Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 32

Ruimte voor Ondernemen

Van bedrijventerreinen naar


Bedrijvenparken en
Stedelijke werklocaties

Gemeente Maastricht
Voorstel Raadsvergadering 19 november 2013

Voorwoord
Voor u ligt een nieuwe visie op de Maastrichtse bedrijventerreinen: Ruimte voor ondernemen.
Bedrijventerreinen zijn van groot belang voor Maastricht, zowel ruimtelijk als economisch en sociaal.
Deze bedrijventerreinen zorgen namelijk met een oppervlakte van zeshonderd hectare en ruim
zeshonderd vestigingen voor zon elfduizend banen.
Al van oudsher neemt de industrie een voorname positie in binnen de Maastrichtse economie. In
1834 gaf onze stad, onder leiding van Petrus Regout, het startsein voor de industrile revolutie.
Maastricht groeide uit tot een vooraanstaande industriestad met productie in keramiek, glaswerk en
cement. En nog steeds is de industrie springlevend. Enkele grote maakbedrijven zijn de stad trouw
zijn gebleven en wordt er op de terreinen op een hoogwaardige wijze gewerkt aan producten en
nieuwe toepassingen.
De gemeente wil ondernemerschap op de bedrijventerreinen dan ook optimaal faciliteren. Daarbij is
inspelen op de behoeften en eisen van de huidige tijd noodzakelijk. De terreinen zijn niet meer, zoals
in het verleden, voorbehouden aan de productiegebonden industrie. De markt verandert. Zo is er
bijvoorbeeld meer behoefte aan functiemenging, samenwerking en ontmoetingsplekken. Deze en
meer marktontwikkelingen en trends heeft Buck Consultants BV eind 2010 in kaart gebracht. Het
vormde voor het college van Burgemeester en Wethouders aanleiding om breed in gesprek te gaan
met ondernemers en deskundigen over een nieuwe koers voor de bedrijventerreinen.
Ruimte voor ondernemen is het resultaat van een uitgebreid participatieproces. Vele partijen zijn
geconsulteerd en er werd een speciale raadsconferentie gehouden over industrie. Een woord van
dank gaat daarbij uit naar de Samenwerkende Industrien Maastricht, Midden- en Klein Bedrijf, NV
Industriebank LIOF, Centrummanagement, regiogemeenten, de Provincie Limburg en alle andere
participanten voor het aanreiken van suggesties en ideen voor deze visie. Ook dank aan de
raadscommissieleden die meegebouwd hebben aan dit document.
Deze visie zetten we in op het behoud van bestaand ondernemerschap en bieden we ruimte voor
nieuw ondernemerschap. Dit doen we door op alle terreinen vernieuwing mogelijk te maken met
bijvoorbeeld productiegebonden detailhandel en ontmoetingsplekken. Maar ook door publieksaantrekkende functies zoals sportieve recreatie en kunstenaarswerkplaatsen mogelijk te maken op
enkele kleinschalige terreinen. Samen met ondernemers blijven we investeren in een kwalitatief en
divers aanbod van bedrijventerreinen. Zodoende zijn de bedrijventerreinen met deze visie verdeeld
in (industrile) bedrijvenparken en stedelijke werklocaties.
Goede bedrijvenparken en stedelijke werklocaties zijn een basisvoorwaarde voor ondernemers om
werkgelegenheid te creren voor de burgers van onze stad en regio. Daarvoor doen we het!

John Aarts
Wethouder voor Financin, Economie, Personeel en Organisatie

INHOUDSOPGAVE
1.
1.1
1.2
1.3
1.4

Inleiding
Waarom een nieuwe kijk op bedrijventerreinen
Wat gaan we anders doen
Een visie, bestemmingsplannen en procedures
Overzichtskaart met de bedrijventerreinen

blz. 4

2.
2.1
2.2
2.3
2.4

Beleidskaders
Rijksbeleid
Provinciaal beleid
Regionale samenwerking
Lokaal beleid: gemeente Maastricht

blz. 7

3.
3.1
3.2
3.3

Vraag en aanbod in Maastricht


Aanbod van terreinen
Vraag naar terreinen
Confrontatie aanbod en vraag

blz. 10

4.
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6

Kwalitatieve aspecten
Algemeen beeld van de kwaliteit
Segmentering en profielen
Herstructurering
Ladder voor duurzame verstedelijking
Parkmanagement: Ondernemers aan het woord
Duurzaamheid

blz. 12

5.
5.1
5.2
5.3
5.4

Een nieuwe koers voor de bedrijventerreinen


(Industrile) bedrijvenparken en stedelijke werklocaties
Profielen per bedrijfslocatie
Overzichtskaart met nieuwe indeling van de terreinen
Tabel met locaties, grootte, profiel, strategie en bijzonderheden

blz. 16

Bijlage 1
Richtlijnen en definities

blz. 23

Bijlage 2
Bedrijfscontactpunt Maastricht/Zuid-limburg

blz. 31

Bijlage 3
Werkgelegenheid per terrein

blz. 32

Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1

Waarom een nieuwe kijk op bedrijventerreinen

De stadsvisie, structuurvisie, veranderingen op het gebied van economie en demografie en de laatste


trends hebben ertoe geleid dat in februari 2013 een Economische Visie 2020 Made in Maastricht is
vastgesteld. In deze economische visie staat innovatief en creatief ondernemerschap centraal. Het
gaat uit van het ondernemerschap, dat Maastricht op een gepaste wijze wil faciliteren. Met deze
uitwerking over de bedrijventerreinen wordt dit nader vormgegeven.
De noodzaak voor een visie over de bedrijventerreinen heeft een aantal redenen. De voornaamste
reden is de sterk veranderende markt voor bedrijventerreinen, zowel landelijk als in Maastricht. De
economische structuur en het karakter van activiteiten op de terreinen is in beweging. Er is sprake
van een afnemende vraag en er is een vraag naar andere type werklocaties. Bovendien wordt het
ontmoeten steeds belangrijker. In de industrie wordt verder rekening gehouden met een voortschrijdende automatisering, minder werkzame personen en meer outsourcing van onderdelen.
Groei vindt onder meer plaats in het klein ondernemerschap, creativiteit, recreatie, en door middel
van kennisintensivering. Met steeds meer aandacht voor duurzaamheid (met name energieverbruik
en hergebruik), een vraag naar functievermenging, behoefte aan ontmoetingsplekken en de
noodzaak tot kennisintensieve samenwerking en innovatie.
Daarnaast is rekening gehouden met de initiatieven van de afgelopen jaren. Waarvan enkele soms
moeilijk een passende plek konden vinden in de stad (zoals een klimcentrum en een meubelmaker
met werkplaats en verkoop van eigen producten in n gebouw).

1.2

Wat gaan we anders doen

Maastricht zal terughoudend zijn met het ontwikkelen van nieuwe bedrijfskavels om zo samen met
de regio een compleet aanbod voor de markt aan te bieden. Het eerder geplande bedrijventerrein
Panneslager (een locatie gelegen in gemeente Eijsden-Margraten) wordt niet meer ontwikkeld en
voorlopig worden geen (reguliere) bedrijven gevestigd op het terrein Lanakerveld. Uitgifte van
bedrijfskavels vindt in principe gefaseerd plaats en voordat kavels worden uitgegeven, wordt samen
met de ondernemers gekeken of vestiging in een bestaand pand mogelijk is.
Op alle terreinen is vernieuwing gezocht in het toevoegen van functies zoals ondergeschikte
productiegebonden detailhandel, kleinschalige horeca en ontmoetingsplekken. Op enkele terreinen
wordt het mogelijk om nog meer functies te vestigen. Denk aan ambachtelijke culturele activiteiten,
sportieve recreatie, kringloopcentra, ondernemingen of themaconcepten met een mix aan functies
en een bedrijfswoning mits dit geen nadelige gevolgen heeft voor omliggende bedrijven.

Bij het toetsen van bouwplannen meer gaan werken met beeldkwaliteitplannen met een flexibeler
karakter. Waardoor vaker samen met initiatiefnemers gesproken kan worden over de verschillende
manieren waarop de (ruimtelijke) kwaliteit bereikt kan worden. Verder kan kantoorruimte bij
bedrijven op hetzelfde terrein aan elkaar verhuurd worden en kunnen, onder voorwaarden, miniwindturbines geplaatst worden.
Met deze vernieuwingen wordt op de bedrijventerreinen nu onderscheid gemaakt tussen
bedrijvenparken en stedelijke werklocaties. Deze nieuwe termen zijn in hoofdstuk vijf nader
beschreven. Uitgebreide richtlijnen en definities zijn opgenomen in bijlage 1.
Op deze manier wil Maastricht ondernemers helpen en samen werken aan een verbetering van het
vestigingsklimaat. Daarbij verschuift de aandacht van kwaliteit en kwantiteit naar kwaliteit en
duurzaamheid. Er wordt duidelijk gecommuniceerd met deze visie via website gemeente Maastricht,
nieuwsbrieven, acquisitie en accountmanagement. Met ook een intensieve samenwerking in en met
de regio, waarbij vooralsnog eerst gekeken wordt naar de regio Zuid-Limburg en rekening is
gehouden met het huidige Provinciale Omgevingsplan. Waarna ook een nadere samenwerking op dit
gebied met de eu-regio volgt als blijkt dat de markt hier behoefte aan heeft.
1.3

