Download as pdf or txt
Download as pdf or txt
You are on page 1of 6

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN

Lassen en vermoeiing
Regelmatig worden vragen gesteld
over beperkingen bij de keuze en de
verwerking van de beschikbare betonstaalsoorten. Waarom een verbod op toepassing van hechtlassen?
Waarom wordt verplicht HWL voorgeschreven? Waarom een verbod
op gebruik van betonstaal gericht
van rol (dus HK)? Bovendien gaan
de coderingen voor de leveringstoestanden HWL, HK en HKN verdwijnen en zijn de hieraan gekoppelde
beperkingen en opvattingen straks
dus niet meer van toepassing. Dit
artikel levert enige toelichting op
deze zaken voor met name de constructeurs/tekenaars/aannemers
van gewapend-betonconstructies.
I ir. Theo Breedijk

Betonstaalsoorten

Bron: Vakblad Cement,


uitgeverij neas

De beschikbare betonstaalsoorten staan


weergegeven in de recent vernieuwde
NEN 6008:2008, de leveringsnorm voor
lasbare betonstaalsoorten in de vorm
van staven/rollen, gepuntlaste wapeningsnetten en tralieliggers. In Wapening
in Beton 2008-3 is toegelicht dat NEN
6008:2008 gekoppeld is aan de Europese
NEN-EN 10080:2005 (zonder CE-merk),
waardoor de bekende coderingen van de
zogenoemde leveringstoestanden HWL,
HK en HKN (de globale fabricagemethoden) zijn komen te vervallen. Alleen op
verzoek kan men de fabricagemethode
zonodig navragen, wat in de praktijk nauwelijks haalbaar lijkt. Nieuw ingevoerd
zijn de zogenoemde ductiliteitsklassen
A, B en C met verschillende eisen voor de
verhouding treksterkte/vloei(rek)grens
(Rm/Re) en de rek bij maximale belasting
(Agt). In tabel 1 staat een vergelijking tussen NEN 6008 versie 1991/97 en 2008. In
deze tabel is een kolom met de indicatie
van lasbaarheid (+/NPR) en een kolom

Beperkingen die aan de toepassing van


de beschikbare betonstaalsoorten worden gesteld zijn vaak kostenverhogend
en soms kan er zelfs nauwelijks aan worden voldaan. Als reden van deze beperkingen worden in de regel lasbaarheid
en vermoeiingseigenschappen van het
betonstaal genoemd. Vaak zijn er echter
twijfels of deze beperkingen wel terecht
zijn. Ook bestaan er op dit gebied meerdere voorschriften en interne richtlijnen
(met onvoldoende achtergrond informatie) waardoor de samenhang wellicht onvoldoende duidelijk is. Zo bestaat soms
de misvatting dat bij HWL het hechtlassen geen invloed heeft op de vermoeiingssterkte en dat bij (te) zwaar constructief lassen geen verlies van sterkte en/of
rek optreedt.

Zware gehechtlaste transporteerbare wapeningskorf - foto: BAM Infraconsult

WAPENING IN BETON JUNI 2009

met vermoeiingseigenschappen toegevoegd, die later worden toegelicht.


Door het verdwijnen van de aanduidingen voor de leveringstoestanden HWL/
HK/HKN (de globale fabricagemethode)
zullen ook de hieraan gekoppelde bestaande beperkingen/opvattingen verdwijnen. Echter, wellicht komen er nu
andere beperkingen/opvattingen omtrent de ductiliteitsklasse A/B/C. Zo is
van belang dat momenteel in de VBC/
NEN 6720 geen rekening wordt gehouden met het verschil in rekeis tussen
FeB500HKN (2,75%) en FeB500HWL/HK
(3,25%), maar dat straks via de Eurocode
2 wel kan worden gerekend met verschil
in ductiliteit (plasticiteit) tussen B500A
(1,05/3,0%), B500B (1,08/5,0%) en B500C
(1,15/7,5%).
Het onderscheid tussen de betonstaalsoorten A, B en C is in NEN 6008:2008 in
principe herkenbaar via de in deze norm
aangegeven voorbeelden van profileringen. Alleen voor de kenner leveren deze

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN


nog een mogelijke relatie naar de fabricagemethode. Niettemin lijkt het zinvol
hier nog onderstaande globale beschrijvingen van de meest toegepaste fabricagemethoden van de huidige op de
markt zijnde betonstaalsoorten te geven.

