Professional Documents
Culture Documents
Samenvatting Recht
Samenvatting Recht
HET BEGRIP
RECHTSHANDELING
Rechtshandeling = een handeling van een rechtssubject die het rechtsgevolg heeft dat de
bedoeling was van het handelende rechtssubject en dat ook erkend is door het recht (mag niet
volgens de wet).
Dus: het is een rechtshandeling als de rechtsgevolgen hetzelfde zijn als de gevolgen die je beoogt
(die je wil). Beoog je niet de gevolgen, dan is het een feitelijke handeling. (bijv. door rood
rijden, je beoogt geen boete)
Verschillende begrippen
Eenzijdige rechtshandeling: de wil van n persoon kan het rechtsgevolg in het leven roepen.
Bijvoorbeeld Pietje gaat naar de notaris om een testament op te laten maken.
Eenzijdige ongerichte rechtshandelingen: rechtshandeling is niet specifiek gericht tot een
bepaald persoon. (plaatsen van advertentie in weekblad, ik wil mijn geld aan iemand
nalaten)
Eenzijdige gerichte rechtshandelingen: de rechtshandeling is wel specifiek gericht tot een
bepaald persoon. (ontbinding van een overeenkomst, opzeggen huur- of
arbeidsovereenkomst, ik wil mijn dochter geld nalaten).
Meerzijdige rechtshandeling: de wil van twee of meer partijen is nodig om het rechtsgevolg te doen
intreden. (bijv. overeenkomsten). Overeenkomsten komen voor in het familierecht, het
goederenrecht, het bewijsrecht en het verbintenissenrecht.
Van de overeenkomsten is de verbintenis scheppende overeenkomst het belangrijkste. Dit is een
meerzijdige rechtshandeling gericht op het scheppen van verbintenissen. De verbintenis is dan het
rechtsgevolg van de handeling. Hun wil is gericht op het accepteren van de rechten en plichten die
voortvloeien uit de verbintenis.
Wederkerige (verbintenis scheppende) overeenkomst: er ontstaan twee verbintenissen.
Door de verbintenis wordt n iemand schuldenaar en n iemand schuldeiser.
Voorbeelden: koopovereenkomst, arbeidsovereenkomst, reisovereenkomst.
Eenzijdige (niet-wederkerige verbintenis scheppende) overeenkomst: er ontstaat slechts
een verbintenis.
Voorbeeld: Pietje geeft Koen zijn camera cadeau.
Schematische weergave:
Rechtshandeling
Rechtshandeling
Eenzijdig
Eenzijdig
Gericht
Gericht
Meerzijdig
Meerzijdig
Ongericht
Ongericht
Overeenkomst
Overeenkomst
Andere
Andere
Familierechtelijk
Familierechtelijk
Goederenrecht
Goederenrecht
elijk
elijk
Bewijsrechtelijk
Bewijsrechtelijk
Verbintenisscheppende
Verbintenisscheppende
Eenzijdig
Eenzijdig ((nietnietwederkerig
wederkerig))
5.2 TOTSTANDKOMING
RECHTSHANDELING
Wederkerig
Wederkerig
(ZIE CASE 1)
Voorbeeld
Pietje ziet in de etalage een
fotocamera voor 725 euro. Wanneer
hij hem wil kopen, blijkt dit een
vergissing te zijn. De camera kostte
eigenlijk 825 euro.
Het is wel verplicht tot een onderzoeksplicht. Degene die de verklaring in ontvangst neemt, moet
zich afvragen of de ander zich wel realiseerde wat hij verklaarde.
Moment waarop de rechtshandeling tot stand komt
Ontvangst theorie:
Art. 3:37 lid 3 BW de rechtshandeling komt pas tot stand als de verklaring de persoon
tot wie zij is gericht heeft bereikt. Dit is ook zo bij schriftelijke verklaringen.
