Professional Documents
Culture Documents
Gemeente Maastricht Van Bedrijventerreinen Naar Bedrijvenparken en Stedelijke Werklocaties
Gemeente Maastricht Van Bedrijventerreinen Naar Bedrijvenparken en Stedelijke Werklocaties
Gemeente Maastricht
Voorstel Raadsvergadering 19 november 2013
Voorwoord
Voor u ligt een nieuwe visie op de Maastrichtse bedrijventerreinen: Ruimte voor ondernemen.
Bedrijventerreinen zijn van groot belang voor Maastricht, zowel ruimtelijk als economisch en sociaal.
Deze bedrijventerreinen zorgen namelijk met een oppervlakte van zeshonderd hectare en ruim
zeshonderd vestigingen voor zon elfduizend banen.
Al van oudsher neemt de industrie een voorname positie in binnen de Maastrichtse economie. In
1834 gaf onze stad, onder leiding van Petrus Regout, het startsein voor de industrile revolutie.
Maastricht groeide uit tot een vooraanstaande industriestad met productie in keramiek, glaswerk en
cement. En nog steeds is de industrie springlevend. Enkele grote maakbedrijven zijn de stad trouw
zijn gebleven en wordt er op de terreinen op een hoogwaardige wijze gewerkt aan producten en
nieuwe toepassingen.
De gemeente wil ondernemerschap op de bedrijventerreinen dan ook optimaal faciliteren. Daarbij is
inspelen op de behoeften en eisen van de huidige tijd noodzakelijk. De terreinen zijn niet meer, zoals
in het verleden, voorbehouden aan de productiegebonden industrie. De markt verandert. Zo is er
bijvoorbeeld meer behoefte aan functiemenging, samenwerking en ontmoetingsplekken. Deze en
meer marktontwikkelingen en trends heeft Buck Consultants BV eind 2010 in kaart gebracht. Het
vormde voor het college van Burgemeester en Wethouders aanleiding om breed in gesprek te gaan
met ondernemers en deskundigen over een nieuwe koers voor de bedrijventerreinen.
Ruimte voor ondernemen is het resultaat van een uitgebreid participatieproces. Vele partijen zijn
geconsulteerd en er werd een speciale raadsconferentie gehouden over industrie. Een woord van
dank gaat daarbij uit naar de Samenwerkende Industrien Maastricht, Midden- en Klein Bedrijf, NV
Industriebank LIOF, Centrummanagement, regiogemeenten, de Provincie Limburg en alle andere
participanten voor het aanreiken van suggesties en ideen voor deze visie. Ook dank aan de
raadscommissieleden die meegebouwd hebben aan dit document.
Deze visie zetten we in op het behoud van bestaand ondernemerschap en bieden we ruimte voor
nieuw ondernemerschap. Dit doen we door op alle terreinen vernieuwing mogelijk te maken met
bijvoorbeeld productiegebonden detailhandel en ontmoetingsplekken. Maar ook door publieksaantrekkende functies zoals sportieve recreatie en kunstenaarswerkplaatsen mogelijk te maken op
enkele kleinschalige terreinen. Samen met ondernemers blijven we investeren in een kwalitatief en
divers aanbod van bedrijventerreinen. Zodoende zijn de bedrijventerreinen met deze visie verdeeld
in (industrile) bedrijvenparken en stedelijke werklocaties.
Goede bedrijvenparken en stedelijke werklocaties zijn een basisvoorwaarde voor ondernemers om
werkgelegenheid te creren voor de burgers van onze stad en regio. Daarvoor doen we het!
John Aarts
Wethouder voor Financin, Economie, Personeel en Organisatie
INHOUDSOPGAVE
1.
1.1
1.2
1.3
1.4
Inleiding
Waarom een nieuwe kijk op bedrijventerreinen
Wat gaan we anders doen
Een visie, bestemmingsplannen en procedures
Overzichtskaart met de bedrijventerreinen
blz. 4
2.
2.1
2.2
2.3
2.4
Beleidskaders
Rijksbeleid
Provinciaal beleid
Regionale samenwerking
Lokaal beleid: gemeente Maastricht
blz. 7
3.
3.1
3.2
3.3
blz. 10
4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
Kwalitatieve aspecten
Algemeen beeld van de kwaliteit
Segmentering en profielen
Herstructurering
Ladder voor duurzame verstedelijking
Parkmanagement: Ondernemers aan het woord
Duurzaamheid
blz. 12
5.
5.1
5.2
5.3
5.4
blz. 16
Bijlage 1
Richtlijnen en definities
blz. 23
Bijlage 2
Bedrijfscontactpunt Maastricht/Zuid-limburg
blz. 31
Bijlage 3
Werkgelegenheid per terrein
blz. 32
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1
1.2
Maastricht zal terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuwe bedrijfskavels om zo samen met
de regio een compleet aanbod voor de markt aan te bieden. Het eerder geplande bedrijventerrein
Panneslager (een locatie gelegen in gemeente Eijsden-Margraten) wordt niet meer ontwikkeld en
voorlopig worden geen (reguliere) bedrijven gevestigd op het terrein Lanakerveld. Uitgifte van
bedrijfskavels vindt in principe gefaseerd plaats en voordat kavels worden uitgegeven, wordt samen
met de ondernemers gekeken of vestiging in een bestaand pand mogelijk is.
Op alle terreinen is vernieuwing gezocht in het toevoegen van functies zoals ondergeschikte
productiegebonden detailhandel, kleinschalige horeca en ontmoetingsplekken. Op enkele terreinen
wordt het mogelijk om nog meer functies te vestigen. Denk aan ambachtelijke culturele activiteiten,
sportieve recreatie, kringloopcentra, ondernemingen of themaconcepten met een mix aan functies
en een bedrijfswoning mits dit geen nadelige gevolgen heeft voor omliggende bedrijven.
Bij het toetsen van bouwplannen meer gaan werken met beeldkwaliteitplannen met een flexibeler
karakter. Waardoor vaker samen met initiatiefnemers gesproken kan worden over de verschillende
manieren waarop de (ruimtelijke) kwaliteit bereikt kan worden. Verder kan kantoorruimte bij
bedrijven op hetzelfde terrein aan elkaar verhuurd worden en kunnen, onder voorwaarden, miniwindturbines geplaatst worden.
