veranderingen in de prijs
van dat product? Daarbij gaan we er van uit dat de andere factoren(de prijs van andere
producten, het budget, de voorkeuren en het aantal consumenten) gelijk blijven. Ook wel we
gaan uit van de ceteris-paribusvoorwaarde. We kijken alleen naar de invloed van de prijs van
het product zelf op de gevraagde hoeveelheid; de invloed van andere factoren blijven
constant. Het verband tussen de gevraagde hoeveelheid en de (eigen) prijs kunnen we in een
algebrasche vergelijking weergeven(vraagvergelijking).
De algemene gedaante van een vraagvergelijking is: Qv = ap+b.
Verschuiving van de vraagcurve.
We kennen bij de vraagcurve 2 soorten verschuivingen:
1. Een verschuiving langs de vraagcurve kan uitsluitend veroorzaakt worden door een
verandering in de prijs van het betreffende product.
2. De verschuiving van de vraagcurve wordt veroorzaakt door een van de factoren die
onder de ceteris-paribusvoorwaarde vallen. Een verschuiving van de vraagcurve bijv.
naar rechts kan veroorzaakt worden door:
Een prijsstijging van substitutiegoederen.
Een toename van het budget van de vragers.
Een toegenomen voorkeur voor het ene product.
Een toename van het aantal vragers.
5.3 De prijselasticiteit.
Met een elasticiteit kun je meten op welke manier de ene varabele reageert op de
andere. Er is steeds sprake van oorzaal en gevolg. Uiteraard zijn er allerlei mogelijkheden.
Kleine oorzaken kunnen grote gevolgen hebben: een relatief geringe prijsdaling kan een
flinke toename van de gevraagde hoeveelheid tot gevolg hebben(zal bij veel luxe producten
het geval zijn). Maar het is ook denkvaar dat een prijsverlaging geen enkel gevolg voor de
gevraagde hoeveelheid heeft.
In het algemeen meten we de elasticiteit als volgt:
Elasticiteit= % gevolg / % oorzaak.
Wanneer de marktprijs van een bepaald product verandert, kun je verwachten dat de verkochte
hoeveelheid eveneens verandert. Hoe groot de hoeveelheidsverandering zal zijn, wordt
weergegeven met de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid.
De prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid geeft de mate weer waarin de gevraagde
hoeveelheid reageert op een prijsverandering.
Ev = % gevraagde hoeveelheid / % prijs.
Ev = de prijselasticiteit van de gevraagde hoeveelheid.
Met de formule:
Procentuele verandering = ((nieuwe waarde- oude waarde) / oude waarde) *100% kan je de
procentuele verandering van de gevraagde hoeveelheid en van de prijs berekenen.