Uitzonderingen (er ontstaat toch een rechtshandeling, ondanks dat de verklaring de
aanbieder niet heeft bereikt)
o Als de aanbieder zelf of degene voor wie hij aansprakelijk is, zoals een werknemer,
de oorzaak is van het feit dat de verklaring hem niet of niet tijdig heeft bereikt.
o Wanneer er sprake is van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en die
rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt. Persoonlijke omstandigheden behoren
namelijk altijd tot iemands risico.
Onjuiste verklaring
Art. 3:37 lid 4 BW er wordt gekeken naar degene tot wiens risico de fout behoort.
5.3
(NULLITEITEN)
Het kan voorkomen dat rechtshandelingen achteraf niet de beoogde rechtsgevolgen hebben. Er zijn
twee mogelijkheden:
1. De rechtshandeling is nietig
2. De rechtshandeling is vernietigbaar
Een rechtshandeling is nietig als:
In strijd met de wet/goede zeden (art. 3:40 BW)
Rechtshandeling is verricht door een handelingsonbevoegde (maakt misbruik) (art. 3:43)
Iemand die gezien zijn maatschappelijke positie in zaken waarin hij ambshalve is
betrokken, misbruik maakt van deze positie. Denk aan rechters, ambtenaren en
notarissen. Bijv. witwassen van geld (denk aan extreme dingen die niet mogen)
Een rechtshandeling is vernietigbaar als:
Hij is verricht door een handelingsonbekwame (art. 3:32 lid 1 BW)
o Minderjarig (art. 1:233 BW)
o Ondercuratelestelling (art. 1:378 en 381 BW)
Verricht door iemand die onder invloed van een geestelijke stoornis handelde. (art. 3:34
BW)
Er was bij totstandkoming sprake van een wilsgebrek (bedreiging / bedrog / misbruik van
omstandigheden / dwaling). Iemand heeft een wil uitgesproken, maar werd benvloed, en
onder andere omstandigheden had hij deze wil niet gegeven.
(dwaling is dat iemand niet genoeg informatie heeft gekregen, bij het aangaan van de
rechtshandeling)
Actio Pauliana (art. 3:45 en 3:46 BW) Handeling is verricht door een schuldenaar, waardoor
andere schuldeisers worden benadeeld.
De handeling is wel geldig, maar is vernietigbaar.
Voorbeeld
Pietje koopt een tweedehands auto. Maar achteraf
blijkt dat n van de werknemers de kilometerteller
expres heeft teruggedraaid.
Achteraf blijken de beoogde rechtsgevolgen er niet zijn geweest. Dit komt, omdat nietigheid
terugwerkende kracht heeft, dat wil zeggen: terugwerkt tot het moment van het tot stand komen van
de bewuste rechtshandeling.
Deze rechtshandeling is geldig, totdat hij vernietigd wordt. Hij is dus aantastbaar.
Ontstaat doordat er uitdrukkelijk beroep wordt gedaan, bijv. door een rechterlijke uitspraak
of het schrijven naar de wederpartij.
In geval van handelingsonbekwaamheid, kan alleen de handelingsonbekwame of diens
vertegenwoordiger een beroep doen op de vernietigbaarheid van de rechtshandeling.
Art. 3:52 BW een rechtshandeling kan tot drie jaar na de rechtshandeling vernietiging
kan vorderen.
Proeftijd
Art. 7:652 BW en art. 7:676 BW binnen de proefperiode mag de werkgever de werknemer
zonder opgave van redenen en zonder opzeggingstermijn de arbeidsovereenkomst beindigen.
Echter: wanneer de proefperiode langer is dan twee maanden geldt dit niet (art. 7:652 lid 7 BW)
2.
Art. 3:63 BW een handelingsonbekwame kan wel als gevolmachtigde een rechtshandeling
verrichten. Hij kan echter niet als volmachtgever optreden.
Hoe weet de wederpartij dat je met een gevolmachtigde een koopovereenkomst sluit?