Met deze vernieuwingen wordt op de bedrijventerreinen nu onderscheid gemaakt tussen
bedrijvenparken en stedelijke werklocaties. Deze nieuwe termen zijn in hoofdstuk vijf nader
beschreven. Uitgebreide richtlijnen en definities zijn opgenomen in bijlage 1.
Op deze manier wil Maastricht ondernemers helpen en samen werken aan een verbetering van het
vestigingsklimaat. Daarbij verschuift de aandacht van kwaliteit en kwantiteit naar kwaliteit en
duurzaamheid. Er wordt duidelijk gecommuniceerd met deze visie via website gemeente Maastricht,
nieuwsbrieven, acquisitie en accountmanagement. Met ook een intensieve samenwerking in en met
de regio, waarbij vooralsnog eerst gekeken wordt naar de regio Zuid-Limburg en rekening is
gehouden met het huidige Provinciale Omgevingsplan. Waarna ook een nadere samenwerking op dit
gebied met de eu-regio volgt als blijkt dat de markt hier behoefte aan heeft.
1.3
1.4
Op deze kaart is de totale omvang van de bedrijventerreinen in Maastricht aangegeven. Met circa
600 hectare terrein inclusief de bedrijfskavels, infrastructuur en groenvoorzieningen. Netto is hier
sprake van circa 483 hectare aan bedrijfskavels.
Hoofdstuk 2 Beleidskaders
In dit hoofdstuk wordt het relevante beleid beschreven op landelijk, provinciaal en lokaal niveau.
2.1
Rijksbeleid
Het Rijk geeft in de Nota Ruimte 2004 op hoofdlijnen het nationaal beleid aan over de inrichting van
Nederland. Hoofddoelen van dit beleid zijn op een duurzame en efficinte manier ruimte maken voor
verschillende functies, het garanderen van de leefbaarheid en het verbeteren van de ruimtelijke
kwaliteit. In dat kader hebben het rijk, de provincies en gemeenten in 2010 een convenant
ondertekend over bedrijventerreinen. In het convenant is onder meer vastgelegd hoeveel hectare
bedrijventerrein geherstructureerd wordt en hoeveel hectare nieuw bedrijventerrein nog ontwikkeld
mag worden tot 2020. Bij aanleg van nieuwe terreinen moet verplicht de zogeheten ladder voor
duurzame verstedelijking worden gevolgd. Dit is een instrument ontworpen door de Sociaal
Economische Raad. Het heeft als doel om eerst alle mogelijkheden op de bestaande terreinen te
benutten en daarna pas nieuwe locaties te ontwikkelen. Er moet dus altijd eerst op bestaande
terreinen naar ruimte voor bedrijvigheid gezocht worden.
2.2
Provinciaal beleid
De Provincie legt voor het bedrijventerreinenbeleid kaders vast in hun Provinciaal Omgevingsplan
(POL) en ze zorgen voor afstemming binnen en tussen de regios. Omdat goede terreinen belangrijk
zijn voor het vestigingsklimaat spant de Provincie zich in om veroudering van terreinen tegen te gaan
en te revitaliseren en/of te herontwikkelen waar nodig. Prioriteit wordt gegeven aan revitalisering
van bestaande terreinen boven het realiseren van nieuwe locaties. De Provincie Limburg werkt, ten
aanzien van bedrijventerreinen en stedelijke dienstenterreinen, met een POL in combinatie met
Programma Werklocaties Limburg.
In het POL staan de hoofdlijnen, strategie, rolopvatting en de planningsmethodiek die van belang zijn
voor werklocaties. Denk hier aan opvattingen die aangeven dat er nu amper nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld worden en dat op locaties met logistiek en productie in principe geen ander
gebruik is toegestaan. Maar ook wordt aandacht gevraagd voor het belang van wonen en werken in
de nabijheid van de binnenstad met een interessante mix aan kennis, cultuur en voorzieningen.
Waarbij dan zogenoemde broedplaatsen voor innovatie en creatieve industrie tot bloei kunnen
komen in vrijkomende gebouwen.
In het Programma Werklocaties Limburg 2020 legt de Provincie de herstructureringsopgave en
planningsopgave vast. Het is een flexibel programma dat jaarlijks actuele gegevens over restcapaciteit en uitgifte gebruikt. Dit om consequenties voor de planningsopgave voor nieuwe terreinen
inzichtelijk te maken. Er wordt ingespeeld op de behoefte aan bedrijfshuisvesting meer passend bij
de veranderende economie. Een meer kwalitatieve insteek wordt nu gekozen en behalve over
bedrijventerreinen spreekt de Provincie ook over stedelijke dienstenterreinen (terreinen voor dienstverlening, meer gericht op kantoren, stedelijke recreatieve voorzieningen, etc.).
7
Regionale samenwerking
2.4
Het economisch beleid van Maastricht is primair gericht op het faciliteren en versterken van ondernemerschap in de stad. De Structuurvisie Maastricht 2030 en de Economische Visie Made in
Maastricht benadrukken dan ook het belang van een goed ondernemers- en vestigingsklimaat en
zijn daarom in nauwe samenwerking met burgers, bedrijven en instellingen tot stand gekomen.
Belangrijk is het behouden van de brede gedifferentieerde economische structuur. Hierdoor kunnen
maastrichtse bedrijven met verplaatsingsbehoeften en nieuwe bedrijven gehuisvest worden in
Maastricht. Tegelijkertijd blijkt dat een gemeente niet altijd ieder bedrijfsinitiatief kan faciliteren.
Ruimtelijke en beleidsmatige afwegingen kunnen redenen zijn om zeer ruimte-extensieve en/of
milieubelastende bedrijven niet te kunnen vestigen in de stad. Er wordt dan onderzocht of elders in
de (eu)-regio mogelijkheden zijn voor het bedrijf.
