Download as docx, pdf, or txt
Download as docx, pdf, or txt
You are on page 1of 9

Taalgericht vakonderwijs

in wiskunde

(Georghiou)

CV3 TAAL: werkstuk


Groepsleden:

- Jens De Wulf
- Margo Schouppe
- Maximiliaan Verheyen

Schooljaar:

2014 2015

Inhoudstabel
Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Context (geschreven door Margo) .......................................................................................................... 4
Interactie (geschreven door Maximiliaan) .............................................................................................. 5
Taalsteun (geschreven door Jens) ........................................................................................................... 6
Slot ........................................................................................................................................................... 7
Bibliografie .............................................................................................................................................. 8
Bijlage ...................................................................................................................................................... 9

Inleiding
Taalgericht vakonderwijs is onderwijs waarin tegelijkertijd wordt gewerkt aan vak- en taaldoelen.
(Taal ontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat?) Taal is in elk vak belangrijk en bijvoorbeeld niet enkel
in de taalvakken zoals Nederlands, Frans en Engels. Om leerstof te leren kennen is taal belangrijk.
Daarnaast is taal ook belangrijk om de leerstof te leren begrijpen. Taalgericht vakonderwijs bestaat
uit drie pijlers: context, taalsteun en interactie. Wij geven wat meer uitleg over de drie pijlers binnen
het vak wiskunde. In elk hoofdstuk wordt er dus een pijler uitgebreider besproken. Zo kunnen jullie
een antwoord krijgen op de vraag: Hoe kunnen de drie pijlers van taalgericht vakonderwijs
gentegreerd worden in het vak wiskunde? Want je zou het misschien niet direct denken of zeggen
maar ook in het vak wiskunde is taal belangrijk!

Context

(geschreven door Margo)

De eerste pijler van taalgericht vakonderwijs is de context. Deze pijler wil zeggen dat je de leerstof in
een ruimer kader plaatst. Ten eerste is het belangrijk om de voorkennis van de leerlingen te
activeren. Er kunnen eventueel verbanden gelegd worden met andere vakken en voorbeelden uit het
dagelijks leven worden gehaald. Bijvoorbeeld als het onderwerp verzamelingenleer is, dan kan de
leerkracht vragen wat de leerlingen verzamelen als hobby. De leerkracht kan de vraag stellen: Hoe
noemen we varkens, kippen, honden, samen? De verzamelnaam is dan dieren. (De Vlaemmynck,
2008)
Ook kunnen er bij voorbeelden en oefeningen aanknopingspunten gezocht worden uit de eigen
leefwereld van de leerlingen. Bij de richting humane wetenschappen gaan de leerlingen het
bijvoorbeeld leuk vinden als er een onderzoek in verband met jongeren of jongerencultuur in hun
cursus of werkblaadjes staat. Het is leuker voor hen om daarvan de populatie, steekproef, te
berekenen dan bijvoorbeeld een onderzoek over de verkoop van een bepaald product. Dit sluit
namelijk meer aan bij een economische richting. De studierichting elektriciteit zal het dan interessant
vinden als er een tabel over het elektriciteitsverbruik in hun cursus staat. Leerlingen vragen zich soms
af: Waarom krijgen we het vak wiskunde? Daarom is het goed om hedendaagse voorbeelden te
gebruiken. Leerlingen zullen daardoor het nut van het vak wiskunde meer inzien. De leerkracht kan
vragen aan de leerlingen: Wie van jullie werkt er in het weekend? Vervolgens wordt er gevraagd
om op te schrijven hoeveel de leerlingen per uur verdienen. De leerkracht kan daarvan het
gemiddelde berekenen. Ze weten dan het gemiddelde van wat de leerlingen in de klas per uur
verdienen.
Ten derde, de leerkracht kan proberen om zoveel mogelijk functionele opdrachten aan te bieden aan
de leerlingen. Dit kunnen meer praktische opdrachten zijn en opdrachten die een bepaalde functie
hebben voor later. Er zou bijvoorbeeld een opdracht kunnen zijn in verband met de aankoop van een
woning en de daarbij horende kosten. De leerlingen moeten dan zelf naar een bank gaan om zich te
informeren over een lening en de kosten. De leerlingen bespreken vervolgens de kosten bij de
aankoop van een woning en de kosten bij een lening. Daarna berekenen ze de maximale
aankoopprijs van het huis. De leerlingen maken berekeningen en stellen een formule op. Tijdens
deze opdracht leren de leerlingen belangrijke aspecten voor het latere leven (notariskosten,
dossierkosten, brandverzekering, ) terwijl ze ook met wiskunde bezig zijn.
Ten slotte moet de leerkracht nuttige woordenschat aanbieden en duidelijk zijn in het gebruik ervan.
Bij het opstellen van examens en toetsen moet de leerkracht dezelfde taal hanteren die gebruikt
werd tijdens de lessen, die in het hand- en/of leerwerkboek staan en in de gemaakte taken en
opdrachten. Het is goed om voor variatie te zorgen in de vraagstelling. Er moet voorzichtig
omgesprongen worden met het gebruik van synoniemen. Sommige woorden kennen de leerlingen
maar het synoniem ervan kennen ze in bepaalde gevallen niet. In veel scholen maak de leraren van
eenzelfde vak samen een examen op. De leerkrachten gebruiken niet allemaal dezelfde taal. Het is
belangrijk om daarop te letten bij het opstellen van het examen. Examens laten nalezen door
collegas van de vakgroep of door een collega Nederlands is goed om spellingfouten in het examen te
voorkomen.