B500A/FeB500HKN, 4 - 16 mm
Verkrijgt door koudwalsen/profileren van
glad walsdraad de vereiste sterkte (Re)
met nog redelijke ductiliteit (Rm/Re en
Agt). Dit materiaal wordt geproduceerd
op rollen en na richten voornamelijk toegepast als fabrieksmatig geproduceerde
gepuntlaste wapeningsnetten met een
volgens NEN 6008 vereiste afschuifkracht
van de puntlasverbinding. Ook worden
rollen geleverd aan met name wapeningscentrales die hieruit gericht en gebogen producten produceren.

B500B/FeB500HK, 6 - 16 mm
Verkrijgt via koudrekken/buigen van geribde walsdraad (halffabrikaat beton
staal) de vereiste sterkte (Re) met nog
goede ductiliteit (Rm/Re en Agt). Dit
materiaal wordt geproduceerd op rollen en voornamelijk als rollen geleverd
aan met name wapeningscentrales voor
fabricage van gericht/gebogen producten. Ook worden rollen tot gepuntlaste
wapeningsnetten verwerkt.

B500B/FeB500HWLwatergekoeld, 8 - 50 mm
Verkrijgt direct als rechte warmgewalste

Buig-rek koudvervorming en opspoelen van B500B/FeB500HK


fotos: Van Merksteijn wapeningsstaal

staven via een specifieke waterkoeling de


vereiste sterkte (Re) met goede ductiliteit
(Rm/Re en Agt). Deze rechte staven worden al dan niet via wapeningscentrales
als rechte/gebogen producten toegepast. Het natuurharde FeB500HWL (microgelegeerd/luchtgekoeld = duur) en
rollen watergekoeld FeB500HWL (lastig
voor draadwalserijen en wild gehaspeld)
zijn nauwelijks beschikbaar. Recent zijn
enkele kleine betonstaafwalserijen gestart met watergekoeld FeB500HWL dat
op spoelen wordt opgewikkeld (vergelijkbaar met HK). Maar het is niet bekend of
deze ontwikkeling doorzet.

Samengevat

Zware gehechtlaste transporteerbare wapeningskorf


- foto: BAM Infraconsult

De aanduidingen voor de leveringstoestand HWL, HK en HKN komen te


vervallen en nieuwe aanduidingen
voor de ductiliteitsklasse A, B en C zijn
gentroduceerd.
Het gebruikelijke FeB500HKN (koudgeprofileerd t.m. 16 mm) wordt vervangen door B500A en een verbeterde
HKN kan straks ook voldoen aan B500B.
Het gebruikelijke Feb500HK (koudgerekt t.m. 16 mm) wordt vervangen
door B500B en eventueel deels B500C.
Het gebruikelijke FeB500HWL (watergekoeld 8 - 50 mm) wordt vervangen
door B500B en wellicht ook B500C.

Lasbaarheid
In een artikel in Cement is uitgebreid
ingegaan op de fabricage- en lasbaarheidsaspecten van betonstaal met de
nadruk op het te maken onderscheid tussen lassen met weinig laswarmte (vooral
de hecht-/puntlasverbindingen) en lassen met matige tot grote laswarmte (o.a.
de stompe lasverbindingen). Dit onderscheid betreft de zogenoemde metallurgische lasbaarheid van het betonstaal en
wordt hieronder nader toegelicht aan de
hand van het voor de praktijk belangrijke
onderscheid tussen hecht-/puntlasbaarheid en constructieve lasbaarheid.