Bedrijventerreinen zijn niet de aangewezen locatie voor bijvoorbeeld nieuwe solitaire detailhandel-,
kantoor- en woonfuncties en er worden geen bedrijfskavels verkocht voor bedrijfspanden die op
voorraad worden gebouwd. Dit blijft Maastricht handhaven, zeker gezien de huidige marktontwikkelingen, de stedelijke programmering en de groeiende leegstand in de stad. Lege kantoorruimten,
behorende bij bedrijfshallen, mogen daarom in principe niet solitair als kantoor verhuurd worden.
Een uitzondering hierop is het verhuren van kantoorruimten aan omliggende bedrijven die extra
kantoorruimte nodig hebben en gevestigd zijn op hetzelfde bedrijventerrein.
8
De veranderende marktontwikkelingen en de huidige trends brengen met zich mee dat we meer
uitgaan van de specifieke vragen en initiatieven van ondernemers. Dus accountmanagement en
acquisitie voor ondernemers actief inzetten. Duidelijk kenbaar maken dat ondernemers bij het
Bedrijfscontactpunt Maastricht terecht kunnen voor informatie, advies en begeleiding bij (her)huisvestingsvragen.
Streven naar minder gedetailleerde beeldkwaliteitplannen op bedrijventerreinen. Zodat met
initiatiefnemers van een bouwplan gesproken kan worden over verschillende manieren waarop de
gewenste (ruimtelijke) kwaliteit bereikt kan worden. Zo ontstaat er meer ruimte voor flexibiliteit en
maatwerk met behoud van aandacht voor de gewenste kwaliteit. Met deze aanpak starten we, in de
vorm van een pilot, op bedrijventerrein Maastricht-Eijsden (daar bekijken in hoeverre het huidige
beeldkwaliteitplan flexibeler te hanteren is, met behoud van kwaliteit).
Het investeren in kwaliteit en een brede economische structuur staat voorop. Er zijn bijvoorbeeld
gemengde terreinen , terreinen met specifiek bedrijfsprofiel en terreinen waar ook ruimte wordt
geboden aan niet-traditionele industrile bedrijfsfuncties. De onderlinge relatie en communicatie
tussen bedrijven en de afstemming tussen overheid en bedrijven blijft belangrijk. Een professionele
parkmanagement organisatie, door en voor de ondernemers, is daarbij van belang en wordt
ondersteund door gemeente Maastricht.
3.1
Maastricht heeft circa 600 hectare bruto aan bedrijventerreinen inclusief bedrijfskavels, infrastructuur en groenvoorzieningen. De netto oppervlakte van bedrijfskavels bedraagt circa 483 hectare.
Daarvan zijn er zes kleinschalige locaties die samen opgeteld circa 20 hectare omvatten. Dit zijn
stedelijke locaties waar de bedrijvigheid vaak een rol vervult binnen de economie van woonwijken.
Maastricht heeft een divers bedrijventerreinenaanbod en bedrijven kunnen in allerlei categorien op
verschillende terreinen ondernemen. Er zijn veel modern gemengd (midden- en kleinbedrijf), maar
ook gemend plus (logistiek-industrile) terreinen.
Ondernemers die op zoek zijn naar bedrijfskavels op een nieuw bedrijventerrein kunnen met name
terecht op het terrein aan de zuidkant van Maastricht, gelegen vlakbij de A2. Daar zijn kavels
uitgeefbaar voor milieuklasse 2, 3 en onder voorwaarden klasse 4. Door een herstructurering in de
Beatrixhaven wordt restruimte intensiever benut en ontstaat ruimte voor met name de zwaardere
milieucategorien. Is men op zoek naar een bedrijfspand dan wordt op de particuliere markt
(in 2012) circa 100.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte aangeboden. Gezien de totale voorraad is dit
een relatief beperkt aanbod.
Het Bedrijfscontactpunt Maastricht (BCP) stelt in samenwerking met de grotere makelaarskantoren
het Overzicht Commercieel Vastgoed samen. In dit periodiek verschijnende overzicht is het
beschikbare aanbod aan commercieel vastgoed vermeld dat actief op de markt wordt gezet.
3.2
In het rapport van Buck Consultants BV is gekeken naar de periode vr 2010, de toekomstige vraag
en de behoefte naar bedrijventerreinen. Ook zijn meegenomen de toekomstige ontwikkeling van
werkgelegenheid, de vervangingsvraag en specifieke beleidsambities van Maastricht.
De afgelopen jaren is de vraag naar bedrijventerreinen in Nederland en ook in Maastricht sterk
afgenomen. Dit komt door de veranderde economische en demografische ontwikkelingen.
Gemiddeld was in de periode 2000-2010 in Maastricht dan ook slechts sprake van zon 2 hectare
uitgifte van bedrijfskavels per jaar. De totale ruimtevraag voor de periode tot 2020 bevindt zich
volgens het rapport in een bandbreedte van tussen de 14 en 18 hectare netto terrein tot 2020.
Door enkele grote (noodzakelijke) verplaatsers binnen Maastricht en vanuit de regio is in 2011 en
2012 sprake van een grotere uitgifte van bedrijfskavels dan voorheen gemiddeld werd uitgegeven.
10
3.3
Maastricht heeft een behoorlijke voorraad aan locaties in vergelijking met de in de toekomst te
verwachte vraag naar bedrijfskavels. Dit betekent dat we volgens het rapport Visie bedrijventerreinen en kantorenlocaties Maastricht tot 2020 zeker voldoende bedrijfskavels beschikbaar
hebben. Dit wordt bevestigd in het Programma Werklocaties Limburg van de Provincie Limburg
waarin staat dat voor regio Maastricht en Mergelland geen toevoeging aan de voorraad nodig is.
In het rapport wordt voor Maastricht gesproken over een beperkte leegstand van panden op de
bedrijventerreinen van circa 2 % van de totale voorraad. Dit valt binnen een normale frictie-leegstand die nodig is om de bedrijvenmarkt naar behoren te laten functioneren.