Vertrouwensbeginsel: mag je verwachten dat de persoon gevolmachtigd is? (art. 3:61 lid 2
BW)
Bij twijfel mag je een bewijs van volmacht vragen.
Onbevoegde vertegenwoordiging
= de rechtshandeling die de gevolmachtigde namens de volmachtgever is aangegaan, valt niet
binnen de grenzen van de bevoegdheid.
Twee manieren:
1. Iemand treedt als vertegenwoordiger/gevolmachtigde op van een ander zonder dat er
sprake is van een volmacht.
2. Iemand heeft een bevoegdheid om als gevolmachtigde op te treden, maar houdt zich niet
precies aan de opdracht.
Is de volmachtgever nu ook gebonden door de rechtshandelingen die de pseudo-gevolmachtigde
namens hem heeft verricht?
Antwoord: NEE! (art. 3:66 lid 1 BW)
Selbsteintritt: Het verschijnsel waarbij de gevolmachtigde zelf wederpartij wordt, bijvoorbeeld zelf
de aandelen/grondstoffen koopt die hij moet verkopen. (Art. 3:68 BW)
(oneigenlijke) vertegenwoordiging
= de vertegenwoordiger treedt in eigen naam op, maar voor rekening van een ander. De
rechtshandeling komt dan dus tot stand tussen de tussenpersoon en de wederpartij.
Volmacht bij betalingen:
Hetzelfde als bij eigenlijke vertegenwoordiging. Als de tussenpersoon bevoegd is de
betaling in ontvangst te nemen, dan is de wederpartij bevrijd van zijn schulden.
Volmacht bij overdracht:
Het eigendom van de zaak gaat eerst naar de tussenpersoon en wordt dan rechthebbende. De
tussenpersoon heeft de plicht om de zaak over te dragen aan de volmachtgever =
doorleveringsleer. Er is dus sprake van twee leveringshandelingen.
De doorleveringsleer geldt niet bij roerende zaken (niet vast aan de grond) en
toonderpapieren (aandelen etc.). Dan is er sprake van directe leer, of de leer van directe
verkrijging. De tussenpersoon is dan houder en het eigendom of recht gaat rechtstreeks naar
de volmachtgever.
Bij de oneigenlijke vertegenwoordiging is het eveneens van belang te kijken welke invloed een
eventueel faillissement van de tussenpersoon op de positie van de opdrachtgever en de
wederpartij heeft. Omdat de tussenpersoon contractpartij is, vallen een vordering of zaken die
zich onder hem bevinden, in zijn faillissement, behalve bij roerende zaken of toonderpapieren.
Commissionair: Iemand die zijn bedrijf maakt van het sluiten van overeenkomsten van koop en
verkoop van roerende zaken op eigen naam en tegen genot van loon of provisie (Commissie) op
order of voor rekening van een ander.
Makelaar: Tussenpersoon die er zijn bedrijf van maakt om te bemiddelen bij het tot stand brengen
en het sluiten van overeenkomsten in opdracht en op naam van personen met wie hij niet in een
vaste betrekking staat.
Lastgeving
= opdracht in het algemeen (art. 7:400 BW)
Het is een overeenkomst waarbij de ene partij, de lastgever, de andere partij, de lasthebber,
opdracht voor zijn rekening rechtshandelingen te verrichten (art. 7:414 lid 1 BW)
(is er dus sprake van bijv. een opdracht tot het bouwen van een huis, is dit geen lastgeving, maar
aanneming van werk)
Lastgeving kan:
Namens de lastgever
In eigen naam (art. 7:414 lid 2 BW)
Twee soorten:
1. Lastgeving met volmacht
Bijv. een makelaar krijgt namens een echtpaar opdracht tot het verkopen van hun huis.
2. Lastgeving zonder volmacht (oneigenlijke vertegenwoordiging).
Je geeft een commissionair de opdracht om voor jou aandelen te kopen.