Interactie

(geschreven door Maximiliaan)

De tweede pijler die we van naderbij bekijken in het vak wiskunde is interactie. Leren doe je vooral
samen met anderen, je kan natuurlijk ook alleen leren. (Context, interactie en taalsteun, sd) Maar het
meeste leren komt tot stand wanneer er over een bepaald onderwerp gedachten worden gewisseld
met anderen. Door in interactie te gaan met andere mensen zoals ideen en gedachten wisselen, zal
men zo kennis opbouwen. Bij dit alles speelt de leerkracht een belangrijke rol.
En van de belangrijkste taken van de leerkracht in deze pijler is er voor zorgen dat de leerlingen
samen actief aan het werk gaan. De leerkracht kan het actief werken uitlokken door de leerlingen
opdrachten te geven zoals zelf een grafiek samenstellen, de leerlingen verschillende meetkundige
figuren laten tekenen, .
Zoals reeds gezegd zullen de leerlingen kennis opbouwen als ze hun ideen en gedachten kunnen
uitwisselen met anderen. Hieruit kunnen we afleiden dat het zeer belangrijk is dat de leerkracht de
leerlingen vaak samen aan het werk zet. Om de leerlingen samen te laten werken zal de leerkracht
dan ook werkvormen moeten aanbieden die samenwerking bevorderen. Als je de leerlingen in
groepjes gaat zetten, zullen ze mekaar blijven motiveren om te blijven zoeken naar de oplossing, dit
zal niet het geval zijn wanneer een leerling individueel moet werken. Leerlingen die alleen werken en
niet sterk gemotiveerd zijn zullen vlug opgeven. Dit zal ervoor zorgen dat de opdracht niet wordt
gemaakt door die bepaalde leerling.
De leerkracht kan verschillende werkvormen gebruiken om samenwerking te bevorderen. Hij kan
gebruik maken van hoekenwerk, duo-werk of check-in-duos. Laatst genoemde werkvorm is een
werkvorm waarbij ieder duo een opdracht krijgt, samen gaan ze dan deze opdracht oplossen.
Tenslotte worden de verschillende duos gekoppeld aan andere duos, op deze manier kunnen de
leerlingen in groepjes elk hun eigen opdracht uitleggen aan de andere groepsleden. Indien er toch
nog fouten zijn gemaakt kan de groep samen naar de juiste oplossing zoeken. Deze werkvorm is zeer
goed voor de taalontwikkeling van de leerlingen en er is veel interactie tussen de leerlingen en de
verschillende groepjes. De leerkracht wiskunde kan de leerlingen dus laten samenwerken om
bepaalde oefeningen te maken.
Zoals bij de pijler context reeds werd vermeld, is het beter dat de probleemstelling of opdracht
aansluit bij de leefwereld van de leerlingen. Dit zal de interactie en communicatie bij de leerlingen
bevorderen en zullen ze meer geboeid zijn.
Vooraleer de leerlingen gaan samenwerken moeten ze eerst in groepjes worden verdeeld, bij
voorkeur groepjes van 2 tot 4 leerlingen afhankelijk van de werkvorm. De leerkracht moet ervoor
zorgen dat de groepjes heterogeen zijn gevormd, hiermee wordt bedoeld dat de groepjes zodanig
gevormd zijn dat er zowel zwakke als sterke leerlingen in n groep zitten. Dit is een zeer gunstige
combinatie, sterkere leerlingen kunnen hun aanwezige kennis gebruiken om de zwakkere leerlingen
uitleg te geven. Zwakkere leerlingen kunnen dan op hun beurt heel wat bijleren van de sterkere
leerlingen.
Als de leerlingen eenmaal zijn begonnen aan de opdracht, is het de taak van de leerkracht om een
adviserende en ondersteunende rol in te nemen. Als er een verlegen leerling is, kan de leerling zijn
5