Aan de hand van deze conclusies is besloten om het geplande bedrijventerrein Panneslager (een
locatie gelegen in gemeente Eijsden-Margraten) niet meer te ontwikkelen. Dit op basis van een
kwantitatieve afweging. Tevens wordt het geplande nieuwe bedrijventerrein Lanakerveld een
reserveringslocatie. Er kunnen vooralsnog bedrijven geplaatst worden in het kader van de
transformatie van het terrein Bosscherveld. Dit mits er sprake is van een noodzakelijke verplaatsing
en bij een voldoende aantal bedrijven.
11
4.1
Uit het rapport Visie op bedrijventerreinen en kantorenlocaties van Buck Consultants blijkt dat de
werklocaties in Maastricht kwalitatief in een redelijke tot goede staat verkeren in vergelijking met
veel andere steden. Dit is een gemiddelde score die aan de hand van diverse indicatoren is bepaald.
Denk hierbij aan de bereikbaarheid, kwaliteit van het terrein, segmentering, clustering, rol van de
overheid, parkmanagement, en terreinvoorzieningen. Een enkele locatie moet dan ook onderhanden
worden genomen, bijvoorbeeld het bedrijventerrein Bosscherveld en delen van het bedrijventerrein
Beatrixhaven.
Het behouden en verbeteren van de kwaliteit op de terreinen is van groot belang. Met uiteraard
blijvende aandacht voor onderhoud en beheer, parkmanagement, benodigde herstructurering en
bereikbaarheid. Ondernemers hechten steeds meer belang aan representativiteit, energetisch
duurzame gebouwen en de bedrijfsomgeving. Ze kunnen hiermee niet alleen een visitekaartje
afgeven, deze aspecten versterken ook de concurrentiepositie.
Het kunnen aanbieden van een gevarieerd aanbod van terreinen met verschillende kwaliteiten is dus
van belang. Daarom stimuleert Maastricht het Parkmanagement, dat de kwaliteit van een locatie wilt
afstemmen op de wensen van de betrokken ondernemers. Ook is er een woonwerklocatie op de
Hazendans ontwikkeld, is gestart met de herstructurering van de Beatrixhaven en is Maastricht bezig
met een herstructurering inclusief een economische herprofilering van Bosscherveld.
4.2
Segmentering en profielen
Stedelijke werklocaties liggen nabij de binnenstad of in woonwijken en zijn daarom geschikt voor een
bredere commercile invulling met een grotere diversiteit aan functies. Een voorbeeld hiervan is het
terrein Bosscherveld waar in het zuidelijke deel een verruiming van functies plaatsvindt voor een
integrale ontwikkeling. Hier is dan ook een directe relatie met het Frontenpark en de Binnenstad.
Op terreinen met een specifiek bedrijfsprofiel wordt vastgehouden aan die profilering. Op de
Beatrixhaven was en is specifiek ruimte voor het vestigen van de zware industrile bedrijvigheid. En
de Karosseer is vooral gericht op autogerelateerde handel met eventueel bedrijfswoonwagens.
4.3
Herstructurering
Binnen de term herstructurering worden vier strategien toegepast: het wegnemen van achterstallig onderhoud, revitaliseren, economische vernieuwing en transformatie naar andere functies.
Bij het wegnemen van achterstallig onderhoud en het revitaliseren van een gebied is vaak sprake van
consolideren omdat de huidige bedrijfsinvulling van het terrein niet wijzigt. De aandacht gaat dan
vooral uit naar de bestaande bedrijvigheid en het upgraden van openbare gebied. Bij het vernieuwen
wordt met name gekeken naar het aanvullen van de bedrijvigheid met nieuwe economische functies.
Bij transformeren wordt het terrein, of een gedeelte, verandert naar een niet-economische functie
(zoals wonen en infrastructuur)
In Maastricht zijn op de terreinen enkele herstructureringsvarianten in uitvoering of in de planning.
Op het bedrijventerrein Beatrixhaven wordt gestreefd naar het verbeteren van de multimodale
bereikbaarheid (water,weg en spoor) en het creren van nieuwe bedrijfskavels voor met name de
zware industrie. Hiervoor worden nieuwe infrastructuur aangelegd c.q. verbeterd en wordt lichtere
bedrijvigheid verplaatst naar locaties waar de zware industrie zich niet kan vestigen. Voor bedrijventerreinen Bosscherveld en Enci spreken we over een economische vernieuwing met op deelgebieden
een transformatie in niet-traditionele industrile bedrijfsfuncties. Op deze terreinen is sprake van
een voormalig traditioneel bedrijventerrein waar naast industrie nu een mix aan functies mogelijk is.
4.4
De ladder voor duurzame verstedelijking (voormalige SER-ladder) staat voor een optimale benutting
van de ruimte in stedelijke gebieden. In het verlengde hiervan wordt bij een initiatief in Maastricht
daarom eerst samen met de ondernemer bekeken of het bedrijf op zijn bestaande locatie kan
uitbreiden. Kan een bedrijf niet uitbreiden op zijn huidige locatie dan wordt, gestimuleerd en gezocht
naar beschikbare bedrijfspanden binnen de huidige vastgoedmarkt (eventueel samen met de
gemeente, lees Bedrijfscontactpunt Maastricht). Als dit niet lukt wordt uiteraard gekeken en gezocht
naar een passende bedrijfskavel.
Met een momenteel groeiende leegstand wordt het nog belangrijker om actief te handelen conform
het principe van de ladder voor duurzame verstedelijking. Zeker nu de industrile en bedrijfsmatige
ondernemingen soms veranderen in nieuwe vormen van bedrijvigheid die dan leidt tot een sterke
belangstelling voor meer kantoorachtige panden (denk aan de ICT/sector, laboratoria en call-centra).
13
4.5
Parkmanagement is een middel om de kwaliteit van een locatie af te stemmen op de wensen van
betrokkenen en om het bereikte kwaliteitsniveau ook op lange termijn vast te houden: Continu
werken aan vernieuwing en verbetering. Het wordt dan ook gezien als een middel dat kan leiden tot
een optimaler gebruik van ruimte, handhaving van de economische functie (lees werkgelegenheid),
handhaving en/of verbetering van de kwaliteit, waardestijging van het gebied, en beter beheer en
gebruik van de openbare ruimte. Bovendien leidt het tot een verbetering van de onderlinge relatie
tussen de bedrijven en meer afstemming tussen de overheid en de bedrijven.
