Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 2

Nederlands

Het lezen van verhalen


Par.1 Waarover wordt verteld?
Waaroverwordtverteld?Letop3dingen:
dechronologischevolgordevande
gebeurtenissen
.
de
personages
.
de
tijdenruimte
(
setting
)vanhetverhaal.
Nietinelkverhaallopengebeurtenissenchronologischachterelkaardoor.Alslezer
legje
verbanden
tussendechronologischopelkaarvolgendegebeurtenissen.
Depersonageszijnverbondenmetgebeurtenissenenhebbenverschillenderollen:
hoofdpersoon
streeftbepaald
doel
na.
bijpersonen
vervullenderollenvan
helper
of
tegenstander
.
Jeleertpersonageskennenopopeen:
directemanier
:jeleesteenopsommingvankaraktereigenschappen,uiterlijken
innerlijk.
indirectemanier
:jeleertpersonagekennendoorwatzedoen,nalaten,
denken,zeggenofverzwijgen.
Jekunteenpersonage
psychologisch
benaderen(jevindtwateenpersonage
doetvreemd,onbegrijpelijk,verklaarbaarofaannemelijk).
Jekunteenpersonagebeoordelenop
normenenwaarden
(alslezergajevan
bepaaldenormenenwaardenuitdiejegebruiktbijjebeoordeling).

Par.2 Hoe wordt verteld?


Iederverhaalheeftzijneigen
structuur
(
opbouw
):
De
verteltijd
isdetijddiejenodighebtomeenteksttelezenende
vertelde
tijd
isdetijddiedegebeurtenisseninchronologischevolgordeinbeslag
nemen.
Ineenverhaalkomen
vooruitwijzingen
(voorwaternogzalgebeuren)en
terugverwijzingen
(naarwatalisgebeurd)voor.
Eenuitgebreidevormvaneenterugverwijzingiseen
flashback
metals
functie
delezerinformatiegevenovereenpersonage.
Elementendieinverhalen
herhaald
worden,zijn
motieven
:
o Verhaalmotieven
kerenterugnaarbepaaldesituaties,waarnemingen,
opvattingen,gebeurtenissenofgevoelens.
o Leidmotieven
zijnherhalingenvaneenbepaaldwoordofbetekenisvol
concreetvoorwerp.
Verhalenkunnenbestaanuitnofmeer
verhaallijnen
samenhangendereeksen
vangebeurtenissen.

Par.3 Wie vertelt?


Een
schrijver
iseenwerkelijkmensdatbuitenhetverhaalbestaat.Eenschrijver
kiesteenbepaalde
vertelinstantie
(
verteller
).Dezevertelinstantieiseenaspect
vanhetverhaal:eenvertellermaaktdeeluitvande
verhaalwerkelijkheid
.
Omdevertelinstantievasttestellen,moetjetweeaspectenvaststellen:
1. Ganaofdevertelinstantie
merkbaar
aanwezigisofniet.

2. Bijmerkbaaraanwezigevertelinstantiesmoetjevaststellenofdeverteller
welofgeenpersonageinhetverhaalis.
Verschillendevertelinstanties:
Bijde
auctorialevertelinstantie
(de
auctorialeverteller
)isdeverteller
merkbaaraanwezigintetekst(bijvoorbeelddoorcommentaarofuitlegte
geven).
Bijde
ikvertelinstantie
isdevertellermerkbaaraanweziginhetverhaal.Eris
eenikvertellerdieverteltwathijheeftbeleefdofmeemaakt.
Bijde
meervoudigeikvertelinstantie
zijnermeerikvertellersaanwezig.
Bijde
personalevertelinstantie
isdevertelinstantienietmerkbaaraanwezig.
Erwordtindehijofzijvormverteldendevertellertreedtnietopdevoorgrond.
Vertelinstantieszijnnietaltijd
betrouwbaar
.Devertellerkanzichvergissen,liegen
ofgeheugenverlieshebben.

Par.4 Aanwijzingen van de schrijver


Bijhetlezenvande
titel
enhetverhaalprobeerjeeen
titelverklaring
tegeven.De
titelkanergletterlijkoffiguurlijkbedoeldzijn.
Somsheefteenverhaaleen
ondertitel
,waardoorjijjealslezerkanlatenleiden.
Eenaantalverhalenheefteen
motto
:meestaleencitaatuiteenboekdataanhet
verhaalvoorafgaat.

You might also like