HOOFDSTUK 7 OVEREENKOMST
Overeenkomst = een meerzijdige rechtshandeling waarbij n of meer partijen jegens een of
meer andere een verbintenis aangaan. (art. 6:213 BW). Er is een wil nodig van minimaal twee
personen.
Eenzijdige overeenkomst: bijv. schenking. Het is een meerzijdige rechtshandeling (er zijn
minimaal twee personen nodig) waarbij beide partijen een wil moeten hebben. Het is een
eenzijdige overeenkomst, omdat er slechts n verbintenis tot stand komt, namelijk de overdracht
van bijvoorbeeld geld.
Wederkerige overeenkomst (art. 6:261 BW e.v.): bijv. koopovereenkomst of
arbeidsovereenkomst. Ook dit is een meerzijdige rechtshandeling, en er is wilsovereenstemming
van beide partijen nodig. Maar hier ontstaan twee verbintenissen. Er ontstaan namelijk wederzijdse
rechten en verplichtingen.
7.2
TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST
Een overeenkomst komt tot stand door: (art. 6:217 BW jo. Art. 3:33 BW)
1. Aanbod (ondersteund door wil en verklaring)
2. Aanvaarding (ondersteund door wil en verklaring)
1. Aanbod
Eenzijdige gerichte rechtshandeling die alle elementen moet bevatten die noodzakelijk zijn voor de
totstandkoming van de beoogde overeenkomst. (Art. 6:217 lid 1 BW)
Een mondeling aanbod moet terstond worden aanvaard, anders verliest het zijn kracht.
Precontractuele fase
= de onderhandelingsfase, de tijd vrdat de overeenkomst tot stand komt. Je kunt je afvragen tot
welk moment je in de onderhandelingsfase je je nog vrijblijvend uit de onderhandelingen kan
terugtrekken. Er is nog geen overeenkomst, dus officieel geen verplichtingen. Maar soms biedt de
wet rechtsbescherming. Er wordt dan gekeken naar de regels van redelijkheid en billijkheid. Drie
fases Plas/Valburg (Van Zeijl) achterhaald:
CBB/JPO-arrest
fase 1: partijen zijn vrij onderhandelingen af te breken (als de onderhandelingen nog niet
zo ver zijn, de belangrijkste punten liggen nog op tafel om over te onderhandelen).
fase 2: tenzij dit op grond van gerechtvaardigd vertrouwen wederpartij in tot stand komen
overeenkomst of in verband met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar is.
(dan schadevergoeding) ( er hoeft nog maar over kleine dingen te worden onderhandeld)
fase 3: je bent zo bij elkaar dat je eigenlijk niet meer terug kan. Je moet de gehaalde
winst betalen en de kosten.
Scheidslijn fase 1 en 2:
HR: (om te bepalen in welke fae je zit) Hier zijn geen artikelen bij nodig, dit is jurisprudentie!
Afhankelijk van bedoeling van partijen
Afhankelijk van verwachtingen over een weer
Gewicht van de punten waar pp het over eens zijn
Het voornemen om verder te onderhandelen
Indekken tegen mogelijke schadebetalingsplicht:
Letter of intent = je stuurt vooraf een brief met: ik ben van plan de overeenkomst te
sluiten, zo niet dan wil ik een schadevergoeding.
Break-up fee
Stappenplan:
1. Partijen
2. Precontractuele fase
3. Jurisprudentie:
a. HR Baris / Riezenkamp regels van redelijkheid en billijkheid
b. HR CBB / JPO regels van de verschillende fasen
c. Fases Plas / Valburg (Van Zeijl) bouw van overdekt zwembad. Plas had al offerte
gemaakt en daarvoor kosten gemaakt. Andere aannemer kreeg de opdracht. Plas
kreeg vergoeding van gemaakte voorbereidingskosten en gederfde winst.