In Maastricht is de trekker van het parkmanagement op de bedrijventerreinen de Samenwerkende
Industrieterreinen Maastricht (SIM). De SIM is opgericht in 1994 en is in 2005 de Stichting
Bedrijventerreinenmanagement Maastricht (SBM) gestart. Het doel van de ondernemers is het
bemiddelen in en het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gevestigde ondernemingen in de industriegebieden van Maastricht en/of in de directe omgeving van Maastricht.
Duurzame bedrijventerreinen is n van de speerpunten van het Maastrichtse parkmanagement. Om
dit te kunnen bereiken wordt soms aan de gemeente gevraagd wettelijke barrires weg te nemen en
regelgeving aan te passen.
De gemeente Maastricht ziet de voordelen van parkmanagement op de bedrijventerreinen dat voor
en door de ondernemers wordt georganiseerd. Dit omdat parkmanagement in belangrijke mate
bijdraagt aan de algehele kwaliteit en aan een duurzaam vestigingsklimaat. Daardoor wordt steeds
vaker gesproken over bedrijvenparken. Ook bevordert het parkmanagement de contacten tussen
de gemeente en de ondernemers. Daardoor kan de gemeente snel inspelen op de wensen van de
ondernemers en dat heeft een positieve uitwerking op de locale en regionale economie. De
gemeente ondersteunt parkmanagement dan ook, neemt deel aan projecten en stimuleert
ondernemers hier aan deel te nemen.
Samen met de ondernemers wordt gestreefd naar voldoende ruimte in de stad om te ondernemen,
het laten groeien van onze economie en het creren van werkgelegenheid. Verbetering van kwaliteit
en duurzaamheid zijn daarbij kernbegrippen. Door ondernemers de mogelijkheid te bieden om
collectief een aantal zaken op te pakken wordt er niet alleen een kostenvoordeel gegenereerd, maar
wordt tevens de kwaliteit van de dienstverlening verbeterd. Projecten van het parkmanagement
hebben betrekking op de afvalinzameling, opleidingen, beveiliging, bewegwijzering, calamiteitenplannen, energie (hoe maken we bedrijven en terreinen energiezuiniger), schoonmaakwerkzaamheden, collectieve arbodienstverlening, facilitypoint, businessparkscans, warmtenet, etc..
Voor meer informatie zie www.parkmanagementmaastricht.nl
14
4.6
Duurzaamheid
Duurzaam ondernemerschap is voor zowel ondernemers als overheid van belang. In de dagelijkse
praktijk zien we dit vooral in de interesse voor energiezuinig vastgoed. Behalve de efficintie en de
kosten-besparing profiteert iedereen mee van een goed imago en het behoud van kwaliteit en
milieu. Steeds meer gebruikers van bedrijfspanden willen dan ook een energiezuinige
kostenbesparende bedrijfsvoering en het kunnen versterken van het imago.
De overheid stimuleert ondernemers bij nieuwbouw en verbouwingen tot het realiseren van flexibel
indeelbare en energiezuinige gebouwen. Dit vindt plaats via het verplichten van de best beschikbare
technieken (BBT), het energiezuinig moeten bouwen bij nieuwbouw en het subsidiren van
energiescans en energiecordinatoren. Bedrijfspanden zijn dan eenvoudiger herbruikbaar, gaan
langer mee en zijn zo toekomstbestendiger. Dit is ook belangrijk om in de toekomst leegstand te
voorkomen. Ondernemingen veranderen namelijk steeds sneller met als gevolg dat de behoeften aan
de ruimte en het gebruik van panden verandert. Als een pand opnieuw beschikbaar komt op de
markt, moet transformatie naar diverse bedrijfsmatige invullingen op eenvoudige wijze kunnen
plaatsvinden.
In Maastricht is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de best beschikbare technieken in een project
waarbij ondernemers en overheid gezamenlijk gebruik maken van het warmtenet. En wordt in
diverse projecten, ook samen met Parkmangement Maastricht, samengewerkt ten behoeve van het
milieu en energieverbruik.
Om nu een energiezuinige bedrijfsvoering te stimuleren zijn in deze visie een definitie en richtlijnen
opgenomen over mini-windturbines. Dit betekent dat naast het vergunningsvrij kunnen plaatsen van
zonnepanelen op het dak, kleine windturbines op, bij en aan bedrijfsgebouwen nu onder strikte
voorwaarden mogelijk zijn op bedrijvenparken en stedelijke werklocaties.
Tenslotte ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de ondernemer zelf. Voor de toekomst van een
bedrijf is het namelijk belangrijk om met de veranderende marktontwikkelingen en noodzakelijke
innovaties mee te veranderen. Want innovatie, automatisering maar vooral (internationale) samenwerking is steeds belangrijker. De aanwezigheid en contacten van de Universiteit Maastricht en
andere opleidingen en kennisinstituten dragen hier aan bij.
15
5.1
(Industrile) bedrijvenparken en stedelijke werklocaties
Bedrijventerreinen werden verdeeld in terreinen voor zware industrie, terreinen voor midden en
kleinbedrijf en de kleinschalige terreinen in en nabij de woonwijken. Nu is gekozen voor nieuwe
termen en profielen, mede in overleg met de betrokken externe partners:
- een industrieel bedrijvenpark
- een bedrijvenpark
- een stedelijke werklocatie
Voor alle terreinen geldt:
Geen vestiging van nieuwe solitaire detailhandel, kantoren, woningen, maatschappelijke functies
(zoals zorg, scholen, opvang) en logiesvertrekking (zoals hotels). In principe geen nieuwe locaties
voor autohandel en geen kavels verkopen voor bedrijfspanden die op voorraad worden gebouwd.