Een visie, bestemmingsplannen en procedures

Deze visie is een aanvullend beleidsdocument op de huidige vastgestelde bestemmingsplannen


waarin staat waarvoor de grond of gebouwen gebruikt mogen worden. Het kan dus voorkomen dat
genoemde verruimingen in deze visie deels of nog niet verwerkt zijn in een bestemmingsplan.
Bijvoorbeeld het mogen uitoefenen van ondergeschikte productiegebonden detailhandel is deels
verwerkt in de bestemmingsplannen, maar de ontmoetingsfuncties bijvoorbeeld nog niet.
Met behulp van de geldende procedures binnen de Wet Ruimtelijke Ordening kan van de
bestemmingsplannen worden afgeweken. Dit betekent dat ondernemers, die conform de nieuwe
koers willen ondernemen, soms te maken hebben met een initiatief dat overeenkomt met deze visie
maar strijdig is met het bestemmingsplan. Dan moet de ondernemer rekening houden met te volgen
procedures. Het zijn procedures in het kader van de Wet Ruimtelijke Ordening (Wro) of de eventuele
toekomstige Omgevingswet. Deze procedures zijn nodig om af te kunnen wijken van een
bestemmingsplan en zo een ontheffing te krijgen ten behoeve van een omgevingsvergunning.
Denk hierbij aan planologische instrumenten zoals het deels herzien van een bestemmingsplan, een
Wabo-project-afwijkingsbesluit en de planologische kruimelgevallen regeling. Dergelijke
instrumenten worden verschillend ingezet, afhankelijk van bijvoorbeeld de benodigde
omgevingsvergunning, het aantal m2 oppervlak, tijdelijke of permanente bestemming en of het
bouwwerk binnen de bebouwde kom ligt.
Omdat deze visie gebruikt wordt als leidraad voor in de toekomst, draagt het vervolgens bij aan het
afwegingskader en de onderbouwing van een benodigde ontheffing. Hierdoor kunnen ruimtelijke
procedures sneller verlopen als de aanvraag overeenkomt met de richtlijnen in deze visie. Bij een
herziening van bestemmingsplannen, of als eerder de mogelijkheid zich voordoet, zal deze visie
vertaald worden in het bestemmingsplan. Hierdoor worden op termijn nieuwe functies en
verruimingen rechtstreeks mogelijk.
5

1.4

Overzichtskaart met de bedrijventerreinen

Op deze kaart is de totale omvang van de bedrijventerreinen in Maastricht aangegeven. Met circa
600 hectare terrein inclusief de bedrijfskavels, infrastructuur en groenvoorzieningen. Netto is hier
sprake van circa 483 hectare aan bedrijfskavels.

Hoofdstuk 2 Beleidskaders
In dit hoofdstuk wordt het relevante beleid beschreven op landelijk, provinciaal en lokaal niveau.

2.1

Rijksbeleid

Het Rijk geeft in de Nota Ruimte 2004 op hoofdlijnen het nationaal beleid aan over de inrichting van
Nederland. Hoofddoelen van dit beleid zijn op een duurzame en efficinte manier ruimte maken voor
verschillende functies, het garanderen van de leefbaarheid en het verbeteren van de ruimtelijke
kwaliteit. In dat kader hebben het rijk, de provincies en gemeenten in 2010 een convenant
ondertekend over bedrijventerreinen. In het convenant is onder meer vastgelegd hoeveel hectare
bedrijventerrein geherstructureerd wordt en hoeveel hectare nieuw bedrijventerrein nog ontwikkeld
mag worden tot 2020. Bij aanleg van nieuwe terreinen moet verplicht de zogeheten ladder voor
duurzame verstedelijking worden gevolgd. Dit is een instrument ontworpen door de Sociaal
Economische Raad. Het heeft als doel om eerst alle mogelijkheden op de bestaande terreinen te
benutten en daarna pas nieuwe locaties te ontwikkelen. Er moet dus altijd eerst op bestaande
terreinen naar ruimte voor bedrijvigheid gezocht worden.

2.2

Provinciaal beleid

De Provincie legt voor het bedrijventerreinenbeleid kaders vast in hun Provinciaal Omgevingsplan
(POL) en ze zorgen voor afstemming binnen en tussen de regios. Omdat goede terreinen belangrijk
zijn voor het vestigingsklimaat spant de Provincie zich in om veroudering van terreinen tegen te gaan
en te revitaliseren en/of te herontwikkelen waar nodig. Prioriteit wordt gegeven aan revitalisering
van bestaande terreinen boven het realiseren van nieuwe locaties. De Provincie Limburg werkt, ten
aanzien van bedrijventerreinen en stedelijke dienstenterreinen, met een POL in combinatie met
Programma Werklocaties Limburg.
In het POL staan de hoofdlijnen, strategie, rolopvatting en de planningsmethodiek die van belang zijn
voor werklocaties. Denk hier aan opvattingen die aangeven dat er nu amper nieuwe bedrijventerreinen ontwikkeld worden en dat op locaties met logistiek en productie in principe geen ander
gebruik is toegestaan. Maar ook wordt aandacht gevraagd voor het belang van wonen en werken in
de nabijheid van de binnenstad met een interessante mix aan kennis, cultuur en voorzieningen.
Waarbij dan zogenoemde broedplaatsen voor innovatie en creatieve industrie tot bloei kunnen
komen in vrijkomende gebouwen.
In het Programma Werklocaties Limburg 2020 legt de Provincie de herstructureringsopgave en
planningsopgave vast. Het is een flexibel programma dat jaarlijks actuele gegevens over restcapaciteit en uitgifte gebruikt. Dit om consequenties voor de planningsopgave voor nieuwe terreinen
inzichtelijk te maken. Er wordt ingespeeld op de behoefte aan bedrijfshuisvesting meer passend bij
de veranderende economie. Een meer kwalitatieve insteek wordt nu gekozen en behalve over
bedrijventerreinen spreekt de Provincie ook over stedelijke dienstenterreinen (terreinen voor dienstverlening, meer gericht op kantoren, stedelijke recreatieve voorzieningen, etc.).
7

Publicatie van de resultaten van de monitor Limburgse bedrijventerreinen en dienstenlocaties vindt


jaarlijks plaats in Werklocaties Limburg 20xx. Daar staat informatie in over de uitgifte, beschikbare
voorraad, grondprijzen, veroudering en revitalisering, kavelbenutting, aanbod bedrijfsonroerend
goed, bedrijfsvestigingen, werkgelegenheid en bedrijvendynamiek in Limburg.
2.3

Regionale samenwerking

Om de regionale samenhang en programmering te bevorderen heeft de Provincie voor de


gemeenten programmeringsoverleggen per regio ingericht. In dit overleg worden de behoefteramingen, planningsopgave en herstructureringsplannen besproken. Voor deze overleggen wordt,
naast de gemeenten uit een regio, ook Ondernemend Limburg uitgenodigd. Denk hier aan partijen
zoals de Limburgse Werkgeversvereniging en het Midden- en Kleinbedrijf. Dit om zo de link naar de
wensen en behoeften van het bedrijfsleven te kunnen leggen.
Als centrumgemeente is Maastricht de trekker van het Programmeringoverleg Maastricht &
Mergelland. Er vindt twee keer per jaar overleg plaats. Afstemming en elkaar informeren staan
centraal tijdens deze overleggen. Gezien de aanwezige restcapaciteit aan hectares in de regio
(volgens het Programma Werklocaties 2012 nog zon 60 hectaren) is geconcludeerd dat deze regio
tot ver na 2020 vooruit kan. Reden temeer om als stad en regio kritisch te kijken naar de aanleg van
nieuwe terreinen en gezamenlijk te voldoen aan de vraag van de markt. Hierbij wordt eerst gekeken
naar de regio Zuid-Limburg en wordt nauw samengewerkt met de centrumgemeenten Heerlen en
Sittard-Geleen. Gezien de vergelijkbare situatie in Midden- en Noord-Limburg wordt nu ook vaker
met die centrumgemeenten informatie uitgewisseld.

2.4

Lokaal beleid: gemeente Maastricht

Het economisch beleid van Maastricht is primair gericht op het faciliteren en versterken van ondernemerschap in de stad. De Structuurvisie Maastricht 2030 en de Economische Visie Made in
Maastricht benadrukken dan ook het belang van een goed ondernemers- en vestigingsklimaat en
zijn daarom in nauwe samenwerking met burgers, bedrijven en instellingen tot stand gekomen.
Belangrijk is het behouden van de brede gedifferentieerde economische structuur. Hierdoor kunnen
maastrichtse bedrijven met verplaatsingsbehoeften en nieuwe bedrijven gehuisvest worden in
Maastricht. Tegelijkertijd blijkt dat een gemeente niet altijd ieder bedrijfsinitiatief kan faciliteren.
Ruimtelijke en beleidsmatige afwegingen kunnen redenen zijn om zeer ruimte-extensieve en/of
milieubelastende bedrijven niet te kunnen vestigen in de stad. Er wordt dan onderzocht of elders in
de (eu)-regio mogelijkheden zijn voor het bedrijf.
Bedrijventerreinen zijn niet de aangewezen locatie voor bijvoorbeeld nieuwe solitaire detailhandel-,
kantoor- en woonfuncties en er worden geen bedrijfskavels verkocht voor bedrijfspanden die op
voorraad worden gebouwd. Dit blijft Maastricht handhaven, zeker gezien de huidige marktontwikkelingen, de stedelijke programmering en de groeiende leegstand in de stad. Lege kantoorruimten,
behorende bij bedrijfshallen, mogen daarom in principe niet solitair als kantoor verhuurd worden.
Een uitzondering hierop is het verhuren van kantoorruimten aan omliggende bedrijven die extra
kantoorruimte nodig hebben en gevestigd zijn op hetzelfde bedrijventerrein.
8

De veranderende marktontwikkelingen en de huidige trends brengen met zich mee dat we meer
uitgaan van de specifieke vragen en initiatieven van ondernemers. Dus accountmanagement en
acquisitie voor ondernemers actief inzetten. Duidelijk kenbaar maken dat ondernemers bij het
Bedrijfscontactpunt Maastricht terecht kunnen voor informatie, advies en begeleiding bij (her)huisvestingsvragen.
Streven naar minder gedetailleerde beeldkwaliteitplannen op bedrijventerreinen. Zodat met
initiatiefnemers van een bouwplan gesproken kan worden over verschillende manieren waarop de
gewenste (ruimtelijke) kwaliteit bereikt kan worden. Zo ontstaat er meer ruimte voor flexibiliteit en
maatwerk met behoud van aandacht voor de gewenste kwaliteit. Met deze aanpak starten we, in de
vorm van een pilot, op bedrijventerrein Maastricht-Eijsden (daar bekijken in hoeverre het huidige
beeldkwaliteitplan flexibeler te hanteren is, met behoud van kwaliteit).
Het investeren in kwaliteit en een brede economische structuur staat voorop. Er zijn bijvoorbeeld
gemengde terreinen , terreinen met specifiek bedrijfsprofiel en terreinen waar ook ruimte wordt
geboden aan niet-traditionele industrile bedrijfsfuncties. De onderlinge relatie en communicatie
tussen bedrijven en de afstemming tussen overheid en bedrijven blijft belangrijk. Een professionele
parkmanagement organisatie, door en voor de ondernemers, is daarbij van belang en wordt
ondersteund door gemeente Maastricht.

