LESVOORBEREIDINGSFORMULIER

NAAM STUDENT

Stijne Schuurkamp

STUDENTNUMMER

KLAS

1d

STAGESCHOOL

STAGEBEGELEIDER

STAGEGROEP

DATUM

2015

VAK / ONDERWERP

1663099

Muziek

VOORBEREIDING(Ontwerp)
Omcirkelen:

Dit is een leerkracht/ gedeeltelijk leerkracht-gedeeltelijk leerling/ leerling gestuurde les.

Dit is een zelfontworpen / methode / combinatie les.

DOELEN VOOR DE LEERLINGEN

PRODUCTDOEL(EN)
Wat moet deze les opleveren
(product, specifiek en
meetbaar)?
PROCESDOEL
Welk gedrag wil ik oproepen/
wat moeten de ll tijdens de les
oefenen of ervaren
(procesdoel)?

Bij deze les gaan de leerlingen een Vaardigheid oefenen.

Aan het einde van de les kunnen de leerlingen het lied de Droomboom zingen op de
juiste toonhoogte.

De leerlingen oefenen de ademhaling bewust te gebruiken en de juiste

lichaamshouding aan te nemen en te behouden tijdens het zingen.

LESSPECIFIEKE BEGINSITUATIE
KENNIS / VAARDIGHEDEN
+ Wat weten en/of kunnen de
leerlingen al?
+ Van welke vakspecifieke
theorie, didactiek, leerlijnen
maak ik gebruik?

De leerlingen van groep 8 hebben al vaker geoefend met de juiste ademhaling en

lichaamshouding dus kennen het principe, hier moet echter nog wel aan gewerkt en
goed op gelet worden. Ze zingen niet veel, alleen met optredens en musicals.
Voor het aanleren van het lied maak ik gebruik van het KVB-model
KlankKlankduur: het lied De droomboom heeft veel korte noten en juist ook veel noten die
verlengt worden. Hierdoor moeten sommige aangepast worden aan het lied, ingekort
of verlengd (anderen andren).
klankhoogte: de hoogte van het lied is van b tot b en er is veel verschil van hoog naar
laag :

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Klanksterkte: klanksterkte is een belangrijk punt in het lied de droomboom want bij het
stuk heel voorzichtig.. die boom moet je het lied bijna op fluistertoon zingen. En bij
KRAK! BOEM! juist heel hard(let erop dat de leerlingen niet gaan schreeuwen, het
moet wel zingen blijven)
klankkleur: het is een lied met veel lichte klanken, maar de harde stukken (KRAK!
BOEM!) hebben juist weer een beetje schelle klankkleur.
VormHet hele lied is eigenlijk alleen maar herhaling het refrein word herhaald en het
couplet wordt ook grotendeels herhaald. In het couplet komt in een zin variatie naar
voren want aan het hoogste takje, het laatste blaadje, het hoogste topje Dit zijn
de enige zinnen waar iets verandert.
BetekenisHet is een lied met een vrolijke sfeer, kinderen hebben vaak ook dromen die
werkelijkheid lijken en dit liedje neemt hen mee in zon dergelijke situatie. De grappige
wending maak het een humoristisch liedje.
ONDERWIJSBEHOEFTEN
+ Wat zijn de pedagogische en
didactische
onderwijsbehoeften van de
groep?
+Indien van toepassing: Wat
zijn specifieke individuele
onderwijsbehoeften?

Deze groep heeft veel structuurnodig, ze moeten vaak op de regels worden gewezen,
er consequenties als er na een waarschuwing nog niet verbetering in het gedrag is.
de kinderen moeten hun vinger opsteken bij een vraag.
Irrelevante opmerkingen zijn niet nodig, als deze toch gemaakt worden de kinderen er
op wijzen dat dit niet hoort.
Niet van toepassing.

BELEVING
+ Op welke ervaringen kan ik
aansluiten?
+ Actualiteit (leefwereld)
+ Betrokkenheid

De dromen van de kinderen, eerdere muzieklessen.

MATERIALEN
MATERIALEN
+ Wat moet ik klaarleggen,

Digi-bord: het grafisch partituur laten zien.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

welke leermiddelen gebruik ik? Blaadjes met muziek (de droomboom)

+ Op welke manier laat ik de
materialen de lesinhoud
ondersteunen.

26 A3 bladen

+ Welke methoden, bronnen

gebruik ik. (APA)?

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

LESOPBOUW
TIJD
-Min
INLEIDING
+ Verwachtingen / doelen
duidelijk maken

ACTIVITEIT

Vorm

Wat doe ik? Wat doen de leerlingen?