Wel blijft detailhandel in boten, caravans en grove bouwmaterialen en het verhuren aan particulieren van groot materiaal zoals steigers, aanhangwagens en opslagunits mogelijk. Maar omdat dit
publieksaantrekkende activiteiten zijn stimuleert de gemeente deze bedrijven om zich te vestigen
aan de rand van de bedrijvenparken. Uiteraard moeten bedrijven zich houden aan voor hen van
toepassing zijnde milieuvoorschriften/zoneringen en vindt het parkeren op eigen terrein plaats of
wordt in overleg met buren opgelost. Bij het zoeken naar verruiming is rekening gehouden met
behoeften van ondernemers en de wijze waarop bedrijven op een locatie goed kunnen functioneren
(bijvoorbeeld zonder overlast van verkeer -en parkeersituaties).
(Industrile) bedrijvenparken
Op bedrijvenparken ligt de nadruk op het faciliteren van de productie en logistieke bedrijvigheid.
Bedrijvenparken zijn bestemd voor bedrijfsactiviteiten in handel, nijverheid, productie en verwerking
van goederen. Een industrieel bedrijvenpark is daarbij specifiek geschikt voor grote (productie)bedrijven inclusief milieuhinderlijke bedrijvigheid. Tevens zijn hier nu ondergeschikte productiegebonden detailhandel, ontmoetingsplekken (zoals facilitypoints en kleinschalige horeca) en miniwindturbines onder voorwaarden mogelijk.
Stedelijke werklocaties
Op stedelijke werklocaties ligt de nadruk op een bredere functiemenging en flexibilisering. Waar
innovatie en recreatieve activiteiten tot bloei kunnen komen, bij voorkeur in vrijkomende gebouwen.
Naast reguliere bedrijvigheid kunnen hier productiegebonden detailhandel, ontmoetingsplekken en
mini-windturbines landen. Tevens is hier dan ook ruimte voor kunstenaars, creatieve werkplaatsen
gecombineerd met culturele activiteiten, sportieve recreatie, kringloopcentra, ondernemingen of
themaconcepten met een mix aan samenhangende en onlosmakelijk met elkaar verbonden functies
en bedrijfswoningen (mits er geen nadelige gevolgen zijn voor bestaande bedrijfsvoeringen).
16
5.2
Bosscherveld
Boschpoort
Klinkers-terrein
Lanakerveld
Malberg
De Hazendans
Symfoniesingel
Weustenraadstraat
Voormalig Sphinxterrein
Profiel
industrieel bedrijvenpark / bedrijvenpark
industrieel bedrijvenpark
bedrijvenpark / ontwikkelgebied
bedrijvenpark
bedrijvenpark
bedrijvenpark
bedrijvenpark (met specifiek profiel)
bedrijvenpark (direct ten noorden van Maastricht)
stedelijke werklocatie
stedelijke werklocatie
Per terrein wordt een strategie aangegeven in de tabel. Daarmee geeft de visie aan wat de
mogelijkheden zijn voor de terreinen: consolideren, transformeren en/of vernieuwen.
Enkele terreinen kunnen vernieuwen of transformeren en van kleur verschieten (zoals de stedelijke
werklocaties). Terwijl voor andere terreinen in beginsel weinig veranderd. Bij consolideren
verandert er niets en bij de consolideren+ variant is er de mogelijkheid van een kleine verruiming.
Het terrein Aviation valley (op Maastricht Aachen Airport gelegen in gemeente Beek) heeft een
sterke relatie met Maastricht en is opgenomen in de tabel. Terreinen die direct aansluiten op
gemeentegrenzen van Maastricht (Meerssen, Eijsden en Lanaken) zijn aangegeven op de kaart.
17
5.3
18
5.4
Maastricht Oost
LOCATIE
GROOT
(bruto)
PROFIEL
STRATEGIE
BIJZONDERHEDEN
Beatrixhaven
ca. 300
hectare
Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en in zuidelijk
deel Bedrijvenpark
Consolideren +
Ca. 15 hectare
Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark
Consolideren +
Op termijn
mogelijk laten
transformeren
Consolideren +
Consolideren +
Milieucategorie 3,4 en 5
Trega/Zinkwit
Ca. 17 hectare
Scharn-Noord
ca. 17 hectare
Randwyck-Zuid
ca. 35 hectare
19
LOCATIE
GROOT
(bruto)
PROFIEL
STRATEGIE
BIJZONDERHEDEN
Maastricht-Eijsden
(met op termijn
andere naam)
ca. 85 hectare
Consolideren +
Milieucategorien 2, 3 en 4
Van ambachtelijke
activiteiten, groothandel tot
en met productiebedrijven.
Karosseer
ca. 15 hectare
Consolideren
Consolideren +
Milieucategorien 1 en 2
Maastricht Aachen
Airport
ca. 60 hectare
Heerderweg
ca. 1 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf.
Vernieuwen
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.
Heerderrein
ca. 2 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf
Vernieuwen
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.
20
Maastricht-West
LOCATIE
GROOT
(bruto)
PROFIEL
STRATEGIE
BIJZONDERHEDEN
Bosscherveld
ca. 65 hectare
Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en een
stedelijke werklocatie.
Consolideren +
in noordelijk
deel
en
transformeren
en vernieuwen
in overige deel
Herstructurering in zuiden en
midden van dit gebied omdat de
Noorderbrug verlegd wordt.
Consolideren +
Consolideren +
Reserveringslocatie
Industrile bedrijvigheid,
groothandel en een stedelijke
werklocatie met gemengde
herprofilering en functiemenging met ook een gebied
voor perifere detailhandel.
Milieucategorieen 2, 3, 4 en 5
Klinkers-terrein
Ca. 8 hectare
Boschpoort
ca. 15 hectare
Lanakerveld
ca. 50 hectare
Milieucategorieen 2 en 3.
Enci-terrein
ca. 33 hectare
Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en stedelijke
werklocatie, beiden met
specifiek profiel.
Accent ligt op zware milieucategorie 4 en 5.
Met mogelijkheden voor
noodzakelijke verplaatsers
vanaf milieuklasse 2 conform
een milieuzonering.
Met in de overgangszone
terreinen voor lagere
milieucategorien (denk aan
categorie 2 en 3)
Leegstaande bedrijfshallen en
bedrijfskavels beschikbaar
Transformeren
en
Vernieuwen
21
LOCATIE
GROOT
(bruto)
PROFIEL
STRATEGIE
BIJZONDERHEDEN
Malberg
ca. 6 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
vernieuwen en
mogelijk
transformeren
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.