vraag toch persoonlijk stellen aan de leerkracht als deze eens langskomt. Ook moet de leerkracht
zoveel mogelijk positief bekrachtigen en motiveren. Te weinig motivatie kan leiden tot leerlingen die
opgeven omdat ze geen zin meer hebben, leerlingen die goed worden gemotiveerd zullen
hoogstwaarschijnlijk blijven doorzetten tot ze de oplossing hebben gevonden.

Taalsteun

(geschreven door Jens)

Ten slotte is de laatste pijler waarover we het hebben, de taalsteun. In het vak wiskunde is taalsteun
belangrijker dan je zou denken. Er wordt in de les constant met definities gewerkt en sommige zijn
zelfs heel erg uitgebreid. Leerlingen kunnen daarbij dan ook problemen of moeilijkheden
ondervinden.
En van de duidelijkste en beste ondersteuningen zijn animaties van definities. Ze zijn echter niet
gemakkelijk te maken maar ze maken definities wel enorm visueel duidelijk voor de leerlingen,
waardoor ze de theorie gemakkelijker gaan begrijpen. Het perfecte voorbeeld hier is de stelling van
Pythagoras (* zie bijlage). De definitie wordt daar perfect weergegeven door middel van beelden
waardoor de leerling de theorie en dus ook de definitie zullen begrijpen.
Definities zijn redelijk lastig voor leerlingen. De leerlingen vinden ze saai, vol met moeilijke woorden
en vooral nutteloos. Maar zoals in de pijler context al vermeld staat kan je veel dingen van wiskunde
linken aan onze wereld en aan de maatschappij. Maar bij de moeilijke woorden gaat dat al iets
minder. Daarom zou een begrippenlijst een must zijn voor de leerlingen. Een begrippenlijst is handig
om een lange definitie stuk voor stuk te ontleden. Bijgevolg is het ook geen slecht idee om eens een
begrippentoets te geven zodat ze echt de theorie goed moeten leren en als ze dan oefeningen
maken dat ze de link dan kunnen leggen naar de betekenis van de begrippen. (Van Eerde H. , 2009)
Nu we toch bezig zijn over verschillende begrippen, zou het een goed idee zijn om de leerlingen
woordenspinnen te laten maken, waarbij ze begrippen die samenhangen bij elkaar voegen en die zo
gemakkelijker kunnen leren. Als ze begrippen die samenhangen op die manier leren, zullen ze de
begrippen visueel opslaan in de hersenen. Dit gaat nog beter als men er ook afbeeldingen en
symbolen bij gebruikt voor de duidelijkheid.
Symbolen komen ook voor in definities. Bepaalde definities kunnen ook geschreven worden in
symbolen. Bijvoorbeeld de definitie van gelijke verzamelingen is: Twee verzamelingen zijn gelijk als
en
slechts
als
ze
dezelfde
elementen
hebben.
In
symbolen
wordt
dit:
(A = B) (
Elk symbool heeft een bepaalde betekenis of waarde.
Applets (korte computerprogrammas) zijn ook heel erg handig. Hierin wordt extra hulp geboden
rond wiskunde en taalsteun gegeven zowel wat betreft vaktaal en schooltaal. (Van Eerde & Van den
Boer, 2005). En omdat applets zo klein zijn, zijn ze niet enkel gemakkelijk te verkrijgen bij
leerkrachten, maar ook bij de leerlingen.
In verschillende oefeningen in de werkboeken en op toetsen wordt er vaak gebruik gemaakt van
vraagstukken. Omdat vraagstukken meestal wat langer zijn, worden ze in deeltjes gelezen onder
begeleiding van de leerkracht en deel per deel wordt geanalyseerd om de leerlingen zo correct en zo
efficint mogelijk aan het vraagstuk te doen werken.
6