ISK

Ik geef aan wat we vandaag gaan doen en wat de doelen zijn. Ik

herhaal de afgesproken regels nogmaals om de les zo soepel
mogelijk te laten verlopen.
De klassendienst deelt de muziekblaadjes uit, en ondertussen gaat
de klas achter hun tafeltje staan (ze doen bij deze klas geen kring
omdat ze veel structuur nodig hebben en op deze manier beter de
aandacht erbij kunnen houden.)

KERN
Houd rekening met:
LESSTOF
+ Welke informatie komt
aan bod, in welke
volgorde en aan wie?
+ Hoe maak ik de lesstof
toegankelijk en
overzichtelijk?
+ Welke vragen stel ik en
aan wie?
+ Heb ik goed voor ogen
wat ik met deze les wil
bereiken?
+ Pendelen tussen
leerstof, leerling en
leefwereld.
WERKVORMEN
+ Welke werkvormen kies
ik en voor wie?
+ Hoe zorg ik voor
voldoende variatie in
werkvormen?
BEGELEIDING
+ Welke positieve
kenmerken zijn er en hoe
speel ik daar op in?
+ Hoe speel ik in op
onderwijsbehoeften?

Muzikale Opening:
ik laat de kinderen het grafisch partituur op het bord zien:

En bespreek deze met de kinderen eerst het eerste deel:

Dit moet heel zacht want er staat heel voorzichtig en het is heel
klein geschreven dit doen we 4 keer heel zachtjes.

+ Hoe cluster ik de
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

kinderen in groepen.

Dan komt het tweede stuk:

+ Hoe stimuleer ik de
motivatie van leerlingen?
+ Hoe geef ik feedback
aan leerlingen?
GROEPS
MANAGEMENT
+ Wat kan ik al voorzien
en hoe reageer ik daarop

Hier oefenen we het articuleren en we doen samen even een paar

keer KRRR waarbij de R goed te horen moet, zijn.

+ Beurtverdeling
+ Pakken en opruimen
materialen
+ Regels, afspraken

Klim klim klimmerdeklim en we zijn boven!

Nu met zijn allen een keer heel hard:

En dan wordt het lastiger want nu moeten de kinderen terwijl ze

boem zeggen de toon naar beneden laten glijden (lukt dit niet de
eerste keer dan doe ik het een keer voor en doen we het nog een
keer).

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Dan nog de grote plof. Waarbij ze hard mogen uitademen bij de

MMM

Deze herhalen we nog een keer samen

Kern
Ik leer het liedje aan.
Ik zing het een keer voor. De kinderen moeten het stukje KRAK!
BOEM! Naast mijn bed. Meezingen.
Bij de volgende keer voorzingen zingen alle kinderen het refrein
mee en voor degene die het kunnen en willen zingen alvast het
couplet mee. De anderen luisteren goed wat er gezongen wordt in
het couplet.
Dan zingen we met zijn allen het hele lied, iedereen zingt alles
mee.
En nog een keer en nu moet het bij iedereen lukken.

Verwerking
als de kinderen het lied goed kennen krijgen ze een blad en ze
pakken een potlood (ze mogen weer gaan zitten). Ze moeten een
kleine boom tekenen aan de linker kant van het blad met een paar
kleine takjes, een van die takjes tekenen ze iets verder van de
boom. nu zet ik het refrein nog eens aan en een van de takken
gaan ze de hoogte van de tonen aan geven, als de toon omhoog
gaat, gaat de lijn ook omhoog. Als de muziek gestopt is gaan we
Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

kijken of iedereen ongeveer dezelfde lijn heeft door een voorbeeld

op het bord te plaatsen. :

Samen kunnen we bespreken at de kinderen hadden.

KLAAR / NIET KLAAR

+ Wat kan een leerling
doen als hij klaar / niet
klaar is?

AFSLUITING

Afsluiting

+ Hoe bespreek ik de les

na?
+ Hoe controleer ik of
leerlingen de doelen
hebben bereikt?
+ Hoe evalueer ik de les
met de leerlingen?

OVERGANG
+ Hoe zorg ik voor een
overgang naar de
volgende les?

Ik zet de muziek aan en de kinderen zingen het lied, coupletten en

refrein, zelfstandig nog een keer.
Reflectie.
Ik bespreek met de kinderen de dingen die goed gingen les en
welke beter kunnen de volgende keer. Over de manier waarop zij
zich gedroegen en hoe mijn les ging. Zo kunnen we er allemaal wat
van proberen te leren. Ook bespreken we de doelen die aan het
begin van de les besproken zijn. Zijn deze behaalt. Zo nee, hoe kan
dit.
Ik laat alle bladen op halen en verder alles van de tafel. Ze mogen
de spullen van de volgende les voor hun pakken.

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014

Cursusjaar 2014-2015 versie 31-08-2014