Professional Documents
Culture Documents
Gemeente Leeuwarden Actualisering Detailhandelsmonitor 2012
Gemeente Leeuwarden Actualisering Detailhandelsmonitor 2012
Gemeente Leeuwarden Actualisering Detailhandelsmonitor 2012
DETAILHANDELSMONITOR EN -VISIE
LEEUWARDEN
Stec Groep aan Gemeente Leeuwarden
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING
1.1 Uw situatie en vragen
1.2 Leeswijzer
1
1
2
2.
ONTWIKKELINGEN DETAILHANDEL
2.1 Conclusies detailhandelsmonitor Leeuwarden 2012
2.2 Trends in de detailhandel en consumentengedrag
3
3
6
3.
ACTUALISERING DETAILHANDELSSTRUCTUURVISIE
3.1 Uitgangspunten detailhandelsstructuurvisie 2007
3.2 Actualisering visie 2007
3.3 Aanbevelingen detailhandelsstructuur
10
10
10
12
1. INLEIDING
In dit hoofdstuk gaan we in op uw situatie en vindt u de leeswijzer van dit rapport.
1.2 Leeswijzer
In het volgende hoofdstuk leest u de belangrijkste conclusies van de detailhandelsmonitor. In hoofdstuk 3
vindt u de actualisering van de detailhandelsvisie. In het bijlagenboek zijn de resultaten van de
detailhandelsmonitor uitgebreid weergegeven.
2. ONTWIKKELINGEN DETAILHANDEL
In dit hoofdstuk zetten we de belangrijkste conclusies uit de detailhandelsmonitor 2012 kort voor u op een
rij. Een uitgebreide beschrijving van de monitorresultaten vindt u in het bijlagenboek. Na de conclusies van
het monitoronderzoek Leeuwarden leest u een beknopte schets van de algemene trends in de detailhandel en
in het consumentengedrag en de betekenis voor de detailhandel in Leeuwarden.
Wvo = winkelvloeroppervlak: alle voor publiek toegankelijke ruimte, dus exclusief magazijn, kantoor etc.
De groei van het winkelaanbod heeft zich hoofdzakelijk op de bedrijventerreinen voorgedaan. Hier nam
het aanbod toe van 43.000 naar 70.000 m wvo.
De winkelleegstand in Leeuwarden is toegenomen van 16.000 naar 22.000 m wvo. In 2008 stond 7%
van het winkeloppervlak in Leeuwarden leeg en nu bijna 9%. De leegstand in Leeuwarden ligt hiermee
boven het gemiddelde in Nederland. Het Nederlands gemiddelde bedraagt nu 6% tegen 5% in 20092. De
leegstand in Leeuwarden doet zich vooral voor in de winkelcentra Bilgaard en Camminghaburen, de
Snekertrekweg en in de binnenstad.
3
4
de binnenstad wat betreft het aandeel bezoekers van buiten Leeuwarden. Op De Centrale bedraagt dit
aandeel 51%.
De bezoekers van de binnenstad komen steeds minder doelgericht voor enkele winkels maar vooral om te
shoppen. Het aandeel dat specifiek komt om te shoppen nam toe van 43 naar 62%. Ook voor De
Centrale (41%) en De Schrans (44%) wordt shoppen steeds belangrijker als bezoekmotief.
Net als in de meeste binnensteden van Nederland, neemt in de binnenstad van Leeuwarden de
bezoekfrequentie af en het besteed bedrag per bezoek toe. Dit geldt ook voor De Schrans. Op De
Centrale neemt de bezoekfrequentie flink toe en het besteed bedrag per bezoek licht toe.
Ten opzichte van vijf jaar geleden wordt de binnenstad
beter gewaardeerd door de bezoekers. De gemiddelde
waardering steeg van een 7,0 naar een 7,4. Met name
de aankleding en gezelligheid van het winkelgebied, de
bereikbaarheid en parkeermogelijkheden scoren nu
beter. Het parkeren in de binnenstad van Leeuwarden
krijgt nu een 7,5 (was 6,9). Dit is hoog. In veel
binnensteden in Nederland scoort parkeren een mager
zesje.
Het combinatiebezoek tussen De Centrale, binnenstad en De Schrans is toegenomen. Vijf jaar geleden
combineerde 20%3 van de bezoekers van De Centrale een bezoek aan dit retailpark met een bezoek aan
de binnenstad of De Schrans, terwijl dit nu 31% is.
De drukst bezochte delen van de binnenstad liggen aan de Nieuwestad en de Wirdumerdijk (zie ook
bijlage C, bijlagenboek). Deze locaties tellen op een zaterdag 20.000 passanten of meer4. Aanloopstraten
als de Voorstreek en de Oosterstraat tellen op een zaterdag minder dan 5.000 passanten. De kleine
Kerkstraat scoort met bijna 9.000 passanten goed voor een aanloopstraat.