Hecht-/puntlasbaarheid
Hechtlasverbindingen dienen uitsluitend
voor transportbestendige verbindingen
ten behoud van de geometrie van wapeningsconstructies (binddraad vervangende hechtlasverbindingen). Vlechten
vereist in de regel meer tijd en ervaring
en meer wapening voor voldoende stabiliteit van een wapeningskorf. Daarom
zijn hechtlasverbindingen in de huidige
tijd van prefabicage en arbo-voorschriften nauwelijks te vermijden. Hechtlasverbindingen mogen vooral de sterkte- en
rekeigenschappen van het betonstaal
weinig benvloeden en het gehechtlaste
betonstaal moet aan de vereiste waarden

WAPENING IN BETON JUNI 2009

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN


Tabel 1 - Vergelijking tussen NEN 6008 versie 1991/97 en 2008
lasbaarheid

vermoeiing (MPa)

Betonstaalsoort

diameter
(mm)

Re
(MPa)

Rm
(MPa)

Rm/Re

Agt
(%)

hecht

constr.

staaf

gericht

he-las

B500A (nieuw)

apr-16

500

1,05

NPR

100

100

100

FeB500HKN (oud)

apr-16

500

550

2,75

NPR

100

100

B500B (nieuw)

jun-50

500

1,08

NPR

175 / 1451)

1003)

100

FeB500HK (oud)

jun-16

500

550

3,25

NPR

200?

100?

FeB500HWL (oud)

jun-40

500

550

3,25

NPR

200?

100?

B500C (nieuw)

jun-50

500 2)

1,15 1,35

7,5

NPR

175 / 1451)

1003)

100

1) diameter > 28 mm
2) Re,act./Re,nom. < 1,25
3) tenzij hogere waarde ( 175) wordt aangetoond NB.: T.z.t. kan een verbeterde FeB500HKN (koudgeprofileerd) mogelijk ook voldoen aan B500B en een verbeterde FeB500HK
(koudgerekt) eventueel ook aan B500C, terwijl FeB500HWL (watergekoeld) t.z.t. ook (deels) geleverd kan worden als B500C.

blijven voldoen. Hecht-/puntlasverbindingen vereisen relatief weinig neergesmolten lasmetaal (weinig laswarmte). Deze
relatief kleine warmte-inbreng, gevolgd
door een snelle afkoeling direct onder
het lasmetaal veroorzaakt een plaatselijke
harding (verbrossing) van het betonstaal.
Echter, deze heeft dankzij het maximum
van 0,22% C van het betonstaal, slechts
een gering nadelig effect op de sterkteen rekeigenschappen. Bij de trekproef
ligt de breuk meestal buiten de las en
bij eventuele breukinitiatie op de las is
het rekverlies in de regel gering. Globaal
kan men stellen dat lasbaar betonstaal
dankzij het maximum van 0,22% C met

name hecht-puntlasbaar is, wat voor de


praktijk ook verreweg het belangrijkste
is. Daarom is in de bovenstaande tabel
voor hecht-/puntlasbaarheid bij alle betonstaalsoorten B500A/B/C de indicatie
+ aangegeven. Dus zijn de op basis van
ductiliteit/plasticiteit gekozen betonstaalsoorten B500A/B/C alle goed hecht-/
puntlasbaar.
Belangrijk is echter dat te grof/zwaar uitgevoerde hecht-/puntlasverbindingen
(bijv. door ondersnijding bij kleinere staafdiameters) en/of ongunstige staafdiameterverhouding bij kruislasverbindingen
(bijv. te heet bij dun op dik, zie later), wel

de sterkte- en rekeigenschappen nadelig


kunnen benvloeden. Hierbij kan vooral
door te snelle breukinitiatie op de las te
groot rekverlies optreden (dit is kritischer
bij B500A met de lagere rekeigenschappen). Daarom is regelmatige controle op
zorgvuldige werkwijze bij het hecht-/
puntlassen noodzakelijk.
Nederland loopt in Europa al sinds jaren
voorop met de praktische koppeling van
controle op het richten van rollen betonstaal en controle op het hecht-/puntlassen bij met name de wapeningscentrales. Hierbij worden deze bewerkingen
van het betonstaal inclusief praktische
lasserkwalificatie gecertificeerd onder regime van de Kiwa-beoordelingsrichtlijn
BRL0503 Gehechtlaste wapeningsnetten, wapeningsconstructies en buig- en
vlechtwerk.