Slot
Uit dit alles kunnen we besluiten dat taal dus een zeer belangrijke factor is binnen het vak wiskunde.
De drie pijlers, context, interactie en taalsteun zijn allemaal even belangrijk en hebben invloed op
elkaar. Om de context waar te maken zal de leerkracht in interactie moeten gaan met de leerlingen
om de voorkennis te activeren of om verbanden te leggen. Om deze interactie vlot te laten verlopen
zal de leerkracht regelmatig taalsteun moeten voorzien ingeval van te moeilijke definities of
woorden. Als een leerkracht dit alles kan toepassen in zijn les, zullen zijn lessen goed taalgericht zijn.

Bibliografie
Margo:
De Vlaemmynck, K. &. (2008). Taalgericht vakonderwijs. Vonk , 31-46.
Goossens, G. (sd). Schooltaal, een struikelblok? De kracht van taalgericht vakonderwijs . Centrum
voor Taal en Onderwijs.
Taal ontwikkelend lesgeven, hoe doe je dat? (sd). Opgeroepen op november Maandag 17, 2014, van
Arteveldehogeschool:
http://www.arteveldehogeschool.be/sites/default/files/attachments/Studieadvies_taalontwikkelend
lesgeven_Leidraad_03.pdf
Younis, I. (sd). Taalbeleid. Opgeroepen op november 17, 2014, van Taalgericht Vakonderwijs:
http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/Literatuur/vakspecifiek/Wiskunde_en_taalbeleid.PDF/

Maximiliaan:
Context, interactie en taalsteun. (sd). Opgehaald van www.taalgerichtvakonderwijs.nl:
http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/producten/lesfabriek/00003/
Younis, I. (2004). Taalbeleid. Opgehaald van www.taalgerichtvakonderwijs.nl:
http://www.taalgerichtvakonderwijs.nl/Literatuur/vakspecifiek/Wiskunde_en_taalbeleid.PDF/

Jens:
Mathematics Stack Exchanger. (sd). What is the most elegant proof of the Pythagorean theorem?
Opgeroepen op November 14, 2014, van http://i.stack.imgur.com/IQemw.gif
Van Eerde, D., & Van den Boer, C. (2005).
Taalontwikkeling in de vakles. Taalgericht rekenwiskundeonderwijs. Freudenthal Instituut.
Van Eerde, H. (2009). Rekenen-wiskunde en taal: een didactisch duo. FIsme: Universiteit Utrecht .

Foto voorblad:
Georghiou, C. (sd). An illustration of two silver people working cogs or gears.

Bijlage

(Mathematics Stack Exchanger)

You might also like