Hoofdstuk 3 Vraag en aanbod in Maastricht


In 2010 heeft Maastricht het onderzoeksbureau Buck Consultants BV opdracht gegeven om vraag en
aanbod nader in beeld te brengen en aanbevelingen te geven voor de toekomst. In dit hoofdstuk zijn
hun bevindingen kort samengevat. Het gehele rapport Visie op bedrijventerreinen en kantorenlocaties Maastricht is te vinden op www.gemeentemaastricht.nl.

3.1

Aanbod van terreinen

Maastricht heeft circa 600 hectare bruto aan bedrijventerreinen inclusief bedrijfskavels, infrastructuur en groenvoorzieningen. De netto oppervlakte van bedrijfskavels bedraagt circa 483 hectare.
Daarvan zijn er zes kleinschalige locaties die samen opgeteld circa 20 hectare omvatten. Dit zijn
stedelijke locaties waar de bedrijvigheid vaak een rol vervult binnen de economie van woonwijken.
Maastricht heeft een divers bedrijventerreinenaanbod en bedrijven kunnen in allerlei categorien op
verschillende terreinen ondernemen. Er zijn veel modern gemengd (midden- en kleinbedrijf), maar
ook gemend plus (logistiek-industrile) terreinen.
Ondernemers die op zoek zijn naar bedrijfskavels op een nieuw bedrijventerrein kunnen met name
terecht op het terrein aan de zuidkant van Maastricht, gelegen vlakbij de A2. Daar zijn kavels
uitgeefbaar voor milieuklasse 2, 3 en onder voorwaarden klasse 4. Door een herstructurering in de
Beatrixhaven wordt restruimte intensiever benut en ontstaat ruimte voor met name de zwaardere
milieucategorien. Is men op zoek naar een bedrijfspand dan wordt op de particuliere markt
(in 2012) circa 100.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte aangeboden. Gezien de totale voorraad is dit
een relatief beperkt aanbod.
Het Bedrijfscontactpunt Maastricht (BCP) stelt in samenwerking met de grotere makelaarskantoren
het Overzicht Commercieel Vastgoed samen. In dit periodiek verschijnende overzicht is het
beschikbare aanbod aan commercieel vastgoed vermeld dat actief op de markt wordt gezet.

3.2

Vraag naar terreinen

In het rapport van Buck Consultants BV is gekeken naar de periode vr 2010, de toekomstige vraag
en de behoefte naar bedrijventerreinen. Ook zijn meegenomen de toekomstige ontwikkeling van
werkgelegenheid, de vervangingsvraag en specifieke beleidsambities van Maastricht.
De afgelopen jaren is de vraag naar bedrijventerreinen in Nederland en ook in Maastricht sterk
afgenomen. Dit komt door de veranderde economische en demografische ontwikkelingen.
Gemiddeld was in de periode 2000-2010 in Maastricht dan ook slechts sprake van zon 2 hectare
uitgifte van bedrijfskavels per jaar. De totale ruimtevraag voor de periode tot 2020 bevindt zich
volgens het rapport in een bandbreedte van tussen de 14 en 18 hectare netto terrein tot 2020.
Door enkele grote (noodzakelijke) verplaatsers binnen Maastricht en vanuit de regio is in 2011 en
2012 sprake van een grotere uitgifte van bedrijfskavels dan voorheen gemiddeld werd uitgegeven.
10

3.3

Confrontatie vraag en aanbod

Maastricht heeft een behoorlijke voorraad aan locaties in vergelijking met de in de toekomst te
verwachte vraag naar bedrijfskavels. Dit betekent dat we volgens het rapport Visie bedrijventerreinen en kantorenlocaties Maastricht tot 2020 zeker voldoende bedrijfskavels beschikbaar
hebben. Dit wordt bevestigd in het Programma Werklocaties Limburg van de Provincie Limburg
waarin staat dat voor regio Maastricht en Mergelland geen toevoeging aan de voorraad nodig is.
In het rapport wordt voor Maastricht gesproken over een beperkte leegstand van panden op de
bedrijventerreinen van circa 2 % van de totale voorraad. Dit valt binnen een normale frictie-leegstand die nodig is om de bedrijvenmarkt naar behoren te laten functioneren.
Aan de hand van deze conclusies is besloten om het geplande bedrijventerrein Panneslager (een
locatie gelegen in gemeente Eijsden-Margraten) niet meer te ontwikkelen. Dit op basis van een
kwantitatieve afweging. Tevens wordt het geplande nieuwe bedrijventerrein Lanakerveld een
reserveringslocatie. Er kunnen vooralsnog bedrijven geplaatst worden in het kader van de
transformatie van het terrein Bosscherveld. Dit mits er sprake is van een noodzakelijke verplaatsing
en bij een voldoende aantal bedrijven.

11

Hoofdstuk 4 Kwalitatieve aspecten


Op bedrijventerreinen hebben ondernemers te maken met diverse kwalitatieve aspecten. In dit
hoofdstuk wordt kort ingegaan op de algemene kwaliteit van de terreinen. Gevolgd door aandachtspunten zoals de segmentering, herstructurering , de Ladder voor duurzame verstedelijking, het
parkmanagement en duurzaamheid.

4.1

Algemeen beeld van de kwaliteit

Uit het rapport Visie op bedrijventerreinen en kantorenlocaties van Buck Consultants blijkt dat de
werklocaties in Maastricht kwalitatief in een redelijke tot goede staat verkeren in vergelijking met
veel andere steden. Dit is een gemiddelde score die aan de hand van diverse indicatoren is bepaald.
Denk hierbij aan de bereikbaarheid, kwaliteit van het terrein, segmentering, clustering, rol van de
overheid, parkmanagement, en terreinvoorzieningen. Een enkele locatie moet dan ook onderhanden
worden genomen, bijvoorbeeld het bedrijventerrein Bosscherveld en delen van het bedrijventerrein
Beatrixhaven.
Het behouden en verbeteren van de kwaliteit op de terreinen is van groot belang. Met uiteraard
blijvende aandacht voor onderhoud en beheer, parkmanagement, benodigde herstructurering en
bereikbaarheid. Ondernemers hechten steeds meer belang aan representativiteit, energetisch
duurzame gebouwen en de bedrijfsomgeving. Ze kunnen hiermee niet alleen een visitekaartje
afgeven, deze aspecten versterken ook de concurrentiepositie.
Het kunnen aanbieden van een gevarieerd aanbod van terreinen met verschillende kwaliteiten is dus
van belang. Daarom stimuleert Maastricht het Parkmanagement, dat de kwaliteit van een locatie wilt
afstemmen op de wensen van de betrokken ondernemers. Ook is er een woonwerklocatie op de
Hazendans ontwikkeld, is gestart met de herstructurering van de Beatrixhaven en is Maastricht bezig
met een herstructurering inclusief een economische herprofilering van Bosscherveld.

4.2

Segmentering en profielen

Uitgangspunt voor Maastricht is : Het juiste bedrijf op de juiste plek.


Een gevarieerd aanbod van terreinen met verschillende kwaliteiten zorgt ervoor dat ondernemers
kunnen kiezen welk terrein bij hun bedrijf past en waar ze kunnen doorgroeien. Met een dergelijk
aanbod is er ruimte voor zowel de nieuwe bedrijvigheid als voor traditionele industrile bedrijven.
Bedrijventerreinen werden verdeeld in terreinen voor zware industrie, terreinen voor midden en
kleinbedrijf en de kleinschalige terreinen in en nabij de woonwijken. In Maastricht is met deze visie
nu sprake van een verdeling in bedrijvenparken en stedelijke werklocaties. Waarbij op de terreinen
sprake is van een verschillend industrieel niveau en soort van kwaliteit en uitstraling. Bedrijvenparken zijn in het algemeen grootschaliger, liggen voornamelijk aan de rand van de stad en zijn
grotendeels bedoeld voor reguliere industrie en midden en kleinbedrijf.
12

Stedelijke werklocaties liggen nabij de binnenstad of in woonwijken en zijn daarom geschikt voor een
bredere commercile invulling met een grotere diversiteit aan functies. Een voorbeeld hiervan is het
terrein Bosscherveld waar in het zuidelijke deel een verruiming van functies plaatsvindt voor een
integrale ontwikkeling. Hier is dan ook een directe relatie met het Frontenpark en de Binnenstad.
Op terreinen met een specifiek bedrijfsprofiel wordt vastgehouden aan die profilering. Op de
Beatrixhaven was en is specifiek ruimte voor het vestigen van de zware industrile bedrijvigheid. En
de Karosseer is vooral gericht op autogerelateerde handel met eventueel bedrijfswoonwagens.

4.3

Herstructurering

Binnen de term herstructurering worden vier strategien toegepast: het wegnemen van achterstallig onderhoud, revitaliseren, economische vernieuwing en transformatie naar andere functies.
Bij het wegnemen van achterstallig onderhoud en het revitaliseren van een gebied is vaak sprake van
consolideren omdat de huidige bedrijfsinvulling van het terrein niet wijzigt. De aandacht gaat dan
vooral uit naar de bestaande bedrijvigheid en het upgraden van openbare gebied. Bij het vernieuwen
wordt met name gekeken naar het aanvullen van de bedrijvigheid met nieuwe economische functies.
Bij transformeren wordt het terrein, of een gedeelte, verandert naar een niet-economische functie
(zoals wonen en infrastructuur)
In Maastricht zijn op de terreinen enkele herstructureringsvarianten in uitvoering of in de planning.
Op het bedrijventerrein Beatrixhaven wordt gestreefd naar het verbeteren van de multimodale
bereikbaarheid (water,weg en spoor) en het creren van nieuwe bedrijfskavels voor met name de
zware industrie. Hiervoor worden nieuwe infrastructuur aangelegd c.q. verbeterd en wordt lichtere
bedrijvigheid verplaatst naar locaties waar de zware industrie zich niet kan vestigen. Voor bedrijventerreinen Bosscherveld en Enci spreken we over een economische vernieuwing met op deelgebieden
een transformatie in niet-traditionele industrile bedrijfsfuncties. Op deze terreinen is sprake van
een voormalig traditioneel bedrijventerrein waar naast industrie nu een mix aan functies mogelijk is.