Constructieve lasbaarheid
Constructieve lasverbindingen (zogenoemde krachtlasverbindingen) worden
tijdens de verwerking van betonstaal
vooral toegepast als staaf/staaf, staaf/
plaat en plaat/plaat lasverbinding bij het
verbinden (montage) van prefab-beton
elementen. Ook de vrijwel uitsluitend
fabrieksmatig uitgevoerde stompe lasverbindingen zoals de afbrandstuiklas en
elektrische druklas zijn krachtlasverbindingen.
Gepuntlaste rolmatwapening - foto: Van Noordenne Wapeningsstaal

WAPENING IN BETON JUNI 2009

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN

Constructieve staaf/plaat-lasver-bindingen - foto:s Staja Constructie b.v.

Recent is de herziene versie verschenen


van De Nederlandse Praktijk Richtlijn NPR
2053:2005 Lasverbindingen met beton

staal en stalen strippen, die voornamelijk de krachtlasverbindingen behandelt.


Deze NPR stelt ook de eisen bij de mechanische beproeving van hechtlasverbindingen.
In de NPR 2053:2005 staan:
tabellen met aanbevolen praktijkgerichte type/soorten krachtlasverbindingen inclusief las- en staafafmetingen
en aanbevolen trekbeproeving per
soort verbinding;
onderscheid naar al dan niet volledige
krachtsoverdracht inclusief een modelfactor;
lasmethode-kwalificatie voor de meest
kritisch geachte praktijkafmetingen en
lascondities;
lasserskwalificatie annex productie
controle proeven enz.

log 2 T

Daarom is in tabel 1 voor constructieve


lasbaarheid bij alle betonstaalsoorten
de indicatie NPR aangegeven. Dus alle
op basis van ductiliteit/plasticiteit gekozen betonstaalsoorten B500A/B/C zijn
(voorzover van toepassing) constructief
lasbaar mits hierbij de richtlijnen van
NPR 2053:2005 worden aangehouden.

bovenspanning= 0,6 Re (300MPa)


spanningsrimpel

Krachtlasverbindingen zoals (te) zwaar


gelaste kruis- en overlaplasverbindingen
en handgelaste stompe lasverbindingen,
vereisen in de regel relatief veel neergesmolten lasmetaal (matige tot grote
laswarmte). Bij deze relatief grote warmte-inbreng gevolgd door een langzame
afkoeling kan de rond het lasmetaal optredende structuurverandering leiden
tot groot sterkteverlies van zowel het
koudvervormde als het watergekoelde
betonstaal. Deze huidige beschikbare betonstaalsoorten zijn immers niet natuurhard (luchtgekoeld) en verliezen bij volledige (door-en-door) verhitting >650 C
grotendeels hun sterkte. Bij de trekproef
van (te) zwaar gelaste krachtlasverbindingen ligt de breuk direct naast de las
met eventueel te lage sterkte en/of rek
(dit is kritischer bij B500A met de lagere
rekeigenschappen). Daarnaast kan er ook
sprake zijn van breuk in het lasmetaal met
al dan niet beoogde minimale lassterkte
of bijvoorbeeld bij de afbrandstuiklas van
ongewenste breuk op de smeltlijn (zogenoemde plaklas).
Vooral bij de krachtlasverbindingen is van
belang dat lasbaar betonstaal naast de
metallurgische lasbaarheid (met name
chemische samenstelling en betonstaalsoort), ook wordt bepaald door de constructieve lasbaarheid (met name het
type lasverbinding), de executieve lasbaarheid (de lastechnologie inclusief de
wijze van uitvoering) en de te stellen
beproevingseisen (met name de trekproefeisen).