De Hazendans
ca. 1 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
Vernieuwen
Vernieuwen
Vernieuwen
Op termijn
transformeren
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3
Symfoniesingel
ca. 5 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.
Weustenraad
straat
ca. 2 hectare
Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.
Voormalig
Sphinxterrein
Ca. 10 ha
Ontwikkelgebied op
voormalig bedrijfsterrein.
Met een specifiek profiel
inclusief woningbouw.
22
Bijlage 1a
Algemene richtlijnen
Bijlage 1b
Definities en richtlijnen
Bedrijf
Een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, installeren,
inzamelen en verhandelen van goederen.
Beeldkwaliteitsplan
Een plan dat de na te streven beeldkwaliteit beschrijft voor een gebied en wordt opgesteld als aanvulling op het bestemmingsplan. In het plan worden randvoorwaarden en ontwerprichtlijnen geformuleerd voor de inrichting van de publieke ruimte en de gewenste beeldwaarde van de bebouwing.
Bedrijfsvloeroppervlakte (= bvo)
Alle inpandige ruimte die voor de bedrijfsvoering nodig is. De totale vloeroppervlakte van een bedrijf
met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten (kantine, toilet, etc.).
Bedrijfswoning
Een woning in of bij een bedrijfsgebouw, te bewonen door (het huishouden) van een persoon wiens
huisvesting ter plaatse noodzakelijk is (voor het houden van toezicht of het houden van een doelmatige bedrijfsvoering. Bij toetsing wordt bekeken of de bedrijfsactiviteiten gedurende het gehele
jaar plaatsvinden, de continuteit op langere termijn is gewaarborgd, de bedrijfsactiviteiten ter
plaatse plaatsvinden en de noodzaak van een bedrijfswoning niet van tijdelijke aard is. Als uitgangspunt hanteren we een verhouding van bedrijf en bedrijfswoning voor percelen tot 1250 m2.
Bedrijvenpark
Terrein bestemd en geschikt voor vestiging van bedrijven waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn
op het vervaardigen, bewerken en installeren (zoals handel, nijverheid, productie en verwerking van
materile goederen). Meestal een modern gemengd terrein met soms een vastgesteld specifiek
profiel (zoals de locatie karosseer bedoeld voor met name autogerelateerde activiteiten).
Bestemmingsplan
Een bestemmingsplan is een document, door de gemeenteraad vastgesteld, dat de ruimtelijke ordening bepaalt. Het geeft aan waarvoor de grond/gebouwen gebruikt mogen worden. Een plankaart
geeft aan welke bestemmingen waar rechtstreeks zijn toegestaan onder welke voorwaarden.
Zie hiervoor www.ruimtelijkeplannen.nl of neem contact op met de gemeente.
24
26
Internetverkoop
Handel in producten, die via internet en andere media loopt, waarbij soms gebruik wordt gemaakt
van afhaalpunten. Een ondergeschikt afhaalpunt is een balie (max 10 m2) direct voortvloeiend uit en
ondergeschikt aan de bedrijfsactiviteit ter plaatse. Hier kan de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen afhalen of retourneren. Er vindt uitsluitend logistiek en opslag van
bestelde goederen plaats gedurende een korte periode en er is geen sprake van uitstalling ten
behoeve van verkoop en/of overige activiteiten. Het betreft hier dus geen zelfstandige afhaalpunten/
servicepunten van goederen die niet rechtstreeks afkomstig zijn van de bedrijfsactiviteit ter plaatse.
Gezien de sterke consument aantrekkende werking horen de zelfstandige afhaalpunten/servicepunten thuis op ontmoetingsplekken die zijn aangewezen in de Structuurvisie Maastricht 2030.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken: volledige assortiment van bedrijf alleen te bezichtigen via internet of (post)catalogus zonder showroom of andersoortige winkelopstelling. Levering van producten vindt
hoofdzakelijk plaats via post of koeriersdiensten en soms kan de klant gebruik maken van een
ondergeschikt afhaalpunt op de betreffende bedrijfslocatie.
- Stedelijke werklocaties: hier zijn ondernemingen met een mix aan functies mogelijk. Daarom is hier
een ondergeschikt afhaalpunt in combinatie met een kleine internetwinkel mogelijk (denk aan een
combinatie van opslag, logistiek, kantoor, balie en beperkte showroom voor bezoekers).
Kantoor
Gebouw of gedeelte van gebouw dat door indeling en inrichting bestemd is voor het verlenen van
diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te
stellen gebied (al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek).
Een ondergeschikte kantoorfunctie is een onlosmakelijk onderdeel van het gevestigde bedrijf zoals
de administratie, inkoop, marketing en P&O.
Richtlijnen bedrijvenparken en stedelijke werklocaties
- Geen solitaire kantoren
- Ondergeschikte kantoorfunctie: max. 30% van bedrijfsvloeroppervlakte c.q. bedrijfsoppervlakte.
- Bedrijven tot een maximale omvang van 500 m2 mogen tot een maximum van 50% ondergeschikte
kantoorruimte realiseren (ten behoeve van voldoende flexibiliteit en toekomstperspectief voor het
midden en kleinbedrijf).
Kringloopcentra
Een bedrijf dat spullen verzamelt die nog bruikbaar zijn. Het selecteert, sorteert en repareert de
goederen en verkoopt spullen gecombineerd (zowel grootschalige als kleine producten). Denk aan
meubels, kleding, huisraad, boeken en speelgoed. Er is sprake van opslag en een werkplaats in
combinatie met een verkoopruimte. De goederen worden meestal voor niets ter beschikking gesteld
en verkocht voor beduidend lage prijzen waarbij het hergebruik van goederen centraal staat.
27
Self-storage
Opslag in kleinere units voor bedrijven als ook voor particulieren.