4.4

Ladder voor duurzame verstedelijking

De ladder voor duurzame verstedelijking (voormalige SER-ladder) staat voor een optimale benutting
van de ruimte in stedelijke gebieden. In het verlengde hiervan wordt bij een initiatief in Maastricht
daarom eerst samen met de ondernemer bekeken of het bedrijf op zijn bestaande locatie kan
uitbreiden. Kan een bedrijf niet uitbreiden op zijn huidige locatie dan wordt, gestimuleerd en gezocht
naar beschikbare bedrijfspanden binnen de huidige vastgoedmarkt (eventueel samen met de
gemeente, lees Bedrijfscontactpunt Maastricht). Als dit niet lukt wordt uiteraard gekeken en gezocht
naar een passende bedrijfskavel.
Met een momenteel groeiende leegstand wordt het nog belangrijker om actief te handelen conform
het principe van de ladder voor duurzame verstedelijking. Zeker nu de industrile en bedrijfsmatige
ondernemingen soms veranderen in nieuwe vormen van bedrijvigheid die dan leidt tot een sterke
belangstelling voor meer kantoorachtige panden (denk aan de ICT/sector, laboratoria en call-centra).
13

4.5

Parkmanagement: Ondernemers aan het woord

Parkmanagement is een middel om de kwaliteit van een locatie af te stemmen op de wensen van
betrokkenen en om het bereikte kwaliteitsniveau ook op lange termijn vast te houden: Continu
werken aan vernieuwing en verbetering. Het wordt dan ook gezien als een middel dat kan leiden tot
een optimaler gebruik van ruimte, handhaving van de economische functie (lees werkgelegenheid),
handhaving en/of verbetering van de kwaliteit, waardestijging van het gebied, en beter beheer en
gebruik van de openbare ruimte. Bovendien leidt het tot een verbetering van de onderlinge relatie
tussen de bedrijven en meer afstemming tussen de overheid en de bedrijven.
In Maastricht is de trekker van het parkmanagement op de bedrijventerreinen de Samenwerkende
Industrieterreinen Maastricht (SIM). De SIM is opgericht in 1994 en is in 2005 de Stichting
Bedrijventerreinenmanagement Maastricht (SBM) gestart. Het doel van de ondernemers is het
bemiddelen in en het behartigen van de gemeenschappelijke belangen van de gevestigde ondernemingen in de industriegebieden van Maastricht en/of in de directe omgeving van Maastricht.
Duurzame bedrijventerreinen is n van de speerpunten van het Maastrichtse parkmanagement. Om
dit te kunnen bereiken wordt soms aan de gemeente gevraagd wettelijke barrires weg te nemen en
regelgeving aan te passen.
De gemeente Maastricht ziet de voordelen van parkmanagement op de bedrijventerreinen dat voor
en door de ondernemers wordt georganiseerd. Dit omdat parkmanagement in belangrijke mate
bijdraagt aan de algehele kwaliteit en aan een duurzaam vestigingsklimaat. Daardoor wordt steeds
vaker gesproken over bedrijvenparken. Ook bevordert het parkmanagement de contacten tussen
de gemeente en de ondernemers. Daardoor kan de gemeente snel inspelen op de wensen van de
ondernemers en dat heeft een positieve uitwerking op de locale en regionale economie. De
gemeente ondersteunt parkmanagement dan ook, neemt deel aan projecten en stimuleert
ondernemers hier aan deel te nemen.
Samen met de ondernemers wordt gestreefd naar voldoende ruimte in de stad om te ondernemen,
het laten groeien van onze economie en het creren van werkgelegenheid. Verbetering van kwaliteit
en duurzaamheid zijn daarbij kernbegrippen. Door ondernemers de mogelijkheid te bieden om
collectief een aantal zaken op te pakken wordt er niet alleen een kostenvoordeel gegenereerd, maar
wordt tevens de kwaliteit van de dienstverlening verbeterd. Projecten van het parkmanagement
hebben betrekking op de afvalinzameling, opleidingen, beveiliging, bewegwijzering, calamiteitenplannen, energie (hoe maken we bedrijven en terreinen energiezuiniger), schoonmaakwerkzaamheden, collectieve arbodienstverlening, facilitypoint, businessparkscans, warmtenet, etc..
Voor meer informatie zie www.parkmanagementmaastricht.nl

14

4.6

Duurzaamheid

Duurzaam ondernemerschap is voor zowel ondernemers als overheid van belang. In de dagelijkse
praktijk zien we dit vooral in de interesse voor energiezuinig vastgoed. Behalve de efficintie en de
kosten-besparing profiteert iedereen mee van een goed imago en het behoud van kwaliteit en
milieu. Steeds meer gebruikers van bedrijfspanden willen dan ook een energiezuinige
kostenbesparende bedrijfsvoering en het kunnen versterken van het imago.
De overheid stimuleert ondernemers bij nieuwbouw en verbouwingen tot het realiseren van flexibel
indeelbare en energiezuinige gebouwen. Dit vindt plaats via het verplichten van de best beschikbare
technieken (BBT), het energiezuinig moeten bouwen bij nieuwbouw en het subsidiren van
energiescans en energiecordinatoren. Bedrijfspanden zijn dan eenvoudiger herbruikbaar, gaan
langer mee en zijn zo toekomstbestendiger. Dit is ook belangrijk om in de toekomst leegstand te
voorkomen. Ondernemingen veranderen namelijk steeds sneller met als gevolg dat de behoeften aan
de ruimte en het gebruik van panden verandert. Als een pand opnieuw beschikbaar komt op de
markt, moet transformatie naar diverse bedrijfsmatige invullingen op eenvoudige wijze kunnen
plaatsvinden.
In Maastricht is bijvoorbeeld gebruik gemaakt van de best beschikbare technieken in een project
waarbij ondernemers en overheid gezamenlijk gebruik maken van het warmtenet. En wordt in
diverse projecten, ook samen met Parkmangement Maastricht, samengewerkt ten behoeve van het
milieu en energieverbruik.
Om nu een energiezuinige bedrijfsvoering te stimuleren zijn in deze visie een definitie en richtlijnen
opgenomen over mini-windturbines. Dit betekent dat naast het vergunningsvrij kunnen plaatsen van
zonnepanelen op het dak, kleine windturbines op, bij en aan bedrijfsgebouwen nu onder strikte
voorwaarden mogelijk zijn op bedrijvenparken en stedelijke werklocaties.
Tenslotte ligt er een grote verantwoordelijkheid bij de ondernemer zelf. Voor de toekomst van een
bedrijf is het namelijk belangrijk om met de veranderende marktontwikkelingen en noodzakelijke
innovaties mee te veranderen. Want innovatie, automatisering maar vooral (internationale) samenwerking is steeds belangrijker. De aanwezigheid en contacten van de Universiteit Maastricht en
andere opleidingen en kennisinstituten dragen hier aan bij.

15

Hoofdstuk 5 Een nieuwe koers voor de bedrijventerreinen


In dit hoofdstuk wordt de te volgen koers voor de verschillende terreinen weergegeven. Op een
overzichtskaart zijn bedrijfslocaties met de nieuwe profielen ingetekend. Met vervolgens in een tabel
per locatie de grootte, het profiel, strategie en bijzonderheden aangegeven.

5.1
(Industrile) bedrijvenparken en stedelijke werklocaties
Bedrijventerreinen werden verdeeld in terreinen voor zware industrie, terreinen voor midden en
kleinbedrijf en de kleinschalige terreinen in en nabij de woonwijken. Nu is gekozen voor nieuwe
termen en profielen, mede in overleg met de betrokken externe partners:
- een industrieel bedrijvenpark
- een bedrijvenpark
- een stedelijke werklocatie
Voor alle terreinen geldt:
Geen vestiging van nieuwe solitaire detailhandel, kantoren, woningen, maatschappelijke functies
(zoals zorg, scholen, opvang) en logiesvertrekking (zoals hotels). In principe geen nieuwe locaties
voor autohandel en geen kavels verkopen voor bedrijfspanden die op voorraad worden gebouwd.
Wel blijft detailhandel in boten, caravans en grove bouwmaterialen en het verhuren aan particulieren van groot materiaal zoals steigers, aanhangwagens en opslagunits mogelijk. Maar omdat dit
publieksaantrekkende activiteiten zijn stimuleert de gemeente deze bedrijven om zich te vestigen
aan de rand van de bedrijvenparken. Uiteraard moeten bedrijven zich houden aan voor hen van
toepassing zijnde milieuvoorschriften/zoneringen en vindt het parkeren op eigen terrein plaats of
wordt in overleg met buren opgelost. Bij het zoeken naar verruiming is rekening gehouden met
behoeften van ondernemers en de wijze waarop bedrijven op een locatie goed kunnen functioneren
(bijvoorbeeld zonder overlast van verkeer -en parkeersituaties).
(Industrile) bedrijvenparken
Op bedrijvenparken ligt de nadruk op het faciliteren van de productie en logistieke bedrijvigheid.
Bedrijvenparken zijn bestemd voor bedrijfsactiviteiten in handel, nijverheid, productie en verwerking
van goederen. Een industrieel bedrijvenpark is daarbij specifiek geschikt voor grote (productie)bedrijven inclusief milieuhinderlijke bedrijvigheid. Tevens zijn hier nu ondergeschikte productiegebonden detailhandel, ontmoetingsplekken (zoals facilitypoints en kleinschalige horeca) en miniwindturbines onder voorwaarden mogelijk.
Stedelijke werklocaties
Op stedelijke werklocaties ligt de nadruk op een bredere functiemenging en flexibilisering. Waar
innovatie en recreatieve activiteiten tot bloei kunnen komen, bij voorkeur in vrijkomende gebouwen.
Naast reguliere bedrijvigheid kunnen hier productiegebonden detailhandel, ontmoetingsplekken en
mini-windturbines landen. Tevens is hier dan ook ruimte voor kunstenaars, creatieve werkplaatsen
gecombineerd met culturele activiteiten, sportieve recreatie, kringloopcentra, ondernemingen of
themaconcepten met een mix aan samenhangende en onlosmakelijk met elkaar verbonden functies
en bedrijfswoningen (mits er geen nadelige gevolgen zijn voor bestaande bedrijfsvoeringen).
16

5.2

Profielen per bedrijfslocatie

In de volgende paragrafen zijn de bedrijfslocaties benoemd, aangegeven op een overzichtskaart en


is, in een tabel, per terrein de grootte, het profiel, de strategie en bijzonderheden terug te vinden.
Informatie over de gevestigde bedrijven, het aantal werknemers, en ook de afstanden tot de A2,
vliegveld en haven is terug te vinden in het Ruimtelijk Economisch Bedrijventerreinen Informatie
Systeem met de naam REBIS. Dit is een databank van de Provincie Limburg die de ontwikkelingen op
de terreinen volgt en weergeeft via de website www.rebislimburg.nl.
Maastricht - Oost
1. Beatrixhaven
2. Limmel/Mosa
3. Trega/Zinkwit
4. Scharn-Noord
5. Randwyck-Zuid
6. Maastricht-Eijsden
7. Karosseer
8. Maastricht Aachen Airport
9. Heerderweg
10. Heerderrein
Maastricht - West
11. Enci-terrein
12.
13.
14.
15.
16.
17.
18.
19.
20.

