Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Jongeren en Maatschappij
Samenvatting Jongeren en Maatschappij
Case 1: Lotte
- De nadruk ligt op het fysieke
- De ontwikkeling van Lotte doorheen de tijd
Ontwikkelingspsychologie= beschrijven en verklaren van gedrag tijdens verschillende levensfases
DOEL: gedrag begrijpen -> begeleiden
Ontwikkeling:
- Rijpen: lichaam is er klaar voor (groei en differentiatie)
- Leren: kennis en vaardigheden a.d.h.v. Ervaring
Steeds hoger niveau van functioneren
Ontwikkelingsdomeinen
o Identiteitsontwikkeling
o Cognitieve ontwikkeling
o Morele ontwikkeling
o Sociale ontwikkeling
o Seksuele en lichamelijke ontwikkeling
Ontwikkelingsfases= tijd waarin mensen voorspelbare overeenkomsten in lichamelijke en
geestelijke ontwikkeling vertonen.
o Geen strikte leeftijdsgrenzen
o Elk kind = unieke ontwikkeling
o Verschillende fasen volgen elkaar op
Naar leeftijd HB p23
Prenatale fase (voor de geboorte)
Babyperiode (0-1j)
Peuterperiode (1-4j)
Kleuterperiode (4-6j)
Schoolperiode (6-12j)
Adolescentie (12-18j)
jongvolwassene
Volwassene
Ontwikkelingsperiode= een deel van een fase
Onderzoeksmethoden
o Instrumenten
Observatie
Interview en vragenlijst
o Methoden om ontwikkeling te meten
Dwarssnedeonderzoek (cohorte-effecten)
Longitudinaal onderzoek
Adolescentie
o DE OUDHEID
Discussie op basis van teksten en bronnen
Wetenschappelijke discussie JA er was adolescentie
o MIDDELEEUWEN
Nee, er was geen adolescentie
Tot 1750: geen aparte jeugdfase
Verzorging tot 6 jaar
Vanaf 6 jaar:
Arbeid
Zelfde kledij als volwassene
Verantwoordelijk
Maar er is discussie over
VERLICHTING
Mentaliteitsverandering na 1750
NURTURE/MILIEU/OPVOEDING
Nature/genen/aanleg
Je voorouders bepalen je lot!
Als je sportief bent en je ouders moedigen je aan en hebben er ook aanleg voor versterkend C
Als je sportief bent van je eigen, maar je ouders stimuleren je niet B of D
Je bent sociaal, maar je ouders niet en jullie gaan nooit naar feestjes belemmerend D
Aanleg en milieu
o Aanleg: aangeboren, biologische factoren= nature ontwikkeling
o Milieu: omgevingsfactoren, ervaringsfactoren= nurture opvoeden
o omschrijving
De aanleg maakt dat enerzijds bepaalde ervaringen mogelijk zijn en andere
niet. Anderzijds wordt de aanleg door het milieu gevormd.
Hoe beter het milieu inspeelt op het in aanleg aanwezige, des te soepeler de
ontwikkeling verloopt.
Tussen aanleg en milieu is er een interactie: het ene is voorwaarde voor de
werking van het andere!
o Nativisten versus omgevingspsychologen
Nativist= psycholoog
Eeneiige tweeling zelfde nature, nurture
Twee-eiige tweeling nature, zelfde nurture
o Nature-nuttere debat
o Onderzoek en huidige opvattingen
Gevoelige periode
o Periode waarin het individu speciaal gevoelig is voor prikkels van het milieu om een
bepaalde eigenschap tot een effectieve eigenschap te ontwikkelen.
o Konrad Lorenz
Bioloog
Inprenting
Identiteitsontwikkeling
Temperament en identiteit
Begripsbepaling
o Temperament: reactie aanwezig op vroege leeftijd
o Identiteit: op latere leeftijd
het gevoel een unieke en innerlijk samenhangende persoon te zijn, ondanks
veranderingen -> Erik Erikson
Het besef door anderen ook als diezelfde persoon herkend te worden
Identiteit bij Erikson
o 4 aspecten
Continuteit en samenhang
Ondanks alle veranderingen blijf je dezelfde persoon
Wederzijdsheid
Ons identiteitsbeeld klopt met hoe anderen ons zien
Zelfacceptatie
Je accepteert jezelf zoals je bent
Idealen
Je hebt verwachtingen en doelen, een toekomstperspectief
Dynamische versus statische modellen
Persoonlijkheidsmodellen
Typologien
Focus op gelijkenissen tussen mensen.