Sportieve recreatie (sport en vrijetijdsbesteding)
In deze visie zien we op stedelijke werklocaties mogelijkheden voor zowel het beoefenen van een
sport als ook voor het vestigen van het ongedwongen bewegen gericht op plezier, ontspanning en
gezondheid. Denk aan een klimhal, binnenspeeltuin, scouting, dans- en vechtsporten, fitness en jeu
de boules banen.
Stedelijke werklocatie
Terrein bestemd voor een diversiteit aan bedrijfsmatige activiteiten waarin ruimte is voor
functiemenging van kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid. Een locatie met een meer publieksaantrekkende werking (in tegenstelling tot de bedrijvenparken) en ontmoetingen tussen zowel
ondernemers als ook bezoekers. Specifiek ook voor (door)starters, vakmanschap en ambachtelijke
bedrijvigheid waarbij productie plaatsvindt op originele c.q. traditionele wijze. Met in de bedrijfspanden ook mogelijkheden voor het vestigen van kunstenaarswerkplekken gecombineerd met
culturele activiteiten, sport, recreatie, kleinschalige horeca, ondernemingen en/of themaconcepten
met een mix aan functies, kringloopcentra en bedrijfswoningen (mits er geen nadelige gevolgen zijn
voor bestaande bedrijfsvoeringen). Met soms ook een vastgesteld specifiek profiel (zoals het
voormalig shpinxterrein met wonen, GDV en een diversiteit aan ondernemerschap of de
overgangszone gelegen bij de Enci met recreatieve en culturele functies).
Ondernemingen c.q. themaconcepten met een mix aan functies
En onderneming of een 'themaconcept met verschillende ondernemingen' die zich met verschillende, samenhangende en onlosmakelijke met elkaar verbonden functies, kan vestigen. Denk aan een
combinatie van functies zoals opslag, werkplaats, distributie, kantoor, winkel/showroom, afhaalpunt
en horeca die het thema compleet maken en een aantoonbare meerwaarde zijn voor het concept.
Waarbij voor verschillende functies, zoals kantoor en detailhandel, maximale percentages c.q. m2
zijn opgenomen in de definities van deze functies.
Transformeren
Transformatie van reguliere bedrijfsmatige activiteiten naar andere functies zoals PDV, woningbouw,
infrastructuur en andere functies. Het terrein of een gedeelte verandert naar een niet-economische
functie en wordt ontrokken van de voorraad aan bedrijventerreinen.
Verhuurbedrijven
Bedrijven die goederen verhuren aan zowel bedrijven als ook aan particulieren waardoor in feite ook
sprake is van een zeer specifieke vorm van detailhandel. Als er voornamelijk sprake is van producten
die qua aard en omvang niet passen in een winkelcentrum zijn er mogelijkheden op bedrijfslocaties.
Denk hier aan bijvoorbeeld de verhuur van hoogwerkers, steigers, aanhangwagens, tuingereedschap
en grove bouwmaterialen. Op deze locaties zijn geen andere vormen van detailhandel toegelaten.
29
Vernieuwen
De mogelijkheid is aanwezig om een gewijzigd profiel te ontwikkelen. Dit door verbreding van de
reguliere bedrijfsmatige activiteiten met nieuwe economische functies. Vernieuwing vindt
bijvoorbeeld plaats op de stedelijke werklocaties waar nu ook meer publieksgerichte functies zich
kunnen vestigen zoals sportieve recreatie en kunstenaarswerkplaatsen.
Windturbines
De handleiding voor gemeenten over praktische toepassing van mini-windturbines van het Ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is de basis voor deze definitie en richtlijnen.
Het gaat om ondernemers die particulier een verzoek doen om n of een beperkt aantal molens te
plaatsen voor eigen gebruik. Dat zijn vrijstaande masten of opzetmasten op een gebouw. Afhankelijk
van het type terrein zijn er mogelijkheden voor het plaatsen van kleine windturbines (KWTs). Let op,
naast gemeentelijke vergunningen zijn soms ontheffingen nodig van het Waterschap en het
Ministerie dat gaat over natuur- en beheergebieden. Ook rekening houden met spoorlijnen en
gebieden met gas- en pijpleidingen. Een aparte afweging vindt plaats bij aanvragen voor een windturbine elders in de stad of voor windturbines op bedrijventerreinen die afwijken van de hier
aangegeven voorwaarden.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken
- Stedelijke werklocaties
- Voor de kleine windturbines geldt een maximale tiphoogte van 20 meter vanaf het maaiveld
(= de hoogte voor turbine, rotor, mast en eventueel het gebouw samen).
- Voor opzetmasten op een gebouw geldt een maximale hoogte van 7 meter.
- Voor turbines met een verticale as geldt een maximale rotordiameter van maximaal 5 meter.
- Voor niet-wiekturbines geldt een maximale rotordiameter van 2 meter en rotorhoogte van 5 meter.
- Welstandstoets over kleurstelling en positie in relatie tot de omgeving en ruimtelijke kwaliteit.
- Toetsing aan veiligheid en milieuaspecten Wet Milieubeheer (zoals een geluidsnormering van 47
Lden op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidsgevoelige bestemming, zoals wonen waarbij de
afstand tot geluidsgevoelige objecten meestal voldoet bij een afstand van 4 keer de ashoogte).
- We hanteren een minimale afstand van 40 meter tot een geluidsgevoelige bestemming. Alleen als
dit technisch niet mogelijk is en wel voldaan wordt aan de geluidsnormering, kan medewerking
worden verleend tot een afstand van minimaal 25 meter.
30
Bijlage 2
Bedrijfscontactpunt Maastricht/Zuid-Limburg
31
Bijlage 3
Bedrijfsterrein
Beatrixhaven
Limmel
Trega/Zinkwit
Scharn-Noord
Randwijck-Zuid
Maastricht-Eijsden
Karosseer
Heerderweg
Enci-terrein
Bosscherveld
Sappi-terrein
Klinkers-terrein
Malberg
De Hazendans
Symfoniesingel
Weustenraadstraat
Totaal
Bedrijven
4726
919
31
754
2284
151
101
125
228
1140
723
35
86
20
44
35
246
8
6
28
64
11
32
11
23
89
12
1
23
12
7
7
11.402
580