Het is vooral belangrijk dat te zwaar/


heet gelaste krachtlasverbindingen worden voorkomen door de richtlijnen van
de NPR aan te houden en dat hierop
ook regelmatig wordt gecontroleerd. De
NPR beoogt vooral de gecertificeerde
toepassing van krachtlasverbindingen
uitgevoerd door gecertificeerde lassers
onder regiem van de Kiwabeoordelingsrichtlijn BRL 0512 waarmee het risicovolle
lassen bij de smid om de hoek en op de
bouwplaats wordt tegengegaan. Naast
gecertificeerde (serie)productie van met
name lasplaten dienen ook de op de
bouwplaats uitgevoerde incidentele
krachtlasverbindingen aan de richtlijnen
van de NPR te voldoen.
Met betrekking tot normen en voorschriften over lassen van betonstaal moet hier
volledigheidshalve nog worden vermeld
dat recent NEN-EN-ISO 176601/2:2006
(Welding of reinforcing steel) is verschenen. Deze norm is destijds gestart als
ISO-norm op basis van een bestaande
Duitse norm die wordt gedragen door
specialisten van lasinstituten. Aan deze
ISO-norm hebben weinig landen meegewerkt en het is Nederland helaas niet
gelukt deze norm naar een meer handzame op de praktijk gerichte norm om te
buigen. Nederland heeft tegen de norm
gestemd, maar deze is inmiddels als NENEN-ISO-norm gepubliceerd. De opstellers
van de NPR 2053:2005 hebben destijds
de ontwikkeling van de ISO-norm nauwgezet gevolgd en waren/zijn van mening
dat de NEN-EN-ISO 176601/2:2006 om
reden van niet praktische toepasbaarheid
en veiligheid, onvoldoende bruikbaar is
bij het lassen van betonstaal en stalen
strippen voor de Nederlandse betonbouw.

k1
k2

2T a
9

onderspanning

N*

log N

1 spanningswisseling

Spanningsrimpel

Toelichting k1 en k2

Samengevat

Tabel 2 Vermoeiingseigenschappen van diverse type verbindingen


B500A

B500B/C

spanningsmax. spanningsmax. spanningsrimpel 2a [MPa] exponent k1/k2 rimpel 2a [MPa]


rechte staven 28 mm

100

4/5

> 28 mm
vanaf rol gericht staafmateriaal

175
145

100

4/5

100 1)

Alle betonstaalsoorten B500A/B/C zijn goed hecht


baar (lassen met weinig laswarmte), maar regelma
controle op zorgvuldige werkwijze is noodzakelijk
WAPENING IN BETON JUNI 2009
5/9
BRL 0503) om te grof laswerk aan met name de kle
5/9
staafdiameters te voorkomen.

spanningsexponent k1/k2

5/9

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN


Tabel 2 - Vermoeiingseigenschappen van diverse type verbindingen
B500A

Rechte staven 28 mm

B500B/C

Max. spanningsrimpel 2a [MPa]

"Spanningsexponent k1/k2"

Max. spanningsrimpel 2a [MPa]

"Spanningsexponent k1/k2"

100

4/5

175

5/9

145

5/9

100 1)

5/9

> 28 mm
Vanaf rol gericht staafmateriaal

100

4/5

Gebogen staven, red. factor

0,35 + 0,026D/d

Gepuntlaste wapeningsnetten

100

4/5

100

4/5

Hecht/kruislasverbindingen,
afbrandstuiklasverbindingen

100

4/5

100

4/5

Overlap- en overige stompe lasverbindingen

60

4/5

60

4/5

Mechanische verbindingen

60

4/5

60 2)

4/5

1) Tenzij conform NEN 6008:2008 een hogere waarde kan worden aangetoond.
2) Tenzij conform BRL 0504 een hogere waarde kan worden aangetoond (cat. 2).