Onderverdeling in klassen, types zoals:
romantisch, agressief, creatief,
Freud
Persoonlijkheidsstructuur
o Het onbewuste
Uber-ich, ich, es
Vertrouwen vs
wantrouwen
Autonomie vs
twijfel
Initiatief vs
schuld
Vlijt vs
minderwaardigh
eid
Identiteit vs
verwarring
Intimiteit vs
isolement
Generativiteit vs
stagnatie
Integriteit vs
wanhoop
Hoop
Wilskracht
Doelgerichth
eid
Competentie
Loyaliteit
Liefde
Zorg
wijsheid
o
o
Finn kan niet van zijn piemeltje blijven, ook niet in het openbaar.
Bij jongens: ik hoe van mama Oedipus
Bij meisjes: ik hoe van mama
o Latentiefase (6-12j)
Op de speelplaats is het heel duidelijk jongens spelen met jongens en meisjes
met meisjes.
o Genitale fase (> 12j)
De meeste zijn heel erg aan het veranderen. hormonen
Kernpersoonlijkheid is reeds gevormd rond 5 6 jaar
Kritiek en recent onderzoek
o Geen accurate beschrijving van de werkelijkheid
o uitgevonden
o wie kritiek heeft op Freud wordt heel vaak ZELF bekritiseerd door aanhangers
psychoanalyse
Erikson
Epigenetisch principe
o Alles komt voort uit het zelfde basisschema (kern)
o Elk deel komt op het gepaste moment tot rijping.
o Elke fase levert bouwsteen voor volgende fase.
o Elke nieuwe fase integreert vorige fase.
o Fases kunnen niet worden overgeslagen
Vertrouwen vs wantrouwen
Autonomie vs twijfel
Initiatief vs schuld
Vlijt vs minderwaardigheid
Identiteit vs verwarring
Intimiteit vs isolement
Generativiteit vs stagnatie
Integriteit vs wanhoop
Hoop
Wilskracht
Doelgerichtheid
Competentie
Loyaliteit
Liefde
Zorg
wijsheid
Ontwikkelingsstadia
o Vertrouwen vs wantrouwen -> hoop
Gehechtheid
Eerste onderzoeken:
o Bowlby aapje
o Na WOII
o Onderzoek naar gedrag kinderen in weeshuizen
o Maternal deprivation theory
Gelijkenissen:
Je moet in elke fase een aantal taken vervullen om naar de volgende fase te mogen
=> epigenetisch principe: een fase kan niet worden overgeslagen
Als er iets fout loopt in een fase, loopt de volgende fase ook fout ze bouwen op elkaar op
=> 8 fasen bij Erikson crisis = niet slecht het wordt beter
Examen: Beide theorien vertrekken van aandacht voor de sociale omgeving? J/F
Fout, volgens Freud heeft de sociale omgeving geen invloed. Iedereen doorloopt de fase. Voor
Erikson is dit wel belangrijk.
Cognitieve ontwikkeling
Inleiding
Jean Piaget
o 1896-1980
o Zwitser
o Bioloog, psycholoog, logica
o Verricht baanbrekend werk op het gebied van de cognitieve ontwikkeling bij
kinderen
o Vertrekkende van fouten die kinderen maken op een bepaalde leeftijd
Kritiek en relevantie
Basisbegrippen
o Intelligentie=cognitie= het geheel van kennis opdoen
o Denkoperaties= genternaliseerde handelingen=> georganiseerd in een
schema/denkstructuur
Grijpreflex
Zuigreflex
Ontwikkelingsmogelijkheden Piaget
Ontwikkelingsstadia
o
o
o
o
o
o