Bosscherveld
Boschpoort
Klinkers-terrein
Lanakerveld
Malberg
De Hazendans
Symfoniesingel
Weustenraadstraat
Voormalig Sphinxterrein

Profiel
industrieel bedrijvenpark / bedrijvenpark
industrieel bedrijvenpark
bedrijvenpark / ontwikkelgebied
bedrijvenpark
bedrijvenpark
bedrijvenpark
bedrijvenpark (met specifiek profiel)
bedrijvenpark (direct ten noorden van Maastricht)
stedelijke werklocatie
stedelijke werklocatie

industrieel bedrijvenpark met deels stedelijke werklocatie


(beiden met specifiek profiel)
industrieel bedrijvenpark met deels stedelijke werklocatie
industrieel bedrijvenpark
industrieel bedrijvenpark
bedrijvenpark als reserveringslocatie
stedelijke werklocatie
stedelijke werklocatie
stedelijke werklocatie
stedelijke werklocatie
ontwikkelgebied

Per terrein wordt een strategie aangegeven in de tabel. Daarmee geeft de visie aan wat de
mogelijkheden zijn voor de terreinen: consolideren, transformeren en/of vernieuwen.
Enkele terreinen kunnen vernieuwen of transformeren en van kleur verschieten (zoals de stedelijke
werklocaties). Terwijl voor andere terreinen in beginsel weinig veranderd. Bij consolideren
verandert er niets en bij de consolideren+ variant is er de mogelijkheid van een kleine verruiming.
Het terrein Aviation valley (op Maastricht Aachen Airport gelegen in gemeente Beek) heeft een
sterke relatie met Maastricht en is opgenomen in de tabel. Terreinen die direct aansluiten op
gemeentegrenzen van Maastricht (Meerssen, Eijsden en Lanaken) zijn aangegeven op de kaart.
17

5.3

Overzichtskaart met nieuwe indeling van de terreinen

18

5.4

Tabel met locaties, grootte, profiel, strategie en bijzonderheden

Maastricht Oost
LOCATIE

GROOT
(bruto)

PROFIEL

STRATEGIE

BIJZONDERHEDEN

Beatrixhaven

ca. 300
hectare

Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en in zuidelijk
deel Bedrijvenpark

Consolideren +

Revitalisering conform Masterplan


Beatrixhaven, met nadruk op
zwaardere bedrijvigheid, ruimtewinst en multimodale bereikbaarheid (inclusief gebruik van de haven
en natte kavels met bijna allemaal
een eigen goederen aansluiting).

Accent ligt op zware milieucategorie 4 en 5 en intensievere transporten. Aan de


randen plek voor categorie 3
en met mogelijkheden voor
noodzakelijke verplaatsers
vanaf milieuklasse 2 conform
het Zonebeheersplan Beatrixhaven (zie bestemmingsplan)

Direct bereikbaar via afslag A2.


Een terrein omringt door een groen
recreatiegebied, met aanwezig een
NS station en Park&Ride locatie.

In zuidelijk deel een


bedrijvenpark voor de met
lagere milieucategorien
Limmel

Ca. 15 hectare

Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark

Belangrijke staalsector aanwezig


Steelport Maastricht

Consolideren +

Bedrijfslocatie van Mosa,


schakelstation en O-I
Manufacturering

Op termijn
mogelijk laten
transformeren

Vanaf 2020 kan dit bestaande


bedrijvenpark mogelijk worden
getransformeerd. Dit is mede
afhankelijk van nadere studie en
markt-ontwikkelingen. Het is een
potentile stedelijke locatie voor
verschillende functies. Met in het
noordelijk deel ruimte voor
woningbouw (conform de
Structuurvisie van Maastricht)

Consolideren +

Hoog kwalitatief, met name regionaal


gerichte bedrijvigheid.

Consolideren +

Ruim opgezet terrein met in het


noordelijk deel een (auto)boulevard.

Milieucategorie 3,4 en 5
Trega/Zinkwit

Ca. 17 hectare

Bedrijvenpark met gemengd


midden en kleinbedrijf /
Ontwikkelgebied
Milieucategorieen 1, 2 en 3.

Scharn-Noord

ca. 17 hectare

Bedrijvenpark met gemengd


midden en kleinbedrijf
Logistiek, productie en groothandel (met deels ook
autohandel aanwezig)
Milieucategorien 2 en 3

Randwyck-Zuid

ca. 35 hectare

Bedrijvenpark met gemengd


midden en kleinbedrijf
Bovenregionale bedrijvigheid
in de sectoren logistiek,
kleinere productie-eenheden
en groothandel.
Milieucategorien 2 en 3

19

LOCATIE

GROOT
(bruto)

PROFIEL

STRATEGIE

BIJZONDERHEDEN

Maastricht-Eijsden
(met op termijn
andere naam)

ca. 85 hectare

Bedrijvenpark met gemengd


midden en kleinbedrijf

Consolideren +

Bedrijvenpark, gereed voor uitgifte


met in zuidelijk deel gefaseerde
uitgifte aaneengesloten met
mogelijkheden voor flexibele
kavelindelingen.
www.maastricht-eijsden.nl

Milieucategorien 2, 3 en 4
Van ambachtelijke
activiteiten, groothandel tot
en met productiebedrijven.

Karosseer

ca. 15 hectare

Bedrijvenpark met specifiek


profiel, midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning

Direct bereikbaar via afslag A2

Consolideren

Combinatie van bedrijven en


bedrijfswoningen dan wel bedrijfswoonwagens. De hoofdfunctie is
autogerelateerde activiteiten.
Daarnaast zijn beperkt mogelijkheden voor groothandelsactiviteiten.
Andere vormen van detailhandel,
horeca en facilitypoints zijn hier niet
toegestaan.

Consolideren +

Bedrijvenpark, gereed voor uitgifte.

Milieucategorien 1 en 2

Maastricht Aachen
Airport

ca. 60 hectare

Bedrijvenpark met gemengd


midden en kleinbedrijf

Direct bereikbaar via afslag A2,


8 km ten noorden van Maastricht
www.aviationvalley.nl
Gemeente Beek

Deels specifiek profiel voor


luchthavengebonden
activiteiten en (meer ruimteextensieve) bedrijvigheid
Milieucategorien 2, 3 en 4.

Heerderweg

ca. 1 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf.

Vernieuwen

Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.

Heerderrein

ca. 2 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf

Milieutechnisch nu nog veel grenzen


aan mogelijkheden gezien de huidige
A2 traverse.
Meer kansen als tunnel gereed is
voor het verbreden van functies,
ondernemerschap in de breedte en
vestiging van bedrijfswoning.

Vernieuwen

Hier is met name bedrijvigheid en


dienstverlening in zorg en medische
handel in voorzieningen aanwezig.

Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.

20

Maastricht-West
LOCATIE

GROOT
(bruto)

PROFIEL

STRATEGIE

BIJZONDERHEDEN

Bosscherveld

ca. 65 hectare

Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en een
stedelijke werklocatie.

Consolideren +
in noordelijk
deel
en
transformeren
en vernieuwen
in overige deel

Herstructurering in zuiden en
midden van dit gebied omdat de
Noorderbrug verlegd wordt.

Consolideren +

Bedrijfslocatie van Klinkers BV

Consolideren +

Bedrijfslocatie van Sappi BV,


Wesley Kartonnage KIMA etc.

Reserveringslocatie

Nog niet gereed voor uitgifte aan


reguliere bedrijvigheid.

Industrile bedrijvigheid,
groothandel en een stedelijke
werklocatie met gemengde
herprofilering en functiemenging met ook een gebied
voor perifere detailhandel.

Midden en zuiden ideaal voor


brede toepassing van functies. Dit
gezien de aanwezige leegstaande
bedrijfspanden en de ligging nabij
de pdv-locatie (met een verkenning
naar een uitbreiding), het frontenpark en de binnenstad.

Milieucategorieen 2, 3, 4 en 5
Klinkers-terrein

Ca. 8 hectare

Boschpoort

ca. 15 hectare

Lanakerveld

ca. 50 hectare

Onderdeel van industrieel


gezoneerd bedrijvenpark
Bosscherveld
Milieucategorie 4
Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark
Milieucategorie 3, 4 en 5
Bedrijvenpark in ontwikkeling
In afwachting van marktontwikkelingen kan op
termijn het terrein
ontwikkeld worden voor
gemengd midden en
kleinbedrijf.

Vooralsnog vestiging van bedrijven


te overwegen voor tijdelijke, niet
onomkeerbare functies en bij een
voldoende aantal bedrijven die
onderdeel zijn van een noodzakelijke verplaatsingsvraagstuk in
Maastricht-West.