4. Bovenstaande punten toetsen of het fase 1 of 2 is .
Voorbeeld case:
Case CSI/Universiteit Maastricht
(welke rechtspraak)
HR CBB/JPO
Afhankelijk van
Afhankelijk van
Gewicht van de
Het voornemen
Wat is de conclusie
Partijen zitten in fase 2
Antwoord op vraag
In beginsel recht op schadevergoeding
Dwingend recht
Regels die door herhaald gebruik zijn ontstaan en die de inhoud van een overeenkomst
kunnen aanvullen of buiten werking stellen. (Bijvoorbeeld bij arbeidscontract heeft
werknemer ook verplichtingen die in branche gebruikelijk zijn.)
Redelijkheid en billijkheid
Omstandigheden waarmee op grond van algemeen erkende rechtsbeginselen, de in Nederland
levende rechtsovertuigingen en de maatschappelijke en persoonlijke belangen rekening wordt
gehouden.
Aanvullende werking (art. 6:248 lid 1 BW) het is soms niet voldoende als de partijen doen
wat de wet, de gewoonte, of de rechtshandeling vraagt. Zij moeten soms meer doen dan dat.
Beperkende of derogerende werking = in bepaalde omstandigheden wordt de wet op zij gezet.
Het kan dan vanwege redelijkheid of billijkheid in strijd zijn om van een bevoegdheid in de wet
gebruik te maken. (omdat het onaanvaardbaar zou zijn) (art. 6:248 lid 2 BW)
Er wordt pas naar redelijkheid en billijkheid gekeken als voorafgaande factoren niet voldoende
zijn.
Wat partijen meestal regelen
Omschrijving product
Prijs product
Betalingsvoorwaarden
Leveringsvoorwaarden
Garantiebepalingen
Gevolgen wanprestatie
Wat valt onder overmacht
Conflictoplossing
10
7.3.5
ALGEMENE VOORWAARDEN
Algemene voorwaarden = omdat het voor een bedrijf onmogelijk is om bij iedere overeenkomst
te onderhandelen over de voorwaarden etc., stellen bedrijven algemene voorwaarden op. Deze
gelden bij iedere overeenkomst die zij aangaan.
Art. 6:213 sub a BW
Definitie van algemene voorwaarden.
Een of meer schriftelijke bedingen (mag niet mondeling zijn)
Opgenomen in een aantal overeenkomsten
Geen kernbeding (voldoende bepaalbaarheid) (als iets voor n overeenkomst geldt, bijv.
prijs en aantal, mag dit niet in algemene voorwaarden maar in overeenkomst zelf).
Art. 6:246 BW
Alle regels van algemene voorwaarden zijn dwingend recht! Hier mag niet van afgeweken worden.
Verschillende definities:
Art. 6:231 sub b BW
Gebruiker = degene die AV in overeenkomst gebruikt
Art. 6:231 sib c BW
Wederpartij: degene die de gelding van de AV aanvaardt
Art. 6:232 BW
Snelle gebondenheid: je bent ook gebonden als de wederpartij de inhoud van de algemene
voorwaarden niet kenden.
Dit is niet altijd eerlijk, dus om de wederpartij te beschermen:
1. Vernietigbaarheid
Een beding in de algemene voorwaarden is vernietigbaar als: (art. 6:233 BW)
Sub a: Als het onredelijk bezwarend is voor de wederpartij
Sub b: Als de gebruiker de wederpartij geen mogelijkheid heeft gegeven om van de AV kennis
te nemen. (gebruik je art. 6:233 sub b BW toets de eisen van 6:234)
maar je kunt geen beroep doen op voorafgaande artikelen als:
a. Art. 6:235 lid 1 BW grote wederpartijen, die zijn zo groot dat je ervanuit kunt gaan dat ze
algemene voorwaarden hebben.
o Jaarrekening gepubliceerd
o 50 of meer werknemers
b. Art. 6:235 lid 3 BW Pot verwijt ketel = als je zelf normaal gesproken ook de algemene
voorwaarden gebruikt kun je niet opeens tegen de ander gaan zeggen jij maakt gebruik
van onredelijke algemene voorwaarden.