Samengevat

Vermoeiing

de VBC/NEN 6720. Algemeen wordt aangenomen dat voor overwegend statisch


belaste betonconstructies een (basis) vermoeiingssterkte van 60MPa (max. spanningsrimpel 2a) volstaat voor windbelasting en dergelijke. De leveringsnorm
NEN6008:2008 beperkt zich in principe
tot de vermoeiingseigenschappen van
staven/rollen en gepuntlaste wapeningsnetten (niet verwerkt betonstaal),
maar onderscheidt hierbij ook het van
rol gerichte staafmateraal. Voor bewust
dynamisch belaste betonconstructies levert de in herziening zijnde Voorschriften Beton Bruggen (ontwerp VBB/NEN
6723:2008) naast de vermoeiingseigenschappen op basis van NEN 6008:2008
onder andere ook de vermoeiingseigenschappen van diverse typen lasverbindingen en mechanische verbindingen
(zie tabel 2).

Om praktische redenen wordt bij de


betonstaalsoorten volgens NEN 6008
uitgegaan van universeel bruikbaar
betonstaal dat ook bepaalde ver
moeiingseigenschappen bezit. Echter
naar schatting slechts 5 - 10% van de
gewapendbetonconstructies wordt ook
daadwerkelijk dynamisch belast, dat wil
zeggen meer dan een overwegend statisch belaste betonconstructie volgens

De in de tabel weergegeven maximale spanningsrimpels gelden voor


bovenspanning 0,6Re (voor B500 dus
300MPa) en N = 1 miljoen spanningswisselingen. Dit is tevens het aangenomen
knikpunt (N*) in de S-N-kromme, met
aan weerszijden de spanningsexponenten k1 en k2 (zie verder NEN 6008:2008
en ontwerp VBB/NEN6723:2008). Van
belang is dat bij regelmatige beproe-

Alle betonstaalsoorten B500A/B/C zijn


goed hecht/puntlasbaar (lassen met
weinig laswarmte), maar regelmatige
controle op zorgvuldige werkwijze is
noodzakelijk (bijv. via BRL 0503) om te
grof laswerk aan met name de kleinere
staafdiameters te voorkomen.
De betonstaalsoorten B500B/C zijn
constructief lasbaar (B500A in mindere
mate) indien hierbij de richtlijnen van
NPR 2053:2005 worden aangehouden
en hierop ook regelmatig wordt gecontroleerd (bijv. via BRL 0512). Risicovolle krachtlasverbindingen bij de
smid om de hoek en op de bouwplaats (met name te zwaar/heet gelast)
moeten worden vermeden.

10

WAPENING IN BETON JUNI 2009

vingen de dure vermoeiingsproeven


(moeten) worden beperkt tot N = 1-2
miljoen spanningswisselingen, maar bij
toepassingen kan worden gerekend tot
N = 10-20 miljoen spanningswisselingen.
Uit de tabel blijkt dat verwerking/lassen
van betonstaal door de plaatselijke massaovergangen, kerfwerking enz. een aanzienlijke verlaging van de vermoeiingssterkte bij rechte staven veroorzaakt. Het
onschuldig lijkende hechtlassen levert al
een flinke reductie van de vermoeiingssterkte. Niettemin blijft het zinvol om
bij bewust dynamisch belaste betonconstructies nauwkeurig te verifiren of de
optredende staalspanningswisselingen
daadwerkelijk hoger zijn dan de in de tabel aangegeven waarden. Hiermee kunnen kostbare en/of lastige beperkingen
aan de keuze en/of verwerking van het
betonstaal wellicht worden voorkomen.
Zo is de verlaagde vermoeiingssterkte
van 100MPa (gehechtlast en/of gericht
van rol) toch nog relevant hoger dan de
basis-vermoeiingssterkte van 60MPa. Verder kunnen de qua vermoeiing kritische
constructiedelen wellicht beter gelokaliseerd worden aangegeven zodat (te) generiek gestelde beperkingen niet nodig
zijn. Bij de vermoeiingseigenschappen
van de betonstaalsoort B500A (100MPa)
is om praktische redenen ervan uitge-