Milieucategorieen 2 en 3.
Enci-terrein

ca. 33 hectare

Industrieel gezoneerd
bedrijvenpark en stedelijke
werklocatie, beiden met
specifiek profiel.
Accent ligt op zware milieucategorie 4 en 5.
Met mogelijkheden voor
noodzakelijke verplaatsers
vanaf milieuklasse 2 conform
een milieuzonering.
Met in de overgangszone
terreinen voor lagere
milieucategorien (denk aan
categorie 2 en 3)
Leegstaande bedrijfshallen en
bedrijfskavels beschikbaar

Transformeren
en
Vernieuwen

Terrein verdeeld in bedrijvenpark,


overgangszone, groeve en AINSI.
Terrein voor bedrijven met nadruk
op innovatie, recycling, duurzaamheid en/of voor bedrijven met een
directe relatie met de activiteiten
en grondstoffen van Enci zelf.
In de Groeve vinden activiteiten
plaats gericht op natuurbeleving
De Overgangszone is gelegen
tussen het bedrijvenpark en de
groeve. In deze zone wordt ruimte
geboden aan (re)creatieve en
culturele functies/bedrijvigheid.
AINSI locatie : Creatieve industrie

21

LOCATIE

GROOT
(bruto)

PROFIEL

STRATEGIE

BIJZONDERHEDEN

Malberg

ca. 6 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning

vernieuwen en
mogelijk
transformeren

Anno 2012 is sprake van veel


leegstand, verschillende eigenaren
en een slechte uitstraling van het
terrein.

Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.

De Hazendans

ca. 1 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning

In de toekomst meedenken met


initiatiefnemers over hoe in dit gebied
in te spelen op de toekomstige vraagmarkt van zelfstandige ondernemers.
Een gebied waar we ruimtelijk kunnen
transformeren naar kleinschaligheid
met mogelijk ook (woonwerk)woningen
en bedrijfswoningen. Waarbij rekening
moet worden gehouden met de
Verordening Wonen Zuid-Limburg.

Vernieuwen

Aaneengesloten bebouwd, met


kwalitatieve uitstraling.

Vernieuwen

Terrein is nagenoeg geheel


uitgegeven

Vernieuwen

Terrein is nagenoeg geheel


uitgegeven

Op termijn
transformeren

Het gebied wordt gezien als een


broedplaats met daarin functies
zoals wonen, grootschalige
detailhandel en kennisintensieve,
culturele en ambachtelijke
activiteiten conform het
ambitiedocument herijking
programma Belvedere.
Dit is mede afhankelijk van
marktontwikkelingen.

Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3

Symfoniesingel

ca. 5 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.

Weustenraad
straat

ca. 2 hectare

Stedelijke werklocatie,
gemengd midden en kleinbedrijf met bedrijfswoning
Milieucategorieen 1, 2 en
met ontheffing soms 3.

Voormalig
Sphinxterrein

Ca. 10 ha

Ontwikkelgebied op
voormalig bedrijfsterrein.
Met een specifiek profiel
inclusief woningbouw.

22

Bijlage 1a

Algemene richtlijnen

Voorbeelden van blijvend beleid op de bedrijfslocaties


- Geen solitaire detailhandel, kantoren, woningen, maatschappelijke functies (zoals zorg,
scholen en opvang) en logiesvertrekking (zoals hotels).
- Geen nieuwe bedrijfswoningen op de bedrijvenparken
- Geen nieuwe locaties voor auto- en motorenhandel.
- Detailhandel in boten, kampeerwagens, landbouwwerktuigen en machines en volumineuze
bouwmaterialen (zoals zand, grind, stenen en hout) zijn in principe mogelijk.
- Verhuur (ook aan particulieren) van producten die qua aard en omvang niet passen in een
winkelcentrum zijn in principe mogelijk (denk aan steigers, grof tuingereedschap etc.).
- Publieksaantrekkende activiteiten ( zoals autowasstraten, verhuurbedrijven en self-storage)
stimuleren tot vestiging op stedelijke werklocaties of aan de rand van bedrijvenparken.
- Bedrijven dienen zich te houden aan de voor hen van toepassing zijnde milieuvoorschriften
en vestigen zich op locaties conform zonebeheersplannen (opgenomen in bestemmingsplan).
- Parkeren vindt in principe plaats op eigen terrein of er zijn afspraken gemaakt met de buren.
Vernieuwing zoeken in
- Onderscheid tussen bedrijvenparken en stedelijke werklocaties.
- Ondergeschikte productiegebonden detailhandel.
- Kleinschalige horeca en facilitypoints voor het kunnen ontmoeten en verbinden.
- Stedelijke werklocaties aanwijzen voor het toevoegen van enkele publieksgerichte functies.
- Energiezuinig ondernemen, met mini-windturbines voor eigen gebruik en op eigen terrein.
- Streven naar minder gedetailleerde beeldkwaliteitplannen, zodat, samen met ondernemers,
op verschillende manieren de gewenste (ruimtelijke) kwaliteit bereikt kan worden.
- Kantoorruimte bij bedrijfshallen kunnen verhuren aan andere bedrijven op hetzelfde terrein.
Op bedrijvenparken faciliteren
- Productiegebonden detailhandel (maximaal 10%/ 100 m2 van bruto vloeroppervlak).
- Horeca in de vorm van een kantine/lunchroom voor werknemers.
- Ontmoetingsplek (facilitypoints) met kleinschalige bedrijfsondersteunende activiteiten.
Op stedelijke werklocaties faciliteren
- Productiegebonden detailhandel (maximaal 40%/ 500 m2 van bruto vloeroppervlak).
- Horeca in de vorm van kantine/lunchroom voor werknemers en bezoekers van het terrein
- Ontmoetingsplek (facilitypoints) met kleinschalige bedrijfsondersteunende activiteiten.
- Kunstenaars- en ambachtelijke werkplaats eventueel combineren met culturele activiteiten.
- Sportieve recreatie (zoals klimhal, scouting, fitness, dans en vechtsporten, skeelerbaan)
- Ondernemingen of themaconcepten met een onlosmakelijke met elkaar verbonden mix aan functies
- Kringloopcentra inclusief een benodigde opslag en werkplaats
- Detailhandel in grote/grove materialen, voor toepassing en verwerking aan gebouwen, zoals
kozijnen, overkappingen, verandas, zonweringen, keukens en badkamers
- Bedrijfswoning, mits dit geen nadelige gevolgen met zich meebrengt voor omliggende bedrijven
23

Bijlage 1b

Definities en richtlijnen

Bedrijf
Een onderneming waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn op het vervaardigen, installeren,
inzamelen en verhandelen van goederen.
Beeldkwaliteitsplan
Een plan dat de na te streven beeldkwaliteit beschrijft voor een gebied en wordt opgesteld als aanvulling op het bestemmingsplan. In het plan worden randvoorwaarden en ontwerprichtlijnen geformuleerd voor de inrichting van de publieke ruimte en de gewenste beeldwaarde van de bebouwing.
Bedrijfsvloeroppervlakte (= bvo)
Alle inpandige ruimte die voor de bedrijfsvoering nodig is. De totale vloeroppervlakte van een bedrijf
met inbegrip van de daartoe behorende magazijnen en overige dienstruimten (kantine, toilet, etc.).
Bedrijfswoning
Een woning in of bij een bedrijfsgebouw, te bewonen door (het huishouden) van een persoon wiens
huisvesting ter plaatse noodzakelijk is (voor het houden van toezicht of het houden van een doelmatige bedrijfsvoering. Bij toetsing wordt bekeken of de bedrijfsactiviteiten gedurende het gehele
jaar plaatsvinden, de continuteit op langere termijn is gewaarborgd, de bedrijfsactiviteiten ter
plaatse plaatsvinden en de noodzaak van een bedrijfswoning niet van tijdelijke aard is. Als uitgangspunt hanteren we een verhouding van bedrijf en bedrijfswoning voor percelen tot 1250 m2.
Bedrijvenpark
Terrein bestemd en geschikt voor vestiging van bedrijven waarbij de bedrijfsactiviteiten gericht zijn
op het vervaardigen, bewerken en installeren (zoals handel, nijverheid, productie en verwerking van
materile goederen). Meestal een modern gemengd terrein met soms een vastgesteld specifiek
profiel (zoals de locatie karosseer bedoeld voor met name autogerelateerde activiteiten).
Bestemmingsplan
Een bestemmingsplan is een document, door de gemeenteraad vastgesteld, dat de ruimtelijke ordening bepaalt. Het geeft aan waarvoor de grond/gebouwen gebruikt mogen worden. Een plankaart
geeft aan welke bestemmingen waar rechtstreeks zijn toegestaan onder welke voorwaarden.
Zie hiervoor www.ruimtelijkeplannen.nl of neem contact op met de gemeente.

24

Boulevard voor autohandel / mobiliteit


Een boulevard voor mobiliteit bestaat in het algemeen uit diverse bedrijven met bedrijvigheid op het
gebied van verkoop, verhuur, reparatie en onderhoud van autos, automaterialen en motoren.
Richtlijnen voor huidige (auto)boulevard op Randwyck-Zuid aan de Molensingel
Deze aangewezen locatie, met nu gevestigde auto- en/of motorbedrijven met daaraan gerelateerde
handel in de branche autoaccessoires kan mogelijk op termijn uitgebreid worden. Denk hier aan het
uitbreiden van het thema mobiliteit en het toelaten van de branches die handelen in brommers,
scooters, fietsen, e-bikes, scootmobielen, etc. Zodra inzicht en zekerheid bestaat in het profiel voor
de locatie voor grootschalige detailhandel op het sphinxterrein, kan hierover een definitief besluit
worden genomen. Een nadere invulling en randvoorwaarden voor de boulevard volgen hierop.
Consolideren
Behoud van de huidige bedrijfsactiviteiten.
Consolideren+
Behoud van huidige bedrijfsactiviteiten maar nu meer kunnen faciliteren van de ondernemers.
Denk aan verruimingen zoals ondergeschikte productiegebonden detailhandel, kleinschalige horeca/
facilitypoints, gebruik maken van elkaars kantoren en plaatsen mini-windturbines.
Detailhandel
Het bedrijfsmatig (rechtstreeks aan de consument) te koop aanbieden, waaronder begrepen de
uitstalling ten verkoop, het verkopen en, verhuren en/of leveren van goederen.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken en stedelijke werklocaties : geen solitaire detailhandel.
- Bedrijvenparken
: geen ondergeschikte detailhandel.
- Stedelijke werklocaties
: ondergeschikte detailhandel en showrooms zijn
mogelijk als onderdeel van een onderneming c.q. themaconcept met een mix aan functies.
Met maximaal 30% detailhandel van het bedrijfsvloeroppervlakte met een maximum van 100 m2.
Dit met uitzondering van dagelijkse artikelen (voedings-, genot- en verzorgingsmiddelen) en
modische artikelen (zoals kleding en schoenen). Met wel mogelijkheden voor verkoop van modische
artikelen als het product ter plaatse ambachtelijk vervaardigd wordt in een werkplaats c.q. atelier.
Incidentele detailhandel
Verkoop van producten kan soms plaatsvinden als de activiteit in ruimtelijk, functioneel en
inkomenswervend opzicht duidelijk incidenteel plaatsvindt aan de volgens het bestemmingsplan
toegestane hoofdfunctie. Artikelen die verkocht worden moeten voortvloeien uit de hoofdfunctie
c.q. rechtstreeks in verband staan met de uitgeoefende handelingen. Verkoop van de artikelen aan
particulieren vindt dan ook sporadisch plaats. Dit zonder het specifiek inrichten van een deel van het
oppervlak voor detailhandel (geen showroom) en zonder dat reclame wordt gericht op de particulieren. Zo nodig vraagt de gemeente bedrijfsgegevens op en wordt de beperkte omvang bepaald aan
de hand van : de omzet, aard, indeling/inrichting van het pand, hoe geregeld particulieren de zaak
bezoeken en hoeveel detailhandeltransacties plaatsvinden.
Zie ook de definitie van productiegebonden detailhandel en internetverkoop.
25