2. Onredelijk-bezwarend verklaring
Art. 6:240 BW
Verklaring waarin bedingen in algemene voorwaarden onredelijk bezwarend verklaard worden.
Wanneer is het onredelijk bezwarend:
Aard en overige inhoud overeenkomst
Wijze totstandkoming voorwaarden
Wederzijdse kenbare belangen
Overige omstandigheden geval
Gebruik deze vier uitgangspunten waarom je vindt dat een beding onredelijk bezwarend is. Is het
zo, dan vernietigbaar (art. 6:233 sub a BW)
Kan ook via art. 6:248 BW redelijkheid en billijkheid.
Onredelijke bezwaar van 6:232 gaat nog iets verder voor de consument.
11
worden bedingen op grijze lijst vermoed onredelijk bezwarend te zijn (6:237 BW)
Zwarte lijst: Lijst van bedingen in algemene voorwaarden waarbij een consument wederpartij is.
Het uitgangspunt van de wet is dat deze algemene voorwaarden onredelijk bezwarend zijn. (De
wederpartij kan een vernietiging voordragen.) Artikel 6:236 BW.
Grijze lijst: Lijst van bedingen in algemene voorwaarden waarbij een consument wederpartij is.
Het uitgangspunt van de wet is dat deze algemene voorwaarden vermoedelijk onredelijk bezwarend
zijn. Artikel 6:237 BW.
Mogelijkheid kennisname van de algemene voorwaarden
Er is geen redelijke mogelijkheid geboden tot kennisname:
Uitwerking in 6:234 BW
In beginsel terhandstelling (lid 1)
Indien redelijkerwijs niet mogelijk: bekendmaking terinzageligging en kosteloze toezending
op verzoek (lid 1 sub b)
Electronische weg; wel mogelijkheid tot opslaan (lid 2)
Indien geen ovk via de electronische weg, dan instemming nodig om AV via electronische
weg te versturen (lid 3)
Dan: vernietigbaar (artikel 6:233 sub b BW)
Battle of forms: degene die het aanbod doet diens algemene voorwaarden gelden.
Overeenkomsten en derden
Derden: Buitenstaanders, iedereen die buiten de overeenkomst staat.
De wet noemt een aantal gevallen in de afdeling die gaat over de rechtsgevolgen van
overeenkomsten (Art. 6:249 BW):
1. Rechtsopvolging onder algemene titel (Art. 6:249 BW): Opvolging in een geheel vermogen of
een evenredig deel ervan. Opvolging in zowel de rechten als de verplichtingen van zijn
rechtsvoorganger.
2. De kwalitatieve rechten (Art. 6:251 BW):
3. De kwalitatieve verplichtingen (Art. 6:252 BW)
4. Het derdenbeding (Art. 6:253 t/m 6:256 BW): Een beding in een overeenkomst waarbij een
derde het recht verwerft van een van de partijen een prestatie te vorderen of op andere wijze een
beroep op de overeenkomst te doen.
5. De paardensprong (Art. 6:257 BW): Rechtsfiguur waarbij een verweermiddel
(Exoneratieclausule) van de opdrachtgever toekomt aan dienst ondergeschikte.
12
HOOFDSTUK 9 OVEREENKOMST
Verbintenis = vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen, waarbij de
ene persoon (schuldeiser of crediteur) het recht heeft op een bepaalde prestatie, die de andere
persoon (schuldenaar of debiteur) verplicht is te verrichten.
Ga je een verbintenis aan, dan ga je rechten en plichten aan.
Bron van een verbintenis (ontstaan van verbintenis)
Hoe kan een verbintenis ontstaan:
1. Onrechtmatige daad (art. 6:162 BW)
= Een rechtens niet-toelaatbare handeling. (Het objectieve recht verbindt hier echter
rechtsgevolgen aan zonder dat dat dat de bedoeling was van de persoon die de daad
verrichte. Ontstaat een verbintenis meestal in de vorm van schadevergoeding betalen.)