In zijn geheel genomen functioneert de detailhandel in Leeuwarden op een gemiddeld niveau. Ondanks de
aanwezige leegstand in Leeuwarden is er in de niet-dagelijkse sector beperkte marktruimte voor
versterking van het winkelaanbod (circa 15.000 m bvo). Deze ruimte doet zich vooral voor in sterke
Bron: detailhandelsmonitor Friesland, Broekhuis Rijs 2007
Bron: passantentelling Locatus 2011
winkelgebieden. Met name op De Centrale doen zich marktkansen voor. De actuele marktruimte bedraagt
hier circa 10.000 tot 15.000 m bvo (zie bijlage D, bijlagenboek). Voor slecht renderende winkelgebieden
en winkellocaties met weinig perspectief is een uitbreiding van het winkelaanbod vanzelfsprekend geen
optie en ligt de opgave in het saneren en transformeren van de winkelfunctie. Opgemerkt dient te worden
dat deze distributieve analyse een opname is van de huidige situatie. In deze analyse is geen rekening
gehouden met de (onzekere) ontwikkelingen in de detailhandel. De meningen over het effect van deze
ontwikkelen op de vraag naar winkelvastgoed zijn verdeeld. Sommigen verwachten dat ondanks of door
internet (clicks needs bricks) de vraag naar winkelvastgoed toeneemt, terwijl anderen verwachten dat de
vraag naar fysieke winkels afneemt. In sombere scenarios met wel 20%. Blijft onverlet dat er ruimte
moet zijn voor vernieuwing en nieuwe ontwikkelingen waar vraag naar is op sterke locaties.
Voor de ouderen (van nu) is het belangrijk dat een winkelgebied schoon en veilig is en dat het aangenaam
verblijven is. Vaak is winkelen een dagje uit of wordt het gecombineerd met een andere vrijetijdsactiviteit,
bijvoorbeeld een bezoek aan een museum. Daarnaast willen ouderen graag verrast worden. Zij willen wat
nieuws beleven en daarover vertellen. De beleving wordt steeds belangrijker in de keuze voor een
winkelgebied.
7
8
Succesvol veranderen9
Winkelgebieden die het moeilijk krijgen zijn de aanloopstraten zonder profiel of trekker, buurtwinkelcentra
zonder sterke supermarkt en kleine monofunctionele woonboulevards. Voor deze winkelgebieden ligt de
komende jaren een forse sanerings- en transformatieopgave. Ook Locatus signaleert deze ontwikkelingen. Zij
constateren op basis van hun data dat het winkelbestand in de periferie harde klappen krijgt en dat de
binnensteden het goed blijven doen en dan met name de A-locaties10. De leegstand op deze locaties is
minder dan 3%, het aantal winkelpassanten is stabiel en per bezoek wordt meer uitgegeven.
De opgave voor de detailhandel ligt kortom in het saneren en transformeren van slecht
renderend winkelvastgoed op zwakke locaties (o.a. kleinschalige monofunctionele
woonboulevards, aanloopstraten en buurtstrips) en in het vernieuwen en toevoegen van
kwaliteitsmeters op A-locaties. Leeuwarden is actief aan de slag met de aanloopstraten.
De stuurgroep Binnenstad Boppe heeft gebiedsprofielen voor de aanloopstraten
opgesteld.
Kortweg wil de consument compacte en goed bereikbare winkelgebieden met een compleet aanbod en ruime
keuzemogelijkheden binnen het bezoekmotief. De toekomst is aan wijkcentra met een compleet dagelijks
aanbod, binnensteden met alles om te funshoppen waar genoeg te beleven is en doelgerichte clusters
grootschalige detailhandel met een compleet aanbod op het gebied van in en om het huis of vrije tijd.
10
3. ACTUALISERING DETAILHANDELSSTRUCTUURVISIE
3.1 Uitgangspunten detailhandelsstructuurvisie 2007
Voor een uitgebreid en gedetailleerd inzicht in het detailhandelsbeleid van de gemeente Leeuwarden
verwijzen wij u graag naar de detailhandelsstructuurvisie Leeuwarden 2007. Hieronder hebben we de
belangrijkste uitgangspunten en doelstellingen uit de visie van 2007 kort voor u op een rij gezet:
1. De Binnenstad is het speerpunt van beleid als het gaat om het in stand houden en verbeteren van een
attractief hoofdwinkelcentrum.
2. Complementair aan en in balans met de binnenstad werkt de gemeente in samenspraak met de
ontwikkelaar aan een kwalitatieve afronding van het concept voor megawinkels op locatie De Centrale.
3. Leeuwarden biedt voldoende ruimte aan traditionele perifere detailhandel (woninginrichting, bouwmarkten
en tuincentra).
4. Leeuwarden-Zuid (Werpsterhoek/stadsas) behoort binnen de Friese detailhandelsverhoudingen ruimte te
bieden aan een hypermarch.
5. Voor het lokale en subregionale niveau is de instandhouding van buurt- en wijkwinkels voor dagelijkse
boodschappen uitgangspunt van beleid.
10
11
11
12
Versterk toeristisch recreatief profiel binnenstad. Beleving en bezoekers van buiten worden steeds
belangrijker voor het functioneren van binnensteden.
Blijf vol inzetten op het nieuwe winkelen. Onder aanvoering van Binnenstad Boppe is Leeuwarden n
van de koplopers in Nederland op dit gebied en moet dat blijven. De komende jaren wordt het nieuwe
winkelen nog belangrijker voor de aantrekkingskracht van winkels en winkelgebieden;
Focus op versterking goed functionerende wijkwinkelcentra met perspectief en wijkcentra die belangrijk
zijn in de verzorgingsstructuur (geen ander boodschappencentrum dichtbij).
Cluster de perifere detailhandel op bedrijventerreinen.
Rond De Centrale af binnen de mogelijkheden van het huidige bestemmingsplan en blijf zorgen voor
voldoende onderscheidend vermogen ten opzichte van de binnenstad.
13