Grootschalige detailhandel (GDV)


Winkels met een ondergrens van 1500 m2 bedrijfsvloeroppervlak.
Facilitypoint
Een facility point is een centraal voorzieningen- en ontmoetingspunt voor werknemers en werkgevers. Bij voorkeur gevestigd op een goed bereikbare plek. Het omvat bedrijfsondersteunende
kleinschalige activiteiten. Meestal is het de thuisbasis van de bedrijvenvereniging met vaak aanwezig een bijeenkomstruimte, kantine en een beperkt aantal flexplekken en vergaderruimten. Het
beantwoorden van vragen over personeelsvoorzieningen (Wet poortwachter,verzekeringen,arboarts)
is mogelijk. Opleidingen en leerwerkplekken, gericht op de daar gelegen bedrijven, vestigen zich.
Maar denk ook aan functies zoals een stomerij en fysio als onderdeel van het facilitypoint.
Horeca op bedrijfslocaties
Kleinschalige horeca, gericht op het verstrekken en/of bereiden van drank en/of etenswaren voor
consumptie, die ter plaatse genuttigd wordt (in principe geen fastfoodketens, zoals Mc Donalds, en
Burgerking met een grote verkeersaantrekkende werking). Openingstijden aanpassen aan die van de
aanwezige bedrijvigheid.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken : kleinschalige horecagelegenheden in principe voor de werknemers van het
terrein die de functie van een kantine vervangen. Denk in totaal op een bedrijventerrein aan een
kantine, broodjeszaak en lunchroom waarbij, op basis van ervaringscijfers, op 400 medewerkers
ongeveer 140 zitplaatsen nodig zijn. Als sprake is van het toevoegen van dergelijke solitaire
horecagelegenheden, wordt gedacht aan maximaal 50 m2 per horecagelegenheid.
- Stedelijke werklocaties : kleinschalige horecagelegenheden voor werknemers en bezoekers van de
locatie. Denk aan horecazaken die samen qua oppervlakte en zitplaatsen rekening houden met de
werknemers en bezoekers. Gedacht wordt aan maximaal 50 m2 per werklocatie met een
broodjeszaak, lunchroom, koffie- en theeschenkerij, ijssalon, snackbar en restaurant.
- PDV locatie op Bosscherveld : niet-zelfstandige kleinschalige horecagelegenheden voor werknemers
klanten en bezoekers. Maximaal 5% en maximaal 500 m2 per winkel.
Industrieel Bedrijvenpark
Een bedrijvenpark geschikt voor grootschalige (productie) bedrijven waarbij de bedrijfsactiviteiten
gericht zijn op het vervaardigen, bewerken en installeren inclusief milieuhinderlijke bedrijvigheid.
Ook wel genoemd de gemengd plus terreinen. Op gezoneerde industrile bedrijvenparken is een
geluidzone vastgesteld waarbij 'grote lawaaimakers' zijn toegestaan, conform de Wet geluidhinder.

26

Internetverkoop
Handel in producten, die via internet en andere media loopt, waarbij soms gebruik wordt gemaakt
van afhaalpunten. Een ondergeschikt afhaalpunt is een balie (max 10 m2) direct voortvloeiend uit en
ondergeschikt aan de bedrijfsactiviteit ter plaatse. Hier kan de consument uitsluitend via internethandel bestelde goederen afhalen of retourneren. Er vindt uitsluitend logistiek en opslag van
bestelde goederen plaats gedurende een korte periode en er is geen sprake van uitstalling ten
behoeve van verkoop en/of overige activiteiten. Het betreft hier dus geen zelfstandige afhaalpunten/
servicepunten van goederen die niet rechtstreeks afkomstig zijn van de bedrijfsactiviteit ter plaatse.
Gezien de sterke consument aantrekkende werking horen de zelfstandige afhaalpunten/servicepunten thuis op ontmoetingsplekken die zijn aangewezen in de Structuurvisie Maastricht 2030.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken: volledige assortiment van bedrijf alleen te bezichtigen via internet of (post)catalogus zonder showroom of andersoortige winkelopstelling. Levering van producten vindt
hoofdzakelijk plaats via post of koeriersdiensten en soms kan de klant gebruik maken van een
ondergeschikt afhaalpunt op de betreffende bedrijfslocatie.
- Stedelijke werklocaties: hier zijn ondernemingen met een mix aan functies mogelijk. Daarom is hier
een ondergeschikt afhaalpunt in combinatie met een kleine internetwinkel mogelijk (denk aan een
combinatie van opslag, logistiek, kantoor, balie en beperkte showroom voor bezoekers).
Kantoor
Gebouw of gedeelte van gebouw dat door indeling en inrichting bestemd is voor het verlenen van
diensten op administratief, financieel, architectonisch, juridisch of een daarmee naar aard gelijk te
stellen gebied (al dan niet in rechtstreekse aanraking met het publiek).
Een ondergeschikte kantoorfunctie is een onlosmakelijk onderdeel van het gevestigde bedrijf zoals
de administratie, inkoop, marketing en P&O.
Richtlijnen bedrijvenparken en stedelijke werklocaties
- Geen solitaire kantoren
- Ondergeschikte kantoorfunctie: max. 30% van bedrijfsvloeroppervlakte c.q. bedrijfsoppervlakte.
- Bedrijven tot een maximale omvang van 500 m2 mogen tot een maximum van 50% ondergeschikte
kantoorruimte realiseren (ten behoeve van voldoende flexibiliteit en toekomstperspectief voor het
midden en kleinbedrijf).
Kringloopcentra
Een bedrijf dat spullen verzamelt die nog bruikbaar zijn. Het selecteert, sorteert en repareert de
goederen en verkoopt spullen gecombineerd (zowel grootschalige als kleine producten). Denk aan
meubels, kleding, huisraad, boeken en speelgoed. Er is sprake van opslag en een werkplaats in
combinatie met een verkoopruimte. De goederen worden meestal voor niets ter beschikking gesteld
en verkocht voor beduidend lage prijzen waarbij het hergebruik van goederen centraal staat.

27

Modern gemengd terrein


Terreinen bedoeld voor kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid (het midden en kleinbedrijf).
In het algemeen zijn dit ondernemingen tot 250 medewerkers (in Nederland valt slechts drie per
duizend ondernemingen hier buiten).
Noodzakelijke verplaatsers
Bedrijven gevestigd in Maastricht die geconfronteerd worden met een noodzakelijk verplaatsingsvraagstuk ter versterking van de bestaande stedelijke structuur. Het betreft dus bedrijven die
vanwege een ruimtelijke gebiedsontwikkeling genoodzaakt zijn om binnen een bepaalde termijn een
nieuwe geschikte vestigingslocatie te vinden in Maastricht. Dit vindt dan plaats buiten de invloedsfeer van de betreffende ondernemer. Denk hier aan bedrijven die verplaatst worden vanwege het
nieuwe Noorderbrugtrac in Maastricht-West.
Ondernemend Limburg
In deze visie wordt de term gebruikt voor vertegenwoordigers van het bedrijfsleven die gevraagd
worden om wensen en behoeften van ondernemers kenbaar te maken. Denk aan de Limburgse
Werkgeversvereniging (LWV), het Midden- en Kleinbedrijf (MKB), de NV Industriebank LIOF, de
Limburgse Herstructureringsmaatschappij voor bedrijventerreinen (LHB) en de Kamer van Koophandel (KvK) die gevraagd worden voor deelname aan regionale overleggen. Daarnaast zijn er ook
lokale vertegenwoordigers zoals Samenwerkende Industrieterreinen Maastricht (SIM), Parkmanagement Maastricht en Centrummanagement die in Maastricht betrokken worden bij het maken van
nieuw beleid.
Ontmoetingsplekken in de wijken/stadscentra
Op deze plekken in de wijken (aangewezen in de Structuurvisie Maastricht 2030) zijn diverse
voorzieningen geclusterd. Denk hier aan winkels, eerstelijnszorg, scholen, opvang, cultuur etc.
Perifere detailhandellocatie (PDV-locatie) op terrein Bosscherveld
Grootschalige detailhandel op de aangewezen locatie in Bosscherveld waar branches tuin- en
sfeercentra, bouwmarkten en woninginrichting zich kunnen vestigen.
Productiegebonden detailhandel
Dit is verkoop c.q. levering van goederen die ter plaatse zijn vervaardigd, gerepareerd en/of
toegepast in het productieproces. Als onderdeel van de onderneming en ondergeschikt aan het
productieproces is productiegebonden detailhandel toegestaan onder strikte voorwaarden. Met
uitzondering van dagelijkse artikelen (voedings- en genotmiddelen en verzorgingsmiddelen) en
modische artikelen (zoals kleding en schoenen) die de kern vormen van het binnenstedelijk
detailhandelsaanbod en essentieel zijn voor buurt- en winkelcentra (conform vastgestelde
detailhandelsnota 2008). Bij productiegebonden detailhandel kan sprake zijn van een showroom,
echter de ruimtelijke uitstraling mag niet die van een winkel zijn en geen autonome functie hebben.
De parkeerbalans en verkeerssituatie in de directe omgeving mag niet nadelig worden benvloed.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken
: maximaal 10 % van bedrijfsvloeroppervlakte met maximum van 100 m2
- Stedelijke werklocatie: maximaal 40 % van bedrijfsvloeroppervlakte met maximum van 500 m2
28