= iets gebeurt, waardoor er nadeel voor een ander ontstaat.
Maar het was niet de bedoeling dat je een verbintenis aanging.
2. Rechtmatige daad
= Een rechtens toelaatbare handeling. (Het objectieve recht verbindt hier echter
rechtsgevolgen aan zonder dat dat de bedoeling was van de persoon die de daad verrichte.
Ontstaat een verbintenis.)
a. Zaakwarneming (art. 6:198 BW)
b. Onverschuldigde betaling (art. 6:203 BW)
c. Ongerechtvaardigde verrijking (art. 6:212 BW)
3. Overeenkomst (art. 6:213 BW)
Voorbeelden:
Stefan bekladt de muren van het
stadhuis met een spuitbus. Schade
1.500 euro.
Berit neemt een postpakketje aan
voor haar kamergenote.
Maaike huurt een fiets bij de
fietsenstalling.
Onrechtmatige daad
Zaakwaarneming
Huurovereenkomst
13
Aansprakelijkheid kan hoofdelijk zijn. Hoofdelijkheid ontstaat (Art. 6:6 lid 2 BW):
De Wet
Bijvoorbeeld: De aansprakelijkheid van echtgenoten die iets voor de normale gang van zaken van
de huishouding aanschaffen.
Als de prestatie ondeelbaar is
Uit overeenkomst
Bij eenzijdige (verbintenisscheppende) overeenkomsten hebben we te maken met n verbintenis
en bij wederkerige (verbintenisscheppende) overeenkomsten met twee verbintenissen, waarbij
partijen zowel crediteur of debiteur zijn.
Naast de gewone verbintenis bestaan er een tweetal bijzondere verbintenissen:
De voorwaardelijke verbintenis is afhankelijk van een gebeurtenis in de toekomst. Vervalt de
verbintenis na de gebeurtenis dan spreken we van een verbintenis onder ontbindende voorwaarde
en als de verbintenis dan ontstaat, noemen we dat verbintenis onder opschortende voorwaarde.
De verbintenis onder tijdsbepaling vangt aan of eindigt op een bepaald tijdstip. Dit wordt
respectievelijk verbintenis onder opschortende tijdsbepaling of verbintenis onder ontbindende
tijdsbepaling genoemd.
Bij een natuurlijke verbintenis is het niet meer mogelijk voor een crediteur de schuldenaar rechtens
aan te spreken. Voorbeelden zijn na verjaring (wet), na een akkoord (wet), na voorrang
(rechtshandeling) of na een verbintenis uit moraal en fatsoen.
Vorderingsrechten (vermogensrechten) kunnen overgedragen worden aan een ander. Dit gaat
op dezelfde manier als overdracht van goederen. De nieuwe schuldeiser bij overdracht van een
vordering verkrijgt nevenrechten, als pand en hypotheek en het vorderingsrecht. Dit geldt niet voor
subrogratie.
Subrogratie: is een vorm van overdracht van een vordering, meestal geldschulden.
Een derde voldoet hier dan de schuld van de schuldenaar. Subrogratie kan ontstaan door de wet,
denk aan borgtocht, maar ook door een overeenkomst.
Schulden kunnen ook overgaan op anderen door:
- Verkrijging onder algemene titel
- Schuldoverneming
Dit laatste is een tweezijdige (niet- verbintenisscheppende) overeenkomst.
Contractoverneming komt voor bij fusie en bedrijfsovername. In overeenstemming met de
wederpartij draagt de andere contractpartij het contract over op een derde partij. Dit is een vorm
van een driezijdige (niet- verbintenisschepende) overeenkomst.
Verbintenissen kunnen tenietgaan door verrekening (partijen zijn elkaar schuldenaar en schuldeiser), vervulling
van ontbindende voorwaarde, afstand (schuldeiser doet afstand van vorderingsrecht), vermenging (schuldeiser
en schuldenaar worden n persoon), nakoming en nietigheid, vernietiging of ontbinding.