BEPERKINGEN BETONSTAAL NADER BEKEKEN


gaan dat dit voornamelijk wordt toegepast als gepuntlaste wapeningsnetten
(dus inclusief rollen en bijlegstaven) met
staafdiameters maximaal 16mm.
Bij de vermoeiingseigenschappen van de
betonstaalsoorten B500B/C is bij rechte
staven sprake van een belangrijke invloed van de staafdiameter, maar is dit
om praktische redenen beperkt tot 2
diameterranges, 8 - 28mm (175 MPa) en
> 28mm (145 MPa). Het van rol gerichte
B500B gaat volgens NEN 6008:2008/NENEN 10080:2005 t.m. diameters 16 mm.
Vooral voor de grotere van rol gerichte
diameters 14 - 16mm bestaan momenteel gerede twijfels over de haalbaarheid
van de vermoeiingssterkte van 175MPa
(als bij rechte staven). Helaas is het tot
dusver niet gelukt hiernaar een gedegen
onderzoek uit te voeren, zodat in NEN
6008:2008 voor van rol gericht staafmateriaal vooralsnog de (mogelijk teveel?) verlaagde vermoeiingssterkte van 100MPa
is opgenomen, tenzij voor de toegepaste maximale diameter en betreffende
richtmachine(type) met statistisch onderzoek een hogere waarde ( 175MPa) kan
worden aangetoond.
Voor gepuntlaste wapeningsnetten
B500B/C is in navolging van B500A (maar
max. 16mm) de vermoeiingssterkte van
100 MPa aangenomen. Daarom moet dit
vooralsnog ook van toepassing worden
geacht voor de hiermee vergelijkbare
hecht-/punt-kruislasverbindingen bij de

verwerking van betonstaal. Echter, helaas


is het ook voor hecht/punt-kruislasverbindingen B500B tot dusver niet gelukt
een gedegen onderzoek uit te voeren
waarbij met name ook de invloed van
de staafdiameter (16 - 32mm) wordt
meegenomen.
Afbrandstuiklasverbingen zijn qua geometrie nog redelijk gunstig en overige
stompe lasverbindingen worden bij de
verwerking van betonstaal vrijwel niet
meer toegepast. Overlap-smeltlasverbindingen zijn qua geometrie vanzelf
ongunstig voor vermoeiing. Bij de mechanische verbindingen bestaan grote
verschillen in geometrische uitvoeringen,
kerfwerking, enz. waarbij meestal ook
sprake is van een grote invloed van de
staafdiameter. In de BRL0504 voor mechanische verbindingen is vastgelegd
dat voor de toepassing in overwegend
statisch belaste betonconstructies (cat. 1)
moet worden voldaan aan de (basis)vermoeiingssterkte van 60MPa. Voor bewust
dynamisch belaste mechanische verbindingen (cat. 2) kan per verbindingstype/
staafdiameterrange met statistisch onderzoek een hogere vermoeiingssterkte
worden aangetoond.

Samengevat
Naar schatting slechts 5 - 10% van de
gewapend-betonconstructies wordt
daadwerkelijk dynamisch belast waarbij de betreffende voorschriften VBB/
NEN6723 van toepassing zijn.

Gevlochten zware wapeningskorf - foto: Wapeningsstaal Bischop b.v.

Verwerking van betonstaal (lassen en


richten) heeft relevante nadelige invloed op de vermoeiingssterkte. Niettemin moet bij het stellen van kostbare/lastige beperkingen steeds worden
geverifieerd dat de optredende dynamische belastingen hoger zijn dan de
in VBB/NEN6723 aangegeven vermoeiingssterktes en dat deze beperkingen
niet te generiek worden gesteld.
Er bestaat dringend behoefte aan gedegen vermoeiingsonderzoek van de
betonstaalsoort B500B aan van rol gericht betonstaal t.m. 16mm en gehechtlast betonstaal 16 - 32mm.

WAPENING IN BETON JUNI 2009

11

You might also like