Self-storage
Opslag in kleinere units voor bedrijven als ook voor particulieren.
Sportieve recreatie (sport en vrijetijdsbesteding)
In deze visie zien we op stedelijke werklocaties mogelijkheden voor zowel het beoefenen van een
sport als ook voor het vestigen van het ongedwongen bewegen gericht op plezier, ontspanning en
gezondheid. Denk aan een klimhal, binnenspeeltuin, scouting, dans- en vechtsporten, fitness en jeu
de boules banen.
Stedelijke werklocatie
Terrein bestemd voor een diversiteit aan bedrijfsmatige activiteiten waarin ruimte is voor
functiemenging van kleinschalige en middelgrote bedrijvigheid. Een locatie met een meer publieksaantrekkende werking (in tegenstelling tot de bedrijvenparken) en ontmoetingen tussen zowel
ondernemers als ook bezoekers. Specifiek ook voor (door)starters, vakmanschap en ambachtelijke
bedrijvigheid waarbij productie plaatsvindt op originele c.q. traditionele wijze. Met in de bedrijfspanden ook mogelijkheden voor het vestigen van kunstenaarswerkplekken gecombineerd met
culturele activiteiten, sport, recreatie, kleinschalige horeca, ondernemingen en/of themaconcepten
met een mix aan functies, kringloopcentra en bedrijfswoningen (mits er geen nadelige gevolgen zijn
voor bestaande bedrijfsvoeringen). Met soms ook een vastgesteld specifiek profiel (zoals het
voormalig shpinxterrein met wonen, GDV en een diversiteit aan ondernemerschap of de
overgangszone gelegen bij de Enci met recreatieve en culturele functies).
Ondernemingen c.q. themaconcepten met een mix aan functies
En onderneming of een 'themaconcept met verschillende ondernemingen' die zich met verschillende, samenhangende en onlosmakelijke met elkaar verbonden functies, kan vestigen. Denk aan een
combinatie van functies zoals opslag, werkplaats, distributie, kantoor, winkel/showroom, afhaalpunt
en horeca die het thema compleet maken en een aantoonbare meerwaarde zijn voor het concept.
Waarbij voor verschillende functies, zoals kantoor en detailhandel, maximale percentages c.q. m2
zijn opgenomen in de definities van deze functies.
Transformeren
Transformatie van reguliere bedrijfsmatige activiteiten naar andere functies zoals PDV, woningbouw,
infrastructuur en andere functies. Het terrein of een gedeelte verandert naar een niet-economische
functie en wordt ontrokken van de voorraad aan bedrijventerreinen.
Verhuurbedrijven
Bedrijven die goederen verhuren aan zowel bedrijven als ook aan particulieren waardoor in feite ook
sprake is van een zeer specifieke vorm van detailhandel. Als er voornamelijk sprake is van producten
die qua aard en omvang niet passen in een winkelcentrum zijn er mogelijkheden op bedrijfslocaties.
Denk hier aan bijvoorbeeld de verhuur van hoogwerkers, steigers, aanhangwagens, tuingereedschap
en grove bouwmaterialen. Op deze locaties zijn geen andere vormen van detailhandel toegelaten.

29

Vernieuwen
De mogelijkheid is aanwezig om een gewijzigd profiel te ontwikkelen. Dit door verbreding van de
reguliere bedrijfsmatige activiteiten met nieuwe economische functies. Vernieuwing vindt
bijvoorbeeld plaats op de stedelijke werklocaties waar nu ook meer publieksgerichte functies zich
kunnen vestigen zoals sportieve recreatie en kunstenaarswerkplaatsen.
Windturbines
De handleiding voor gemeenten over praktische toepassing van mini-windturbines van het Ministerie
van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie is de basis voor deze definitie en richtlijnen.
Het gaat om ondernemers die particulier een verzoek doen om n of een beperkt aantal molens te
plaatsen voor eigen gebruik. Dat zijn vrijstaande masten of opzetmasten op een gebouw. Afhankelijk
van het type terrein zijn er mogelijkheden voor het plaatsen van kleine windturbines (KWTs). Let op,
naast gemeentelijke vergunningen zijn soms ontheffingen nodig van het Waterschap en het
Ministerie dat gaat over natuur- en beheergebieden. Ook rekening houden met spoorlijnen en
gebieden met gas- en pijpleidingen. Een aparte afweging vindt plaats bij aanvragen voor een windturbine elders in de stad of voor windturbines op bedrijventerreinen die afwijken van de hier
aangegeven voorwaarden.
Richtlijnen
- Bedrijvenparken
- Stedelijke werklocaties

: vrijstaande masten en opzetmasten


: opzetmasten

- Voor de kleine windturbines geldt een maximale tiphoogte van 20 meter vanaf het maaiveld
(= de hoogte voor turbine, rotor, mast en eventueel het gebouw samen).
- Voor opzetmasten op een gebouw geldt een maximale hoogte van 7 meter.
- Voor turbines met een verticale as geldt een maximale rotordiameter van maximaal 5 meter.
- Voor niet-wiekturbines geldt een maximale rotordiameter van 2 meter en rotorhoogte van 5 meter.
- Welstandstoets over kleurstelling en positie in relatie tot de omgeving en ruimtelijke kwaliteit.
- Toetsing aan veiligheid en milieuaspecten Wet Milieubeheer (zoals een geluidsnormering van 47
Lden op de dichtstbijzijnde gevel van een geluidsgevoelige bestemming, zoals wonen waarbij de
afstand tot geluidsgevoelige objecten meestal voldoet bij een afstand van 4 keer de ashoogte).
- We hanteren een minimale afstand van 40 meter tot een geluidsgevoelige bestemming. Alleen als
dit technisch niet mogelijk is en wel voldaan wordt aan de geluidsnormering, kan medewerking
worden verleend tot een afstand van minimaal 25 meter.

30

Bijlage 2

Bedrijfscontactpunt Maastricht/Zuid-Limburg

Wat kan het Bedrijfscontactpunt Gemeente Maastricht voor u betekenen?


Voor informatie en advies op het gebied van gemeentelijke regelgeving en beleid kunnen
ondernemers terecht bij het Bedrijfscontactpunt Maastricht. De dienstverlening bestaat uit een
breed pakket van producten en diensten, die zijn ontwikkeld en ontstaan vanuit de behoeftes van
ondernemers. Starters en bestaande ondernemers kunnen er terecht voor advies bij het vinden van
geschikte bedrijfshuisvesting, begeleiding bij het starten van een eigen bedrijf, informatie over weten regelgeving en informatie over ontwikkelingen op economisch en ruimtelijk gebied. Daarnaast
houdt het bedrijfscontactpunt ontwikkelingen in de markt bij, om hier goed op te kunnen inspelen.
Commercieel Vastgoed Overzicht
Maastricht stimuleert hergebruik van leegstaande panden. In samenwerking met de grotere
makelaarskantoren in Maastricht brengt het Bedrijfscontactpunt Maastricht daarom periodiek een
overzicht uit van het aanbod aan commercieel vastgoed. In een overzicht zijn de beschikbare
kantoor-, winkel- en ook bedrijfsruimtes gerangschikt op adres, grootte, huur- of koopprijs en
makelaarskantoor. Het is op aanvraag kosteloos verkrijgbaar bij het Bedrijfscontactpunt Maastricht.
Wet- en regelgeving
Als ondernemer kunt u te maken krijgen met verschillende wetten en/of regelgevingen. Informeer
van tevoren altijd of de activiteit die u wilt uitvoeren in het bestemmingsplan of volgens nieuw
vastgesteld beleid is toegestaan. U kunt het bestemmingsplan inzien en tegen een vergoeding
kopiren bij het Gemeenteloket van de gemeente Maastricht. Het bedrijfscontactpunt kan u
informeren over nieuw en/of gewijzigd beleid. Probeer met de verkoper of verhuurder van het pand
overeen te komen dat in het koop- of huurcontract een ontbindende voorwaarde wordt opgenomen,
indien u de benodigde toestemming niet verkrijgt. Informeert u ook tijdig naar vergunningen die u
nodig heeft voor uw bedrijf. Te denken valt aan een omgevingsvergunning (met ook informatie en/of
doorverwijzing over reclamebeleid, milieubeleid en drank- en horecabeleid).
Samenwerking met collegas in Zuid-Limburg
Naast het programmeringoverleg Maastricht & Mergelland, waarin afstemming en elkaar informeren
centraal staat, is er ook overleg met de centrumgemeenten Heerlen en Sittard-Geleen. De bedrijfscontactpunten in die centrumgemeenten leveren vergelijkbare diensten aan ondernemers. Er is dan
ook onderling contact en er wordt informatie over terreinen met elkaar uitgewisseld.
Ondernemers kunnen in Heerlen en Sittard-Geleen terecht via:
- bcp@heerlen.nl en 045-5604888
- Ondernemerscontact gemeente Sittard-Geleen en 046-4778800
Het Bedrijfscontactpunt Maastricht is te bereiken via:
E: bedrijfscontactpunt@maastricht.nl
T: (043) 350 40 50

31

Bijlage 3
Bedrijfsterrein
Beatrixhaven
Limmel
Trega/Zinkwit
Scharn-Noord
Randwijck-Zuid
Maastricht-Eijsden
Karosseer
Heerderweg
Enci-terrein
Bosscherveld
Sappi-terrein
Klinkers-terrein
Malberg
De Hazendans
Symfoniesingel
Weustenraadstraat
Totaal

Werkgelegenheid per terrein


Werknemers

Bedrijven

4726
919
31
754
2284
151
101
125
228
1140
723
35
86
20
44
35

246
8
6
28
64
11
32
11
23
89
12
1
23
12
7
7

11.402

580

Bron : Vestigingsregister Limburg Etil, december 2012


32

You might also like