14
15
16
Ontbinding
Ontbinding gebeurt door een buitengerechtelijk schriftelijke ontbindingsverklaring of door naar de
rechter te gaan. De schuldeiser is ook bevoegd rauwelijks te ontbinden (zonder te sturen van een
ingebrekestelling).
17
18
Tekortkoming in de nakoming
(stappenplan)
Tekortkoming in de nakoming:
art. 6:74 lid 1 BW
Toerekenbaar (6:75):
wanprestatie
Wanprestatie:
R echten van de
crediteur bij
Toerekenb are nietnakom ing
Ingebrekestelling
(art. 6:82 e n 83 B W )
Recht op
sc hadev ergoeding
Verzuim
(art. 6:81 BW )
Recht op ve rvangende
schadev ergoeding door
om zetting
(art. 6:87 BW )
19
Gewone opschorting
Bijzondere opschorting:
Onzekerheidsexceptie
Retentierecht
Ontbinding door
schriftelijke
verklaring of door de
rechter
Ingebrekestelling
Nakoming blijvend
onmogelijk
Ontbinding en
ongedaanmaking
Verzuim
Ontbinding en
ongedaanmaking
20
Schadevergoeding
Schadeverplichting bij toerekenbaar niet nakomen en toerekenbare onrechtmatige daad.
Schade: Het verschil tussen de toestand voor de wanprestatie en de toestand na wanprestatie.
Deze schade dient te worden vergoed.
Schade: vermogenschade (materile schade) en ander nadeel.
Vermogensschade bestaat uit:
kosten ter voorkoming of beperking van schade
geleden verlies en gederfde winst
kosten van ingebrekestelling en buitengerechtelijke incassokosten
kosten voor vaststelling van schade en aansprakelijkheid
Uitzondering zijn de proceskosten!
Onder ander nadeel wordt verstaan de immaterile schade. De schadevergoeding wordt betaald in
de vorm van smartengeld voor het leed geleden als gevolg van de daad.
Naast het betalen van een geldsom kent de wet alternatieven voor schadevergoeding:
Rectificatie: bij onvolledige of onjuiste gegevens in bv krant)
Gebod: herstel in oude toestand
Verbod op bepaalde gedraging
Methoden voor het berekenen van de schadevergoeding.
1. Abstracte schadeberekening; objectief, vaststelling vermogensvermindering.
Dit wordt gebruikt bij niet- levering (verschil tussen dagprijs en prijs in overeenkomst) en
zaaksbeschadiging (op basis van herstel- en vervangingskosten).
2. Concrete schadeberekening; subjectief, rekeninghoudende met de omstandigheden.
Factoren die invloed hebben op de schadevergoeding.
Eigen schuld en medeschuld
Vermindering van schadevergoeding als benadeelde ook eigen schuld heeft. Medeschuld als er
sprake is van aansprakelijkheid van meerdere personen.
Voordeelstoerekening
Benadeelde heeft naast schade ook voordeel uit de gebeurtenis.
De rechter kan als het niet mogelijk is de schade vast te stellen een schadestaatprocedure starten.
Daarnaast heeft hij matigingsrecht als volledige schadevergoeding gezien de omstandigheden
onaanvaardbare gevolgen zou hebben.
Draagkracht van partijen
De aard van de aansprakelijkheid
De rechtsverhouding tussen partijen
Schadevergoeding bij letsel bestaat uit vergoeding van de schade van het slachtoffer,
vergoeding van kosten aan derden, verpleegkosten, reiskosten en schadevergoeding aan de
werkgever van het slachtoffer voor het doorbetaalde loon.
Schadevergoeding bij overlijden bestaat uit vergoeding voor het moeten missen van
levensonderhoud (echtgenoten, minderjarige kinderen etc.) en kosten van lijkbezorging.
21